Brief regering : Stand van zaken over de uitvoering van diverse moties inzake een nieuw radarstation
35 925 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2022
Nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2021
In de Kamerbrief van 27 mei jl. (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 2937) en het Defensie Projectenoverzicht van 21 september jl. (Kamerstuk 27 830, nr. 344) heb ik toegezegd uw Kamer in het najaar van 2021 te informeren over de onderzoeken
in het kader van de moties inzake een nieuw radarstation in midden Nederland. Het
gaat hierbij om de motie van het lid Belhaj (Kamerstuk 35 570 X, nr. 29), de gewijzigde motie van het lid Van Helvert c.s. (Kamerstuk 35 570 X, nr. 59) en de motie van het lid Van Helvert c.s. (Kamerstuk 27 830, nr. 332). Naar aanleiding van deze moties zijn onderzoeken gestart naar het effect van het
verhogen van de radar op de stralingsbelasting en naar aanvullende alternatieve locaties.
Tevens zijn de juridische consequenties van het stopzetten van de in 2019 gestarte
RCR-procedure in kaart gebracht, evenals de mogelijkheden om op alternatieve wijze
het luchtruim te bewaken.
Hoewel de rapporten nog niet klaar zijn, is wel al duidelijk dat meerdere locaties
zijn geïdentificeerd die potentieel geschikt zijn om de radar te plaatsen en die voldoende
radardekking kunnen bieden om het Nederlandse luchtruim te bewaken. Dit betreft naast
de eerder geïdentificeerde locaties een aantal nieuwe locaties in andere gemeenten.
Voor het maken van een juiste afweging is het van belang om de mogelijkheden voor
de realisatie van de radar te bespreken met de desbetreffende gemeenten. Hierover
ga ik met hen in gesprek.
De beslissing omtrent de locatie van de radar en de RCR-procedure zal mede afhangen
van het verloop van deze gesprekken. Na afronding daarvan zal ik uw Kamer de onderzoeksrapporten
met een integrale afweging aanbieden.
De Minister van Defensie,
H.G.J. Kamp
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Kamp, minister van Defensie