Brief regering : Jaarrapportage arbeidsmigranten 2022 en aanverwante toezeggingen
29 861 Arbeidsmigratie en sociale zekerheid
Nr. 99
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 januari 2023
Het roer moet om als het gaat om de omstandigheden waarin arbeidsmigranten in Nederland
verblijven. Zij komen hier om te werken en worden daarom arbeidsmigranten genoemd,
maar het zijn in de eerste plaats mensen die in ons land leven. Zij verdienen, net
als eenieder verblijvend in Nederland, een menswaardig bestaan. Twee jaar geleden
presenteerden dhr. Emile Roemer en zijn Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten het
rapport «Geen Tweederangsburgers».1 In dit rapport wordt uitvoerig beschreven met welke woon- en werkomstandigheden arbeidsmigranten
in Nederland geconfronteerd worden. Deze omstandigheden zijn Nederland onwaardig.
Daarom is het kabinet vastberaden om deze misstanden verder aan te pakken en ervoor
te zorgen dat arbeidsmigranten niet meer als tweederangsburgers worden behandeld.
De groep arbeidsmigranten waarop het advies van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten
(hierna: het Aanjaagteam) betrekking heeft, bestaat voornamelijk uit personen uit
andere lidstaten van de Europese Unie (EU), die in Nederland via het vrij verkeer
van werknemers of van diensten in de EU ongeschoold of praktijkgericht werk doen.
Zij werken dikwijls voor een loon dat op of net iets boven het minimumloon ligt, in
sectoren en beroepen waarvoor moeilijk Nederlandse werknemers zijn te vinden. En ook
vaak op een flexcontract.2 De kern van het advies van het Aanjaagteam luidt als volgt: «Arbeidsmigranten moeten behandeld worden als gelijkwaardige en volwaardige deelnemers
van onze samenleving. De overheid moet haar regelgeving daar beter op richten en een
actievere rol nemen in de bescherming van arbeidsmigranten, op het gebied van werk,
huisvesting en zorg en het verbeteren van het zicht op de arbeidsmigranten in Nederland.»
Deze dringende oproep is door het Aanjaagteam heel concreet uitgewerkt in een 50-tal
maatregelen, op basis van uitgebreide consultaties van betrokkenen organisaties en
arbeidsmigranten zelf. Het kabinet voert de aanbevelingen van het Aanjaagteam met
grote urgentie uit. Want wanneer we ervoor zorgen dat misstanden aangepakt worden,
dan zorgt dat er ook voor dat de concurrentie op arbeidsvoorwaarden vermindert, de
waarde van arbeid beter erkend wordt en indirect zorgen we er daarmee ook voor dat
we meer grip op arbeidsmigratie krijgen. In mijn brief aan uw Kamer van 24 november
jl.3 heb ik al aangegeven dat de praktijk weerbarstig blijkt en dat de situatie van arbeidsmigranten
die afhankelijk zijn van malafide werkgevers of in slechte huisvesting wonen, nog
niet afdoende is verbeterd. Mede daarom voert het kabinet, bovenop de uitvoering van
de aanbevelingen van het Aanjaagteam die het kabinet samen met onder meer gemeenten,
provincies en sociale partners al in gang heeft gezet, extra stappen uit die ik in
mijn brief van 24 november jl. uiteengezet heb. Dat betreft, zoals in de brief reeds
genoemd, het convenant dat begin december is afgesloten rondom de toegang tot zorg
voor arbeidsmigranten, het bestuurlijk overleg met de Vereniging Nederlandse Gemeenten
(VNG) over toezicht op huisvesting en over het realiseren van huisvesting in lokale
gemeenschappen, het creëren van een bedrijfseffectrapportage, de toename van inspecteurs
bij de Arbeidsinspectie en onze inspanningen om op Europees niveau de informatievoorziening
aan arbeidsmigranten te verbeteren. We nemen bilateraal met landen van origine contact
op via de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) om knelpunten en behoeftes in informatievoorziening
te identificeren en op te volgen ten behoeve van goede voorlichting voor arbeidsmigranten.
Het Interdepartementaal Projectteam Arbeidsmigranten rapporteert jaarlijks over de
voortgang van de uitvoering van de aanbevelingen van het Aanjaagteam. Vorig jaar heeft
u de eerste Jaarrapportage arbeidsmigranten ontvangen.4 In deze brief reflecteer ik, mede namens de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn & Sport, de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties
en Digitalisering, de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn & Sport, de Minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Minister van Economische Zaken en Klimaat
en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, op de voortgang zoals weergegeven
in deze tweede Jaarrapportage arbeidsmigranten.
De Jaarrapportage 2022 (hierna: jaarrapportage) laat zien welke maatregelen door het
Rijk, de sociale partners, de gemeenten en de provincies gerealiseerd zijn en welke
maatregelen momenteel worden uitgevoerd en de komende jaren van kracht zullen worden.
Daarnaast zal in een bijlage bij deze brief ingegaan worden op enkele toezeggingen
die het kabinet aan uw Kamer heeft gedaan en moties van uw Kamer, die betrekking hebben
op arbeidsmigratie.
Jaarrapportage arbeidsmigranten 2022: waar staan we nu?
Uit de jaarrapportage blijkt dat de voortgang van de uitvoering van de verschillende
aanbevelingen van het Aanjaagteam zich in verschillende fasen bevindt. Het kabinet
reflecteert hierna per hoofdstuk op de voortgang.
Werk: betere beheersing van de uitzendsector
Het kabinet is vergevorderd in het opzetten van het verplicht certificeringsstelsel
voor bestaande-, startende- en buitenlandse uitzendbureaus actief in Nederland. Medio
2022 heeft het kabinet een hoofdlijnenbrief5 en een conceptwetsvoorstel6 gepubliceerd die een gedetailleerd beeld geven van veel aspecten rondom het certificeringsstelsel.
Doel is om malafide uitzenders van de markt te weren en een gelijk speelveld te bewerkstelligen
voor uitzenders die zich aan de regels en normen houden. Het zal voor uitleners en
inleners van arbeidskrachten verboden zijn om zonder certificaat arbeidskrachten uit
te lenen respectievelijk in te lenen. Het wetsvoorstel zal in het voorjaar van 2023
bij uw Kamer ingediend worden en na instemming van Tweede en Eerste Kamer kan vanaf
2024 gestart worden met het afgeven van certificaten. Daarbij dient opgemerkt te worden
dat het verplichte certificeringsstelsel onderdeel is van de bredere hervorming van
de arbeidsmarkt. Onderdeel van die bredere plannen is het voornemen om de werk- en
inkomenszekerheid van uitzendkrachten te vergroten en het afschaffen van 0-urencontracten.7 Bovendien zal er een meld- en vergewisplicht komen voor uitleners en zullen inleners
een meldingsplichtig ongeval ook moeten melden bij de uitlener, naast de bestaande
meldplicht aan de Arbeidsinspectie. Na instemming van uw Kamer kan de meld- en vergewisplicht
ingaan vanaf 2025.
Tevens hebben sociale partners afspraken gemaakt in de uitzend-cao waarin aanbevelingen
van het Aanjaagteam zijn overgenomen. Uw Kamer is hierover in september geïnformeerd.8 De sociale partners in de Stichting van de Arbeid hebben het voornemen om komend
voorjaar een handreiking voor decentrale partijen uit te brengen om hen te stimuleren
om onderwerpen die door het rapport Roemer bij die partijen worden belegd, invulling
te geven in cao’s of op andere passende wijze. Het kabinet is verheugd om te zien
dat cao-partijen hiermee ook hun verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van het verbeteren
van de woon- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten. De afspraken die gemaakt
zijn kunnen per direct een positief effect hebben op de positie van arbeidsmigranten.
Met alleen de uitvoering van de aanbevelingen van het Aanjaagteam zal niet direct
het gedrag van malafide ondernemers veranderen. Zaken als ongelijke behandeling op
de werkplek, discriminatie en intimidatie zijn veelvoorkomend en laten zich lastig
grijpen door wetgeving en/of toezicht.9 Een brede cultuurverandering onder werkgevers is noodzakelijk om arbeidsmigranten
te behandelen zoals alle werknemers in Nederland behandeld zouden moeten worden. We
zien dat werkgeversorganisaties zelf ook nadenken over stappen in de goede richting,
maar hier is nog een wereld te winnen.10
Registratie: beter zicht op arbeidsmigranten
Rondom registratie zijn belangrijke stappen gezet. Sinds oktober 2022 kunnen van arbeidsmigranten
die zich inschrijven als niet-ingezetenen ook vrijwillig de contactgegevens en verblijfsadressen
in de Basisregistratie Personen (BRP) worden geregistreerd. Deze gegevens worden in
2023 aan de daarvoor geautoriseerde afnemers en gemeenten verstrekt. Ondertussen wordt
door de RVIG gewerkt aan verschillende kwaliteitsmaatregelen om deze gegevens zo actueel
en bruikbaar mogelijk te houden. Hierdoor krijgen gemeenten stap voor stap beter zicht
op wie er in hun gemeente verblijft, waardoor zij beter beleid kunnen maken en toezicht
kunnen houden.
Voor arbeidsmigranten zelf betekent registratie dat zij beter in zicht zullen komen
bij de overheid, betere toegang krijgen tot overheidsdiensten en gecontacteerd kunnen
worden voor belangrijke informatie. Zo kunnen arbeidsmigranten die als niet-ingezetene
ingeschreven staan, na 4 maanden gewezen worden op het feit dat zij zich bij langer
verblijf in Nederland moeten inschrijven als ingezetene bij hun gemeente. Daardoor
zijn ze in beeld bij hun woongemeenten en kunnen ze beter gebruik maken van gemeentelijke
voorzieningen.
De belangrijkste vervolgstap voor 2023 is om verder te werken aan een sluitend proces
voor de registratie en het bijhouden van de tijdelijke verblijfsadressen en contactgegevens.
Het gaat hierbij onder andere om de mogelijkheid om gemakkelijk wijzigingen in deze
gegevens door te kunnen geven, de verkenning van een verplichte aanwezigheidsmelding
en een feedbackcyclus via de loonaangifteketen. Ook wordt er een actieve rol voor
de werkgevers ten aanzien van registratie verkend, in navolging van het advies van
het Aanjaagteam. Zij weten wie er voor hen aan het werk is in Nederland.
Huisvesting
Het Aanjaagteam heeft concrete maatregelen geadviseerd op het gebied van de kwaliteit
van de huisvesting, de uitbreiding van huisvesting, het verbeteren van de huurpositie
van arbeidsmigranten en de ondersteuning van gemeenten. Belangrijkste ontwikkeling
met betrekking tot het verbeteren van de kwaliteit van huisvesting betreft de Wet
Goed Verhuurderschap, die in januari door uw Kamer besproken zal worden.11Deze wet stelt algemene normen voor goed verhuurderschap, waaronder het scheiden van
arbeidscontract en huurcontract bij de verhuur aan arbeidsmigranten en stelt gemeenten
in staat een vergunningsplicht in te voeren voor verhuurders. In navolging van het
advies van het Aanjaagteam bereiden SNF en AKF, de private keurmerken van de sociale
partners voor de huisvesting van arbeidsmigranten, hun fusie voor. Tevens regelt de
eerdergenoemde uitzend-cao dat mensen na verlies van werk niet meer direct door hun
werkgevers uit hun huisvesting gezet mogen worden.
De opname van arbeidsmigranten als aandachtsgroep in het programma «Een thuis voor
iedereen» legt ook meer nadruk op voldoende huisvesting voor arbeidsmigranten.12 De woonbehoefte van aandachtsgroepen wordt in kaart gebracht en krijgt een vertaling
in de woningbouwprogrammering (regionale woondeals).
Daarnaast hebben we een aantal stimuleringsmaatregelen om het realiseren van (tijdelijke)
huisvesting te versnellen, zoals de regeling aandachtsgroepen en de regeling voor
het versnellen van flex-en transformatieprojecten. Gemeenten en werkgevers (zowel
inlenende als uitlenende partijen) kennen een grote verantwoordelijkheid bij het realiseren
van voldoende kwalitatieve huisvesting, bij voorkeur in de gemeente waar arbeidsmigranten
werkzaam zijn. De VNG is dit jaar een uitgebreid ondersteuningsprogramma voor gemeenten
gestart met als doelstelling het verbeteren van de positie van arbeidsmigranten. Dit
omvat onder meer advies, kennisdeling en kennisontwikkeling op thema’s als draagvlak,
handhaving, huisvesting en nieuwe bedrijvigheid.
Het kabinet constateert dat het huisvestingsdossier weerbarstig blijft. Arbeidsmigranten
verdienen goede en kwalitatieve huisvesting, maar dat is nog veel te vaak niet het
geval in Nederland. Het kabinet heeft drie belangrijke speerpunten die in 2023 de
volle aandacht krijgen. Ten eerste is er nog weinig aandacht voor voldoende en kwalitatief
goede huisvesting bij het aantrekken van nieuwe economische activiteiten en bestaande
bedrijvigheid. Samen met de VNG gaan we gemeenten en provincies ondersteunen om hier
beleid op te voeren o.a. door middel van de bedrijfseffectrapportage. Ten tweede stuiten
veel gemeentebesturen op lokaal verzet bij het huisvesten van arbeidsmigranten, waardoor
voorgenomen projecten om arbeidsmigranten te huisvesten geen doorgang kunnen vinden.
Het VNG ondersteuningsprogramma kan gemeenten helpen om meer draagvlak te realiseren
en om de relatie tussen bedrijvigheid en huisvesting steviger te verankeren. En ten
derde moet het toezicht en de handhaving op slechte huisvestingssituaties verbeterd
worden. Om gemeenten te faciliteren in de handhaving krijgen zij eenmalig € 9,2mln
in 2023 en structureel € 12,4mln vanaf 2023 voor de handhaving op de Wet Goed Verhuurderschap.
Nu ook de registratie van verblijfadressen van kracht is, komt er geleidelijk meer
zicht op waar arbeidsmigranten verblijven. Samen met de hierboven beschreven handvatten
krijgen we dus veel meer zicht op de huisvestingssituatie van arbeidsmigranten en
kunnen we hier beter op acteren. Slechte huisvestingssituaties moeten daarmee uit
de wereld geholpen worden.
Zorg en welzijn
Met betrekking tot zorg en welzijn constateert het kabinet dat het in de praktijk
nog steeds voorkomt dat arbeidsmigranten geweigerd worden bij zorginstellingen, dat
zij niet goed op de hoogte zijn hoe het Nederlands zorgstelsel werkt of dat het aanbod
nog onvoldoende aansluit op de behoeften. Het is duidelijk dat de papieren werkelijkheid
en de praktijk uit elkaar lopen.
De afgelopen jaren hebben zorgverzekeraars verschillende maatregelen getroffen om
de toegang tot de zorg voor arbeidsmigranten te verbeteren. Om de toegang tot zorg
verder te verbeteren is er begin december een convenant getekend door Zorgverzekeraars
Nederland, het Ministerie van SZW en het Ministerie van VWS.13 In dit convenant zijn afspraken gemaakt over de zelfredzaamheid en onafhankelijkheid
van arbeidsmigranten, betere controle op betrouwbaarheid en integriteit van werkgevers
en betere toegang tot huisartsenzorg. Dit convenant omvat een gezamenlijke commitment
om de toegang tot zorg voor arbeidsmigranten aanzienlijk te verbeteren.
In september 2022 is tevens het Plan van Aanpak kwetsbare dakloze EU-burgers verschenen,
waarmee drie ministeries samen met gemeenten stappen zetten om kwetsbare dakloze EU-burgers
beter te kunnen helpen.14
Met het convenant en het Plan van Aanpak wil het kabinet de toegang tot zorg voor
arbeidsmigranten ook in de praktijk beter regelen. Hierdoor moet het niet langer mogelijk
zijn dat arbeidsmigranten niet de zorg krijgen waar zij ook recht op hebben.
Toezicht en handhaving
Als sluitstuk op een goed functionerend systeem is toezicht en handhaving cruciaal.
Malafide ondernemers die willens en wetens misbruik maken van arbeidsmigranten op
het gebied van werk en huisvesting en daaraan verdienen moeten streng aangepakt worden.
Daarvoor is vaak een integrale aanpak van de verschillende publieke en private toezichthouders
nodig, zoals het Aanjaagteam adviseerde.
De voorgestelde wet- en regelgeving, in combinatie met meer mankracht bij de toezichthouders,
zal, als sluitstuk op de gehele agenda, moeten zorgen dat misstanden adequaat aangepakt
worden. Met de inwerkingtreding van de Wet Goed Verhuurderschap in 2023 en het verplicht
certificeringsstelsel voor de uitleners en inleners van arbeidskrachten vanaf 2024
(zie onder kopje werk), krijgen de gemeenten en de Arbeidsinspectie extra instrumenten
voor het toezicht en de handhaving en de onderlinge samenwerking daarbij. En tevens
krijgen toezicht en handhaving meer personeel vanaf 2023. Allereerst krijgen gemeenten
zoals eerder beschreven vanaf 2023 beter zicht op het verblijfsadres van arbeidsmigranten.
Met de Wet Goed Verhuurderschap zijn gemeenten verplicht om een meldpunt voor misstanden
bij huisvesting in te richten. Gemeenten kunnen ook voor bepaalde wijken en voor verhuur
aan arbeidsmigranten een verhuurdersvergunning invoeren en daarop handhaven. In het
wetsvoorstel certificering gaat de Arbeidsinspectie handhaven op uitleners die zonder
certificaat arbeidskrachten inlenen en inleners die in zee gaan met uitleners zonder
certificaat. Het wetsvoorstel certificering zal ook een gedegen grondslag bieden voor
gegevensuitwisseling van de Arbeidsinspectie met gemeenten en andere publieke en private
toezichthouders.
De afgelopen jaren zijn er verschillende samenwerkingsverbanden opgezet waarbij toezichthouders
en handhavers integraal en gezamenlijk optrekken die doorlopend resultaat blijven
boeken. Zo is het afgelopen jaar het Flexibel Regionaal Interventieteam (FRIT) opgezet
in Noord-Limburg. Hierdoor kunnen misstanden effectiever aangepakt worden. Begin 2023
wordt het FRIT geëvalueerd waarna het als voorbeeld kan dienen voor andere regio’s.
Daarbij zal ook aandacht besteed worden aan goede gegevensdeling tussen toezichthouders,
zodat dit goed ingeregeld kan worden bij toekomstige projecten.
Tevens wordt het grensoverschrijdend toezicht steeds beter ingevuld. De Europese Arbeidsautoriteit
(ELA) stelt nationale toezichthouders in staat om met buitenlandse partners samen
zaken op te pakken.
Ook in de grensregio leidt samenwerking met bijvoorbeeld de autoriteiten met Noordrijn-Westfalen
tot resultaat.15 We zijn hiermee beter in staat om grensoverschrijdende problematiek aan te pakken.
Betere wet- en regelgeving in combinatie met meer capaciteit moeten ervoor zorgen
dat malafide spelers harder worden aangepakt. De toenemende complexiteit in gebruikte
schijnconstructies en manieren om kostenvoordelen te behalen vragen ook om die oplossingen.16 Het kabinet betrekt toezicht en handhaving actief bij het opstellen van de wet- en
regelgeving om ervoor te zorgen dat deze ook handhaafbaar is.
Versterken informatievoorziening aan, bevorderen van zelfredzaamheid en toegang tot
recht van arbeidsmigranten
Naast aangepaste wet- en regelgeving en adequate handhaving is het van belang dat
arbeidsmigranten zelfredzaam zijn en hun weg weten te vinden in Nederland.
Informatievoorziening en dienstverlening aan arbeidsmigranten zijn de afgelopen jaren
met bijv. de website www.workinnl.nl en het openstellen van DigiD al sterk verbeterd. Maar het kabinet constateert dat
er meer nodig is waar het gaat om dienstverlening wanneer arbeidsmigranten geconfronteerd
worden met complexe (multi)-problematiek. Het aankomende jaar gaat het kabinet daarom
een pilot uitvoeren in Noord-Brabant om informatievoorziening en dienstverlening voor
EU-arbeidsmigranten te versterken. Ook zal voor de zomer 2023 besluitvorming over
de vormgeving van de arbeidscommissie plaatsvinden. Met het oog op die besluitvorming
vinden hierover momenteel gesprekken plaats met sociale partners, relevante organisaties
als het Juridisch Loket, de Raad voor de Rechtspraak en andere betrokken partijen.
Daarnaast willen we de Nederlandse taalvaardigheid van arbeidsmigranten verhogen.
Hierdoor ontstaat er ook een hogere veiligheid op de werkplek en kunnen arbeidsmigranten
communiceren met hulpverleners en andere instanties. Dit kan op termijn ook de sociale
samenhang in wijken waar veel arbeidsmigranten wonen verbeteren. In 2023 zal gezamenlijk
met het Kennisinstituut Integratie en Samenleving (KIS) naar oplossingen gezocht worden
om de Nederlandse taalvaardigheid onder arbeidsmigranten te verhogen.
Arbeidsmigranten hebben vaak te maken met complexe problematiek en weten nog onvoldoende
hun weg in Nederland te vinden. Bovenstaande trajecten moeten de aankomende jaren
dat effect teweeg gaan brengen.
Conclusie ten aanzien van de voortgang
Bovenstaande reflectie op de voortgang van de implementatie van de maatregelen in
de jaarrapportage en de dagelijkse praktijken waar te veel arbeidsmigranten in Nederland
nog mee geconfronteerd worden, laten een wisselend beeld zien. Enerzijds ziet het
kabinet dat de voornaamste wet- en regelgeving in gang gezet is, anderzijds is er
nog te weinig verandering merkbaar voor arbeidsmigranten zelf die afhankelijk zijn
van malafide werkgevers.
Met name de maatregelen die in wetgeving geregeld moeten worden zijn nog in de maak
of pas recent ingevoerd. Daarmee gaan we de aankomende twee jaar steeds duidelijker
de resultaten zien. Ik blijf benadrukken dat ondernemers (inlenende één uitlenende
bedrijven) zich ook aan de regels moeten houden op de dag dat de Arbeidsinspectie
niet langskomt en dat deze ondernemers niet hoeven te wachten op regulering door de
overheid om hun werknemers fatsoenlijk te behandelen. Goed werkgeverschap en de waarde
van arbeid moeten daarbij centraal staan. Dit zou voor een ieder werkend in Nederland
in gelijke mate moeten gelden. Het is Nederland onwaardig om met mensen die hun eigen
land verlaten om hier te werken op plekken waarvoor moeilijk Nederlandse werknemers
zijn te vinden, op deze wijze om te gaan.
Vanaf de jaarrapportage 2023 zal de komende jaren geleidelijk meer zicht komen op
de effecten van de al uitgevoerde maatregelen op de positie van arbeidsmigranten en
op het voorkomen van misstanden. Hiervoor wordt nu een meerjarig onderzoeksprogramma
opgestart. Dit programma zal bestaan uit een periodieke enquête onder de doelgroep
arbeidsmigranten zelf. Daarnaast worden de effecten van afzonderlijke maatregelen
na hun invoering gemonitord en geëvalueerd.
In nauwe samenwerking met alle betrokken partijen zorgen we voor een goede maar spoedige
opvolging van de maatregelen. Het aankomend jaar blijft het kabinet in nauw overleg
met arbeidsmigranten, sociale partners en decentrale overheden om zichtbare en voelbare
veranderingen te realiseren voor arbeidsmigranten zelf en de samenleving als geheel.
In Nederland hoort er geen plek te zijn voor tweederangsburgers.
Financiële middelen
In het coalitieakkoord is structureel € 60 miljoen vrijgemaakt voor de implementatie
van de aanbevelingen van het Aanjaagteam. In de bijlage bij de Jaarrapportage Arbeidsmigranten
2021 is uw Kamer geïnformeerd over de budgettaire vraagstukken, als opvolging op de
motie van het lid Van Kent c.s. (Kamerstuk 29 861, nr. 71).17 De middelen worden aangewend voor trajecten die in de uitwerking van de motie van
het lid Van Kent c.s. zijn genoemd.
Toezeggingen en moties gerelateerd aan EU-arbeidsmigratie
In de bijlage bij deze brief geeft het kabinet een overzicht van de uitvoering van
toezeggingen aan en moties van uw Kamer rondom het thema EU-arbeidsmigratie.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid