Brief regering : Voortgang integrale aanpak cybercrime
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 564
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juni 2019
Op 20 april 2018 bent u geïnformeerd over de integrale aanpak van cybercrime (Kamerstuk
                  28 684, nr. 522). Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming en
                  de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, over de voortgang van de aanpak.
                  Ik beperk mij in deze brief tot de belangrijkste observaties. Voor meer gedetailleerde
                  informatie per maatregel verwijs ik naar de bijlage. De aanpak van cybercrime en de
                  versterking van cybersecurity worden in samenhang met elkaar vormgegeven. Over de
                  voortgang van de brede Nederlandse cybersecurity agenda (NCSA) wordt u heden apart
                  geïnformeerd (Kamerstuk 26 643, nr. 614).
               
Cybercrime blijft vaak voorkomen en neemt volgens diverse rapportages toe. De dreiging
                  blijft onverminderd hoog en er is geen reden om aan te nemen dat dit in de nabije
                  toekomst verandert. De inzet om burgers en organisaties te beschermen, daders op te
                  sporen en te vervolgen, criminele werkwijzen te verstoren en slachtoffers te ondersteunen
                  blijft nodig. Het afgelopen jaar is voortvarend invulling gegeven aan zowel bestaande
                  als nieuwe initiatieven. Er wordt meer gedaan aan preventie en daders worden aangepakt.
                  De regering heeft extra kunnen investeren in de aanpak. Naast de investeringen uit
                  het Regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) is eind 2018 bij Najaarsnota (Kamerstuk 35 095, nr. 1) een incidentele investering van € 30 miljoen mogelijk gebleken ten behoeve van cybersecurity
                  en (ondermijnende) cybercrime. Een deel van dit bedrag is aangewend voor de integrale
                  aanpak van cybercrime. Het betreft onder meer investeringen in de opsporingsmogelijkheden
                  van de politie, kennisontwikkeling binnen het Openbaar Ministerie, publieksvoorlichting
                  en ondersteuning van het lokaal bestuur.
               
Algemeen beeld cybercrime
De mogelijkheden om met diverse apparaten continu online te zijn en te communiceren
                  brengt zowel kansen met zich mee als bedreigingen. Cybercrime is zeer schaalbaar.
                  Er is inmiddels sprake van een omvangrijke mondiale, grotendeels ondergrondse cybercriminele
                  online-economie, waarbij voor elke stap in het criminele proces diensten worden verhandeld.
                  Ook Nederlandse ICT-infrastructuur wordt hiervoor veelvuldig aangeboden en er zijn
                  hostingpartijen die vanuit Nederland criminaliteit faciliteren.1 Door de laagdrempelige en gebruiksvriendelijke mogelijkheden is cybercrime uitvoerbaar
                  voor een toenemende diversiteit aan daders, bijvoorbeeld zij die minder technisch
                  onderlegd zijn. De politie constateert dat sommige dadergroepen in het zware criminele
                  milieu hun activiteiten verruimen en naast traditionele misdrijven ook digitale delicten
                  plegen. Enerzijds is er sprake van nieuwe typen daders, anderzijds wordt met technologie
                  het scala aan tools en mogelijkheden voor «klassiekere» typen daders uitgebreid.
               
Het gebruik van ransomware groeit nog steeds en het wederrechtelijk overnemen van gegevens, vaak ten behoeve
                  van andere strafbare feiten zoals fraude, is een prominente dreiging. Het gebruik
                  van social engineering groeit ook, waarbij phishing via mails de meest gebruikte methode blijft.2
                  Phishing blijft daarmee een veel gebruikte werkwijze, met zowel bij individuen als organisaties
                  veel potentiële slachtoffers.3 Het aantal aanvallen met behulp van phishing lijkt EU-breed stevig toe te nemen.4 Cryptovaluta worden vaak misbruikt voor het witwassen van crimineel geld. Bij bonafide
                  gebruikers van cryptovaluta wordt getracht deze te ontvreemden.5 Het aantal geregistreerde gevallen van computervredebreuk neemt toe.6 Van dit laatste is echter onduidelijk of dit wordt veroorzaakt door een reële toename
                  van dit fenomeen of een toename van de meldings- of aangiftebereidheid.
               
Preventie
Begin 2019 heeft de politie een campagne uitgevoerd om jongeren bewust te maken van
                  de strafbaarheid van cybercriminaliteit en de gevolgen daarvan, onder meer door inzet
                  van sociale media, waaronder vlogs en gamefora. De campagne leidde tot discussies
                  onder jongeren en kreeg veel aandacht en waardering. Eind mei is een grote publiekscampagne
                  van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) tegen phishing gestart, in nauwe samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
                  (EZK), de politie en een groot aantal bedrijven en brancheorganisaties uit onder meer
                  de internet-, ICT- en telecomsector en het bankwezen. In oktober van dit jaar geeft
                  het Ministerie van EZK, in samenwerking met het Ministerie van JenV, een vervolg aan
                  deze publiekscampagne, waarbij de focus op digitale veilige hard- en software zal
                  liggen.
               
In 2018 is onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van EZK het Digital Trust
                     Center (DTC) opgericht. Dit heeft onder andere geresulteerd in de lancering van de
                     website www.digitaltrustcenter.nl. Op de website wordt informatie en advies gegeven voor ondernemers uit het niet als
                     vitaal aangemerkte deel van het bedrijfsleven, bijvoorbeeld over vijf basisprincipes
                     voor veilig digitaal ondernemen.7 In het derde kwartaal van 2019 wordt een interactief platform gestart waar het DTC,
                     mede op basis van samenwerking met het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) dreigingsinformatie
                     en kennisproducten toegankelijk maakt en waar ondernemers kennis en informatie kunnen
                     delen. In 2018 zijn met subsidies van het DTC zes nieuwe samenwerkingsverbanden gestart
                     voor verhoging van de cyberweerbaarheid in het bedrijfsleven in Noord-Nederland, Limburg,
                     de haven van Amsterdam, de maakindustrie in Oost-Nederland, bij groentezaadveredelingsbedrijven
                     en in de Defensie gerelateerde industrie. De samenwerkingsverbanden leveren generieke
                     tools op voor het versterken van de landelijke cyberweerbaarheid in het MKB. In mei
                     2019 is de inschrijfronde voor het subsidietraject van 2019 gesloten. De aanvragen
                     worden momenteel beoordeeld, zodat er straks vijf of zes nieuwe samenwerkingsverbanden
                     door het DTC ondersteund kunnen worden.
                  
In samenwerking met gemeenten en regionale Platforms Veilig Ondernemen zijn projecten
                     en pilots gestart, gericht op het versterken van de cyberveiligheid binnen gemeenten
                     en het MKB door de bewustwording en weerbaarheid te vergroten. Gemeenten en regionale
                     platforms hebben zodoende een aanvullende rol op de landelijke preventieactiviteiten.
                  
Opsporing, vervolging, sanctionering, verstoring
De ambities uit de landelijke beleidsdoelstellingen voor 2018 zijn niet helemaal gehaald.
                  Er zijn 299 reguliere en 43 complexe opsporingsonderzoeken gerealiseerd, waar de ambitie
                  310 respectievelijk 50 onderzoeken betrof. Wel was er in de afgelopen jaren steeds
                  sprake van een stijgende lijn in het aantal opsporingsonderzoeken.8 Ook laten voorlopige cijfers een verhoogd aantal ophelderingen en registraties van
                  verdachten van computervredebreuk zien.9 Het afgelopen jaar is naast de opsporingsonderzoeken aandacht uitgegaan naar alternatieve
                  en aanvullende interventies. Ook was er veel capaciteit gemoeid met internationale
                  spoedverzoeken ten behoeve van de opsporing in andere landen. Inmiddels zijn nadere
                  afspraken gemaakt over de nieuwe landelijke beleidsdoelstellingen voor de periode
                  2019–2022 in de nieuwe Veiligheidsagenda. Voor de looptijd van de Veiligheidsagenda
                  is de verwachting dat de ambitie verder kan groeien. De ambitie richt zich ten opzichte
                  van de ambitie van de Veiligheidsagenda 2015–2018 meer op de aanpak van cybercriminele
                  fenomenen en dadergroepen.
               
De investeringen in de politie en de strafrechtketen uit het Regeerakkoord hebben
                  een versterking van de capaciteit mogelijk gemaakt. Zoals eerder gemeld aan de Kamer
                  betreft het 46 fte bij de landelijke eenheid en 60 fte met specifieke digitale expertise
                  ten behoeve van de regionale eenheden bij de politie.10 Daarnaast zijn middelen vrijgemaakt uit het Regeerakkoord en uit de incidentele middelen
                  bij Najaarsnota 2018 voor het versterken van de ICT-ondersteuning van de opsporing
                  in het digitale domein.
               
Uitgelicht: wet Computercriminaliteit III in werking
Op 1 maart 2019 is de wet Computercriminaliteit III in werking getreden. De wet heeft
                  enkele aanvullende strafbaarstellingen en bevoegdheden geïntroduceerd, waaronder de
                  bevoegdheid tot het heimelijk en op afstand binnendringen in een geautomatiseerd werk.
                  Inmiddels worden de eerste ervaringen opgedaan met de inzet van deze bevoegdheid,
                  zoals onlangs bij het offline halen van één van de grootste online mixers voor cryptovaluta.11 Dergelijke mixers worden veel gebruikt om criminele geldstromen te verhullen. Ook
                  is het wederrechtelijk overnemen en «helen» van gegevens strafbaar gesteld en is de
                  strafbaarheid van grooming en van verleiding van minderjarigen tot ontucht verruimd, zodat inzet van de zogenaamde
                  «lokpuber» mogelijk is geworden. De wet biedt daarmee extra mogelijkheden voor de
                  aanpak van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit, zodat het internet geen vrijhaven
                  wordt voor criminelen.
               
Uitgelicht: Integrale aanpak online seksueel (kinder)misbruik
Naast een stevige aanpak van cybercrime gaat aandacht uit naar andere specifieke fenomenen
                  die via internet slachtoffers maken. Zo heeft uw Kamer op 21 mei jl. het wetsvoorstel
                  herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen,12 met daarin de zelfstandige strafbaarstelling van misbruik van seksueel beeldmateriaal
                  (waaronder wraakporno), aangenomen. Ook zet ik in op een preventieve aanpak van online
                  seksueel kindermisbruik. Zo wordt een expertmeeting voor professionals van scholen,
                  (jeugd)zorg en de strafrechtketen gehouden om de aanpak van de negatieve effecten
                  van sexting te verbeteren. Daarnaast wordt de aanpak van downloaders van kinderporno
                  geïntensiveerd en is de publiek-private samenwerking versterkt om kinderpornografische
                  content sneller van internet te laten verwijderen. Verder zet ik in op een bestuursrechtelijke
                  aanpak, om bedrijven die kinderporno niet accuraat verwijderen met een bestuursrechtelijk
                  handhavingsinstrumentarium hiertoe te dwingen. In de nieuwe Veiligheidsagenda zijn
                  er voor de aanpak van kinderporno nieuwe afspraken gemaakt, als onderdeel van de cyberparagraaf.
                  U ontvangt nog voor het zomerreces een voortgangsbrief over de aanpak van online seksueel
                  kindermisbruik, waarin ik nader inga op bovengenoemde acties.
               
Aandacht voor slachtoffers
Het recente onderzoek van het WODC naar slachtoffers van online criminaliteit gaf
                  een eerste inzicht in de behoeften van slachtoffers en welke gevolgen zij ervaren.
                  Uit het onderzoek blijkt niet dat de gevolgen en behoeften van slachtoffers bij online
                  delicten veel afwijken van traditionele delicten, maar door de kenmerken van het online
                  delict kan de impact voor slachtoffers wel groter zijn. Dit komt met name door de
                  enorme schaal waarop de gevolgen zich online kunnen doen gelden. Momenteel wordt een
                  aantal maatregelen genomen, zoals verbetering van de informatievoorziening aan slachtoffers
                  en het aanpassen van de dienstverlening, en er wordt vervolgonderzoek gedaan. Ik verwijs
                  u hiervoor naar de beleidsreactie van de Minister voor Rechtsbescherming van 7 februari
                  jl.13
Wetenschappelijk onderzoek
Ondanks de diverse publicaties over cybercrime is er nog veel ruimte voor kennisontwikkeling.
                  Van enkele onderzoeken worden dit jaar resultaten verwacht. Uit afgeronde onderzoeken
                  blijkt onder meer dat bij het schatten van de aard en omvang van cybercrime gebruikelijke
                  bronnen en methoden onvoldoende zekerheid bieden. Daarom worden innovatieve methoden
                  verkend, zoals gebruik van big data-analyses en textmining van onder meer politieregistraties.
               
Tot slot
Cybercrime blijft zich ontwikkelen. Nieuwe inzichten, bijvoorbeeld uit wetenschappelijk
                  onderzoek, en ontwikkelingen in criminele werkwijzen kunnen aanleiding zijn tot nieuwe
                  maatregelen en samenwerkingsverbanden. Flexibiliteit en samenwerking blijven uitgangspunten
                  bij de aanpak van de diverse en veranderende verschijningsvormen van cybercrime. Ik
                  blijf mij inzetten om cybercrime tegen te gaan.
               
De Minister van Justitie en Veiligheid,
                  F.B.J. Grapperhaus
BIJLAGE OVERZICHT MAATREGELEN
                  
Preventie
Flexibele, snel inzetbare preventiecampagnes
In 2018 is gestart met een beperkte campagne voor het algemeen publiek met gebruik
                     van radio en social media. Het doel was om tips aan te reiken voor een veiliger online
                     gedrag van gebruikers. De campagne wordt in 2019 voortgezet en uitgebreid naar TV.
                     Bij de voorbereiding van deze campagne wordt samengewerkt met private partijen en
                     technisch experts van buiten de overheid. Voor de campagnes in 2019 werken de Ministeries
                     van JenV en EZK nauw samen. Daarbij wordt de doelgroep ook verbreed naar het bedrijfsleven.
                     In de campagnes wordt verwezen naar de websites www.veiliginternetten.nl en www.digitaltrustcenter.nl, waar ook over andere criminele werkwijzen informatie te vinden is. De financiële
                     middelen van beide ministeries worden in onderling overleg ingezet.
                  
Daarnaast heeft begin 2019 vanuit de politie een campagne plaatsgevonden, ondersteund
                     door JenV, om jongeren bewust te maken van de strafbaarheid van cybercriminaliteit
                     en de gevolgen daarvan, onder meer door inzet van sociale media, waaronder vlogs en
                     gamefora. Preventie richt zich dus niet alleen op slachtoffers maar ook op potentiele
                     daders. De eerste fase is uitgevoerd in februari 2019, en de tweede fase is voorzien
                     in het najaar van 2019.
                  
Ondersteuning veiligheid MKB-ondernemingen: Digital Trust Center
Het doel van het DTC is om het niet als vitaal aangemerkte deel van ondernemend Nederland
                     in staat te stellen zich weerbaarder te maken tegen cyberaanvallen.14 Hiermee wordt invulling gegeven aan de motie-Hijink15. Op 8 juni 2018 is de website digitaltrustcenter.nl gestart, waarop de vijf basisprincipes
                     voor veilig digitaal ondernemen centraal staan. In het derde kwartaal van 2019 wordt
                     een interactief platform gestart waar het DTC mede op basis van samenwerking met het
                     NCSC dreigingsinformatie en kennisproducten toegankelijk maakt en waar ondernemers
                     kennis en informatie kunnen delen. In 2018 zijn zes nieuwe samenwerkingsverbanden
                     gestart met subsidie van het DTC. Deze samenwerkingsverbanden zullen samen met het
                     DTC de cyberweerbaarheid verhogen van het bedrijfsleven in Noord-Nederland, Limburg,
                     de haven van Amsterdam, de maakindustrie in Oost-Nederland, bij groentezaadveredelingsbedrijven
                     en in de Defensie gerelateerde industrie. Op 19 september 2018 heeft de Staatssecretaris
                     van Economische Zaken en Klimaat de kamer schriftelijk geïnformeerd over de resultaten
                     van de subsidieregeling van 2018. Gezien de succesvolle resultaten in 2018, is besloten
                     de subsidieregeling opnieuw open te stellen en de looptijd te verlengen met twee jaar
                     tot 1 april 2021. Ook voor de nieuwe uitvraag is wederom € 1 miljoen ter beschikking
                     gesteld. Hiermee wordt een groeiend netwerk voor digitaal veilig ondernemen gefaciliteerd.
                     Tevens kunnen ondernemers voor informatie en advies terecht op de website van het
                     DTC (www.digitaltrustcenter.nl).
                  
Ondersteuning gemeenten en MKB-ondernemingen
In 2018 is de samenwerking met de G4, G40, VNG en het CCV tot stand gekomen, die zich
                     richt op cyberveiligheid van de gemeentelijke organisatie, lokale cybercrises en de
                     aanpak van cybercrime en cyber in de openbare orde. De komende periode wordt gewerkt
                     aan de verbreding van de initiatieven naar de andere gemeenten. Begin 2020 worden
                     de resultaten van de gemeentelijke projecten gepresenteerd tijdens een conferentie
                     van het CCV. Het Ministerie van JenV ondersteunt projecten en pilot-initiatieven van
                     gemeenten en Platforms Veilig Ondernemen die naar verwachting ook in andere regio’s
                     en gemeenten, toegesneden op de lokale situatie, toepasbaar zijn.
                  
Digitale veiligheid in het MKB kan alleen in samenwerking met, en voor een belangrijk
                     deel ook door, het bedrijfsleven worden vormgegeven. Het komende jaar worden een aantal
                     onderzoeken en acties uitgewerkt en uitgevoerd om de cyberveiligheid van het MKB verder
                     te vergroten. Deze maatregelen zullen worden beschreven in het actieprogramma «Veilig
                     Ondernemen» 2019–2022.
                  
Digitaal veilige hard- en software
Het Ministerie van EZK heeft samen met het Ministerie van JenV en private partijen
                     de Roadmap Digitaal Veilige Hard- en Software opgesteld en deze in 2018 aan de Kamer
                     gestuurd. Het betreft een mix van maatregelen om de digitale veiligheid te bevorderen.
                     Momenteel wordt er in EU-verband gekeken naar de mogelijkheden die de Radio Equipment Directive biedt op het gebied van minimum digitale veiligheidseisen aan Internet of Things-apparaten. De Europese Commissie zal in 2019 een impact assessment uitvoeren. De
                     Nederlandse inzet is dat de Europese Commissie overgaat tot het stellen van eisen,
                     zodat op termijn voor alle met internet verbonden apparaten minimale digitale veiligheidseisen
                     gelden. Daarnaast heeft de EU de Cyber Security Act aangenomen die een stelsel creëert
                     voor cybersecurity certificering van ICT-producten, -diensten en -processen. Nederland
                     zet in op de voortvarende ontwikkeling van cybersecurity certificeringschema’s. U
                     zal door de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat worden geïnformeerd
                     over de voortgang van de roadmap.
                  
Opsporing, vervolging, sanctionering en verstoring
Versterking aanpak van de politie en in de strafrechtketen
Tijdens de vorige regeerperiode is de politie gestart met de opbouw van cybercrimeteams
                     in de regionale eenheden van de politie. Het Regeerakkoord heeft een forse investering
                     in de politie mogelijk gemaakt. Deze komt deels ten goede aan de opsporing van cybercrime
                     en gedigitaliseerde criminaliteit. In de Veiligheidsagenda zijn voor 2019 inmiddels
                     afspraken gemaakt over het aantal onderzoeken en het type onderzoeken dat prioriteit
                     krijgt. Naar aanleiding van het verloop in 2019 worden nadere afspraken voor 2020
                     en verder gemaakt.
                  
Bewustwording hostingproviders
De private sector is in overleg met het Ministerie van EZK gestart met het project
                     Abuse 2.0. Dit project is gericht op het verbinden van marktpartijen om diverse vormen
                     van cybercrime sneller te onderkennen en met elkaar te delen, zodat private partijen
                     zelf maatregelen kunnen nemen. De aangesloten bedrijven lopen zo minder kans cybercrime
                     te faciliteren. In 2018 is tijdens de ONE-conference www.abuseplatform.nl gestart. In 2019 wordt gestreefd naar aansluiting van zo veel mogelijk nieuwe partijen
                     op het platform.
                  
Verstoring crimineel verdienmodel
Om criminaliteit niet te laten lonen, ook in die gevallen waarin er geen reëel zicht
                     is op een veroordeling, wordt er ook stevig ingezet op het verstoren van criminele
                     verdienmodellen. Daarvoor worden opkomende criminele werkwijzen geanalyseerd, vaak
                     in publiek-privaat verband, en wordt bezien welke slimme interventies kunnen worden
                     ingezet om het criminelen zo lastig mogelijk te maken. De politie en het Openbaar
                     Ministerie pasten in 2018 de Greenfields-werkwijze toe op criminele werkwijzen en
                     passen de aanpak daarop aan. Een voorbeeld van een nieuwe projectmatige aanpak is
                     de zogenaamde tech support scam, die op initiatief van het Landelijk Parket en het arrondissementsparket Rotterdam,
                     in samenwerking met de politie en de private sector wordt aangepakt. Inmiddels zijn
                     door de private sector enkele technische maatregelen doorgevoerd en zijn arrestaties
                     in India gedaan. Het aantal meldingen en aangiften van deze vorm van criminaliteit
                     is gedaald. Andere voorbeelden zijn het project NoMoreRansom.org om ransomware tegen te gaan en NoMoreDDoS voor het tegengaan van DDoS-aanvallen.
                  
Versterking nationale wetgeving
Op 1 maart 2019 is de wet Computercriminaliteit III (Kamerstuk 34 372) in werking getreden. De wet heeft enkele aanvullende strafbaarstellingen en bevoegdheden
                     geïntroduceerd, waaronder de bevoegdheid tot binnendringen in geautomatiseerd werk.
                     De politie en het Openbaar Ministerie beschikken hiervoor over gespecialiseerde medewerkers.
                     De extra mogelijkheden die de wet biedt, versterken ook de aanpak van cybercrime,
                     zodat het internet geen vrijhaven wordt voor criminelen.
                  
Internationale samenwerking
De politie en het Openbaar Ministerie werken aan het versterken van de rechtshulpprocessen
                     voor digitaal bewijs. Het 24/7 contactpunt is inmiddels apart georganiseerd, zodat
                     de werkzaamheden van het contactpunt minder interfereren met de landelijke opsporingsonderzoeken.
                     De Europese Commissie werkt daarnaast aan het digitaliseren van rechtshulpprocedures
                     en het vergemakkelijken van het grensoverschrijdend vergaren van elektronisch bewijs.
                     In het Europees netwerk van cyberofficieren worden best practices en kennis over de specifieke bevoegdheden uitgewisseld om de samenwerking bij het
                     vergaren van elektronisch bewijs effectief en zorgvuldig te kunnen vormgeven.
                  
Versterking internationale juridische kaders
In 2018 heeft Nederland actief bijgedragen aan de Europese discussie over de E-evidence-verordening.
                     Hoewel Nederland groot belang hecht aan de versterking van de regelgeving op dit terrein,
                     was Nederland genoodzaakt in de JBZ-raad tegen het voorstel te stemmen gezien de onvoldoende
                     rechtsstatelijke waarborgen. De JBZ-raad heeft het voorstel wel aangenomen. Nederland
                     richt zich nu op de discussies in het Europees parlement en de triloog. Inmiddels
                     is ook een akkoord bereikt over de bijbehorende richtlijn over het aanwijzen door
                     private dienstverleners van een juridisch vertegenwoordiger in de EU. In het kader
                     van de Raad van Europa blijft Nederland actief deelnemen aan de gesprekken over een
                     tweede protocol bij het Cybercrimeverdrag.
                  
Aanpak jonge (potentiële) daders en beperking recidive
Samen met onder meer de politie, het Openbaar Ministerie, Halt en de Raad voor de
                     Kinderbescherming worden het risicotaxatie- en diagnose-instrumentarium (LIJ) en het
                     interventiepalet aangevuld voor jeugdige cyberdaders. Daarnaast wordt in het kader
                     voor strafvervolging jeugd en adolescenten de bestaande richtlijn aangevuld met richtlijnen
                     en strafmaten voor jeugdige cyberdelinquenten. In de pilot Hack_Right beproeven het
                     Openbaar Ministerie en de politie in samenwerking met Halt, de Raad voor de Kinderbescherming,
                     de reclassering en het bedrijfsleven een alternatieve invulling van sancties voor
                     jeugdige first offenders van cybercrime.
                  
De reclassering is eind 2018 gestart met een project in het kader van de aanpak van
                     cybercrime. Het project richt zich onder meer op het ontwikkelen van nieuwe of aanvullende
                     werkwijzen en interventies voor daders die zich schuldig hebben gemaakt aan cybercrime,
                     daarbij wordt aangesloten bij wetenschappelijk onderzoek.
                  
Verbetering aangifteproces
De aangiftebereidheid van cybercrime is lager dan bij traditionele criminaliteit.
                     De politie is voornemens voor bepaalde vormen van cybercrime digitale aangifte mogelijk
                     te maken, zodat de drempel voor slachtoffers om aangifte te doen omlaag gaat. De aandacht
                     gaat als eerste uit naar ransomware en helpdeskfraude.
                  
Aandacht voor slachtoffers
In 2018 heeft het WODC onderzoek gedaan naar behoeften, gevolgen en verantwoordelijkheden
                     na slachtofferschap van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit. Het rapport
                     is in februari 2019 aan de Kamer aangeboden. Momenteel worden een aantal maatregelen
                     genomen en vervolgonderzoek gedaan. De Minister voor Rechtsbescherming heeft de Kamer
                     hierover op 7 februari 2019 geïnformeerd.16
Slachtoffernotificatie en schadebeperking
Het informeren van slachtoffers (slachtoffernotificatie) is zowel voor slachtoffers
                     zelf van belang als ter voorkoming van nieuwe slachtoffers. Door het snel informeren
                     van slachtoffers kan de schade worden beperkt. Het delen van operationele gegevens
                     is juridisch niet altijd mogelijk. Momenteel worden de mogelijkheden en barrières
                     voor het delen van informatie met slachtoffers onderzocht.
                  
Wetenschappelijk onderzoek
– Het hierboven genoemde onderzoek naar slachtofferzorg is inmiddels gepubliceerd.
– Het onderzoek naar aard en omvang van cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit bestaat
                           uit twee delen, waarvan het eerste deel naar verwachting in 2019 gereed is en het
                           tweede deel in 2020.
                        
– Het secundaire onderzoek naar slachtofferschap van cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit
                           is naar verwachting gereed in 2019.
                        
– De onderzoeken naar het verstoren van cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit en
                           het onderzoek naar de strafrechtelijke aanpak van cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit
                           zijn samengevoegd. Het onderzoek is inmiddels gestart en is naar verwachting in 2021
                           gereed.
                        
– In 2018 is onderzoek gestart naar cyberbewustzijn en risicoperceptie. Dit onderzoek
                           is naar verwachting eind 2019 gereed.
                        
– Een onderzoek naar daderprofielen en interventies is gestart in 2018 en is naar verwachting
                           eind 2019 gereed.
                        
– Twee onderzoeken ten aanzien van de rol van gemeenten en burgemeesters zijn naar verwachting
                           eind 2019 gereed.
                        
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid