ADR kan zorgen voor meer orgaandonoren

30 maart 2016, initiatiefwetsvoorstel - Door een systeem van actieve donorregistratie (ADR) in te voeren wil Dijkstra (D66) het aantal orgaandonoren verhogen. Maar verschillende woordvoerders voeren bezwaren aan tegen haar initiatiefwetsvoorstel.

Of organen bij overlijden beschikbaar komen voor transplantatie, kan men nu al vastleggen. Ook kan men het overlaten aan de nabestaanden of één specifieke persoon. 60% van de Nederlanders heeft echter niets vastgelegd. Gezien de lange wachtlijsten voor orgaantransplantatie is dat volgens Dijkstra een groot maatschappelijk probleem. Dit wil zij oplossen door invoering van een ADR-systeem. Wie niet reageert op het verzoek om een donorformulier in te vullen, wordt automatisch als donor geregistreerd. Wolbert (PvdA), Van Gerven (SP), Pechtold (D66) en Voortman (GroenLinks) steunen haar voorstel, maar andere woordvoerders hebben bezwaren en twijfels. Het initiatiefwetsvoorstel raakt ethische en medische dilemma's, stelt minister Schippers (Volksgezondheid) vast.

Inbreuk op zelfbeschikking en onaantastbaarheid van het lichaam?

De tegenstanders van het ADR-systeem vinden het een inbreuk op het zelfbeschikkingsrecht en op de onaantastbaarheid van het lichaam. Zo benadrukten Klever (PVV) en Arno Rutte (VVD) in hun eerste termijn het recht om niet te kiezen. Dik (ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) vinden dat het niet aan de overheid is om over het lichaam van een overledene te beschikken bij niet-registratie en willen het aan de nabestaanden overlaten. Maar Dijkstra vindt het juist ongewenst om nabestaanden te verplichten om een keuze te maken voor de overledene. Van Gerven denkt dat ADR meer dan het bestaande systeem recht doet aan wat mensen willen.

Rol weggelegd voor nabestaanden en wettelijk vertegenwoordiger

In het voorgestelde ADR-systeem moeten artsen, net als nu, rekening houden met de nabestaanden, benadrukt Dijkstra. Zo zullen zij niet tot orgaandonatie overgaan als de nabestaanden ervan overtuigd zijn dat de overledene daartegen was. Maar in het systeem dat Dijkstra voorstelt, zeggen Dik en Rutte, weten nabestaanden niet of een overledene actief of passief als donor is geregistreerd. Zij denken dat nabestaanden zich daardoor vaker zullen verzetten tegen orgaandonatie. Ook volgens Schippers is het onzeker of ADR leidt tot meer orgaandonaties. Bruins Slot (CDA) vraagt naar de positie van wilsonbekwamen. De wettelijk vertegenwoordiger beslist voor hen, zo reageert Dijkstra, en als die er niet is, de nabestaanden.

Voorlichting over donorregistratie is belangrijk

Zowel voor- als tegenstanders van het ADR-systeem vinden het belangrijk dat mensen voldoende informatie krijgen over orgaandonatie en het belang van registratie. Wolbert wil wettelijk vastleggen dat de rijksoverheid verantwoordelijk is voor voorlichting en publiekscampagnes. Er is ook een rol weggelegd voor de huisarts, denkt Pechtold. Öztürk (GrKÖ) suggereert dat gemeenten een donorformulier kunnen geven aan burgers, bijvoorbeeld als ze hun paspoort of rijbewijs ophalen. Dit mag echter niet leiden tot een verplichting om dat formulier in te vullen, reageert Dijkstra. Er blijft een grote groep die niet wordt bereikt met voorlichting, vrezen Rutte, Dik en Öztürk, bijvoorbeeld vanwege laaggeletterdheid, culturele achtergrond of maatschappelijke problemen.

De Kamer sprak eerder op 11 februari over het initiatiefwetsvoorstel van Dijkstra. De tweede termijn vindt op een later moment plaats.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort

  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.