Brief regering : Evaluatie beleid Nationale Parken
33 576 Natuurbeleid
Nr. 320
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2022
Hierbij stuur ik de Tweede Kamer mijn reactie op de evaluatie van het Nationale Parken
beleid alsmede een toelichting op het overleg dat ik met provincies, parken en andere
stakeholders voer over de voortzetting van een nieuw Programma Nationale Parken na
2022 (zoals toegezegd in brief met Kamerstuk 33 576, nr. 266).
Aanleiding voor de evaluatie
In 2015 is het Programma Nationale Parken van start gegaan. In 2016 hebben het Ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de provincies en Nationale Parken Deal
gesloten met diverse partners in het natuur- en recreatieveld. Het doel van dit Programma
en de Deal is om:
1. De kwaliteit van Nationale Parken in Nederland te verhogen.
2. De betrokkenheid van de samenleving bij de natuur te versterken.
3. Een sterkere merk- en marktpositie van Nationale Parken in Nederland te bereiken.
Vervolgens is in 2018 een werkversie van «De Standaard voor de gebiedsaanduiding Nationaal
Park» vastgesteld. De Standaard bevat de criteria voor Nationale Parken «Nieuwe Stijl».
De partijen hebben afgesproken eerst met de Standaard te oefenen en deze na drie jaar
te evalueren. In 2019 kreeg het Uitvoeringsprogramma een vervolg waarmee de transitie
is ingezet naar verbinding van de parken met de omliggende gebieden en sterkere natuur.
Deze transitie is nog gaande maar eind 2022 loopt het huidige Programma Nationale
Parken af.
Om deze redenen heeft TwynstraGudde in 2021/2022 een evaluatie uitgevoerd van het
vigerende Nationale Parken beleid Deze evaluatie geeft waardevolle input voor het
traject dat ik dit voorjaar ben gestart met provincies, parken en andere stakeholders
over de voortzetting van een nieuw Programma vanaf 2023.
Resultaat evaluatie Nationale Parken
Het adviesbureau TwynstraGudde heeft een evaluatie uitgevoerd op de onderdelen Programma,
Standaard, governance en financiële middelen. Het evaluatierapport, bestaande uit
twee delen, is door de betrokken partijen positief ontvangen en vormt een bouwsteen
voor de gesprekken over het nieuwe Programma. Hieronder informeer ik u op hoofdlijnen
over de conclusies en aanbevelingen. Tenslotte schets ik de aanpak van de vormgeving
van een nieuw Programma.
Conclusies en aanbevelingen
De evaluatie geeft een beeld van wat goed gaat in het beleid voor de Nationale Parken
en wat beter kan. Over het algemeen is er brede herkenning en draagvlak voor de aanleiding
en overwegingen voor de totstandkoming van de Nationale Parken Deal en het Programma
Nationale Parken. Volgens de betrokken organisaties zijn de doelen, ook nu nog, voldoende
richtinggevend en toekomstbestendig.
Bij de betrokkenen is er behoefte aan een vervolg op het bestaande programma en meer
duidelijkheid voor langere termijn (richtlijn 2030) over de inrichting van het stelsel
van Nationale Parken, de status en doelen van een Nationaal Park, de gewenste ontwikkelrichting,
de beschikbare middelen, en de aansturing door het Ministerie van LNV en de provincies.
Ten aanzien van dit laatste punt adviseert TwynstraGudde om meer invulling te geven
aan de regierol van Rijk en provincies.
Het Ministerie van LNV wordt opgeroepen om in overleg met de provincies, de Nationale
Parken en de partners van het Programma te komen tot een besluit over een voortzetting
van het Programma Nationale Parken na 2022 en de uitwerking van bijbehorende beleidsdocumenten
en (financiële) kaders. Ook de relatie met het bredere natuur- en ruimtelijke-ordeningsbeleid
vraagt om verduidelijking.
Door TwynstraGudde is ook de huidige werkversie van de Standaard geëvalueerd. Met
de daarin beschreven ambities is de afgelopen jaren door meerdere parken geoefend.
Daarnaast is de Standaard door de Adviescommissie Nationale Parken (2021) gebruikt
om door de oogharen twee nieuwe statusaanvragen van de gebieden Hollandse Duinen en
Van Gogh te toetsen. Uit de evaluatie blijkt dat de meeste partijen de Standaard als
ambitiekader positief beoordelen. De Standaard heeft richting gegeven aan het realiseren
van de ambities en doelen uit de Parken Deal. Aan de andere kant zijn er ambities
die onvoldoende duidelijk zijn en daardoor discussie oproepen. Daarom wordt aanbevolen
een nieuw kwaliteitskader te ontwikkelen. Dit kader moet duidelijkheid bieden over
de criteria waar bestaande parken op enig moment aan moeten voldoen dan wel waar ze
naar toe kunnen groeien. Ook voor nieuwe aanvragen moeten de toelatingscriteria transparant
zijn.
Ten aanzien van de financiële middelen constateert TwynstraGudde dat met de relatief
beperkte middelen op stelselniveau toch een grote beweging op gang is gekomen en mooie
stappen zijn gezet. Ook de tijdelijke ondersteuningsregeling van het Ministerie van
LNV, met cofinanciering van de provincies, heeft daaraan bijgedragen. Om deze energie
en inzet vast te kunnen houden, zijn volgens TwynstraGudde structurele middelen nodig.
Hiervoor wordt zowel naar het Ministerie van LNV als naar de provincies gekeken.
Naar een nieuw Programma Nationale Parken vanaf 2023
Gezien de belangrijke bijdrage die het Nationale Parken beleid levert aan de natuur,
een breder begrip voor het belang van natuur en de noodzaak voor natuurherstel is
het mijn intentie om het Programma na 2022 voort te zetten, samen met de provincies,
de parken en partners. Daarom is door het Ministerie van LNV een interbestuurlijke
werkgroep ingesteld met de opdracht nog dit jaar met een voorstel voor een nieuw beleidsprogramma
te komen. Bij de uitwerking wordt ook gekeken naar de mogelijke rol van Nationale
Parken bij de invulling van de grote ruimtelijke opgaves in de leefomgeving door verbondenheid
met Programma’s zoals de Agenda Natuurinclusief, Ons Landschap en Mooi Nederland,
het Nationaal Programma Landelijk Gebied en de herijking van de NOVI. In veel Nationale
Parken is al ervaring opgedaan met natuurinclusiviteit die goed kan worden benut bij
de invulling van de diverse opgaven.
De komende maanden worden door de werkgroep verschillende scenario’s uitgewerkt. Hierin
worden ook de voorstellen van de Commissie Verkenning Nationale Parken over natuurinclusieve
opgaven en overige adviezen, zoals die van het Kernteam en de ANWB, meegenomen. Vervolgens
wordt het effect van deze scenario’s getoetst en ingebracht in de besluitvorming.
Ik hecht er zeer aan om met de provincies, die ook deel uitmaken van de werkgroep,
goede afspraken te maken over de invulling van hun rol ten aanzien van de Nationale
Parken in relatie tot het natuurbeleid in de provincies en mijn rol als stelselverantwoordelijke.
Een heldere rol- en taakverdeling en daarbij behorende besluitvormingsstructuur is
cruciaal om tot een succesvolle aansturing van de Nationale Parken te komen. Daarnaast
zal gaandeweg in de uitwerking en vormgeving van het nieuwe Programma de behoefte
aan financiële middelen voor het stelsel en de ontwikkeling van individuele parken
duidelijk worden. De komende periode zullen we de ambitie en de middelen in balans
moeten brengen en ik zal mij maximaal inzetten om de benodigde middelen te realiseren.
Voor de lopende aanvragen voor de status van Nationaal Park, de gebieden Van Gogh
en Hollandse Duinen, wordt verkend onder welke voorwaarden welke labels passend kunnen
zijn voor (delen van) deze gebieden. Binnen deze gebieden heeft het gezamenlijk indienen
van een statusaanvraag voor het label Nationaal Park een stimulans gegeven aan de
ontwikkelingsgerichte aanpak van een aantal ruimtelijke thema’s in de regio.
Het gehele traject zal in nauwe afstemming met betrokken stakeholders en departementen
worden uitgevoerd en moet dit najaar leiden tot besluitvorming over het vervolg van
het Programma. Ik zal uw Kamer over dit nieuwe Programma informeren.
Concluderend
De evaluatie van het beleid voor Nationale Parken van de afgelopen jaren heeft ons
inzicht gegeven in wat goed gaat en wat beter kan en moet. De conclusies en aanbevelingen
geven input aan het gesprek om tot een nieuw beleidsprogramma te komen. De opdracht
aan de werkgroep om tot een nieuwe beleidsprogramma te komen is ambitieus en veelzijdig.
Ik heb er vertrouwen in dat we in een intensieve samenwerking met provincies, parken
en de overige betrokken stakeholders tot goede afspraken kunnen komen.
De parels van de Nederlandse natuur verdienen immers een duidelijke toekomst.
De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink
Indieners
-
Indiener
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof