Uitgelicht : Rondetafelgesprek over genitale verminking

De vaste commissies voor Justitie en Veiligheid, voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap houden op donderdag 13 februari 2020 van 14.15 tot 16.15 een rondetafelgesprek over genitale verminking.

Volg live

Het rondetafelgesprek vindt plaats in de Thorbeckezaal van de Tweede Kamer. Via deze website kunt u live meekijken of meeluisteren. Of kijk via de handige app en website Debat Direct.

Agenda en verslag

U kunt alle stukken inzien die bij deze bijeenkomst horen. Er wordt geen woordelijk verslag van het gesprek gemaakt.

Hoofdvraag

Met dit rondetafelgesprek willen de Kamerleden hun kennis over het Nederlandse beleid ten aanzien van genitale verminking verdiepen. Hierbij gaat het met name om de benadering vanuit justitieel perspectief. Daarnaast komen medische en preventieve aspecten aan de orde. De Kamerleden kunnen de informatie uit dit gesprek desgewenst gebruiken bij hun voorbereiding op een nog te plannen plenair debat over genitale verminking in Nederland. Dit debat is aangevraagd door het lid Buitenweg (GroenLinks) tijdens de Regeling van werkzaamheden van 25 juni 2019.

Achtergrond

Het besnijden van meisjes wordt vanwege de vaak ernstige complicaties bestempeld als Vrouwelijke Genitale Verminking (vgv). Nederland voert hierbij een zerotolerancebeleid. Dit is er enerzijds op gericht om te voorkomen dat meisjes en vrouwen die in Nederland wonen worden besneden, en anderzijds om goede medische en psychosociale zorg te bieden aan meisjes en vrouwen die besneden zijn. Het gaat hierbij niet alleen om juridische maatregelen, maar ook om preventie en gezondheidszorg.

In Nederland is besnijdenis van vrouwen strafbaar als een vorm van zware mishandeling met voorbedachten rade (art. 303 Wetboek van Strafrecht). Er staat een maximale gevangenisstraf van 12 jaar op of een geldboete van maximaal 76.000 euro. Iedereen die een meisjesbesnijdenis uitvoert of meewerkt aan de besnijdenis van een meisje is strafbaar. Deze handelingen worden volgens de Nederlandse strafwet beschouwd als uitlokking, medeplichtigheid of mededaderschap (art. 47 en 48 Wetboek van strafrecht)

Bij de opsporing, handhaving en het verlenen van noodhulp ligt een taak voor de politie. Lastig is echter dat besnijdenis bij uitstek een aangelegenheid is die zich in de intieme sfeer van de familie afspeelt. Voor de politie is het daarom moeilijk om zelf gevallen van besnijdenis te detecteren. De politie is erg afhankelijk van de meldingsbereidheid van betrokken burgers en andere partners in de veiligheidszorg, zoals medische professionals.

Op 1 januari 2018 woonden in Nederland bijna 41.000 vrouwen die zijn besneden. Naar schatting lopen 4200 meisjes de komende 20 jaar risico op besnijdenis. Dat blijkt uit onderzoek van Pharos, Expertisecentrum Gezondheidsverschillen in opdracht van het ministerie van VWS. Zij lopen dat risico vooral als hun ouders de traditie voorzetten en preventieve maatregelen hen niet bereiken. Het risico voor een deel van de meisjes wordt pas echt reëel wanneer zij het land van herkomst bezoeken. Zie ook het Infografic vrouwelijke genitale verminking met feiten en cijfers rond omvang en risico van VGV in Nederland.

Vanuit de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) is er eind 2019 een multidisciplinaire leidraad uitgekomen om goede zorg rondom vrouwen met VGV te coördineren. In de leidraad wordt zowel preventie, signalering, begeleiding en behandeling van vrouwen met VGV besproken, voor zowel de eerste- als tweedelijnszorg, gynaecologisch als verloskundig.

Programma

Blok 1: 14.15 - 14.45 uur

  • Mw. S. Musa, Femmes for Freedom
  • Dhr. E. Broere, Veilig Thuis

Blok 2: 14.45 - 15.30 uur

  • Mw. J. Mejdoubi, Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis
  • Mw. D. Geraci, Pharos - Expertisecentrum Gezondheidsverschillen
  •  Mw. Z. Naleie, Federatie van Somalische Associaties in Nederland (FSAN)

Blok 3: 15.30 – 16.15 uur

  • Mw. J. Janssen, Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld (LEC EGG)
  • Mw. E. Bartels, antropoloog Vrije Universiteit Amsterdam
  • Mw. M. Roede, fysisch antropoloog