Brief regering : Voortgang Integraal Zorgakkoord: IZA-congres
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 848
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VOOR MEDISCHE ZORG
EN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 april 2024
Op 4 maart jongstleden vond het IZA-congres «Samen werken aan Zorg en Welzijn» plaats.
Dit congres illustreert dat er met het Integraal Zorgakkoord (IZA) een stevige, onomkeerbare
beweging op gang is gebracht. Dat blijkt ook wel uit de 1400 deelnemers die aanwezig
waren, waaronder veel professionals uit de zorg en het sociaal domein, maar ook beleidsmakers
en ambtenaren die allemaal wilden luisteren naar de lessen, voorbeelden en inspiratie
van elkaar. En die iedereen kan meenemen naar de eigen regio, organisatie of werkplek.
De beweging is iets om trots op te zijn. Niet alleen gelet op alle resultaten die
in de afgelopen periode door alle partijen zijn neergezet, maar ook vanwege de bevlogenheid
en energie waarmee zorg- en welzijnsprofessionals de transformatie oppakken, ondanks
de vaak urgente vraagstukken die de dagelijkse praktijk van zorg en ondersteuning
met zich meebrengt. Dit laat duidelijk zien dat we het vormgeven van de zorg en ondersteuning
van morgen samen willen én moeten doen. Over de schotten heen en tussen de verschillende
domeinen door.
Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat de ingezette transformatie een proces
van lange adem is. De opgaven waar we voor staan zijn complex en vragen anders denken,
handelen en samenwerken, zowel in de uitvoering als in landelijk ondersteunend beleid.
Tijdens het IZA-congres zijn in uiteenlopende interactieve sessies handreikingen gedaan
om tot concrete resultaten te komen. De sessies sloten aan bij de vele mooie stappen
die al zijn gezet, maar evenzeer bij de vraagstukken waar we de komende tijd mee aan
de slag moeten. Uit de verschillende sessies en reacties werd immers ook duidelijk
dat we het IZA nog concreter moeten maken en op sommige dossiers moeten gaan versnellen.
In deze brief nemen wij uw Kamer aan de hand van een aantal voorbeelden en actielijnen
graag mee in de wijze waarop de transformatie gestalte krijgt en hoe we deze de komende
periode samen verder vorm kunnen geven.
Een integrale aanpak met gezondheid voorop
In verschillende deelsessies tijdens het IZA-congres werden voorbeelden gedeeld waarbij
het medisch en sociaal domein samenwerken om gezondheid van inwoners te bevorderen.
Het leefstijlloket van het Jeroen Bosch Ziekenhuis liet bijvoorbeeld zien hoe patiënten
met een minder gezonde leefstijl in de eigen omgeving geholpen kunnen worden door
een netwerk van aanbieders uit de tweede, eerste en nulde lijn. Het samenwerkingsverband
«Samen Zoetermeer Gezond» deelde haar ervaringen met een wijkgerichte aanpak en de
ketenaanpakken die in het IZA zijn afgesproken.
Ook in de regioplannen die sinds eind 2023 voor elke regio beschikbaar zijn laten
regio’s zien dat zij een integrale aanpak kiezen waarin zowel aandacht is voor de
organisatie van zorg en ondersteuning, als het inzetten op gezondheid en voorkomen
van zorg. Naast aandacht voor de verschillende domeinen hebben partijen aandacht voor
diverse onderwerpen zoals gezondheid(verschillen), arbeidsmarktvraagstukken, digitalisering
en ouderenzorg. Door al deze onderwerpen in samenhang te bezien ontstaan oplossingen
die recht doen aan de complexe opgaven waar regio’s voor staan. Het meest opvallend
is de centrale positie van gezondheid en inwoners in de regioplannen. Door verder
te kijken dan uitsluitend de (organisatie van) zorg ontstaan ook andere oplossingen,
bijvoorbeeld zorgzame buurten en voorzorgcirkels, waarin mensen die bij elkaar in
de buurt wonen elkaar helpen en ondersteunen. Daarnaast wordt in een groot aantal
regioplannen een vertaalslag gemaakt naar de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld door slimme
oplossingen te realiseren die capaciteit vrijspelen en daarmee directe impact hebben
op de toegankelijkheid van zorg.
Ter illustratie: regioplan Helmond – de Peel
In het regioplan van Helmond – de Peel werken partijen in het samenwerkingsverband
Peel Duurzaam Gezond (PDG) samen aan de vitaliteit en gezondheid van haar inwoners.
In hun regioplan is de gezamenlijke visie vertaald naar individuele en gezamenlijke
verantwoordelijkheden én worden de lopende en beoogde initiatieven waar mogelijk gekwantificeerd,
waarbij is gekeken naar zowel de verwachte verlaging van de zorgvraag als de verwachte
tijdsbesparing van initiatieven. Naar verwachting zal de regio in 2032 bijvoorbeeld
7.664 verwijzingen naar GGZ kennen en kan door inzet op een mentaal gezondheidsnetwerk
10% naar het sociaal domein en 15% naar basis GGZ worden verwezen in plaats van naar
specialistische GGZ. Mensen komen daarmee sneller op de juiste plek terecht en krijgen
de zorg die het beste bij hun situatie past. Daarnaast kan met een dekkend netwerk
laagdrempelige steunpunten naar verwachting per cliënt een consult á 50 minuten worden
bespaard.1
Met het opleveren van de regioplannen committeren regionale partijen zich aan hun
gezamenlijke opgaven en daarom beschouwen we de motie waarin de regering wordt verzocht
het Integraal Zorgakkoord leidend te laten zijn en niet de individuele instellingsbelangen
(TK 31 765, nr. 831) als afgedaan.
Regionale samenwerking is de sleutel
Om de regioplannen succesvol tot uiting te laten komen is een goede regionale governance
cruciaal. Op veel plekken in het land werken regionale samenwerkingsverbanden al succesvol
samen en ook deze voorbeelden kregen een podium tijdens het IZA-congres.
Onder andere de samenwerkingsverbanden «Twentse Koers» en «Amsterdam Vitaal en Gezond»
hebben hun ervaringen van de afgelopen jaren gedeeld. Zij namen aanwezigen mee in
hoe het hebben van een gezamenlijke visie, investeren in goede communicatie, een juiste
vertegenwoordiging van belanghebbenden in de regio en het consequent naleven van gezamenlijke
gedragsregels helpen om gezamenlijke doelstellingen in de regio te behalen.
Eerder heeft de voormalig Minister van VWS toegezegd om goede voorbeelden en belangrijke
aspecten ten aanzien van de inrichting van de governance te verzamelen. Om uitvoering
te geven aan deze toezegging, is onderzoeksbureau Berenschot gevraagd om een impressie
te geven van de belangrijke aspecten en voorkomende varianten bij de inrichting van
de regionale governance. Bijgaand bieden wij uw Kamer de resultaten van deze analyse
aan, die onder andere gebaseerd is op verschillende dialoogsessies met veldpartijen.2
Samenwerking in de acute zorg
Initiatiefnemers van het programma Spoedeisende Medische Dienst (SEMD) in Midden Kennemerland
deelden tijdens het congres hoe zij de acute basiszorg transformeren. Honderd professionals
uit vijf domeinen hebben met dit programma als doel om passende acute zorg te bieden
die begrijpelijk is en goed vindbaar, waar samenwerken de norm is, de patiënt altijd
het uitgangspunt en iedereen in het acute zorgnetwerk herkenbaar en aanspreekbaar
is. Eind 2024 zal de SEMD operationeel worden op het nieuwe Spoedplein te Beverwijk.
Het programma SEMD is onderdeel van het ROAZ-plan van de regio Kennemerland. Ook voor
de ROAZ-regio’s geldt dat er sinds eind 2023 voor elke regio een plan beschikbaar
is. In een aantal plannen wordt heel concreet beschreven welke (moeilijke) keuzes
de regionale knelpunten met zich meebrengen. Andere ROAZ-regio’s zijn al eerder begonnen
met het aanpakken van regionale knelpunten en noemen in de ROAZ-plannen vooral de
lopende initiatieven.
Landelijke ondersteuning
Op de zorg- en welzijnsmarkt tijdens het congres kon men meer te weten komen over
allerlei vormen van landelijke ondersteuning. Zo was er een live [ont]regel de zorg
spreekuur, lichtte het platform digizo.nu toe hoe zij kunnen helpen bij het anders
inrichten van (zorg)processen door inzet van digitale en hybride toepassingen en gingen
medewerkers van VWS en de NZa in gesprek over duurzame financiering en bekostiging
van samenwerking.
Ondersteuningsprogramma voor domeinoverstijgende samenwerkingsverbanden
Het versterken van de regionale samenwerkingstructuur is een belangrijke pijler in
het IZA. Om integrale zorg en ondersteuning in de regio te waarborgen is een aanspreekbaar
samenwerkingsverband randvoorwaardelijk. Op de zorg- en welzijnsmarkt was ZonMw aanwezig
om toelichting te geven over het ondersteuningsprogramma voor domeinoverstijgende
samenwerkingsverbanden dat vanaf april 2024 gefaseerd wordt opengesteld. Binnen dit
programma is in totaal € 37,5 miljoen beschikbaar waarmee de (door)ontwikkeling van
een duurzame en aanspreekbare regionale samenwerkingsstructuur wordt gestimuleerd
en ondersteund, zodat elke regio in staat is de benodigde organisatie-, implementatie-
en transformatiekracht in de regio te genereren.
Dit ondersteuningsprogramma kent tevens een programmalijn gericht op het leren transformeren,
waarin met behulp van een landelijk lerend netwerk kennis en ervaringen over transformatie
van zorg en ondersteuning worden gedeeld. Ten behoeve van het landelijk lerend netwerk
is bijvoorbeeld een instrument (webppagina) ontwikkeld dat domeinoverstijgende samenwerkingsverbanden
helpt om integraal samen te werken aan verbetering van de gezondheid van de bevolking
van een regio (population health management)3. Het instrument maakt via een visuele weergave inzichtelijk welke processtappen daarbij
gehanteerd zouden kunnen worden; en bevat daarnaast een algemene omschrijving per
bouwsteen van de voorwaarden die hiervoor gelden. Het instrument is ontwikkeld op
basis van wetenschappelijke kennis en toetsing door experts uit de praktijk.
Het betreft een visuele weergave van de randvoorwaarden die partijen moeten invullen
om samen met inwoners en professionals de meeste impact op de gezondheid van inwoners
te realiseren. Dit leerinstrument is ontwikkeld op basis van wetenschappelijke kennis
en toetsing door experts uit de praktijk.
Regionetwerk VWS
Ook het Regionetwerk VWS was op de zorg- en welzijnsmarkt te vinden. Het realiseren
van de transformatieopgave in de regio zien we niet alleen als opgave voor regionale
partijen, maar is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van regionale én landelijke
partijen. Elke regio heeft haar eigen dynamiek, cultuur en aanpak. Landelijk beleid
moet daar recht aan doen en ondersteunend aan zijn. We hechten daarom waarde aan een
sterke verbinding tussen praktijk en beleid. In dat kader hebben onderzoeksbureaus
Significant en Pluut en Partners het afgelopen jaar gezamenlijk onderzocht hoe VWS
structureel een betekenisvolle rol binnen regionale samenwerkingsverbanden kan vervullen.4 Mede op basis van dit onderzoek heeft het Regionetwerk VWS een nieuwe impuls gekregen.
In het Regionetwerk VWS onderhouden ambtenaren van het Ministerie van VWS duurzame
relaties met partijen in de regio om gezamenlijk de transformatieopgaven in zorg en
welzijn te volgen en te concretiseren.
Door in te zetten op een duurzame vertrouwensrelatie wordt VWS een betrokken partner
in de regio die signalen en knelpunten kan ophalen over het ingezette beleid en de
transformatie om deze vervolgens te agenderen op de relevante tafels van de akkoorden,
binnen het eigen ministerie (bij een van de concernpartners) of andere departementen.
Verder zet het Regionetwerk VWS actief in op een verbeterde zichtbaarheid van het
ministerie in alle regio’s en het voeren van het juiste gesprek aan tafels die zich
buigen over domein- en sectoroverstijgende samenwerking. De «antennefunctie» die het
Regionetwerk VWS vervult, bevordert de beleidsontwikkeling passend bij de actuele
regio-specifieke opgaven en versterkt de Rijk-Regio relatie. Dit is in lijn met de
aanpak om aan de slag te gaan met de adviezen uit het rapport «Elke Regio Telt!»,
die de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 1 maart 2024 aan
uw Kamer heeft verzonden.
Sneller en veiliger uitwisselen
Beschikbaarheid van goede, betrouwbare en toegankelijke gezondheidsgegevens draagt
bij aan goede en veilige zorg en verlicht de werkdruk van zorgverleners. Partijen
in het IZA werken er daarom onder regie van VWS aan dat elektronische gegevensuitwisseling
de standaard wordt, daarover ging men bij de informatiestand over het thema digitalisering
en gegevensuitwisseling met elkaar in gesprek. Door elektronisch met elkaar uit te
wisselen, gaat de informatie die nodig is voor de behandeling sneller en met minder
kans op fouten van de ene zorgaanbieder naar de andere. En dat maakt het voor de patiënt
en cliënt veiliger en makkelijker. De Wet elektronische gegevensuitwisseling in de
zorg (Wegiz) is een kaderwet die het mogelijk maakt om gegevensuitwisselingen (specifieke
gegevenssets) aan te wijzen die verplicht elektronisch moeten plaatsvinden. De verplichtingen
die samenhangen met deze zogenoemde aangewezen gegevensuitwisselingen worden uitgewerkt
in een algemene maatregel van bestuur (AMvB). Op de Meerjarenagenda Wegiz staan vijf
gegevensuitwisselingen5. De eerste gegevensuitwisseling die onder de Wegiz verplicht elektronisch én gestandaardiseerd
moet gaan verlopen is de overdracht Basisgegevensset zorg (BgZ) tussen instellingen
voor medisch specialistische zorg6. De kwaliteitsstandaard BgZ7, een verplicht onderdeel van de AMvB, is tot op heden niet vastgesteld in verband
met implementatievraagstukken die nog leven bij de betrokken partijen.
De publicatie van de AMvB wordt daardoor niet – zoals eerder beoogd – gepubliceerd
in juli dit jaar. Na de zomer wordt uw Kamer nader geïnformeerd over de voortgang
van de BgZ en de overige gegevensuitwisselingen op de Meerjarenagenda Wegiz.
Leren transformeren vanuit de praktijk
In lijn met de grote inzet van partijen op het opstellen van regioplannen, zijn partijen
in de regio ook bezig met het ontwikkelen en uitvoeren van transformatieplannen, met
als doel om de transformatie naar passende zorg in de regio te maken. Tijdens het
IZA-congres heeft zorgverzekeraar Coöperatie VGZ daarom een sessie georganiseerd over
impactvolle transformaties in de praktijk. Tijdens deze drukbezochte sessie is men
in gesprek gegaan over hoe het gaat in de praktijk, welke goede voorbeelden er zijn
en wat de succesfactoren zijn van een goed transformatieplan. VGZ heeft toegelicht
dat eigen VGZ-consultants aan de slag gaan bij zorginstellingen om de zorgprofessionals
te helpen innovaties en veranderingen voor elkaar te krijgen. Hierdoor blijft veel
kennis behouden en hoeft niet telkens opnieuw het wiel uitgevonden te worden. Ook
is er gesproken over transformatieteams die helpen en ondersteunen bij transformatie
en opschaling per domein. Tijdens de sessie bleek dat de informatiebehoefte voor potentiële
planvormers en -indieners groot is. De afspraken die IZA-bestuurders hebben gemaakt
om aan deze informatiebehoefte te voldoen worden hieronder nader toegelicht.
Stand van zaken transformatieplannen
Uit de voortgangsrapportage (peildatum 12 februari) blijkt dat er in totaal 183 plannen
zijn ingediend, waarvan 88 plannen zijn goedgekeurd via de snelle toets. In totaal
zijn er 14 transformatieplannen definitief goedgekeurd, deze plannen zijn inmiddels
in uitvoering. Aanvragen voor een snelle toets die in eerste instantie waren afgekeurd,
worden veelal door de indienende partijen, samen met de zorgverzekeraar, doorontwikkeld
tot plannen die uiteindelijk wel kunnen worden goedgekeurd. De goedgekeurde plannen
zien toe op verschillende thema’s, zoals arbeidsmarkt en ontzorgen professionals,
digitalisering en gegevensuitwisseling, passende zorg, regionale samenwerking en samenwerking
met het sociaal domein. In bijlage 4 «VWS IZA kwartaalrapportage Q1 2024» is hier
meer informatie over opgenomen.
Ter illustratie: positief beoordeelde snelle toets – Mentale gezondheidscentra in
Midden- en West-Brabant
Diverse GGZ-organisaties, huisartsen, zorggroepen, gemeenten en welzijnsorganisaties
in Midden- en West-Brabant werken met elkaar een transformatieplan uit gericht op
het verbeteren van de toegankelijkheid van de mentale gezondheidszorg. Met als doel
betere toegankelijkheid tot de mentale gezondheidszorg voor alle inwoners in de regio
die deze zorg nodig hebben, afname van druk op schaarse (gespecialiseerde) voorzieningen
in de huisartsenzorg/eerstelijnszorg, het sociaal domein en de SGGZ. Daarnaast wordt
ook gestreefd naar een afname van de werkbelasting bij alle professionals van alle
betrokken partijen, onder meer doordat cliënten en patiënten in één keer goed toegeleid
worden. Het betreft dus een brede samenwerking tussen het sociaal domein, huisartsenzorg
en de GGZ-sector. Ook patiëntenverenigingen en zorgverzekeraars worden betrokken bij
de nadere uitwerking van het plan.
Versterken: Goede plannen
Met het integraal zorgakkoord en de transformatiemiddelen beogen we een transformatie
in gang te zetten die niet vrijblijvend is, maar zorgt voor meer passende en toekomstbestendige
zorg. Het is daarbij van belang dat partijen zelf aan de slag gaan met hun eigen opgaven
en alle belanghebbende partijen betrekken en meenemen in hun ideeën. Zorgverzekeraars
kunnen daarin ondersteunen en helpen bij planvorming. Om partijen te helpen de gewenste
transformatie in gang te zetten zijn er het afgelopen jaar diverse webinars georganiseerd
waarin goede voorbeelden van transformatieplannen centraal stonden en praktische tips
werden gegeven voor het succesvol indienen van een transformatieplan. GGZ Breburg
heeft tijdens een van deze webinars toegelicht hoe zij samen met zorgverzekeraar CZ
samenwerkt in Midden- en West-Brabant om de toegankelijkheid van geestelijke gezondheidszorg
te verbeteren. GGZ-instellingen, gemeenten, huisartsen, zorgverzekeraars en patiënten
hebben elkaar gevonden in een transformatieplan om mentale gezondheidscentra op te
zetten. Hier wordt gekozen voor een andere aanpak; minder vanuit het medisch model,
meer vanuit een holistische visie. Het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) en VGZ
zetten in op een digitale transformatie in het ziekenhuis met vestigingen in Tilburg
en Waalwijk. Door de inzet van digitale hulpmiddelen willen zij het beroep op professionals
verkleinen. Patiënten kunnen zelf een aantal taken overnemen, zodat de medewerkers
meer tijd hebben voor patiënten die echt hulp nodig hebben.
Verbinden en verbeteren: Leren van elkaar
Daarnaast worden er ook gesprekken gevoerd over impactvolle transformaties en het
indienen van plannen tijdens werkbezoeken in het land. Op deze manier wordt inzicht
verkregen in hoe het potentiële indieners vergaat, welke plannen er aan zitten te
komen en of er nog knelpunten worden ervaren. Recent heeft er daarom een overleg plaatsgevonden
met wethouders van mandaatgemeenten over de betrokkenheid van het sociaal domein.
Er worden namelijk steeds meer plannen gemaakt waar ook gemeenten bij betrokken zijn
die we alleen kunnen laten slagen als we met elkaar goede afspraken maken over het
proces rondom het indienen en beoordelen van deze transformatieplannen. Ook helpt
het als er meer inzicht is in werkzame elementen van plannen en goede voorbeelden.
In lijn met de informatiebehoefte die eerder in deze brief genoemd is, zijn daarom
de volgende afspraken gemaakt.
Versnellen: Delen van werkzame elementen
Om transformatieplannen sneller op te schalen is afgesproken om in te zetten op het
uitwerken van bouwblokken als werkzame voorbeelden voor nieuwe plannen. Dat zijn onderdelen
uit reeds goedgekeurde plannen, die vervolgens gemakkelijker gekopieerd en hergebruikt
kunnen worden voor nieuwe plannen. Hiermee hoeven nieuwe plannen dus niet meer volledig
van begin af aan te worden uitgewerkt, maar kunnen deze gemakkelijk versneld beoordeeld
en goedgekeurd worden.
De beoordeling kan zich daardoor vooral richten op welke impact het plan heeft op
de desbetreffende organisatie/regio en de manier waarop de implementatie is vormgegeven.
Ter illustratie: positief beoordeeld transformatieplan – Zorg bij Jou
De Santeon ziekenhuizen hebben samen een transformatieplan «Zorg bij Jou» uitgewerkt.
«Zorg bij jou» is een platform dat door middel van digitale ondersteuning patiënten
de mogelijkheid biedt om zorg buiten de muren van de zorgaanbieder te ontvangen. Zorgtaken
worden door gebruik van het platform overgenomen en zorgverleners ontlast. Het plan
draagt bij aan het gebruik van hybride zorg bij 130.000 patiënten per eind 2026, en
in potentie tot 800.000 patiënten per eind 2032. De verwachte impact op zorgactiviteiten
is 50% reductie voor geïndiceerde patiënt t.o.v. traditionele (MSZ) zorg. «Zorg bij
Jou» wordt in 2024 opengesteld voor andere aanbieders, zoals ziekenhuizen, huisartsen
en VVT.
Transparantie en bevoorschotting
Het ontwikkelen van een goed plan kan enige tijd in beslag nemen. Pas bij de definitieve
beoordeling van een plan kan een prestatie worden aangevraagd, waarbij de kosten van
het ontwikkelen van een plan ook betaald kunnen worden. Bij zorgaanbieders kan dit
echter leiden tot liquiditeitsproblemen, omdat bij het opstellen van een plan al kosten
gemaakt kunnen worden. Zorgverzekeraars hebben hun hand uitgestoken en aangegeven
op maat te zoeken naar een oplossing per plan.
Daarnaast hebben partijen afgesproken om de volledig goedgekeurde transformatieplannen
te publiceren op de website van de Juiste Zorg op de Juiste Plek8. De indienende partijen zijn zelf verantwoordelijk om bedrijfsvertrouwelijke gegevens
uit de plannen te halen en aan de website aan te leveren.
Ook is afgesproken dat VWS samen met ZN een gedegen zoekmachine opzet waarin op thema,
betrokken sector en regio gefilterd kan worden, zodat partijen eenvoudiger de plannen
kunnen zoeken die voor hen van toepassing zijn. Deze zoekmachine is inmiddels gereed
en beschikbaar via de eerdergenoemde website.
Tot slot
Verschillende deelnemers hebben laten weten het IZA-congres «echt een waardevolle
dag te vinden en nog niet eerder zoveel gedreven mensen bij elkaar te hebben gezien».
De inhoud en opzet werden ervaren als «boeiend en leerzaam, met veel netwerkgesprekken!»
Daarnaast werd de kennisuitwisseling over nieuwe en innovatieve projecten gewaardeerd.
Wij kijken terug op een geslaagd congres en hopen dat we deze energie vast kunnen
houden. Het is onmogelijk om met deze brief recht te doen aan alle initiatiefnemers
en aanwezigen op het IZA-congres. Desondanks hopen wij uw Kamer met deze brief te
hebben laten zien dat het IZA leeft in het land en dat de beweging in volle gang is.
Op landelijk niveau blijven we er alles aan doen om deze transformatie verder te stimuleren.
In juni vindt de midterm review (MTR) van het IZA plaats en kijken we samen met alle
IZA-partijen terug op de stappen die tot nu toe zijn gezet. Voor de zomer zullen wij
uw Kamer over de uitkomsten hiervan informeren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C. Helder
De Minister voor Medische Zorg,
P.A. Dijkstra
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen
Indieners
-
Indiener
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Medeindiener
P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg -
Medeindiener
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport