Brief regering : Verslag van de informele videoconferentie van de Raad Buitenlandse Zaken van 29 mei 2020
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2169
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2020
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele videoconferentie van de Raad Buitenlandse
Zaken van 29 mei 2020.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
VERSLAG INFORMELE VIDEOCONFERENTIE VAN DE LEDEN VAN DE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN
29 MEI 2020
Introductie
Op vrijdag 29 mei vond de Raad Buitenlandse Zaken plaats per videoconferentie. De
Minister van Buitenlandse Zaken nam deel aan deze vergadering. De Raad sprak vooral
over Afghanistan en de betrekkingen met China, Nederland bracht kort de verkiezingen
in Suriname onder de aandacht.
Current Affairs
Afghanistan
Onder Current Affairs werd met name gesproken over Afghanistan. De Hoge Vertegenwoordiger Borrell verwelkomde
het akkoord dat president Ghani en voormalig CEO Abdullah 17 mei jl. met elkaar sloten
en onderstreepte het belang daarvan voor de intra-Afghaanse onderhandelingen. Meerdere
lidstaten, waaronder Nederland, sloten zich aan bij zijn zorgen over de mogelijke
terugtrekking van de Amerikaanse troepen. Ook is door Nederland en anderen gewezen
op het belang van het behoud van de voortgang die tot nu toe gemaakt is, in het bijzonder
op het gebied van mensenrechten en vrouwenrechten, Rule of Law en anti-corruptie.
Zoals in het Algemeen Overleg Raad Buitenlandse Zaken van 28 mei jl. aangegeven, vroeg
Nederland bovendien om aandacht voor alle slachtoffers ten behoeve van een succesvolle
duurzame oplossing van het conflict. Verder benadrukte de Raad het belang van samenwerking
op migratie. Ook bestond grote overeenstemming binnen de Raad dat voor de EU-bijdrage
aan de pledging conference in november 2020 in Genève steun conditioneel moet zijn aan voortgang en niveau van
commitment aan het intra-Afghaans inclusief vredesproces. Hoge Vertegenwoordiger Borrell besloot
de discussie met een oproep aan de Afghaanse regering en de Taliban om te starten
met een inclusief intra-Afghaans vredesproces en het belang van een staakt-het-vuren
o.a. om COVID-crisis aan te pakken.
Suriname
De Raad stond stil bij het verkiezingsproces in Suriname. Daarbij werd gewezen op
het interim--rapport van de OAS waarnemingsmissie en het feit dat de uitslag nog niet
bekend was gesteld. Inmiddels hebben de vertegenwoordigers van de Europese Unie in
Paramaribo een verklaring1 uitgebracht.
EU – China relaties
De Raad sprak, mede op initiatief van Nederland, over de EU-Chinarelatie. Hoge Vertegenwoordiger
Borrell benadrukte dat de huidige COVID-19 crisis een aantal al bestaande trends heeft
versneld. Hij wees daarbij met name op de versterkte rivaliteit tussen China en de
VS en de rol die de Unie daarin moet nemen. Hij vroeg ministers vooral in te gaan
op de wijze waarop de belangen in de betrekkingen met China zo effectief mogelijk
kunnen worden behartigd. In de daarop volgende discussie spraken veel lidstaten, waaronder
Nederland, hun zorgen uit over een te grote afhankelijkheidsrelatie van derde landen
zoals China en de noodzaak om bepaalde waardeketens te herzien. Ondanks dat de verschillende
belangen van EU-lidstaten onderling daarbij een extra uitdaging kunnen vormen, was
de Raad hierover eensgezind.
Binnen de Raad bestond een brede wens voor een goede voorbereiding van de eerder uitgestelde
EU-Chinatop per videoconferentie. Nederland heeft daarbij, net als vele andere lidstaten,
het belang onderstreept van het multilaterale stelsel en met China tot afspraken te
komen op het gebied van handel/investeringen (o.a. de noodzaak tot het vergroten van
een economisch gelijk speelveld, mensenrechten, klimaat, het realiseren van de SDG’s
en samenwerking op het gebied van terug- en overname van migranten).
Veel lidstaten, waaronder Nederland, spraken hun zorg uit over de mensenrechtensituatie
in China. Nederland heeft bovendien expliciet aandacht gevraagd voor de mensenrechtensituatie
van de Oeigoeren en intimidatie van inwoners van de EU en heeft gepleit voor een gezamenlijke
EU-positie op dit dossier, conform de motie van het lid Koopmans c.s. (Kamerstuk 32 735, nr. 279).
Hoge Vertegenwoordiger Borrell sloot de discussie af door te wijzen op het belang
van het voortzetten van de dialoog met China. Hij zal nagaan of de Gezamenlijke Mededeling
van de Europese Commissie en de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) EU-China, een strategische visie2
van 2019, waarin een duidelijke aanpak van de verschillende facetten van de betrekkingen
met China is uiteengezet, in het licht van recente ontwikkelingen een update behoeft. Dit zal dan tijdens een volgende Raad aan de orde komen.
Hongkong
De Raad sprak onder het agendapunt China ook over de situatie in Hongkong naar aanleiding
van het besluit van China’s Nationale Volkscongres om nationale veiligheidswetgeving
voor Hongkong in te voeren. Er bestond brede zorg bij de lidstaten ten aanzien van
dit besluit dat niet past binnen de internationale verplichtingen die China voor de
overdracht van Hongkong is aangegaan (Sino-British Joint Declaration uit 1984) en de Basic Law van Hongkong. Het besluit dreigt het «One Country Two Systems» principe en de hoge mate van autonomie van Hongkong als Speciale Administratieve
Regio binnen de Volksrepubliek China substantieel te ondermijnen. De Raad wees erop
dat de betrekkingen met China zijn gebaseerd op wederzijds respect en vertrouwen en
dat een dergelijk besluit het vertrouwen in het naleven van internationale verplichtingen
door China schaadt. Er bestond brede overeenstemming in de Raad om dit in de contacten
met China aan de orde te blijven stellen. De discussie werd afgesloten met het uitbrengen
van een verklaring3 waarin de EU grote bezorgdheid uitspreekt over de maatregelen van China van 28 mei,
die in strijd zijn met zijn internationale verplichtingen en die de sterke autonomie
van de Speciale Administratieve Regio Hongkong ernstig dreigt te ondermijnen.
Overig
Verlenging mandaten GVDB-missies
Het kabinet maakt van de gelegenheid gebruik om de Kamer te informeren over de verlenging
van de EU-mandaten van vier GVDB-missies. Met het oog op de gevolgen van de COVID-19
crisis op reguliere EU-besluitvormingsprocessen heeft de Europese Dienst voor het
Extern Optreden (EDEO) voorgesteld om de mandaten van EULEX Kosovo, EUBAM Libië, EUBAM
Rafah en EUPOL COPPS technisch te verlengen met een jaar. Deze mandaten lopen allen
per juli 2020 af. Naar verwachting wordt de besluitvorming hierover op korte termijn
afgerond. De inhoud van de mandaten blijft tijdens deze verlenging ongewijzigd. Het
Nederlandse mandaat voor de bijdrage aan EULEX Kosovo loopt per 15 juni 2020 af, de
mandaten voor bijdragen aan EUPOL COPPS (Palestijnse Autoriteit) en EUBAM Rafah lopen
t/m juli 2021 en voor EUBAM Libië t/m december 2021. In navolging van het EU-besluit
om de mandaten technisch te verlengen met een jaar, wordt de Nederlandse bijdrage
aan EULEX Kosovo met een vijftiental functionarissen ongewijzigd verlengd tot 1 juni
2021.
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken