Brief regering : Staat van de oorlog in Europa
21 501-20 Europese Raad
Nr. 2019
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VAN DEFENSIE EN VOOR BUITENLANDSE
HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 februari 2024
Op 24 februari is het twee jaar geleden sinds de grootschalige militaire inval van
Rusland in Oekraïne. De Russische agressieoorlog duurt al meer dan 10 jaar en is inmiddels
verspreid over het land. Daarmee veroorzaakte het Russische regime onnoemelijk leed
in Oekraïne: tienduizenden doden en gewonden, de ontvoering van duizenden Oekraïense
kinderen naar Rusland – volledige vernietiging van dorpen en steden en een stroom
van miljoenen vluchtelingen en ontheemden waren het gevolg. Ook heeft het Russische
regime de veiligheidsorde in Europa ernstig geschaad. Het is de grootste geopolitieke
inbreuk op internationale politieke en economische stabiliteit sinds de Tweede Wereldoorlog
en een ongekende schending van de internationale rechtsorde.
De uitkomst van dit conflict bepaalt de toekomst van Nederland en Europa. Het is daarom
essentieel om onze steun voort te zetten en Oekraïne te blijven steunen in zijn strijd
voor vrijheid. Niet alleen de vrijheid van Oekraïne staat op het spel, ook onze gedeelde
waarden en het mondiale vertrouwen in de internationale rechtsorde. Als Oekraïne deze
oorlog verliest, zullen de kosten, zowel materieel als immaterieel, waarmee Nederland
zal worden geconfronteerd vele malen hoger zijn dat het nu steunen van Oekraïne. Hierdoor
zal tevens de veiligheidssituatie in de wereld verder onder druk komen te staan, met
onder andere als gevolg een toename aan conflicten, migratiestromen en een negatieve
impact op de wereldeconomie. Nederland heeft Oekraïne vanaf de eerste dag van deze
grootschalige inval politiek, militair, economisch en humanitair ondersteund en zal
dat ook blijven doen zo lang dat nodig is. In deze brief geven wij, mede namens de
Minister van Justitie en Veiligheid, aan hoe.
Inleiding
Oekraïne heeft sinds het begin van de invasie, en ook het afgelopen jaar, op buitengewoon
indrukwekkende wijze standgehouden. Rusland heeft geen enkel verklaard strategisch
doel behaald. Dat is in de eerste plaats de verdienste van de Oekraïners zelf; voor
hun moed en doorzettingsvermogen kunnen wij alleen het diepste respect hebben. Hoewel
het geplande tegenoffensief niet is gelopen zoals gehoopt, houdt Oekraïne stand tegenover
een grote overmacht, zonder luchtoverwicht. Ook heeft Oekraïne Rusland onder druk
kunnen zetten door strategische aanvallen ver achter de frontlinie. Bovendien is het
land erin geslaagd effectief de Russische luchtmacht en zijn Zwarte Zeevloot terug
te dringen.
De internationale steun speelt daarbij een cruciale rol. Onze steun doet ertoe en
hoe we die in de toekomst vormgeven zal de uitkomst op het slagveld in grote mate
bepalen. Nederland blijft zich, eensgezind met zijn bondgenoten en internationale
partners, inzetten voor Oekraïne. De door Nederland geleverde militaire steun is door
Oekraïne effectief ingezet en heeft hieraan bijgedragen. Tegelijkertijd heeft de Nederlandse
bijdrage aan niet-militaire steun – op basis van fair share – een belangrijke rol gespeeld bij het overeind houden van de Oekraïense economie
en het blijven functioneren van de samenleving. Nederland is voor Oekraïne uitgegroeid
tot een zeer gewaardeerde en belangrijke partner.
Desondanks is een einde van de oorlog voorlopig niet in zicht. Vorig jaar in februari
voorzag het kabinet als meest realistische scenario een langdurige uitputtingsoorlog.
Nu, een jaar later, is dat dit nog steeds het meest waarschijnlijke scenario. Rusland
houdt nog ca. 18% van Oekraïne bezet en er zijn geen indicaties dat het van plan is
zijn agressie te stoppen. Integendeel, de omvorming van de Russische economie naar
een oorlogseconomie en steeds nauwere militaire samenwerking met landen als Iran en
Noord-Korea toont aan dat Rusland voorlopig geenszins van plan is de strijd te staken.
Ook zoekt Rusland steeds opnieuw naar mogelijkheden om Westerse sancties te ontwijken.
Het bestrijden van sanctieontwijking is een van de kabinetsprioriteiten in de onderhandelingen
over verdere sancties.
De oorlog bedreigt zoals gezegd ook de veiligheid in Europa en de internationale rechtsorde.
Dit is eens te meer het geval nu het Kremlin zijn oorlog in Oekraïne in toenemende
mate afschildert als een voor Rusland existentiële strijd. Dit vormt een bedreiging
voor onze vrijheid, veiligheid en manier van leven. Dit gaat gepaard met informatiemanipulatie
en agressieve desinformatiecampagnes. Deze zijn gericht op het Westen om het draagvlak
voor Westerse steun aan Oekraïne op termijn te ondermijnen, maar meer nog op het mondiale
Zuiden. Gebruikmakend van antiwesterse sentimenten, poogt Rusland meer steun te verkrijgen,
en steun aan Oekraïne-materieel en politiek – te voorkomen.
De steun aan Oekraïne is een investering in onze eigen veiligheid
Met de Russische invasie van Oekraïne is andermaal pijnlijk duidelijk geworden dat
veiligheid en vrijheid niet vanzelfsprekend en gratis zijn. Elke euro die Nederland
besteedt aan het verstevigen van een onafhankelijk, vrij en welvarend Oekraïne is
een essentiële bijdrage aan investering in de veiligheid en welvaart van Nederland
en Europa. Het zijn Oekraïners die strijden tegen Russische agressie en voor vrijheid
en die daarvoor een hoge prijs betalen.
Ook als Rusland de oorlog in Oekraïne zou winnen, zou de Russische territoriale expansiedrift
niet verdwijnen. Het Russische regime zal verder gaan om de Europese veiligheidsarchitectuur
te ontwrichten, waardoor Europese partners en bondgenoten veel grotere investeringen
in hun veiligheid zouden moeten doen. Verdergaande escalatie door Rusland zou bovendien
grote gevolgen hebben voor de wereldeconomie, en daarmee ook op energierekeningen,
de voedselprijzen en de opvang van nieuwe stromen vluchtelingen in Nederland. Rusland
kan niet beloond worden voor het met geweld herschikken van grenzen. Het fundament
onder de internationale rechtsorde is het respecteren van territoriale integriteit
en soevereiniteit. Die principes liggen aan de basis van vrijheid en veiligheid –
in Europa en wereldwijd. Daarom moet Nederland internationaal zijn verantwoordelijkheid
blijven nemen, en gezamenlijk met internationale partners het maximale blijven doen
om Oekraïne te ondersteunen. We hebben geen alternatief.
Huidige situatie
Ondanks de voortdurende indrukwekkende prestaties van de Oekraïense Krijgsmacht, de
steun van buitenlandse partners en de bewonderenswaardige moed en doorzettingsvermogen
van de Oekraïense bevolking, is de situatie op de grond nog steeds zeer zorgwekkend.
Nog steeds verliezen dagelijks honderden burgers en militairen in Oekraïne hun leven,
raken gewond, of zien hun huizen en bezit in puin veranderen. Dit alles is een rechtstreekse
consequentie van de Russische agressie. Circa 6 miljoen Oekraïners verblijven als
vluchteling in het buitenland. Ongeveer 4 miljoen zijn ontheemd in eigen land.
De bevolking in de Krim en in (de bezette delen van) Donetsk, Loehansk, Cherson en
Zaporizja lijdt onder de voortdurende bezetting en onder de dagelijkse schendingen
van mensenrechten die de Russische bezetter pleegt. Er zijn bovendien steeds meer
bewijzen dat Rusland in de bezette gebieden overgaat tot het deporteren naar Rusland
van Oekraïners (waaronder ook tienduizenden kinderen) uit die regio’s en het importeren
van Russen en andere inwoners van Rusland naar die regio’s. Het beoogde doel, russificatie,
blijkt ook uit het feit dat het in deze regio’s nu al onmogelijk wordt gemaakt om
zonder Russisch paspoort gebruik te maken van essentiële sociale dienstverlening,
zoals gezondheidszorg.
Oekraïne heeft Rusland zware verliezen toegebracht, aan het front, in de lucht en
rond en in de Zwarte Zee. Evenwel staat de gehele frontlinie aan Oekraïense zijde
sinds december 2023 onder druk. Desondanks zijn er, behoudens de val van Avdiivka,
de afgelopen tijd weinig verschuivingen aan het front. Oekraïne blijft grote behoefte
hebben aan materieel en met name (artillerie)munitie om effectief te kunnen opereren.
Voortzetting en intensivering van steun vanuit Europa en de Verenigde Staten zijn
daarom essentieel. Dat vraagt van ons een steeds grotere inspanning.
Het kabinet constateert dat internationale politieke wil en structurele investering
nodig zijn om de defensieproductiecapaciteit op het gewenste niveau te krijgen, mede
omdat er reeds veel materieel is geleverd uit voorraad. Een toename van de productiecapaciteit
is ook nodig om Europese krijgsmachten te kunnen versterken. De ophoging van de productiecapaciteit
zal in nauwe samenwerking en afstemming met partners en bondgenoten moeten gebeuren.
Ook financieel-economisch en sociaal-maatschappelijk heeft de Russische oorlog tegen
Oekraïne grote gevolgen. Het Oekraïense begrotingstekort voor 2024 wordt door het
IMF geschat op USD 40 mld. De aanhoudende Russische aanvallen hebben bovendien grote
impact op de kritieke infrastructuur van Oekraïne, zoals de elektriciteitsvoorziening
en de gezondheidszorg. Volgens de meest recente raming van de Wereldbank in het Rapid Damage Needs Assessment bedragen de kosten voor herstel en wederopbouw USD 486 miljard.1 De VN ramen de humanitaire noden in 2024 op USD 3,1 miljard.
Inmiddels heeft de Europese Raad een akkoord bereikt over macro-financiële steun van
50 miljard euro voor de periode 2024–2027. De autonome handelsmaatregelen bieden de
Oekraïense economie een steun in de rug, door een deel van de negatieve economische
consequenties van de Russische agressieoorlog te mitigeren. Ook hebben ze een versterkend
effect op de bilaterale handel tussen de EU en Oekraïne. Tot slot dragen de maatregelen
bij aan alternatieve handelsroutes om schaarse landbouwproducten uit Oekraïne uit
te voeren. Dankzij deze en andere maatregelen zoals verzekeringsmechanismen, bereikte
de Oekraïense graanuitvoer in december 2023 zijn hoogste punt sinds de grootschalige
Russische invasie.
Een functionerende overheid en macro-economische stabiliteit zijn randvoorwaarden
om de strijd tegen de Russische agressor op termijn vol te kunnen houden. Ze zijn
bovendien relevant voor de bredere Europese en Nederlandse belangen, waaronder het
belang dat er voor Oekraïners een toekomst is in eigen land, wat migratie beperkt.
Snelle, substantiële en structurele inzet van de internationale gemeenschap is essentieel.
Met de brede niet-militaire steun worden bijvoorbeeld salarissen van ziekenhuispersoneel
en overheidspersoneel betaald en wordt kritieke infrastructuur zoals het energienetwerk
hersteld.
Vredesformule
Het is aan Oekraïne, waartegen de agressie wordt gepleegd, om te bepalen of en wanneer
de juiste voorwaarden zich voordoen om vredesonderhandelingen te starten. Vooralsnog
zijn er geen tekenen dat Oekraïne dat opportuun acht. Dat is een begrijpelijk standpunt,
gelet op de omstandigheid dat 18 procent van het land nog steeds is bezet en de bevolking
aldaar te lijden heeft onder Russische wandaden als verkrachtingen, martelingen, willekeurige
executies, verdwijningen en in het algemeen een totale afwezigheid van respect voor
mensenrechten. Daarnaast is er geen enkele indicatie dat Rusland bereid is te goeder
trouw te gaan onderhandelen. De regelmatige persberichten uit het Kremlin dat Rusland
hier wel toe bereid zou zijn, lijken vooral onderdeel te zijn van de desinformatiecampagne,
want deze berichten worden niet gestut door enige concrete uiting van concessiebereidheid.
Van vredesonderhandelingen lijkt voorlopig dus geen sprake.
Niettemin wordt er op hoog niveau intensief over mogelijke paden naar vrede gediscussieerd.
De zgn. Vredesformule, een tienpuntenplan van President Zelensky dat het raamwerk
voor een duurzame en rechtvaardige vrede uittekent, heeft inmiddels al meer dan tachtig
landen rond de tafel verenigd.
Nederland steunt actief het proces rondom de Vredesformule. Het plan is een door President
Zelensky gestarte poging om een routebeschrijving naar een uiteindelijke, duurzame
en rechtvaardige vredesakkoord te ontwikkelen, en wint aan kracht door het gestadig
groeiend aantal landen dat aan het proces deelneemt. Daarnaast is het tot dusverre
het enige internationale vredesinitiatief dat van bestaande basisprincipes van internationaal
recht uitgaat, waarbij met name van belang is het verbod op geweld tegen de territoriale
integriteit of politieke onafhankelijkheid van een staat (het non-agressiebeginsel),
zoals opgenomen in het VN-Handvest.
De Nederlandse hulpinspanningen: meer dan de som der delen
Nederland zal Oekraïne blijven steunen tegen de agressieoorlog van Rusland. Militaire
steun gaat daarbij hand in hand met humanitaire en macro-financiële hulp bij urgent
herstel van bijvoorbeeld kritieke infrastructuur; het opvoeren van sancties tegen
Rusland; ondersteuning van het bestrijden van straffeloosheid van internationale misdrijven
(«accountability»); technische assistentie aan het Oekraïense pre-accessietraject
tot de EU en diplomatieke druk op Rusland om zijn agressie te stoppen, onder andere
door middel van de bovengenoemde Vredesformule. Al deze steuntrajecten moeten in samenhang
worden bezien. Zij versterken elkaar: zonder veiligheid zijn wederopbouw of terugkeer
van vluchtelingen niet mogelijk; duurzame vrede is niet mogelijk zonder compensatie
van de slachtoffers van de Russische agressie.
Hieronder volgt per onderdeel van de steun een omschrijving daarvan.
Bilaterale veiligheidsovereenkomst met Oekraïne als signaal van langjarige steun
Om het langjarige commitment aan Oekraïne vast te leggen, ondertekende Nederland op
12 juli 2023, samen met inmiddels 31 andere landen en de EU de G7+ verklaring in Vilnius.2 In deze verklaring kondigen ondertekenaars aan Oekraïne op de lange termijn te blijven
steunen, daarnaast dient de verklaring als raamwerk voor de bilaterale afspraken tussen
individuele landen en Oekraïne over steun en toezeggingen. Inmiddels tekenden Duitsland,
Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hun bilaterale veiligheidsovereenkomsten met
Oekraïne. Ook de EU werkt aan veiligheidsarrangementen, met het Ukraine Assistance Fund als kernelement.
Binnenkort zal ook Nederland een bilaterale veiligheidsovereenkomst met Oekraïne tekenen.
Met deze veiligheidsovereenkomst maakt Nederland duidelijk dat het Oekraïne tenminste
de komende tien jaar zal blijven steunen. Dit is een duidelijk signaal van ons niet
aflatend commitment aan Oekraïne, aan onze internationale partners en aan Rusland.
Bovendien blijft Nederland hiermee in lijn met motie Piri en Veldkamp3, en de motie Podt en Boswijk4 internationaal een voortrekkersrol spelen in de steun aan Oekraïne.
De focus in deze politiek bindende veiligheidsovereenkomst ligt op samenwerking op
het vlak van veiligheid, waaronder militaire steun voor de middellange en lange termijn,
samenwerking voor het verstevigen van de defensie-industrie, het vergroten van de
(cyber)weerbaarheid van Oekraïne en het versterken van de interoperabiliteit van het
Oekraïense leger met de NAVO. Ook wordt aandacht besteed aan herstel en wederopbouw,
het tegengaan van hybride dreigingen, waarheidsvinding en gerechtigheid voor alle
slachtoffers van de oorlog, en de blijvende inzet op sancties om Rusland verder onder
druk te zetten zijn illegale agressie te staken.
Militaire steun
Leveringen
Nederland heeft tot 7 februari 2024 ruim 2,8 mld. euro aan militaire goederen geleverd
aan Oekraïne, inclusief financiële bijdragen aan internationale fondsen zoals het
International Fund for Ukraine. Uw Kamer wordt hierover in de volgende leveringenbrief nader geïnformeerd. Bij de
najaarsbesluitvorming heeft het kabinet een bedrag van 2 mld. euro gealloceerd uit
algemene middelen voor militaire steun aan Oekraïne (Kamerstuk 36 045, nr. 171). Hiermee geeft Nederland invulling aan de acute Oekraïense behoefte op het gebied
van munitie en instandhouding van geleverde platformen en systemen. De exacte besteding
geschiedt in nauw overleg met Oekraïne en bondgenoten. Nederland maakt hierbij zo
veel mogelijk gebruik van de expertise van onze krijgsmacht en de bedrijven die hier
gespecialiseerd in zijn. Zo bouwen we kennis op, bijvoorbeeld op het gebied van drones,
en zorgen we ervoor dat Nederland zich ook kan verweren tegen de dreigingen van de
toekomst. Het is van belang in toenemende mate in te zetten op de interoperabiliteit
van het materieel van de Oekraïense strijdkrachten met materieel dat bondgenoten gebruiken,
om de Russische dreiging ook in de toekomst geloofwaardig af te schrikken.
Bondgenoten en internationale partners stemmen de leveringen af via de Ukraine Defence Contact Group (UDCG). Binnen dit forum hebben deelnemende landen verschillende Capability Coalitions opgericht, gericht op verschillende deelcapaciteiten van de Oekraïense krijgsmacht
voor de kortere en langere termijn. Nederland geeft samen met Denemarken en de Verenigde
Staten leiding aan de luchtmacht coalitie. Het kabinet heeft besloten 24 F-16-toestellen
gereed te stellen voor levering aan Oekraïne.5 Daarnaast werkt Defensie in de luchtmacht coalitie aan een breed ondersteuningspakket
met reserveonderdelen en munitie om de vliegtuigen inzetbaar te houden. De overstap
van Sovjetmaterieel naar moderne wapensystemen is een zeer complex proces, waar landen
in vredestijd meerdere jaren voor nodig hebben. Naast afwijkende training, zowel voor
vliegers als monteurs, vergen deze moderne systemen een andere onderhoudsaanpak en
is nieuwe infrastructuur benodigd. Het op orde krijgen van het gehele systeem is dan
ook een belangrijke randvoorwaarde voor een succesvolle en duurzame inzet. Binnen
de luchtmacht coalitie werken partners er hard aan dat Oekraïne zo snel mogelijk aan
deze randvoorwaarden kan voldoen. De Nederlandse bijdrage aan dit internationale samenwerkingsverband
is – naast het leveren van toestellen – gericht op het opleiden van vliegers. Daartoe
is mede door Nederland het European F-16 Training Centre (EFTC) in Roemenië opgericht, waar tot 18 Nederlandse F-16’s zullen worden gestationeerd.
Training van Oekraïense piloten kan daar plaatsvinden onder de vlag van de EU Military Assistance Mission
Ukraine (EUMAM). Ook draagt Nederland bij aan training voor Oekraïense onderhoudsmonteurs
in België.
Naast de inzet voor de luchtmacht coalitie neemt Nederland deel aan de coalities maritieme
veiligheid, geïntegreerde luchtdoelraketverdediging, drones en IT. Nederland neemt
als waarnemer deel aan de pantser, ontmijning en artillerie-coalities.
Vanuit de Europese Vredesfaciliteit (European Peace Facility, EPF) is tussen 2022 en 2023 5,6 miljard euro vrijgemaakt om de Oekraïense strijdkrachten
te ondersteunen. Dit bedrag dient als compensatie voor leveringen van militair materieel
van EU-landen. Tot op heden ontvangt Nederland een deel van de EPF-bijdrage voor Oekraïne
terug via declaraties voor bilateraal geleverde steun. Om deze militaire EU-steun
te continueren zet Nederland zich ervoor in om een Ukraine Assistance Fund op te richten met 5 miljard euro voor 2024.
Trainingen
De aanhoudende oorlog maakt dat het blijven opleiden van Oekraïense militairen een
absolute noodzaak is. Opleidingen stellen Oekraïense militairen in staat de door Nederland
en andere partners en bondgenoten geleverde goederen en systemen goed te gebruiken
en vergroten de overlevingskansen van de militairen.
Nederland heeft bijgedragen aan 24 verschillende trainingen. Dit zijn basistrainingen
zoals Interflex6, specialistische opleidingen gekoppeld aan de levering van militaire goederen en
systemen7, en collectieve compagnie-, bataljons- en staf- en leiderschapstrainingen via onder
andere EUMAM Oekraïne. Via operatie Interflex zijn tot nu toe bijna 35.000 Oekraïense
militairen getraind. Aan een training voor Oekraïense mariniers in het VK droeg Nederland
in 2023 bij met in totaal circa tachtig militairen. In 2023 werden middels die training
circa 1.000 Oekraïense mariniers getraind. Ook in 2024 draagt Nederland weer aan deze
training bij, onder andere met training in Nederland. Ten slotte levert Nederland
met twee trainers een doorlopende bijdrage aan medische trainingen in het VK.
In totaal hebben EU-lidstaten via EUMAM ruim 40.000 Oekraïense militairen getraind.
Nederland blijft ook in 2024 doorlopend tot negen stafofficieren leveren aan de hoofdkwartieren
van EUMAM, waaronder de plaatsvervangend commandant van het hoofdkwartier in Duitsland
(ST-C). Ook zal Nederland materieel gerelateerde en specialistische trainingen en
opleidingen, waaronder op medisch gebied, blijven aanbieden. EUMAM wordt gefinancierd
middels de Europese Vredesfaciliteit. Met dit fonds worden lidstaten gestimuleerd
om meer militaire steun aan Oekraïne te leveren onder andere door de levering van
militair materieel door lidstaten aan Oekraïne deels te vergoeden en EUMAM gedeeltelijk
te financieren. Binnen dit instrument is inmiddels circa 5.6 miljard euro vrijgemaakt
voor militaire steun aan Oekraïne. De totale militaire steun van de EU en de individuele
lidstaten aan Oekraïne over de afgelopen twee jaar is 28 miljard euro.
Naast het trainen van Oekraïense militairen, is het ook van belang om zelf lessen
te trekken uit de oorlog in Oekraïne. Gesterkt door de motie Tuinman c.s.8 zal Defensie de geleerde lessen borgen in doctrines en opleidingen in nauw overleg
met partners en bondgenoten.
Ook voor gewonde Oekraïense militairen en veteranen blijft Nederland zich inzetten.
Voor zowel psychologische als fysieke klachten worden militairen en veteranen uit
Oekraïne verzorgd in het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht en het Militair Revalidatie
centrum in Doorn.
Versterken, afschrikken en verdedigen
De Russische invasie van Oekraïne leidt tot een steeds verdere verslechtering van
de Europese veiligheidssituatie.
Kort na de invasie nam de NAVO al verschillende maatregelen om de veiligheid van het
NAVO-verdragsgebied zeker te blijven stellen, waaronder de versterking en activatie
van delen van de snelle reactiemacht van de NAVO (de NATO Response Force), de activering van de NAVO-standaardplannen voor de verdediging van het verdragsgebied
en de ontplooiing van extra Battle Groups aan de zuidoostflank van het verdragsgebied. Ook herziet de NAVO de NAVO-commandostructuur,
moderniseert het zijn troepenstructuur (het NATO Force Model) en werkt het verder aan de implementatie van het Concept for the Deterrence and Defence of the Euro-Atlantic Area (DDA) en de hieruit voortvloeiende militaire verdedigingsplannen.
De toetreding van Finland en de aanstaande toetreding van Zweden versterkt de NAVO
en de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging verder. De uitvoering van
het pakket aan militaire plannen en maatregelen dat bondgenoten hebben aangenomen
in Vilnius vormt de komende jaren een grote uitdaging voor de NAVO en de krijgsmachten
van bondgenoten. Het vereist aanvullende inspanningen van het bondgenootschap. Het
voldoen aan de Defence Investment Pledge, waarmee bondgenoten in 2023 afspraken om structureel minimaal 2% van het bbp aan
defensie besteden, is een cruciale randvoorwaarde voor de uitvoerbaarheid van de militaire
plannen. In aanloop naar de NAVO-top in Washington in de zomer van 2024 wordt momenteel
gewerkt aan concrete, nieuwe stappen om de bondgenootschappelijke afschrikking en
verdediging verder te versterken.
Nederlandse paraatheid tegen Russische dreiging
De Veiligheidsstrategie9 voor het Koninkrijk der Nederlanden biedt het kader en de prioriteiten voor de versterking
van de maatschappelijke weerbaarheid en paraatheid van Nederland. Vanuit deze kaders
en prioriteiten werkt de NCTV samen met andere departementen en organisaties aan de
Nederlandse voorbereiding op militaire dreigingen. De aanpak tegen statelijke dreigingen10, de versterkte aanpak vitale infrastructuur11, de Nederlandse Cybersecuritystrategie12 en het verminderen van risicovolle strategische afhankelijkheden13 zijn daar voorbeelden van. Daarnaast heeft de Staatssecretaris van Defensie, mede
namens de Minister van Justitie en Veiligheid, tijdens de begrotingsbehandeling van
Defensie van 6 februari jl. een Kamerbrief toegezegd over wat er nodig is om de maatschappij
voor te bereiden op een militaire dreiging en welke beleidskeuzes er zijn. In deze
Kamerbrief zal ook meer informatie gegeven worden over het nationale deel van de motie
die het lid Dassen heeft ingediend op 6 februari 2024.14 Verder vroeg uw Kamer 13 februari jl. (kenmerk 2024Z01965) hoe het kabinet uitvoering geeft aan de motie Nordkamp c.s. (36 410-X-48) over de versterking van de weerbaarheid van de samenleving tegen desinformatie.
De voortgangsbrief «Rijksbrede strategie voor de effectieve aanpak van desinformatie»
die de Minister en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
op korte termijn naar de Kamer sturen, zal hier nader op ingaan.
In lijn met motie Dassen c.s. bereidt Nederland zich voor op verschillende scenario’s,
ook binnen EU- en NAVO-verband. Binnen de Nederlandse ministeries, waaronder BZ, Defensie
en de veiligheidsdiensten, worden voortdurend verschillende scenario’s uitgedacht,
die aan de hand van de ontwikkelingen aan het front of in Rusland regelmatig worden
bijgesteld. Daarnaast komen in gesprekken met onderzoeksinstituten mogelijke scenario’s
en handelingsperspectieven aan bod. Het kabinet blijft de Kamer, met inachtneming
van de noodzakelijke vertrouwelijkheid, informeren over onze inzet en welke afwegingen
aan deze inzet ten grondslag liggen.
Ook binnen de NAVO en de EU wordt continu gewerkt aan voorbereiding op mogelijke veiligheidsdreigingen.
Daarbij wordt uiteraard rekening gehouden met verschillende scenario’s,. Bijvoorbeeld
tijdens de tweejaarlijkse Crisis Management Exercise, of de halfjaarlijkse Short-Notice Exercise. De geleerde lessen uit deze oefeningen worden verwerkt in de crisis- en verdedigingsplannen
van de NAVO en ook van individuele bondgenoten. Vanwege de rubricering wordt in het
openbaar niet gecommuniceerd over deze oefeningen.
Ook betrekken EU en NAVO elkaar bij hun crisisoefeningen via het Parallel And Coordinated Exercises (PACE-)concept. Tevens worden scenario’s ontwikkeld voor de snel-inzetbare EU-capaciteit
(EU Rapid Deployment Capacity – RDC), die in 2025 operationeel moet zijn. Het kabinet
zet binnen EU en NAVO verband in op nauwe samenwerking tussen beiden organisaties
om mogelijke dreigingen effectief gezamenlijk te kunnen adresseren. De Russische invasie
in Oekraïne heeft ook laten zien dat het open karakter van de economie ons kwetsbaarbaarheden
met zich mee kan brengen. In de Veiligheidsstrategie van het Koninkrijk der Nederlanden
2023–2029 en recente risico- en dreigingsbeelden, zoals het Cybersecuritybeeld Nederland,
het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren 2 en de Rijksbrede Risicoanalyse Nationale Veiligheid,
is een aantal ontwikkelingen en dreigingen geïdentificeerd o.a. afkomstig van Rusland.
Het kabinet zet in op het nemen van maatregelen om de dreiging te verminderen, statelijke
actoren te ontmoedigen, en de weerbaarheid van de Nederlandse samenleving te verhogen.15
Industrie
Om militaire steun aan Oekraïne door te blijven zetten en de gereedheid van onze eigen
krijgsmacht te vergroten, zijn investeringen in Europese productiecapaciteit noodzakelijk.
Via de EU wordt gewerkt aan het versterken van de Europese Defensie Technologische
en Industriële Basis (EDTIB), onder andere door middel van nieuwe EU-instrumenten
Act in support of Ammunition Production (ASAP) en European Defence Industry Reinforcement through Common Procurement Act (EDIRPA). Met de EDIRPA-verordening wordt 300 mln. euro uit het EU-budget ingezet
om gemeenschappelijke aanschaf van capaciteiten te stimuleren. Met de ASAP-verordening
wordt 500 mln. euro uit het EU-budget ingezet om de Europese defensie-industrie te
ondersteunen bij het opschalen van de productiecapaciteit. Tevens heeft de Europese
Commissie aangekondigd begin maart 2024 een Europese Defensie-industrie Strategie
(EDIS) en een bijhorend voorstel voor een Europees Defensie Industrieprogramma (EDIP)
te presenteren. Deze moeten bijdragen aan het op de middellange- en lange termijn
versterken van de (EDTIB).
De Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie spraken de verwachting uit dat het doel
van levering van 1 miljoen artilleriegranaten aan Oekraïne eind 2024 gehaald zal worden.
De Commissie verwacht dat de Europese productiecapaciteit van artilleriemunitie in
maart 2024 is opgeschaald tot 1 miljoen granaten op jaarbasis. Eind 2024 zal dit getal
zijn gestegen tot 1,4 miljoen.
Betere toegang van de defensie-industrie tot private financiering is ook van belang
voor het onderzoek en innovatie en het opschalen van productiecapaciteiten. Daarom
worden maatregelen genomen om toegang tot financiering te verbeteren. Op 12 januari jl.
presenteerde de Commissie de Defence Equity Facility met daarin 175 mln. euro om investeringen in MKB-bedrijven in de defensiesector aan
te jagen.
Ook binnen de NAVO wordt gewerkt aan het versterken van de defensie-industrie. Tijdens
de NAVO top van 11 en 12 juli 2023 in Vilnius kwamen bondgenoten het Defense Production Action Plan (DPAP) overeen. Dit plan ziet onder andere toe op nauwere samenwerking tussen de
NAVO en de defensie-industrie, vraagbundeling en het wegnemen van belemmeringen. Gezamenlijke
aanschaf kan gefaciliteerd worden door het NATO Support and Procurement Agency (NSPA). Op initiatief van Nederland, Duitsland, Spanje en Roemenië zal via de NSPA
een productielijn worden opgezet in Zuid-Duitsland om Patriot-rakketten te produceren.
Ten behoeve van steun aan Oekraïne draagt Nederland via de NSPA bij aan geaggregeerde
gezamenlijke inkoop van brandstof, reservedelen en IT-middelen. Ook draagt het bij
aan het Ukraine Comprehensive Assistance Package (UCAP) fonds, waaruit niet-lethale steun aan de Oekraïense strijdkrachten wordt geleverd.
Om de multilaterale initiatieven om de Europese, waaronder de Nederlandse, defensie-industrie
verder te versterken wordt door de nieuw opgerichte Taskforce Productiezekerheid gewerkt
aan concrete voorstellen om de productie- en leveringszekerheid van militair materieel
te vergroten ten behoeve van zowel onze eigen operationele gereedheid, als voor de
militaire steun aan Oekraïne. Het doel is het versnellen van productie en het terugdringen
van afhankelijkheden in EU- en NAVO-productieketens, en structurele opschaling van
de industriële capaciteit rond technologiegebieden waar Nederland een comparatief
voordeel heeft, ter vergroting van de open strategische autonomie van de EU. Daarnaast
wordt gekeken welke randvoorwaarden de overheid moet scheppen om de versnelling van
productie en het afschalen van strategische afhankelijkheden in EU te realiseren.
Uw Kamer zal hierover binnenkort uitgebreider over geïnformeerd worden.
Niet-militaire hulp en steun voor herstel en wederopbouw
Sinds de grootschalige Russische inval in Oekraïne heeft Nederland naast militaire
steun op verschillende andere manieren ook hulp geboden. In grote lijnen valt de niet-militaire
steun uiteen in steun voor de Oekraïense begroting, humanitaire hulp en steun voor
herstel en wederopbouw. Daarnaast levert Nederland een bijdrage aan verhoging van
de cyberweerbaarheid van Oekraïne, en draagt het via de EU, NAVO en andere coalities
actief bij aan het tegengaan van Russische informatiemanipulatie.
Financiële steun via de EU
Nederland draagt in EU-verband bij aan financiële steun aan Oekraïne. In 2022–2023
betrof dit in totaal 25,2 miljard euro aan macro-financiële bijstand, verleend op
ad-hoc basis. Nederland droeg hier, net als andere lidstaten, aan bij via een garantstelling
op basis van het relatieve Nederlandse aandeel in de EU-afdracht, die is gebaseerd
op het bruto nationaal inkomen (bni). Daarmee heeft Oekraïne bijvoorbeeld salarissen
van ziekenhuispersoneel en ambtenaren kunnen betalen.
Op 1 februari jl. bereikte de Europese Raad een historisch akkoord voor een meerjarig
financieel steunpakket van 50 mld. euro voor 2024–2027. Dit betekent meer structurele
en voorspelbare EU steun voor Oekraïne. Deze Oekraïne-faciliteit bestaat uit een combinatie
van leningen tegen gunstige voorwaarden (33 mld. euro) en giften (17 mld. euro) en
is gericht op herstel, wederopbouw en hervormingen in het licht van het EU-toetredingsproces.
Gezien de urgente noden van Oekraïne is het van belang dat uitbetaling van de steun
zo snel mogelijk start. Naast het EU-bedrag van EUR 50 mld. voor 2024–2027, blijftgrootschalige
inzet van de internationale gemeenschap essentieel. Effectieve donorcoördinatie met
derde landen en internationale financiële instellingen is daarom een aandachtspunt
van het kabinet, evenals voldoende betrokkenheid van EU-lidstaten bij de aansturing
van de faciliteit.
Financiële steun via het Internationaal Monetair Fonds (IMF)
Sinds maart 2023 heeft Oekraïne een IMF-programma, mede dankzij de inspanning van
Nederland. Oekraïne is onderdeel van de Nederlands-Belgische kiesgroep bij het IMF,
en wordt daarom door Nederland vertegenwoordigd in de Raad van Bewindvoerders van
deze instelling. Daarnaast heeft Nederland – samen met een aantal andere G7+-landen
– financing assurances aan het Fonds afgegeven. Hiermee heeft Nederland toegezegd Oekraïne de komende jaren
te blijven steunen, zodat de houdbaarheid van de Oekraïense schuld en financiering
van het financieringstekort gewaarborgd kan worden.
Specifiek heeft Oekraïne een Extended Fund Facility (EFF)-programma, met een looptijd van vier jaar en financiering van ongeveer EUR 12,6
mld. Het programma bevat daarnaast ook afspraken over macro-economisch beleid en hervormingen.
Uitbetaling van de financieringstranches is conditioneel aan het halen van de voorafgaand
afgesproken doelstellingen. Tot nu toe hebben twee «reviews» van het EFF-programma
plaatsgevonden en heeft Oekraïne indrukwekkende resultaten laten zien. Het land heeft
bijna alle doelstellingen op tijd gehaald, en boekt dus aantoonbaar vooruitgang met
o.a. het versterken van belastinginkomsten en de aanpak van corruptie en fraude.
Humanitair
Op humanitair gebied droeg Nederland afgelopen jaar 20 miljoen euro bij aan het Ukraine Humanitarian Fund van de VN, waarmee onder meer ontheemde Oekraïners van eerste levensbehoeften zoals
voedsel, water en onderdak werden voorzien. Het opblazen van de dam bij Nova Kakhovka
in juni 2023 veroorzaakte grote overstromingen in het omliggende gebied, waardoor
tientallen mensen om het leven kwamen en een nijpende humanitaire situatie ontstond.16 Nederland heeft direct bilateraal humanitaire hulpgoederen geleverd aan Oekraïne,
in samenwerking met de Unie van Waterschappen en de Reddingsbrigade.
Ook in 2024 zijn de humanitaire noden hoog. In het Humanitarian Response Plan voor 2024 van de Verenigde Naties wordt USD 3.1 miljard gezocht om zo’n 8,5 miljoen
mensen in Oekraïne te kunnen helpen. Het kabinet kondigde op 15 december jl. opnieuw
een bijdrage (15 miljoen euro) aan het Ukraine Humanitarian Fund voor 2024.17
Herstel en wederopbouw
Sinds de start van de grootschalige invasie heeft Nederland in internationaal verband
een prominente rol gespeeld op het terrein van steun voor herstel en wederopbouw.
Aanhoudende Russische aanvallen op civiele objecten hebben ook in 2023 tot significante
schade en verstoringen van kritieke infrastructuur geleid.
Het is kabinetsbeleid dat Nederland zijn «fair share» bijdraagt aan het adresseren
van de herstel- en wederopbouwnoden in Oekraïne.18 Uitgangspunt bij het bepalen waar de Nederlandse steun voor herstel en wederopbouw
naartoe gaat is de Rapid Damage Needs Assessment (RDNA) die wordt opgesteld door de Wereldbank, de VN, Oekraïne en de Europese Commissie.19 Volgens de meest recente update van 15 februari jl., bedragen de totale kosten voor
herstel en wederopbouw van Oekraïne 486 miljard dollar.20 Dit is een forse stijging ten opzichte van de cijfers van maart 2023, toen de kosten
op nog op 411 miljard dollar waren geraamd.
De noden van Oekraïne staan centraal in de Nederlandse inzet op herstel en wederopbouw.
In lijn met de BHOS-strategie – Doen waar Nederland goed in is – beoogt Nederland daarnaast van meerwaarde te zijn op thema’s waar het de expertise
op heeft. Mede op basis van inzichten uit de Nederlandse private sector wordt specifiek
binnen de Nederlandse (bedrijfsleven) inzet extra focus aangebracht op de thema’s
gezondheidszorg, water en landbouw. Daartoe zijn in 2022 publiek-private platforms
opgericht en is een Speciaal Gezant voor Bedrijfsleven en Wederopbouw aangesteld die
in november een Nederlandse handelsdelegatie leidde tijdens de Rebuild Ukraine conferentie in Warschau In 2023 kondigde Nederland de Ukraine Partnership Facility aan, die Nederlandse bedrijven en maatschappelijke organisaties in staat stelt projecten
met een Oekraïense partner te ontplooien. Ook zet Nederland in op het op orde brengen
van de randvoorwaarden voor de bijdrage van de private sector aan de wederopbouw,
via de exportkredietverzekering (EKV) die in 2023 werd aangekondigd.
Mede op basis van de omvang van de Nederlandse steun, is Nederland sinds februari
2024 toegelaten als (tijdelijk) lid van het Steering Committee van het G7 Multi-Agency Donor Coordination Platform (MDCP), het donorcoördinatieplatform voor hulp aan Oekraïne. In het MDCP zijn de
G7-landen, de Internationale Financiële Instellingen en de belangrijkste donoren en
partnerorganisaties van Oekraïne vertegenwoordigd.
In 2023 en 2024 heeft de Nederlandse steun voor herstel en wederopbouw vorm gekregen
in vier steunpakketten.21 Deze bijdragen komen ten goede aan het herstel van kritieke infrastructuur, zoals
de energievoorziening, huisvesting en transportinfrastructuur. Daarbij is een groot
deel gekanaliseerd via internationale financiële instellingen (IFI’s), zoals de Wereldbank
(WB) en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD), vanwege de efficiëntie
en de safeguards die deze instellingen bieden op het gebied van anti-corruptie. Dankzij een bijdrage
van Nederland en Noorwegen aan nationale gasdistributeur Naftogaz via de EBRD heeft
Oekraïne ca. 400 mln. kubieke meter gas kunnen inkopen voor licht, warmte en stroom
voor huishoudens en ziekenhuizen. Ook ontving de Oekraïense spoorbeheerder de noodzakelijke
machines en uitrustingen voor herstel van spoorwegen. Bilateraal heeft het Ministerie
van Economische Zaken doorlopend onderdelen geleverd ten behoeve van het herstel van
het Oekraïense elektriciteitsnetwerk: in 2023 zijn 126 truckladingen met onderdelen
geleverd voor het Oekraïense elektriciteitsnet. Daarnaast is Oekraïne vorig jaar lid
geworden van de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa. Door middel van een kapitaalsverhoging
waar Nederland een belangrijke bijdrage aan heeft geleverd, zullen er dit jaar sociale
ontwikkelingsprojecten in Oekraïne kunnen worden gestart.
Een centrale uitdaging in de herstel- en wederopbouwopgave is humanitaire ontmijning.
Oekraïne is momenteel het meest door explosieven vervuilde land ter wereld. Door bijdragen
aan (humanitaire) ontmijningsorganisaties zijn landmijnen en explosieven rondom tientallen
schole2n en speeltuinen in de provincies Kyiv, Tsjernihiv en Soemy onschadelijk gemaakt.
Ook is 21.000 km landbouwgrond ontmijnd. In 2023 kondigde Nederland een partnerschap
aan met UNDP, waarmee de ontmijningscapaciteit van de Special Emergency Services of Ukraine (SESU) wordt uitgebreid.
Internationale steun via de OVSE
Nederland is een van de grootste donoren van het OSCE Support Programme for Ukraine (SPU). Met dit extra-budgettaire programma ter waarde van in totaal 28,7 miljoen
euro wordt de OVSE-veldmissie in Oekraïne gefinancierd. De OVSE implementeert op dit
moment 20 projecten op het gebied van rechtsstaat en mensenrechten, democratisering
en goed bestuur, Human Security, economie en milieu en op politiek-militair terrein. Hierdoor konden onder meer juristen
worden getraind, een dialoog over professionele journalistieke standaarden worden
bevorderd, trainingen voor politieagenten over cybercrime onderzoek worden georganiseerd,
en autoriteiten ondersteund bij het opstellen van mijnactiestandaarden.
Cybersteun
De oorlog die wordt uitgevochten is ook een digitale. Zowel voor als na de invasie
hebben Russische cyberoperaties significante impact gehad op het vermogen van Oekraïne
om zich te verdedigen. Deze aanvallen kunnen door spillover effecten ook leiden tot
ontwrichting in Nederland. Het is daarom belangrijk een actieve bijdrage te leveren
aan de Oekraïense cyberweerbaarheid. Daarom verstrekte het Ministerie van Buitenlandse
Zaken tot op heden 2,4 miljoen euro financiële steun aan cybersecuritybedrijven die
Oekraïense overheidsinstellingen helpen beveiligen, bijvoorbeeld door het mitigeren
van cyberincidenten, het verlenen van softwarelicenties en het trainen van IT-personeel.
Naast acute steun voor verdediging tegen Russische cyberoperaties wordt op diplomatiek
front ook gewerkt aan het verbeteren van donorcoördinatie. Nederland is onderdeel
van het Tallinn Mechanisme, een samenwerkingsverband van de tien grootste donoren
op cybergebied plus de EU en NAVO, dat als doel heeft cybersteun aan Oekraïne effectiever
te maken. Het mechanisme coördineert niet-militaire cybersteun.
Om het belang dat Nederland hecht aan de verbetering van de Oekraïense cyberweerbaarheid
te onderstrepen, is eind 2023 aangekondigd dat er in 2024 3 miljoen euro aanvullend
vrij wordt gemaakt voor cybersteun aan Oekraïne. Op dit moment wordt, in nauwe afstemming
met andere betrokkenen bij het Tallinn Mechanisme, bezien hoe dat precies besteed
gaat worden.
Accountability
In het kader van punt 7 (restoring justice) van de Vredesformule van de Oekraïense president Zelensky speelt Nederland een voortrekkersrol
op het gebied van accountability voor schendingen van het internationaal recht begaan
in Oekraïne. Hierover staat Nederland in nauw contact met Oekraïne, de EU, het Internationaal
Strafhof (ICC) en andere internationale spelers. De Russische agressie en flagrante
schendingen van het internationaal recht bedreigen niet alleen Oekraïne maar vormen
ook een bedreiging voor de internationale rechtsorde. De Nederlandse accountability
inzet loopt op de onderstaande vier sporen:
Ten eerste, steun aan nationale opsporing en vervolging van internationale misdrijven
door Oekraïne. Daartoe heeft Nederland 9 miljoen euro vrijgemaakt voor een project
ter ondersteuning van de Oekraïense justitiële sector. Ook de OVSE assisteert Oekraïne
– met Nederlandse steun – bij het versterken van de expertise in de justitiële sector
en van het maatschappelijk middenveld om oorlogsmisdrijven o.a. te documenteren. Via
de Europese Adviesmissie (EUAM) in Oekraïne draagt Nederland tevens personeel, waaronder
ook politiefunctionarissen, bij aan versterking van de justitiële keten. Het kabinet
stelde in december 2023 8 miljoen euro beschikbaar aan EUAM voor financiering van
een project ter ondersteuning van veiligheidsautoriteiten ter stabilisering van recent
bevrijde en daaraan grenzende gebieden.
Ten tweede, opsporing en vervolging van internationale misdrijven op internationaal
niveau, inclusief het misdrijf agressie. Op 3 juli 2023 is het International Centre
for the Prosecution of the Crime of Aggression (ICPA) van start gegaan in Den Haag.
Hier doen aanklagers uit verschillende landen samen onderzoek naar het misdrijf agressie
ter voorbereiding op latere nationale of internationale strafprocedures. Daarnaast
blijft het kabinet bereid om gastvrijheid te verlenen aan een mogelijk op te richten
agressietribunaal mits daar (a) brede internationale politieke en financiële steun
voor is, (b) het de werkzaamheden van het ICC niet zal ondermijnen en (c) er voldoende
capaciteit voor Nederland als gastland, waaronder voldoende financiële dekking, is
om zo’n tribunaal te huisvesten. Nederland neemt actief deel aan discussies over het
tribunaal die voornamelijk plaatsvinden in de kerngroep van meer dan 30 landen. Nederland
heeft in 2023 (als in 2022) twee forensische onderzoeksmissies van de Koninklijke
Marechaussee onder de vlag van het ICC naar Oekraïne gestuurd, aangevuld met experts
van andere defensieonderdelen en deskundigen uit Tsjechië en België. Ook zijn er twee
Nederlandse politieambtenaren gedetacheerd bij het ICC waar zij, vanuit hun kennis
van forensische expertise, een bijdrage leveren aan strafrechtelijk onderzoek naar
oorlogsmisdaden. Bovendien ondersteunt Nederland het Parket van de Aanklager van het
Internationaal Strafhof bij onderzoeken naar internationale misdrijven, waaronder
in Oekraïne.
Hiertoe organiseerde het Ministerie van Justitie en Veiligheid met het Verenigd Koninkrijk
op 20 maart een internationale conferentie. Tijdens de conferentie zegde Nederland
1 miljoen euro toe.
Ten derde compensatie voor geleden oorlogsschade. Het tijdens de Top van de Raad van
Europa in Reykjavik opgerichte schaderegister voor Oekraïne is in juli 2023 Den Haag
van start gegaan. Het schaderegister verwacht binnenkort te kunnen beginnen met het
daadwerkelijk ontvangen, behandelen en registeren van schadeclaims van Oekraïense
burgers, bedrijven en overheden. Over de kernelementen van een volledig compensatiemechanisme,
waarvan het schaderegister de eerste stap is, zijn inmiddels de eerste gesprekken
gestart met de belangrijkste betrokken landen, waaronder Oekraïne en Nederland.
Ten vierde het internationaal op de agenda houden van en coördineren van de verschillende
accountability-initiatieven. Dit wordt onder andere gestimuleerd middels de Dialogue Group on Accountability for Ukraine, een coördinatiemechanisme dat voortvloeit uit de Oekraïne Accountability Conferentie die in juli 2022 in Den Haag plaatsvond en waarvan het secretariaat in januari 2024
in Kyiv van start is gegaan.
Om voortuitgang te stimuleren en internationale politieke steun vast te leggen op
bovenstaande vier sporen zal Nederland samen met Oekraïne en de Europese Commissie
een internationale ministeriële conferentie over gerechtigheid voor Oekraïne organiseren
op 2 april in Den Haag.
Sancties
Nederland speelt een voortrekkersrol binnen de tot nu dertien sanctiepakketten die
de EU heeft aangenomen naar aanleiding van de Russische agressie tegen Oekraïne. Deze
sancties hebben tot doel het Russische vermogen om de oorlog voor te zetten in te
perken en aan de aanvalsoorlog voor Rusland een hoge prijs te verbinden. De reeds
ingestelde sancties kosten Rusland nu al heel veel geld. Op dit moment is ongeveer
300 miljard euro aan tegoeden van de Russische Centrale Bank geblokkeerd in de EU
en de G7. Het kabinet steunt de G7-verklaring die stelt dat deze Russische tegoeden
bevroren blijven totdat de Russische Federatie bijdraagt aan de schade die het heeft
aangericht in Oekraïne. Voor het kabinet staat ook vast dat Rusland linksom of rechtsom
zal moeten betalen voor de schade die het aanricht. Mede in dat licht verwelkomt het
kabinet de stappen die de EU heeft gezet om buitengewone rente die geïmmobiliseerde
Russische Centrale Banktegoeden genereren opzij te zetten, in een eerste stap richting
het afromen van deze rente ten behoeve van steun aan Oekraïne. Het kabinet blijft
inzetten op snelle vervolgstappen. Daarnaast is ruim 21 miljard euro aan private tegoeden
bevroren. Naar schatting van de Europese Commissie valt zo’n 90 miljard euro aan waarde
van de vooroorlogse Russische export naar de EU onder EU-sancties. Met het prijsplafond
op olie zorgen we dat Rusland ook op de wereldmarkt veel minder kan verdienen. Al
dit geld kan Rusland nu niet gebruiken voor de oorlogsindustrie.
Tegelijkertijd moeten we het incasseringsvermogen van Rusland niet onderschatten.
Rusland heeft de afgelopen twee jaar een belangrijk deel van zijn reserves aangewend
om enorme investeringen in de oorlogsindustrie te doen. De Russische federale uitgaven
aan defensie zijn ruimschoots verdrievoudigd ten opzichte van 2021. Naar schatting
geeft de Russische federale overheid nu een derde van haar budget uit aan de oorlog
in Oekraïne. Dit vertekent de BBP-cijfers en zo lijkt het op papier alsof de Russische
economie relatief goed draait. De oorlogseconomie onttrekt echter arbeid en kapitaal
uit de burgereconomie. Dit erodeert het verdienvermogen van Rusland op de lange termijn.
De inflatie in Rusland loopt op, ondanks inspanningen van de Centrale Bank om de inflatie
met een hoge rente omlaag te brengen. De Russische overheid lijkt zich weinig aan
te trekken van de schade aan de burgereconomie en zich economisch voor te bereiden
op een langdurige confrontatie met het westen. Ook blijft Rusland creatief in het
omzeilen van sancties. Daarom is het belangrijk om waar mogelijk de druk te blijven
opvoeren door het verder aanscherpen van de sancties, strikte handhaving en het tegengaan
van sanctie-omzeiling. Het kabinet is ambitieus in het instellen van nieuwe sancties
en beperkende maatregelen waarbij alle mogelijkheden op tafel moeten liggen. Prioriteiten
hierin zijn het direct raken van het oorlogvoerende vermogen van Rusland door maatregelen
tegen het militair-industrieel complex, het verminderen van het verdienvermogen van
Rusland op de lange termijn en het tegengaan van omzeiling via derde landen. Op dit
laatste vlak is als onderdeel van het elfde pakket een nieuw instrument ingesteld
waarmee exportbeperkingen kunnen worden opgelegd aan entiteiten in derde landen die
betrokken zijn bij omzeiling. Tot slot zet het kabinet ook in op het op sanctielijst
plaatsen van personen en entiteiten die betrokken zijn bij schendingen van internationaal
humanitair recht in de context van de Russische agressie tegen Oekraïne.
Het kabinet is, in lijn met de motie Dobbe c.s.22, bovendien voorstander van spoedige vervolgstappen ten aanzien van de bijzondere
inkomsten uit geïmmobiliseerde tegoeden van de Russische Centrale Bank. Voorop staat
dat Rusland zal moeten betalen voor de schade die het aanricht in Oekraïne. In deze
discussie hanteert het kabinet het standpunt dat ambitie, zorgvuldigheid en internationale
samenwerking samen moeten gaan.
EU-uitbreiding
De Europese Raad van 14 en 15 december 2023 besloot de toetredingsonderhandelingen
met Oekraïne te openen. Het kabinet erkent de inspanningen van Oekraïne om hervormingen
door te voeren onder zeer moeilijke omstandigheden. De voortgang van Oekraïne in het
EU-toetredingsproces zal afhangen van de eigen merites, onder andere op het gebied
van de rechtsstaat en corruptiebestrijding. Het kabinet blijft strikt, fair en betrokken
ten aanzien van EU-uitbreiding. Via het Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling
en internationale samenwerking (NDICI), het Nederlandse Matra-programma, het actieplan
Oekraïne van de Raad van Europa en binnenkort de Oekraïne-faciliteit ondersteunen
de EU en Nederland de hervormingsprocessen in Oekraïne.
Conclusie
President Zelensky deed op de Münchense Veiligheidsconferentie (17–18 februari jl.)
de inmiddels gevleugelde uitspraak «Vraag niet aan Oekraïne wanneer de oorlog eindigt,
maar vraag uzelf af hoe het kan dat Poetin deze oorlog kan voortzetten». Het is immers
duidelijk dat Oekraïne deze oorlog niet begonnen is en niets bij deze oorlog te winnen
heeft. De Russische agressie is niet alleen een existentiële dreiging voor Oekraïne,
maar ook een bedreiging voor onze vrijheid, veiligheid en manier van leven. De Russische
agressie zal niet vanzelf stoppen; deze kan alleen met steun van de internationale
gemeenschap beëindigd worden. Indien de Russische agressie geen halt toe kan worden
geroepen, zal dit vergaande consequenties hebben voor de veiligheid van Nederland,
Europa en de NAVO. Het is om deze reden dat het kabinet streeft naar solide, voor
meerdere jaren voorziene hulp aan Oekraïne op zowel militair als niet-militair gebied.
Opdat Oekraïne niet alleen de wapens en munitie heeft om mee te vechten, maar ook
de middelen om als land en volk voort te bestaan. Het kabinet werkt aan een nadere
invulling van dit politieke commitment, en dit zal mede betrokken worden bij de budgettaire
besluitvorming. Dit is niet alleen het juiste om te doen, maar ook niets meer en niets
minder dan in het Nederlands belang.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
G.E.W. van Leeuwen
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Medeindiener
G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Medeindiener
K.H. Ollongren, minister van Defensie