Amendement : Amendement van het lid Ellian over termijnoverschrijding bij onderzoekswensen
36 327 Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering)
Nr. 57
AMENDEMENT VAN HET LID ELLIAN
Ontvangen 19 maart 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 2.10.65 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Indien een vordering of verzoek wordt ingediend na verloop van een op grond van het
eerste lid gestelde termijn, betrekt de rechter-commissaris deze overschrijding in
zijn beslissing daarop.
Toelichting
Als onderdeel van de beweging naar voren krijgt de rechter-commissaris in het nieuwe
wetboek ruimere onderzoeks- en regiemogelijkheden. De verdachte en de verdediging
worden gestimuleerd om al in een zo vroeg mogelijk stadium de rechter-commissaris
te verzoeken onderzoek te verrichten. De rechter-commissaris kan daarbij een termijn
stellen aan het opgeven of onderbouwen van die onderzoekswensen, maar heeft zelf geen
enkele sanctiemogelijkheid wanneer onderzoekswensen niet tijdig worden ingediend of
worden onderbouwd.
Inspanning van alle partijen in het strafproces is noodzakelijk om van de beweging
naar voren een succes te maken. Het gevolg van het pas vlak voor of op de zitting
indienen van onderzoekwensen is immers in de praktijk dat een zaak alsnog moet worden
aangehouden om bijvoorbeeld getuigen te horen, die bij een tijdig verzoek daartoe
al daarvoor hadden kunnen zijn gehoord. Het opmerkelijke is echter dat de rechter-commissaris
wel de wettelijke taak krijgt om de voortgang te bewaken, maar feitelijk maar weinig
kan doen om voortgang af te dwingen of in te grijpen indien de voortgang belemmerd
wordt. Dat is niet logisch, nu juist de essentie van de vlucht naar voren is dat in
de fase bij de rechter-commissaris zoveel mogelijk onderzoekswensen worden ingediend.
Die essentie is vervolgens gebaseerd op het uitgangspunt dat geen kostbare zittingscapaciteit
verloren moet gaan en de doorlooptijden in het strafprocesrecht moeten worden teruggedrongen.
Daarom is het volgens indiener noodzakelijk om de rechter-commissaris een instrument
te geven zodat hij daadwerkelijk invulling kan geven aan zijn taak als voortgangsbewaker
als bedoeld als in Boek 2, hoofdstuk 10, Titel 10.6. Het amendement regelt derhalve
dat het overschrijden van de genoemde termijnstelling in artikel 2.10.65 wordt meegewogen
bij de afweging van de rechter-commissaris of (voorzitter van) de rechtbank of een
onderzoekswens nog moet worden gehonoreerd. De omstandigheid dat een verzoek of vordering
buiten de gestelde termijn is ingediend, kan (mede) ten grondslag worden gelegd aan
de afwijzing van het verzoek of de vordering.
Ellian
Indieners
-
Indiener
Ulysse Ellian, Kamerlid