Wijziging van de waterschapsbelasting

18 april 2024, wetsvoorstel – De Kamer debatteert over voorstellen van minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) om de waterschapsbelasting in Nederland toekomstbestendig te maken.

Klimaatverandering zorgt voor nieuwe uitdagingen in het waterbeheer, zoals zeespiegelstijging, afwisselend hogere en lagere rivierstanden, droogte en toegenomen wateroverlast. Minister Harbers wil de Waterschapswet en de Waterwet wijzigen om de waterschapsbelasting te verbeteren, zodat waterschappen ook in de toekomst hun werk kunnen doen. De waterschappen halen jaarlijks bijna 4 miljard aan belastingen op om hun waterbeheertaken uit te kunnen voeren.

Profijtbeginsel

De wijziging is nog niet perfect, erkent Harbers, maar de manier waarop de kosten worden verdeeld is beter uit te leggen en meer in lijn met het profijtbeginsel: wie meer profiteert van het werk van het waterschap of meer vervuilt, betaalt meer.

Pierik (BBB) werpt op dat in de praktijk lastig te bepalen is wie er precies profiteert. De minister heeft desondanks gezocht naar een meer rechtvaardige verdeling tussen verschillende categorieën gebruikers, zoals huishoudens en bedrijven. Die verdeling wordt voortaan elke vijf jaar opnieuw berekend.

Eerlijke verdeling

De hoogte van de waterschapsbelasting voor huizenbezitters is gekoppeld aan de WOZ-waarde. De afgelopen jaren steeg de waarde van woningen harder dan de waarde van andere gebouwen. Daardoor zijn huishoudens sinds 2015 relatief meer gaan betalen dan bedrijven.

Het bedrijfsleven zal straks meer gaan betalen, zegt De Groot (VVD). Hij vraagt zich af of de belangen van bedrijven voldoende bij de wetswijziging zijn betrokken. Gabriëls (GroenLinks-PvdA) ziet het wetsvoorstel als een kleine stap in het eerlijker maken van de waterschapsbelasting, maar benadrukt dat huishoudens ook na de wetswijziging relatief veel betalen.

Kies als peiljaar voor de WOZ een jaar voordat de huizenprijzen sterk begonnen te stijgen, stelt Sneller (D66) voor. Harbers licht toe dat bedrijven daardoor grofweg 25% tot 40% meer zouden betalen, en huishoudens maar 3% minder. Dat vindt het kabinet een te forse lastenverschuiving.

Afwijkende tarieven

Waterschappen krijgen de mogelijkheid van de vastgelegde tarieven af te wijken aan de hand van bepaalde kenmerken van het gebied waarvoor ze verantwoordelijk zijn. Enige vrijheid is goed, zegt Grinwis (ChristenUnie), maar voorkom dat de onzekerheid voor de belastingbetaler te veel toeneemt. Stoffer (SGP) vindt dat waterschappen en de lokale democratie voldoende ruimte moeten houden om hun eigen lijn te kiezen.

De gebiedskenmerken zijn objectief bepaald, zegt de minister. In de praktijk zal in de komende jaren worden gemonitord hoe waterschappen deze bevoegdheid toepassen en of eventuele veranderingen nodig zijn.

Rioolzuiveringsheffing

Van Dijk (NSC) vraagt aandacht voor het systeem van vervuilingseenheden, dat met dit wetsvoorstel niet wordt aangepast. Hij vraagt zich af of dit systeem wel rijmt met het profijtbeginsel. Een huishouden van twee personen betaalt immers dezelfde rioolzuiveringsheffing als een huishouden van vijf personen.

De gemiddelde vervuiling per huishouden is drie eenheden, zegt Harbers. Daarom is er alleen een uitzondering voor eenpersoonshuishoudens, die één eenheid betalen. Precieze metingen zouden de kosten van de heffing behoorlijk vergroten. In de toekomst wordt bekeken of de tarieven aansluiten bij de werkelijke vervuiling van huishoudens.

Overbodig

Waterschappen zijn niet efficiënt, te duur en overbodig, vindt Heutink (PVV). De provincies zouden volgens hem de kerntaken van de waterschappen moeten overnemen.

De Kamer stemt op 23 april over het wetsvoorstel en de moties die tijdens het debat zijn ingediend.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk debatten terug via Debat Direct