Brief regering : Praktijkvoorbeelden van samenwerking tussen bekostigde hogescholen en werkgevers
30 012 Leven Lang Leren
Nr. 107
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 oktober 2018
In de brief over Leven Lang Ontwikkelen van 27 september jl. (Kamerstuk 30 012, nr. 92) was de zin «Er zijn al goede voorbeelden van mbo- en hbo-instellingen die, in nauwe
samenwerking met het regionaal bedrijfsleven, maatwerkopleidingen voor volwassenen
realiseren» opgenomen. Tijdens het AO Leven Lang Ontwikkelen van 9 oktober jl. leidde
deze zin tot vragen van het lid Beertema (PVV). Ik heb toegezegd uw Kamer in een brief
nader te informeren over praktijkvoorbeelden van samenwerking tussen bekostigde hogescholen
en werkgevers. Met deze brief geef ik invulling aan die toezegging.
In 2016 is in het hbo de implementatie gestart van het experiment vraagfinanciering
en het experiment leeruitkomsten (onderdeel van de pilots flexibilisering). Doel van
deze experimenten is het hoger onderwijs flexibeler en aantrekkelijker te maken voor
(werkende) volwassenen en hun werkgevers, zodat de opleidingen meer deelnemers trekken
en meer mensen met een hbo-diploma beschikbaar komen voor de arbeidsmarkt.
In het experiment vraagfinanciering krijgt de flexibilisering vorm door de mogelijkheid
van modulaire deelname en de vrijheid van locatie waar het onderwijs wordt verzorgd.
Studenten kunnen in aanmerking komen voor vouchers (à 1.250 euro per 30 EC) die zij
kunnen besteden bij aan het experiment vraagfinanciering deelnemende opleidingen van
zowel bekostigde als niet-bekostigde instellingen. Nauwe samenwerking tussen opleiding
en werkgevers is in het experiment vraagfinanciering van belang, ook met het oog op
het genereren van bereidheid van werkgevers om bij te dragen aan de opleidingskosten
voor medewerkers.
Het experiment leeruitkomsten is gericht op het realiseren van maatwerkopleidingen
voor volwassenen. In dit experiment wordt niet meer gewerkt met vaststaande opleidingsprogramma’s
die voor alle studenten hetzelfde zijn. In plaats daarvan zijn de leeruitkomsten,
waarin beschreven is wat studenten moeten kennen en kunnen, leidend. Per periode worden
met de student afspraken gemaakt over de invulling van diens opleidingstraject, waarin
wordt aangesloten op wat de student al kent en kan en op wat de mogelijkheden en behoeften
zijn om in de werksituatie leeractiviteiten uit te voeren. Daarbij wordt ook afgesproken
van welk onderwijsaanbod (on campus en online) de student gebruik maakt, hoe de realisatie van leeruitkomsten zal worden aangetoond
en op welke wijze de student zal worden begeleid en beoordeeld. Vanzelfsprekend horen
daar ook goede afspraken met werkgevers en leidinggevenden bij.
Deze aanpak betekent dat realisatie van flexibele opleidingstrajecten op maat in het
experiment leeruitkomsten per definitie vraagt om nauwe samenwerking en afstemming
met bedrijven en instellingen over de invulling van leeractiviteiten en de begeleiding
daarvan. Er nemen 22 instellingen deel aan het experiment leeruitkomsten, waarvan
16 bekostigde hogescholen en 6 private aanbieders van hbo-opleidingen.
Fontys Hogescholen – Associate degree Engineering
De Ad Engineering speelt in op de behoefte aan professionalisering en blijvende ontwikkeling
van medewerkers in het domein engineering en geeft de volwassen student de mogelijkheid
om werken en leren te combineren en zich te ontwikkelen in zijn vakgebied.
Het programma van de Ad Engineering kenmerkt zich door een hoge mate van praktijkgerichtheid.
De student werkt vanuit zijn eigen werkomgeving aan de modules. De student bepaalt
zijn eigen leertempo en kiest zelf zijn projecten. De opleiding schetst de kaders
waaraan de projecten dienen te voldoen en de student zoekt, in samenspraak met opleiding
en bedrijf, een geschikt project. Doel hiervan is om leervragen te genereren, zodat
de theorie direct kan worden toegepast in de praktijk en de student direct de noodzaak
van de theoretische component herkent. Doordat de student zelf zijn project kan kiezen
ervaart de student daarnaast een hoge mate van eigenaarschap, hetgeen de leereffecten
en studieresultaten positief beïnvloedt.
De opleiding Ad Engineering is in februari 2018 gestart. Er nemen op dit moment 15
medewerkers van de volgende bedrijven deel aan de opleiding:
– VDL ETG
– VDL Kunststoffen
– VDL Systems
– VDL PMB UVA
– VDL Lasindustrie
– VDL-apparatenbouw
– Q Fin Quality Finishing
– Trespa International BV
– VH Vertical Packaging
– Interal TC
– Votex Bison
Op basis van contacten met werkgevers is de verwachting is dat in februari 2019 20
medewerkers zullen instromen.
Studenten geven aan dat de flexibele opzet prima aansluit bij hun behoeften. Met name
de directe toepassing van theorie in de praktijk van de werksituatie spreekt de student
aan. Voor de bedrijven is het van groot belang dat medewerkers zich verder professionaliseren.
Verdergaande automatisering, robotisering en de enorme innovatiesnelheid spelen hierbij
een grote rol. Fontys geeft aan dat bedrijven de flexibiliteit van de opleiding waarderen
en dat de medewerkers al na enkele weken een verbeterde professionele houding etaleren.
Daarnaast introduceren de studerende werknemers nieuwe methodieken, vaardigheden en
kennis de bedrijven.
Omdat 80% van het leren buiten de hogeschool en voor een groot deel in het bedrijf
gebeurt, is een stevige verankering van de samenwerking bedrijf-school noodzaak. Daarom
is een gedegen coachingstraject ingericht en worden de bedrijven met regelmaat bezocht.
Ook vindt regelmatig overleg plaats met de bedrijfsbegeleiders in het kader van evaluatie
en doorontwikkeling.
Bovenstaande is één van de vele voorbeelden van samenwerking tussen bekostigde hogescholen
en werkgevers op het gebied van het opscholen van medewerkers en het aanpakken van
de tekorten aan personeel op hbo-niveau. Een ander voorbeeld betreft de hieronder
beschreven samenwerking op het gebied van Small Business & Retail Management, waarbij
het doel tevens is de duurzame inzetbaarheid van medewerkers te waarborgen.
NHL Stenden – Small Business & Retail Management
Binnen de duale opleiding Small Business & Retail Management (SBRM) vindt continue
afstemming en samenwerking met werkgevers plaats. De opleiding is gestart vanuit de
wens en maatschappelijke verantwoordelijkheid van Albert Heijn om het eigen personeel
naar diploma’s en doorontwikkeling te helpen. Inmiddels werkt de opleiding ook samen
met andere bedrijven, waaronder de MediaMarkt, Deen, Plus, Kwantum en de HEMA. In
overleg met bedrijven worden daarbij ofwel gemengde groepen samengesteld, ofwel bedrijfsgroepen.
In alle gevallen geldt dat de route naar de eindkwalificaties voor iedere student-medewerker
anders kan zijn, afhankelijk van de specifieke context binnen een bedrijf. De opleiding
wordt ook in flexibele vorm aangeboden, waardoor het mogelijk is om sneller het diploma
te behalen.
Inmiddels worden ruim 200 medewerkers van bedrijven binnen de Small Business & Retail
bediend en in samenwerking met het werkveld opgeleid tot volwaardige hbo-bachelors.
Zie ook het filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=GI9Lsaw7uxY.
Met het oog op de veranderende arbeidsmarkt wordt in overleg met retailers onderzoek
gedaan naar wat nodig is om de duurzame inzetbaarheid van het personeel te versterken.
Hiertoe wordt gewerkt aan een doorlopende leerlijn om alle niveaus in de organisatie
te kunnen bedienen, van Associate Degree tot aan post-hbo en/of master-opleidingen.
De flexibilisering van de opleiding is een mooi voorbeeld van aansluiting bij de wensen
van het werkveld. Dat maakt het mogelijk om beter aan te sluiten op de vraag van het
bedrijf en stelt medewerkers in functies die op middellange termijn dreigen te verdwijnen,
beter in staat zich om te scholen en duurzaam inzetbaar te blijven.
De Centers of Expertise bieden ook goede voorbeelden van publiek-private samenwerking.
In onderstaande box is een voorbeeld opgenomen van samenwerking tussen enkele hogescholen
en werkgevers rond het opleiden van medewerkers, vanuit de samenwerkingsverbanden
in een Center of Expertise.
Automotive Centre of Expertise (ACE)
ACE is het kenniscentrum voor toegepast automotive onderzoek en onderwijs. Hierin
werken de Automotive Instituten van de Hogeschool Rotterdam, Fontys Hogescholen en
de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en het bedrijfsleven samen. Een nieuw initiatief
is de ACE Academy, mede gesteund door EFRO/Provincie Brabant. De ACE Academy hanteert
een vraaggestuurde aanpak en is opgezet vanuit de idee van communities: groepen bedrijven
die gezamenlijk gebruik maken van de trainingsfaciliteiten van een groot bedrijf in
de regio, zoals VDL Nedcar en waar oude en jonge medewerkers van elkaar kunnen leren.
De scholing is zowel technisch inhoudelijk als gericht op persoonlijke ontwikkeling
van medewerkers. Er worden lange en korte cursussen verzorgd, waarbij ook gebruik
wordt gemaakt van modules van hbo-opleidingen en bedrijfsopleidingen.
In het Automotive Center of Expertise werken de hogescholen samen met:
• Netwerkorganisaties en vertegenwoordigers van het Automotive bedrijfsleven, zoals:
– AutomotiveNL (automotivenl.com)
– RAI vereniging (raivereniging.nl)
• Bedrijven uit de Automotive sector, zoals:
– Altran
– Arval
– Bosch Transmission Technology
– B-Style
– DAF trucks
– Defenture
– Edag
– Hyster-Yale Group
– Inalfa roof systems
– Mitsubishi Turbocharger and Engine Europe
– Pon
– Punch Powertrain
– RDW
– Royal Nooteboom Group
– Sensata
– Valeo Service
– VB-Airsuspension
– VDL groep
– Ventura Systems
– Viro Engineering
• Overheden (provincies en gemeenten):
– Platform Bèta Techniek
– Provincie Noord-Brabant
– Provincie Gelderland
– gemeente Helmond
– gemeente Arnhem
Het experiment leeruitkomsten wordt ondersteund door de projectgroep flexibilisering
van OCW, NVAO en inspectie. Uit gesprekken die deze projectgroep heeft gevoerd met
instellingen (bestuur en management, projectorganisatie, docenten, studenten en werkgevers)
blijkt dat werkgevers tevreden zijn over de ontwikkelingen. De leeruitkomsten zijn
herkenbaar en relevant voor de beroepspraktijk en werkgevers zijn meestal betrokken
geweest bij de ontwikkeling daarvan door inhoudelijke input en/of feedback te leveren.
Zij geven aan dat wat iemand in de praktijk echt moet kennen en kunnen nu beter en
duidelijker herkenbaar centraal staat. Ook zijn de contacten tussen opleiding en werkgever
rond werkend leren geïntensiveerd en vindt daarbij afstemming op de mogelijkheden
en behoeften op de werkvloer plaats. Toch is er nog ruimte voor groei wat betreft
betrokkenheid van werkgevers en het gebruik van werkend leren op maat in de opleidingstrajecten.
Dit wordt ook door de hogescholen onderkend.
Er is bij bestuurders en management van de hogescholen veel draagvlak en actieve steun
voor de ontwikkelingen op het gebied van flexibilisering in het experiment. De ontwikkelingen
sluiten aan bij de visie en het strategisch beleid van de hogescholen. Erkend wordt
dat het onderwijs voor de doelgroep volwassenen in het verleden teveel een afgeleide
was van het voltijdse onderwijs en dat er onvoldoende werd aangesloten op specifieke
kenmerken en behoeften van volwassenen en de vraag van werkgevers. Leven lang ontwikkelen
en het adequaat bedienen van de doelgroep (werkende) volwassenen worden gezien als
belangrijk en onlosmakelijk onderdeel van de wettelijke kerntaken van de hogescholen.
En de versterking van de samenwerking met werkgevers in dat kader draagt bij aan de
versterking van de maatschappelijke verankering van hogescholen in hun (regionale)
werkgebied.
De bijlage bij deze brief bevat een bloemlezing van voorbeelden van samenwerking tussen
bekostigde hogescholen en werkgevers1. Uiteraard zijn er bij de betreffende en bij andere hogescholen nog veel meer voorbeelden
van samenwerking met werkgevers te vinden. En dat geldt ook voor private aanbieders
van hbo-opleidingen. Maar de bijlage geeft wel een beeld van hoe breed en divers de
samenwerkingsverbanden zijn, hoe samen wordt gewerkt aan op-, om- en bijscholing van
medewerkers, aan vernieuwingen in de beroepspraktijk, van samenwerking in de keten
mbo-hbo-wo rond de vraag van werkgevers en van samenwerking met decentrale overheden
gericht op ontwikkeling van economie en arbeidsmarkt in de regio.
Wat betreft het realiseren van de gewenste leercultuur zijn we er nog lang niet. Er
is nog veel winst te behalen in de samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven
met het oog op versterking van de economie, het innovatievermogen en de duurzame inzetbaarheid
van individuen. Maar de voorbeelden zijn in mijn ogen wel een illustratie dat we op
de goede weg zijn wat betreft het verbinden van onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk
op het gebied van leven lang ontwikkelen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap