Brief regering : Kabinetsappreciatie Uitbreidingspakket 2020
23 987 Lidmaatschap van de Europese Unie
Nr. 388
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 oktober 2020
Op 6 oktober jl. presenteerde de Europese Commissie haar jaarlijkse uitbreidingspakket1. Naast een algemene mededeling over het uitbreidingsbeleid omvat het pakket voortgangsrapportages
over Montenegro, Servië, Noord-Macedonië, Albanië, Kosovo, Bosnië-Herzegovina en Turkije.
Op 6 oktober publiceerde de Commissie tevens een mededeling over het Economisch- en
Investeringsplan voor de Westelijke Balkan2 (EIP).
Deze appreciatie gaat in op de belangrijkste elementen en aanbevelingen van het uitbreidingspakket
van de Commissie. Het kabinet beoordeelt de voortgang die de (potentiële) kandidaat-lidstaten
het afgelopen jaar hebben geboekt alsook de mate waarin deze landen op de lidmaatschapsverplichtingen
zijn voorbereid, conform mijn toezegging tijdens het AO RAZ van 7 oktober jl. (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2222). Deze appreciatie vormt eveneens de basis voor de Nederlandse inzet bij de voorbereidingen
voor de conclusies over de algemene mededeling en de landenrapportages die de Raad
naar verwachting op 10 november 2020 zal aannemen. Daarnaast gaat deze appreciatie
ook in op de mededeling van de Commissie over het EIP.
Deze appreciatie geeft tevens inzicht in de voortdurende uitvoering van de motie 21
501–20 Van der Graaf/Mulder over de inspanningen van het kabinet inzake EU- ondersteuning
voor een gedetailleerde hervormingsagenda voor de landen op de Westelijke Balkan.
Tevens gaat deze appreciatie in op de dekking en uitwerking van het steunpakket voor
de Westelijke Balkan zoals toegezegd tijdens het notaoverleg op 4 mei jl. (Kamerstuk
21 501-20, nr. 1538).
Subsidiariteit en proportionaliteit
Deze appreciatie komt in plaats van een BNC-fiche. Het kabinet heeft een positieve
grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit van de Commissie-mededeling. Het uitbreidingsbeleid
is per definitie een beleidsterrein dat alleen op EU-niveau uitgevoerd kan worden.
Ten aanzien van het proportionaliteitsoordeel heeft het kabinet eveneens een positieve
grondhouding. De Commissie-mededeling geeft uitvoering aan het door de Europese Raad
vastgestelde uitbreidingsbeleid uit 20063.
Nieuwe methodologie
Op 14 februari jl. ging Op 14 februari jl. ging uw Kamer de kabinetsappreciatie toe
van de door de Commissie voorgestelde herziening van de uitbreidingsmethodologie (Kamerstuk
21 501-20, nr. 1511). Het kabinet constateerde destijds dat de herziening een belangrijke stap in de
goede richting was. Het kabinet verwelkomt de grotere nadruk op hervormingen van de
rechtsstaat, het overheidsapparaat en de economie zoals uiteengezet in de mededeling
van de Commissie. Daarnaast sluit de duidelijke taal over conditionaliteit goed aan
bij de strikt en fair benadering t.a.v. uitbreiding. De Raad sprak in maart jl. steun
uit voor deze herziene uitbreidingsmethodologie.
De nieuwe methodologie komt in deze voortgangsrapportages deels terug. Zo staat het
Fundamentals Cluster centraal in alle voortgangsrapporten en is er meer aandacht voor de politieke committering
aan het EU-proces van de kandidaat-lidstaten zelf. Tegelijkertijd kunnen toekomstige
rapportages verder verbeteren door duidelijkere aanbevelingen van de Commissie over
o.a. correctieve maatregelen. Daarnaast is het wenselijk dat de rapportages in de
toekomst op basis van de cluster-indeling wordt opgesteld. Zoals aangegeven in de
kabinetsappreciatie van de onderhandelingsraamwerken voor Noord-Macedonië en Albanië
(Kamerstuk 23 987, nr. 386) streeft het kabinet ernaar dat de nieuwe methodologie volledig tot haar recht komt
in deze onderhandelingsraamwerken.
Landenrapportages
Montenegro
In Montenegro is de politieke committering aan het strategische doel van EU- integratie
consistent, inclusief voortdurende volledige aansluiting bij het Gemeenschappelijk
buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB), aldus de Commissie. De Commissie is van mening
dat er een algemene balans is tussen voortgang op rechtsstaatsterrein en voortgang
in andere hoofdstukken. Volgens de Commissie is het vervullen van de interim benchmarks
op rechtsstaatsterrein prioriteit voor Montenegro voordat kan worden overgegaan naar
het onder voorbehoud sluiten van hoofdstukken. Hierbij is het met name van belang
dat Montenegro stappen zet op het gebied van vrijheid van meningsuiting, mediavrijheid,
corruptiebestrijding, politieke inmenging in belangrijke onafhankelijke instellingen
en de rechterlijke macht, zonder eerdere resultaten op justitieterrein terug te draaien,
aldus de Commissie.
Het kabinet is van mening dat het rapport een goed beeld schetst van de situatie in
Montenegro en ondersteunt de conclusie van de Commissie dat er op dit moment geen
hoofdstukken voorlopig gesloten kunnen worden. De voortgang op politieke- en rechtsstatelijke
thema’s blijft beperkt. De publicatie van het voortgangsrapport komt in het kielzog
van een politieke verandering waarbij voor het eerst in 30 jaar een andere politieke
coalitie aan de macht is. De Commissie legt de bal – terecht – bij de nieuwe regering
én het parlement om nu serieus werk te maken van de belangrijkste prioriteit in het
hervormingstraject: corruptiebestrijding. Implementatie van de genomen maatregelen
is cruciaal, ook daar waar mogelijk politieke belangen in het geding komen. Het kabinet
zal de komende periode nauwlettend monitoren of er politieke wil en voldoende onafhankelijkheid
binnen de strafrechtketen bestaat om door te pakken op pijnpunten zoals bestrijding
van corruptie en georganiseerde misdaad.
Servië
Servië bleef het EU-lidmaatschap benoemen als het strategische doel in de afgelopen
periode. Maar volgens de Commissie is het nodig dat Servië hier meer nadruk op legt.
Zo is het volgens de Commissie van belang dat de onafhankelijke communicatie over
de EU, de belangrijkste politieke en economische partner van Servië, verbetert. De
voortgang van Servië op rechtsstaatsterrein en de normalisatie van de relatie met
Kosovo zijn essentieel en zullen het tempo van de voortgang van de onderhandelingen
blijven bepalen, aldus de Commissie. Deze voortgang op rechtsstaatsterrein is echter
niet zo snel en effectief als verwacht zou kunnen worden van een kandidaat-lidstaat.
Servië dient de hervormingen te versnellen en te verdiepen, met name op het terrein
van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de strijd tegen corruptie, mediavrijheid,
de nationale omgang met oorlogsmisdaden en de strijd tegen georganiseerde misdaad.
Daarnaast zou Servië zich moeten richten op het behalen van de interim benchmarks
op rechtsstaatsterrein. Relaties tussen Belgrado en Pristina blijven een uitdaging,
maar de Commissie ziet het hervatten van de door de EU gefaliciteerde dialoog als
een positieve stap. Servië dient hierin echter verdere substantiële stappen te zetten,
zo stelt de Commissie. Ook dient Servië zich meer aan te sluiten bij het GBVB, aldus
de Commissie.
De toon en inhoud van het rapport komen overeen met de analyse van het kabinet. Terwijl
er op een aantal terreinen vooruitgang was, zoals op het terrein van digitalisering
en het verminderen van de achterstand in het behandelen van rechtszaken, is het kabinet
van mening dat het afgelopen jaar een periode van groeiende politieke polarisatie
en verdere inperking van fundamentele vrijheden was in Servië. Deze zorgen bestaan
al enkele jaren en zijn in de ogen van het kabinet mede te wijten aan gebrek aan politieke
wil om daadwerkelijk moeilijke hervormingen door te voeren. Uitlatingen van Servische
overheidsfunctionarissen over gebrek aan Europese solidariteit met Servië eerder dit
jaar zijn wat het kabinet betreft exemplarisch voor het gebrek aan overtuiging waarmee
de regering de strategische waarde van het EU-lidmaatschap publiekelijk communiceert.
Dit doet de steun van de bevolking voor de noodzakelijke hervormingen geen goed. Het
kabinet acht het dan ook positief dat er in het rapport meer aandacht gevraagd wordt
voor de communicatie van de autoriteiten over de keuze van Servië voor toekomstig
EU-lidmaatschap, conform de nieuwe methodologie. Evenals de Commissie verwelkomt het
kabinet het hervatten van de dialoog met Pristina. Met name het gebrek aan voortgang
op justitieterrein en op het gebied van vrijheid van meningsuiting en bescherming
van journalisten baart het kabinet zorgen. Het kabinet is met de Commissie van mening
dat Servië zich de aankomende periode zal moeten richten op het behalen van de interim
benchmarks op rechtsstaatsterrein.
Noord-Macedonië
De Commissie presenteerde voorstellen voor het onderhandelingsraamwerk in juli 2020
alsmede een rapport over de voortgang op hervormingsterrein4. De Commissie stelt dat zij uitkijkt naar de eerste Intergouvernementele Conferentie
(IGC) die zo snel mogelijk na het vaststellen van het onderhandelingsraamwerk door
de Raad zou moeten plaatsvinden. De Commissie vindt dat Noord-Macedonië duidelijke
voortgang heeft geboekt over de periode die het voortgangsrapport beslaat. Dit leidde
er uiteindelijk toe dat de Raad in maart jl. kon instemmen met het openen van de toetredingsonderhandelingen.
Volgens de Commissie is Noord-Macedonië doorgegaan met het implementeren van EU-gerelateerde
hervormingen en daarmee is het gecommitteerd aan het pad richting EU-lidmaatschap.
Daar komt bij dat Noord-Macedonië in de afgelopen rapportageperiode ook het integratieproces
heeft afgerond om als volwaardig lid toe te treden tot de NAVO, zo stelt de Commissie.
Op het terrein van de rechtsstaat heeft Noord-Macedonië een aantal belangrijke hervormingen
doorgevoerd, waaronder het implementeren van de wet die van kracht is voor de inwerkingtreding
van het Openbaar Ministerie (Public Prosecution Office), aldus de Commissie. De voortgang op het gebied van de aanpak van georganiseerde
misdrijf en corruptie wordt door de Commissie als goed beschouwd. De samenwerking
met Europol is in de afgelopen periode verder uitgebouwd. Met name het trackrecord voor het aantal vervolgingen van verdachten van high level misdrijven is verbeterd. Noord-Macedonië heeft volgens de Commissie een juridisch
raamwerk voor de bescherming van fundamentele rechten opgezet wat bijna voldoet aan
Europese standaarden.
Het kabinet is van mening dat het voortgangsrapport voor Noord-Macedonië een overwegend
positief beeld geeft van de voortgang in het hervormingsproces. Op de voor Nederland
belangrijke terreinen van rechtsstaat, de strijd tegen corruptie, overheidsfinanciën
en het veiligheidsapparaat is voortgang geboekt. De nieuwe wet op het Openbaar Ministerie
trad in juni in werking, waardoor de zaken van het Special Prosecution Office doorgaan. De anti-corruptiecommissie heeft een toenemend aantal zaken in behandeling
genomen en de antidiscriminatiewet, die eerder op procedurele gronden ongeldig werd
verklaard door het Constitutioneel Hof, wordt op dit moment met voorrang behandeld
in het parlement. Belangrijke aandachtspunten voor de komende periode zijn in de ogen
van het kabinet het doorlichten van rechters, spoedige parlementaire goedkeuring van
de nationale anti-corruptiestrategie, het verbeteren van de persvrijheid en van het
parlementair toezicht op de overheidsfinanciën en de veiligheidsdiensten.
De eerste IGC kan wat het kabinet betreft plaatsvinden zodra er overeenstemming is
over het onderhandelingsraamwerk.
Albanië
De Commissie presenteerde voorstellen voor het onderhandelingsraamwerk in juli 2020
alsmede een rapport over de voortgang op hervormingsterrein5. De Commissie stelt dat zij uitkijkt naar de eerste Intergouvernementele Conferentie
(IGC) die zo snel mogelijk na het vaststellen van het onderhandelingsraamwerk door
de Raad zou moeten plaatsvinden. De Commissie stelt vervolgens vast dat de Raad t.a.v.
Albanië een aantal voorwaarden heeft gesteld waar het land aan moet voldoen voordat
de IGC kan plaatsvinden.
De autoriteiten hebben zich volgens de Commissie publiekelijk gecommitteerd aan het
EU-pad, gebaseerd op grote publieke steun voor EU-toetreding. Albanië sluit zich nog
steeds in alle gevallen aan bij het GBVB.
Op de voorwaarden zoals gesteld door de Raad rapporteert de Commissie het volgende:
de kieswet is aangepast op basis van de aanbevelingen van de Office for Democratic Institutions and Human Rights (ODIHR) en op 23 juli aangenomen door het parlement. De Commissie concludeert dat,
los van deze positieve uitkomst, de politieke dialoog in het land verbeterd moet worden,
met name op het terrein van electorale hervormingen en de implementatie hiervan.
De nieuwe justitiële instellingen hebben vacatures vervuld in het Hooggerechtshof
en Constitutioneel Hof waardoor één van de Kamers van het Hooggerechtshof kan functioneren.
Met de huidige vier leden heeft het Constitutioneel Hof nog geen quorum, maar op basis
van de richtsnoeren uit de opinie van de Venetië Commissie kunnen de overige vacatures
ingevuld worden. De Special Anti-Corruption and Organised Crime Structure (SPAK) is volledig opgezet, inclusief het Special Prosecution Office (SPO) dat de belangrijke onderzoekstaken uitvoert. Ook is de Directeur van het National Bureau of Investigation (NBI) aangesteld.
Het doorlichten van rechters en openbaar aanklagers gaat gestaag voort en er wordt
voortgang geboekt in de strijd tegen corruptie rapporteert de Commissie. Inspanningen
om een solide trackrecord op te bouwen duren voort, al blijft het een lange-termijn
doel dat nog steeds verdere gestructureerde en consistente inspanningen vereist. In
het algemeen blijft corruptie wijdverspreid en een serieus probleem stelt de Commissie.
Ook boekte Albanië goede voortgang in de strijd tegen georganiseerde misdaad, inclusief
de samenwerking met EU-lidstaten, en via het implementeren van de aanbevelingen uit
het Financial Action Task Force (FATF) actieplan. Net als voorgaande jaren boekt Albanië goede voortgang in het tegengaan
van de teelt en handel in cannabis. Verder dient de internationale politiesamenwerking
voortgezet te worden, met name op het terrein van het bestrijden van witwassen en
verdere implementatie van het FATF actieplan.
Op het terrein van vrijheid van meningsuiting en mediavrijheid heeft de regering zich
publiekelijk gecommitteerd aan het implementeren van de aanbevelingen uit de opinie
van de Venetië Commissie hierover. De concept-mediawet wordt op het moment herzien
op basis van deze opinie. Verder is het aantal ongegronde asielaanvragen door Albanezen
in de EU omlaag gegaan maar het aantal blijft hoog en behoeft voortdurende en duurzame
inspanningen, inclusief het adresseren van het fenomeen van alleenstaande minderjarige
asielzoekers, rapporteert de Commissie. Albanië heeft zijn inspanningen om ongegronde
asielaanvragen tegen te gaan voortgezet en de dialoog en samenwerking met de meest
getroffen landen versterkt.
De Commissie concludeert dat Albanië reeds beslissende voortgang heeft geboekt en
het land bijna voldoet aan de voorwaarden zoals bepaald door de Raad met het oog op
de eerste IGC.
Het kabinet deelt de analyse van de Commissie dat Albanië voortgang heeft laten zien
op verschilende terreinen, maar de conclusie van de Commissie dat bijna aan alle voorwaarden
is voldaan vindt het kabinet voorbarig.
Het kabinet deelt de appreciatie van de Commissie dat er nog geen quorum is voor het
Constitutioneel Hof en dat er verdere voortgang geboekt dient te worden t.a.v. de
herziening van de mediawet op basis van de opinie van de Venetië Commissie. Ook het
Hooggerechtshof is ondanks de aanstelling van enkele niet-magistraten nog niet in
staat om alle zaken te behandelen. Grote stappen zijn met name gezet op het gebied
van de doorlichting van hooggeplaatste rechters en aanklagers, maar dit leidt nog
onvoldoende tot daadwerkelijke veroordelingen van de rechters die tijdens de doorlichting
beschuldigd werden van criminele activiteiten.
Corruptie blijft een groot en wijdverspreid probleem dat de komende jaren de nodige
aandacht zal blijven vragen. In dit kader is het positief dat de SPAK inmiddels volledig
operationeel is. Het recente rapport van de Group of States against Corruption (GRECO),
concludeert dat Albanië 9 van de 10 aanbevelingen naar behoren heeft geïmplementeerd.
Dit toont aan dat Albanië werk maakt van corruptiebestrijding. Maar Albanië dient
verdere stappen te zetten in het opbouwen van een solide trackrecord in het onderzoeken,
vervolgen en definitief veroordelen van corruptie en georganiseerde misdaad op alle
niveaus.
Op het terrein van de aanpak van georganiseerde misdaad en migratie is tevens voortgang
geboekt. De samenwerking met de Albanese autoriteiten in het tegengaan van irreguliere
migratie blijft goed lopen. Goede samenwerking blijft nodig om de redenen die de Commissie
noemt, maar ook om de problematiek rondom inklimmers aan te pakken. Ook loopt de opvolging
van de FATF-aanbevelingen redelijk op schema en heeft Albanië deelgenomen aan verschillende
internationale politieoperaties. In dit kader is het positief dat de directeur van
het National Bureau of Investigation (NBI) is benoemd maar blijft het van belang dat
ook de benodigde inspecteurs aangesteld en getraind worden.
De Raad besloot in maart dat de eerste IGC met Albanië kan plaatsvinden, als is voldaan
aan de voorwaarden zoals gesteld in de raadsconclusies van maart 2020. Voor het kabinet
is het cruciaal dat op de hierboven genoemde punten de komende tijd verdere voortgang
wordt geboekt. Pas als overtuigend is voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in
de raadsconclusies van maart 2020 is het houden van een eerste IGC met Albanië voor
het kabinet aan de orde.
Kosovo
De combinatie van een politiek gecompliceerd jaar (drie regeringen) en het uitbreken
van de COVID-pandemie hebben er volgens de Commissie voor gezorgd dat Kosovo in de
rapportageperiode beperkte vooruitgang heeft geboekt op vrijwel alle terreinen waar
EU-hervormingen noodzakelijk zijn. Op het terrein van rechtsstatelijkheid stelt de
Commissie dat Kosovo zich in een vroegtijdig stadium bevindt van het hervormingsproces.
Zo stelt de Commissie dat het Kosovaarse rechtssysteem kwetsbaar blijft voor ongewenste
politieke invloeden. Administratieve capaciteiten binnen de verschillende justitiële
instanties blijven onvoldoende opgebouwd. De Commissie doet de aanbeveling om hier
blijvende aandacht voor te vragen. Kosovo heeft beperkte voortgang geboekt op de aanpak
van georganiseerde misdaad, waarbij specifiek wordt genoemd dat in het onderzoek naar
en vervolging van verdachten in prominente high level zaken voortgang ontbreekt. De oorzaak hiervoor is beperkte capaciteit en de wijdverspreide
aanwezigheid van corruptie, aldus de Commissie. Het achterwege blijven van de implementatie
van de nieuwe Criminal Procedure Code en de vertragingen die opspelen met de aanpassingen van regelgeving omtrent de financiering
van politieke partijen zijn niet behulpzaam, aldus de Commissie. Waar Kosovo volgens
de Commissie wel duidelijke voortgang heeft geboekt is op het terrein van terrorismebestrijding.
Het Kosovaarse stelsel van wetten en regels omtrent dit thema wordt door de Commissie
als grotendeels in lijn met EU-standaarden beschouwd.
De normalisering van de relatie tussen Servië en Kosovo wordt door de Commissie voor
beide landen als cruciaal en noodzakelijk gezien om stappen te kunnen blijven zetten
op het pad richting EU-lidmaatschap. In juli 2018 bevestigde de Commissie dat Kosovo
aan de voorwaarden voor visumliberalisatie heeft voldaan, en in maart 2019 steunde
het Europees Parlement het voorstel van de Commissie voor visumliberalisatie voor
Kosovo. Het voorstel ligt nu bij de Raad en moet volgens de Commissie met urgentie
worden behandeld.
Het kabinet deelt de mening van de Commissie dat de geboekte voortgang door Kosovo
beperkt is gebleven. Met name wanneer het aankomt op de daadwerkelijke implementatie
van voorgestelde wetswijzigingen en hervormingen op het gebied van rechtspraak, fundamentele
rechten, openbaar bestuur en de aanpak van georganiseerde misdrijven en corruptie
constateert het kabinet dat er sprake is van stagnatie. Zo is het wettelijk kader
voor de bescherming van mensenrechten en fundamentele rechten zo goed als in lijn
met Europese standaarden. Maar de implementatie van deze wetgeving wordt vaak ondermijnd
door onvoldoende middelen, beperkte politieke prioritering en gebrek aan coördinatie.
Ook is de rechterlijke macht kwetsbaar voor politieke invloed, zijn juridische procedures
langzaam en inefficiënt en dienen er duurzame inspanningen gedaan te worden om de
rechterlijke instellingen op te bouwen. Het kabinet zal pas instemmen met het invoeren
van visumvrijheid van Kosovaarse burgers wanneer er sprake is van een serieus en gedegen
trackrecord ten aanzien van de bestrijding van georganiseerde misdaad en corruptie en de continue
vervulling van de overige voorwaarden. Het kabinet is het eens met de aanbeveling
van de Commissie dat Kosovo blijvende aandacht moet besteden aan het opbouwen van
de justitiële instanties.
Bosnië-Herzegovina
De Commissie stelt dat er vrijwel geen voortgang heeft plaatsgevonden in de afgelopen
periode. De prioriteiten voor Bosnië-Herzegovina liggen op het terrein van rechtsstaat,
fundamentele rechten en hervorming van het openbaar bestuur en juist op deze onderwerpen
stelt de Commissie dat er onvoldoende voortgang is geboekt. Speciale aandacht gaat
uit naar de onder druk staande positie van journalisten en onafhankelijkheid van publieke
omroepen. Daarnaast is er door de regering geen actie ondernomen om op een betekenisvolle
wijze de dialoog met het maatschappelijk middenveld in het land aan te gaan, aldus
de Commissie. Er is geen voortgang geboekt bij de implementatie van de aanbevelingen
op het gebied van aanpak van corruptie en georganiseerde misdaad. Tot slot stelt de
Commissie dat Bosnië-Herzegovina zich pas in de beginfase bevindt van de voorbereidingen
om aan de verplichtingen van de EU te kunnen voldoen.
Het kabinet deelt de conclusies van de Commissie. Het voortgangsrapport voor Bosnië-Herzegovina
maakt duidelijk dat het land, op enkele tussenstapjes na, onvoldoende voortgang heeft
geboekt op de hervormingsprioriteiten. Daarnaast is de constatering dat de instellingen
falen omdat de structuur van de instellingen gebaseerd is op etniciteit, en daarmee
het streven naar eigen politiek- en financieel gewin in de hand werkt, verontrustend.
Ook op migratieterrein heeft het land helaas nog geen constructieve stappen gezet.
Het weinig beproefde asielsysteem kampt met capaciteitsproblemen waardoor het relatief
lage aantal vluchtelingen onvoldoende bescherming geniet. Ook zijn er onvoldoende
opvangcentra voor het grote aantal irreguliere migranten. Het kabinet is van mening
dat Bosnië-Herzegovina in de komende jaren werk dient te maken van de onafhankelijkheid
en efficiëntie van de rechterlijke macht, het opbouwen van een trackrecord van corruptie-
en georganiseerde misdaad, de hervorming van het openbaar bestuur, en het zetten van
concrete stappen ter bescherming van mensenrechten en anti-discriminatie.
Turkije
De Commissie stelt dat Turkije een belangrijke partner is voor de EU en een kandidaat-lidstaat.
Dialoog en samenwerking met Turkije zijn voortgezet, inclusief effectieve samenwerking
op migratieterrein en omvangrijke EU-steun voor vluchtelingen, ondanks zorgen over
de gebeurtenissen bij de Grieks-Turkse grens in maart 2020. Echter, de Commissie constateert
dat Turkije zich verder is blijven verwijderen van de Europese Unie, met serieuze
achteruitgang op het gebied van democratie, rechtsstaat, fundamentele rechten en de
onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. De voortdurende arrestaties van oppositieleiders,
mensenrechtenactivisten, journalisten en vertegenwoordigers van het maatschappelijk
middenveld in het kader van ruime anti-terrorismewetgeving zijn zeer zorgelijk, aldus de Commissie.
Ook stelt de Commissie dat het Turkse buitenlands beleid in toenemende mate botste
met de EU-prioriteiten onder het GBVB, met name door Turkse militaire operaties in
Noordoost Syrië en de memoranda of understanding die Turkije tekende met de Government of National Accord (GNA) in Libië. Met betrekking tot de ongeautoriseerde boringen in de Oostelijke
Middellandse Zee besloot de EU in juli 2019 tot een aantal maatregelen die in november
2019 werden uitgebreid met een sanctieregime. De Commissie beschrijft dat er twee
listings volgden in februari 2020. Vervolgens besloot de Europese Raad op 1 oktober
jl. tot een tweesporen-benadering ten aanzien van Turkije. De Commissie herhaalt de
conclusies van de Europese Raad: indien de constructieve inspanningen om illegale
activiteiten ten aanzien van Griekenland en Cyprus te beëindigen, worden voortgezet,
dan zal de voorzitter van de Europese Raad, in samenwerking met de voorzitter van
de Commissie en met de steun van de Hoge Vertegenwoordiger, een voorstel uitwerken
om de relatie tussen de EU en Turkije nieuwe energie te geven. Maar als Turkije blijft
volharden in unilaterale acties en provocaties dan zal de Unie niet aarzelen het hele
instrumentarium in te zetten.
In juni 2019 herhaalde de Raad de conclusie van juni 2018 dat de toetredingsonderhandelingen
met Turkije effectief tot stilstand gekomen zijn en er geen nieuwe hoofdstukken geopend
of gesloten kunnen worden. De Commissie stelt vast dat de onderliggende feiten waarop
deze conclusie is gebaseerd nog immer van toepassing zijn, ondanks de herhaalde verklaringen
van de Turkse autoriteiten dat zij gecommitteerd zijn aan het EU-toetredingsproces.
Het kabinet deelt de zorgen van de Commissie over de verdere achteruitgang ten aanzien
van de rechtsstaat, democratie en mensenrechten in Turkije. Op basis hiervan is het
in de ogen van het kabinet terecht dat de toetredingsonderhandelingen effectief tot
stilstand zijn gekomen. Tevens zal het kabinet blijven bepleiten dat de pre-toetredingssteun
voor Turkije volledig wordt opgeschort conform de motie van de leden Roemer en Segers
(Kamerstuk 32 824, nr. 158). Verder zal het kabinet zich, conform de motie van de leden Van Ojik en Van den
Hul (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1207) ervoor inzetten dat de steun aan mensenrechten-NGO’s tenminste op peil blijft.
Tegelijkertijd is het kabinet van mening dat de EU-Turkije Verklaring een effectief
middel is in het tegengaan van irreguliere migratie. Zowel de EU als Turkije heeft
baat bij een effectieve uitvoering van deze afspraken en de partijen hebben een gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid hiertoe. Turkije levert met opvang van bijna vier miljoen vluchtelingen
een grote inspanning, en wordt hier terecht in ondersteund.
Het kabinet zal onverminderd vasthouden aan de vervulling van alle benchmarks van
de Roadmap visumliberalisatie voordat het zal kunnen instemmen met het afschaffen van de visumplicht
voor kort verblijf van Turkse burgers. Tegelijkertijd is het kabinet ervan overtuigd
dat praktische samenwerking met Turkije, bijvoorbeeld op het gebied van migratie,
terreurbestrijding en economie, in het belang van Nederland en de EU is.
Mededeling Economisch- en Investeringsplan
In de mededeling van de Europese Commissie over het Economisch- en Investeringsplan
voor de Westelijke Balkan (EIP) wordt ingegaan op de plannen voor economische ontwikkeling
in de regio. De Commissie stelt voor om, afhankelijk van het finale akkoord over het
MFK 2021–2027, ruim 9 miljard euro vanuit het Instrument voor Pretoetredingssteun,
IPA III, te gebruiken voor deze plannen. In het EIP wordt de ambitie uiteengezet om
via een brede sectorale aanpak, met plannen op het gebied van infrastructuur, diversificatie
van energievoorzieningen, digitalisering, menselijk kapitaal en door middel van vergroening
en aandacht voor het klimaat een vliegwiel te creëren voor economische voorspoed.
In het EIP is sociaaleconomische ontwikkeling afhankelijk van hervorming en vooruitgang
op het fundamentals first principe van pre-toetredingssteun. Goed functionerende democratische instellingen,
effectieve organisatie van openbaar bestuur, onafhankelijkheid van de rechterlijke
macht en respect voor fundamentele rechten zijn absolute voorwaarden om de absorptiecapaciteit
van de landen op de Westelijke Balkan te vergroten en de sociaaleconomische investeringen
op een verantwoorde wijze te implementeren, zo blijkt uit de mededeling.
Het kabinet neemt kennis van het voorstel van de Commissie voor het EIP dat in de
aankomende jaren nader vormgegeven zal worden d.m.v. een dialoog tussen de Commissie
en lidstaten, o.a. in het IPA Comité. Het kabinet deelt de visie van de Europese Commissie
dat bij pre-accessiesteun voor de Westelijke Balkan landen het principe van Fundamentals first centraal staat. Daarbij zal het kabinet tijdens de behandeling van uitgewerkte voorstellen
in het IPA Comité ook steeds blijven toetsen of de balans tussen sociaaleconomische
investeringen en de inzet op hervormingen op het gebied van democratie, rechtsstaat,
fundamentele rechten en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht gewaarborgd
blijft. De inzet van het kabinet t.a.v. IPA III blijft onveranderd, conform het BNC-fiche
dat u Kamer hierover ontving6. Het kabinet is het eens met de Europese Commissie dat sociaaleconomische investeringen
op de Westelijke Balkan tevens moeten bijdragen aan vergroening en het tegengaan van
klimaatverandering. Daarnaast zal het kabinet inzetten op dwarsdoorsnijdende effecten
die het EIP kan hebben op o.a. het mainstreamen van transparantie- en controlemechanismen
en stevige conditionaliteit t.a.v. het toekennen van fondsen. Hierbij zal het kabinet
zich hard maken voor het toekennen van fondsen op basis van voortgang op het terrein
van de rechtsstaat, conform de nieuwe methodologie.
Het kabinet is van mening dat de financiële middelen gevonden dienen te worden binnen
de in de Raad afgesproken financiële kaders van het MFK 2014–2020 en het MFK 2021–2027
en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. De Commissie
moet in haar voorstellen de uitkomsten van de Europese Raad van 17-21 juli nog verwerken,
waarin het budget voor o.a. IPA licht neerwaarts is aangepast. Eventuele nationale
budgettaire gevolgen van het EIP worden conform de regels inzake budgetdiscipline
ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen.
Toezegging over de dekking en uitwerking van het steunpakket voor de Westelijke Balkan
Op 29 april jl. presenteerde de Commissie een mededeling over steun aan de Westelijke
Balkan in de bestrijding van Covid-19 en het post pandemie herstel (COM(202)315).
De EU heeft een steunpakket van meer dan EUR 3,3 mld. gemobiliseerd voor de burgers
van de Westelijke Balkan, grotendeels bestaande uit leningen. In het steunpakket worden
middelen van de EU-instellingen, lidstaten en financiële instellingen gecombineerd7. Vanuit de EU wordt er EUR 12,5 miljoen aan humanitaire hulp en noodhulp voor kwetsbare
vluchtelingen en migranten beschikbaar gesteld. Daarnaast is er EUR 750 miljoen aan
macro-financiële bijstand beschikbaar alsmede een steunpakket van 1,7 miljard van
de Europese Investeringsbank(EIB).
Uit dit steunpakket worden drie acties onder het Instrument voor Pre-Accessiesteun
(IPA) gefinancierd: 1). EUR 38 miljoen voor onmiddellijke noden in de gezondheidssector;
2). EUR 389 miljoen voor sociale-en economische herstelbehoeften; 3). EUR 455 miljoen
voor een economisch herstelpakket voor de regio in nauwe samenwerking met de Internationale
Financiële Instellingen (IFI’s). Alle steun i.h.k.v. het eerste punt is inmiddels
gecommitteerd en wordt momenteel door de verschillende landen ingezet. Steun i.h.k.v.
actie 2 bevindt zich nog in een vroegtijdig stadium. Dit kan verklaard worden doordat
veel van de toegezegde steun bestaat uit begrotingssteun en niet via aanbestedingen
voor projecten gecommitteerd kan worden. Acties onder punt 1 en 2 zijn als volgt verdeeld
onder de verschillende landen op de Westelijke Balkan:
Albanië: EUR 50,6 miljoen
Bosnië Herzegovina: EUR 80,5 miljoen
Kosovo: EUR 68,0 miljoen
Montenegro: EUR 53,0 miljoen
Noord-Macedonië: EUR 66,0 miljoen
Servië: EUR 93,4 miljoen
Meer-landen programma’s8: EUR 15,5 miljoen
Op verzoek van een groot aantal lidstaten, waaronder Nederland, is daarbij niet gekort
op de projecten en programmaonderdelen die zich richten op hervormingen op het gebied
van de Rule of Law. Alleen in het uitzonderlijke geval waarin de COVID-19 pandemie ertoe heeft geleid
dat de implementatie van Rule of Law projecten geen doorgang kan vinden worden deze
activiteiten doorgeschoven waarbij de Commissie verzekert dat reeds gecommitteerde
bedragen mee zullen worden genomen in de toekomstige begroting onder IPA III. Met
betrekking tot punt 3. hebben IFI’s via reeds bestaande financiële mechanismen en
faciliteiten inmiddels EUR 212 miljoen ingezet om de economisch gevolgen voor met
name het bedrijfsleven te ondervangen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken