Brief regering : Verlenging Nederlandse bijdrage aan de vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in Litouwen
29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies
Nr. 435 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN DEFENSIE EN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 november 2021
In deze brief informeert het kabinet uw Kamer over het besluit om de Nederlandse deelname
aan enhanced Forward Presence (eFP) in Litouwen met drie jaar te verlengen tot en met 31 december 2024, met een jaarlijks
ijkmoment tijdens verantwoordingsdag in mei. Tevens is besloten het mandaat voor eFP
te verhogen van 270 naar 350 militairen ten behoeve van het inbrengen van extra ondersteunende
capaciteit (30 militairen) en het creëren van een schil van flexibele aanvullende
inzet (50 militairen).
Verlenging inzet
Nederland neemt sinds 2017 met ongeveer 270 militairen deel aan eFP, de vooruitgeschoven
NAVO-aanwezigheid in de Baltische Staten en Polen. Deze presentie dient als geruststellende
maatregel voor de Baltische Staten en Polen en ter geloofwaardige afschrikking van
Rusland. Het huidige mandaat voor de Nederlandse bijdrage aan eFP in Litouwen loopt
tot en met 31 december 2021. Eerder informeerde het kabinet uw Kamer dat het voor
de hand ligt dat een Nederlandse bijdrage aan de NAVO-aanwezigheid in Litouwen ook na 2021 nodig is (Kamerstuk 33 279, nr. 32).
In de voortgangsrapportage eFP van 19 mei 2021 (Kamerstuk 29 521, nr. 420) informeerde het kabinet uw Kamer voor het laatst over de Nederlandse inspanningen
binnen eFP. In deze brief werd aangegeven dat, aangezien de Nederlandse deelname aan
eFP een meerjarige verplichting betreft, het de intentie is dat een nieuw aangetreden
kabinet over de verlenging van het eFP-mandaat beslist. Gelet op het feit dat een
nieuw kabinet vooralsnog niet is aangetreden en het mandaat voor de bijdrage aan eFP
binnen afzienbare tijd afloopt, heeft het kabinet besloten om het mandaat voor eFP
te verlengen tot en met 31 december 2024. Een meerjarige verlenging is van belang
om langdurige betrokkenheid uit te stralen, de (operationele) continuïteit van de
inzet te behouden en om hierover duidelijkheid te scheppen naar onze bondgenoten.
Voornoemde voortgangsrapportage schetste het onverminderd sombere dreigingsbeeld voor
de Baltische staten en Polen. Rusland keert zich in toenemende mate af van de internationale
rechtsorde en de bestaande veiligheidsordening in Europa. Daarbij zet Rusland zijn
investeringen in de uitbreiding en modernisering van de krijgsmacht door. Door versterking
van Russische anti-access/area denial (A2/AD) capaciteiten is Rusland in toenemende mate in staat om de NAVO in geval van een conflict
de toegang tot de Baltische regio te ontzeggen. Grootschalige Russische oefeningen
aan de grens van het NAVO-verdragsgebied, zoals ZAPAD 2021, dat in zowel Rusland als Belarus plaatsvond, richten zich tegen het Westen. In de
Baltische staten blijft Rusland bovendien actief met cyberaanvallen en desinformatiecampagnes,
veelal gericht op het ondermijnen van het vertrouwen van de bevolking in de eigen
autoriteiten en de NAVO-aanwezigheid in deze landen. Tegen deze achtergrond acht het
kabinet de meerjarige voortzetting van de Nederlandse bijdrage aan eFP zeer wenselijk.
Dit besluit heeft als aanvullend voordeel dat, mede vanwege de goede trainingsmogelijkheden
in de regio, de operationele gereedheid van naar Litouwen uitgezonden eenheden ook
de komende jaren wordt verhoogd. Nederland kan daarnaast ervaring blijven opdoen over
de dynamiek aan de Oostflank van het NAVO-verdragsgebied en het opereren binnen een
context van (hybride) dreiging.
Nederlandse bijdrage in 2022
Zoals in de voortgangsrapportage met uw Kamer is gedeeld bestaat de Nederlandse eFP-inzet
in de 2e helft van 2021 uit het Nederlandse deel van de Duits-Nederlandse tankeenheid (het
414e Pantserbataljon). Met het oog op de binnen de Landmacht beschikbare capaciteit
zullen beide rotaties in 2022 bestaan uit een gemotoriseerde compagnie van de 13e Lichte Brigade. Hiermee wordt voldaan aan de uitvraag voor een gemechaniseerde eenheid
van compagniesgrootte binnen de Multinationale Battlegroup (MNBG), zoals deze is vastgesteld door Framework Nation Duitsland. Nederland voldoet middels deze inzet tevens aan de gevraagde bijdrage
in het kader van het National Defence Plan Litouwen.
Gedurende de eerste rotatie van 2022 zal een Nederlandse Chemische Biologische Radiologische
Nucleaire (CBRN) eenheid van pelotonsgrootte gedurende zes weken in Litouwen aanwezig
zijn voor deelname aan de Iron Wolf oefening. Tijdens deze certificeringsoefening, die door iedere rotatie wordt uitgevoerd,
wordt de integratie van de MNBG in de Litouwse landmachtbrigade getoetst. Deelname
van de CBRN-eenheid aan Iron Wolf biedt een goede gelegenheid om, samen met de uitgezonden Nederlandse eenheden, in
internationaal verband ervaring op te doen. De deelname van de CBRN-eenheid valt binnen
de hieronder nader toegelichte flexibele aanvullende inzet.
Verhoging mandaat
Het kabinet heeft tevens besloten om het mandaat voor eFP te verhogen van 270 naar
350 personen. Dit ten behoeve van het inbrengen van benodigde ondersteunende en specialistische
capaciteit en het creëren van een schil van flexibele aanvullende inzet waar tijdens
toekomstige rotaties gebruik van kan worden gemaakt.
Aanvullende ondersteunende capaciteit
Nederlandse rotaties oefenen steeds complexere taken uit in Litouwen. Als gevolg hiervan
is de behoefte aan ondersteunende specialistische capaciteit de afgelopen jaren toegenomen.
Concreet betreft dit onder meer extra beheerders en ondersteuning op het gebied van
materieel, munitie, voertuigonderhoud en stafcapaciteit. Bij het uitzenden van dit
personeel knelt in toenemende mate het huidige mandaat van 270 militairen. Een verhoging van het mandaat met 30 militairen is noodzakelijk om adequate
taakuitvoering van de Nederlandse eFP-eenheden ook tijdens de komende rotaties te
blijven garanderen.
Flexibele Aanvullende Inzet
Met het oog op de invulling en vormgeving van toekomstige eFP-rotaties, heeft het
kabinet besloten een flexibele aanvullende inzet van 50 militairen toe te voegen aan het mandaat voor eFP. Deze inzet kan desgewenst per rotatie
(deels) worden benut. Defensie houdt hierdoor de flexibiliteit om additionele of experimentele
capaciteit in te brengen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan aanvullende defensieve (cyber)
capaciteiten, extra Intelligence Surveillance Reconnaissance (ISR), een robotiseringseenheid of – zoals gedurende de eerste rotatie van 2022 is
voorzien – een CBRN-eenheid. Tevens kan door het aanhouden van extra capaciteit in
voorkomend geval worden voldaan aan specifieke verzoeken die vanuit Framework Nation Duitsland, of door andere bondgenoten binnen de MNBG worden gedaan aan Nederland. Inzet in het kader van de flexibele aanvullende inzet
betreft specifiek capaciteit ter aanvulling op de uitvoer van de hoofdtaken van de
rotatie. Over de invulling van de flexibele aanvullende inzet met belanghebbende operationele,
juridische en/of (geo)-politieke gevolgen en de invulling van de Nederlandse bijdrage
na 2022 zal uw Kamer in het kader van het jaarlijkse ijkmoment en indien nodig tussentijds
worden geïnformeerd.
Kosten
Als gevolg van de verhoging van het mandaat stijgen de geraamde kosten van de vooruitgeschoven
NAVO-aanwezigheid in Litouwen vanaf 2022 van € 30 miljoen naar € 36 miljoen per jaar.
De eFP-inzet wordt gefinancierd uit het Budget Internationale Veiligheid (BIV).
De Minister van Defensie,
H.G.J. Kamp
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.P.M. Knapen
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Kamp, minister van Defensie -
Medeindiener
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.