Brief regering : Besluitvorming Rijksministerraad 24 juni 2022 inzake salariskortingen Aruba, Curaçao en Sint Maarten
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 493
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2022
De Rijksministerraad (RMR) heeft naar aanleiding van verzoeken van Aruba, Curaçao
en Sint Maarten besloten onder voorwaarden akkoord te gaan met de afbouw van de salariskortingen
die sinds 2020 worden toegepast. Deze kortingen werden door de RMR in 2020 als voorwaarde
verbonden aan de van Nederland te ontvangen liquiditeitssteun met als doel een bijdrage
te leveren aan het herstel van de overheidsfinanciën en uit solidariteit met de private
sector, die het door het wegvallen van het toerisme erg zwaar had.
In februari van dit jaar besloot de RMR dat afbouw niet in de rede lag zolang er sprake
is van liquiditeitssteun (Kamerstuk 35 420, nr. 469). Sindsdien is ook in de landen door de oplopende energieprijzen sprake van hoge
inflatie en een stapeling van koopkrachtverliezen. Om die reden heeft de RMR op 24 juni
2022 het eerdere besluit deels heroverwogen.
De RMR heeft besloten de landen toe te staan de 12,5% salariskortingen voor medewerkers
in de (semi)publieke sector in eigen tempo af te bouwen onder de volgende voorwaarden:
1. Afbouw kan pas plaatsvinden nadat in het land de regeling tot normering van topinkomens
conform RMR-besluiten is vastgesteld en op de kortst mogelijke termijn in werking
zal treden;
Toelichting
• De normering van topinkomens in de (semi)publieke sector op 130% van de arbeidsvoorwaarden
van de Minister-President van het land werd ook in 2020 als voorwaarde aan het ontvangen
van liquiditeitssteun vastgelegd. Ter bevordering van de effectiviteit van de regelingen
heeft de RMR op 24 september 2021 nadere bepalingen met betrekking tot de normering
vastgelegd.
• In géén van de landen is deze voorwaarde al (volledig) opgevolgd.
• De datum op de kortst mogelijke termijn valt voor Sint Maarten in verband met de rol
van de Ombudsman in het wetgevingstraject direct na het verstrijken de termijn van
de Ombudsman.
2. Dekking voor de afbouw moet gevonden worden binnen de eigen begroting van het land
en kan niet met liquiditeitssteun worden gedekt. De landen dienen hiervoor een voorstel
in bij het College (Aruba) financieel toezicht (C(A)ft) ter toetsing;
Toelichting
• Bij beperkte dekking kan worden gekozen voor gedeeltelijke of geleidelijke afbouw
van de salariskortingen. Zo kan ieder land zijn eigen tempo bepalen.
• Het C(A)ft-wordt advies gevraagd over de hardheid (zekerheid) van de dekking en verder
om een toets aan de relevante wetgeving en de met betrekking tot het tekort in 2022
in de RMR gemaakte afspraken.
3. Wanneer voldoende ruimte gevonden kan worden binnen de eigen begroting voor volledige
afbouw, zullen – zolang zich geen nieuwe onvoorziene omstandigheden voordoen – de
landen geen beroep meer doen op artikel 23 van de LAft/artikel 25 van de Rft;
Toelichting
• In 2022 is de mogelijkheid tot het ontvangen van liquiditeitssteun niet langer een
belemmering voor afbouw van de korting, mits de steun niet wordt ingezet voor de afbouw.
• Voor 2023 blijft het besluit van 4 februari jl. wel kracht. Dat betekent dat de landen
bij volledige afbouw van de salariskortingen in 2023 niet langer een beroep zullen
kunnen doen op art. 23 LAft/art. 25 Rft om te kunnen afwijken van de begrotingsnormen
en liquiditeitssteun te kunnen ontvangen.
• De voorwaarde af te zien van een beroep op art. 23 LAft/art. 25 Rft geldt niet indien
zich onvoorziene omstandigheden voordoen, zoals een nieuwe grote coronagolf waardoor
het toerisme weer volledig zou stilvallen.
4. De salariskorting van 25% voor politieke ambtsdragers blijft vooralsnog intact;
Toelichting
• De kortingen op de salarissen van politieke ambtsdragers van de landen blijven vooralsnog
intact vanuit het principe dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. De
sterkste schouders kunnen deze last dragen en hoewel de financiële omvang van die
kortingen van deze relatief kleine groep beperkt is, wordt met de instandhouding een
signaal afgegeven dat de overheidsfinanciën nog duurzaam op orde moeten worden gebracht.
Daarbij wordt de landen verzocht bij de afbouw van de salariskorting de nadruk te
leggen op de laagste inkomens, omdat die groep het hardst wordt geraakt door de prijsstijgingen.
Verder wordt de landen verzocht de maatregelen in het landspakket met betrekking tot
de versobering van arbeidsvoorwaarden voortvarend te implementeren en af te wegen
of het aanvaardbaar zou zijn als door afbouw van de 12,5% korting de ambtenarensalarissen
zouden uitkomen boven de salarissen van politieke ambtsdragers bij handhaving van
de 25% salariskorting.
De landen kunnen hun verzoek tot afbouw aan de RMR voorleggen. Curaçao en Sint Maarten
hebben aangegeven (nog) niet te kunnen instemmen met de voorwaarden. Om die reden
is de besluitvorming door de RMR beperkt tot Aruba. Indien Curaçao en Sint Maarten
op een later tijdstip zouden instemmen met de voorwaarden, dan kunnen ook zij een
verzoek aan de RMR voorleggen.
De RMR heeft mij gemandateerd om in overleg met de Minister van Financiën de verzoeken
van de landen te beoordelen en om toestemming tot afbouw te verlenen als aan de voorwaarden
wordt voldaan. Dit biedt meer flexibiliteit in de behandeling van de verzoeken.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Indieners
-
Indiener
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties