Brief regering : Schriftelijke antwoorden op vragen gesteld tijdens het Commissiedebat Tuinbouw en Visserij op 9 februari 2023
32 627 (Glas)tuinbouw
29 664 Binnenvisserij
Nr. 45 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 maart 2023
Hierbij zend ik de Kamer de openstaande antwoorden op de vragen die de leden van de
vaste Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mij gesteld hebben
tijdens het commissiedebat Tuinbouw en Visserij op 9 februari 2023. Daarbij stuur
ik de Tweede Kamer hierbij het advies van de Landsadvocaat inzake het bestaand gebruik
in relatie tot de WNB vergunning van de garnalensector zoals tijdens dit debat toegezegd
in reactie op het verzoek hiertoe door het lid Bisschop (SGP).
Verder heb ik in mijn betoog over tuinbouw ten aanzien van het Klimaatfonds aangegeven
dat er aparte percelen zijn voor glastuinbouw. Ik wil dit corrigeren. Er zijn in het
klimaatfonds percelen, zoals energie-infrastructuur, verduurzaming industrie/innovatie
mkb en vroege fase opschaling. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
heeft binnen deze percelen aanvragen ingediend voor de verduurzaming van de glastuinbouw.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema
Schriftelijke beantwoording van de openstaande vragen in het commissiedebat Tuinbouw
en Visserij d.d. 9 februari 2023.
PvdA-fractie
Lid Thijssen
Vraag
Nederlandse schepen gaan de hele wereld over, wordt dit ook onderdeel van de visie?
Antwoord
Het accent ligt in eerste instantie op de Noordzee, waar de problematiek groot en
urgent is. Komende periode zal de visie verder uitgewerkt worden aan de hand van de
vier kernboodschappen uit de Startnotitie. Daarbij zal ook bezien worden wat deze
kernpunten betekenen voor de Nederlandse visserij in de overige wateren en waar ook
dit mogelijk in het vervolg verdere uitwerking behoeft.
D66-fractie
Lid Tjeerd de Groot
Vraag
Hoe kan het zijn dat we de 15% beschermd gebied uit het Noordzee-akkoord nog steeds
niet hebben gehaald? Volgens internationale afspraken moet dit zelfs al 30% zijn?
Antwoord
De afspraken uit het Noordzeeakkoord over een verbod op bodemberoerende visserij in
15% van de Noordzee zijn erop gericht om dit te realiseren in 2030. Zeer binnenkort
verwacht ik dat de Europese Commissie een gedelegeerde verordening onder het Gemeenschappelijk
Visserijbeleid publiceert waarin maatregelen worden opgenomen om onder andere bodemberoerende
visserij in bepaalde natuurgebieden in de Nederlandse EEZ te verbieden. Dit zal resulteren
in bijna 5% vrijwaring van bodemberoerende visserij in Nederlandse wateren. Voor het
aanvullende deel om te komen tot 13,7% heb ik de eerste stappen gezet in het kader
van het Europese traject dat onder het Gemeenschappelijk Visserijbeleid valt. Over
de aanvullende 1,3% om te komen tot 15% zijn gesprekken met stakeholders in het Noordzeeoverleg
gestart.
De 30% uit de Europese Biodiversiteitsstrategie is niet hetzelfde als de 15% uit het
Noordzeeakkoord. De 30% doelt op de totale omvang van beschermde gebieden op zowel
land als in zee. Het gaat daarbij om natuur die een beschermde status heeft aangewezen
gekregen en niet om natuurgebieden waar bodemberoerende visserij wordt geweerd. In
oktober 2022 heeft de Minister voor Natuur en Stikstof in het kader van het pledge-
en review proces onder de Europese Biodiversiteitstrategie aan de Tweede Kamer gemeld
dat naar verwachting ongeveer 30% van het zeeoppervlak in 2030 een beschermde status
heeft. Hier vallen de Waddenzee en de zuidwestelijke delta ook onder. Deze verwachting
is gebaseerd op staand beleid en dat is dus inclusief de afspraken uit het Noordzeeakkoord.
Vraag
Hoe loopt de invoering van de visserijvrije zones? Hoe voorkomt de Minister dat er
vergunningen gegeven blijven worden bijvoorbeeld voor spieringvisserij in de Waddenzee?
Antwoord
Over visserijvrije zones is de Tweede Kamer geïnformeerd per brief van 9 juni vorig
jaar (Kamerstuk 29 664, nr. 207). Dit was naar aanleiding van de motie van het lid Lodders c.s. (Kamerstuk 33 450, nr. 82) waarin de Kamer verzoekt om in overleg met sportvisserij en waterbeheerders te zoeken
naar meer maatwerk bij de instelling van deze zones. Dit traject loopt nog tot 1 april
dit jaar. Daarna zal ik definitief besluiten over de begrenzing van de visserijvrije
zones en kunnen deze in 2024 worden ingesteld. De Kamer zal daarover worden geïnformeerd.
Vanuit de Wet natuurbescherming geldt een vergunningplicht voor de spieringvisserij
in de Waddenzee. De rechter zal zich dit jaar gaan uitspreken over de rechtmatigheid
van deze vergunningverlening. Met de voorgenomen instelling van de visserijvrije zones
zal met de formele instelling daarvan automatisch de nu vergunde spieringvisserij
in de spuikommen van Kornwerderzand en Den Oever komen te vervallen.
Vraag
Wat is de stand van zaken van het ophogen van NVWA-capaciteit om te handhaven op illegale
visserij? Hoe ver zijn we al met opschalen?
Antwoord
Zoals eerder aangegeven tijdens schriftelijke vragen over de Landbouw- en Visserijraad
van oktober 2022 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1466) is de capaciteit van de NVWA voor controle op visserij sinds 2021 uitgebreid. Een
groot deel van de vacatures is inmiddels vervuld en deze inspecteurs zijn ook al aan
het werk. Hiermee is ingezet op een verbetering van de handhaving. Er staan nog vacatures
open omdat ook de NVWA te maken heeft met natuurlijk verloop en vertrek van medewerkers.
Vraag
Gaat de Minister normeren om het gebruik van alternatieven van het huidig vispluis
te stimuleren?
Op dit moment werk ik aan de uitwerking van een roadmap die moet toewerken naar het
streefdoel: uitfasering van het gebruik van conventioneel vispluis in 2027. Via de
Kaderrichtlijn mariene strategie 2022–2027 wordt gesteld dat via financiële middelen
gekeken wordt of alternatieven voor vispluis financieel en bedrijfseconomisch aantrekkelijk
gemaakt kunnen worden. De eindrapportage VisPluisVrij 2013–2018 stelt dat een veelbelovend
alternatief het zogenoemde biopluis is. Dit is via praktijktesten ook uitvoerig getest.
Daaruit is naar voren gekomen dat dit alternatief significant duurder is dan het bestaande
vispluis. Dat maakt dat, zeker gezien de huidige situatie van de vloot, dit alternatief
niet financieel aantrekkelijk is voor vissers om te gaan gebruiken. Ik ga daarom kijken
welke middelen, financieel of anderzijds, kunnen worden ingezet om vissers te stimuleren
om duurzame alternatieven voor het vispluis te gaan gebruiken. Ik wil dit via de roadmap
die later dit jaar komt gaan uitwerken.
PvdD-fractie
Lid Wassenberg
Vraag
Hoeveel procent van de Noordzee is nu gesloten voor bodemberoering? Hoe zorgt de Minister
dat dit jaar de 13,7 uit het Noordzeeakkoord wordt gerealiseerd?
Antwoord
Op dit moment is ongeveer 0,3% van de Noordzee gesloten voor bodemberoerende visserij.
Dit bevindt zich momenteel in beschermde gebieden in de kustzones. Zeer binnenkort
verwacht ik dat door de Europese Commissie een gedelegeerde verordening onder het
Gemeenschappelijk Visserijbeleid gepubliceerd waarin maatregelen worden opgenomen
om, onder andere, bodemberoerende visserij in bepaalde natuurgebieden in de Nederlandse
EEZ te verbieden. Dit zal resulteren in bijna 5% vrijwaring van bodemberoerende visserij
in Nederlandse wateren. In het Noordzeeakkoord is een afspraak opgenomen dat in 2023
13,7% van het Nederlandse deel van de Noordzee gevrijwaard is van bodemberoerende
visserij. Dit loopt volgens afspraken in het Noordzeeakkoord op naar 15% in 2030.
Ik werk hard aan de uitvoering van deze afspraken. Echter zit aan dit proces een langdurig
traject vast onder het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. In dat Europese traject moet
consensus worden bereikt met belanghebbende lidstaten. Op dit moment lopen de gesprekken
met andere lidstaten om invulling te geven aan de 13,7%. De gesprekken lopen echter
uit, waardoor ik in december 2021 het Noordzeeoverleg van een nieuwe planning heb
voorzien. Daarin is aangegeven dat het streven is om dit jaar consensus met andere
lidstaten te behalen zodat het voorstel naar de Europese Commissie kan. Wanneer deze
voorstellen dan daadwerkelijk tot geëffectueerde maatregelen leiden is wederom afhankelijk
van de doorlooptijd van het benodigde Europese traject. De ambitie blijft de afspraken
zo snel als mogelijk uit te voeren.
Vraag
Wat is de stand van zaken van het ophogen van NVWA-capaciteit om te handhaven op illegale
visserij? Hoe ver zijn we al met opschalen? (Gelijk aan vraag D66)
Antwoord
Zoals eerder aangegeven tijdens schriftelijke vragen over de Landbouw- en Visserijraad
van oktober 2022 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1466) is de capaciteit van de NVWA voor controle op visserij sinds 2021 uitgebreid. Een
groot deel van de vacatures is inmiddels vervuld en deze inspecteurs zijn ook al aan
het werk. Hiermee is ingezet op een verbetering van de handhaving. Er staan nog vacatures
open omdat ook de NVWA te maken heeft met natuurlijk verloop en vertrek van medewerkers.
Vraag
20% van de gevangen vis wordt aan visetende vissen in de viskwekerijen gevoed. Daarmee
wordt het zee-ecosysteem verder ontwricht. Is de Minister het met mij eens dat dit
onhoudbaar is en dat dit moet stoppen?
Antwoord
Mijn dank voor het aanbieden van het rapport «Until the seas run dry» van Compassion
in World Farming. De Nederlandse aquacultuursector kan in potentie een belangrijke
rol gaan spelen in de wereldwijde voedselvoorziening. Het voeder van carnivore kweekvis
bestaat inderdaad voor een deel uit gevangen vis. Ik beschik echter niet over gedetailleerde
informatie over de hoeveelheden gevangen vis welke gevoerd wordt aan Nederlandse kweekvis.
In Europees verband wordt er ook ingezet op een reductie van de afhankelijkheid van
vismeel en visolie als voeder in de kweek van carnivore vissen. Bijvoorbeeld door
het gebruik van alternatieve eiwitingrediënten zoals algen of insecten. Deze ambitie
steun ik.
SGP-fractie
Lid Bisschop
Vraag
Er wordt nu verschil gemaakt tussen boomkor en trawl- of bordenwissers. In de Noorse
zone geldt een boomkorverbod. Het zou vissers helpen als ze hier wel met de bordenwissers
terecht kunnen. Wil de Minister snel de schotjes tussen deze vistuigen weghalen?
Antwoord
De signalen die ik eerder van vissers heb ontvangen over het weghalen van deze schotten
zijn verschillend. Sommige vissers willen de schotten graag behouden, anderen niet.
Op dit moment heb ik nog geen beeld welke vissers na de sanering zullen blijven. Ik
kan de Tweede Kamer toezeggen dat op het moment dat er duidelijkheid is over de gevolgen
van de sanering ik dit vraagstuk verder zal oppakken om te bekijken of aanpassing
gewenst is waarbij ik ook het aspect van duurzaamheid mee zal wegen.
Als laatste wil ik benoemen dat er nog overleg plaatsvindt met Noorwegen of het algehele
boomkorverbod nog verbijzonderd kan worden.
Vraag
Wat gaat de Minister doen om de onwerkbare aanlandplicht van tafel te krijgen?
Antwoord
Mijn verwachting is niet dat de Europese Commissie zal voorstellen dat de aanlandplicht
zal verdwijnen. Ik blijf kritisch op de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de
aanlandplicht en zal dit bij de Europese Commissie onder de aandacht blijven brengen.
Waar ik mij de komende periode stevig voor zal inzetten is het verleend krijgen van
de uitzonderingen op de aanlandplicht voor de periode 2024–2026. De huidige uitzonderingen
lopen namelijk tot het einde van dit jaar. Ik verwacht dat de Europese Commissie de
voorstellen voor deze uitzonderingen kritisch zal beoordelen. Zowel de Europese Commissie
als het wetenschappelijk instituut STECF die de onderbouwing van de uitzonderingen
zullen beoordelen, hebben aangegeven dat zij hier kritisch naar zullen kijken. Meer
dan eerder zullen zij de onderbouwing toetsen op de uitgangspunten van het Gemeenschappelijk
Visserij Beleid, waardoor het opnieuw verkrijgen van de uitzonderingen geen vanzelfsprekendheid
is. Ik zal hierover in de komende periode nauw contact hebben met onder meer de relevante
lidstaten, de Europese Commissie en vanzelfsprekend ook met de sector.
Indieners
-
Indiener
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.