Brief regering : Lange termijn oplossingsrichtingen bereikbaarheid Ameland na 2030 en onderzoek vertragingen verbinding
23 645 Openbaar vervoer
Nr. 711
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 januari 2020
Naar aanleiding van het Open Plan Proces Holwerd – Ameland is er gezamenlijk met de
gemeenten Ameland en Noardeast-Fryslân en de provincie Fryslân het afgelopen jaar
gezocht naar oplossingsrichtingen voor de bereikbaarheid van Ameland op langere termijn.
Dit heeft geresulteerd in de «Lange termijn oplossingsrichtingen bereikbaarheid Ameland
na 2030 (hierna LTOA)». Hierbij bied ik de LTOA, inclusief het bijbehorende achtergronddocument
Morfologische uitgangspunten Vaarweg Ameland en het regionaal standpunt over de uitkomsten,
aan uw Kamer aan (zie bijlage 1, 2 en 3)1 conform mijn eerder gedane toezegging van 21 oktober 2019.2
Naast de LTOA is er het afgelopen jaar ook onderzoek gedaan naar de oorzaken van de
vertragingen van de veerverbinding Holwerd-Ameland in 2018 en de kansen voor optimalisaties
van het baggercontract voor deze vaargeul. Ook dit onderzoek is recentelijk afgerond
en conform mijn eerdere toezegging van 3 juni jongstleden.3 stuur ik uw Kamer ook dit rapport nu toe (zie bijlage 4)4.
Lange termijn oplossingsrichtingen bereikbaarheid Ameland na 2030 (LTOA)
In eerdere brieven5 aan uw Kamer heb ik aangekondigd een lange termijn visie op te stellen voor de bereikbaarheid
van Ameland na 2030. Dit is in lijn met het advies uit het Open Plan Proces (OPP).
Het onderzoek naar de bereikbaarheid van Ameland heeft geresulteerd in de volgende
drie oplossingsrichtingen:
1. Optimalisatie van de bestaande situatie
In deze oplossingsrichting blijft de route Nes (Ameland) – Holwerd, maar wordt er
gewerkt met meerdere varende vervoersoplossingen en worden vervoersstromen gesplitst.
Om dit mogelijk te maken wordt de huidige veerdam verlengd. Er vaart een grote boot
voor vracht en auto’s op tij (twee keer per dag) naast een intensieve, frequente autoloze
veerverbinding met kleinere schepen voor personenvervoer. Geschatte investeringskosten
bedragen circa 100 miljoen.
2. Verplaatsen van de vertrek- en aankomstlocatie
In deze oplossingsrichting blijven de vervoersstromen in principe gelijk aan de huidige
situatie, maar worden de vertrek- en aankomstlocatie veranderd. Binnen deze oplossingsrichting
zijn diverse varianten mogelijk. De meest voor de hand liggende lijkt nu Ferwert te
zijn aan vastelandzijde en Nes of Hollum aan de kant van Ameland. Daarnaast kan er
ook in deze oplossingsrichting gekozen worden om vervoersstromen te splitsen. Geschatte
investeringskosten bedragen circa 415–420 miljoen.
3. Geen varende oplossing meer
In deze oplossingsrichting wordt afgezien van een veerdienst en wordt de verbinding
tot stand gebracht via een tunnel voor zowel personen als goederenstromen. Dit betekent
dat er een tunnel wordt gerealiseerd met een opening binnendijks in de buurt van Holwerd
en op Ameland achter de Waddenzeedijk in Nes. Geschatte investeringskosten bedragen
circa 1,7 – 2 miljard.
Het proces om te komen tot oplossingsrichtingen voor na 2030 is door Rijkswaterstaat
uitgevoerd samen met de provincie Fryslân, de gemeente Ameland en gemeente Noardeast-Fryslân.
Daarnaast zijn experts, bewoners en vertegenwoordigers van onder andere Wagenborg
Passagiersdiensten, de Coalitie Wadden Natuurlijk, consumentenplatform Waddenveren,
ondernemersplatform Ameland en dorpsbelangen betrokken via deelname aan een adviesgroep
of via bewonersavonden. De provincie en de twee betrokken gemeenten hebben uiteindelijk
een gezamenlijk regionaal standpunt opgesteld, waarbij men vraagt een MIRT-Verkenning
te starten waarin de drie alternatieven nader worden onderzocht.
De oplossingsrichtingen zijn nu op hoofdlijnen uitgewerkt, maar vragen om nog meer
onderzoek om een besluit te kunnen nemen. Zo zal er in ieder geval nader naar maatschappelijke
kosten en baten, milieu, omgevingseffecten en praktische haalbaarheid moeten worden
gekeken. Deze zullen in een mogelijk vervolg ook nog explicieter moeten worden gemaakt.
Ik zal daarom met de regio in gesprek gaan om gezamenlijk de invulling van een vervolg
van dit onderzoek te bespreken. Onderdeel van het gesprek zal ook zijn om te bezien
of het noodzakelijk is het vervolg binnen de MIRT-systematiek te plaatsen. Hierbij
is mijn standpunt dat de niet-varende oplossing (de tunnelvariant) niet nader onderzocht
dient te worden. De complexe uitvoering met zeer forse investerings- en instandhoudingskosten
is niet te rechtvaardigen gelet op het beperkte aantal vervoersbewegingen. Daarbij
grijpt een tunnel in op de sociaal-economische structuur van Ameland en het Waddengebied
in algemene zin.
Onafhankelijk onderzoek vertragingen Holwerd-Ameland
Het afgelopen jaar is ook een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd naar de vertragingen
tussen Holwerd en Ameland in 2018. Ondanks het doorvoeren van de meeste korte termijnmaatregelen
uit het Open Plan Proces, was er in de eerste helft van 2018 nog geen vermindering
te zien van het aantal vertraagde afvaarten. Daarom is er opdracht gegeven om dit
onafhankelijke onderzoek te starten.
Het onderzoek geeft antwoord op de volgende twee hoofdvragen:
1) Wat zijn de mogelijkheden voor optimalisatie van het huidige baggercontract?
2) Wat zijn de oorzaken van de vertragingen tussen Holwerd en Ameland in 2018?
Ad 1) Mogelijkheden voor optimalisatie van het baggercontract
Uit het onderzoek blijkt dat het voor de baggeraar moeilijk is om de minimaal vereiste
vaargeulbreedte en -diepte te handhaven. Dit ondanks het feit dat er in sommige delen
van de vaargeul bijna dagelijks wordt gebaggerd. Uit het onderzoek volgt ook dat er
geen geschikte technische alternatieven beschikbaar zijn voor de huidige baggerpraktijk
van de vaargeul Holwerd-Ameland. Dit betekent dat er geen andere, efficiëntere baggertechnieken
voorhanden zijn om in deze vaargeul in te zetten. Mogelijkheden voor optimalisatie
van het baggercontract zijn volgens de onderzoekers bovendien zeer beperkt gezien
de geldende regelgeving uit het Natura 2000 beheerplan voor de Waddenzee. Optimalisatiemogelijkheden
moeten vooral worden gezocht in contractuele afspraken tussen Rijkswaterstaat en de
aannemer. Uit het onderzoek volgt de aanbeveling om het baggercontract zo aan te besteden
dat er geëxperimenteerd kan worden met onder meer verschillende manieren van slibafvoer,
om zo te kunnen komen tot een optimalere baggerinspanning. Deze aanbeveling zal door
Rijkswaterstaat worden opgepakt wanneer het baggercontract in 2020 opnieuw wordt aanbesteed.
2) De oorzaken van de vertragingen in 2018
Het onderzoek maakt inzichtelijk dat de vertragingen in 2018 zijn ontstaan door een
combinatie van factoren. Deze factoren lopen uiteen van weersomstandigheden tot het
laad- en losproces, en van waterstanden tot de afmetingen van de vaargeul. Al met
al duurde door deze combinatie van factoren een overtocht inclusief laden en lossen
in 2018 gemiddeld 65 minuten terwijl daar in de dienstregeling 60 minuten tijd voor
is.
Het onderzoek toont aan dat de kans op vertragingen in 2018 groter is geweest dan
in de voorgaande jaren, doordat 2018 meer lage waterstanden kende dan de jaren 2015
tot en met 2017. Dit heeft eraan bijgedragen dat er in het eerste halfjaar van 2018
nog geen verbetering te zien was in het aantal vertragingen, ondanks reeds doorgevoerde
maatregelen zoals de «knip» in de dienstregeling6. Toch heeft de knip in de dienstregeling volgens het onderzoeksbureau een positief
effect. Het effect van de knip was in 2018 nauwelijks zichtbaar in een afname van
het aantal vertragingen, maar wel in een afname van de duur van de vertragingen.
De aanbevelingen uit het rapport richten zich voor de korte termijn op het verbeteren
van de monitoring en registratie van de vertragingen en de communicatie hierover.
De aanbevelingen zal ik meenemen in mijn gesprekken met de betrokken partijen. Tegelijkertijd
verwacht ik niet dat deze aanbevelingen op korte termijn zullen leiden tot een verbetering
van de situatie in de praktijk, omdat ze de oorzaken van de vertragingen niet wegnemen.
Maar een betere monitoring en registratie kunnen wel leiden tot meer inzicht, betere
analyses en daarmee tot gerichtere maatregelen om vertragingen terug te dringen.
In dat kader is het relevant om te melden dat de situatie sinds 2018 in de praktijk
inmiddels verbeterd is. Uw Kamer is al geïnformeerd over de eerste positieve effecten
die Wagenborg Passagiersdiensten (WPD) ondervindt van de bochtafsnijding Vloedgeul.7 Zoals reeds aan uw Kamer gemeld gaat er tijd overheen voor de Vloedgeul zich richting
een evenwicht ontwikkeld heeft. De komende periode zal Rijkswaterstaat de ontwikkelingen
van de bochtafsnijding monitoren. Tevens houdt WPD mij op de hoogte van de vertragingen
via de in de concessie voorgeschreven rapportages.
Ten slotte
Er ligt een blijvende uitdaging voor de bereikbaarheid van Ameland. Daarom zet ik
mij in om zowel op de korte als op de langere termijn te zoeken naar oplossingen.
Ik blijf de ontwikkelingen nauwgezet volgen en ga ondertussen het gesprek aan met
de regio.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.