Steun voor verlagen collegegeld eerstejaarsstudenten

24 april 2018, wetsvoorstel - Met ingang van het studiejaar 2018-2019 wordt het wettelijk collegegeld voor eerstejaarsstudenten gehalveerd. Het voorstel van minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) kan in de Kamer rekenen op brede steun.

Het collegegeld voor eerstejaarsstudenten wordt 1.030 euro in plaats van 2.060 euro en studenten aan lerarenopleidingen hoeven twee jaar maar 1.030 euro collegegeld te betalen. Dat regelt minister Van Engelshoven door de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) aan te passen.

Met haar wetsvoorstel wil Van Engelshoven de toegankelijkheid van en de kansengelijkheid in het hoger onderwijs vergroten én een bijdrage leveren aan de bestrijding van het lerarentekort.

Het kabinet laat zien dat het belang hecht aan de toegankelijkheid van het hoger onderwijs, zegt Van Meenen (D66). De collegegeldhalvering kan twijfelende scholieren over de streep trekken, meent Tielen (VVD), zeker als ze leraar willen worden. Zet daarom ook vol in op voorlichting voor de doelgroep, adviseert Bruins (ChristenUnie).

Van der Molen (CDA) is blij dat iets gedaan wordt aan de oplopende studieschuld van studenten. Maar Futselaar (SP) en Özdil (GroenLinks) vragen zich af waarom het kabinet tegelijk de rente op de studieschuld verhoogt.

De nieuwe regeling voor de rente op studieschulden en de verlaging van het collegegeld vindt Van Engelshoven niet vergelijkbaar. Zij wijst erop dat de draagkrachtregeling voor het terugbetalen van de studieschuld niet verandert. De draagkracht van oud-studenten blijft bepalend voor de vraag of en, zo ja hoeveel zij kunnen aflossen.

De minister lokt met de collegegeldverlaging nog meer buitenlanders naar ons onderwijs, meent Beertema (PVV), die de "ongebreidelde internationalisering" van het Nederlandse hoger onderwijs hekelt.

Vragen om gerichtere inzet van het geld

Hoewel hij het vergroten van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs steunt, vindt Özdil (GroenLinks) het jammer dat het geld niet gerichter wordt ingezet, bijvoorbeeld door de aanvullende beurs te verhogen.

We gunnen elke student lastenverlichting, zegt Bisschop (SGP), maar sommigen hebben het niet nodig, terwijl anderen juist tekortkomen, zoals minderjarige studenten, studenten uit gezinnen met een middeninkomen en deeltijdstudenten.

Aanpak lerarentekort

"Een pleister op de gapende wond van het lerarentekort." Dat is Beertema's (PVV) commentaar op het twee jaar halveren van het collegegeld voor studenten aan lerarenopleidingen. Ook Van Meenen (D66) en Van der Molen (CDA) zeggen dat het probleem van het lerarentekort om meer maatregelen vraagt. Maar alles wat bijdraagt aan de bestrijding van het lerarentekort helpt, benadrukt Bruins (ChristenUnie).

Worden zijinstromers wel voldoende gestimuleerd om voor het onderwijs te kiezen, vraagt Tielen (VVD). De drempels voor mensen die voelen voor een baan in het onderwijs worden op dit moment onderzocht, reageert Van Engelshoven. Volgens haar ligt de oplossing vooral in mogelijkheden om zijinstromers sneller in het onderwijs aan de slag te laten gaan.

Algemene maatregel van bestuur

De minister maakt collegegelddifferentiatie mogelijk door de WHW te wijzigen. Voor welke groepen van studenten een hoger of lager collegegeld gaat gelden, kan de minister in de toekomst regelen in een algemene maatregel van bestuur.

Beslissingen over het collegegeld moeten van Futselaar (SP) en Özdil (GroenLinks) steeds aan de Kamer worden voorgelegd. Een minister doet er verstandig aan de Kamer over belangrijke wijzigingen in het collegegeld te informeren, reageert Van Engelshoven. Maar zij wil niet verplicht worden om elke kleine wijziging aan de Kamer voor te leggen.

De Kamer stemt op 26 april over het wetsvoorstel en de ingediende moties.

Zie ook

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort

  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.

  • Kijk debatten terug via Debat Gemist