Brief regering : Voortgangsrapportage aanpak High Impact Crimes
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 619 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 april 2020
Inleiding
Bijgaand treft u aan de jaarlijkse rapportage inzake de aanpak van woninginbraken,
overvallen, straatroof en geweldsdelicten (high impact crimes, (HIC)). Bij al deze
delicten is sprake van een grote impact op het slachtoffer en diens omgeving. De aanpak
is een combinatie van slachtoffergerichte en dadergerichte preventieve en repressieve
maatregelen. Ook de aanpak van heling maakt onderdeel uit van de HIC-aanpak. Naar
schatting wordt 80 procent van de gestolen goederen ontvreemd om deze vervolgens te
gelde te maken. Heling vormt daarmee een belangrijke facilitator voor het plegen van
overvallen, straatroven, woninginbraken en andere vormen van vermogenscriminaliteit.
Ontwikkeling HIC
In onderstaande tabel zijn de politiedata weergegeven voor de verschillende delicten
in de periode 2009 tot en met 2019.
Geregistreerde HIC-delicten
Jaar
Overvallen
Straatroof
Woninginbraak
Geweld
2009
2.898
8.390
74.130
105.365
2010
2.572
8.190
82.520
98.810
2011
2.272
8.400
88.960
98.050
2012
1.982
8.050
91.930
95.735
2013
1.633
7.050
87.720
89.265
2014
1.267
5.460
71.230
84.920
2015
1.239
4.731
64.560
83.106
2016
1.138
4.167
55.470
80.332
2017
1.103
3.576
49.124
75.557
2018
1.143
3.517
42.662
72.533
2019
1.174
3.777
39.365
73.638
Procentuele ontwikkeling 2009–2019
– 60%
– 58%
– 42%
– 31%
Bron: politie
Sinds de start van de Taskforce Overvallen in 2009 is een sterke afname te zien van
het aantal overvallen, straatroven, woninginbraken en geweldsdelicten.1 Echter, de politiecijfers over 2019 laten ten opzichte van 2018 een stijging zien
van het aantal overvallen van 1.143 naar 1.174; het aantal straatroven van 3.517 naar
3.777 en het aantal geweldsdelicten van 72.533 naar 73.638. Ook was er in 2019 een
toename te zien in het aantal aangehouden minderjarige verdachten van straatroof.
De ontwikkelingen in de laatste maanden van 2019 onderstrepen het belang om de aandacht
stevig vast te houden.
Een van de belangrijkste factoren in de aanpak is de intensieve publiek-private samenwerking.
In de afgelopen jaren zijn meerdere initiatieven gestart, uitgevoerd en geëvalueerd.
Wij zijn al onze publieke en private partners zeer erkentelijk voor de goede samenwerking
die tot mooie resultaten heeft geleid in de vorm van dalende criminaliteit en een
verhoogd veiligheidsgevoel bij burgers.2 Dit bevestigt het belang van het voortzetten van de werkzaamheden van de Taskforce
Overvallen en Straatroof onder de leiding van burgemeester Aboutaleb en van verschillende
beleidsprogramma’s gericht op de preventie en aanpak van de gewelddadige vermogensdelicten
en woninginbraken.
Zoals eerder aan uw Kamer is gemeld,3 voert de Taskforce Overvallen en Straatroof met het Actieprogramma 2019–2020 diverse
acties uit langs drie pijlers: (1) het voorkomen van slachtofferschap, (2) het voorkomen
van daderschap en (3) een dadergerichte repressieve aanpak, waaronder het voorkomen
van recidive. Onderstaand wordt uw Kamer per pijler geïnformeerd over een aantal hoofdpunten,
met focus op de in 2019 geboekte voortgang en mogelijke effecten voor 2020 en verder.
1. Voorkomen slachtofferschap
Publieksvoorlichting
Publieksvoorlichting is een belangrijk instrument ter ondersteuning van het beleid
om slachtofferschap te voorkomen. De publiekscommunicatie is uitgewerkt in de koepelpreventiecampagne
«Maak het ze niet te makkelijk».4 In 2019 zijn de deelcampagnes Preventie Woninginbraak, Boefproef, Stop Heling en
Preventie Cybercriminaliteit uitgevoerd. In 2020 vindt herhaling plaats van de deelcampagnes
Preventie Woninginbraak en Stop Heling. Tevens wordt een campagne ontwikkeld gericht
op de weerbaarheid van ouderen en kwetsbare groepen tegen babbeltrucs.
Slachtofferschap onder ouderen
Bij het voorkomen van slachtofferschap heeft de doelgroep ouderen onze bijzondere
aandacht. Uw Kamer is eerder geïnformeerd over de ingezette maatregelen en hoe uitvoering
wordt gegeven aan de motie van het lid Krol (50Plus)5 (Kamerstuk 35 000 VI, nr. 67). De jaarlijkse voorlichtingsbijeenkomsten aan ouderen in april worden als gevolg
van de maatregelen rond het coronavirus verplaatst naar het najaar van 2020. Zoals
de Minister van Justitie en Veiligheid heeft toegezegd tijdens het beantwoorden van
mondelinge vragen op 17 december 2019 (Handelingen II 2019/20, nr. 37, item 4), wordt bij deze bijeenkomsten specifiek aandacht besteed aan het belang van het
doen van aangifte en de rol van de wijkagent. Voor deze delicten geldt dat, als het
nodig is, de politie altijd langskomt bij ouderen thuis om de aangifte op te nemen.
De politie heeft blijvend aandacht voor ouderen en het aangifteproces. Zo houden wijkagenten
spreekuren en bezoeken zij bejaardencomplexen en verzorgingstehuizen om voorlichting
te geven en informatie te verstrekken.
Ondersteuning slachtoffers
De regeling stimulering preventieve maatregelen woning- en bedrijfsovervallen is in
2019 gecontinueerd tot en met 2021. De reikwijdte van de regeling is uitgebreid naar
inwoners van Bonaire, St. Eustatius en Saba.
Schadelijke geweldsbeelden
Een belangrijk element bij de aanpak van expressief geweld in de publieke en semipublieke
ruimte zijn de risicofactoren die een katalysator zijn voor het ontstaan van geweld,
waaronder schadelijke geweldsbeelden. In 2019 ging bijzondere aandacht uit naar de
gebrekkige naleving van artikel 240aSr in gamehallen. Dit artikel is bedoeld om jongeren
te beschermen tegen voor hen mogelijk schadelijk beeldmateriaal. Conform het antwoord
op Kamervragen6 zijn afspraken gemaakt met de branche om de naleving door gamehallen te verbeteren.
Ook wordt de bewustwording in de branche vergroot via een online-training door het
Nicam. Ten slotte is het toezicht op de gamehallen via het Agentschap Telecom aangescherpt.
2. Voorkomen daderschap
Nu de fase van wetenschappelijke validering voor een aantal interventies achter de
rug is, is er in 2019 volop ingezet om de interventies zo veel mogelijk te borgen
in het lokale en regionale domein. Daarnaast wordt de komende jaren de impact van
de interventies vergroot door de uitrol te verbreden en toe te passen op andere fenomenen,
zoals het gebruik van steekwapens en de aanpak van ondermijning.
Alleen jij bepaalt wie je bent (AJB)
AJB is een gedragsinterventie die zich ten doel stelt om de ontwikkeling van delinquent
en/of overlast gevend gedrag bij jongeren tussen de 12 en 18 jaar te voorkomen. In
2019 is de interventieduur van AJB per deelnemer verlengd van één naar twee jaar en
is het aantal gemeenten dat AJB uitvoert, uitgebreid naar 21 gemeenten en op Aruba,
Bonaire, Curaçao en Sint-Maarten. In 2020 starten ook Sint Eustatius en Saba met AJB.
12-minners
De regierol voor het signaleren en voorkomen van grensoverschrijdend gedrag bij zeer
jonge kinderen (12-minners) ligt bij de scholen en de gemeenten. Het Ministerie van
Justitie en Veiligheid ondersteunt gemeenten actief bij het opzetten en uitvoeren
van gedragsinterventies die als doel hebben om delinquent gedrag te voorkomen door
vroegtijdig te interveniëren.
3. Dadergerichte aanpak, waaronder het voorkomen van recidive
Voor de dadergerichte aanpak wordt ingezet op interventies en maatregelen die tot
doel hebben mensen perspectief te bieden om herhaald daderschap te voorkomen. Daar
waar voorkomen niet meer lukt en daders bijvoorbeeld diep in de drugscriminaliteit
zijn beland, is een stevige persoonsgerichte aanpak noodzakelijk.
Top-X aanpak
Bij de Top-X aanpak wordt door gemeenten – vaak binnen de netwerken van de Zorg- en
Veiligheidshuizen (ZVH’en) – gewerkt aan de persoonsgerichte aanpak van volwassen
daders van ernstige gewelds- en drugsdelicten en jongeren die in aanraking zijn gekomen
met de politie en waarover zorgen zijn. Gemeenten werken aan een persoonsgerichte
aanpak in nauwe samenwerking met ZVH’en, politie, justitiepartners, buurt- en wijkteams
en zorgpartners/GGD, onder andere op het gebied van (beschermd/begeleid) wonen, werk
en inkomen, schuldhulpverlening en dagbesteding. De aanpak is vanaf de start multidisciplinair
en domein overstijgend, waarbij de analyse, risicotaxatie en inzet van interventies
gezamenlijk door de verschillende domeinen uitgevoerd worden. Het ministerie ondersteunt
en faciliteert de ZVH’en om deze belangrijke rol zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren.
Pilots re-integratieofficier
In 2019 is in vier gemeenten een pilot gestart met een re-integratieofficier die langdurige
begeleiding mogelijk maakt voor het bieden van perspectief na detentie ter voorkoming
van recidive. De re-integratieofficier is in de pilot aan zet om met mandaat en creativiteit
een integrale maatwerkaanpak te realiseren, gericht op het op orde krijgen van de
vijf basisvoorwaarden: huisvesting, ID-bewijs, (toeleiding naar) werk en inkomen (incl.
onderwijs), inzicht en aanpak van schulden en zorg. Uit de eerste bevindingen blijkt
dat de gemeenten die meedoen een duidelijke meerwaarde zien in de rol van de re-integratieofficier.
De doelgroep is beter in kaart gebracht en er is meer erkenning voor de meervoudige
problematiek van de ex-gedetineerden en de lange adem die het vergt om hen te helpen
re-integreren. Deze resultaten worden ook meegenomen in het programma Koers en Kansen7 ten behoeve van het breder delen van ervaringen en best practices.
Bad-aanpak
In Midden-Nederland en Rotterdam Rijnmond is in 2017 gestart met de verbreding van
de zogenaamde «TOP-X Bad-aanpak». De Bad-aanpak is gericht op daders van ernstige
gewelds- en drugsdelicten die niet meer te beïnvloeden zijn via gedragsinterventies
en andere ondersteunende maatregelen. Bij deze dadergroep ligt de nadruk op straffen,
toezicht houden en afpakken. De regie en uitvoering ligt bij de ZVH’en. Inmiddels
hebben bijna alle ZVH’en een Bad-aanpak. De werkwijze wordt in 2020 verder geïntensiveerd.
Beleidsreactie Recidive onder daders van overvallen, straatroven en woninginbraken
In de bijlage bij deze brief treft u aan het onderzoeksrapport Achtergronden en recidive onder daders van high impact crimes veroordeeld in 2002–2016. Dit onderzoek is uitgevoerd en recent uitgebracht door het WODC8.
In de studie staan de achtergronden en de recidive centraal van daders van woninginbraak,
straatroof en overvallen die in de periode 2002 tot en met 2016 zijn veroordeeld.
De studie maakt deel uit van een vijfjarig onderzoeksprogramma naar de recidive onder
daders van deze delicten. Op basis van dit WODC-onderzoek kunnen enkele conclusies
worden getrokken.
Er is een aanzienlijke afname van veroordeelde daders in de periode 2002 tot en met
2016. Het aantal veroordeelden is gedaald met 42 procent bij woninginbrekers, 45 procent
bij overvallers en 75 procent bij straatrovers. Deze dalende trends zijn in lijn met
bevindingen op basis van de politieregistraties.
Van de veroordeelde daders van overvallen, straatroof en woninginbraak in 2016 recidiveert
een aanzienlijk deel binnen twee jaar. Zo blijkt dat 54 procent van de woninginbrekers,
53 procent van de straatrovers en 43 procent van de overvallers binnen twee jaar een
nieuwe strafzaak heeft voor een misdrijf, ongeacht de aard of ernst daarvan. Bij alle
veroordeelde daders is het tweejarige recidivepercentage 26 procent. Dit betekent
dat de veroordeelde daders van overvallen, straatroof en woninginbraak een grotere
kans hebben om te recidiveren dan daders van andere delicten. Na een recidivedaling
onder alle drie de dadergroepen tot en met 2013 is de recidive in 2014 tot en met
2016 bij woninginbrekers en straatrovers gestabiliseerd en bij overvallers gestegen.
Er is dus een hardnekkige groep daders die volhardt in het plegen van delicten. Het
is daarom belangrijk om de aandacht voor deze dadergroepen en voor overvallers in
het bijzonder niet af te zwakken.
Daders van overvallen, straatroof en woninginbraak vormen een actieve dadergroep die
vaak al op een zeer jonge leeftijd beginnen met crimineel gedrag. Dit is zorgwekkend,
omdat eerder onderzoek laat zien dat crimineel gedrag op jonge leeftijd een belangrijke
voorspeller is voor een langdurige en ernstige criminele carrière en dat daders die
een overval, straatroof of woninginbraak plegen als hun debuutdelict en daarbij minderjarig
zijn de grootste kans hebben om uit te groeien tot een veelpleger. Het is dan ook
belangrijk om vroegtijdig in te grijpen bij jonge risicogroepen. Het beleid is er
daarom op gericht om vroegtijdig interventies in te zetten, zoals hiervoor aangegeven.
Actualiteiten
Naast bovenstaande actualisering van de activiteiten binnen de pijlers over 2019 wordt
onderstaand de stand van zaken van regelgeving gemeld en wordt ingegaan op een aantal
recente ontwikkelingen die de rechtsorde ernstig verstoren.
Ram- en plofkraken
Op 30 januari jl. is uw Kamer geïnformeerd over de uitvoering van de maatregelen om
ram- en plofkraken te voorkomen, de heterdaadkracht te vergroten en de enorme schade
en risico’s voor omwonenden te beperken.9 Momenteel wordt hieraan uitvoering gegeven door de betrokken partijen. De Minister
van Justitie en Veiligheid staat in nauw contact met de Minister van Financiën, de
banken en de overige betrokken partners om de voortgang te monitoren.
Per 1 maart is de noodmaatregel nachtsluiting voor het publiek beperkt door het tijdvak
voor nachtsluiting te verkorten (van 02:00 tot 07:00 uur) voor circa 100 geldautomaten
in gebieden met veel activiteit in de nachtelijke uren.
Geweld onder invloed van alcohol en drugs
De aanpak van expressief geweld richtte zich in het afgelopen jaar op de risicofactoren
alcohol en drugs. Conform de motie van het lid Van Oosten (VVD) wordt de uitwerking
van de Wet middelenonderzoek bij geweldplegers (WMG) in 2021 geëvalueerd (Kamerstuk
33 799, nr. 15). Specifiek voor de controle op de naleving van het alcoholverbod is in de periode
2017–2018 een pilot uitgevoerd met de Alcoholmeter. De evaluatie van het tweede pilotjaar
is in december 2019 opgeleverd en wordt op korte termijn met een beleidsreactie naar
uw Kamer verstuurd.
Geweld in het OV
Het actieprogramma Sociale Veiligheid in het openbaar vervoer is afgerond. Dit heeft
onder andere bij een aantal vervoerders geleid tot de invoering van de directe aansprakelijkstelling
in het openbaar vervoer.10 Verder zijn er e-learnings ontwikkeld en gegeven aan OV-medewerkers over «omgaan
met middelengebruik» en «verward gedrag».
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft eind 2019 het voortouw genomen
voor het sluiten van een convenant sociale veiligheid met onder andere de vervoersbedrijven
en decentrale overheden. Het Ministerie van JenV is een van de convenantpartners vanuit
de reguliere betrokkenheid bij toezicht, opsporing en vervolging.
Verhoging strafmaximum diefstal in woning
Op 24 september 2019 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel Strafbaarstelling actuele
delictsvormen aanvaard (Handelingen II 2019/2020, nr. 1, item 5). Met deze wetswijziging per 1 januari 2020 zijn ook overdag uitgevoerde voorbereidingshandelingen
voor diefstal uit een woning strafbaar geworden.
Digitaal Opkopers Register (DOR) en database van Stop Heling
Per 3 januari 2020 zijn 6.128 opkopers in 307 gemeenten aangesloten op het DOR en
staan in de database 1.478.203 gestolen goederen.11 In 2019 is in de database van Stop Heling 2.433.835 keer een diefstalcheck gedaan
door burgers en opkopers, hetgeen neerkomt op gemiddeld 6.668 zoekvragen per dag.
Voor de landelijke implementatie van de nieuwe helingaanpak worden technische, organisatorische,
communicatieve en juridische maatregelen getroffen.
Toezeggingen
Ter afsluiting van deze brief, komt een aantal toezeggingen aan de orde uit het AO
Criminaliteitsbestrijding van 5 februari 2020. (Kamerstuk 28 684, nr. 617)
Ouderenmishandeling
Uw Kamer heeft gevraagd naar de trend ten aanzien van ouderenmishandeling, waaronder
financieel misbruik. Naar schatting heeft ruim één op de twintig ouderen (circa 170.000
ouderen) vanaf het 65ste levensjaar te maken met een vorm van mishandeling. Financieel
misbruik in een afhankelijkheidsrelatie is de meest voorkomende vorm.12 Als onderdeel van de campagne Huiselijk geweld en kindermishandeling in het kader
van het programma Geweld hoort nergens thuis13 wordt aandacht besteed aan ouderenmishandeling en financieel misbruik en worden
omstanders opgeroepen alert te zijn op signalen. De campagne wordt dit jaar herhaald.
Daarnaast onderneemt het Ministerie van VWS samen met partners verschillende acties
om ouderenmishandeling en financieel misbruik te voorkomen, in beeld te brengen en
duurzaam op te lossen. De Minister van VWS en de Minister voor Rechtsbescherming zullen
uw Kamer hierover nader informeren in de «Voortgangsrapportage Geweld hoort nergens
thuis».
Schadefonds geweldsmisdrijven
Uw Kamer heeft gevraagd naar de toegankelijkheid van een slachtofferfonds voor mensen
die aangifte doen, maar waarbij geen strafrechtelijke vervolging plaatsvindt. Hierbij
werd als voorbeeld straatroof genoemd. Slachtoffers van een opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf
met ernstig lichamelijk of psychisch letsel als gevolg kunnen terecht bij het Schadefonds
Geweldsmisdrijven. Dit geldt ook voor straatroof waarbij sprake is van (bedreiging
met) geweld. Voorwaarde is dat het delict in Nederland is gepleegd en dat de schade
niet op andere wijze wordt vergoed. Om in aanmerking te komen voor een uitkering hoeft
het geweldsmisdrijf niet te worden bewezen. Het Schadefonds beoordeelt de aannemelijkheid
van het slachtofferschap. Een aangifte is in beginsel voldoende en een strafrechtelijke
vervolging of veroordeling is dus niet noodzakelijk.
Naast deze reguliere uitkering van het Schadefonds, kunnen slachtoffers van een woning-
of bedrijfsoverval een beroep doen op een aparte overvalregeling, zoals eerder vermeld
in deze brief. Voor uitbreiding van deze regeling naar het delict straatroof wordt
geen aanleiding gezien, aangezien bij dit delict slachtoffer en dader elkaar over
het algemeen bij toeval tegenkomen. Er is daardoor geen verhoogde kans op herhaald
slachtofferschap, zoals bij een woning of bedrijfsoverval.
Bemiddeling
Uw Kamer heeft gevraagd naar de mogelijkheden voor mensen die slachtoffer zijn geworden
van criminaliteit, waaronder ouderen, tot het voeren van een herstelgesprek met de
dader. Bij het eerste contact met de politie dienen alle slachtoffers – ook ouderen
– te worden geïnformeerd over de mogelijkheden tot bemiddeling.14 Elk slachtoffer heeft het recht om te vragen om contact met de dader. Uitgangspunt
hierbij is vrijwilligheid: zowel het slachtoffer als de verdachte of veroordeelde
moet bereid zijn tot contact. In het strafrechtelijk domein worden twee belangrijke
herstelrechtvoorzieningen onderscheiden: mediation in strafzaken en herstelbemiddeling.
Mediation in strafzaken is de voorliggende voorziening in de fase waarin de officier
van justitie of de rechter bij een zaak betrokken is. Bij herstelbemiddeling gaat
het om bemiddelingsgesprekken die gericht zijn op bemiddeling en emotioneel herstel
en los staan van een strafrechtelijke procedure.
Cybercampagne
Tot slot heeft uw Kamer gevraagd naar de resultaten van de campagne preventie cybercrime.
De resultaten van deze campagne «Eerst checken, dan klikken», volgt in de brief over
de integrale aanpak van cybercrime die voor de zomer aan uw Kamer wordt gestuurd.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming