Brief regering : Verslag Eurogroep en Ecofinraad 13 en 14 mei 2024
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 2042
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 mei 2024
Hierbij zend ik u het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 13 en 14 mei 2024.
In het verslag wordt ook antwoord gegeven op vraag van het lid Idsinga (NSC) tijdens
het Commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad van 3 april jl. over de Poolse Standard Audit File for Tax (SAF-T). Tevens ga ik in op de ontwikkelingen ten aanzien van een digitale euro.
De Minister van Financiën,
S.P.R.A. van Weyenberg
Verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 13 en 14 mei 2024
Eurogroep in reguliere samenstelling
Macro-economische en budgettaire situatie en ontwikkelingen, inclusief een briefing
van de internationale bijeenkomsten
De vergadering van de Eurogroep begon met de gebruikelijke discussie over de macro-economische
en budgettaire ontwikkelingen in de eurozone. In de discussie werd erkend dat de economie
van de eurozone over het geheel genomen een omslagpunt heeft bereikt, met een verbetering
van de groeiverwachtingen voor de rest van dit jaar en volgend jaar. De daling van
de inflatie leidt tot een toename van de consumptie en investeringen.
De Europese Commissie (Commissie), de Europese Centrale Bank (ECB) en de voorzitter
van de Eurogroep gaven een korte terugkoppeling van de voorjaarsbijeenkomsten van
het IMF en de Wereldbank en de bijeenkomst van de Ministers van Financiën en de presidenten
van de G7 die van 17 tot 19 april in Washington D.C. plaatsvonden. De Minister van
Financiën van Italië Giancarlo Giorgetti bracht ook verslag uit over de planning en
prioriteiten voor de komende G7-bijeenkomst van de Ministers van Financiën en de presidenten
van de centrale banken. De Eurogroep concludeerde dat voortdurende inzet voor internationale
samenwerking en betrokkenheid cruciaal blijft tegen de achtergrond van geopolitieke
ontwikkelingen. Nederland intervenieerde om dit laatste punt te onderstrepen.
Beleidsprioriteiten van de nieuwe regering van Portugal
De nieuwe Minister van Financiën van Portugal Joaquim Miranda Sarmento gaf een korte
toelichting op de prioriteiten van de nieuwe regering van Portugal. Dit gebeurt standaard
in de Eurogroep bij het aantreden van nieuwe regeringen.
Eurogroep in bankenunie samenstelling
Rapportage over de bankenunie (19e hoorzitting van de voorzitter van het Gemeenschappelijk
Toezichtsmechanisme en recente activiteiten van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad)
De voorzitter van het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme (SSM) Claudia Buch gaf
een toelichting op hoe de Europese bankensector ervoor staat. Dit jaar markeert het
tienjarig jubileum van het SSM, waarvan het werk een belangrijke bijdrage heeft geleverd
en blijft leveren aan het versterken van de financiële posities en de veerkracht van
het banksysteem. In haar interventie noemde de voorzitter van het SSM de belangrijkste
prioriteiten voor de toekomst, waaronder kredietrisico, geopolitiek risico, liquiditeitsrisico,
klimaatrisico en cyberrisico.
Ook de voorzitter van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (Single Resolution Board, SRB) Dominique Laboureix was aanwezig om inkijk te geven over de werkzaamheden van
de SRB, waaronder de resolutieplanning en de opbouw van het gemeenschappelijk afwikkelfonds
(Single Resolution Fund, SRF). Hij benadrukte het feit dat het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds nu zijn
streefomvang van 1% van de gedekte deposito’s (78 miljard euro) heeft bereikt. Op
enkele uitzonderingen na voldoen alle banken binnen haar bevoegdheid aan de vereisten
met betrekking tot het minimumbedrag aan verplichtingen dat beschikbaar zou zijn voor
bail-in (Mininum Requirement for own funds and Eligible Liabilities; MREL). Beide voorzitters bepleitten het belang van ratificatie van het herziene
verdrag van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) door alle lidstaten, wat nodig
is om de overeengekomen gemeenschappelijke publieke achtervang voor het SRF in te
kunnen stellen. De directeur van het ESM, Pierre Gramegna, die eveneens aanwezig was,
onderschreef dit pleidooi.
Ook riepen beide voorzitters op tot snelle voortgang t.a.v. het raamwerk van crisis
management en depositiegarantie (CMDI). Het Belgisch voorzitterschap gaf in reactie
daarop aan zich hiervoor in te spannen. Ten slotte benadrukten de voorzitters van
het SSM en SRB het belang van verdere integratie van de kapitaalmarkten om de werking
van de bankenunie verder te verbeteren.
In het gesprek dat volgde onderstreepten een aantal lidstaten het belang van de bankenunie.
Daarbij sloten enkele lidstaten zich aan bij de oproep voor invoering van CMDI. Nederland
gaf op dit punt aan zich constructief op te stellen, maar wel nog kritisch te zijn
op verschillende elementen in het voorgestelde raamwerk. In zijn bijdrage wees Nederland
ook op de onrust in de bankensector in maart 2023 en pleitte voor een weerbare bankensector
en de maatregelen die daarvoor nodig zijn, in lijn met de kabinetsreactie op het rapport
«Beleidsrichtingen voor een weerbare bankensector».1
Eurogroep in inclusieve samenstelling
Concurrentievermogen van de eurozone: het dichten van de innovatie- en productiviteitskloof
De Ministers spraken over het concurrentievermogen van de eurozone, specifiek over
de innovatie- en productiviteitskloof. Om de discussie te bevorderen was door de Commissie
een voorbereidende notitie opgesteld waarin enkele discussievragen werden gesteld.2 De Commissie gaf tijdens de vergadering een korte toelichting op de notitie, conform
de uiteenzetting in de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofinraad van 13
en 14 mei 2024.3
Vervolgens kreeg Michiel Scheffer het woord, die voor de gelegenheid was uitgenodigd.
Scheffer is voorzitter van de Europese Innovatieraad (European Innovation Council). Hij schetste een genuanceerd beeld over de innovatiekracht in de EU. Zo benoemde
hij dat binnen de EU een innovatiecultuur aan het ontstaan is met ontluikende «ecosystemen»
in steden als Grenoble, Delft en Vilnius. Hij onderstreepte daarbij de belangrijke
rol van het MKB. Ook gaf hij aan dat de EU goed presteert als het aankomt op publicaties,
maar verbetering mogelijk is bij de ontwikkeling en vastlegging van patenten. Vervolgens
onderstreepte hij de noodzaak van meer privaat kapitaal voor investeringen in innovatie.
Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, gingen op de presentatie van Scheffer
in. In die bijdrages kwamen vier hoofdpunten naar voren. Ten eerste werd het belang
van verdere stappen op de kapitaalmarktunie bevestigd. Ten tweede werd de meerwaarde
van de interne markt benoemd, alsmede de noodzaak om deze verder te versterken. Ten
derde brachten meerdere Ministers op dat investeringen in onderwijs en onderzoek nodig
zijn. Een aantal lidstaten voegde daar aan toe het belangrijk en waardevol te vinden
om hoogopgeleid talent van buiten de EU aan te trekken. Tot slot werd door aanwezigen
in lijn met het pleidooi van Scheffer de notie van «creatieve destructie» naar voren
gebracht, waarmee een proces van voortdurende innovatie wordt bedoeld waarbij succesvolle
toepassingen van nieuwe technieken de oude technieken voorbijstreven.
Bespreking over de kapitaalmarktunie
De Eurogroep in inclusieve samenstelling sprak over de stand van zaken van de kapitaalmarktunie.
Er werd stilgestaan bij de ontwikkelingen sinds de Eurogroep in maart 2024 een verklaring
aannam over de toekomst van de kapitaalmarktunie.4 Daaropvolgend riep de Europese Raad op tot ambitieuze voortgang van het werk en identificeerde
daarbij enkele prioriteiten, waarover de Europese Raad tijdens zijn volgende samenkomen
in juni 2024 opnieuw zal spreken.5 Voor opvolging van de Eurogroep-verklaring en deze oproep van de Europese Raad, heeft
de Eurogroep-voorzitter een high-level roadmap opgesteld om het komende jaar stappen ter uitwerking te zetten en de voortgang hiervan
te monitoren.6 De routekaart bevat afwisselend discussies over acties die lidstaten nationaal kunnen
ondernemen en EU-initiatieven waartoe de (volgende) Europese Commissie is opgeroepen.
De bespreking werd voorafgegaan door een presentatie van Christian Noyer van het rapport
dat hij met een comité van experts uit de publieke en private sector op verzoek van
de Franse Minister van Financiën Bruno Le Maire heeft opgesteld.7
Verschillende lidstaten intervenieerden in de aansluitende tafelronde. Veel lidstaten,
waaronder Nederland, benadrukten daarbij de urgentie van het zetten van ambitieuze
stappen ter ontwikkeling van diepe en geïntegreerde kapitaalmarkten voor de verschillende
investeringsuitdagingen waar de EU voor staat. De Europese Commissie riep de Ministers
op om hun woorden ook in daden om te zetten door goede interdepartementale coördinatie
om de status quo te kunnen veranderen. Meerdere lidstaten refereerden in hun interventies
aan de aanbevelingen die de heer Noyer doet; de ontwikkeling van een Europees lange
termijn (pensioen)spaarproduct, de bevordering van de securitisatiemarkt, de versterking
van het toezicht en de aanpak van de gefragmenteerde marktinfrastructuur. Het meest
aansprekend vonden veel Ministers het idee van een Europees spaarproduct met goede
fiscale prikkels als aanvulling op nationale pensioenstelsels. Ook de andere aanbevelingen
konden op steun van meerdere lidstaten rekenen, mits hierbij rekening wordt gehouden
met de belangen van kleinere kapitaalmarkten.
Het krachtenveld met betrekking tot versterking van het kapitaalmarkttoezicht is ongewijzigd
en enkele lidstaten gaven aan uit te kijken naar grondige impact assessments. Nederland
benadrukte het belang van het aanpakken van de obstakels voor het mobiliseren van
kapitaal en het faciliteren van grensoverschrijdende financiering op alle geïdentificeerde
terreinen, waaronder het jaarrekeningen- en faillissementsrecht. Verder noemde Nederland
dat het cruciaal is om doorbraken te bereiken op gevoeligere thema’s zoals toezicht.
Daarbij sprak Nederland de wens uit om dit met alle 27 lidstaten gezamenlijk te doen,
maar desnoods als alternatief zogenoemde 28e regimes te verkennen.
Ecofinraadontbijt
Tijdens het Ecofinraadontbijt gaf de voorzitter van de Eurogroep zoals gebruikelijk
een terugkoppeling van de besprekingen in de Eurogroep. Tevens heeft de Commissie
een update gegeven over de macro-economische situatie.
Ecofinraad
A-punt – herziening van het Europees asiel- en migratiepact
In de Raad vond een stemming plaats over de wetgevende teksten van het EU asiel- en
migratiepact. Met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen heeft de Raad definitief
ingestemd, zonder verdere inhoudelijke bespreking.8 Het kabinet ziet dit akkoord als een belangrijke mijlpaal voor meer grip op irreguliere
migratie aan de EU-buitengrenzen en tussen EU-lidstaten. Uw Kamer is hierover separaat
geïnformeerd op 16 mei jl.9
Economische en financiële impact van de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne
De Ecofinraad besprak de economische en financiële impact van de Russische agressie
tegen Oekraïne en de Europese steunmaatregelen aan Oekraïne. De Minister van Financiën
van Oekraïne Sergii Marchenko was via een video-verbinding aanwezig bij de vergadering.
Marchenko gaf een toelichting op de economische en budgettaire situatie in Oekraïne.
Hij gaf aan dat met name de militaire uitgaven zwaar op de Oekraïense begroting drukken.
Marchenko toonde zich verheugd en dankbaar over de financiële steun van de EU, het
akkoord over benutting van rente-inkomsten uit geïmmobiliseerde tegoeden van de Russische
Centrale Bank, die worden aangehouden door centrale effectenbewaarinstellingen, het
voorgestelde 14e sanctiepakket op Rusland en Belarus, en de aanname van het zogenoemde «Oekraïneplan»
door de Raad eerder op de dag.10 In dit plan worden de doelstellingen van de regering van Oekraïne met betrekking
tot het herstel, de wederopbouw en de modernisering van het Oekraïne uiteengezet,
evenals de voorgenomen hervormingen de komende vier jaar als onderdeel van het toetredingsproces
tot de Europese Unie.
Na de introductie van Marchenko en een korte toelichting van de Commissie op het Oekraïneplan
en het voorgestelde 14e sanctiepakket op Rusland en Belarus maakten veel lidstaten van de gelegenheid gebruik
om hun onophoudelijke steun voor Oekraïne en hun waardering voor het Oekraïne-plan
uit te spreken. Ook Nederland sprak zich positief uit en markeerde daarbij ook de
bilaterale steun aan Oekraïne, zoals recent ook opgenomen in de Voorjaarsnota 2024.11 Tevens riep Nederland andere lidstaten op om ook hun eerlijke bijdrage te leveren.
Richtlijnvoorstel snellere en veiligere vermindering teveel ingehouden bronbelasting
(«FASTER»)
De Ecofinraad bereikte een akkoord over de richtlijn FASTER.12 Het voorzitterschap heeft een korte toelichting gegeven op het voorstel waarna een
aantal lidstaten, waaronder Nederland, hun steun uitspraken voor het voorstel en het
belang hiervan voor de kapitaalmarktunie onderschreven.
De tekst waarop een akkoord is bereikt, is op egen flink aantal punten gewijzigd ten
opzichte van het originele voorstel van de Europese Commissie, met oog op het verbeteren
van de uitvoerbaarheid, het meer fraudebestendig maken van de richtlijn en op het
toepassingsbereik. Zo is er een marktkapitalisatieratio ingevoerd die de procedures
optioneel maken voor kleinere lidstaten, een centraal portaal voor financiële instellingen
geïntroduceerd, en een aparte bepaling voor indirecte beleggingen. Gezien deze wijzigingen
wordt het Europees Parlement opnieuw geraadpleegd. Het Europees Parlement heeft in
EU-belastingdossiers een raadplegende rol. Het Europees Parlement heeft, in de raadpleging op
het originele voorstel, haar steun uitgesproken voor het voorstel.
Wanneer het advies van het Europees Parlement is ingewonnen, zal de richtlijn definitief
ter akkoord worden voorgelegd. De richtlijn moet voor 31 december 2028 in wetgeving
zijn omgezet en zal dan op 1 januari 2030 inwerkingtreden.
Btw-regels voor het digitale tijdperk («VIDA»)
De Ecofinraad besprak het door de Commissie gepubliceerde voorstel betreffende btw-regels
voor het digitale tijdperk (VIDA – VAT in the digital age). Het Belgische voorzitterschap hoopte tijdens de Ecofinraad een raadsakkoord te
bereiken op het gehele pakket.
Het Belgische voorzitterschap lichtte het voorstel kort toe en gaf daarbij aan dat
veel lidstaten tijdens de onderhandelingen compromissen hebben moeten maken om tot
dit resultaat te komen. Vervolgens maakt het voorzitterschap duidelijk dat Estland
nog steeds bezwaren heeft tegen het voorstel en vroeg Estland of het deze bezwaren
zou kunnen opgeven om een Raadsakkoord te bereiken. De Commissie onderstreepte het
belang van dit voorstel om het btw-systeem voor te bereiden op een digitale toekomst.
Het voorstel zal bijdragen aan het bestrijden van fraude, harmonisatie van regelgeving
en het tegengaan van mazen in de wet in relatie tot de platformeconomie. De Commissie
benoemde ook dat alle onderdelen van het pakket belangrijk zijn en riep lidstaten
op om hun bezwaren in het kader van het compromis op te geven.
Hierna kregen lidstaten de mogelijkheid om te reageren. Estland nam het woord en gaf
aan de compromistekst ten aanzien van de onderdelen die zien op de digitale rapportageverplichtingen
en e-factuur en één enkele btw-registratie (Single Vat Registration) te kunnen steunen. Volgens Estland is er wel nog werk nodig aan het onderdeel dat
ziet op de platformeconomie. Estland gaf aan dat dit onderdeel in strijd is met het
principe van neutraliteit. Daarnaast zou het voorstel zorgen voor een verschil in
de btw-behandeling van ondernemers, afhankelijk of zij hun diensten (kortlopende accommodatieverhuur
en personenvervoer) via een platform aanbieden. Ook gaf Estland aan dat dit onderdeel
in strijd is met de uitgangspunten van de Kleineondernemersregeling. In het kader
van het compromis gaf Estland aan te kunnen meewerken aan een voorstel waarin het
onderdeel dat ziet op de platformeconomie vrijwillig is, middels een zogenaamde «opt-in».
Op basis van de interventie van Estland kwam het Belgische voorzitterschap tot de
conclusie dat de benodigde unanimiteit niet was bereikt. De Commissie deed nogmaals
een oproep om tot een compromis te komen. Het Belgische voorzitterschap sloot af door
aan te geven dat zij nog steeds een raadsakkoord willen bereiken tijdens hun voorzitterschap,
maar geen duidelijke weg vooruit zien in het compromis dat door Estland is voorgesteld.
In aanvulling op het bovenstaande verslag heeft de Staatssecretaris van Financiën
– Fiscaliteit & Belastingdienst tijdens het Commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad van
3 april 2024 in de Tweede Kamer toegezegd om een vraag van het lid Idsinga (NSC) over
de Poolse Standard Audit File for Tax (SAF-T) schriftelijk te beantwoorden. De vraag en beantwoording kunt u hieronder
vinden.
Polen heeft grote successen geboekt met het terugdringen van het btw-nalevings-gat
door onder andere een nationale versie van de door de OESO ontwikkelde Standard Audit
File for Tax in te voeren voor alle 1,6 miljoen belastingbetalers. Kan de Staatssecretaris
mij uitleggen wat een Standard Audit File for Tax is en of dit ook voor Nederland
bestaat. En, zo nee, of dit niet mogelijk is. En zo nee, waarom niet? Kunt u bij de
beantwoording ingaan op de impact van zo’n systeem op het terugdringen van de «black
economy»?
De Standard Audit File for Tax (SAF-T) is een bestandstype gebaseerd op de XML-standaard die internationaal wordt
gebruikt voor de elektronische uitwisseling van belastinggegevens. Het is een bestand
dat wordt gegenereerd in een gemeenschappelijk, leesbaar formaat, ongeacht de gebruikte
software, op basis van een vooraf gedefinieerde set boekhoudgegevens, dat gemakkelijk
kan worden geëxporteerd. Dit bestand bevat informatie waarmee de belastingdienst of
een externe controleur eventuele afwijkingen in de boekhouding van een bedrijf snel
kan opsporen. Polen gebruikt het SAF-T JPK_VAT-system voor elektronische btw-aangifte. Dit elektronische bestand bestaat uit twee delen.
Enerzijds moet het de velden bevatten voor de opname van btw-administratie (informatie
over aan- en verkopen), en anderzijds de velden met de belastinggegevens voor de btw-aangifte
van bedrijven en belastingplichtigen. Sinds 1 oktober 2020 heeft SAF-T in Polen de
btw-aangifte vervangen.
In Nederland kunnen ondernemers gebruik maken van een XML Auditfile Financieel. Deze
auditfile is ontwikkeld in samenwerking met SRA (Samenwerkende Registeraccountants
en Accountants- en Administratiekantoren) en softwareleveranciers. De Auditfile wordt
door de meeste boekhoudpakketten in Nederland ondersteund en moet het voor ondernemers
makkelijker maken wanneer de Belastingdienst een controle bij hen uitvoert. Daarmee
kan de vraag of er in Nederland een standaard audit file voor belastingdoeleinden
bestaat bevestigend worden beantwoord.
In tegenstelling tot de SAF-T in Polen is de Nederlandse XML Auditfile Financieel
niet verplicht voor ondernemers. Daarnaast hoeven er in Nederland minder gegevens
te worden aangeleverd. Er zijn een aantal redenen waarom Nederland geen verplichte
SAF-T zoals Polen heeft. Het btw-nalevings-gat is in Nederland aanmerkelijk lager
dan in Polen. Polen had veel meer te winnen door strenge maatregelen te introduceren.
Tot nu toe is in Nederland een werkwijze adequaat gebleken waarin het toezicht steunt
op de gegevens in de periodieke btw-aangifte in combinatie met bedrijfsbezoeken of
boekenonderzoeken (in voorkomend geval met XML Auditfile Financieel).
Het VIDA-voorstel introduceert maatregelen om fraude tegen te gaan en toezicht te
verbeteren.
Dit gebeurt onder andere door middel van digitale rapportageverplichtingen voor intracommunautaire
prestaties en verwervingen, gebaseerd op een stelsel van e-facturatie. Voor binnenlandse
btw-transacties biedt het voorstel lidstaten de mogelijkheid om daarnaast een nationaal
systeem in te voeren. Sommige lidstaten kiezen ervoor of hebben er al voor gekozen
om dit doen met het oog op het vereenvoudigen van de btw-verplichtingen, verminderen
van de kans op fouten en het verhogen van de naleving. Nederland is momenteel niet
voornemens om een dergelijk systeem voor binnenlandse transacties in te voeren omdat
de noodzaak daartoe ontbreekt. Desalniettemin bereidt Nederland zich wel voor op een
eventuele introductie indien de nu missende noodzaak door het VIDA-voorstel ontstaat.
Het is onduidelijk wat de precieze impact van de introductie van SAF-T in Polen is
op de zwarte economie. Het rapport benoemt namelijk nog andere maatregelen die Polen
de afgelopen jaren heeft geïntroduceerd die mogelijk hebben bijgedragen aan het verkleinen
van het btw-nalevings-gat. Voor de Nederlandse economie kunnen dan ook geen uitspraken over een eventuele
impact op de zwarte economie worden gedaan.
Lopende wetgevingsvoorstellen over financiële diensten
Het voorzitterschap van de Raad en de Commissie hebben de Ecofinraad geïnformeerd
over de lopende wetgevingsvoorstellen op het terrein van financiële diensten.13
Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF)
De Commissie gaf een toelichting op de stand van zaken ten aanzien van de herstel-
en veerkrachtfaciliteit (HVF). Tot dusver is ruim € 232 miljard uitgekeerd in het
kader van de HVF. De verwachting is dat aan het eind van het jaar ruim € 300 miljard
zal zijn uitgekeerd.
Conform de toezegging aan uw Kamer in de beantwoording van het schriftelijk overleg
over de Eurogroep en Ecofinraad van 13 en 14 mei14 en in de beantwoording van schriftelijk Kamervragen van de leden Van Hijum en Kahraman
(beiden NSC)15 en de schriftelijke Kamervragen van het lid Heinen (VVD)16 heeft Nederland in de Raad aandacht gevraagd voor het belang van effectieve fraudebestrijding
in het kader van HVF-middelen. De Europese Commissie wees op het verschil tussen onderzoek
naar fraude en aangetoonde onregelmatigheden. Ook benoemde de Commissie dat de in
nieuwsberichten gerapporteerde bedragen niet altijd volledig betrekking hebben op
HVF-middelen. Bij aangetoonde onregelmatigheden kan de Commissie actie ondernemen.
De Commissie gaf aan dat de onderzoeken van het EOM aantonen dat de systemen om fraude
op te sporen hun werk doen.
De Raad nam vervolgens uitvoeringsbesluiten aan ter goedkeuring van de aangepaste
herstel- en veerkrachtplannen die door Italië en Spanje waren ingediend.
Raadsconclusies over uitdaging voor houdbaarheid begroting door vergrijzing
Het Belgisch voorzitterschap van de Raad en de Commissie gaven een korte toelichting
op de Raadsconclusies over uitdaging voor houdbaarheid begroting door vergrijzing,
conform de toelichting die u ontving in de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en
Ecofinraad van 13 en 14 mei.17 Vervolgens nam de Raad zonder verdere discussie de Raadsconclusies aan.18
Vervolg op de bijeenkomst van de Ministers van Financiën en de presidenten van de
centrale banken van de G20 en de voorjaarsvergaderingen van het IMF april 2024
Het Belgisch voorzitterschap van de Raad en de Commissie gaven de Ecofinraad een terugkoppeling
van de G20-bijeenkomst voor Ministers van Financiën en presidenten van centrale banken,
en de IMF- en Wereldbank-jaarvergaderingen die plaatsvonden van 15 tot 20 april jl.
in Washington D.C.
De vergaderingen stonden in het teken van de mondiale financieel-economische situatie,
waaronder de gevolgen van de Russische oorlog in Oekraïne en de spanningen in het
Midden-Oosten en de afweging tussen begrotingsdiscipline en de noodzaak om te investeren
in lange termijnuitdagingen, zoals het verhogen van de productiviteitsgroei en het
adresseren van klimaatverandering. Uw Kamer wordt uitgebreider geïnformeerd over de
voorjaarsvergadering van het IMF via een separaat verslag.
Raadsconclusies financiële geletterdheid
Het Belgisch voorzitterschap van de Raad en de Commissie gaven een korte toelichting
op Raadsconclusies over financiële geletterdheid, conform de toelichting die u ontving
in de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofinraad van 13 en 14 mei.19 Vervolgens nam de Raad zonder verdere discussie de Raadsconclusies aan.20
Coalition of Finance Ministers for Climate Action
Nederland gaf een terugkoppeling van de 11e ministeriële bijeenkomst van de Coalition of Finance Ministers for Climate Action
(CFMCA) die plaatsvond tijdens de Voorjaarsvergaderingen van het IMF en de Wereldbank
in april in Washington D.C. Nederland gaf een toelichting op de werkzaamheden van
CFMCA waar Nederland momenteel co-voorzitter van is. Prioriteiten zijn het bevorderen
van klimaatadaptatie en het afbouwen van fossiele subsidies via internationale samenwerking.
Veel EU-lidstaten zijn aangesloten bij de CFMCA. Het doel van het agendapunt was de
lidstaten te activeren tot grotere betrokkenheid en de lidstaten die nog niet zijn
aangesloten bij de CFMCA, op te roepen zich aan te sluiten. Een aantal lidstaten en
de Commissie spraken hun waardering en steun uit voor de werkzaamheden en doelstellingen
van CFMCA en benadrukten het belang van de CFMCA. Ook kondigde een lidstaat al een
actieve bijdrage aan.
Overig
Ontwikkelingen ten aanzien van een digitale euro
De digitale euro was niet geagendeerd voor bespreking tijdens de Eurogroep of Ecofinraad.
Wel is er in een Raadswerkgroep gesproken over het compensatiemodel: de wijze waarop
betalingsdienstverleners digitale eurobetaaldiensten zouden kunnen compenseren, indien
uiteindelijk met de invoering van een digitale euro zou worden ingestemd. Een voorbeeld
van deze compensatie zouden vergoedingen (fees) zijn, die betaaldienstverleners onderling rekenen (inter-PSP fee) of die winkeliers moeten betalen aan de betaaldienstverlener (merchant service charge). In lijn met de kabinetsinzet zoals is omschreven in het BNC-fiche21 heeft Nederland ervoor gepleit dat er in het wettelijk kader voor een mogelijke digitale
euro rekening wordt gehouden met verschillen in de inrichting van de betaalinfrastructuur
per lidstaat. Ook heeft Nederland zich ervoor uitgesproken dat eventuele transactiegebaseerde
vergoedingen22 voor de gehele betaalketen proportioneel zouden moeten zijn.
Mogelijk wordt het onderwerp digitale euro geagendeerd voor bespreking tijdens de
Ecofinraad van 21 juni 2024, omdat het Belgische voorzitterschap van de Raad voornemens
is om aan het eind van zijn termijn een voortgangsrapport op te leveren. Hoewel er
veel werk verricht is onder het Belgisch voorzitterschap, is de verwachting niet dat
er onder het Belgische voorzitterschap een akkoord zal worden bereikt in de Raad.
Zoals toegezegd in het Commissiedebat over de Eurogroep/Ecofinraad van 3 april jl.
in de Tweede Kamer en aangegeven in het vorige verslag van april23, zal ik u integraal informeren over de stand van zaken van de onderhandelingen over
de digitale euro op basis van het voortgangsrapport.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën