Amendement : Amendement van de leden Idsinga en Six Dijkstra over zware voorhang procedures
36 584 Wijziging van de Handelsregisterwet 2007 en de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies ter beperking van de toegang tot informatie over uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten alsmede van de toegang tot informatie over uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies (Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers)
Nr. 13 AMENDEMENT VAN DE LEDEN IDSINGA EN SIX DIJKSTRA
Ontvangen 7 februari 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel C, wordt aan het voorgestelde artikel 22a een lid toegevoegd
luidende:
6. Een krachtens het tweede of vierde lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur
wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt in werking op
een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij koninklijk
besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens een van de Kamers
of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een van de Kamers
de wens te kennen wordt gegeven dat de inhoud van de algemene maatregel van bestuur,
al dan niet ten dele, bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend
voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien het voorstel van wet wordt
ingetrokken of indien een van de Kamers der Staten-Generaal besluit het voorstel niet
aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken.
II
Aan artikel I, onderdeel E, wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Een krachtens het tweede lid, onder a of d, vastgestelde algemene maatregel van bestuur
wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt in werking op
een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij koninklijk
besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens een van de Kamers
of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een van de Kamers
de wens te kennen wordt gegeven dat de inhoud van de algemene maatregel van bestuur,
al dan niet ten dele, bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend
voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien het voorstel van wet wordt
ingetrokken of indien een van de Kamers der Staten-Generaal besluit het voorstel niet
aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken.
III
In artikel II, onderdeel B, wordt aan het voorgestelde artikel 7 een lid toegevoegd,
luidende:
6. Een krachtens het tweede, onder a of d, derde of vierde lid vastgestelde algemene
maatregel van bestuur wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij
treedt in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken
bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens
een van de Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden
van een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat de inhoud van de algemene
maatregel van bestuur, al dan niet ten dele, bij wet wordt geregeld. In dat geval
wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien
het voorstel van wet wordt ingetrokken of indien een van de Kamers der Staten-Generaal
besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken.
Toelichting
Dit amendement beoogt een zware voorhang te regelen ten aanzien van de AMvB’s, die
aan dit wetsvoorstel zijn verbonden. De vraag wie een legitiem belang heeft tot toegang
tot het UBO-register wordt geregeld bij AMvB. Aangezien juist dit een cruciaal onderdeel
is van dit wetsvoorstel, is parlementaire betrokkenheid gewenst.
Uit de beslisnota van 19 april 2024 valt op te maken dat in EU-verband een AML-pakket
is overeengekomen, waarin het begrip «legitiem belang» heel breed is geformuleerd.
Namelijk dat er een legitiem belang is indien sprake is van: «personen die een transactie
aangaan en willen voorkomen dat die transactie enig verband houdt met witwassen, daarmee
verband houdende basisdelicten of terrorismefinanciering moeten worden aangemerkt
als partijen met een legitiem belang.»
Echter iedereen kan voorwenden een dergelijke transactie aan te willen gaan. En iedereen
kan daarbij voorwenden witwassen en terrorismefinanciering te willen tegengaan. Deze
formulering, uit de beslisnota van 19 april 2024, van «legitiem belang» is daarbij
veel te breed. De uiteindelijke formulering van het «legitiem belang» zal een balans
moeten vinden tussen transparantie en privacy, die kan rekenen op voldoende parlementair
draagvlak. Daartoe strekt de met dit amendement te regelen zware voorhangprocedure.
Een zware voorhang voorziet er in dat omzetting van de AMvB in een wetsvoorstel kan
worden gevorderd door 1/5 van beide Kamers der Staten-Generaal. Op deze manier kan
de Kamer bij elke toekomstige wijziging van deze AMvB parlementaire controle uitoefenen
en indien nodig via amendementen aanpassingen aanbrengen.
Idsinga Six Dijkstra
Indieners
-
Indiener
Folkert Idsinga, Kamerlid -
Medeindiener
J.P.S. Six Dijkstra, Tweede Kamerlid