Brief regering : Project Precision Guided Rockets Korps Mariniers
27 830 Materieelprojecten
Nr. 436 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 mei 2024
Defensie moet, nu meer dan ooit, in staat zijn haar taken volwaardig uit te voeren.
Het Korps Mariniers speelt hierbij een belangrijke rol en vervult wereldwijd taken
op zee, vanuit zee en aan land. Mogelijke tegenstanders in kustgebieden beschikken
steeds vaker over geavanceerde wapens en sensoren. Het Korps Mariniers dient te beschikken
over verschillende typen bewapening om het hoofd te kunnen bieden aan verschillende
dreigingen en een opponent die minimaal over dezelfde capaciteiten beschikt. Hiermee
kan het effectief opereren, eigen troepen beschermen en zich aanpassen aan een voortdurend
veranderende dreigingsomgeving. Defensie wil daarom de vuursteuncapaciteit van het
Korps Mariniers versterken met lasergeleide raketten.
Met deze A-brief informeer ik uw Kamer over de behoeftestelling voor het project Precision Guided Rockets (PGR) Korps Mariniers.1
Behoefte
Kwalitatief
Met het project PGR Korps Mariniers verwerft Defensie een lanceerinstallatie die raketten
verschiet. Een geleidingseenheid die wordt toegevoegd aan de raket maakt van de Hydra
70 ongeleide raket een precisiegeleide raket. Zo kan deze nauwkeurig doelen raken.
Defensie gebruikt de Hydra 70 raket al voor de Apache AH-64 gevechtshelikopter.2 Voor het voorziene gebruik van de geleide raketten door het Korps Mariniers is een
beperkte aanpassing van de huidige typeclassificering3 nodig.
Momenteel worden de lichte gevechtseenheden, de 11 Luchtmobiele Brigade en het Korps
Mariniers, van vuursteun voorzien met 120mm mortieren met een betrekkelijk gering
bereik (ordegrootte 8 km) en precisie. Voor de voorziene manier van optreden heeft
het Korps Mariniers echter een mix van vuursteunmiddelen nodig, die elkaar aanvullen
qua schootsafstand en te bereiken effecten. In de nabije toekomst wil het Korps Mariniers
naast PGR ook beschikken over Precisiegeleide Mortieren (PGM)4 en Loitering
Munitions5. Deze middelen complementeren elkaar qua bereik op de korte, middellange en lange
afstand en qua beoogd effect op het doel. De PGR vult het gat in de huidige bewapening
dat bestaat op de middellange afstand. Het wapensysteem heeft namelijk een dracht
tot maximaal zeven kilometer. Daarnaast is het wapensysteem in staat om doelen uit
te schakelen onder zware weersomstandigheden en onder een hoge cyberdreiging. Het
Korps Mariniers beschikt vooralsnog niet over andere wapensystemen die onder deze
omstandigheden even effectief zijn. Daarmee versterkt dit project de slagkracht van
het Korps Mariniers significant.
De PGR bestaat uit verschillende elementen:
– Het wapensysteem verschiet Hydra 70 raketten vanuit een lanceerinrichting, die Defensie wil gebruiken in een draagbare variant en wil plaatsen op de tactische
voertuigen van het Korps Mariniers. De lanceerinrichting biedt ruimte aan minimaal
vier raketten.
– Om te bepalen naar welke locatie de raketten worden geleid, maakt het wapensysteem
gebruik van sensoren. Hiermee kan het bij dag en nacht stilstaande, rijdende en vliegende doelen identificeren,
volgen en markeren met een infraroodlaser. De sensor kan worden geplaatst op een telescopische
mast om zo makkelijker doelen te identificeren en de zichtbaarheid van het voertuig
te verminderen.
– Om de lanceerinrichting te voorzien van sensorinformatie, gebruikt de PGR een vuurleidingssysteem dat in direct contact staat met de sensor. Dit systeem geeft het beeld weer en toont
de status van de lanceerinrichting.
– Tot slot zet een lasergeleidingskit, die wordt gecombineerd met de Hydra 70 ongeleide raket, de raket om naar een precisiegeleide
raket.
Met behulp van de sensorinformatie die de lanceerinrichting bereikt via het vuurleidingssysteem,
kan het Korps Mariniers met hoge precisie vijandelijke doelen onschadelijk maken.
Het wapensysteem zorgt voor betere bescherming van eenheden omdat het voertuig waar
het systeem op staat zich snel kan verplaatsen en flexibel kan worden ingezet. Het
wapensysteem maakt het mogelijk om in kort tijdsbestek doelen te identificeren en
aan te vallen. Zo kan het Korps Mariniers het wapensysteem snel inzetten, waarmee
het risico op onderkenning en tegenactie van een opponent kleiner wordt.
Kwantitatief
Het project behelst de verwerving van elf wapensystemen, inclusief sensoren met infraroodlaser
Remote Optical Target Acquisition Systems (ROTAS) en vuurleidingssystemen en -software om de raketten af te vuren. Ook verwerft
Defensie raketten en geleidingseenheden voor het wapensysteem. Tot slot zorgt het
project voor integratie van het wapensysteem op de voertuigen die het Korps Mariniers
gebruikt.
Verwervingsstrategie
In lijn met de Defensienota 2022 (DN22)6 gaat dit project uit van een Military off the Shelf (MOTS) wapensysteem dat is gecertificeerd om de beoogde geleide raketten te verschieten.
Een marktoriëntatie toont aan dat diverse geschikte wapensystemen beschikbaar zijn.
Defensie gebruikt de beoogde raketten al voor de Apache AH-64 gevechtshelikopter en
kan daarom mogelijk voor de bestelling van deze raketten aansluiten bij de bestaande
keten en meer van hetzelfde bestellen. In de verwervingsvoorbereidingsfase zal Defensie
onderzoeken welke concrete verwervingsmogelijkheden bestaan.
Uitwerking
Personeel
Defensie beschikt over de inkoopcapaciteit om het verwervingstraject voor dit project
uit te voeren. Daarnaast beschikt Defensie over voldoende personeel om het wapensysteem
op te nemen in de bedrijfsvoering van de Koninklijke Marine. De invoering van het
wapensysteem maakt namelijk deel uit van de transitie van het Korps Mariniers. Met
deze transitie geeft het Korps Mariniers invulling aan het nieuwe operatieconcept
voor amfibische operaties, waarbij de nadruk ligt op het licht, snel, verspreid en
heimelijk optreden van kleinere marinierseenheden met een lichte logistieke ondersteuning
waarbij ook gebruik wordt gemaakt van onbemande systemen.7
Internationale samenwerking en interoperabiliteit
Meerdere bondgenoten, waaronder de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, hebben
de beoogde geleide raket in gebruik. Doordat de geleide raketten uitwisselbaar zijn
met coalitiepartners en bondgenoten, bevordert dit de interoperabiliteit. Daarnaast
kan het Korps Mariniers de bevoorradingsprocessen tijdens opleidings- en trainingsactiviteiten
(O&T) en gedurende inzet vergemakkelijken door deze gezamenlijk met partners uit te
voeren.
Industriële participatie
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat onderzoekt met potentiële leveranciers
de mogelijkheden om de Nederlandse Technologische en Industriële Basis te betrekken
bij de verwerving binnen dit project. Defensie verwacht in de onderzoeksfase meer
te weten over de invulling van de industriële participatie.
Duurzaamheid
Er zijn nog geen simulatiemogelijkheden voor het trainen met deze raketten, omdat
Defensie het wapensysteem in de voorziene rol nog niet breed heeft uitgerold. In een
later stadium beziet Defensie alsnog de mogelijkheden om simulatie toe te passen,
wat de duurzaamheid van dit project bevordert.
Gerelateerde projecten
Meerdere lopende projecten hebben een verband met het project PGR Korps Mariniers.
Dit komt mede doordat het project past binnen de transitie van het Korps Mariniers
richting het nieuwe operatieconcept voor amfibische operaties. Bij het vernieuwde
amfibisch optreden hoort ook ander materieel.
– Het project Future Littoral All-Terrain Mobility Band Vagn (FLATM-BV)8 voorziet met verschillende voertuigen in de mobiliteit ter ondersteuning van lichte
amfibische eenheden en amfibische landingscapaciteit. Defensie plaatst het wapensysteem
op de FLATM-BV, onder andere vanwege de hoge mate van terreinvaardigheid van deze
voertuigen.
– Met het project «Future Littoral All-Terrain Mobility Patrouillevoertuigen» (FLATM-PV)9 verwerft Defensie kleinere all-terrain patrouillevoertuigen, ook om de mobiliteit ter ondersteuning van lichte amfibische
eenheden te vergroten. Defensie plaatst het wapensysteem op de FLATM-PV en in de achterbak
van de voertuigen.
– Defensie heeft de Hydra-70 raketten al in gebruik. Met het project «AH-64D verbetering
bewapening»10 heeft Defensie onder andere de geleide raket verworven. Gebruik door het Korps Mariniers
vereist een beperkte aanpassing van de huidige typeclassificering.
Infrastructurele aspecten
Voor de aankoop van Hydra-70 raketten voor het Korps Mariniers, dient Defensie te
beschikken over voldoende bunkers om de raketten veilig op te slaan. Defensie heeft
munitiecomplexen die eerder voor afstoting zijn aangemerkt, in gebruik gehouden.11 Deze locaties beschikken over voldoende fysieke ruimte en over de benodigde vergunningen
en worden binnen het defensiebrede programma «Veiligheid munitiegebouwen» op norm
gebracht.12 Het programma «Aanvulling inzetvoorraad munitie» 13 voorziet in aanvullende financiën en personele uitbreiding om deze opslagcapaciteit
in gebruik te nemen.
Doelmatigheid en doeltreffendheid
Met de uitvoering van dit project geeft Defensie, onder verwijzing naar artikel 3.1
van de Comptabiliteitswet 2016, invulling aan doeltreffendheid en doelmatigheid.
– Doeltreffendheid: de verwerving van de lasergeleide raketten past binnen de veranderende
doctrine van het amfibisch optreden. Terwijl marinierseenheden tot nu toe op een beperkt
aantal plaatsen in meerdere landingsgolven aan land gaan, is dat in de nieuwe doctrine
gelijktijdig op meerdere, uit elkaar liggende plaatsen. Voor deze wijze van optreden
is flexibele inzet van het wapensysteem van groot belang. De PGR voldoet aan deze
eis omdat het mogelijk is om het wapensysteem in een draagbare variant te gebruiken
en om deze te plaatsen op de tactische voertuigen van het Korps Mariniers. Daarnaast
zorgen de sensoren en de lasergeleidingskit dat het Korps Mariniers in staat is om
lasergeleide raketten af te schieten met verhoogde precisie. Met de uitvoering van
dit project vergroot Defensie de slagkracht van het Korps Mariniers significant.
– Doelmatigheid: omdat Defensie de lasergeleide raketten al gebruikt voor de Apache
AH-64 gevechtshelikopter, zorgt aanschaf van dezelfde raket voor meer doelmatigheid
bij onder meer aanschaf en operationeel gebruik. Omdat project PGR uitgaat van een
MOTS-wapensysteem is een snelle levering mogelijk en gelden kleinere (technische en
financiële) risico’s. Tevens hebben MOTS-systemen voordelen in de onderdeelvoorziening
(verkrijgbaarheid) en instandhouding (schaalvoordelen en uitwisselbaarheid van componenten).
Verdere doelmatigheid zal worden bereikt bij de nadere invulling van de behoefte.
Risico’s
Defensie heeft een risico-inventarisatie gemaakt voor het project. Het eerste risico
betreft het gebruik en de integratie van de PGR met de FLATM-PV en FLATM-BV. Dit zijn
afzonderlijke projecten met eigen tijdlijnen. Afstemming is nodig om te zorgen dat
de tijdlijnen voldoende op elkaar aansluiten om het wapensysteem te integreren op
de voertuigen. Verder bestaat het risico dat de kosten hoger uitvallen dan nu begroot.
Defensie heeft beheersmaatregelen getroffen voor deze risico’s. Ten eerste zorgt Defensie
voor intensieve afstemming tussen het project PGR Korps Mariniers en FLATM-PV/BV om
te zorgen dat de PGR kan worden geïntegreerd op de voertuigen. Het projectbudget bevat
een risicoreservering als mitigatie voor de budgetrisico’s.
Tot slot leidt MOTS verwerving tot lagere risico’s. Met MOTS verwerving is een snelle
levering mogelijk en gelden kleinere technische en financiële risico’s. Tevens hebben
MOTS-systemen voordelen in de verkrijgbaarheid van reservedelen. Daarnaast is sprake
van schaalvoordelen en kunnen componenten worden uitgewisseld met partners. Deze voordelen
nemen toe naarmate de gebruikersgroep groter is en bestaat uit (strategische) partners.
De beoogde geleide raket wordt zoals gezegd al gebruikt door de Verenigde Staten en
het Verenigd Koninkrijk.
Financiën
Het investeringsvolume van dit project valt binnen de DMP-bandbreedte van € 50 tot
€ 250 miljoen (prijspeil 2024). Deze investering komt ten laste van het investeringsbudget
van Defensie. Het projectbudget is inclusief een risicoreservering en exploitatiekosten.
Planning
Het project wordt uitgevoerd in de periode 2024 tot en met 2028. Defensie verwacht
de eerste levering van het wapensysteem eind 2026.
Vooruitblik
Defensie beziet de mogelijkheden voor uitbreiding van dit project voor eenheden in
het landdomein. De Kamer wordt hier verder over geïnformeerd via het Defensie Projectenoverzicht
(DPO).
Gezien de financiële omvang van dit project van minder dan € 250 miljoen ben ik voornemens
om dit project te mandateren aan het Commando Materieel en IT (COMMIT). Uw Kamer wordt
via de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF), het jaarverslag en
het DPO over de voortgang van dit project geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Defensie, C.A. van der Maat
Indieners
-
Indiener
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie