Over de commissie

De kinderopvangtoeslagaffaire heeft diepe sporen nagelaten in de levens van de slachtoffers. Ook breder in de samenleving is het vertrouwen in de overheid en rechtsstaat geschaad. Het is daarom van groot belang dat de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening diepgaand onderzocht hoe dit heeft kunnen gebeuren en hieruit lessen trekt voor de toekomst. Daarmee hoopt de commissie een bijdrage te kunnen leveren aan het herstel van vertrouwen in de overheid. Op deze pagina´s vindt u meer informatie over de enquêtecommissie en haar leden, de opzet van het onderzoek en de tijdsplanning.

De leden van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening staan dichtbij elkaar in de Enquêtezaal van de Tweede Kamer.
De commissieleden v.l.n.r.: Senna Maatoug (GroenLinks-PvdA), Lammert van Raan (PvdD), Farid Azarkan (Denk), Michiel van Nispen, (SP), Salima Belhaj (D66), Evert Jan Slootweg (CDA), Thierry Aartsen (VVD) en Sylvana Simons (Bij1). Na de installatie van de nieuwe Tweede Kamer op 6 december 2023 hebben de leden Aartsen en Maatoug onder leiding van commissievoorzitter Van Nispen het onderzoek afgerond.

Achtergrond

Voor de start van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening zijn er in de Tweede Kamer twee eerdere onderzoeken geweest naar fraudeaanpak en uitvoeringsorganisaties. Deze onderzoeken vormen de aanleiding voor de parlementaire enquête.

  • Naar aanleiding van problemen bij uitvoeringsinstanties werd in maart 2020 de Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties ingesteld. Deze commissie onderzocht de oorzaken van de problemen bij verschillende uitvoeringsorganisaties als het CBR, de Belastingdienst en het UWV en het verlies van de menselijke maat daarbij. De resultaten verschenen in het eindrapport Klem tussen balie en beleid.
  • In juli 2020 startte daarnaast ook de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. Deze commissie deed onderzoek naar de fraudeaanpak bij de kinderopvangtoeslag en concludeerde in haar verslag Ongekend onrecht dat de grondbeginselen van de rechtsstaat zijn geschonden en veel ouders onterecht zijn beschuldigd van fraude. Naar aanleiding van dit verslag trad het kabinet-Rutte III af.

Deze twee onderzoeken riepen weer nieuwe vragen op. Waren sommige oorzaken van de problemen bij uitvoeringsorganisaties al langer bekend? Wat was de rol van de Tweede Kamer bij de kinderopvangtoeslagaffaire?

Om ook deze vragen te beantwoorden werd op 10 februari 2021 in het debat over het aftreden van het kabinet-Rutte III, de motie-Marijnissen c.s. ingediend. Die sprak uit dat een parlementaire enquête naar de dienstverlening, handhaving en fraudebestrijding bij overheidsdiensten wenselijk was en dat de rapporten van de eerdere onderzoeken daarbij betrokken moesten worden. Deze parlementaire enquête omvat dus niet alleen de kinderopvangtoeslagaffaire maar de gehele dienstverlening, handhaving en fraudebestrijding bij overheidsdiensten.

Wat onderzocht de commissie?

De parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening onderzocht hoe de overheid fraude bestrijdt. Daarbij keek de commissie wat er in de dienstverlening aan burgers is misgegaan en of burgers mogelijkheden hadden om op te komen tegen besluiten van de overheid. Om het fraudebeleid te onderzoeken, keek de enquêtecommissie onder andere naar de rol van de Tweede Kamer en het gebruik van discriminerende risicoprofielen.

De hoofdvragen van het onderzoek luidden:

  • Hoe kan worden verklaard dat de wijze waarop de overheid fraude bestrijdt, heeft geleid tot tekortschietende dienstverlening aan en rechtsbescherming van burgers?
  • Welke rol hadden betrokken actoren bij de totstandkoming en uitvoering van dit fraudebeleid en welke lessen kunnen worden getrokken, opdat iedereen kan vertrouwen op een rechtvaardige behandeling door de overheid?

Het doel van de parlementaire enquête Fraudebeleid en Dienstverlening was inzicht krijgen in het fraudebeleid van de overheid en daar een oordeel over vormen. Centraal stond de manier waarop de overheid fraude bestrijdt en tekort is geschoten in de dienstverlening aan, en rechtsbescherming van, burgers. De enquêtecommissie onderzocht hoe het beleid tot stand is gekomen en keek daarbij ook naar de uitvoering. Bijzondere aandacht was er voor de rol van de Tweede Kamer, het gebruik van (discriminerende) risicoprofielen en het uitwisselen van informatie en gegevens. De enquêtecommissie trekt in haar rapport lessen voor de toekomst. Het uitgangspunt daarbij is dat iedereen moet kunnen vertrouwen op een rechtvaardige behandeling door de overheid.

Opzet van het onderzoek

De eerste fase van het onderzoek bestond uit twee delen:

1. Contextanalyse

Het eerste deel van het onderzoek richtte zich op de ontwikkeling van het fraudebeleid in de afgelopen dertig jaar. Om deze periode te onderzoeken, liet de commissie een onderzoek uitvoeren naar de manier waarop er in de afgelopen dertig jaar is gesproken over fraude in de maatschappij en naar hoe het fraudebeleid  zich heeft ontwikkeld sinds de jaren negentig. Daarnaast deed de commissie dossieronderzoek om nog niet openbaar beschikbare informatie te verkrijgen. Zij heeft daarvoor inlichtingen en documenten gevorderd.

2. Verdiepingsonderzoek

Het tweede deel van het onderzoek richtte zich op de uitvoeringspraktijk, door de werkwijze van de Belastingdienst, het UWV en het Inlichtingenbureau nader te onderzoeken.

Daarna vonden de besloten voorgesprekken en openbare verhoren plaats, waarna het eindrapport volgde.

Planning onderzoek

De commissie is direct na de oprichting begonnen met het vorderen van schriftelijke inlichtingen en documenten bij betrokken organisaties en instanties. Op basis daarvan deed zij verdiepend onderzoek. Ook heeft de commissie de contextanalyse laten uitvoeren.

In het voorjaar van 2023 heeft de commissie besloten voorgesprekken gevoerd met deskundigen en getuigen om extra informatie in te winnen en eerste bevindingen te toetsen. Het dossieronderzoek liep door tijdens deze periode. De openbare verhoren startten na het zomerreces van 2023. De enquêtecommissie hield veertig verhoren in de periode van woensdag 6 september tot en met donderdag 5 oktober. De enquêtecommissie bood op maandag 26 februari haar rapport aan de Tweede Kamer aan. 

Tijdlijn parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening. De tijdlijn loopt van het instellen van de commissie op 3 februari 2022 tot het debat in de Tweede Kamer dat gepland staat na februari 2024.

Openbare verhoren: kijk en lees terug

De openbare verhoren van de commissie vonden plaats in de Enquêtezaal van de Tweede Kamer. De commissie verhoorde in totaal 40 getuigen en deskundigen. De verhoren vonden plaats van woensdag 6 september tot en met donderdag 5 oktober 2023.

Wat is een parlementaire enquête?

Een parlementaire enquête is het zwaarste onderzoeksinstrument dat de Tweede Kamer tot haar beschikking heeft als zij zelf onderzoek wil doen. Dit maakt het mogelijk om schriftelijke inlichtingen en documenten bij betrokken organisaties te vorderen en getuigen en deskundigen onder ede te horen. Mensen die worden opgeroepen door de commissie, zijn verplicht te verschijnen.

Hoe is de enquête voorbereid?

De Tweede Kamer heeft op 11 februari 2021 de motie-Marijnissen c.s. aangenomen, die uitsprak dat een parlementaire enquête naar de dienstverlening, handhaving en fraudebestrijding bij overheidsdiensten wenselijk was. Om dit onderzoek voor te bereiden, is op 8 juli 2021 de tijdelijke commissie Fraudebeleid en Dienstverlening opgericht. Deze commissie had als opdracht om de Kamer een voorstel te doen voor de onderzoeksopzet.

Het onderzoeksvoorstel is op 27 januari 2022 aan de Kamer aangeboden, die er op 1 februari mee heeft ingestemd. De enquêtecommissie voerde het onderzoek volgens dit voorstel uit.