Brief regering : Verslag Financieel Stabiliteitscomité van 13 juli 2023
32 545 Wet- en regelgeving financiële markten
Nr. 193
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 augustus 2023
Hierbij zend ik u het verslag van de bijeenkomst van het Financieel Stabiliteitscomité
van 13 juli jl. Dit verslag wordt ook gepubliceerd op de eigen website van het Financieel
Stabiliteitscomité.
In het Financieel Stabiliteitscomité spreken vertegenwoordigers van DNB, de AFM en
het Ministerie van Financiën ten minste twee keer per jaar onder leiding van de president
van DNB over ontwikkelingen op het gebied van de stabiliteit van het Nederlandse financiële
stelsel. Het CPB neemt als externe deskundige deel aan de vergadering. De deelnemers
namens het Ministerie van Financiën en CPB nemen geen deel aan de besluitvorming over
het signaleren van risico’s en het doen van aanbevelingen.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Verslag Financieel Stabiliteitscomité 13 juli 2023
In het Financieel Stabiliteitscomité (FSC) spreken vertegenwoordigers van de Autoriteit
Financiële Markten (AFM), De Nederlandsche Bank (DNB) en het Ministerie van Financiën
over ontwikkelingen op het gebied van financiële stabiliteit in Nederland. Het Centraal
Planbureau (CPB) neemt als externe deskundige deel aan de vergaderingen.
In de vergadering van 13 juli 2023 heeft het FSC gesproken over de actuele ontwikkelingen
en risico’s voor financiële stabiliteit. Naar aanleiding van de bankenstress bij buitenlandse
banken in het voorjaar heeft het FSC gesproken over de weerbaarheid van de Nederlandse
bankensector. Ten slotte heeft het FSC, mede in het licht van de aanbeveling van het Europees Comité voor Systeemrisico’s (ESRB), gesproken over risico’s in de
commercieel vastgoedsector en woningmarkt.
Actuele ontwikkelingen en risico’s financiële stabiliteit
Nadat de Nederlandse economie sterk herstelde vanuit de coronacrisis zal deze naar
verwachting de komende tijd op een lager tempo groeien. De arbeidsmarkt is nog steeds
krap en faillissementen zijn nog op een relatief laag niveau. De verwachting is dat
de arbeidsmarkt nog geruime tijd krap blijft. Hoewel de inflatie afneemt is deze nog
steeds hoog, waarbij de grootste bijdrage aan de inflatie nu vanuit de dienstensector
komt. FSC leden constateren dat het begrotingsbeleid een opwaarts effect heeft op
de inflatie. Met het oog op de persistentie van de kerninflatie is het wenselijk dat
naast de monetaire autoriteit ook de sociale partners (via beheerste groei van winsten
en lonen) en de overheid (via begrotingsdiscipline) hun verantwoordelijkheid nemen
om de inflatie naar beneden te brengen. Naast de extra inflatiedruk dient verruimend
begrotingsbeleid voorkomen te worden vanwege Europese begrotingsregels en schuldhoudbaarheid
op de lange termijn.
Door de aanhoudend hoge inflatie en de verkrapping in financiële condities door onder
andere stijgende rentes blijven risico’s voor de financiële stabiliteit hoog. Hierbij
zijn financiële markten kwetsbaar voor hernieuwde volatiliteit en correcties. Rentestijgingen
kunnen tot verliezen op financiële activa en problemen bij herfinanciering leiden.
Op de huizenmarkt is afkoeling zichtbaar, maar de prijsdaling wordt geremd door een
beperkt aanbod en stijgende lonen.
De snelle transitie naar een hoge renteomgeving legt kwetsbaarheden in het financiële
systeem bloot. Zo kwamen in het voorjaar enkele banken in de VS in de problemen omdat
zij onvoldoende voorbereid waren op renteveranderingen en deze individuele problemen
zorgden voor een breed verlies aan vertrouwen. Zo zijn de financieringskosten voor
Amerikaanse banken gestegen en komt de winstgevendheid onder druk te staan.
Het FSC benadrukt dat financieel-economische schokken vertraagd kunnen doorwerken
in de economie en financiële instellingen. Hierbij is het van belang om waakzaam te
zijn voor risico’s die kunnen ontstaan bij herwaardering en herfinanciering. Herwaarderingen
kunnen tot verliezen leiden en deze kunnen doorwerken in het financiële systeem. Bij
herfinanciering kan de winstgevendheid onder druk komen te staan waarbij hoge rentelasten
tot problemen kunnen leiden.
Weerbaarheid van de bankensector
De Nederlandse bankensector toonde zich weerbaar gedurende het voorjaar toen buitenlandse
banken in de problemen kwamen. De kapitaalratio’s van Nederlandse banken zijn relatief
hoog. Daarnaast duiden stresstestuitkomsten op weerbaarheid van Nederlandse banken
tegen zowel liquiditeit- als solvabiliteitsrisico’s in verschillende stressscenario’s.
De recente problemen bij buitenlandse banken geven aanleiding om de huidige regelgeving
en toezichteisen tegen het licht te houden, vooral op het gebied van toepassing van
regelgeving en renterisico, liquiditeitsrisico en resolutie. Allereerst moeten mondiale
standaarden breed worden toegepast. Daarnaast maakt regelgeving banken weerbaarder
tegen de gevolgen van toekomstige renteveranderingen en is verdere mondiale harmonisatie
van de behandeling van renterisico wenselijk. Nederlandse banken beheersen actief
de risico’s door een verandering in de marktrente. Dat gebeurt door de looptijdmismatch
te verkleinen door rekening te houden met vervroegde aflossingen en met behulp van
derivaten. Hoewel stijgende rentes in het algemeen een positief effect hebben op netto-rentebaten
resulteren hogere rentes in toenemende kredietrisico’s door een grotere kans op wanbetaling
op leningen. Daarnaast kunnen verliezen toenemen als door hogere rentes de waarde
van onderpand daalt. Tot op heden zijn wanbetalingen en prijsdalingen nog relatief
beperkt.
Het FSC heeft verder gesproken over liquiditeitsrisico’s bij banken en hoe liquiditeitsschokken
van invloed kunnen zijn op de financiële stabiliteit en zich kunnen verspreiden naar
andere delen van het financiële systeem. De huidige liquiditeitseisen en het toezicht
op liquiditeit zorgen ervoor dat banken weerbaar zijn bij een mogelijke stresssituatie.
Op onderdelen is mogelijk herziening nodig om ervoor te zorgen dat de aannames in
de standaarden realistisch blijven in een digitale en veranderende wereld, bijvoorbeeld
ten aanzien van een versnelde uitstroom van deposito’s.
Het FSC heeft verder stilgestaan bij de Credit Default Swap (CDS) markt en in het
bijzonder bij de zogenaamde single name instruments, waarbij een CDS op het risico van wanbetaling van individuele instellingen wordt
afgesloten. Hoewel toezichthouders transactiegegevens ontvangen zit hier een behoorlijke
rapportagevertraging in, wat het tijdig interpreteren van marktbewegingen bemoeilijkt.
Het FSC ondersteunt een betekenisvolle verbetering van de transparantie van deze markt.
In het Overzicht Financiële Stabiliteit van mei 2023 heeft DNB aangekondigd de contracyclische
kapitaalbuffer (CCyB) te verhogen van 1 naar 2 procent en de buffers voor nationaal
systeemrelevante banken (O-SII buffers) te verlagen. De veranderde kapitaaleisen werken
per bank verschillend door. Voor de bankensector als geheel nemen de kapitaaleisen
licht toe door de combinatie van deze maatregelen. De gewijzigde buffervereisten worden
per 31 mei 2024 van kracht. Het FSC verwelkomt de verhoging van de contracyclische
kapitaalbuffer (CCyB) van 1% naar 2%
Risico’s in de vastgoedsector
De commerciële vastgoedsector heeft recent veel aandacht gekregen in de media, vanwege
kwetsbaarheden die zijn ontstaan door o.a. de stijgende rente en structurele veranderingen
zoals de toenemende mate van thuiswerken. Het ESRB heeft eerder dit jaar gewaarschuwd
voor risico’s in deze markt en toezichthouders aanbevolen om de commerciële vastgoedsector
goed te monitoren voor financiële stabiliteitsrisico’s en de weerbaarheid van financiële
instellingen te verbeteren. Het FSC constateert dat prijzen van commercieel vastgoed
een dalende trend laten zien, voornamelijk gedreven door krappere financieringscondities.
Naar verwachting zal deze trend verder doorzetten. Het risico op grote prijscorrecties
in de waarde van commerciële vastgoedportefeuilles in Nederland wordt beperkt door
een klein aanbod en lage leegstand.
Tot dusverre zijn er ook weinig tekenen van de materialisatie van kredietrisico op
bankleningen voor commercieel vastgoed, al zijn er tekenen dat het kredietrisico in
de toekomst wel kan toenemen. Er is namelijk een toename zichtbaar in de zogenaamde
stage-2 leningen, wat presterende leningen zijn, maar waarvan het risico op wanbetaling
groter is geworden. De stijging kan (deels) verklaard worden door blootstelling aan
renterisico.
Risico’s in Nederlandse vastgoedfondsen (met beleggingen in commercieel vastgoed)
die voortkomen uit het gebruik van hefboomfinanciering en een liquiditeitsmismatch
ogen beperkt. De mate waarin fondsen hefboomfinanciering gebruiken is beperkt, en
lage redemptiefrequenties voorkomen dat beleggers in korte tijd hun geld kunnen onttrekken.
Het FSC constateert dat alertheid op risico’s in de commerciële vastgoedsector geboden
is vanwege een vertraagde doorwerking van schokken en beperkingen op datagebied die
adequate monitoring bemoeilijken. Bestaande databronnen geven namelijk een onvolledig
beeld van de financieringsstromen in de commercieel vastgoedsector. Daarnaast komen
de cijfers met enige vertraging beschikbaar. Ondanks de tot op heden beperkte materialisatie
van risico’s is vanwege mogelijke blinde vlekken waakzaamheid en monitoring van de
commercieel vastgoedsector van belang.
Wat betreft de woningmarkt constateert het FSC dat de financiële positie van Nederlandse
huiseigenaren de afgelopen jaren is verbeterd. Dat maakt hen weerbaarder tegen schommelingen
op de woningmarkt, zoals recente prijsdalingen of stijgingen in de hypotheekrente.
Echter, de verbetering in de financiële positie is niet voor alle groepen huiseigenaren
even groot. Jongeren, starters en groepen met een lager inkomen of vermogen zijn er
minder op vooruit gegaan. Nederlandse banken zijn weerbaarder geworden tegen woningmarktrisico’s
en hypotheken zijn meer gespreid binnen het financiële stelsel.
Wettelijke basis FSC en opvolging FSC-aanbeveling liquiditeit
Het FSC staat kort stil bij de wettelijke verankering van het FSC in de Bankwet 1998 per 1 juli 2023 met de Wijzigingswet financiële markten 2022-II. Naar aanleiding
hiervan is het Instellingsbesluit Financieel Stabiliteitscomité per 1 juli 2023 ingetrokken.
Daarnaast treedt het Reglement van Orde in werking en dit wordt op de website gepubliceerd.
Ten slotte bespreekt het FSC de voortgang van de FSC-aanbeveling om liquiditeitsrisico’s
bij pensioenfondsen nader te onderzoeken. DNB en de AFM hebben opvolging gegeven aan
deze aanbeveling door een uitvraag op te stellen, die recent is uitgestuurd, waarin
een selectie van pensioenfondsen en vermogensbeheerders gevraagd wordt enkele stressscenario’s
door te rekenen in een liquiditeitsstresstest. Het FSC geeft aan de uitkomsten van
dit onderzoek in een volgend overleg te bespreken.
Volgende vergadering
De volgende vergadering vindt plaats op vrijdag 1 december 2023. De agenda wordt enkele
weken voorafgaand aan de vergadering vastgesteld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën