Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Wassenberg, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 1 oktober 2019, over het bericht dat Nederland al 10 jaar lang grootschalige fraude door kustvissers door de vingers ziet
29 675 Zee- en kustvisserij
Nr. 193 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 december 2019
Bij brief van 1 oktober 2019 heeft uw Kamer het verzoek overgebracht van het lid Wassenberg
om een brief over het bericht (nos.nl, 28 september 2019) dat Nederland al 10 jaar
lang grootschalige fraude door kustvissers door de vingers ziet. Het verzoek was om
in te gaan op de fraude en vooral uit te leggen waarom niet is gereageerd op een EU-rapport
over die fraude.
In het hierna volgende wordt ingegaan op het EU-studie rapport en de acties ter verbetering
van de controle van het motorvermogen.
In de bijlage treft u tevens de antwoorden aan op de schriftelijke vragen van het
lid Moorlag (PvdA) van 4 oktober 2019, over de handhaving van wet- en regelgeving,
onder andere met betrekking tot kustvissers (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 1016).
Daarnaast wordt in deze brief melding gemaakt van de verlenging van het beleid met
betrekking tot mosselzaadinvanginstallaties (MZI’s) met een jaar.
EU-studierapport over motorvermogen.
De EU-studie («Study on engine power verification by Member States») waarnaar in de
artikelen wordt verwezen bevat de uitkomsten van een onderzoek naar de controle en
handhaving van het motorvermogen in 14 lidstaten. Aanleiding voor de studie was de
vraag van de Europese Commissie in hoeverre de lidstaten het motorvermogen verifiëren
door middel van een inspectie- en verificatieplan en er ook op toezien dat het maximale
toegestane motorvermogen niet wordt overschreden. In tegenstelling tot een officiële
audit waarbij lidstaten verplicht zijn te reageren is hier sprake van een in opdracht
van de Europese Commissie verrichtte studie, welke met alle lidstaten is besproken.
Daarom is hier niet schriftelijk op gereageerd.
In de EU-Controle Verordening is vastgelegd dat vissersvaartuigen binnen de 12-mijlszone
met een maximum vermogen van 300PK mogen vissen. Daarnaast wordt het totale motorvermogen
in combinatie van het tonnage van een vloot gebruikt om de totale omvang van de vloot
te schatten. Lidstaten van de Europese Unie moeten voldoen aan de EU-controle verordening,
waarin certificering van het maximale motorvermogen voor schepen die een hogere voortstuwingskracht
hebben dan 120kW verplicht is.
Het studierapport concludeert dat tijdens de meeste verificaties van boomkotters op
de Noordzee met een begrensde motor het motorvermogen vermoedelijk was gemanipuleerd.
Volgens het studierapport is in vergelijking met andere vlootsegmenten manipulatie
van motorvermogen op de Noordzee veel frequenter en beter verborgen. Een mogelijke
verklaring voor dit geobserveerde verschil in professionaliteit van fraude in combinatie
met vlootsegment is het feit dat met name Nederland en Duitsland een streng en ver
ontwikkeld certificerings/controle systeem voor motorvermogen hebben ten opzichte
van andere lidstaten. Een goed ontwikkeld en geïmplementeerd verzegelingssysteem met
fysieke verzegeling (zoals in Nederland) is een goed instrument tegen manipulatie
van motorvermogen bij mechanisch aangedreven en aangestuurde motoren. Echter steeds
meer motoren zijn (semi-) elektrisch of worden elektrisch aangestuurd middels een
digitaal motormanagement systeem. Voor deze motoren zou ook digitale verzegeling na
inspectie nodig zijn omdat fysieke verzegeling niet effectief is tegen het manipuleren
van elektronische systemen.
Het studierapport doet verschillende aanbevelingen aan de Europese Commissie die naar
verwachting allen zullen worden meegenomen in de herziening van de EU-Controle Verordening
en de implementatie daarvan in de lidstaten:
– Harmoniseer en verbeter definities, certificatie en documentatie rondom motorvermogen
tussen de lidstaten.
– Verbeter verzegelings- en controleplannen zodat ze in lijn zijn met de in de Controle
Verordening gestelde eisen.
– Vergroot het mandaat van inspecteurs en intensiveer toezicht bij installatie van nieuwe/gereviseerde
motoren.
– Implementeer begrenzing van motorvermogen door betere regelgeving en/of continue controle
op motorvermogen.
– Implementeer een systeem waarbij er continue motorvermogen kan worden gemeten door
middel van een blackbox motorvermogen. Deze systemen worden nu al gebruikt voor motoroptimalisatie
bij grote zeegaande schepen. Een andere oplossing is het gebruiken van data over omwentelingen
van de as en motorbelastingsfactor in relatie tot tijd uit de motormanagementsystemen
van elektrisch gestuurde motoren tijdens een controle op motorvermogen. Dit kan een
goede indicatie geven over eventuele aanwezige fraude.
– Vergroot het aantal fysieke controles/inspecties op motorvermogen.
Wat betreft het meten van het motorvermogen pleit Nederland in Europees verband voor
de invoering van een robuust fraudebestendig meetsysteem dat het motorvermogen continue
monitort. Een dergelijk systeem specifiek voor vissersvaartuigen bestaat echter nog
niet. Ter voorbereiding hiervan heeft Nederland inmiddels een NEN-normalisatietraject
hiervoor in gang gezet. Hierin loopt Nederland voorop. Dit traject heeft tot doel
om marktpartijen duidelijk te maken aan welke eisen een dergelijk systeem moet gaan
voldoen. Hiermee wordt tevens uitvoering gegeven aan de motie van de leden Jacobi
en Bruins (Kamerstuk 29 664, nr. 169).
Verlenging MZI-beleid.
Eind 2018 is het vigerende beleid met betrekking tot mosselzaadinvanginstallaties (het zgn. MZI-beleid) met één jaar verlengd (Kamerstukken 32 201 en 29 675, nr. 92). Voor de vaststelling van het vervolgbeleid loopt een evaluatie van het huidige
MZI-beleid. Deze evaluatie kan dit jaar echter nog niet worden afgerond vanwege benodigde
afstemming met belanghebbenden en andere gebruikers in de Waddenzee, zoals garnalenvissers.
Daarom wordt het vigerende beleid opnieuw met één jaar verlengd. Dit houdt in dat
de thans geldende randvoorwaarden voor de MZI’s ook in 2020 van toepassing zullen
zijn. De verwachting is dat de evaluatie van het MZI-beleid in de loop van 2020 zal
worden afgerond. Deze resultaten zal ik betrekken bij de vaststelling van het nieuwe
MZI-beleid. Dit is een essentieel onderdeel van de afspraken over de transitie van
de mosselsector en het natuurherstel in de Waddenzee, het zgn. «Mosselconvenant» (Kamerstuk
29 675, nr. 50). Ik zal uw Kamer hierover in de loop van 2020 nader informeren.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Indieners
-
Indiener
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit