Brief regering : Verslag Raad Algemene Zaken (RAZ) - Cohesie in Luxemburg d.d. 18 juni 2024
21 501-08 Milieuraad
Nr. 956
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 augustus 2024
Hieronder ontvangt uw Kamer het verslag van de Raad Algemene Zaken («RAZ») – Cohesie
18 juni jl. te Luxemburg. Daarnaast doe ik u de antwoorden op de SO vragen toekomen
(Kamerstuk 21 501-08, nr. 955), waarover uw Kamer op 13 juni jl. is geïnformeerd1.
Verslag Raad Algemene Zaken (RAZ) – Cohesie – 18 juni Luxemburg
Tijdens de Raad Algemene Zaken (RAZ) – Cohesie in Luxemburg, is van gedachten gewisseld
over twee agendapunten. Ten eerste was er een beleidsdebat om te kijken op welke manier
cohesiebeleid een rol kan spelen in de (destijds nog aan te nemen) strategische agenda
van de Europese Raad voor de periode 2024–2029. Vervolgens werd een lunchdebat gevoerd
over de link tussen investeringen uit het cohesiebeleid en de implementatie van hervormingen
in lidstaten. Daarnaast zijn de Raadsconclusies2 over de mededeling van de Europese Commissie over het 9e cohesieverslag3 aangenomen. Ik heb uw Kamer hier eerder over geïnformeerd via de Geannoteerde Agenda4.
Beleidsdebat cohesiebeleid en strategische agenda
Eurocommissaris voor cohesie en hervormingen, Ferreira, gaf aan dat, wat haar betreft,
de volgende thema’s de komende vijf jaar het meeste aandacht behoeven: mogelijke toekomstige
uitbreiding van de Unie, het tegengaan van een zogenaamde ontwikkelingsval van bepaalde
regio’s en het vergroten van de concurrentiekracht door Europese waardeketens te stimuleren
en het inspelen op de groene en digitale transitie.
Voor het toekomstig cohesiebeleid kunnen er volgens haar verschillende lessen getrokken
worden. Ten eerste moet er meer gekeken worden naar een regio specifieke benadering
(«place-based» beleid). Ook kan de manier van uitvoering wellicht gemoderniseerd worden,
waarbij het partnerschapsprincipe (betrokkenheid van regio's in het opstellen van
plannen) belangrijk blijft. Daarnaast zijn investeringen alleen niet voldoende, lidstaten
moeten ook hervormingen doorvoeren en goede instituties en bestuur zijn essentieel
voor een gedegen uitvoering van dit beleid. Als laatste zou er volgens de Eurocommissaris
moeten worden gekeken hoe cohesiebeleid meer flexibiliteit kan bieden voor toekomstige
crises. Dit mag volgens haar echter niet ten koste van de lange termijn doelen van
het cohesiebeleid, namelijk het stimuleren van convergentie en het verkleinen van
verschillen binnen, tussen regio’s.
Met name Zuid- en Oost-Europese lidstaten gaven aan niet te veel veranderingen te
willen aanbrengen in het cohesiebeleid en dat hier voldoende budget voor beschikbaar
moet blijven. Het belang van de groene en digitale transitie werd benoemd. Diverse
lidstaten riepen daarnaast op tot een sterkere focus van cohesiebeleid op het versterken
van de weerbaarheid en het strategische concurrentievermogen van de EU. Daarnaast
wezen meerdere lidstaten op de geopolitieke uitdagingen als gevolg van de Russische
inval in Oekraïne, wat in hun ogen een sterkere bijdrage van het cohesiebeleid aan
(de) defensie(industrie) zou rechtvaardigen. Meerdere lidstaten onderstreepten daarnaast
het belang van het respecteren van de rechtsstaat, degelijk financieel beheer en het
bestrijden van corruptie en fraude. Tot slot werd door een aantal lidstaten opgemerkt
dat betalingen op basis van behaalde mijlpalen en doelen een mogelijk element kunnen
vormen van het toekomstig cohesiebeleid. Ook het koppelen van bepaalde hervormingen
aan het cohesiebeleid werd door sommige lidstaten genoemd. Daarbij zouden lessen moeten
worden getrokken uit de ervaringen met de herstel- en veerkrachtfaciliteit.
Nederland heeft aangegeven dat, in samenwerking met medeoverheden, wordt gewerkt aan
een gezamenlijk beeld over het toekomstig cohesiebeleid, en dat de uiteindelijke positiebepaling
aan het volgende kabinet is.
Lunchdebat over link tussen cohesiebeleid en hervormingen
Tijdens het lunchdebat is onder meer gesproken over een mogelijk sterkere koppeling
tussen investeringen uit het cohesiebeleid en hervormingen die worden geïdentificeerd
in de landspecifieke aanbevelingen uit het Europees Semester. Daarbij werd met name
door Zuid- en Oost-Europese lidstaten aangegeven dat regio's niet de dupe zouden mogen
worden van het niet opvolgen van landspecifieke aanbevelingen door nationale overheden.
Meerdere lidstaten gaven aan dat zou moeten worden gekeken hoe goede kanten van de
werkwijze van de herstel- en veerkrachtfaciliteit – die een sterke link bevat met
het Europees Semester – zouden kunnen worden overgenomen in het toekomstig cohesiebeleid.
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
Indieners
-
Indiener
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken