Brief regering : Voortgangsbrief bouwregelgeving en risicovloeren
28 325 Bouwregelgeving
Nr. 187 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2019
In deze brief informeer ik u over de voortgang van de landelijke acties om bestaande
gebouwen met breedplaatvloeren te beoordelen. Ik geef u daarbij ook een reactie op
het verzoek van de Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken met betrekking tot de betrokkenheid
van Bureau Hageman. Verder geef ik in de brief gevolg aan mijn toezegging bij het
debat van 6 december 2018 om u te informeren over de oorzaak van het sluiten van de
parkeergarage in Zoetermeer (Handelingen II 2018/19, nr. 33, item 10).
Voortgang landelijke actie beoordelen bestaande gebouwen met breedplaatvloeren
In mijn brief van 31 mei 2018 (Kamerstuk 28 325, nr. 173) heb ik u geïnformeerd over de acties die zijn ondernomen naar aanleiding van het
instorten van de in aanbouw zijnde parkeergarage op Eindhoven Airport op 27 mei 2017.
Omdat vergelijkbare veiligheidsrisico’s zich mogelijk ook voor kunnen doen bij andere
gebouwen heeft mijn ambtsvoorganger in 2017 direct actie genomen en een informatiedocument*laten opstellen voor de beoordeling van bestaande gebouwen.
Het informatiedocument (stappenplan) is door mijn ambtsvoorganger op 9 oktober 2017
met een brief gestuurd aan de gemeenten met het verzoek toe te zien dat eigenaren
van de betreffende gebouwen onderzoek uitvoeren en indien noodzakelijk maatregelen
nemen om de veiligheid te waarborgen. De brief aan de gemeenten was in lijn met de
verantwoordelijkheden die volgen uit de Woningwet voor de veiligheid van bestaande
bouwwerken. Eigenaren zijn primair zelf verantwoordelijk dat hun gebouw veilig is.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het toezicht hierop en kunnen aan eigenaren vragen
onderzoek uit te voeren. Ter uitvoering van de motie van 6 december 2018 (Kamerstuk
28 325, nr. 185) laat ik nog een kwalitatief onderzoek onder gemeenten naar de stand van zaken uitvoeren.
Het eerdergenoemde informatiedocument is erop gericht om gebouwen met breedplaatvloeren
die risicovol kunnen zijn te traceren en beoordelen, en daarbij indien nodig maatregelen
te nemen. In mijn brief van 31 mei jongstleden heb ik u gemeld dat er daarnaast nog
een definitieve beoordeling of gebouwen aan de wettelijke veiligheidseisen voldoen,
zal moeten worden uitgevoerd. Dit kan pas plaatsvinden als er nieuwe rekenregels zijn
opgesteld mede op basis van uitgevoerde materiaalonderzoeken aan de Technische Universiteit
Eindhoven.
Ik kan u melden dat deze materiaalonderzoeken recent zijn afgerond en thans worden
geanalyseerd. Bij deze analyse wordt ook betrokken de samenhang met andere beschikbare
proefresultaten en buitenlandse wetenschappelijke literatuur. Deze analyse zal uiteindelijk
resulteren in nieuwe rekenregels voor bestaande gebouwen. Over deze rekenregels zal
vervolgens afstemming plaatsvinden met de NEN-commissie die verantwoordelijk is voor
de NEN-normen voor betonconstructies. Naar verwachting zijn de rekenregels voor de
definitieve beoordeling van gebouwen eind april 2019 beschikbaar, inclusief nadere
informatie voor gebouweigenaren en bevoegd gezag over de uitvoering van de benodigde
beoordeling. Op dat moment zal ik gemeenten een nieuwe brief sturen met het verzoek
toe te zien op de definitieve afronding van de beoordeling van de bestaande gebouwen
met breedplaatvloeren. Uw Kamer zal van deze stappen op de hoogte worden gehouden.
Bureau Hageman
Bij het rondetafelgesprek van 12 december 2018 over de veiligheidsrisico’s bij bouwprojecten
is door uw kamer ook met de deelnemers gesproken over de onderzoeken naar het instorten
van de parkeergarage Eindhoven, het stappenplan voor de beoordeling van bestaande
gebouwen en de betrokkenheid van Bureau Hageman daarbij. Graag informeer ik u wat
de overwegingen zijn geweest om Bureau Hageman opdracht te verlenen voor het opstellen
van het hiervoor bedoelde informatiedocument (stappenplan) en het uitvoeren van het
nadere onderzoek naar de definitieve rekenregels.
Direct na het bekend worden van de onderzoeksresultaten op 25 september 2017 over
de instorting van de parkeergarage Eindhoven (27 mei 2017) was er een brede opvatting
onder constructeurs, bouwers, toeleveranciers en bouwtoezichten dat de problematiek
ook bij andere bestaande gebouwen zou kunnen voorkomen. Mijn voorganger heeft toen
het initiatief genomen om Bureau Hageman (in samenwerking met TNO) opdracht te geven
voor het opstellen van een beoordelingskader en het doen van nader onderzoek (zoals
hiervoor beschreven). Er is gekozen voor Hageman en TNO vanwege de grote deskundigheid
en autoriteit van deze partijen op het gebied van constructieve veiligheid van betonconstructies.
Prof. Wijte (TU-Eindhoven) van Bureau Hageman is voorzitter van de NEN-normcommissie
Betonconstructies en lid van de CEN-commissie voor de Europese voorschriften voor
betonconstructies. Juist door deze deskundigheid en autoriteit is het ook verklaarbaar
dat de aannemer (BAM) en de opdrachtgever (Airport Eindhoven) van de parkeergarage
eerder Hageman respectievelijk TNO hadden gevraagd om de instorting te onderzoeken.
Naast deze opdracht aan Bureau Hageman heeft mijn voorganger ook een brede klankbordgroep
ingesteld met deskundige vertegenwoordigers van een groot aantal organisaties te weten
Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland, Vereniging Nederlandse (VN-) constructeurs,
Bouwend Nederland, Betonhuis, TU-Delft en het Rijksvastgoedbedrijf. Met deze klankbordgroep
is geborgd dat een divers gezelschap van deskundigen op het gebied van constructieve
veiligheid meekijkt bij de werkzaamheden van Bureau Hageman en TNO.
Na het verschijnen van de het rapport «Bouwen aan constructieve veiligheid, lessen
uit de instorting parkeergebouw Eindhoven Airport« van de Onderzoeksraad voor Veiligheid
(OvV) heb ik prof. Wijte gevraagd te onderzoeken wat de consequenties waren van de
bevindingen van de OvV voor het in het 2017 opgestelde informatiedocument en stappenplan
(Kamerstuk 28 325, nr. 178). Ik heb uw Kamer over de uitkomst hiervan geïnformeerd met de brief van 12 december
2018 (Kamerstuk 28 325, nr. 186). De conclusie van prof. Wijte is dat de bevindingen van de OvV geen aanleiding geven
voor aanpassing van het informatiedocument (stappenplan). Deze conclusie is ook door
de genoemde klankbordgroep onderschreven.
Prof. Wijte is bij het rondetafelgesprek, in reactie op vragen van de leden Koerhuis
en Ronnes, ingegaan op zijn onafhankelijkheid en werkwijze. Hij heeft onder andere
aangegeven dat hij open en wetenschappelijk te werk gaat, samenwerkt met TNO en resultaten
voorlegt aan de klankbordgroep en de NEN-commissie voor betonconstructies. Naar mijn
oordeel heeft hij afdoende antwoord gegeven. Ik zie geen aanleiding om te twijfelen
aan de integriteit, onafhankelijkheid en deskundigheid van prof. Wijte. Wel ben ik
van mening dat het proces om te komen tot het vaststellen van de definitieve rekenregels
om bestaande gebouwen te kunnen beoordelen aan geen enkele twijfel onderhevig dient
te zijn en hierover geen discussie moet zijn. Ik heb met Bureau Hageman en TNO nader
overlegd of de betrokkenheid van een derde onafhankelijke partij in dit proces daartoe
van dienst zou kunnen zijn. Zij hebben hier positief op gereageerd en ik ben daarom
voornemens het Adviesbureau Horvat, dat ook betrokken is geweest bij het onderzoek
van de OvV, opdracht te geven een adviserende rol te vervullen in de totstandkoming
van de definitieve rekenregels. Hiermee is een zo breed mogelijk draagvlak voor deze
belangrijke werkzaamheden geborgd.
Parkeergarage Zoetermeer
Bij het debat van 6 december 2018 had het lid Koerhuis mij vragen gesteld over het
sluiten van een parkeergarage in Zoetermeer (Handelingen II 2018/19, nr. 33, item 10). Ik hierover navraag gedaan bij de gemeente Zoetermeer en die heeft mij het volgende
laten weten. De gemeente had de parkeergarage gesloten na een melding van een verontruste
burger over het zichtbaar doorbuigen van een gedeelte van een vloer in de parkeergarage.
De betreffende vloer bestaat uit betonnen voorgespannen kanaalplaatvloeren. Dit is
een ander type vloer dan de parkeergarage Eindhoven Airport. Er is onderzoek uitgevoerd
en daaruit is gebleken dat betreffende vloer voldoet aan het Bouwbesluit en daarmee
constructief veilig is. De parkeergarage is inmiddels weer in gebruik.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Indieners
-
Indiener
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.