Brief regering : Uitvoering van de gewijzigde motie van het lid Alkaya over sancties indien Vietnam bepaalde conventies niet ratificeert (Kamerstuk 21501-02-2130)
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2142
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2020
Op maandag 30 maart 2020 heeft de Raad door middel van een schriftelijke procedure
ingestemd met de sluiting van het handelsakkoord tussen de EU en Vietnam. Nederland
heeft zich aangesloten bij de stemverklaring1 van België en Spanje waarin het belang onderstreept wordt van de ratificatie en implementatie
van de twee resterende fundamentele ILO conventies (nummer 87 en nummer 105). Daarnaast
heeft Nederland een tweede stemverklaring2 afgegeven. Indien Vietnam onvoldoende actie onderneemt om de twee resterende fundamentele
ILO conventies volgens het aangegeven tijdpad te ratificeren en implementeren, roept
Nederland de Commissie in deze tweede stemverklaring op om alle opties te onderzoeken
die nodig zijn om dit te adresseren, inclusief geschillenbeslechting.
Het handelsverdrag voorziet niet in de mogelijkheid tot sancties of opschorting van
het verdrag indien Vietnam de conventies over dwangarbeid en de vrijheid van vereniging
niet ratificeert vóór respectievelijk 2020 en 2023. Dit in acht nemende heb ik uitvoering
gegeven aan de gewijzigde motie ingediend door het lid Alkaya (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2130 ter vervanging van die gedrukt onder Kamerstuk 21 501-02, nr. 2125).
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
Indieners
-
Indiener
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking