Brief regering : Stand van zaken evacuatie Afghanistan
27 925 Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 804
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE EN VAN DE STAATSSECRETARIS
VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 augustus 2021
Met deze brief geven wij de Kamer een overzicht van de actuele stand van zaken betreffende
de evacuatie in Afghanistan. De afgelopen periode is een onophoudelijke inzet gepleegd
om de nog in Afghanistan verblijvende Nederlanders, de lokale ambassadestaf en de
tolken die voor Nederland hebben gewerkt in het kader van een internationale militaire
of politiemissie en hun gezinnen, en andere mensen uit hoogrisicogroepen conform de
motie van het lid Belhaj c.s. (Kamerstuk 27 925, nr. 788) in veiligheid te brengen.
In deze brief geeft het kabinet een overzicht van de situatie ter plekke, de stand
van zaken van de evacuatie en de Nederlandse inzet om de evacuatie mogelijk te maken.
Ook gaat de brief in op de stand van zaken van de uitvoering van de motie van het
lid Belhaj c.s. en de opvang van evacués in Nederland. Ten slotte wordt van de gelegenheid
gebruik gemaakt om verslag te doen van de speciale (digitale) bijeenkomst van NAVO-Ministers
van Buitenlandse Zaken en van de diplomatieke inspanningen die de afgelopen periode
zijn gepleegd ten behoeve van de evacuatieoperatie.
De meest recente ontwikkelingen tot vandaag, 24 augustus 2021, zijn in deze brief
zoveel mogelijk meegenomen. Vanwege de snelle ontwikkelingen kan informatie alweer
achterhaald zijn wanneer de Kamer deze brief ontvangt. Wij vragen hiervoor uw begrip.
Inzet Nederland
Op woensdagavond 18 augustus jl. is, zoals die dag aan de Kamer gemeld (Kamerstuk
27 925, nr. 803), het nieuwe team van de ambassade onder leiding van de ambassadeur en vergezeld
van militairen op het vliegveld van Kaboel aangekomen.
In de afgelopen dagen is het team in Kaboel verder versterkt. De Nederlandse ambassadeur
uit Bagdad is ingevlogen, om in shifts met de Nederlandse ambassadeur in Kaboel 24/7 te werken. Ook is extra consulaire
capaciteit ingevlogen, evenals extra militairen en medewerkers van de Immigratie-
en Naturalisatiedienst (IND). Hiermee komt het totale aantal militairen op ongeveer
90, inclusief de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB). Zij gaan de reeds
aanwezige militairen versterken bij de lopende operatie om zoveel mogelijk mensen
te evacueren en de beveiliging van onze vliegtuigen, evacués en het ambassadeteam
ter plekke voort te zetten. Deze personen zijn nu gestationeerd in Kaboel en Islamabad
en Tbilisi, de twee plaatsen die een tussenstop vormen in de huidige luchtbrug tussen
Afghanistan en Nederland.
De teams werken dag en nacht samen aan de evacuatie en vervolgens de opvang in Nederland.
Tevens doen Defensie en Buitenlandse Zaken al het mogelijke om te evacueren personen
op het vliegveld van Kaboel te krijgen. Een deel van de aanwezige militairen assisteert
de evacués hierbij. In het belang van de veiligheid van onze militairen, diplomaten
en de evacués en om de operatie niet in gevaar te brengen, kan het kabinet hier verder
geen gedetailleerde uitspraken over doen. Een compagnie van het Korps Mariniers en
een compagnie van de Luchtmobiele Brigade staan op afroep beschikbaar om ook ingezet
te worden voor deze operatie als dat nodig is.
Nederland maakt bij de evacuatie gebruik van twee eigen C-130 transportvliegtuigen,
een KDC-10 transportvliegtuig, capaciteit van het A330 Multi Role Tanker Transportvliegtuig
waarvan Nederland mede-eigenaar is en van een ingehuurd C-17 transportvliegtuig. Door
Defensie wordt ook gebruik gemaakt van ingehuurde chartervliegtuigen. Twee Cougar
Helikopters met bemanningen zijn gereed gezet voor transport. Daarnaast wordt een
extra eenheid speciale eenheden naar de regio ingevlogen.
De internationaalrechtelijke rechtsgrond voor de evacuatieoperatie is het recht van
Staten om hun staatsburgers en die van bondgenoten te beschermen en te evacueren als
de Staat waarin zij zich bevinden niet (meer) in staat of bereid is om bescherming
te bieden. Over het bestaan van deze rechtsgrond is de Kamer eerder in het algemeen
geïnformeerd (Kamerstuk 29 521 nr. 41; p. 7). De eenheden van Defensie hebben een op deze taak toegeschreven geweldsinstructie
meegekregen en ondersteunen daarnaast de uitvoering van de consulaire taak van het
Ministerie van Buitenlandse Zaken.
De situatie on the ground
De situatie in Afghanistan blijft zeer volatiel, met name op het gebied van veiligheid.
De gevolgen van de machtsovername door de Taliban voor het land en de lokale bevolking
zijn ingrijpend. Om de Afghaanse bevolking onder deze moeilijke omstandigheden bij
te staan, heeft de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
op 22 augustus 2021 bekend gemaakt dat Nederland 10 miljoen euro beschikbaar stelt
aan het Afghanistan Humanitarian Fund (AHF). Het gaat hierbij om humanitaire bijdragen
voor onderdak en basisbehoeften, zoals voedsel, schoon drinkwater en medische hulp.
Het team in Kaboel werkt onder uitzonderlijk hoge druk in zeer moeilijke en chaotische
omstandigheden. De druk op en rond het vliegveld is groot. Duizenden mensen bevinden
zich momenteel in de perimeter van het vliegveld, de sfeer wordt grimmiger. In het
gedrang zijn de afgelopen dagen meerdere mensen om het leven gekomen.
Amerikaanse en andere coalitietroepen en Afghaanse veiligheidsdiensten zijn verantwoordelijk
voor de veiligheid op het vliegveld en de binnenste ring. De gates die toegang geven tot het vliegveld gaan wisselend open en dicht, wat de onzekerheid
en de spanning voor de mensen buiten vergroot. Het sluiten van de gates is volgens
de Amerikanen nodig om te voorkomen dat de situatie op het vliegveld onbeheersbaar
wordt. Te veel evacués op het vliegveld zorgt voor sluiting van de gates maar ook
voor ophopingen bij diezelfde gates.
In de buitenring controleert de Taliban de veiligheid, conform de door hen met de
VS gemaakte afspraken die gelden tot en met 31 augustus. Het is zeer aannemelijk dat
de chaos rond en de druk op het vliegveld nog aanzienlijk toe zal nemen naarmate de
tussen de VS en de Taliban overeengekomen deadline van 31 augustus nadert.
Op het vliegveld is de dreiging die uitgaat van directe of indirecte aanvallen van
groeperingen met een terroristisch motief, zoals de Islamic State in Khorasan Province (ISKP), beperkt. Met name in de buitenring kan niet worden uitgesloten dat bijvoorbeeld
ISKP wil profiteren van de chaos.
Nederland blijft zich in deze complexe situatie, samen met zijn partners, inzetten
voor een zo ordentelijk en veilig mogelijke evacuatie.
Stand van zaken evacuatie en uitvoering motie-Belhaj
Voor 15 augustus jl. had Nederland reeds ruim vijfhonderd mensen, 111 Afghaanse tolken
met hun gezinnen, via lijnvluchten naar Nederland gebracht. In de week van 16 augustus
waren eveneens lijnvluchten en commerciële charters geboekt voor tolken en lokale
ambassademedewerkers, maar door de zeer snelle inname van Kaboel door de Taliban bleek
het niet meer mogelijk om daar gebruik van te maken. Vanaf dat moment heeft Nederland
in nauwe samenwerking met partners een luchtbrug op Hamid Karzai International Airport
(HKIA) opgezet. Hiermee worden Nederlanders in Afghanistan, tolken die voor Nederland
hebben gewerkt in het kader van een internationale militaire of politiemissie, de
lokale ambassadestaf en hun gezinnen, en andere mensen uit hoogrisicogroepen conform
de motie van het lid Belhaj c.s. (Kamerstuk 27 925, nr. 788) geëvacueerd.
Nederland komt daarnaast zoveel mogelijk tegemoet aan afspraken in EU-, NAVO- en VN-verband
om in het kader van burden sharing een deel van de lokale medewerkers van deze organisaties te helpen evacueren en een
aantal van hen op te nemen.
Sinds het vertrek van het eerste militaire vliegtuig uit Nederland op 17 augustus
jl. zijn 21 vluchten uitgevoerd vanuit Kaboel naar landen in de regio en vanuit die
landen naar Nederland.
Met deze vluchten zijn tot nu toe meer dan duizend mensen geëvacueerd met eindbestemming
Nederland. 644 van hen zijn inmiddels in Nederland aangekomen, onder wie de lokale
stafmedewerkers van de ambassade en hun gezinsleden, tolken en hun gezinsleden, Nederlanders
die zich nog in Afghanistan bevonden en mensen uit de hoogrisicogroepen conform motie-Belhaj
c.s. De evacuatie van Nederlanders heeft zoals altijd zeer grote prioriteit, in lijn
met de consulaire verantwoordelijkheid van het kabinet. Hetzelfde geldt voor de tolken
die voor Nederland hebben gewerkt in het kader van een internationale militaire of
politiemissie en hun gezinnen. Het aantal Nederlanders dat zich nog in Afghanistan
blijkt te bevinden, is aanmerkelijk groter dan verwacht. Dit ondanks het al jarenlange
negatieve reisadvies en de dringende oproep van 5 augustus jl. aan alle Nederlanders
het land te verlaten. Op dit moment bevinden zich naar schatting nog honderden Nederlanders
in Afghanistan. Er hebben zich inmiddels meer dan de 67 tolken aangemeld dan die op
15 augustus bij het kabinet bekend waren. Dat is mede het gevolg van het feit dat
de laatste periode ook steeds meer EUPOL-tolken zich melden. Het kabinet zal al het
mogelijke doen om zoveel mogelijk van deze mensen veilig naar ons land te brengen.
Uiteraard doet het kabinet ook alles wat mogelijk is voor de hoogrisicogroepen uit
de motie van het lid Belhaj c.s. (Kamerstuk 27 925, nr. 788) die op 18 augustus jl. werd aangenomen. Er is de afgelopen dagen rond de klok onder
zeer grote tijdsdruk een grote inspanning verricht om zicht te krijgen op de mensen
die op grond van deze motie in aanmerking zouden kunnen komen voor evacuatie naar
Nederland. De lijst van mensen die hier een beroep op deden, liep de afgelopen dagen
snel op en groeit nog steeds. Tot op heden zijn er op het speciale emailadres kabul@minbuza.nl
en bij het noodnummer van Buitenlandse Zaken +31-6-247 247 247 duizenden meldingen
gedaan. In de groep die zich heeft gemeld, bevindt zich een groot aantal fixers van Nederlandse journalisten en ook mensenrechtenverdedigers, inclusief voorvechters
van vrouwenrechten, juristen en lokale Afghaanse medewerkers van Nederlandse ontwikkelingsorganisaties.
Uit deze groepen zijn op voorspraak van direct betrokken partnerorganisaties in Nederland
rond de 250 mensen geïdentificeerd die door hun betrokkenheid bij Nederlandse activiteiten
een extra risico lopen. Deze mensen zijn opgeroepen naar het vliegveld van Kaboel
te komen. Daar worden zij door onze mensen geholpen om binnen te komen voor evacuatie.
De planning van de evacuatievluchten is afhankelijk van afstemming met de VS en andere
bondgenoten en de situatie op en rond het vliegveld, waardoor vliegtuigen maar kort
op het vliegveld kunnen blijven staan. Toch is tot nu toe niet de beschikbaarheid
van vliegtuigen, maar de veilige bereikbaarheid van en de drukte op de luchthaven
het voornaamste knelpunt in de evacuatieoperatie. Mensen met wie het ambassadeteam
in Kaboel en het team in Den Haag contact hebben over de evacuatie, lukt het niet
in alle gevallen tijdig op het vliegveld te komen. Wanneer bij aankomst van een Nederlandse
vlucht onvoldoende mensen met Nederland als eindbestemming beschikbaar zijn om mee
te vliegen, dan wordt de resterende capaciteit in overleg met partnerlanden beschikbaar
gesteld aan evacués met een partnerland als eindbestemming. Omgekeerd worden evacués
met eindbestemming Nederland ook meegenomen op vluchten van partnerlanden. Het Ministerie
van Buitenlandse Zaken houdt zo goed mogelijk zicht op personen die via derde landen
naar Nederland reizen en biedt hen waar mogelijk en nodig ondersteuning met transport
naar Nederland en reisdocumenten.
Stand van zaken opvang in Nederland
Na aankomst in Nederland worden de geëvacueerde Afghaanse burgers die door Nederland
worden opgenomen, vanaf het vliegveld Schiphol door Defensie met bussen in eerste
instantie naar de Willem Lodewijk van Nassaukazerne in Zoutkamp (verder Zoutkamp)
vervoerd. Daar worden ze geregistreerd en opgevangen door het Centraal Orgaan opvang
asielzoekers (COA). Op dit moment (peildatum 23 augustus 2021) worden circa 480 personen
opgevangen in Zoutkamp. Zoutkamp zit daarmee vol. In samenwerking tussen het COA en
het Ministerie van Defensie is per 23 augustus ook opvang geregeld op het Walaardt
Sacré Kamp in Huis ter Heide (gemeente Zeist). Deze locatie biedt ruimte aan ongeveer
380 personen. Daarnaast is vanaf 24 augustus ook legerplaats Harskamp/Generaal Winkelman
Kazerne te Harskamp beschikbaar. In de Harskamp is plaats voor ongeveer 850 personen.
In algemene zin heeft het gebruik van Defensie locaties voor opvang impact op de gereedstelling
van Defensie. In de opvanglocaties is gezorgd voor slaapplekken, medische zorg (inclusief
tbc-screening, testen op en vaccineren tegen COVID-19). De eerste dagen zullen de
opgevangen personen nog in quarantaine moeten blijven in verband met COVID-19, maar
kunnen zij zich wel vrij bewegen op de locatie zelf. Na de quarantaineperiode zijn
ze vrij om de locatie in en uit te lopen en eventueel (binnen de COVID-regels) ook
bezoek te ontvangen.
Afgelopen vrijdagavond, 20 augustus jl., zijn de eerste personen aangekomen in Zoutkamp.
Het ging in eerste instantie om circa 30 personen. Later die nacht kwamen daar nog
ongeveer 50 personen bij. Voor een deel van deze personen gold dat zij een andere
eindbestemming hadden dan Nederland. Om te voorkomen dat zij op Schiphol moesten blijven,
is ervoor gekozen om hen naar Zoutkamp over te brengen. Gelet op de beperkte capaciteit
op Zoutkamp en andere opvanglocaties van het COA is het niet wenselijk dat zij hier
lang verblijven. Inmiddels is er via verschillende diplomatieke kanalen contact opgenomen
met de betrokken landen en zijn afspraken gemaakt over de overdracht naar die landen.
Voor vluchten die na zaterdag op Schiphol zijn aangekomen en nog zullen aankomen worden
afspraken gemaakt om personen die als eindbestemming een ander land hebben dan Nederland
gelijk door te laten reizen naar dat betreffende land.
De Koninklijke Marechaussee (KMar) is op Zoutkamp aanwezig om de identificatie en
registratie te doen. De IND is op Zoutkamp aanwezig ten behoeve van de asielprocedure.
Een groep van circa twintig IND-medewerkers is beschikbaar om de aanvragen direct
na de quarantaineperiode in behandeling te nemen. Ook organisaties als VluchtelingenWerk
Nederland, het Rode Kruis, GZA en de GGD, verrichten ter plekke belangrijk werk. Op
dit moment wordt gekeken op welke wijze deze processen kunnen worden ingeregeld voor
de andere locaties.
Op 11 augustus jl. heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de Kamer geïnformeerd
over het instellen van een besluit- en vertrekmoratorium (Kamerstuk 19 637, nr. 2767). Dit betekent in beginsel dat er geen besluit wordt genomen op lopende en nieuwe
asielaanvragen en dat vreemdelingen in aanmerking komen voor COA-opvang. Met het besluit-
en vertrekmoratorium worden de beslistermijnen van de asielprocedure verlengd gelet
op de onzekerheid die er bestaat over de feitelijke situatie in het land van herkomst,
op grond waarvan redelijkerwijs niet kan worden beslist op de aanvraag. Het besluit-
en vertrekmoratorium staat echter besluitvorming niet in de weg. In zaken waar dat
kan zal de IND tot een beslissing komen, ook ten tijde van het moratorium.
Na afronding van de asielprocedure en vergunningverlening zullen de bewoners zo snel
mogelijk worden gekoppeld aan een gemeente voor de vervolghuisvesting en worden zij
ook zo snel mogelijk doorgeplaatst naar een asielzoekerscentrum in de buurt van de
betreffende gemeente. Gelet op de huidige krapte op de woningmarkt moet er rekening
mee worden gehouden dat de uitstroom naar reguliere huisvesting nog enige tijd in
beslag zal gaan nemen. Vanwege de instroom van Afghaanse evacuees doet het kabinet
een beroep op gemeenten om extra opvanglocaties mogelijk te maken voor het COA. Daarnaast
vraagt het kabinet de gemeenten om (extra) inzet om de doorstroom van vergunninghouders
naar reguliere huisvesting te versnellen.
NAVO Foreign Ministers Meeting
Op vrijdag 20 augustus jl. vond een speciale (digitale) bijeenkomst van NAVO-Ministers
van Buitenlandse Zaken plaats, gewijd aan de gebeurtenissen in Afghanistan. De Minister
van Buitenlandse Zaken nam deel aan deze vergadering.
Zij benadrukte in haar interventie de ernstige zorgen van Nederland over de situatie
en stelde dat evacuatie op dit moment de hoogste prioriteit heeft. Zij onderstreepte
daarbij dat alle inspanningen erop gericht moeten zijn om de onderdanen van de coalitielanden,
degenen die voor de internationale missie hebben gewerkt en daardoor een verhoogd
risico lopen, en alle anderen die kwetsbaar zijn omdat ze voor de coalitielanden hebben
gewerkt, zo snel mogelijk in veiligheid te brengen.
Nederland riep, net als veel andere bondgenoten, de VS er dringend toe op het vliegveld
zo lang als mogelijk en nodig open, toegankelijk en veilig te houden om dit te realiseren.
Ook riep Nederland ertoe op humanitaire vluchtwegen open te houden. Ten slotte pleitte
de Minister van Buitenlandse Zaken er bij andere landen voor om samen een crisisplan
te formuleren voor opvang van Afghaanse vluchtelingen in de regio en elders en voor
onderlinge coördinatie hierbij. Hiermee is tevens gestand gedaan aan de motie van
het lid Simons (Kamerstuk 27 925, nr. 795), de motie van het lid Bromet c.s. (Kamerstuk 27 925, nr. 792).
Bondgenoten spraken hun ernstige zorgen uit over de gebeurtenissen in Afghanistan
die zich de laatste dagen in hoog tempo hadden voltrokken.
De situatie onderstreept het belang voor de NAVO om lessen te trekken uit de gebeurtenissen
van de afgelopen periode. Daarom riepen veel bondgenoten ook op tot een diepgaande
en, zo preciseerde Nederland, onafhankelijke evaluatie, opdat een drama zoals zich
dat nu voltrekt, in de toekomst kan worden voorkomen.
Veel bondgenoten riepen verder op tot eenheid, informatiedeling, coördinatie en tot
samenwerking met andere relevante actoren zoals de EU en de VN.
Vooruitblikkend stelden velen dat Afghanistan nooit meer een veilige haven voor terroristen
mocht zijn. Ministers hielden ook een pleidooi om waar mogelijk te voorkomen dat de
resultaten van twintig jaar inzet onder andere op het gebied van onderwijs, mensenrechten
en de versterking van de positie van vrouwen verloren zouden gaan. Ten slotte namen
de ministers de verklaring aan die u in de bijlage toegaat1.
Nederland heeft de Secretaris-Generaal van de NAVO gevraagd om, als de omstandigheden
daarom vragen, ook de NAVO-ministers van Defensie bijeen te laten komen.
Overige internationale contacten
Het kabinet heeft de afgelopen dagen alle politieke en diplomatieke kanalen aangewend
en zowel bilateraal als in EU-, NAVO- en VN-verband gepleit voor een goed gecoördineerde
evacuatie van alle kwetsbare groepen. Zo heeft de Minister van Buitenlandse Zaken,
in aanvulling op de contacten waarover de Kamer reeds is geïnformeerd in de Kamerbrief
inzake de situatie in Afghanistan (Kamerstuk 27 925, nr. 787, 16 augustus jl.), intensief overleg gevoerd met haar Duitse, Belgische, Luxemburgse,
Turkse, Pakistaanse, Britse, Qatari en VAE collega’s over de evacuatie en contact
gehad met haar Franse, Deense, Noorse, Canadese, Italiaanse en Chinese collega. In
al deze gesprekken benadrukte zij het belang van veilige toegang tot, en het zo lang
als nodig openhouden van, de luchthaven in Kaboel. De Minister-President heeft gelijkluidende
boodschappen overgebracht in gesprekken met zijn Britse, Franse, Duitse, Belgische
en Pakistaanse collega’s. Ook de Minister van Defensie en de Commandant der Strijdkrachten
hebben contact gehad met diverse collega’s over de crisis in Afghanistan en de stand
van zaken rondom de evacuatie. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
had hierover en over de humanitaire situatie in Afghanistan contact met UNHCR en OCHA.
Ook is er intensief contact onderhouden met de VN via de Permanente Vertegenwoordiging
van Nederland bij de VN in New York.
Via verschillende kanalen is daarnaast intensief contact geweest met de Amerikaanse
autoriteiten. De Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland hebben zich eveneens
actief ingezet om met deze boodschappen de evacuatie te ondersteunen.
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft daarnaast met haar EU-collega’s over de situatie
gesproken in de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 17 augustus jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2400). De Kamer wordt hierover separaat geïnformeerd.
Ten slotte
Het kabinet spant zich, in nauwe samenwerking met bondgenoten, maximaal in om zoveel
mogelijk Nederlanders en mensen die gevaar lopen vanwege hun werk voor of met Nederland
veilig naar Nederland te brengen. Een acute zorg is dat het window dat er nog is om mensen terug te halen, zich snel sluit. De Taliban heeft aan de
VS te kennen gegeven niet te willen tornen aan de afgesproken deadline van 31 augustus 2021 voor de terugtrekking van de Amerikaanse troepen. De VS heeft
een aantal dagen nodig om de eigen circa 6000 troepen op een veilige manier het land
uit te krijgen. Dat betekent, zoals de Britse Minister van Defensie Ben Wallace op
23 augustus zei, dat de mogelijkheden om nog mensen te evacueren beperkt zijn tot
«uren, niet weken.»
Nederland heeft zoals gezegd langs alle politieke en diplomatieke kanalen de afgelopen
dagen aangedrongen op het zo lang mogelijk openhouden van het vliegveld voor evacuatievluchten
en zal dat blijven doen. Ook in de speciale (digitale) zitting van de G7 van vandaag
is dit een belangrijk thema.
Nederland bereidt zich erop voor dat de coalitietroepen op korte termijn zullen vertrekken
van het vliegveld van Kaboel. Elk uur telt derhalve. Met die insteek wordt nu met
man en macht gewerkt om nog zoveel mogelijk mensen die daarvoor in aanmerking komen
op een veilige manier te evacueren. De evacuatie vindt onder steeds moeilijkere omstandigheden
plaats. Het kabinet houdt er ernstig rekening mee dat niet iedereen die daarvoor in
aanmerking komt tijdig kan worden geëvacueerd. Alle landen staan voor een grote uitdaging
om hun evacués het land uit te krijgen.
Het kabinet zoekt samen met partners hoe het na het einde van de evacuatie mensen
in Afghanistan kan blijven bijstaan. Het kabinet zal de Kamer hier binnenkort nader
over informeren.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A.M. Kaag
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol
Indieners
-
Indiener
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken -
Medeindiener
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Medeindiener
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie