Brief regering : Voortgang van het programma Verbetering van het reisdocumentenstelsel (VRS)
25 764 Reisdocumenten
Nr. 138
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 september 2022
U bent vanaf juni 2019 regelmatig op de hoogte gebracht van de voortgang van het programma
Verbetering van het reisdocumentenstelsel (VRS). De laatste keer in mijn brief van
16 maart 2022 (Kamerstuk 25 764, nr. 136). Ik gaf toen aan u rond de zomer opnieuw een voortgangsbrief te sturen over de ontwikkelingen
rondom VRS. Met deze brief doe ik deze belofte gestand. Hieronder een korte herhaling
van de inhoud van VRS, daaronder een update per onderdeel.
1. Inleiding
De ICT-architectuur achter het stelsel van aanvraag en uitgifte van paspoorten en
identiteitskaarten is gedateerd. Uit verschillende (centrale en decentrale) registers,
die niet altijd bijgewerkt zijn, moet informatie verzameld worden. Dit is een tijdrovend,
fout- en fraudegevoelig proces. VRS maakt stapsgewijs een kwaliteitsslag waarbij processen,
procedures en registers worden gedigitaliseerd en gecentraliseerd en naar de standaarden
van deze tijd gebracht. Hierdoor ontstaat een gestroomlijnder proces achter de balie
van uitgevende instanties voor de aanvraag en uitgifte van paspoorten en identiteitskaarten,
waardoor minder fouten gemaakt worden, sneller gewerkt kan worden en fraude beter
kan worden voorkomen.
Aspecten van het programma VRS zijn ook onderdeel van mijn strategie ter bestrijding
van identiteitsfraude, beschreven in de brief «Aankondiging maatregelen ter voorkoming
van identiteitsfraude» van 8 juli 2022 (Kamerstukken 25 764 en 29 911, nr. 137).
2. Fasen VRS
Fase 1
Centrale Basisregister
Het programma bestaat uit twee fasen. In de eerste fase is de uitbreiding van het
centrale basisregister in werking getreden (1 januari 2021). Nieuwe aanvragen worden
sindsdien in het register opgenomen. Voor 2021 waren alleen vermiste en vervallen
reisdocumenten in het basisregister opgenomen. Dit basisregister wordt door het programma
VRS aangevuld met alle historische aanvraaggegevens die nog decentraal zijn opgeslagen
(o.a. bij alle gemeenten) in de Reisdocumenten Aanvraag en Archiefstations (RAAS-en).
In het Basisregister worden alleen biografische gegevens opgeslagen. Dat zijn bijv.
naam, geboortedatum, datum van uitgifte document etc. De biometrische gegevens (handtekening,
gezichtsopname en tijdelijk voor de duur van de productie van het documenten de vingerafdrukken)
worden apart opgeslagen (zie hieronder bij fase 2). Zoals in mijn laatste brief van
16 maart bericht, verwachtte ik het Basisregister in de zomer van 2022 te hebben «aangevuld».
Door capaciteitsvraagstukken bij een van de leveranciers is dit niet gehaald. De noodzakelijke
koppelingen tussen bestaande systemen zijn inmiddels gelegd en binnenkort start de
proefaanvulling van het Basisregister. Alle uitgevende instanties zijn daartoe geïnformeerd
over het ophalen van gegevens uit hun RAAS. Het uiteindelijke moment voor aanvulling
van het Basisregister is afhankelijk van de ervaringen met de proefaanvulling. De
werkzaamheden zijn erop gericht om eind 2022 het Basisregister aangevuld te hebben.
Register Paspoortsignaleringen (RPS)
Er is verder gewerkt aan het direct controleerbaar maken van het Register Paspoortsignaleringen
(RPS). Dit register wordt ook centraal actueel gehouden en is nodig bij iedere aanvraag
en uitgifte. In maart dit jaar heb ik aangegeven dat de meeste uitgevende instanties
op de signaleringcontrole zijn aangesloten. Het afgelopen half jaar is gewerkt aan
de laatste 25%. Dat blijkt een taaie opgave voor uitgevende instanties en het programma,
door infrastructurele en capaciteitsvraagstukken. Inmiddels is 80% van de uitgevende
instanties aangesloten.
StopID.
In deze fase valt ook de ontwikkeling van StopID. Het «stop» zetten van de geldigheid
van een paspoort of identiteitskaart bij vermissing (zoals dit nu ook met een bankpas
kan, maar dan zonder de mogelijkheid tot opnieuw activeren). Zo wordt misbruik tegengegaan.
In mijn vorige brief gaf ik aan dat deze functie conform planning medio 2023 beschikbaar
zal zijn. In eerste instantie in een pilot binnen de huidige regelgeving en afhankelijk
van de resultaten daarvan naar verwachting later in het jaar voor een breed publiek.
Fase 2
Voor de realisatie van de tweede fase is wetgeving nodig. In deze fase wordt een centrale
voorziening voor biometrische gegevens (gezichtsopname, handtekening en voor productiedoeleinden
tijdelijk de vingerafdrukken) gerealiseerd. De biometrische gegevens worden dan apart
centraal opgeslagen in een voorziening en ondergebracht in een overheidsdatacentrum.
Inmiddels is de aanpassing van de Paspoortwet in het tweede kwartaal van 2022 in consultatie
geweest. Op dit moment werk ik aan de verwerking van de reacties. Daarnaast verwacht
ik uiterlijk eind oktober nog een advies van de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit zal
uiteraard worden verwerkt in het wetsvoorstel. Ook wordt binnen de Rijksdienst voor
Identiteitsgegevens (RvIG) nog gewerkt aan de DPIA over het gehele programma VRS.
Ik verwacht dit wetsvoorstel aan het begin van het tweede kwartaal 2023 in te kunnen
dienen.
3. Aanpassing opslagmogelijkheid
In dit geheel van aanpassingen in het stelsel van aanvraag en uitgifte van paspoorten
en identiteitskaarten is in het voorjaar van 2021 (Kamerstuk 25 764, nr. 133) aangegeven dat het verstandig is, gezien de lange doorlooptijd van de wetgeving
(medio 2025) een «tussenstap» in de fasen te nemen, in de zin van het bouwen van een
aparte ICT-component, de RAAS-DOBbox. Dit is een tijdelijke voorziening waarmee automatische
deling mogelijk is van gezichtsopname en handtekening door uitgevende instanties bij
de behandeling van een aanvraag voor een reisdocument (in plaats van zoals nu per
mail/post). Met de wetgeving kan dan naar de definitieve situatie worden gegaan waarbij
de biometrische gegevens centraal komen te staan.
De beslissing deze component te bouwen wilde ik pas nemen nadat een aantal aanscherpingen
in de programmaorganisatie waren uitgevoerd (eerder gebeurd) en nadat duidelijkheid
kon worden gegeven over de precieze kosten die de leverancier in rekening gaat brengen.
Inmiddels is meer duidelijkheid gegeven over de te verwachten kosten van alle onderdelen
van de bouw (de zogenoemde werkpakketten). De kosten blijven naar verwachting van
RvIG binnen de marges waarmee in de programmabegroting rekening werd gehouden. Niettemin
heb ik besloten de beslissing tot het bouwen van de RAAS-DOBbox uit te stellen totdat
ik ook beschik over het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens ten aanzien van
de wetgeving over de centrale voorziening voor biometrische gegevens en de DPIA over
het gehele programma. Ik verwacht voor het einde van het jaar de beslissing te kunnen
nemen en uw Kamer daarvan op de hoogte te brengen.
4. Planning
Fase 1 is naar verwachting eind 2024 afgerond. Zoals boven aangegeven (fase 2) zal
de wetgeving aan het begin van het tweede kwartaal 2023 worden ingediend.
5. Begroting
De totale begroting van het programma is onveranderd ten opzichte van mijn vorige
brief. Fase 1 wordt geschat op 49,5 miljoen euro en fase 2 op 8 miljoen euro. Daarenboven
bedraagt de post onvoorzien 4 miljoen euro. Door meevallers in de realisatie van onderdelen
van het programma is er enige ruimte in de begroting ontstaan. Tezamen met de post
onvoorzien is er sprake van een buffer van 6 miljoen euro.
6. Vervolg
Ik heb in deze brief de voortgang van het programma VRS geschetst. Zoals boven aangeven
zal ik u voor het einde van het jaar een brief sturen over mijn beslissing rondom
de RAAS-DOBbox. Door middel van een volgende voortgangsbrief medio 2023 zal ik u op
de hoogte houden van alle nieuwe ontwikkelingen rondom VRS.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. Van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties