Brief regering : Geannoteerde agenda formele Telecomraad 3 december 2021
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 885
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 november 2021
Op 3 december vindt de formele Telecomraad plaats. Bijgevoegd bij deze brief vindt
u de geannoteerde agenda met daarin een beschrijving van de discussiepunten en de
Nederlandse inzet hiervoor.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
S.A. Blok
Richtlijn betreffende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging
in de Unie
Algemene oriëntatie
Het voorzitterschap is voornemens tijdens de Telecomraad een algemene oriëntatie over
de richtlijn betreffende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging
in de Unie (NIB2-richtlijn) aan te nemen.
Het voorstel hiervoor is in december vorig jaar gepubliceerd door de Europese Commissie
(hierna: Commissie) als vervanging van de Netwerk- en informatiebeveiligingsrichtlijn
(NIB-richtlijn) uit 2016. Onder het Portugees voorzitterschap is begonnen met de onderhandelingen
over dit voorstel in de raadswerkgroep. Het huidige Sloveens voorzitterschap streeft
naar een algemene oriëntatie. De definitieve versie van de compromistekst die zal
voorliggen op de Telecomraad is op het moment van schrijven nog niet bekend.
Zoals aangegeven in het BNC-fiche verwelkomt Nederland het voorstel van de Commissie
maar plaatst daarbij wel enkele kanttekeningen, die tijdens de onderhandelingen naar
voren worden gebracht.1 Nu wordt gestreefd naar een algemene oriëntatie in de Raad in december, zal Nederland
in de laatste fase nog aandacht vragen voor enkele belangrijke aandachtspunten. Deze
aandachtspunten hebben onder andere betrekking op de zorgen die in het BNC-fiche naar
voren zijn gebracht over de administratieve lasten die volgen uit de meldplicht, de
aansprakelijkheid van bestuurders, jurisdictie en de verhouding met sectorale wetgeving.
In september jl. bent u door de Minister van Justitie en Veiligheid geïnformeerd over
de inzet van Nederland op het gebied van de reikwijdte van de richtlijn en het krachtenveld
rond dit onderwerp.2 Deze inzet van Nederland en het krachtenveld daaromheen is sindsdien niet wezenlijk
veranderd.
Nederland ziet graag dat de administratieve lasten voor aanbieders die onder het toepassingsbereik
van de NIB2-richtlijn komen te vallen als gevolg van de uitbreiding van de meldplicht
worden beperkt. Hierbij gaat het in het bijzonder om de uitbreiding van de meldplicht
naar dreigingen. Deze wens lijkt door een substantiële groep lidstaten te worden ondersteund.
Ten aanzien van de aansprakelijkheid heeft Nederland nog altijd bezwaar tegen het
aansprakelijk stellen van natuurlijke personen in bestuursfuncties in geval van het
niet-naleven van verplichtingen uit de richtlijn. Nederland heeft hierover nadere
opheldering gevraagd bij de Commissie en andere lidstaten. Voor wat betreft bepaalde
categorieën entiteiten in de digitale infrastructuur (zoals cloudaanbieders en datacenters)
die krachtens de NIB2-richtlijn onder de jurisdictie van één lidstaat vallen maar
in meerdere lidstaten actief zijn ziet Nederland het risico dat dit leidt tot onduidelijkheden
in de toezichtsfeer. Deze zorg lijkt tot op heden slechts door enkele andere lidstaten
te worden onderkend. Tot slot heeft Nederland nog enkele vragen over de verhouding
tussen de NIB2-richtlijn en de eIDAS-verordening, onder meer of er geen belangrijke
aspecten verloren gaan door het verschuiven van de zorgplicht uit eIDAS naar de NIB2-richtlijn.
Nederland zal zoveel mogelijk samen met andere lidstaten optrekken om in de aanloop
naar de Telecomraad bovenstaande aandachtspunten zoveel mogelijk geadresseerd te krijgen.
Dat gezegd hebbende benadrukt Nederland nogmaals de positieve grondhouding bij de
NIB2-richtlijn als geheel.
Artificial Intelligence Act
Voortgangsrapportage
Het voorzitterschap zal tijdens de Telecomraad een voortgangsrapportage over de Artificial Intelligence Act (hierna: AI-verordening) presenteren. Deze zal naar het zich laat aanzien worden
gebaseerd op een gedeeltelijke compromistekst waarover wordt onderhandeld in de Raadswerkgroep.
Op het moment van schrijven zijn deze teksten nog niet bekend.
De AI-verordening is op 21 april jl. door de Commissie gepubliceerd. Het voorstel
heeft als doel om ervoor te zorgen dat AI-systemen die op de Europese markt worden
gebracht en gebruikt veilig zijn en in overeenstemming zijn met de geldende fundamentele
rechten en waarden binnen de EU. Het streven is om zo een interne markt voor veilige
en betrouwbare AI-systemen te faciliteren terwijl marktfragmentatie wordt voorkomen.
Ook beoogt de verordening te zorgen voor juridische zekerheid om investeringen en
innovatie in AI te faciliteren. Het BNC-fiche met de kabinetsreactie op deze verordening
is op 31 mei jl. met uw Kamer gedeeld.3
Het kabinet vindt het wenselijk om op EU-niveau tot geharmoniseerde regelgeving te
komen om te borgen dat er betrouwbare AI-systemen de Europese interne markt op komen.
Op die manier kunnen mogelijke grensoverschrijdende risico’s voor gezondheid, veiligheid
en fundamentele rechten die AI-systemen met zich mee brengen voorkomen of gemitigeerd
worden. Door alleen betrouwbare AI-systemen toe te laten op de interne markt heeft
de EU het vermogen om met de AI-conceptverordening wereldwijd de standaard te zetten. Dit kan bijdragen aan de versterking
van het concurrentievermogen van de EU. Geharmoniseerde regels dragen er daarnaast
aan bij dat ondernemers die AI op de markt brengen in een keer voldoen aan de regels
voor een grotere markt.
De informele Telecomraad van 14 oktober jl. (Kamerstuk 21 501-33, nr. 882) was in het geheel gewijd aan de AI-verordening. Daarom is de verwachting dat interventies
door lidstaten tijdens de Telecomraad van 3 december beperkt zullen zijn. Op 14 oktober
heeft Nederland aandacht besteed aan het belang van verduidelijking van de gehanteerde
definities en de reikwijdte van het voorstel zodat de AI-verordening voldoende rechtszekerheid
biedt. Daarnaast heeft Nederland zorgen geuit over het effect van de AI-verordening
op het mkb en innovatie bij de ontwikkeling en het gebruik van AI-systemen door het
Europese bedrijfsleven en publieke instellingen. Tevens heeft Nederland aangegeven
dat kwaliteit en grondigheid boven snelheid verkozen moet worden in de onderhandelingen,
vanwege de diepgaande impact van de AI-verordening. Over de Nederlandse inzet is uw
Kamer geïnformeerd in het verslag van de informele Telecomraad van 14 oktober jl.4
Het kabinet houdt de publicatie van de voortgangsrapportage en de mogelijke gedeeltelijke
compromistekst in de gaten. Deze compromistekst wordt gebaseerd op schriftelijke inbreng
vanuit de lidstaten op de eerste 29 artikelen van de verordening. In de Nederlandse
schriftelijke inbreng is bijvoorbeeld gepleit voor sterkere betrokkenheid van lidstaten
en consultatie van experts bij het amenderen van bijlagen I (de definitie van AI-systeem)
en III (hoog-risicogebieden). Ook is gepleit voor meer helderheid over de afstemming
met de Algemene Verordening Gegevensbescherming in het geval van het gebruik van persoonlijke
gegevens in AI-systemen.
Indien opportuun zal de Nederlandse inzet tijdens de Raad plaatsvinden aan de hand
van bovenstaande inzet, het BNC-fiche en het schriftelijk overleg dat daarover recent
met u is gevoerd.5
Verordening betreffende de invoering van een raamwerk voor een Europese Digitale Identiteit
Voortgangsrapportage
Het voorzitterschap zal tijdens de Telecomraad een voortgangsrapportage presenteren
over de verordening betreffende de invoering van een raamwerk voor een Europese Digitale
Identiteit.
De Commissie heeft dit voorstel op 3 juni jl. gepresenteerd. Het voorstel herziet
de huidige eIDAS-verordening, die beoogt met wederzijdse erkenning van elektronische
identificatiemiddelen (eID's) en harmonisatie van vertrouwensdiensten veilige en betrouwbare
elektronische transacties tussen burgers, bedrijven en overheden te bevorderen. In
vervolg hierop wordt de markt voor elektronische vertrouwensdiensten verder versterkt
en worden alle lidstaten verplicht om een «European Digital Identity Wallet» te ontwikkelen. Daarbij krijgen gebruikers zelf de regie om hun identiteitsgegevens
en andere digitale gegevens en documenten te delen bij transacties in het publieke
en het private domein.
Het BNC-fiche met de Nederlandse inzet is op 9 juli jl. naar uw Kamer gestuurd.6 Nederland staat positief tegenover het voorstel, maar vraagt in het kader van elektronische
identiteiten en de «wallet» aandacht voor een beheersbare en gefaseerde implementatie, met het oog op de reikwijdte,
impact en uitvoerbaarheid van het voorstel. Nederland stelt daarbij voor om te beginnen
met de identificatiefunctie in de wallet (Digitale Bronidentiteit) en daarna stapsgewijs attributen te koppelen en (vertrouwens)dienstverleners aan te sluiten, zodat de «wallet» geleidelijk voor steeds meer functies en in steeds meer situaties kan worden gebruikt.
Daarnaast moet het tijdspad voldoende ruimte laten voor de nodige aanpassing in nationale
wet- en regelgeving en in de uitvoering. Ten aanzien van vertrouwensdiensten is Nederland
positief over de toevoeging van een aantal nieuwe gekwalificeerde vertrouwensdiensten
en verplichting richting de Commissie om binnen 12 maanden met relevante uitvoeringswetgeving
te komen. Indien opportuun zal Nederlandse inzet tijdens de Raad plaatsvinden langs
voorgenoemde lijnen.
Beleidsprogramma 2030: «Weg naar een Digitaal Decennium»
Voortgangsrapportage
Het voorzitterschap zal tijdens de Telecomraad een voortgangsrapportage over het beleidsprogramma
2030: «Weg naar een Digitaal Decennium» presenteren.
Het voorstel voor het beleidsprogramma «Weg naar het Digitaal Decennium 2030» bouwt
voort op de Mededeling Digitaal Kompas 2030 die de Commissie in maart 2021 jl. heeft
gepubliceerd. In het Digitaal Kompas heeft de Commissie aangegeven hoe de EU een succesvolle
digitale transformatie van economie en maatschappij kan realiseren voor 2030. In het
Digitaal Kompas worden vier kernthema’s geïdentificeerd waarop versterking nodig is:
digitale vaardigheden van de beroepsbevolking; een goede, veilige en duurzame digitale
infrastructuur, de digitale transformatie van het bedrijfsleven en een toegankelijke
en meer gebruikersgerichte publieke dienstverlening. Aan deze kernthema’s zijn doelstellingen
gekoppeld. De Commissie kondigde in het Digitaal Kompas aan te komen met een voorstel
voor een governancestructuur, waarmee door middel van een monitorings- en samenwerkingsmechanisme
vooruitgang op voorgenoemde thema’s bijgehouden kan worden. De EU ambitie is om digitaal
meer soeverein te zijn in een open en onderling verbonden wereld en een digitaal beleid
te voeren dat mensen en bedrijven in staat stelt een mensgerichte, duurzame en meer
welvarende digitale toekomst te benutten. In het beleidsprogramma wordt deze governancestructuur
en het monitorings- en samenwerkingsmechanisme geïntroduceerd om zo de gezamenlijke
doelstellingen op digitaal gebied te behalen.
Het BNC-fiche met de Nederlandse inzet is op 28 oktober jl. met uw Kamer gedeeld.7 Nederland verwelkomt het voorstel voor een beleidsprogramma als onderdeel van de
ambitieuze en integrale digitaliseringsagenda van de Commissie, waarbij het versterken
van de positie van burgers en bedrijven centraal staat. Nederland acht het positief
dat voor de lange termijn concrete doelstellingen voor de vier digitaliseringsthema’s
worden voorgesteld met een bijbehorend tijdpad. Een routekaart kan van toegevoegde
waarde zijn bij het monitoren van een aantal doelstellingen wanneer de doelstellingen
meetbaar zijn op lidstaatniveau. Aandachtspunt voor Nederland is dat er voldoende flexibiliteit blijft bestaan voor de invulling
van nationale digitale strategieën, omdat lidstaten andere uitdagingen hebben op het
terrein van digitalisering. De Nederlandse inzet tijdens de Raad zal plaatsvinden
langs voorgenoemde lijnen.
Digitale rechten en principes
Beleidsdebat
Het voorzitterschap zal tijdens de Telecomraad een beleidsdebat agenderen over digitale
rechten en principes.
De Commissie heeft in het Digitaal Kompas aangekondigd dat het wil toewerken naar
een raamwerk van digitale rechten en principes die de Europese waarden in de digitale
ruimte promoten en handhaven. Hierbij heeft de Commissie aangegeven de digitale beginselen
en rechten op te willen nemen in een inter-institutionele verklaring.Naar verwachting
zal de Commissie deze verklaring vóór het einde van het jaar presenteren.
Nederland is voorstander van het benadrukken van rechtsstatelijke principes en fundamentele
rechten zoals gegevensbescherming, rechtshandhaving en consumentenbescherming. Een
effectieve rechtspleging en rechtshandhaving – ook online – is volgens Nederland van
groot belang in het beschermen van onze publieke waarden, fundamentele rechten en
de mogelijkheden voor burgers en bedrijven om de voordelen van digitalisering te ervaren.
Naast het recht op vrijheid van meningsuiting en toegang tot informatie, de vrijheid
van ondernemerschap, de bescherming van persoonsgegevens en privacy, het recht om
vergeten te worden en de bescherming van intellectuele creaties online, hecht Nederland
ook aan de menselijke autonomie en waardigheid alsook aan de gelijkheidsrechten zoals
het verbod op discriminatie en eerbiediging van de procesrechten. Nederland onderschrijft
de noodzaak dat belangen en fundamentele rechten van burgers en rechtsstatelijke principes,
inclusief een effectieve rechtshandhaving, niet alleen offline maar ook online moeten
worden beschermd. Een dergelijke interinstitutionele verklaring heeft volgens Nederland echter alleen meerwaarde als er wordt aangesloten
bij de huidige EU-regelgeving en internationale (mensenrechten) verdragen. De Nederlandse
inzet tijdens de Raad zal plaatsvinden langs voorgenoemde lijnen.
Diversenpunten
Het voorzitterschap zal een update geven van over (de onderhandelingen over) lopende
wetsvoorstellen waaronder de Roamingverordening, de Data Governance Act en de ePrivacyverordening. Tevens zal het voorzitterschap een update geven over de uitkomsten van
de D9+ bijeenkomst van 27 oktober jl. en zal Frankrijk het voorzitterschapsprogramma
van januari – juli 2022 presenteren.
Data economie
Lunchdebat
Het voorzitterschap is voornemens een informeel lunchdebat te houden over de data
economie. Er is nog geen discussiepaper beschikbaar, maar de verwachting is dat het
voorzitterschap het debat wil benutten om van gedachten te wisselen over het aanstaande
voorstel voor een Data Act. De Commissie zal het voorstel naar verwachting in het eerste kwartaal van 2022 presenteren.
De verwachting is dat de Nederlandse inbreng voor dit debat grotendeels kan plaatsvinden
langs de lijnen van het Nederlandse non-paper over de Data Act, waarover u bent geïnformeerd
in de geannoteerde agenda van de informele Telecomraad VTC van 14 oktober jl.8 In het verslag wordt u uitgebreider over de uitkomsten van het debat geïnformeerd.
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.