Brief regering : Omgevingsveiligheid en milieurisico's
28 089 Gezondheid en milieu
Nr. 171
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2020
Een jaar geleden informeerde ik u over een aantal acties in het kader van mijn ambitie
om de leefomgeving nog schoner, gezonder en veiliger te maken en tevens het gevoel
van veiligheid te versterken1. Met deze brief informeer ik u over de voortgang van de volgende acties: de resultaten
van het programma Duurzame Veiligheid 2030 (DV2030) en de circulaire Batterijen/Energieopslagsystemen
(EOS). Tevens informeer ik u over de aankomende circulaire Windturbines en over de
ZZS similarity tool.
Programma Duurzame Veiligheid 2030
Zoals ik in eerdere brieven heb aangegeven, streef ik naar een robuuste lange termijn
aanpak gericht op het voorkomen van incidenten in de (petro)chemie. Om die reden werken
sinds het najaar van 2016 de (petro)chemische industrie, wetenschap en overheid in
DV2030 samen aan een vitale petrochemische industrie zonder noemenswaardige incidenten.
Ik heb u hierover het laatst in mei 2019 geïnformeerd2. Binnen DV2030 wordt gewerkt aan meerdere thema’s. In het onderstaande bericht ik
u graag over de resultaten. In tegenstelling tot de eerdere communicatie3 zal DV2030 door de omstandigheden rondom COVID-19 (vertragingen door het annuleren
van bijeenkomsten/workshops en een digitale herinrichting van het proces) niet op
1 juli 2020, maar op 1 januari 2021 beëindigd worden.
Het jaarverslag 2019 van het programma is te vinden via de volgende link: https://dv2030.nl/documenten/jaarverslag-2019-programma-duurzame-veilig…–0. Onderdelen van DV2030 zullen landen in de Safety Delta Nederland (SDN)4 waarover ik u na de zomer uitgebreid zal informeren.
Duurzaam assetmanagement
Het afgelopen jaar is een set van praktische tools ontwikkeld om corrosie onder isolatie
beter te kunnen managen5. Met deze praktische tools wordt gewerkt aan het doel om industriële calamiteiten
te voorkomen door tijdige detectie van corrosie onder isolatie. Verder is een start
gemaakt met het opstellen van een Handreiking duurzaam assetmanagement.
Een robuust, toekomstbestendig Brzo-systeem
In 2019 is onderzocht hoe de afspraken rondom het samenwerkingsverband BRZO+ geformaliseerd
kunnen worden. Doel hiervan is om de samenwerking te verankeren en de slagvaardigheid
van BRZO+ te vergroten. Dit onderzoek heeft tot resultaat dat op dit moment gewerkt
wordt aan een bestuursconvenant tussen de BRZO+-partners en de verantwoordelijke bestuurlijke
partijen (stelsel- en beleidsverantwoordelijken). Deze afspraken worden naar verwachting
eind 2020 geformaliseerd. Dit draagt bij aan een heldere rol- en taakverdeling, betere
afstemming tussen beleid en uitvoering en zorgt voor minder vrijblijvendheid tussen
de samenwerking van Brzo-toezichthouders. Dit past ook in de versterking van de uitvoering
van de VTH-taken bij de Brzo-bedrijven.
In het kader van het Blockchainproject is er een applicatie ontwikkeld voor het delen
van zogenaamde «near misses». Dit zijn gebeurtenissen die net niet tot een incident
hebben geleid, maar waar wel belangrijke lessen uit kunnen worden geleerd. De ontwikkelde
applicatie geeft een eerste inzicht in de potentie van blockchain om «gevoelige informatie»
te delen tussen bedrijven en toezichthouders. Op dit moment wordt gewerkt aan de voorbereiding
van de tweede fase van dit project, namelijk het optimaliseren van de applicatie en
het daadwerkelijk testen bij een aantal chemische bedrijven.
Recent is bovendien een onderzoek opgeleverd naar de verbinding tussen de drie wettelijke
stelsels als het gaat om veiligheid bij Brzo-bedrijven, te weten: arbeidsveiligheid,
omgevingsveiligheid en rampenbestrijding. De belangrijkste conclusie van het onderzoek
is dat er in de basis nauwelijks tot geen schuring tussen de drie wettelijke stelsels
bestaat, maar in de uitwerking nog kansen liggen om investeringen in arbeidsveiligheid
en omgevingsveiligheid te optimaliseren. Hierover gaan we in gesprek met het bedrijfsleven.
Just Culture
Ik heb u eerder6 bericht over de resultaten die in het traject «Just Culture» zijn behaald. Een Just
Culture (kort gezegd: een open en rechtvaardige cultuur) draagt bij aan de transparantie
binnen bedrijven, tussen bedrijven en tussen bedrijven en overheden. Door deze transparantie
kunnen bedrijven van elkaar leren, bijvoorbeeld over elkaars bijna-incidenten waardoor
deze in de toekomst voorkomen kunnen worden. Hiermee wordt de omgevingsveiligheid
vergroot. Het concept Just Culture is in DV2030 uitgewerkt in bouwstenen en een stappenplan
en is geschikt gemaakt voor toepassing binnen de (petro)chemische industrie. Ik ben
verheugd u te kunnen melden dat vier bedrijven bereid zijn gevonden om deel te nemen
aan een pilot om deze Just Culture in de praktijk te toetsen. Op dit moment wisselen
deze vier bedrijven onder begeleiding van een coach informatie over interne bijna-incidenten
met elkaar uit. Het doel is ervaring in de praktijk opdoen met het toepassen van het
stappenplan Just Culture. Deze ervaring zal gaan helpen om andere bedrijven die willen
werken aan de ontwikkeling van Just Culture te inspireren en praktijkvoorbeelden te
geven hoe dat als Brzo-bedrijf aangepakt kan worden.
Communicatie met de omgeving
Via DV2030 stimuleer ik (petro)chemische bedrijven en daarbij betrokken overheden
om structureel te communiceren met mensen die in de buurt wonen van (petro)chemische
bedrijven. Er is onderzoek verricht naar de manier waarop deze communicatie plaatsvindt.
7 Het advies van de onderzoekers is om tot maatschappelijke overeenstemming te komen
over welke partijen nu precies over de risico’s van Brzo-bedrijven en andere bedrijven
moeten communiceren en welk doel hiermee bereikt moet worden. Het RIVM heeft een regionaal
instrument ontwikkeld om de veiligheidsbeleving en informatiebehoeften van omwonenden
te peilen. Dit instrument wordt inmiddels gebruikt bij een belevingsonderzoek onder
omwonenden van Chemelot. De uitkomsten van de vragenlijst helpen overheden, bedrijven
en inwoners om elkaar te informeren over veiligheid en aan te sluiten op de veiligheidsbeleving
en informatiebehoeften.
Andersoortig en vernieuwend toezicht
In mijn eerdere brief8 heb ik u bericht over het onderzoek waaruit bleek dat de informatie uit een zelfbeoordelingsinstrument
dat Nederlandse tankopslagbedrijven gebruiken om hun eigen veiligheidsniveau te beoordelen
en te vergelijken met hun branchegenoten, ook voor Brzo-toezichthouders bruikbaar
is in risico gestuurd toezicht. Inmiddels is op aanbeveling van de onderzoekers een
pilot gestart met iSZW en de Vereniging van Nederlandse Tankopslagbedrijven (VOTOB)
om te kijken of het toezicht op VOTOB-bedrijven anders kan worden gedaan. Overkoepelend
heeft de stuurgroep DV2030 opdracht gegeven voor een brede verkennende studie naar
mogelijkheden om het toezicht op bedrijven te vernieuwen. Hierbij wordt gekeken naar
andere sectoren (bijvoorbeeld zorg en onderwijs) om van te leren en ervaringen te
delen. Met name de mogelijkheden van horizontaal toezicht worden onderzocht.
Veiligheidsopleidingen
DV2030 heeft onderzocht wat een opleiding op het gebied van veiligheid kan bijdragen
aan de veiligheid in de (petro)chemie. In diverse workshops hebben partijen bekeken
welke veiligheidsopleidingen reeds bestaan en aan welke veiligheidsopleidingen behoefte
is. Hierbij is ook gekeken naar de kwaliteit van bestaande opleidingen en synergie.
De workshops hebben inzichtelijk gemaakt dat het gezamenlijk ontwikkelen van opleidingen
waardevol is gebleken. Dit inzicht wordt meegenomen om te kijken naar waar de witte
vlekken dan wel overlap zitten tussen het aanbod aan veiligheidsopleidingen en de
vraag vanuit clusters.
Circulaire Batterijen/Energieopslagsystemen
Ik heb u geïnformeerd over mijn voornemen om dit jaar een circulaire uit te brengen
over de veiligheid van lithium-ion batterijen (bijlage bij de brief van 28 januari
jl. inzake de «Strategische aanpak batterijen»9). De circulaire behandelt zowel de opslag van lithium-ion batterijen als energieopslagsystemen
en loopt vooruit op regelgeving. Met de circulaire wordt vanuit mijn ministerie antwoord
gegeven op vragen die door bevoegde gezagen over de veiligheid van de batterijen zijn
gesteld. Dit naar aanleiding van incidenten met grotere hoeveelheden batterijen en
de onbekendheid met vooral grootschaliger toepassingen van lithium-ion batterijen
in het kader van de energietransitie.
De circulaire is opgezet als een gereedschapskist waarmee bevoegde gezagen en bedrijven
– al naar gelang de specifieke omstandigheden – een pakket veiligheidsmaatregelen
kunnen samenstellen. Ondertussen wordt er gewerkt aan de opzet van een meer dwingend
instrumentarium via het opstellen van een PGS (nr. 37). In het Besluit activiteiten
leefomgeving zal deze PGS wettelijke status krijgen. De maatregelen zijn vooral gericht
op het voorkomen en beperken van een incident met lithium-ion batterijen.
Ik ben verheugd u te kunnen melden dat de circulaire inmiddels in een vergevorderd
stadium is. Medio maart is de circulaire voor internetconsultatie opengesteld. Er
zijn 39 reacties ontvangen. Thans worden deze reacties verwerkt waarna de circulaire
naar verwachting in juni a.s. wordt gepubliceerd in de Staatscourant. De circulaire
heeft geen verplichtende werking. Het is een advies (vooral) aan het bevoegd gezag
en ook bedrijven kunnen er hun voordeel mee doen.
Circulaire Windturbines
Voor het beoordelen van de toelaatbaarheid van windturbines in de buurt van risicovolle
bedrijven bestaat momenteel geen specifiek wettelijk toetsingskader. In de praktijk
van vergunningverlening en vaststelling van bestemmingsplannen wordt gewerkt met de
Handreiking risicozonering windturbines10. In deze handreiking staat een toetsingskader dat is afgeleid van het Besluit externe
veiligheid inrichtingen en het Besluit externe veiligheid buisleidingen. Ik ben voornemens
dit toetsingskader wettelijk te regelen door een wijziging van het Besluit kwaliteit
leefomgeving. De wettelijke regeling wordt voorafgegaan door een circulaire, omdat
de eerste wijziging van het Besluit kwaliteit leefomgeving pas na inwerkingtreding
van de Omgevingswet (1 januari 2022) zijn beslag zal krijgen. Tot die tijd zullen
nog veel windturbines worden bijgebouwd of vervangen door een nieuwe generatie windturbines.
Met een circulaire wil ik het bevoegd gezag verzoeken alvast rekening te houden met
de toekomstige wetgeving. De wetgeving zal in ieder geval bestaan uit het toetsen
van de veroorzaakte risicoverhoging bij het risicobedrijf (als gevolg van het plaatsen
van een of meer windturbines) aan de normen voor het plaatsgebonden risico (PR 10-6).
Aanvullend hierop overweeg ik restrictievere wetgeving voor situaties waar de kans
op een ongeval met een zeer grote impact op de omgeving toeneemt, zoals een gifwolk
of grote explosie. In dat laatste geval zou het bevoegd gezag moeten beoordelen of
verhoging van het risico door de komst van één of meer windturbines acceptabel is,
ook als er wel aan de normen voor het plaatsgebonden risico wordt voldaan. Momenteel
wordt onderzoek uitgevoerd naar welke categorie bedrijven hieronder kan vallen en
wat de gevolgen zijn van dergelijke aanvullende wetgeving voor het halen van de doelstellingen
voor windenergie op land.
Over de circulaire en de voorgenomen wetgeving vindt afstemming plaats met betrokken
partijen en departementen. Mogelijk vindt eerst een internetconsultatie plaats. De
verwachting is dat de circulaire in de tweede helft van 2020 zal worden uitgebracht.
Overigens wordt er naast de circulaires voor Batterijen/Energieopslagsystemen en Windturbines
ook breder nagedacht over risicobeleid voor de energietransitie. Hierover heeft het
Ministerie van EZK een brief in voorbereiding die u na de zomer kunt verwachten.
ZZS Similarity Tool
Het reduceren van emissies van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) blijft van groot belang.
Waar mogelijk ondersteun ik het bevoegde gezag en de betrokken bedrijven met kennis,
voorlichting en het ontwikkelen van instrumenten ter ondersteuning. Nieuw is de ZZS
Similarity Tool. Dit is een systeem waarmee van een stof op basis van vergelijking
van de structuurformule en vorm kan worden ingeschat of deze ZZS-eigenschappen heeft.
Deze door het RIVM ontwikkelde tool zal met name gebruikt worden om vergunningverleners
en bedrijven te ondersteunen bij de beoordeling van risico’s van stoffen waarvan nog
niet alle eigenschapen bekend zijn, zoals opkomende stoffen. Ook kan deze tool worden
ingezet bij het beter duiden van risico’s van bijvoorbeeld pZZS-stoffen. Samen met
onder meer de tool die helpt te duiden welke emissies bij verschillende bedrijfstakken
te verwachten zijn (ZZS Navigator), het oprichten van het Kennisnetwerk ZZS en de
totstandkoming van de lijst potentiële ZZS, is daarmee uitvoering gegeven aan de voorgenomen
acties uit de aanpak van emissies van ZZS11. Alle tools en acties staan geordend toegelicht op de website van het RIVM12.
Ik ben verheugd dat ik u met deze brief kan berichten dat er steeds stappen worden
gezet om Nederland veiliger en gezonder te maken.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven – Van der Meer
Indieners
-
Indiener
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat