Brief regering : Reactie op verzoek commissie om tijdlijn van besluitvorming rond Lelystad Airport, Eindhoven Airport en Rotterdam-The Hague Airport
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 527
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 november 2018
Per brief van 17 oktober 2018 heeft uw Kamer mij verzocht een overzicht te geven van
de tijdlijn van de besluitvorming rond Lelystad Airport, Eindhoven Airport en Rotterdam-The
Hague Airport. Met deze brief reageer ik op uw verzoek.
Lelystad Airport
Op 21 februari heb ik uw Kamer bij brief (Kamerstuk 31 396, nr. 462) geïnformeerd over mijn voorgenomen besluit over Lelystad Airport en de planning
van het vervolgtraject. Ik heb toen uiteengezet dat het vervolgproces drie sporen
omvat:
– Wijziging Luchthavenbesluit
– Formele vaststelling routes
– Voorbereiding LVNL en CLSK
Wijziging Luchthavenbesluit
Ik heb uw Kamer op 18 april bij brief (Kamerstuk 31 396, nr. 477) geïnformeerd over het advies van de Commissie voor de m.e.r. over de MER-actualisatie.
Op basis daarvan wordt momenteel gewerkt aan de wijziging van het Luchthavenbesluit
Lelystad uit 2015. Uiteraard houd ik uw Kamer op de hoogte over de voortgang daarvan.
Het ontwerp wijzigingsbesluit verwacht ik niet eerder dan eind 2018 aan uw Kamer aan
te bieden.
Formele vaststelling routes
In het najaar van 2017 heeft een consultatietraject plaatsgevonden over de aansluitroutes
voor Lelystad Airport. In februari heb ik uw Kamer geïnformeerd over de verbeteringen
die dat heeft opgeleverd. LVNL en CLSK bereiden de formele vaststelling van deze routes
en publicatie in de Luchtvaartgids (AIP) voor. Onderdeel daarvan zijn de real-time
simulaties, waar ik uw Kamer bij brief van 25 april (Kamerstuk 31 396, nr. 479) over heb geïnformeerd. Ook moeten er veiligheidstoetsen afgerond worden. Ik ga ervan
uit dat publicatie in de Luchtvaartgids eind 2019 zal plaatsvinden.
Voorbereiding LVNL en CLSK
LVNL en CLSK zijn momenteel met een aantal stappen bezig die nodig zijn om de luchtverkeersdienstverlening
op Lelystad Airport te realiseren. Onderdeel daarvan is bijvoorbeeld het opleiden
van luchtverkeersleiders. Ook worden de vliegroutes voor Lelystad Airport vastgelegd
in de luchtverkeersleidingssystemen en wordt publicatie van de routes in de Luchtvaartgids
voorbereid. Deze stappen zorgen ervoor dat een opening van Lelystad Airport in 2020
vanuit luchtverkeersleidingsperspectief gerealiseerd kan worden. Ik ga ervan uit dat
dit eind 2019/begin 2020 gerealiseerd is.
Eindhoven Airport
De luchthaven Eindhoven is een militaire luchthaven met civiel medegebruik. Het Ministerie
van Defensie is formeel bevoegd gezag voor de luchthaven en daarmee voor het vaststellen
van het Luchthavenbesluit en de vergunning voor civiel medegebruik. De huidige vergunning
voor civiel medegebruik voor Eindhoven Airport (exploitant van het civiele deel van
de luchthaven) loopt per 31 december 2019 af. Met ingang van 1 januari 2020 moet daarom
een nieuwe medegebruiksvergunning aan Eindhoven Airport worden afgegeven, teneinde
het civiele medegebruik te kunnen voortzetten. Dit is ongeacht de keuze over een eventuele
verdere ontwikkeling van de burgerluchtvaart op Eindhoven Airport. De voorbereiding
voor een nieuwe medegebruiksvergunning zal in het voorjaar van 2019 worden gestart
door het Ministerie van Defensie.
Daarnaast speelt de vraag over de verdere ontwikkeling van het civiele verkeer op
Eindhoven Airport. Op basis van het huidige Luchthavenbesluit zijn gezien de civiele
geluidsruimte maximaal 43.000 vliegtuigbewegingen mogelijk. Dit aantal is ook het
maximum, dat is vergund in de huidige vergunning voor civiel medegebruik. Ik heb uw
Kamer op 3 oktober 2018 geïnformeerd over het traject, dat is gestart om te komen
tot keuzes over de toekomst van de luchthaven Eindhoven (Kamerstuk 31 936, nr. 516). Ik heb de heer Van Geel als onafhankelijk verkenner van de Proefcasus Eindhoven
Airport gevraagd om voor 1 april 2019 te komen met een gedragen advies over de toekomst
van de luchthaven Eindhoven, waarbij een transitie naar een meer kwaliteitsgerichte
ontwikkeling van de luchthaven centraal staat. Het advies van de verkenner zal ik
vervolgens ter reactie voorleggen aan de bestuurlijke partijen die samenwerken in
de «Stuurgroep Eindhoven Airport na 2020». Op basis van het advies en de ontvangen reactie daarop zal ik samen met de Minister
van Defensie bezien of er op dat moment reden is om te komen tot een wijziging van
het Luchthavenbesluit voor de periode tot en met 2023. Indien dat het geval is, dan
zal daarvoor door de Minister van Defensie het formele besluitvormingstraject worden
doorlopen (zoals inspraak, advisering Commissie voor de m.e.r., advisering Raad van
State). Met dit traject is circa een jaar tot anderhalf jaar gemoeid.
Rotterdam-The Hague Airport
De luchthaven Rotterdam The Hague Airport heeft op 15 maart 2016 haar groeiplannen
openbaar gemaakt. Ik heb uw Kamer daar eerder over geïnformeerd (Aanhangsel Handelingen
II 2015/16, nrs. 2019 en 3546). Ik heb aan de regio een advies over draagvlak gevraagd. Dat adviestraject is afgerond
en de regio heeft mij een advies aangeboden. Daarover heb ik ook gesproken met de
regio. Ik heb uw Kamer daarover geïnformeerd (Kamerstuk 31 936, nr. 488).
Ik wacht nu de aanvraag voor een Luchthavenbesluit van de luchthaven af. Die aanvraag
zal vergezeld gaan van een definitief MER en een definitieve economische onderbouwing
(en MKBA). Op dat moment zal ik inhoudelijk een afweging maken op basis van alle informatie
die er ligt en vervolgens de formele besluitvormingsprocedure starten om te komen
tot vaststelling van het Luchthavenbesluit (zoals inspraak, voorhang bij parlement,
advisering Commissie voor de m.e.r., advisering Raad van State). Met dit traject is
circa een jaar tot anderhalf jaar gemoeid. De luchthaven heeft aangegeven dat de aanvraag
voor een Luchthavenbesluit naar verwachting niet eerder dan medio 2019 gedaan zal
worden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Indieners
-
Indiener
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat