Plenair verslag Tweede Kamer, 18e vergadering
Donderdag 26 oktober 2023

  • Aanvang
    10:15 uur
  • Sluiting
    3:44 uur
  • Status
    Gerectificeerd

Opening

Voorzitter: Bergkamp

Aanwezig zijn 140 leden der Kamer, te weten:

Aartsen, Agema, Akerboom, Alkaya, Amhaouch, Azarkan, Van Baarle, Baudet, Becker, Beckerman, Belhaj, Van den Berg, Bergkamp, Bevers, Bijenhof, Bikker, Bisschop, Bontenbal, Martin Bosma, Boswijk, Boucke, Boulakjar, Brekelmans, Van Breugel, Van den Brink, Bromet, Bushoff, Van Campen, Ceder, Dassen, Dekker-Abdulaziz, Tony van Dijck, Dijk, Inge van Dijk, Jasper van Dijk, Drost, Eerdmans, El Yassini, Ellemeet, Ellian, Eppink, Erkens, Van Esch, Fritsma, Van Ginneken, De Graaf, Van der Graaf, Graus, Grevink, Grinwis, Peter de Groot, Tjeerd de Groot, Den Haan, Van Haga, Hagen, Hammelburg, Haverkort, Rudmer Heerema, Pieter Heerma, Heinen, Hermans, Van den Hil, De Hoop, Van Houwelingen, Jansen, Léon de Jong, Romke de Jong, Kamminga, Kat, Kathmann, Van Kent, Kerseboom, Klaver, Klink, Koekkoek, Koerhuis, Kops, De Kort, Kröger, Krul, Kuik, Kuiken, Kuzu, Kwint, Van der Laan, Van der Lee, Madlener, Maeijer, Marijnissen, Markuszower, Van Meijeren, Michon-Derkzen, Minhas, Mohandis, Edgar Mulder, Mutluer, Nijboer, Van Nispen, Omtzigt, Palland, Paulusma, Peters, Piri, Van der Plas, Podt, Pouw-Verweij, Van Raan, Raemakers, Rahimi, Rajkowski, Richardson, De Roon, Sahla, Chris Simons, Sylvana Simons, Sjoerdsma, Slootweg, Smals, Sneller, Van der Staaij, Van Strien, Strolenberg, Temmink, Christine Teunissen, Hans Teunissen, Thijssen, Tielen, Valstar, Vedder, Verkuijlen, Warmerdam, Wassenberg, Van Weerdenburg, Werner, Westerveld, Van Weyenberg, Van Wijngaarden, Wilders, Van der Woude en Wuite,

en mevrouw Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken, de heer Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat, mevrouw Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, de heer Jetten, minister voor Klimaat en Energie, de heer De Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de heer Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mevrouw Ollongren, minister van Defensie, mevrouw Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, de heer Van Rij, staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, mevrouw Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, mevrouw De Vries, staatssecretaris Toeslagen en Douane, en mevrouw Van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof.

De voorzitter:
Ik open de vergadering van donderdag 26 oktober 2023. Ik zie dat de minister al klaarstaat, maar ik heb nog een paar administratieve mededelingen.

Mededelingen

Mededelingen

Mededelingen

De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat er geen afmeldingen zijn.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

Hamerstukken

Hamerstuk

Aan de orde is de behandeling van:

  • het wetsvoorstel Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2024) (36415).

Dit wetsvoorstel wordt zonder beraadslaging en, na goedkeuring van de onderdelen, zonder stemming aangenomen.

Verzoekschrift

Verzoekschrift

Aan de orde is de behandeling van:
- verslag van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven (36434, nr. 1).

De voorzitter:
Ik stel voor overeenkomstig het voorstel van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

Aanbieding van de Klimaatnota

Aanbieding van de Klimaatnota

Aan de orde is de aanbieding van de Klimaatnota.

De voorzitter:
Aan de orde is nu de aanbieding van de Klimaatnota. Ik geef als eerste het woord aan de minister voor Klimaat en Energie. Gaat uw gang.

Minister Jetten:
Dank u wel, voorzitter. Nederland moet zich voorbereiden op zwaardere weersomstandigheden: nattere winters, drogere zomers, zwaardere regenbuien en een stijgende zeespiegel. Zelfs in de meest optimistische scenario's van het KNMI blijft het klimaat nog een flinke tijd veranderen, met grote gevolgen voor Nederland. Om daar iets aan te doen, moet Nederland flink aan de bak. We stellen daarom ambitieuze klimaatdoelen en moeten ook doortastend aan de slag. Het mantra van het klimaatbeleid voor de komende jaren is daarom: uitvoeren, uitvoeren, uitvoeren.

Vandaag bied ik uw Kamer de Klimaatnota aan, waarmee het kabinet verantwoording aflegt over het klimaatbeleid tot nu toe. Op 20 december is hierover met uw Kamer ook een notaoverleg ingepland. Daarnaast bied ik u de volledige Klimaat- en Energieverkenning aan, met daarin ook de laatste cijfers over energiebesparing en de opwek van hernieuwbare energie in Nederland. Uit deze verkenning van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat het klimaatdoel voor 2030 voor het eerst binnen bereik ligt. Dat komt doordat het kabinet eerder dit jaar met 122 extra maatregelen is gekomen om meer klimaatactie voor elkaar te krijgen.

Naast het Planbureau voor de Leefomgeving legt ook de Raad van State bij het klimaatbeleid de nadruk voor de komende jaren op heldere keuzes en maximale uitvoering. We mogen ons nog niet rijk rekenen. Het zal het nodige vergen om vaart te houden in de uitvoering van klimaatbeleid, want ook op de lange termijn is er nog veel te doen. Binnenkort deel ik de contouren van het Klimaatplan met uw Kamer. In dat Klimaatplan legt het kabinet weer verantwoording af over hoe we de komende jaren de grote lijnen voor het klimaatbeleid gaan voortzetten, en hoe we de komende tien jaar ook door kunnen gaan met die klimaatactie.

We moeten daarbij ter harte nemen wat de wetenschap ons vertelt, hier in Nederland en wereldwijd. Die wetenschap wijst ons steeds duidelijker op de grote gevolgen van klimaatverandering, maar biedt ons ook veel technische oplossingen om er wat aan te doen. In Nederland is daarvoor speciaal de Wetenschappelijke Klimaatraad opgericht, die eind dit jaar voor het eerst een grootschalig advies zal uitbrengen over de toekomst van het klimaatbeleid in Nederland. Maar overheid en wetenschap kunnen dit niet alleen. De overheid moet het samen doen met gemeentes, provincies, bedrijven, maatschappelijke organisaties en mensen door het hele land, zoals Klimaatburgemeester Dieuwertje Vorstenbosch uit Tilburg. Zij helpt het klimaat door de leefomgeving van mensen te verduurzamen en zegt daarover: als we samenwerken, kunnen we ook echt iets veranderen in onze eigen buurt. Of neem Klimaatsupporter Censo, een bedrijf dat andere bedrijven helpt om te verduurzamen via bijvoorbeeld het slim isoleren van bedrijfspanden en het plaatsen van zonnepanelen en warmtepompen. Volgende week zetten we tijdens de Nationale Klimaatweek de inspanningen van alle andere Klimaatburgemeesters en Klimaatsupporters in het zonnetje.

We moedigen daarmee andere mensen, andere bedrijven, organisaties, provincies en gemeenten aan om ook een steentje bij te dragen aan een beter klimaat. Tegelijkertijd mogen zij ook wel echt meer verwachten van de rijksoverheid, bijvoorbeeld om te zorgen dat iedereen ook echt mee kan doen. De rijksoverheid moet ook het goede voorbeeld geven, we moeten energiearmoede beter bestrijden en woningen in kwetsbare wijken versneld verduurzamen. Zij mogen ook verwachten dat we geen klimaatbeleid maken dat zichzelf in de weg staat. Dat betekent dus ook zorgen dat we fossiele subsidies terugdringen en de schone alternatieven sneller opbouwen. We moeten voorkomen dat het succes van de snelle vergroening eigenlijk in de weg wordt gezeten door een elektriciteitsnet dat het nog niet aankan. Dus wederom: uitvoering, uitvoering, uitvoering. Want het klimaatdoel voor 2030 ligt binnen bereik. Laten we er ook samen voor zorgen dat we dat ook echt gaan halen.

Voorzitter. Met die woorden bied ik u nu graag de Klimaatnota aan, en de reflectie van het PBL en de Raad van State.

De voorzitter:
Dank u wel, dank u wel, dank u wel, zeg ik daarbij. Ik dank de minister voor het aanbieden van de Klimaatnota, die in dat duurzame klimaatkoffertje zit. De Klimaatnota wordt aangeboden op basis van de Klimaatwet uit 2019. De nota bevat de verantwoording van het kabinet over het gevoerde klimaatbeleid en schetst de prioriteiten voor het komende jaar. Samen met de Klimaatnota ontvangt de Kamer ook de Klimaat- en Energieverkenning, waarin het Planbureau voor de Leefomgeving de voortgang van het klimaatbeleid monitort. Dat is een belangrijk hulpmiddel voor de Tweede Kamer om haar taken goed uit te kunnen voeren.

Er is het afgelopen jaar veel gebeurd op het terrein van deze minister. De Klimaatwet is gewijzigd, waardoor de nationale CO2-besparingsdoelen aangescherpt zijn, en de Kamer heeft ingestemd met de oprichting van een Klimaatfonds. Het kabinet heeft nu een demissionaire status, maar het werk op dit gebied gaat gewoon door, onder meer als het gaat om de behandeling van het wetsvoorstel Energiewet. Het is aan de Kamer om vanuit haar controlerende taak het debat met het kabinet aan te gaan over de klimaatplannen. Ik stel voor deze nota in handen te stellen van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, die reeds besloten heeft om over dit onderwerp een notaoverleg in te plannen. Ik dank nogmaals de minister, de mensen in de zaal, de mensen die op de publieke tribune zitten en de mensen die deze ontvangst van de Klimaatnota hebben gevolgd. Ik schors de vergadering voor een enkel moment. Daarna gaan we verder met een hele lijst debatten. Heel fijn dat de collega's vandaag hierbij aanwezig waren.

De vergadering wordt van 10.22 uur tot 10.39 uur geschorst.

Afrikastrategie

Voorzitter: Kamminga

Afrikastrategie

Aan de orde is het tweeminutendebat Afrikastrategie (CD d.d. 05/10).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Afrikastrategie, te houden naar aanleiding van het commissiedebat van 5 oktober. Ik heet de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van harte welkom. Ik heet de leden van harte welkom, de mensen die dit thuis volgen en de mooi volle publieke tribune. Allemaal welkom.

Voordat we van start gaan alvast even een huishoudelijke mededeling. Ik had gehoopt dat we in de ochtend wat meer ruimte zouden hebben om de debatten wat uitgebreider te voeren. Maar we beginnen iets later en ik zie ook dat een aantal sprekers zich hebben aangemeld die dat aan de voorkant niet hadden gedaan en waar we in de planning geen rekening mee hadden gehouden. Dat betekent dat we nu toch een beetje voortvarend moeten zijn en dat er beperkte mogelijkheden zijn om te interrumperen. Dat heeft ermee te maken — dat zeg ik ook voor de mensen die dit thuis volgen — dat we om 12.00 uur de viering hebben van 175 jaar grondwetswijziging. We worden allemaal geacht om daarbij aanwezig te zijn. Nogmaals, in de planning was daar rekening mee gehouden, maar het loopt iets anders. Dat vraagt dus wat flexibiliteit van ons allemaal.

Ik wil voorstellen om snel van start te gaan met de eerste spreker. Dat is de heer Amhaouch van het CDA. Maar voor ik hem het woord geef, wil mevrouw Van der Graaf nog een vraag stellen.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Ik zou heel graag toestemming vragen om ook te spreken tijdens dit debat, mevrouw de voorzitter. Ik heb niet mee kunnen doen aan het commissiedebat, maar zou toch nog wel iets willen voorleggen aan de minister.

De voorzitter:
Ik kijk even of daar bezwaar tegen is. Ik zie de heer Klink knikken. Bedoelt u dat u bezwaar heeft, of dat u daarmee instemt? U stemt daarmee in, begrijp ik. Dan noteren we u, mevrouw Van der Graaf. Ik geef de heer Amhaouch nu het woord namens het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):
Voorzitter, dank u wel. Dit tweeminutendebat is eigenlijk een beetje een afsluiting van een periode waarin wij met de collega's in de afgelopen jaren over de Afrikastrategie hebben gesproken, over de focus op wat we in de toekomst zouden moeten doen met een continent dat op 30 of 40 kilometer van Europa af ligt of in elk geval over het intensiveren van ons partnerschap en de gelijkwaardigheid met de Afrikaanse landen, want het is een continent met 54 landen. Ik denk dat het ons goed gelukt is om de discussie daarover te voeren. Het kabinet heeft het goed opgepakt met de Afrikastrategie. Ik hoop dat het volgende kabinet daarop door kan pakken, want dat is cruciaal. Daarom heb ik ook nog één amendement om een accent te zetten.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat goede scholing kan zorgen voor een sterke beroepsbevolking;

overwegende dat een sterke beroepsbevolking nodig is om toevoeging aan de waardeketen te creëren;

overwegende dat integratie van de Afrikaanse waardeketens veel ontwikkelingsperspectief kan bieden aan Afrika;

verzoekt de regering de ontwikkeling van onderwijs- en beroepsbevolkingsprogramma's ook in de kortetermijnprioriteiten op te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Amhaouch.

Zij krijgt nr. 190 (29237).

Dank u wel, meneer Amhaouch. Ik neem aan dat u een motie bedoelde en geen amendement, want het klonk als een motie.

De heer Amhaouch (CDA):
Zei ik "amendement"?

De voorzitter:
U zei "amendement".

De heer Amhaouch (CDA):
Dan weet u wat er in mijn hoofd omgaat.

De voorzitter:
Kijk eens aan. Maar dank daarvoor. Ik kijk even rond. Er zijn geen interrupties. Ik geef het woord dus aan de heer Eppink namens BBB.

De heer Eppink (BBB):
Voorzitter. Ik heb gewoon een motie. De amendementen komen straks bij het Belastingplan. Goedemorgen, minister! Ik heb dus één motie, die ik nu ga voorlezen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de veiligheidssituatie van commerciële boeren in Zuid-Afrika verslechtert;

constaterende dat commerciële boeren cruciaal zijn voor de lokale voedselvoorziening en de snel groeiende bevolking van Zuid-Afrika;

constaterende dat naar verwachting 20% van de Zuid-Afrikaanse boeren de komende tien jaar de sector gaat verlaten;

overwegende dat de afgelopen decennia het geweld tegen commerciële boeren en hun families in Zuid-Afrika is toegenomen en dat deze situatie een emigratie van commerciële boeren veroorzaakt;

overwegende dat deze trend een potentieel gevaar vormt voor het waarborgen van de voedselzekerheid in Zuid-Afrika;

verzoekt de regering in haar dialoog met de regering van Zuid-Afrika de toestand rond de veiligheid van commerciële boeren aan de orde te stellen, en te benadrukken dat de veiligheid van commerciële boeren cruciaal is voor de voedselzekerheid van Zuid-Afrika,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eppink.

Zij krijgt nr. 191 (29237).

De heer Eppink (BBB):
Dank u.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Eppink, voor uw inbreng namens BBB. Ik zie dat de volgende spreker op de lijst niet aanwezig is, evenals de spreker daarna. Dan gaan we toch nog sneller dan we dachten. Dan is het woord aan de heer Hammelburg namens D66.

De heer Hammelburg (D66):
Kunt u mij tien seconden geven om even iets op te schrijven?

De voorzitter:
Dan zou ik willen voorstellen dat ik eerst de volgende spreker uitnodig, want anders wordt het wel weer extra lang.

De heer Hammelburg (D66):
Ja, graag.

De voorzitter:
Dan is het woord aan de heer Klink namens de VVD.

De heer Klink (VVD):
Enkele bijzondere moves, zo op de vroege ochtend. Ik sluit me aan bij de mooie woorden van de heer Amhaouch over de Afrikastrategie. Er ligt echt een mooie strategie, die het kabinet heeft neergelegd. Nu komt het aan op de uitvoering.

Voorzitter. Ik ga direct door, want ik heb twee moties. De eerste motie luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering op het punt staat strategische partnerschappen te formuleren om toegang tot kritieke grondstoffen zeker te stellen en daarmee onze energietransitie te ondersteunen;

constaterende dat Afrikaanse landen in toenemende mate de afname van grondstoffen willen koppelen aan investeringen en samenwerkingen op het gebied van lokale verwerking en productie;

constaterende dat in de Afrikastrategie staat dat Nederland zorgt dat het perspectief van ontwikkelingslanden wordt betrokken in de internationale afspraken en wet- en regelgeving, maar er nog geen helderheid is over hoe zij betrokken worden in de partnerschappen;

verzoekt de regering om bij nieuwe partnerschappen afspraken over economische ontwikkeling in Afrika te maken door onder andere aan te sluiten bij de EU Global Gatewayprogramma's,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Klink.

Zij krijgt nr. 192 (29237).

De heer Klink (VVD):
De tweede motie luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de geopolitieke invloed van onder andere China in Afrika de afgelopen jaren fors is toegenomen;

constaterende dat het huidige Global Gatewayinitiatief in potentie een duurzaam alternatief is voor het Chinese Belt and Road Initiative (BRI) en dat het in wederzijds Europees en Afrikaans belang is dat de EU een duurzaam alternatief kan bieden;

verzoekt de regering zich in Europa in te zetten op een meer proactieve Global Gatewaybenadering om met Nederlandse publieke en private kennis en kunde meer ontwikkelingsimpact te bereiken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Klink.

Zij krijgt nr. 193 (29237).

De heer Klink (VVD):
Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Klink, voor uw inbreng namens de VVD. Dan de heer Hammelburg, D66.

De heer Hammelburg (D66):
Dank, voorzitter. Ik dank mijn collega's, maar zeker ook de minister, voor een goed en af en toe ook pittig debat over de Afrikastrategie. Mijn fractie heeft duidelijk aangegeven dat we blij zijn dat er meer integraal wordt nagedacht over de verhouding tussen Nederland en de Europese Unie aan de ene kant en de Afrikaanse landen aan de andere kant, en dat we de banden moeten aanhalen en versterken, niet alleen op handel, maar zeker ook op duurzame ontwikkeling. Ik hoop dat het werk en de uitvoering daarin steeds verder gaan integreren en strategischer worden. Ik heb namelijk toch nog het gevoel dat er een beetje sprake was van een visie. Desalniettemin is er een hoop werk verzet. In de toekomst zal er nog meer werk worden verzet. Ik heb nog wel een motie. Die ziet op het proces rond het klimaatschadefonds.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat tijdens de internationale klimaatconferentie COP27 een akkoord is bereikt over de oprichting van een fonds ter compensatie van het verlies en de schade voor ontwikkelingslanden die kwetsbaar zijn voor klimaatverandering;

constaterende dat de oprichting van dit fonds is mislukt terwijl dit er zou moeten zijn voor de COP28 die 30 november begint;

van mening dat we een betrouwbare partner moeten zijn en dus trouw moeten blijven aan de afspraak om een klimaatschadefonds op te richten om deze landen te ondersteunen;

verzoekt de regering om trekker te worden van een diplomatiek offensief opdat de onderhandelingen nu wel slagen en het klimaatschadefonds tot stand komt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Hammelburg.

Zij krijgt nr. 194 (29237).

De heer Hammelburg (D66):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Hammelburg. Ik zie mevrouw Van der Graaf al naar voren komen, maar de heer Thijssen had zich eerder ingeschreven dan zij, dus ik nodig de heer Thijssen uit, namens de PvdA, en ongetwijfeld ook namens GroenLinks.

De heer Thijssen (PvdA):
Dank, voorzitter. Het is goed dat we het debat voeren over de vraag wat voor relatie we willen aangaan met Afrika. Mijn fractie vindt ook dat de doelen wat preciezer zouden kunnen, net als de actieplannen om die doelen te kunnen halen. Volgens ons is het heel erg belangrijk dat er dan wordt samengewerkt met partners in de gemeenschappen in Afrika. Daarom de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering voornemens is om strategische partnerschappen te formuleren om toegang tot kritieke grondstoffen zeker te stellen en daarmee onze energietransitie te ondersteunen;

constaterende dat de minister erkent dat dit gelijkwaardige partnerschappen moeten zijn, maar daarbij nog geen duidelijkheid heeft gegeven over hoe de regering dit voor ogen heeft;

verzoekt de regering beleid te formuleren over hoe (lokale) stakeholders als ngo's en vakbonden betrokken worden bij de totstandkoming en de daaropvolgende monitoring van de partnerschappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.

Zij krijgt nr. 195 (29237).

De heer Thijssen (PvdA):
Dan nog een tweede motie, over hoe onze voedselvoorziening en onze voedselproductie lokale voedselproductie, onder andere in Afrika, in de weg kan zitten.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voedselzekerheid bijdraagt aan regionale stabiliteit en het groeiende hongerprobleem blijvend kan oplossen;

constaterende dat voedseldumping van Nederland in onder meer Kenia en Ghana de productie van kleinschalige boeren belemmert en zelfvoorzienendheid en duurzame voedselvoorziening in de weg zit;

overwegende dat het bijdragen aan mondiale voedselzekerheid ook inhoudt dat de voedselexport vanuit Nederland aansluit bij duurzame voedselketens in derde landen;

verzoekt de regering in kaart te brengen waar Nederlandse voedselexport de voedselproductie en bijbehorende lokale marktwerking van kleinschalige boeren en boerinnen in derde landen in de weg zit,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen en Amhaouch.

Zij krijgt nr. 196 (29237).

De heer Thijssen (PvdA):
Deze motie is dus mede ingediend door collega Amhaouch. Dat we op deze dag nog samen een motie indienen, vind ik nou zo leuk!

De voorzitter:
Kijk eens aan. Dank u wel, meneer Thijssen, voor uw inbreng. Dan is het woord aan mevrouw Van der Graaf namens de ChristenUnie. Zij is tevens de laatste spreker van de zijde van de Kamer in dit tweeminutendebat.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) in haar briefadvies over de urgentie van een Afrikastrategie adviseert het eigen beleid te screenen op incoherentie, daarbij prioriteit te geven aan incoherenties op het terrein van landbouw en van klimaat;

verzoekt de regering het regeringsbeleid te onderzoeken op incoherentie, met name op de thema's landbouw en klimaat;

verzoekt de regering tevens de resultaten van dit onderzoek te bespreken met Afrikaanse partners;

verzoekt de regering bovendien de gevonden incoherenties in zowel Nederlands als Europees beleid te adresseren en een langeretermijncoherentie-agenda op terreinen als handel, migratie en belastingen te formuleren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 197 (29237).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet na afsluiting van de triloog over de EU-richtlijn gepaste zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid (CSDDD) hiervoor implementatiewetgeving zal ontwikkelen;

verzoekt de regering om bij de transpositie van de EU-richtlijn gepaste zorgvuldigheid een grondige impacttoets uit te voeren op de effecten van deze wetgeving op ontwikkelingslanden, met daarbij bijzondere aandacht voor mensenrechten en milieu en overeenstemming met het internationale normenkader voor verantwoord ondernemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 198 (29237).

Dank u wel, mevrouw Van der Graaf, voor uw inbreng. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van deze termijn van de zijde van Kamer. De minister heeft aangegeven een kleine zeven minuten nodig te hebben. Ik schors dus voor zeven minuten en doe ook een beroep op de minister om in haar beantwoording en de appreciatie ook kort te zijn. Dank u wel. Ik schors voor zeven minuten.

De vergadering wordt van 10.51 uur tot 11.00 uur geschorst.

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Afrikastrategie, naar aanleiding van een commissiedebat op 5 oktober. De minister is inmiddels aanwezig en bereid om de moties te appreciëren; het waren er negen. Ik geef de minister het woord.


Termijn antwoord

Minister Schreinemacher:
Dank u wel, voorzittter. Op uw verzoek zal ik zo kort mogelijk zijn in mijn appreciatie, dus ik ga meteen door naar de moties.

De motie op stuk nr. 190 van de heer Amhaouch. Mijn beoordeling zou oordeel Kamer zijn, mits ik "in de kortetermijnprioriteiten opnemen" mag lezen als "op de kortst mogelijke termijn". "Korte termijn" betekent in de tabel die we hebben opgenomen "deze kabinetsperiode". Dat wordt lastig.

De heer Amhaouch (CDA):
Ik weet niet wat de minister bedoelt met "deze kabinetsperiode", want die is er niet meer. Het gaat ons om het volgende. We zagen onderwijs staan. We hebben immers drie blokken: korte termijn, middellange termijn en lange termijn. In het middelste blok staat wel iets van onderwijs, maar niet iets waar we nu eigenlijk mee aan de slag kunnen gaan. Ik weet ook wel dat we nog moeten gaan formeren en zo, maar we moeten dit niet op de lange baan schuiven. We zagen trouwens ook mooie voorbeelden bij het bezoek aan Zuid-Afrika, waar juist onderwijs …

De voorzitter:
Ik ga u kort houden. De minister.

De heer Amhaouch (CDA):
… aan de orde kwam.

Minister Schreinemacher:
De heer Amhaouch en ik begrijpen elkaar goed. Volgens mij gaat om de kortst mogelijke termijn en het niet op de lange baan schuiven. Wij zijn er al mee aan de slag gegaan, maar het lukt niet om het af te ronden binnen deze kabinetsperiode.

De voorzitter:
Ik zie meneer Amhaouch knikken, dus met die lezing noteren wij oordeel Kamer bij de motie op stuk nr. 190.

Minister Schreinemacher:
Dan de motie-Eppink op stuk nr. 191. Met deze motie verzoekt hij de regering om in haar dialoog met de regering van Zuid-Afrika de toestand aan de orde te stellen. Dat doen we al. Dat doen we in breder verband met EU-partners en we doen het ook in onze bredere dialoog met de regering van Zuid-Afrika. Daarin stellen we de veiligheid van de boeren aan de orde, ook als het gaat om het ondernemingsklimaat. Daarom zou ik deze motie oordeel Kamer willen geven.

De voorzitter:
Bij de motie op stuk nr. 191 noteren we oordeel Kamer.

Minister Schreinemacher:
De motie-Klink op stuk nr. 192 krijgt oordeel Kamer.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 192: oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 193.

Minister Schreinemacher:
De motie op stuk nr. 193 van de heer Klink: oordeel Kamer.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 193: oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 194.

Minister Schreinemacher:
In zijn motie op stuk nr. 194 stelt de heer Hammelburg in de tweede constatering dat het fonds mislukt is. Wat het kabinet betreft, is dat niet mislukt, juist omdat er nog een extra bijeenkomst wordt gepland. Wij zijn daarbij met een aantal andere EU-lidstaten medetrekker. We zetten daar in de EU echt wel stevig op in. Wij zijn nu dus medetrekker. Ik zie deze motie dus meer als ondersteuning van beleid en daarmee wil ik de motie oordeel Kamer geven. Maar ik heb wel moeite met die tweede constatering.

De heer Hammelburg (D66):
Het is een beetje verschil van interpretatie en tekstexegese. Laten we zeggen dat we het niet zo stellig bedoelen en dat we het kabinet aanmoedigen om de diplomatieke trekker te zijn om het schade- en herstelfonds nu echt van de grond te krijgen.

De voorzitter:
Dan noteren we oordeel Kamer. Ook is er genoteerd wat de minister over de tweede constatering zei.

Minister Schreinemacher:
De motie op stuk nr. 194 van de heer Thijssen verzoekt de regering om beleid te formuleren. Wat ons betreft is het juist staand beleid. We spreken al met onze lokale stakeholders over de totstandkoming en monitoring van de partnerschappen. Daarom zou ik de motie oordeel Kamer willen geven. We gaan nu dus geen nieuw beleid formuleren, want dit maakt al deel uit van ons beleid.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 195: oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 196.

Minister Schreinemacher:
De motie op stuk nr. 196 van de heer Thijssen en de heer Amhaouch ontraad ik. Ten eerste gaat het in de constatering over "voedseldumping van Nederland". Dat is een oordeel dat ik niet onderschrijf. We hebben hierover in het debat ook eigenlijk al wel flink van gedachten gewisseld. Het is toch echt aan landen zelf om het aan de orde te stellen als zij het idee hebben en constateren dat er sprake is van dumping. Bij de WTO helpen wij daarbij. Dus ik ontraad deze motie.

De heer Thijssen (PvdA):
Dat vind ik jammer, want er zijn gewoon nieuwsberichten die dit laten zien. Daar heb ik ook vragen over gesteld. Maar goed, ik hoop dat er een meerderheid voor komt.

Ik wil toch nog heel even terug naar de motie daarvóór. Een van de cruciale dingen in de Afrikastrategie is dat er strategische partnerschappen komen en dat die gelijkwaardiger zijn. Dan zou ik verwachten dat er een verschil komt met de afgelopen jaren en dat het maatschappelijk middenveld een grotere en stevigere plek aan tafel krijgt. Ik verwacht dus dat de Afrikastrategie ervoor gaat zorgen dat er additioneel beleid komt om het maatschappelijk middenveld echt steviger aan tafel te krijgen. Anders krijg je die gelijkwaardige partnerschappen niet.

Minister Schreinemacher:
Het maatschappelijk middenveld heeft al een stevige plek aan tafel. Maar als je de doelen anders formuleert, dan kom je wel tot andere resultaten. Zo zie ik het. De manier waarop we het doen, is volgens mij hetzelfde. Het doel dat we voor ogen hebben, is alleen anders. Dat zijn namelijk die gelijkwaardige partnerschappen waar de heer Thijssen het over heeft en die ik ook erken in de ...

De voorzitter:
Dank u wel. De motie op stuk nr. 195 blijft oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 196 wordt ontraden. De motie op stuk nr. 197.

Minister Schreinemacher:
De motie van mevrouw Van der Graaf op stuk nr. 197 ontraad ik. We hebben daarover in het debat uitgebreid van gedachten gewisseld. Op dit moment hebben we drie thema's geïdentificeerd wat betreft de beleidscoherentieagenda. Ik heb in dat debat ook toegezegd dat we daar in de toekomst andere thema's aan gaan toevoegen. Maar dat doen we nu nog niet, omdat we juist even willen kijken hoe we deze drie thema's verder brengen. Daarom ontraad ik deze motie.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 197 wordt ontraden met verwijzing naar het debat. De motie op stuk nr. 198.

Minister Schreinemacher:
Die is oordeel Kamer.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 198 is oordeel Kamer. Dan zijn we daarmee door de moties. Ik dank de minister voor de appreciatie.

We zijn aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat Afrikastrategie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Ik ga meteen door naar het volgende tweeminutendebat.

Acute situatie in Marokko en Libië

Acute situatie in Marokko en Libië

Aan de orde is het tweeminutendebat Acute situatie in Marokko en Libië (CD d.d. 25/09).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Ik zie dat alle sprekers al aanwezig zijn. Dit is het tweeminutendebat Acute situatie in Marokko en Libië, naar aanleiding van het commissiedebat dat is gehouden op 25 september. De eerste spreker staat al klaar. Dat is de heer Hammelburg, D66.

De heer Hammelburg (D66):
Dank u wel, voorzitter. We hebben alweer een tijd geleden een debat gehad over de vreselijke gebeurtenissen naar aanleiding van de storm in Libië en de gruwelijke aardbeving in de omgeving van Marrakech in Marokko. We hebben het vaker met rampen: de verwoestende beelden zijn misschien alweer van ons netvlies verdwenen, maar voor de mensen die daar wonen zijn de consequenties dat niet. Daarom is hulp keihard nodig. Nederland heeft wat steun gegeven, maar we hebben eerder dit jaar, bij eerdere rampen, ook moeten constateren dat het geld voor noodhulp en humanitaire hulp al op was. Elke keer bij een dergelijke verschrikkelijke gebeurtenis willen we helpen, maar moeten we het geld bij elkaar schrapen. Met een aantal collega's kom ik vanmiddag nog met een amendement om die pot te verruimen. Ik heb nu alvast deze motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de aardbeving in Marokko van 8 september 2023 en de overstromingen in Libië in september 2023 veel leed en schade hebben toegebracht en dat er nog lange tijd hulp nodig zal zijn, zowel noodhulp als wederopbouwhulp;

constaterende dat de winter eraan komt, dat er in die periode van het jaar extra hulpmiddelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat de bewoners van de getroffen gebieden de winter doorkomen en dat deze winterhulp tijdig moet worden geleverd;

van mening dat Nederland een bijdrage moet leveren aan het leveren van winterhulp aan Marokko en Libië;

overwegende dat daarvoor meer geld nodig is dan tot op heden door de regering beschikbaar is gesteld en dat ter aanvulling amendement 36435-XVII, nr. 6 is ingediend in het kader van de suppletoire begroting BHOS;

verzoekt de regering om zo snel mogelijk in overleg te treden met het maatschappelijk middenveld, internationale organisaties en de Marokkaanse en Libische autoriteiten om te bezien wat er nog nodig is zodat de bewoners van de getroffen gebieden de winter doorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Hammelburg.

Zij krijgt nr. 79 (36180).

Dank u wel, meneer Hammelburg, voor uw inbreng namens D66. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Kuzu namens DENK.

De heer Kuzu (DENK):
Voorzitter, dank u wel. Vanwege alle ellende in de wereld zou je haast vergeten dat Marokko is getroffen door een vreselijke aardbeving en dat er een verschrikkelijke storm is geweest in Libië, maar ook dat er een vreselijke aardbeving is geweest in Afghanistan. De heer Hammelburg zei het net heel terecht: het is misschien wel van ons netvlies, maar we moeten natuurlijk bekijken hoe we als Nederland en als internationale gemeenschap kunnen bijdragen aan het verzachten van het menselijk leed na deze verschrikkelijke gebeurtenis. Dat is gewoon heel erg belangrijk.

Ik heb twee moties daarover.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het in de door de aardbeving getroffen gebieden in het Atlasgebergte in Marokko steeds kouder wordt en dat het op dit moment een race tegen de klok is om voor het begin van de winter tenten en andere tijdelijke onderkomens te regelen die weerbestendig zijn;

verzoekt de regering om te onderzoeken hoe Nederland Marokko kan helpen in de race tegen de klok om deze mensen zo snel mogelijk van een warm onderkomen te voorzien,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kuzu en Van Baarle.

Zij krijgt nr. 80 (36180).

De heer Kuzu (DENK):
De motie is medeondertekend door de heer Van Baarle, voor wie ik inval.

Dan de tweede motie, voorzitter. We zien bij dit soort gebeurtenissen heel vaak dat er private initiatieven zijn die ondersteund moeten worden, maar vaak is de weg richting de overheid vinden ook wel moeilijk. Daarom de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er na de aardbeving in Marokko verschillende particuliere initiatieven vanuit Nederland zijn opgezet zoals dit bij eerdere natuurrampen ook het geval was;

overwegende dat particulieren niet altijd goed op de hoogte zijn van wat er in het rampgebied nodig is en hoe men de goederen in het rampgebied krijgt;

verzoekt de regering om een vast loket op te richten dat bij dit soort natuurrampen private initiatieven kan coördineren, in kaart kan brengen wat er nodig is en als contactpersoon kan fungeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kuzu en Van Baarle.

Zij krijgt nr. 81 (36180).

Dank u wel, meneer Kuzu, voor uw inbreng. De heer Hammelburg heeft een vraag over de motie. Ik verzoek hem om het kort te houden.

De heer Hammelburg (D66):
De eerste motie is exact hetzelfde als de motie die wij net hebben ingediend. Fantastisch, maar dat is dubbel werk. De tweede motie gaat over een vaste coördinator voor het maatschappelijk middenveld in Nederland, maar na het debat daarover is al een toezegging gedaan en ook een brief toegezegd. Is die motie dan nog nodig? Het is een mooi streven, maar het is dus al in uitvoering.

De heer Kuzu (DENK):
Bedankt daarvoor. Ik hoop dat de heer Hammelburg mij ook begrijpt. Ik val op dit moment in. Ik heb een kwartier van tevoren twee moties in mijn handen gedrukt gekregen. Collega Van Baarle is ziek; hij zal later op de middag aanwezig zijn. Maar ik hoor het graag van de minister en als het overbodig is, dan trekken we het netjes in.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Dank daarvoor. Ik denk dat we allemaal het gevoel kennen dat we op het laatste moment voor een collega die ziek is, moeten inspringen. Dus goed dat u bereid bent dat te doen. En dan wachten we het oordeel van de minister af. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Boswijk van het CDA.

De heer Boswijk (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Toen wij het debat hadden over de verschrikkelijke ramp die plaatsvond in zowel Marokko als Libië vond er ook nog een andere ramp plaats, namelijk een aardbeving in Afghanistan met meer dan 2.000 doden. Ik heb daar in het debat ook aandacht voor gevraagd. Wat mijn fractie opviel was dat wij via Giro555 verschillende inzamelingsacties zijn begonnen voor Marokko en Libië, wat natuurlijk goed is, maar dat dit voor Afghanistan niet is gebeurd. Als ik dan op de website kijk, was de argumentatie daarbij dat er niet een verzoek vanuit ngo's is geweest richting Giro555 of vanuit de overheid om zoiets te organiseren, terwijl wij andere signalen hebben gekregen, namelijk dat die verzoeken er wel zijn geweest. Ik snap dat ik de minister hier misschien mee overval, dus ik hoef nu niet meteen en plein public het antwoord te hebben, maar ik zou het wel heel erg waarderen als de minister door middel van een brief hierop inhoudelijk wil reageren en wellicht meteen een update kan geven van hoe de hulpverlening in Afghanistan op dit moment verloopt.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik ga niet het debat heropenen, meneer Hammelburg. Het was een vraag aan de minister en zij zal straks reageren. Dan zijn we bij de laatste spreker van de zijde van de Kamer voor dit tweeminutendebat en dat is de heer Thijssen van de PvdA die, naar ik ervan mag uitgaan, ook namens GroenLinks spreekt.

De heer Thijssen (PvdA):
Dank, voorzitter. Het waren natuurlijk verschrikkelijke gebeurtenissen kort op elkaar, zowel in Marokko als in Libië. We hebben een goed debat gehad over de hulp die daar nodig is. We hebben er toen ook over gesproken dat Nederland al klaarstond om te helpen maar dat Marokko een aantal landen had uitgekozen om zich te laten helpen. Ik ben benieuwd of de minister iets weet over wat nu de noden zijn in Marokko en Libië. De winter komt eraan. Het wordt koud. In heel veel huizen zullen de mensen nog niet terechtkunnen. Dus ligt er misschien nu wel een vraag aan Nederland, in de zin van: dit is wat we heel erg hard nodig hebben en kom ons alstublieft helpen, want onze mensen kunnen dat heel erg goed gebruiken.

We hebben in het debat ook gesproken over geld en of er meer geld beschikbaar gesteld kan worden. We hebben ook enorme inspanningen gezien van de Marokkaanse autoriteiten om zo goed mogelijk te zorgen voor hun volk, wat natuurlijk hartstikke goed is, maar ik ben wel heel erg benieuwd naar wat nu de financiële noden zijn in zowel Marokko als Libië en of we niet wat ruimhartiger moeten zijn als Nederland om die mensen de winter door te helpen en hun bestaan weer op te bouwen. Ik ben dus heel benieuwd naar de appreciatie van de motie van collega Hammelburg.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Thijssen, voor uw inbreng. De minister heeft vijf minuten nodig, vooral omdat ze ook nog heen en weer moet lopen. Ik schors dus voor vijf minuten.

De vergadering wordt van 11.14 uur tot 11.20 uur geschorst.

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Acute situatie in Marokko en Libië. We hebben net de termijn van de zijde van de Kamer gehad. We zijn nu aanbeland bij de termijn van de minister, die de drie moties zal appreciëren. Voorts zal zij nog wat vragen beantwoorden.


Termijn antwoord

Minister Schreinemacher:
Dank u wel, voorzitter. We hebben hier een paar weken geleden een belangrijk debat over gevoerd. Ik ga meteen over tot het appreciëren van de moties.

De motie van de heer Hammelburg op stuk nr. 79 verzoekt de regering om zo snel mogelijk in overleg te treden met het maatschappelijk middenveld, internationale organisaties en de Marokkaanse en Libische autoriteiten met de vraag wat er nog nodig is. Ik heb ook in het debat al laten weten dat wij de humanitaire organisaties die daar nu actief zijn, steunen. Die hebben wij dus ook nog weer met extra fondsen gesteund. Die humanitaire organisaties houden al rekening met winterization. Ik was daar zelf twee weken geleden en heb toen met eigen ogen gezien wat zij daar doen. Ze doen ontzettend goed werk. De meeste mensen die geen onderkomen hebben, zitten nu in tenten. Dat zijn zomertenten, om het maar zo te zeggen. Er wordt nu al rekening gehouden met de winter en er worden andere soorten tenten neergezet met dubbele doeken om het daarin warmer te hebben. Dat is natuurlijk niet het ideale scenario, maar dat is wel wat de humanitaire organisaties op dit moment kunnen doen. Die zijn dus al druk bezig met die winterization.

De heer Hammelburg verzoekt de regering om aan de autoriteiten te vragen waar nog behoefte aan is. Toen ik twee weken geleden in Marokko was, heb ik 50 miljoen euro toegezegd voor hulp bij de wederopbouw. Dat werd zeer gewaardeerd door de Marokkaanse autoriteiten en de mensen daar. Dus voor de wat langere termijn hebben we al bilaterale hulp toegezegd. Zoals ik tijdens het commissiedebat al gezegd heb, komen we hier natuurlijk ook nog op terug in het verslag van de vergadering van de Wereldbank, want daarin wordt ook die needs assessment van de Wereldbank nog opgenomen. Dat is dus iets voor de langere termijn. Voor de korte termijn houden de humanitaire organisaties dus rekening met de komende winter.

Het is een lang verhaal, maar ik vind het belangrijk om nog wel even te zeggen dat het geen onwil is. We doen al heel veel. Op dit moment is er in het BHOS-budget op de humanitaire post in ieder geval geen ruimte voor meer humanitaire hulp. Zoals de heer Hammelburg liet weten, gaan we het daar vanmiddag natuurlijk ook nog over hebben.

De voorzitter:
Daarmee wordt de motie ontraden?

Minister Schreinemacher:
Ja, de motie wordt ontraden.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 79 wordt ontraden. De heer Hammelburg, kort.

De heer Hammelburg (D66):
Laat ik vooropstellen dat ik hier niet beweer dat de minister en Nederland niets doen. Dat heb ik ook in mijn bijdrage gezegd. Dat moet wel even helder gezegd worden. Ik heb niet voor niets in het dictum gekozen voor de woorden "te bezien". Dat is bedoeld als een aanmoediging om het gesprek te blijven voeren. In het geval dat het amendement vanmiddag, vanavond of vannacht wordt aangenomen en de extra middelen er wel zijn, zou moeten worden bezien of er nog meer mogelijk is, in dit geval maar ook bij een aantal andere grote catastrofes van het afgelopen jaar. Ik noem bijvoorbeeld ook de gevolgen van de verschrikkelijke oorlog die nu speelt in Israël en Gaza. Mijn vraag is dus om met die blik naar de motie te kijken.

De voorzitter:
Ik kijk nog even of de minister tot een ander oordeel komt.

Minister Schreinemacher:
Daarmee zou ik vooruitlopen op een amendement dat al dan niet wordt aangenomen. Dus daarom ontraad ik de motie toch. Maar ik wil de heer Hammelburg wel toezeggen dat wij natuurlijk in gesprek blijven met de autoriteiten om te kijken wat wij in de toekomst eventueel nog zouden kunnen doen.

De voorzitter:
Bij de motie op stuk nr. 79 noteren wij dan dat die ontraden wordt.

Minister Schreinemacher:
Ik ga door met de motie op stuk nr. 80. Mijn reactie op de vorige motie heeft eigenlijk ook betrekking op de motie van de heer Kuzu. Ik begrijp het heel goed. We willen allemaal een warm onderkomen voor de mensen die getroffen zijn door de aardbeving in Marokko. Dat wordt nu ook met hulp van Nederland door de humanitaire organisaties ondersteund. Dus ook die motie ontraad ik.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 80 wordt ontraden.

Minister Schreinemacher:
Ik ontraad ook de motie op stuk nr. 81. Ik verwijs daarbij naar de brief van 19 oktober.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 81 wordt ook ontraden.

De heer Kuzu (DENK):
Motiegewijs heb ik twee vragen. Bij de motie op stuk nr. 80 is het toch een kwestie van politieke wil. Noodvoorzieningen en noodhulp richting Oekraïne krijgen we binnen de kortste keren voor elkaar. Dat kan ook rekenen op onze steun, zeg ik voor de duidelijkheid. Waarom … Heeft u commentaar, meneer Hammelburg?

De voorzitter:
Nee, de heer Kuzu is aan het woord, meneer Hammelburg. Dit gaat niet over uw motie.

De heer Kuzu (DENK):
Waarom is het dan voor landen als Marokko, Libië en Afghanistan niet mogelijk, is mijn vraag.

De voorzitter:
De minister, over de motie op stuk nr. 80.

Minister Schreinemacher:
Ik heb al eerder gezegd dat het humanitaire budget op mijn begroting gewoon is uitgeput. Ik heb in het debat al aangegeven dat ik voor Marokko echt heb moeten schrapen om nog 5 miljoen voor elkaar te krijgen. De hulporganisaties hebben daar heel goed werk mee verricht. Dat doen zij nog steeds, onder andere met die 5 miljoen. Het is dus niet alsof wij Marokko niet steunen. Sterker nog, we hebben er juist alles aan gedaan om binnen de begroting nog ruimte te vinden, en dat ook nog buiten het humanitaire budget. Vorige week hebben we 10 miljoen vrijgemaakt voor de humanitaire hulp in Gaza. Dat hebben we dus extra moeten doen, omdat het er verder gewoon niet meer was.

De voorzitter:
We gaan niet het debat over de begroting helemaal overdoen. Vanmiddag is er ook nog iets waarbij u de gelegenheid heeft voor budgettering als u er anders naar kijkt. Dan de heer Kuzu over de motie op stuk nr. 81.

De heer Kuzu (DENK):
Zo is dat. Het zijn inderdaad politieke keuzes. Ik heb de brief erbij gepakt. Ik had net het antwoord niet paraat op een vraag van de heer Hammelburg. In de brief staat dat er richtlijnen worden opgesteld voor de informatievoorziening. Er komen richtlijnen voor ambassades en het coördineren van de informatievoorziening. Dat is heel wat anders dan datgene waar de motie om vraagt, namelijk het actiever coördineren van initiatieven die vanuit de samenleving ontstaan.

De voorzitter:
Daarmee noteer ik dus dat u de motie wel in stemming wilt brengen. Ik kijk nog even naar de minister of het oordeel dan "ontraden" blijft, ook nu de toelichting anders wordt.

Minister Schreinemacher:
Ja.

De voorzitter:
Dan noteren we "ontraden". De motie op stuk nr. 81 wordt in stemming gebracht. Ik kijk dan nog even naar de minister, want we zijn door de moties, maar de heer Boswijk had volgens mij nog een vraag gesteld.

Minister Schreinemacher:
Ja. Als het gaat om Giro555, zeg ik: dat zijn wij niet. Het zijn de hulporganisaties zelf die aangeven, ook op hun website, dat ze geen steunverzoeken hebben ontvangen. Daar kan ik verder dus niet op reageren. Natuurlijk helpen we in Afghanistan via alle noodhulpkanalen die we ter plaatse al hebben.

De heer Boswijk vroeg ook nog naar de stand van zaken van de hulpverlening in Afghanistan. Ik zou willen voorstellen dat ik dat opneem in de geannoteerde agenda voor de RBZ/OS. Het schriftelijk overleg daarover is op 14 november. Daaraan voorafgaand zal de geannoteerde agenda naar de Kamer komen. Ik wil daarin graag een update geven.

De voorzitter:
Ik zie de heer Boswijk knikken. Dank u wel voor die toezegging. Die noteren we ook in de Handelingen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van het tweeminutendebat Acute situatie in Marokko en Libië.

Beleidscoherentie voor ontwikkeling

Beleidscoherentie voor ontwikkeling

Aan de orde is het tweeminutendebat Beleidscoherentie voor ontwikkeling (CD d.d. 06/07).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Nu de bel heeft geklonken, gaan we door naar het tweeminutendebat Beleidscoherentie voor ontwikkeling, naar aanleiding van een commissiedebat dat is gehouden op 6 juli. Ik heet iedereen natuurlijk weer van harte welkom, ook de minister, die nog steeds bij ons is. De eerste spreker staat al klaar. Er zijn ook een aantal nieuwe sprekers bij gekomen. 12.00 uur is een harde deadline. Dan moeten we echt stoppen, dus we hebben hier een halfuur max voor. De heer Hammelburg, D66, krijgt het woord.

De heer Hammelburg (D66):
Dank u wel, voorzitter. Ik vrees dat wij de komende jaren nog door blijven akkeren over beleidscoherentie in het beleid dat alle ministeries voeren als het gaat over de activiteiten van Nederland in het buitenland. Bedrijfsactiviteiten en economische activiteiten van Nederlandse bedrijven in het buitenland zorgen voor uitstoot, terwijl we op hetzelfde moment geld uitgeven voor klimaatadaptatie zonder na te denken over de relatie tussen beide, om maar eens een voorbeeld te noemen. Hetzelfde geldt voor landen waarmee we handelsbevordering hebben, terwijl we tegelijkertijd zien dat er vreselijke mensenrechtenschendingen zijn. Telkenmale blijven we doorgaan met handelsbevordering terwijl er sprake is van vervolging van minderheidsgroepen, om maar eens wat te noemen. Daar zijn een aantal praktische voorbeelden van. Een daarvan is wat er is gebeurd in Uganda met de vervolging van lhbtqi+, waarna we wel gewoon door blijven gaan met onze handelsinstrumentaria.

Vandaar de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat de regering in gevallen van grove mensenrechtenschendingen onjuiste afwegingen heeft gemaakt, bijvoorbeeld rondom het WK voetbal in Qatar en het aannemen van de anti-lhbtiq+-wet in Uganda;

van mening dat bij grootschalige mensenrechtenschendingen in derde landen waar Nederland een handelsrelatie mee heeft nooit sprake kan zijn van conditionaliteit (het volledig stilleggen van ontwikkelingssamenwerking/handelsrelaties), maar veel kritischer moet worden bekeken of handelsbevorderingsinstrumenten moeten worden stopgezet;

verzoekt de regering in dergelijke situaties waarin grootschalige mensenrechtenschendingen plaatsvinden het lokale maatschappelijk middenveld te betrekken en hun input zeer zwaar mee te laten wegen bij het bepalen van de reactie van Nederland in het bezien of handelsbevorderingsinstrumenten moeten worden stopgezet,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Hammelburg.

Zij krijgt nr. 82 (36180).

Dank u wel, meneer Hammelburg, voor uw inbreng namens D66. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Jasper van Dijk namens de SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Voorzitter. Op mondiaal niveau ontwijkt het grootbedrijf ongeveer 300 miljard euro aan belasting. Dat is nou puur onrecht. Daarom heb ik een motie om daar wat aan te doen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ontwikkelingslanden, mede door Nederlandse belastingconstructies, miljarden aan belastinggeld per jaar mislopen en dat onderhandelingen in de OESO niet leiden tot een krachtige aanpak hiervan;

overwegende dat in de Verenigde Naties een resolutie van 54 Afrikaanse landen met grote steun, waaronder van Nederland, is aangenomen die democratische besluitvorming over mondiale belasting bij de VN legt;

verzoekt de regering om uit te spreken dat de VN, en niet de OESO, de aangewezen plek is voor mondiale belastingvraagstukken;

verzoekt de regering om zich in internationaal verband in te zetten voor de uitvoering van de VN-resolutie met als einddoel een VN-belastingorgaan waarbinnen mondiale belastingafspraken worden gemaakt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk.

Zij krijgt nr. 83 (36180).

Ik dacht dat er nog een motie kwam, want u had nog een papiertje, maar dat is niet zo. Dan dank ik u voor uw inbreng namens de SP. Dan is de volgende spreker van de zijde van de Kamer een spreekster, namelijk mevrouw Van der Graaf namens de ChristenUnie.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering zich tot doel heeft gesteld om sociale omstandigheden, zoals gezonde arbeidsomstandigheden en het terugdringen van kinderarbeid, wereldwijd te verbeteren;

verzoekt de regering om de sociale dimensie uit te werken tot een apart subdoel met indicatoren binnen het Actieplan beleidscoherentie en hierover te rapporteren in de jaarrapportage beleidscoherentie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 84 (36180).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Nationaal Contactpunt voor de OESO-richtlijnen (NCP) in een analyse van de voorstellen van de Europese Commissie, de Europese Raad en het Europees Parlement van de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) de zorg uit dat de CSDDD zal leiden tot een "verwatering" van de OESO-richtlijnen en waarschuwt voor een "ernstig afbreukrisico";

verzoekt de regering om de NCP-analyse te delen met de onderhandelaars van de Europese Commissie, de Europese Raad en het Europees Parlement in de triloog;

verzoekt de regering om zich in de triloog tot het uiterste in te spannen om de NCP-zorgen ten aanzien van het niet voldoen aan de OESO-richtlijnen te adresseren in de onderhandelingen en te streven naar Europese imvo-wetgeving die in lijn is met de OESO-richtlijnen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 85 (36180).

Dank u wel, mevrouw Van der Graaf, voor uw inbreng namens de ChristenUnie. Ik hoop dat uw stem het de rest van de dag nog volhoudt.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dat hoop ik ook.

De voorzitter:
Ik zag dat u er nog een heel aantal heeft vandaag. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Klink, VVD.

De heer Klink (VVD):
Voorzitter. Het is al bijna vier maanden geleden dat we dit commissiedebat hebben gehad, dus dat is echt een hele tijd geleden. Toen zag de wereld er in die zin heel anders uit.

In de afgelopen tweeënhalf jaar heb ik in de debatten over buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking steeds iets ingebracht over voedselzekerheid. Tien dagen geleden was het Wereldvoedseldag. In dat kader dien ik een motie in over voedselzekerheid.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een groot aantal mensen in ontwikkelingslanden een gebrek aan voedsel- en voedingszekerheid ervaart, en dat dit aandeel stijgt;

constaterende dat het ministerie van LNV de internationale duurzame landbouwstrategie ontwikkelt;

overwegende dat de Nederlandse agrofoodsector een belangrijke rol kan spelen bij de agrarische ontwikkeling van landen in het mondiale Zuiden en zodoende bijdraagt aan voedselzekerheid;

overwegende dat duurzame ontwikkeling van agroketens in Sub-Sahara-Afrika nu al onderdeel is van het mandaat van de landbouwraden en de landbouwattachés;

verzoekt de regering om in een herziening van het actieplan indicatoren op te nemen die meten in welke mate de Nederlandse agrofoodsector bijdraagt aan duurzame ontwikkeling van voedsel- en voedingszekerheid in ontwikkelingslanden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Klink.

Zij krijgt nr. 86 (36180).

Dank u wel, meneer Klink, voor uw inbreng namens de VVD. We zijn toe aan de laatste spreker van de zijde van de Kamer voor dit tweeminutendebat. Dat is de heer Thijssen namens de PvdA en GroenLinks.

De heer Thijssen (PvdA):
Dank, voorzitter. Het was een superbelangrijk debat. Dat hebben we ook al in het debat gezegd. De regering moet niet met de ene hand iets geven en het met de andere hand weer wegnemen. Het is dus goed dat we dit debat hebben gehad. Het is goed dat er een strategie ligt, alleen ook hierover heeft mijn fractie wel ingebracht dat het iets concreter mag. Er mag een concreter doel zijn. Er mogen ook concretere actiepunten zijn, zodat we ieder jaar kunnen zien of we nou progressie maken. Om niet alleen maar te zeggen dat dit moet, hebben we ook een oplossing, namelijk om de Spillover Index als doelstelling te nemen. Daarom hebben we de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland op de vijfde plek van onder staat in de Spillover Index;

overwegende dat hieruit blijkt dat Nederland een relatief grote negatieve impact heeft op omgevings- en sociale factoren in andere landen;

verzoekt de regering om zichzelf de doelstelling te geven om in het komende jaar in ieder geval tien plekken te stijgen in deze Spillover Index;

verzoekt de regering hiervoor een beleidsplan op te stellen, en deze zo snel mogelijk met de Kamer te delen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.

Zij krijgt nr. 87 (36180).

De heer Thijssen (PvdA):
Over het verzoek wat betreft de stijging in de index zeg ik dat het ook meer mag zijn; dat lijkt me heel mooi.

Totdat we die Spillover Index tot doelstelling van het beleid hebben verheven, hebben we in ieder geval de SDG-toets, die bij allerlei wetten gedaan moet worden. We zien alleen dat dit bij een heleboel wetten niet gebeurt. Aangezien de minister heeft toegezegd dat ze met allerlei ministers in gesprek gaat over beleidscoherentie, is dit volgens mij een heel mooi punt om mee te nemen. Dat heb ik dus nog even in een motie gezet.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de SDG-toets op allerlei beleidsstukken en wetten uitgevoerd dient te worden als deze impact hebben op OS-landen;

constaterende dat het niet altijd inzichtelijk is of de SDG-toets daadwerkelijk wordt toegepast;

verzoekt de regering om dit inzichtelijker te maken door van de toegezegde gesprekken van de betrokken bewindslieden die ieder half jaar over onder andere de SDG-toets worden gevoerd, een verslag aan de Kamer te doen toekomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.

Zij krijgt nr. 88 (36180).

De heer Thijssen (PvdA):
Ik zeg er overigens bij: dank voor de toegezegde gesprekken.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Thijssen, voor uw inbreng namens de PvdA en GroenLinks. Ik schors de vergadering tot 11.45 uur. Dan gaan we door met de beantwoording en de appreciatie.

De vergadering wordt van 11.38 uur tot 11.45 uur geschorst.

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Beleidscoherentie voor ontwikkeling, naar aanleiding van een commissiedebat gehouden op 6 juli. We hebben net de inbreng van de zijde van de Kamer gehad. Er zijn zeven moties ingediend. De minister zie ik klaarstaan voor de appreciatie daarvan.


Termijn antwoord

Minister Schreinemacher:
Dank u wel, voorzitter. Inderdaad is dit debat al een tijdje geleden gevoerd, maar het is heel belangrijk. Dus ik ben blij dat we nog dit tweeminutendebat hier hebben. Ik ga naar de moties en begin met de motie op stuk nr. 82 van de heer Hammelburg. Dit is uitgebreid in het debat aan de orde gekomen. Toen heb ik dit ook niet toegezegd en daarom ontraad ik deze motie. Het kabinet zet zich in Qatar, Uganda en vele andere landen in voor mensenrechten. Ik herken dus ook het beeld van de onjuiste afwegingen in de motie niet.

De voorzitter:
Dus: ontraden, met verwijzing naar het debat. Ik kijk even naar de heer Hammelburg. Ik ga het debat echt niet overdoen. We hebben nog tien minuten, maar ik vind het ook wel netjes dat we allemaal om 12.00 uur er zijn. Als u een vraag heeft over de toelichting, dan kan dat, maar we doen niet het debat opnieuw.

De heer Hammelburg (D66):
Deze motie ontkent niet dat Nederland inzet op mensenrechten, ook in Uganda en ook in heel veel andere landen, maar in het geval van nieuwe wetgeving over lhbtiq+ en de homovervolging in Uganda is er bijna geen actie ondernomen door Nederland, behalve door één project van de overheid stop te zetten, terwijl we blijven bevorderen dat Nederlandse bedrijven daar zonder enige schroom handel drijven. Daar heb ik wel grote bezwaren tegen en grote moeite mee. Dat is waar we het over hebben.

De voorzitter:
U heeft uw punt gemaakt.

Minister Schreinemacher:
Er is een heel belangrijk project stopgezet in Uganda. Dat neemt de Ugandese overheid ook niet licht op. Ik vind ook niet dat wij daar heel kinderachtig over moeten doen. Als wij stoppen met handelsbevordering, kunnen we ook niet meer meehelpen aan lokale economische ontwikkeling in landen als Uganda. Dus ik blijf bij "ontraden".

De voorzitter:
We noteren "ontraden" bij de motie op stuk nr. 82. Dan de motie op stuk nr. 83.

Minister Schreinemacher:
De motie op stuk nr. 83, van de heer Jasper van Dijk, ontraad ik ook. Dat doe ik niet omdat we niet ook naar een rol voor de VN willen kijken. Maar op dit moment zijn er meer dan 140 landen die meedoen in de OESO aan deze regels. We kijken nog hoe daar de inclusiviteit verder kan worden verbeterd. Het is voor ons dus eigenlijk en-en. We willen heel graag vasthouden aan de OESO. We willen het niet verplaatsen van de OESO naar de VN. We willen het bij de OESO houden, maar we willen ook dat de VN hier een belangrijke rol zal spelen. Om het nu helemaal te verplaatsen naar de VN zien wij niet als effectief. Bij die meer dan 140 landen zitten ook veel ontwikkelingslanden.

De voorzitter:
Dan noteren wij bij de motie op stuk nr. 83: ontraden.

De motie op stuk nr. 84.

Minister Schreinemacher:
De motie-Van der Graaf op stuk nr. 84: oordeel Kamer.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 84: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 85.

Minister Schreinemacher:
De motie-Van der Graaf op stuk nr. 85 geef ik ook oordeel Kamer. Ik wil daar wel bij aantekenen dat wij de NCP-analyse al hebben gedeeld met relevante partijen aan de onderhandelingstafel, maar we hebben daar ook onze appreciatie bij gegeven. Want we hebben natuurlijk ook de appreciatie naar de Kamer gestuurd en wij zijn het niet honderd procent eens met die analyse. Ik vind dat wel belangrijk om nog te vermelden. We hebben de NCP-analyse daar niet als ons eigen standpunt ingebracht.

De voorzitter:
Dank voor die toelichting. Dan noteren we bij de motie op stuk nr. 85: oordeel Kamer. Ik zie dat dat toch tot een vraag leidt bij mevrouw Van der Graaf. Mevrouw Van der Graaf, ChristenUnie, kort.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dat is goed. Begrijp ik dan goed dat de minister echt van plan is om die zorgen stevig te adresseren en om ernaar te streven dat wat er nu ligt, toch in een betere richting gedreven wordt, zodat dat meer in lijn met de OESO komt?

Minister Schreinemacher:
Conform het BNC-fiche heeft het kabinet zich vóór de NCP-analyse ingezet om geheel te voldoen aan de OESO-richtlijnen. Ook daarna blijven we dat doen.

De voorzitter:
Dank voor die toelichting. De motie op stuk nr. 85 heeft daarmee oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 86.

Minister Schreinemacher:
Oordeel Kamer.

De voorzitter:
Oordeel Kamer voor de motie op stuk nr. 86.

Minister Schreinemacher:
Althans, als ik de motie mag opvatten als een inspanningsverplichting om te kijken of en hoe dergelijke indicatoren kunnen worden ontwikkeld, en de Kamer over de voortgang te informeren. Meer doen is op dit moment gewoon heel lastig. We hebben dat ook met de collega's bij LNV overlegd. Ik zie het dus als een inspanningsverplichting voor het kabinet.

De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer Klink. Ik zie hem knikken. Met die lezing noteren we bij de motie op stuk nr. 86: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 87.

Minister Schreinemacher:
De motie op stuk nr. 87 ontraad ik; daarbij verwijs ik ook naar het debat. Dat komt eigenlijk doordat de Spillover Index over zo veel meer gaat. Die gaat ook over nationaal beleid. Daar hebben we het ook tijdens het debat uitgebreid over gehad. Ik denk niet dat we hiermee kunnen meten hoe Nederland het doet op beleidscoherentie voor ontwikkeling, omdat ook heel veel indicatoren in die Spillover Index gaan over nationaal beleid, over obesitas en over de elderly poverty rate. Die lijkt me dus gewoon geen goede graadmeter voor hoe wij het doen in de beleidscoherentie.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 87 is dus ontraden onder verwijzing naar de discussie in het debat en de nadere toelichting.

De motie op stuk nr. 88.

Minister Schreinemacher:
De motie op stuk nr. 88 wil ik ontraden, want ik ga geen verslagen van gesprekken tussen ministers naar de Kamer sturen. Wat ik wél wil doen — ik heb namelijk toegezegd om één keer in het halfjaar met mijn collega's te spreken — is in de reguliere jaarrapportage beleidscoherentie over die gesprekken rapporteren. Maar ik ga geen gespreksverslagen naar de Kamer sturen. Ik weet niet of we op die manier nog tot iets kunnen komen.

De heer Thijssen (PvdA):
Dat lijkt me heel logisch. Dan pas ik de motie daarop aan, maar dan heb ik wel de vraag of we dan dus ook gerapporteerd kunnen krijgen wat de wetten zijn die eraan komen en of daar wel of niet een SDG-toets van toepassing is. Dat is namelijk heel vaak fout gegaan.

Minister Schreinemacher:
Ik zit even te denken of ik nu in de beleidscoherentie alle concrete wetten die er in een halfjaar aan komen, allemaal kan opnemen. Dat kan ik nu niet toezeggen, nee. Dan kan ik de motie dus niet "oordeel Kamer" geven.

De voorzitter:
De heer Thijssen, tot slot.

De heer Thijssen (PvdA):
Ik ga het nog even proberen, want de SDG-toets moet al gedaan worden op nieuwe wetten.

Minister Schreinemacher:
Ja.

De heer Thijssen (PvdA):
We zien alleen in de rapportage dat dat bij een aantal wetten niet goed is gegaan. Het lijkt me dus heel logisch dat als de minister praat met haar collega's, ze dan zegt: dat komt eraan en doe je wel even een SDG-toets, want volgens mij moet die worden gedaan.

Minister Schreinemacher:
Dat zal ik bespreken. Ik wil ook rapporteren over wat ik heb besproken, maar ik ga daarvan niet een heel overzicht geven voor alle wetten die eraan komen, want zo'n beleidscoherentieverslag wordt dan gewoon een hele bundel. Volgens mij begrijpen we elkaar. Maar ik ga niet rapporteren wat er precies over elk wetsvoorstel gezegd is. Het lijkt me ook niet aan mij om dat over al mijn collega's aan de Kamer te rapporteren. Ik vind ook dat er daarvoor een zelfstandige verantwoordelijkheid ligt. Ik coördineer. Ik wil ze daar heel graag op wijzen en graag vertellen wat ik met ze heb besproken, maar ik ga niet alle wetsvoorstellen opnemen in die rapportage.

De voorzitter:
Heel kort, meneer Thijssen.

De heer Thijssen (PvdA):
Heel kort. Dat snap ik, maar er is natuurlijk ook een aantal wetten waarvan ik me kan voorstellen dat die wel op de radar van het ministerie van deze minister staan en waarvan zij zoiets heeft van: "Hé, heb je een check gedaan of je die SDG-toets moet doen? Want volgens mij moet dat."

Minister Schreinemacher:
Dat ga ik dan in de gesprekken aan de orde stellen.

De heer Thijssen (PvdA):
Precies, en daar krijgen we dan een verslag van. Dan krijgt de motie op stuk nr. 88 dus oordeel Kamer, lijkt me.

Minister Schreinemacher:
Dan begrijpen we elkaar, volgens mij.

De voorzitter:
Dan toch nog even heel concreet over de motie.

Minister Schreinemacher:
De motie op stuk nr. 88 krijgt dan oordeel Kamer.

De voorzitter:
Die krijgt dan oordeel Kamer. Maar komt er nog een gewijzigde motie of hoeft er niet meer gewijzigd te worden? Ik kijk even naar de minister met de vraag: zijn de lezing en de discussie voldoende geweest om 'm oordeel Kamer te geven of verwacht u nog een gewijzigde motie? Ik check het even, want het gaat vandaag natuurlijk druk zijn, dus we moeten ervoor zorgen dat we geen misverstanden krijgen.

Minister Schreinemacher:
Het is een verslag, en geen gespreksverslag.

De voorzitter:
Dan noteren we hierbij dat het verslag nadrukkelijk geen gespreksverslag is, maar dat u er verslag van doet. Op die wijze krijgt de motie op stuk nr. 88 oordeel Kamer en kan die in stemming gebracht worden.

Minister Schreinemacher:
Ja.

De voorzitter:
Dank voor die duidelijkheid. Ik wilde eigenlijk afsluiten, maar ik zie mevrouw Van der Graaf nog naar voren komen. O, ze heeft geen interruptie. Dan zijn we hiermee, keurig op tijd en voor 12.00 uur, aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Ik nodig u allemaal uit om naar de Statenpassage te gaan om daar te vieren dat het 175 jaar geleden is dat we een grondwetswijzing hadden. Diegenen die er niet bij kunnen zijn, kunnen het via een livestream bekijken. Ik schors de vergadering tot 13.20 uur. Dan gaan we beginnen met het afscheid van collega Van Wijngaarden. Meteen aansluitend volgt de eerste set stemmingen.

De vergadering wordt van 11.58 uur tot 13.24 uur geschorst.

Afscheid van het lid Van Wijngaarden (VVD)

Voorzitter: Bergkamp

Afscheid van het lid Van Wijngaarden (VVD)

Aan de orde is het afscheid van het lid Van Wijngaarden (VVD).

De voorzitter:
Aan de orde is het afscheid van collega Jeroen van Wijngaarden. Zoals te doen gebruikelijk, lees ik eerst de afscheidsbrief van de heer Van Wijngaarden voor. Hartelijk welkom ook aan de partner van Jeroen van Wijngaarden, Karst Heida, en zoontje Isaiah. Welkom hier. Fijn dat jullie er vandaag zijn. Zoals te doen gebruikelijk lees ik eerst de afscheidsbrief van Jeroen voor.

"Geachte Voorzitter, beste Vera, collega's,

Net als iedere zichzelf respecterende VVD'er kom ik af en toe met de auto naar de Tweede Kamer. Bij diverse ingangen van het Kamergebouw, zo ook bij de parkeergarage, staan twee korte woorden: ingang Kamerbewoners. Ik heb de term "Kamerbewoner" altijd een mystieke term gevonden met twee betekenissen. De eerste is de letterlijke betekenis. Die verwijst voor mij terug naar onze eigenlijke en enige echte huisvesting aan het Binnenhof. Een gebouw als een kasteel met een Harry Potterachtige charme. Een gebouw dat zelfs gemist wordt door Kamerleden die er nooit hebben gezeten. Dat gebouw aan het Binnenhof liet Kamerleden goed voelen dat ze onderdeel waren van iets dat veel groter is dan zijzelf. In dat gebouw wás je niet alleen passant, je vóélde je ook zo. En terecht. Mijn mening over de brutalistische bunker waar we nu in zitten, zal ik jullie verder besparen.

Tijdens een speurtocht, uitgezet in het oude Kamergebouw, met mijn oudste zoon, kwamen we via de bibliotheek met een geheime deurcode in de krochten van het Binnenhof Pieter Heerma tegen. Hij zei tegen ons: zo liep ik hier vroeger ook met mijn vader. Het zijn dit soort momenten van collegiale warmte tussen Kamerbewoners die we, denk ik, moeten koesteren. Het is een wijze van met elkaar als Kamerbewoners omgaan die past bij onze voorbeeldfunctie. Het is ook diezelfde collegiale warmte die ik heb ervaren nadat ik een week geleden twee familierechercheurs van de Amsterdamse politie aan de deur kreeg met een heel naar bericht uit Zuid-Frankrijk. Ik wil iedereen voor die warmte bedanken. Blijf altijd de mens achter de politicus zien in een ander en in jezelf.

De tweede betekenis van het mystieke begrip "Kamerbewoner" is voor mij de staatsrechtelijke. Allemaal zijn we bewoners van het huis van de democratie, en alle Nederlanders met het passief kiesrecht zijn potentieel toekomstige bewoners van dit huis. Ook Kamerbewoner ben je per definitie tijdelijk. Wel is de vraag die ik mij stel: hoeveel mensen voelen zich nog geroepen tot het mooiste ambt? In de periode tussen 2014, toen ik Kamerbewoner werd, en vandaag, heb ik het ambt van Kamerlid en van een afstand dat van bewindspersoon zwaarder, rauwer en in die zin onaantrekkelijker zien worden.

Beschimping en bedreiging zijn er bijna bij gaan horen. Maar wat niet normaal is mogen we nooit normaal gaan vinden, want ze werpen een drempel op voor mensen om zich in te zetten voor Nederland vanuit hun eigen overtuigingen. Het is goed dat er meer aandacht is en blijft voor de veiligheid van Kamerleden, en voor de strafvervolging voor hen die de wet overtreden. Ik wil naast al het Kamerpersoneel daarom een bijzonder woord van dank uitspreken aan alle mensen van het OM, de NCTV, de politie en de beveiliging hier in de Tweede Kamer."

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
"Jullie houden niet alleen ons veilig, maar ook de democratie zelf. Lang bewoog de slinger in de richting dat alles toch gewoon gezegd moet kunnen worden, maar ik wens en denk dat de slinger nu weer wat de andere kant op gaat bewegen. De Tweede Kamer is geen YouTubestudio.

Voorzitter. Ik verlaat de Kamer niet met zwaar gemoed. Het was niet alleen een eer, maar vooral een plezier om namens mijn club, de VVD, vanuit onze overtuigingen een bijdrage te leveren aan onze volksvertegenwoordiging. Een lange bloemlezing van wat ik gedaan heb en in mijn ogen bereikt heb, bespaar ik jullie. Daarvoor hebben we gelukkig parlement.com, en daar moeten anderen over oordelen. Eén ding wil ik er wel uitlichten, en dat zijn de gesprekken met de nabestaanden van slachtoffers van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven. Hun leed en pijn zal ik nooit vergeten. Het debat over de moord op Anne Faber was een debat waarin dit voor mij allemaal samenkwam.

Ik ben de collega's uit onze fractie, en in het bijzonder mijn fractievoorzitter, Sophie Hermans, grote dank verschuldigd. Ook collega's buiten de fractie ga ik missen. Het vuur van Sandra Beckerman, de ironie van Martin Bosma", het machonisme …

Hoe zeg je dat nou? U merkt dat ik dit woord niet al te vaak gebruik. "Het machismo van Jesse Klaver (…)"

(Hilariteit)

De voorzitter:
Ik denk dat ik daarom moeite had met de zin! Oeps.

"(…) het ongeduld van Attje Kuiken en de doorzettingskracht van Pieter Omtzigt, en te veel anderen om op te noemen. We zijn toch een mooi stel bij elkaar.

Ik word nu van Kamerbewoner weer gewoon een toeschouwer. Het ga jullie goed en iedereen die herverkiesbaar is, wens ik een mooie en waardige campagne op de inhoud.

Jeroen"

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Beste Jeroen,

Op de dag voor het verkiezingsreces nemen wij, na negen jaar, afscheid van jou als Kamerlid. Per 1 november ga je aan de slag als directeur bij de branchevereniging voor vermogensbeheerders. In 2014 kwam je in de Kamer en je maidenspeech ging over het initiatiefwetsvoorstel over acquisitiefraude. Je moest toen toegeven aan de voorzitter dat het niet de eerste keer was dat je in de plenaire zaal stond. Want als student van de rechtenfaculteit van de Universiteit van Amsterdam deed jij met een fictieve fractie mee aan een plenair debat, dat werd gejureerd door niemand minder dan oud-Kamervoorzitter Weisglas.

Wat je toen ook aangaf in je speech, was dat ieder mens, ieder Kamerlid, mensen om zich heen nodig heeft. En dat heb jij. Zo speelt de VVD voor jou een belangrijke rol. Want als geboren en getogen Amsterdammer werd jij fractievoorzitter voor de VVD in stadsdeel Amsterdam-Zuid, en later werd je voor de VVD lid van de Tweede Kamer. Met dank aan je ouders, die je alle kansen hebben gegeven in het leven en zonder wie je hier de afgelopen negen jaar niet had gestaan. Jouw beide ouders waren in 2014 aanwezig bij je beëdiging. Dat was een heel bijzonder moment en het is een mooie herinnering. Ik weet zeker dat ze enorm trots op je zijn.

Maar ook door de onvoorwaardelijke steun van je partner om de politiek te omarmen of juist soms even te vergeten, zo gaf je aan in je maidenspeech. Je mag je gelukkig prijzen met zo veel fijne mensen om je heen, die de afgelopen jaren in je hebben geloofd en je hebben gesteund om het Kamerlidmaatschap in te vullen op een manier die bij je past: toegewijd, ambitieus en constructief. Dat is ook terug te zien aan het werk dat je allemaal verzet hebt in de afgelopen jaren. Toch ga ik dat voorlezen in plaats van te verwijzen naar parlement.com.

Je was mede-indiener van maar liefst vijf aangenomen initiatiefwetten, waaronder eentje samen met mij — dat kan ik niet ongenoemd laten — over de directe koppeling van erkenning en gezamenlijk gezag voor ongehuwde en niet-geregistreerde partners. Ook gaat de discriminatie van de regenbooggemeenschap je aan het hart. Zo gaf je in 2021 in een interview met Winq aan: "Wat we tot nu toe hebben bereikt, is niet onkwetsbaar, want het gevecht tegen discriminatie is nog niet voorbij."

Je begon je politieke carrière als woordvoerder op de portefeuille Justitie en Veiligheid. Dat was een stevige portefeuille. Het waren niet altijd gemakkelijke onderwerpen waar je mee te maken kreeg als Kamerlid; dat zei je ook in je brief. Zo was er in 2019 het debat over de moord op Anne Faber, een zwaar en emotioneel debat over een pijnlijke en vreselijke gebeurtenis. De familie van Anne Faber was ook aanwezig bij het debat en kreeg een speciale plek in de plenaire zaal. Een debat dat "in je geheugen gegrift" staat, zo gaf je zelf aan. Dat geldt ook voor de debatten over de spoedwet en de avondklok tijdens corona, de val van Kabul en onlangs over de parlementaire enquête over aardgaswinning in Groningen. Dat zijn debatten die je altijd bij zullen blijven door de enorme impact die ze hebben gehad op mensen.

Je vindt het belangrijk de problemen te benoemen die je ziet. Dat is ook de rode draad in het werk als Kamerlid. Zo heb je het voor elkaar gekregen dat de straf op doodslag met tien jaar is verhoogd, maar ook dat er een verbod is ingevoerd op het pedohandboek. Ook was je lid van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. Samen met je collega's van de commissie heb je grondig onderzoek gedaan naar de fraudeaanpak bij de kinderopvangtoeslag en naar waarom het zo lang heeft kunnen doorgaan. Dat was een zware opgave. Het eindrapport Ongekend onrecht heeft nog steeds veel impact op de samenleving en heeft veel schrijnend onrecht blootgelegd.

Beste Jeroen, ik ga afronden. De afgelopen jaren heb jij je als Kamerlid met hart en ziel ingezet voor Nederland, en nu ga je de Kamer verlaten. Dat is jammer, want met jou gaat ook veel kennis en ervaring verloren. Voor jou is het een weloverwogen keuze. Je gaat je richten op een nieuw avontuur buiten de politiek, waar je hopelijk ook meer tijd krijgt voor je gezin, familie en vrienden. Ik wil jou en je familie heel veel sterkte toewensen in deze moeilijke tijd, met het plotselinge verlies van je vader, Fred van Wijngaarden. Ik wens je moeder een spoedig herstel toe en veel beterschap.

Dan rest mij nog een laatste opmerking, want jij hebt inmiddels ruim tien jaar in een openbare bestuursfunctie gezeten. We zijn daarom niet de enigen die je op gepaste wijze willen bedanken. Het heeft namelijk Zijne Majesteit de Koning behaagd om je te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Mag ik je verzoeken om naar voren te komen?

(Applaus)

(De heer van Wijngaarden krijgt de versierselen behorend bij de benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau opgespeld.)

(Applaus)

De voorzitter:
Ik schors de vergadering voor een enkel moment, zodat de felicitaties in het Ledenrestaurant gedeeld kunnen worden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

De voorzitter:
Ik stel voor zo dadelijk ook te stemmen over:

  • een brief van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (36294, nr. 6);
  • een brief van de commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (36044, nr. 3);

En ik stel voor zo dadelijk ook te stemmen over de volgende aangehouden moties:

  • de moties-Dassen: 2749 (21501-02); 75 (35207);
  • de motie-Van den Berg: 527 (29282);
  • de moties-Van Esch: 80 (36200-XVI); 264 (33118);
  • de motie-Akerboom/Tjeerd de Groot: 1589 (21501-32);
  • de moties-Kröger: 1032 (31936), 1068 (31936), 19 (36410-IV), 26 (36410-IV), 61 (36410-XIII), 44 (36274), 255 (32852);
  • de motie-Palland: 47 (36410-XV);
  • de motie-Boucke: 1069 (31936);
  • de moties-Van der Graaf: 89 (36200-A), 236 (32852);
  • de motie-Piri: 3143 (19637);

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:
Voordat we gaan stemmen, geef ik het woord aan mevrouw Van der Plas, BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik zou graag het verzoek willen doen om de stemmingen over de onderdelen 7 tot en met 23 uit te stellen tot vanavond. We stellen onderdeel 6, de stemmingen in verband met het Belastingplan 2024, namelijk al uit. Graag zouden wij over alle belastingonderdelen in één keer stemmen. Daar komt bij dat in ieder geval wij meer tijd nodig hebben. Het zijn ontzettend veel stemmingsonderwerpen, die ook heel veel verandering kunnen gaan brengen of niet. Daar willen we eigenlijk graag nog zorgvuldiger naar kijken. Ik kan me voorstellen dat er misschien meer fracties zijn die daar iets meer tijd voor nodig hebben.

De voorzitter:
Ik kijk even naar de collega's om te zien of daar bezwaar tegen is. De heer Erkens, VVD.

De heer Erkens (VVD):
Op zich sta ik daar wel sympathiek tegenover. Maar is het dan misschien een idee om daar bijvoorbeeld voor de dinerschorsing over te stemmen? Want ik denk dat het niet bijdraagt aan de zorgvuldigheid om alles wat er komt — dan heb ik het over 40, 50 pagina's — om 3.00 uur 's nachts te doen.

De voorzitter:
Nee. Ik laat het ook echt over aan de Griffie plenair om dat soort dingen op een goede manier te organiseren. Ik zie dat er geen bezwaar tegen is. Dat betekent dat we de punten 7 tot en met 23 uitstellen. Ik geef het woord aan mevrouw Van den Berg en dan aan mevrouw Westerveld. Eerst mevrouw Van den Berg.

Mevrouw Van den Berg (CDA):
Onder punt 27, de stemmingen over de motie ingediend bij het tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid in de zorg, wil ik de motie op stuk nr. 542 graag intrekken, met het volgende vreugdevolle bericht. Het heeft drie jaar geduurd, maar de spoedeisendehulpartsen zijn erkend als medisch specialisten. We hebben daarover zojuist een brief ontvangen. Voor de motie in stemming is gebracht, is het resultaat er nu dus. Dank aan de collega's die hebben meegetekend.

De voorzitter:
Aangezien de motie-Van den Berg (29282, nr. 542) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Gaat u verder.

Mevrouw Van den Berg (CDA):
De motie op stuk nr. 827 onder punt 32 over hoogcomplexe zorg wil ik graag aanhouden tot vanavond.

De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Van den Berg stel ik voor haar motie (31765, nr. 827) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Van den Berg (CDA):
De motie op stuk nr. 527 onder punt 46 over de SBOH wil ik ook graag aanhouden tot vanavond.

De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Van den Berg stel ik voor haar motie (29282, nr. 527) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:
Dan mevrouw Westerveld.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Ik wil ook graag een motie aanhouden tot vanavond. Dat is de motie op stuk nr. 1083 onder 3, over de rente op studieschuld voor alle studenten komend jaar bevriezen. Die motie wil ik dus aanhouden tot vanavond.

De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Westerveld stel ik voor haar motie (31288, nr. 1083) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:
De heer Kuzu van DENK.

De heer Kuzu (DENK):
U heeft het al afgeconcludeerd. U heeft ook terecht aangegeven dat we de plenaire Griffie de ruimte moeten geven om eventueel nog een stemmingsmoment te organiseren. Maar ik zou, ook mede namens de fractie van BIJ1, het verzoek willen doen om dat niet voor 21.00 uur in de avond te doen. Ook in het kader van de voorspelbaarheid van de agenda hebben we namelijk ook andere afspraken gemaakt. Dus graag extra stemmingen, maar niet voor 21.00 uur in de avond.

De voorzitter:
Dank u wel. We gaan kijken wat we kunnen doen om deze puzzel weer compleet te maken. We gaan nu stemmen. Het is een hele lijst, dus we gaan ervoor.

Stemmingen

Stemmingen


Stemming motie Personeel Defensie

Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij het tweeminutendebat Personeel Defensie,

te weten:

  • de motie-Krul/Valstar over samen met de centrales van overheidspersoneel mogelijkheden onderzoeken om URD-trajecten sneller te doorlopen (36410-X, nr. 9).

(Zie vergadering van 24 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Krul/Valstar (36410-X, nr. 9).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Mbo (basisvaardigheden / positie en medezeggenschap van studenten)

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Mbo (basisvaardigheden/positie en medezeggenschap van studenten),

te weten:

  • de motie-Kwint/Westerveld over bindende afspraken om jongeren zonder startkwalificatie verplicht een leer-werktraject aan te bieden (31524, nr. 578);
  • de motie-Kwint/Westerveld over ook verlengde begeleiding voor leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs die de stap maken naar het mbo (31524, nr. 579);
  • de motie-Krul/Bisschop over stevigere ouderinspraak en ouderbetrokkenheid binnen het mbo (31524, nr. 580);
  • de motie-Krul c.s. over wachten met definitieve besluitvorming over het korten van de bijdrage voor het ov-studentenreisproduct totdat de Onderwijsbegroting 2024 is behandeld (31524, nr. 581);
  • de motie-Pouw-Verweij/El Yassini over het monitoren van het beheersingsniveau van basisvaardigheden in het mbo (31524, nr. 583);
  • de motie-Pouw-Verweij/Krul over de referentieniveaus voor het mbo beter en sneller laten aansluiten bij de onderwijspraktijk (31524, nr. 584);
  • de motie-Hans Teunissen c.s. over mbo-studenten meer medezeggenschap geven over hun eigen onderwijs (31524, nr. 585);
  • de motie-Westerveld/Peters over een verkenning om te komen tot een gelijkwaardige behandeling van alle studenten inzake restitutie van het lesgeld (31524, nr. 586);
  • de motie-Westerveld over vrijstellingen voor extracurriculaire activiteiten voor minderjarige mbo-studenten en mbo-studenten zonder startkwalificatie (31524, nr. 587);
  • de motie-El Yassini over bij invulling van het experiment of de pilot van het oriëntatiejaar het opleidingsproject PitstopMBO meenemen (31524, nr. 588).

(Zie vergadering van 24 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Kwint/Westerveld (31524, nr. 578).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Kwint/Westerveld (31524, nr. 579).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Krul/Bisschop (31524, nr. 580).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BIJ1, Volt, DENK, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Fractie Den Haan, de PvdA en D66 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Krul c.s. (31524, nr. 581).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van D66 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Pouw-Verweij/El Yassini (31524, nr. 583).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Pouw-Verweij/Krul (31524, nr. 584).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hans Teunissen c.s. (31524, nr. 585).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Westerveld/Peters (31524, nr. 586).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de VVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Westerveld (31524, nr. 587).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de fractie van JA21 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-El Yassini (31524, nr. 588).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

De heer Van Weyenberg, D66.

De heer Van Weyenberg (D66):
Voorzitter. Wij hebben ons vergist bij de motie op stuk nr. 581. Wij zouden graag geacht worden daarvoor te hebben gestemd.

De voorzitter:
Dank u wel. We zullen dit opnemen in de Handelingen. De heer Krul, CDA.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter. De motie op stuk nr. 581 over het schrappen van de korting op de studentenreisproducten heeft het gehaald. Dat is heel goed nieuws voor studenten in de regio's, maar de motie was ontraden en de deadline van 10 december komt eraan. Wij zouden dus heel graag voor 1 november van het kabinet willen weten hoe het deze ontraden motie gaat uitvoeren. Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. We zullen dit doorgeleiden richting het kabinet. De heer Dassen, Volt.

De heer Dassen (Volt):
Bij de stemming over de motie op stuk nr. 580 hadden wij tegen moeten stemmen.

De voorzitter:
Dank u wel. Ook dit zullen we opnemen in de Handelingen.


Stemmingen moties Onderwijskwaliteit in het hoger onderwijs

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Onderwijskwaliteit in het hoger onderwijs,

te weten:

  • de motie-Kwint over komen tot een buiten de instelling gelegen plek om de slagingskans van een onderwijsvernieuwing te toetsen (31288, nr. 1082);
  • de motie-Westerveld over besturen verplichten te laten zien hoe de medezeggenschap vanaf het begin betrokken is bij onderwijsvernieuwingen (31288, nr. 1084);
  • de motie-Krul/Peters over een plan voor het tegengaan van studieschulden (31288, nr. 1085).

(Zie vergadering van 24 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Kwint (31288, nr. 1082).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Westerveld (31288, nr. 1084).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de SGP ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Krul/Peters (31288, nr. 1085).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, de VVD en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen Wet coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Regels inzake de coördinatie ten aanzien van terrorismebestrijding en de bescherming van de nationale veiligheid ten behoeve van het verhogen van de weerbaarheid tegen dreigingen en risico’s (Wet coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid) (35958).

(Zie wetgevingsoverleg van 23 oktober 2023.)

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Nispen/Temmink (stuk nr. 14, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, de PvdA, de PvdD, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 14 voorkomende gewijzigde amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Nispen/Temmink (stuk nr. 16).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, Fractie Den Haan, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Nispen/Temmink (stuk nr. 15) tot het invoegen van een artikel 9a.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Nispen/Temmink (stuk nr. 16) en het gewijzigde amendement-Van Nispen/Temmink (stuk nr. 15).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, de PvdD, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen moties Wet coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Regels inzake de coördinatie ten aanzien van terrorismebestrijding en de bescherming van de nationale veiligheid ten behoeve van het verhogen van de weerbaarheid tegen dreigingen en risico’s (Wet coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid),

te weten:

  • de motie-Mutluer/Sjoerdsma over een invoeringstoets met ten minste de vraag of de NCTV zijn coördinatietaak kan uitvoeren zonder de grenzen daarvan te overschrijden (35958, nr. 18);
  • de motie-Michon-Derkzen over inventariseren welke knelpunten gemeenten ervaren bij de samenwerking met de NCTV (35958, nr. 19).

(Zie wetgevingsoverleg van 23 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Mutluer/Sjoerdsma (35958, nr. 18).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de SGP ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Michon-Derkzen (35958, nr. 19).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

We gaan nu bladeren. Even kijken. We gaan verder bij punt 24, de stemmingen over moties ingediend bij het tweeminutendebat Rapport "Schaduwdansen" over grensoverschrijdend gedrag in de danssector. De rest doen we dus op een later moment.


Stemmingen moties Rapport "Schaduwdansen" over grensoverschrijdend gedrag in de danssector

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Rapport "Schaduwdansen" over grensoverschrijdend gedrag in de danssector,

te weten:

  • de motie-Van der Laan c.s. over waardige excuses en een tegemoetkoming voor slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag in de danssport (34843, nr. 90);
  • de motie-Westerveld c.s. over uitbreiding van het CVSN-takenpakket zodat slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag direct ondersteuning krijgen bij psychische problematiek (34843, nr. 91);
  • de motie-Westerveld c.s. over ondersteuning en professionalisering van het eigen netwerk van slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag in het dansen (34843, nr. 92);
  • de motie-Rudmer Heerema over zich ervoor inzetten dat met de oprichting van het integriteitscentrum voor veilige sport plegers van grensoverschrijdend gedrag niet meer kunnen werken in de sportsector (34843, nr. 93).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Van der Laan c.s. (34843, nr. 90).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Westerveld c.s. (34843, nr. 91).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Westerveld c.s. (34843, nr. 92).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Rudmer Heerema (34843, nr. 93).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Aanscherpingen particulier en thuisonderwijs

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Aanscherpingen particulier en thuisonderwijs,

te weten:

  • de motie-Bisschop/Drost over onderzoek doen naar de inhoud en het functioneren van bestaande kwaliteitswaarborgen in het particulier en thuisonderwijs (36410-VIII, nr. 15);
  • de motie-Westerveld over een compleet beeld van de groep leerlingen met een vrijstelling vanwege richtingsbezwaren en de groep leerlingen met een vrijstelling vanwege lichamelijke of psychische beperking (36410-VIII, nr. 16);
  • de motie-Hagen over kwalitatief onderzoek naar de beweegredenen bij het vrijstellen van de leerplicht wegens richtingbezwaren (36410-VIII, nr. 17);
  • de motie-Slootweg/Bisschop over een pilot waarin gewerkt wordt conform de beoogde wettelijke kaders (36410-VIII, nr. 18);
  • de motie-Kwint/Westerveld over alle eisen aan bekostigde onderwijsinstellingen onverkort ook van toepassing verklaren op particulier onderwijs (36410-VIII, nr. 19);
  • de motie-Kwint/Westerveld over vrijstelling van de leerplicht alleen toestaan voor leerlingen die om lichamelijke of psychische redenen geen onderwijs kunnen volgen (36410-VIII, nr. 20).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Bisschop/Drost (36410-VIII, nr. 15).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP en Volt ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Westerveld (36410-VIII, nr. 16).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de VVD, de SGP, JA21, Groep Van Haga en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de ChristenUnie, het CDA, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hagen (36410-VIII, nr. 17).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de VVD, Groep Van Haga en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Slootweg/Bisschop (36410-VIII, nr. 18).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA en de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Kwint/Westerveld (36410-VIII, nr. 19).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en D66 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Kwint/Westerveld (36410-VIII, nr. 20).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66 en de VVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Onderwijs en Zorg

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Onderwijs en Zorg,

te weten:

  • de motie-Hagen over een aanpak voor het terugdringen van wachtlijsten in het speciaal onderwijs (36410-VIII, nr. 21);
  • de motie-Slootweg/Pouw-Verweij over het eenvoudig maken om in een onderwijsinstelling een persoon te vinden om fysiek mee in gesprek te gaan (36410-VIII, nr. 22).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Hagen (36410-VIII, nr. 21).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Slootweg/Pouw-Verweij (36410-VIII, nr. 22).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Ontwerpbesluit houdende wijziging van het Alcoholbesluit in verband met de aanwijzing van categorieën van personen en horecabedrijven

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Ontwerpbesluit houdende wijziging van het Alcoholbesluit in verband met de aanwijzing van categorieën van personen en horecabedrijven,

te weten:

  • de motie-Rudmer Heerema over uitsluitend de term "algemene leidinggevende" hanteren bij de wijziging van het Alcoholbesluit (27565, nr. 189);
  • de motie-Rudmer Heerema over de gevolgen van het Alcoholbesluit het komend jaar monitoren (27565, nr. 190).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Rudmer Heerema (27565, nr. 189).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de VVD, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en JA21 ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Rudmer Heerema (27565, nr. 190).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BIJ1, Fractie Den Haan, D66, de VVD, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en het CDA ertegen, zodat zij is aangenomen.

De heer Kuzu, DENK.

De heer Kuzu (DENK):
Mijn fractie wil worden geacht tegen de motie op stuk nr. 189 te hebben gestemd.

De voorzitter:
Dank u wel. We zullen dit opnemen in de Handelingen.


Stemmingen moties Zwangerschap en geboorte

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Zwangerschap en geboorte,

te weten:

  • de motie-Van Houwelingen over ook voorlichting geven over de mogelijke psychologische en emotionele gevolgen van een abortus (32279, nr. 243);
  • de motie-Van Houwelingen over ook gedetailleerde informatie verschaffen over de uitvoering van een abortus (32279, nr. 244);
  • de motie-Dijk over uitspreken dat de afdeling verloskunde van het HagaZiekenhuis in Zoetermeer moet blijven (32279, nr. 245);
  • de motie-Dijk over het afschaffen van de eigen bijdrage voor de kraamzorg (32279, nr. 246);
  • de motie-Grinwis c.s. over onderzoek naar de oorzaak en achtergrond van de sterke stijging van het aantal abortussen (32279, nr. 247);
  • de motie-Grinwis c.s. over overleggen over hoe het aanbieden van de mogelijkheid om in contact te treden met patiëntenorganisaties na een afwijkende NIPT-uitslag de norm wordt (32279, nr. 248).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Van Houwelingen (32279, nr. 243).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, de ChristenUnie, de SGP, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de VVD, het CDA en JA21 ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Houwelingen (32279, nr. 244).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, de ChristenUnie, de SGP, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de VVD, het CDA, JA21 en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dijk (32279, nr. 245).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dijk (32279, nr. 246).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en JA21 ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Grinwis c.s. (32279, nr. 247).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en D66 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Grinwis c.s. (32279, nr. 248).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BIJ1, DENK, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66 en de VVD ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen moties Integraal Zorgakkoord

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Integraal Zorgakkoord,

te weten:

  • de motie-Agema over het vervangen van "niet bewezen effectief" door "bewezen niet effectief" bij het niet vergoeden van behandelingen (31765, nr. 817);
  • de motie-Van den Berg over borgen dat het Integraal Zorgakkoord leidend is en niet de individuele instellingsbelangen van zorgaanbieders (31765, nr. 818);
  • de motie-Van den Berg over de institutionele partijen de opdracht geven de richting naar passende zorg te versnellen (31765, nr. 819);
  • de motie-Tielen over bij de IZA-monitoring niet meer dan vijf kernindicatoren formuleren (31765, nr. 820);
  • de motie-Dijk over het fors verhogen van de boetes voor wetsovertredingen door tabaksfabrikanten en tabaksverkopers (31765, nr. 821);
  • de motie-Bushoff/Mohandis over voor 1 januari 2024 gerichte afspraken maken over investeringen in de wijkverpleging (31765, nr. 822).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

De voorzitter:
De motie-Van den Berg (31765, nr. 818) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in het Integraal Zorgakkoord is afgesproken dat er voor iedere regio regiobeelden en regioplannen worden gemaakt;

van mening dat integraal betekent dat er één plan per regio komt waarin zowel acties met betrekking tot eerstelijnszorg, tweedelijnszorg, langdurige zorg, planbare zorg, chronische zorg, acute zorg en welzijn worden meegenomen;

verzoekt de regering het Integraal Zorgakkoord leidend te laten zijn en niet de individuele instellingsbelangen van zorgaanbieders,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 831, was nr. 818 (31765).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

Mevrouw Simons, BIJ1.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Voorzitter, ik wil worden geacht bij het vorige punt tegen de laatste motie te hebben gestemd, dus de motie op stuk nr. 200-iets-met-een-8.

De voorzitter:
Ja. Ik zeg ja omdat het enigszins … De heer Van Haga, Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Bij de motie op stuk nr. 247 heb ik mijn naam niet gehoord.

De voorzitter:
We zullen dit opnemen in de Handelingen, hoewel je nooit uit moet gaan van de vanzelfsprekendheid, zeg ik maar.

In stemming komt de motie-Agema (31765, nr. 817).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdD, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en JA21 ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van den Berg (31765, nr. 831, was nr. 818).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van den Berg (31765, nr. 819).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, DENK en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Tielen (31765, nr. 820).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK en D66 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Dijk (31765, nr. 821).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de VVD, het CDA, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Bushoff/Mohandis (31765, nr. 822).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Medische ethiek/orgaandonatie

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Medische ethiek/orgaandonatie,

te weten:

  • de motie-Paulusma over de consultatiefunctie van het Expertisecentrum Euthanasie structureel organiseren voor zorgprofessionals (36410-XVI, nr. 14);
  • de motie-Dijk/Paulusma over onderzoek mogelijk maken naar nieuwe vormen van xenotransplantatie (36410-XVI, nr. 15);
  • de motie-Grinwis c.s. over ten spoedigste voorkomen dat een zelfmoordmiddel wordt verstrekt via de proeftuin van Coöperatie Laatste Wil (36410-XVI, nr. 16);
  • de motie-Palland/Dijk over onderzoek naar de oorzaken van de stijging van het aantal euthanasiegevallen (36410-XVI, nr. 17).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Paulusma (36410-XVI, nr. 14).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Dijk/Paulusma (36410-XVI, nr. 15).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, de VVD, JA21, Groep Van Haga en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Grinwis c.s. (36410-XVI, nr. 16).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66 en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Palland/Dijk (36410-XVI, nr. 17).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, D66 en de VVD ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen moties Definitieve besluit concentratie interventies bij aangeboren hartafwijkingen

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Definitieve besluit concentratie interventies bij aangeboren hartafwijkingen,

te weten:

  • de motie-Agema over het besluit tot concentratie van de kinderhartcentra herroepen (31765, nr. 825);
  • de motie-Dijk over onderzoek naar de betekenis van de nieuwe wetenschappelijke inzichten voor het besluit tot concentratie van de kinderhartchirurgie (31765, nr. 826);
  • de motie-Bushoff over duidelijkheid over mitigerende maatregelen voor het LUMC en het UMC voordat er onomkeerbare stappen worden gezet (31765, nr. 828);
  • de motie-Pouw-Verweij/Den Haan over aangenomen moties versneld uitvoeren en pas dan beginnen met de transitieperiode van tweeënhalf jaar (31765, nr. 829).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

De voorzitter:
Mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):
Voorzitter. Zou ik de motie op stuk nr. 825 mogen aanhouden en een brief van de minister mogen vragen? Ik kreeg vanmiddag het bericht dat de kinderhartinterventiecentra in Amsterdam-Leiden en Utrecht besloten hebben om samen te gaan. Ik zou daar graag een reactie op willen tijdens het aanhouden van deze motie.

De voorzitter:
Dank u zeer.

Op verzoek van mevrouw Agema stel ik voor haar motie (31765, nr. 825) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:
Het informatieverzoek zal ik doorgeleiden richting het kabinet. Dank u wel, mevrouw Agema.

In stemming komt de motie-Dijk (31765, nr. 826).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Bushoff (31765, nr. 828).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Pouw-Verweij/Den Haan (31765, nr. 829).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

Meneer Drost, ChristenUnie.

De heer Drost (ChristenUnie):
Wij zouden graag geacht worden voor de motie op stuk nr. 827 te hebben gestemd.

De voorzitter:
Die is aangehouden.

De heer Drost (ChristenUnie):
Dan ben ik in de war.

De voorzitter:
Dat kan. Het is ook een behoorlijke lijst, maar we weten allemaal wat u zou stemmen.


Stemmingen Wet versterking participatie op decentraal niveau

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met de participatieverordening en het uitdaagrecht van inwoners en maatschappelijke partijen (Wet versterking participatie op decentraal niveau) (36210).

(Zie wetgevingsoverleg van 23 oktober 2023.)

In stemming komt het amendement-Van der Graaf c.s. (stuk nr. 10, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD en de PVV ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement de overige op stuk nr. 10 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Van der Graaf c.s. (stuk nrs. 10, I tot en met IV).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming motie Wet versterking participatie op decentraal niveau

Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij het debat Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met de participatieverordening en het uitdaagrecht van inwoners en maatschappelijke partijen (Wet versterking participatie op decentraal niveau),

te weten:

  • de motie-Van der Graaf c.s. over uitwerken hoe flankerend beleid kan worden vormgegeven zodat het uitdaagrecht ook in de praktijk goed uit de verf komt (36210, nr. 9).

(Zie wetgevingsoverleg van 23 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Van der Graaf c.s. (36210, nr. 9).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemming motie Zorgverzekeringsstelsel

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Zorgverzekeringsstelsel,

te weten:

  • de motie-Bushoff over een noodplan mondzorg voor minima (29689, nr. 1210).

(Zie vergadering van 5 juli 2023.)

De voorzitter:
Op verzoek van de heer Bushoff stel ik voor zijn motie (29689, nr. 1210) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.


Stemmingen moties Begroting Koninkrijksrelaties 2024

Aan de orde zijn de stemmingen over aangehouden moties, ingediend bij het debat vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2024,

te weten:

  • de gewijzigde motie-Kröger c.s. over voldoende middelen beschikbaar stellen om te komen tot een klimaatadaptatieplan voor de BES-eilanden (36410-IV, nr. 26);
  • de motie-Kröger over advisering door de SER over het sociaal-economisch beleid in Caribisch Nederland (36410-IV, nr. 19).

(Zie vergadering van 24 oktober 2023.)

De voorzitter:
De motie-Kröger (36410-IV, nr. 19) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Kröger en Wuite, en luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat uit het onderzoek van de commissie-Thodé blijkt dat ongeveer een derde van de inwoners in Caribisch Nederland onder de armoedegrens leeft en er een sociaal minimum moet worden ingevoerd om de armoede te bestrijden;

overwegende dat het daarnaast van belang is om de sociaal-economische structuur van Caribisch Nederland te versterken;

overwegende dat de Sociaal-Economische Raad (SER) de regering en het parlement onafhankelijk adviseert over sociaal-economisch beleid in het Europese deel van Nederland;

van mening dat het van belang is ook structurele aandacht te hebben voor het sociaal-economische beleid ten aanzien van Caribisch Nederland;

verzoekt de regering om bij de SER na te gaan op welke wijze de SER de regering, het parlement en zo mogelijk de eilandsraden en het tripartiete overleg in Caribisch Nederland van advies kan voorzien ten aanzien van het sociaal-economisch beleid in Caribisch Nederland en te onderzoeken of meerwaarde wordt gezien in het instellen van een SER-zetel voor Caribisch Nederland, en de Kamer over de uitkomsten te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 27, was nr. 19 (36410-IV).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Kröger c.s. (36410-IV, nr. 26).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Kröger/Wuite (36410-IV, nr. 27, was nr. 19).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de SGP, Groep Van Haga en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming Wijziging van het Reglement van Orde in verband met het invoeren van termijnen voor de opdrachten van (in)formateur(s)

Aan de orde is de stemming over het voorstel van de leden Omtzigt, Eerdmans en Dassen tot wijziging van het Reglement van Orde in verband met het invoeren van termijnen voor de opdrachten van (in)formateur(s) (35980).

(Zie vergadering van 18 oktober 2023.)

In stemming komt het voorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit voorstel hebben gestemd, zodat het is aangenomen.


Stemming motie Ontwerpbesluit houdende inrichtingen- en activiteiten, milieueffectrapportage en de kwaliteit van toezicht en handhaving, ter bescherming van het fysieke leefomgeving op Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Ontwerpbesluit houdende inrichtingen- en activiteiten, milieueffectrapportage en de kwaliteit van toezicht en handhaving, ter bescherming van het fysieke leefomgeving op Bonaire, Sint Eustatius en Saba,

te weten:

  • de motie-Van Esch/Van Raan over borging van de handhaving op de BES-eilanden als voorwaarde voor de invoering van het IAS-BES (29383, nr. 391).

(Zie vergadering van 24 oktober 2023.)

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het doel van het IAS-BES is om de vergunningplicht zo veel mogelijk te vervangen door algemene regels, met een focus op handhaving daarvan;

constaterende dat onderzoek van de Raad voor de rechtshandhaving stelt dat de handhaving van natuur- en milieuwetgeving op de BES-eilanden tekortschiet;

overwegende dat het onverantwoord en onwenselijk is om de zorg voor de natuur te verschuiven naar tekortschietende handhaving;

verzoekt de regering om invoering van het IAS-BES pas door te laten gaan wanneer de handhaving adequaat is georganiseerd, en hierover te rapporteren voor het volgende jaarverslag Koninkrijksrelaties,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
De motie-Van Esch/Van Raan (29383, nr. 391) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Zij krijgt nr. 408, was nr. 391 (29383).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Esch/Van Raan (29383, nr. 408, was nr. 391).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en D66 voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen moties Begroting Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 2013

Aan de orde zijn de stemmingen over aangehouden moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar 2013,

te weten:

  • de motie-Ouwehand/Akerboom over de intrinsieke waarde van wilde dieren (33400-XIII, nr. 153, was nr. 117);
  • de motie-Ouwehand/Akerboom over recht op natuur en een gezonde leefomgeving (33400-XIII, nr. 154, was nr. 118).

(Zie vergadering van 24 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Ouwehand/Akerboom (33400-XIII, nr. 153, was nr. 117).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Ouwehand/Akerboom (33400-XIII, nr. 154, was nr. 118).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Gewasbeschermingsmiddelen

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Gewasbeschermingsmiddelen,

te weten:

  • de motie-Akerboom over de NVWA onderzoek laten doen naar alle "kandidaten voor vervanging" van landbouwgiffen (27858, nr. 627).

(Zie vergadering van 11 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Akerboom (27858, nr. 627).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, Groep Van Haga en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, de SGP, het CDA, JA21, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemming brief Voordracht ter vervulling van een vacature voor een plaatsvervangend (technisch) lid in de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB)

Aan de orde is de stemming over de brief van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken over een voordracht ter vervulling van een vacature voor een plaatsvervangend (technisch) lid in de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) (36294).

De voorzitter:
Ik stel voor niet schriftelijk te stemmen en de voordracht conform het voorstel van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken als volgt vast te stellen:

1. de heer prof. dr. E.R. Verheul, CISA CISSP;

2. de heer prof. dr. A.F. Harmsen.

Daartoe wordt besloten.


Stemming motie Europese top van 26 en 27 oktober 2023

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het debat over de Europese top van 26 en 27 oktober 2023,

te weten:

  • de motie-Dassen over zich in Brussel beroepen op het antidwanginstrument vanwege de exportbeperkende maatregelen van de VS voor ASML (21501-02, nr. 2749).

(Zie vergadering van 24 oktober 2023.)

De voorzitter:
De motie-Dassen (21501-02, nr. 2749) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de VS verdergaande maatregelen hebben genomen die de export van ASML limiteren, waardoor de Nederlandse overheid geen controle meer heeft over welke producten dit Nederlandse bedrijf mag exporteren;

overwegende dat hierover in Europees verband gesprekken zullen gaan plaatsvinden;

verzoekt de regering om in Brussel de optie tot inzet van het antidwanginstrument in deze gesprekken op tafel te leggen, en hierover aan de Kamer terug te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 2769, was nr. 2749 (21501-02).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Dassen (21501-02, nr. 2769, was nr. 2749).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA en de PvdD voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Landbouw- en Visserijraad 23-24 oktober

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad 23-24 oktober,

te weten:

  • de motie-Akerboom/Tjeerd de Groot over niet langer toestaan dat vleeskuikens worden gehouden in de hoogste bezettingscategorie (21501-32, nr. 1589).

(Zie vergadering van 19 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Akerboom/Tjeerd de Groot (21501-32, nr. 1589).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Verduurzaming luchtvaart

Aan de orde zijn de stemmingen over aangehouden moties, ingediend bij het tweeminutendebat Verduurzaming luchtvaart,

te weten:

  • de motie-Kröger over met de Benelux-partners tot afspraken komen over het verbieden van korteafstandsvluchten (31936, nr. 1068);
  • de motie-Boucke/Van der Graaf over een zwaar verhoogd tarief (31936, nr. 1069).

(Zie vergadering van 5 september 2023.)

In stemming komt de motie-Kröger (31936, nr. 1068).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, D66, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Boucke/Van der Graaf (31936, nr. 1069).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Akerboom, Partij voor de Dieren.

Mevrouw Akerboom (PvdD):
Mijn motie onder blokje 47, de stemming over de motie ingediend bij het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad 23-24 oktober, is aangenomen. Die was ontraden. Wij zouden dus graag een brief ontvangen over hoe deze motie wordt uitgevoerd.

De voorzitter:
Dank u wel. We gaan dit doorgeleiden richting kabinet.


Stemming motie Luchtvaart

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Luchtvaart,

te weten:

  • de motie-Kröger over ook kleine passagiersvliegtuigen onder de regels voor slotcoördinatie brengen (31936, nr. 1032).

(Zie vergadering van 14 februari 2023.)

In stemming komt de motie-Kröger (31936, nr. 1032).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, D66, de VVD, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie China

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat China,

te weten:

  • de motie-Dassen over het in samenwerking met hogeronderwijsinstellingen in kaart brengen van verschillende opties voor het opzetten van een leerstoel Modern China (35207, nr. 75).

(Zie vergadering van 6 juli 2023.)

De voorzitter:
De motie-Dassen (35207, nr. 75) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Nederland ooit Europees koploper was op het gebied van onderzoek naar modern China, maar momenteel geen leerstoel meer heeft;

verzoekt de regering in samenwerking met hogeronderwijsinstellingen tot het in kaart brengen van de verschillende opties voor het opzetten van een leerstoel Modern China,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 79, was nr. 75 (35207).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Dassen (35207, nr. 79, was nr. 75).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en JA21 ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2023

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023,

te weten:

  • de motie-Van Esch over het overnemen en uitvoeren van de aanbevelingen uit het advies Verduurzaming van hulpmiddelen in de zorg (36200-XVI, nr. 80).

(Zie vergadering van 20 oktober 2022.)

De voorzitter:
De motie-Van Esch (36200-XVI, nr. 80) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Gezondheidsraad onder andere aanbeveelt om duurzaamheid expliciet als onderdeel van goede zorg te erkennen in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg en om duurzaamheidsverplichtingen in wetgeving op te nemen;

overwegende dat VWS een brede verkenning uitvoert om te onderzoeken welke wet- en regelgeving geschikt is om de zorg te verduurzamen;

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat niet alleen een brede verkenning wordt uitgevoerd, maar dat er vervolgens ook daadwerkelijk wettelijke eisen worden gesteld voor verduurzaming van de zorg,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 239, was nr. 80 (36200-XVI).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Van Esch (36200-XVI, nr. 80).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Begroting Economische Zaken en Klimaat 2024

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2024,

te weten:

  • de motie-Kröger/Christine Teunissen over betere regulering van reclames voor vervuilende producten en het tegengaan van greenwashing (36410-XIII, nr. 61).

(Zie vergadering van 12 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Kröger/Christine Teunissen (36410-XIII, nr. 61).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Tijdelijke wet Klimaatfonds

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Tijdelijke regels inzake de instelling van een Klimaatfonds (Tijdelijke wet Klimaatfonds),

te weten:

  • de motie-Kröger/Thijssen over de maatschappij laten meeprofiteren van een deel van de profijten van het bedrijfsleven die voortvloeien uit de middelen van het Klimaatfonds (36274, nr. 44).

(Zie vergadering van 4 juli 2023.)

In stemming komt de motie-Kröger/Thijssen (36274, nr. 44).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Nationale Grondstoffenstrategie

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Nationale Grondstoffenstrategie,

te weten:

  • de motie-Kröger over in beeld brengen van maatregelen om minder producten met een hoog gehalte aan kritieke grondstoffen te consumeren (32852, nr. 255).

(Zie vergadering van 6 juli 2023.)

In stemming komt de motie-Kröger (32852, nr. 255).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Leefomgeving

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Leefomgeving,

te weten:

  • de motie-Van Esch c.s. over een uitgebreid onderzoek door het RIVM naar het effect van Chemours op de gezondheid van omwonenden en werknemers (33118, nr. 264).

(Zie vergadering van 3 oktober 2023.)

De voorzitter:
De motie-Van Esch (33118, nr. 264) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Van Esch, Hagen, De Hoop, Beckerman, Van der Graaf en Vedder.

Zij krijgt nr. 276, was nr. 264 (33118).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Van Esch c.s. (33118, nr. 264).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.


Stemming brief Benoeming van een lid van de commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

Aan de orde is de stemming over de brief van de commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten over een voorstel voor benoeming van een lid (36044, nr. 3).

De voorzitter:
Ik stel voor conform het voorstel van de commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten te besluiten en de heer J.F. Klaver van de fractie GroenLinks-PvdA per 27 oktober 2023 te benoemen tot lid.

Daartoe wordt besloten.


Stemming motie Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2024

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2024,

te weten:

  • de motie-Palland/Kathmann over een experiment om vanuit de bijstand in deeltijd aan het werk te gaan bij een reguliere werkgever voor het wettelijk minimumloon of cao-loon (36410-XV, nr. 47).

(Zie vergadering van 12 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Palland/Kathmann (36410-XV, nr. 47).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP en JA21 ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemming motie MIRT

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat MIRT,

te weten:

  • de motie-Van der Graaf over het in kaart brengen van maatregelen op het spoor die kunnen bijdragen aan het verminderen van de congestie op rijkswegen (36200-A, nr. 89).

(Zie vergadering van 6 juli 2023.)

In stemming komt de motie-Van der Graaf (36200-A, nr. 89).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemming motie Circulaire economie

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Circulaire economie,

te weten:

  • de motie-Van der Graaf over een passend en haalbaar percentage recyclaat in kleding verplicht stellen (32852, nr. 236).

(Zie vergadering van 23 mei 2023.)

In stemming komt de motie-Van der Graaf (32852, nr. 236).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Lid Omtzigt, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

Het was even onduidelijk: het CDA, voor of tegen? De een zei ja, de ander zei nee. Het is dus: tegen. Het is nog steeds één fractie, gelukkig. Hoewel je het in deze Kamer nooit weet, zeg ik maar.


Stemming motie Vreemdelingen- en asielbeleid

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Vreemdelingen- en asielbeleid,

te weten:

  • de motie-Piri/Kröger over een uitzondering toepassen en overgaan tot hervestiging van een aantal kwetsbare Jezidi-ontheemden vanuit Irak (19637, nr. 3143).

(Zie vergadering van 6 juli 2023.)

In stemming komt de motie-Piri/Kröger (19637, nr. 3143).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Piri, PvdA.

Mevrouw Piri (PvdA):
Voorzitter. Ik ben ontzettend blij dat de Kamer deze motie heeft aangenomen waardoor we eindelijk jezidi's kunnen gaan hervestigen in Nederland. Dus ik ontvang graag een brief van het kabinet over hoe het deze motie gaat uitvoeren.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Piri. We zullen dit doorgeleiden richting kabinet. De heer Drost, ChristenUnie.

De heer Drost (ChristenUnie):
Ook een verzoek om een brief, voorzitter. Dat betreft de stemmingen onder 31, over de moties ingediend bij het tweeminutendebat Medische ethiek / orgaandonatie, en wel de motie op stuk nr. 16. Gezien de haast van het onderwerp ook met spoed een brief als het kan.

De voorzitter:
Dank u wel. Ook dit zullen we doorgeleiden. Dank u wel, meneer Drost.

Dan schors ik voor een enkel moment. Daarna hebben we een korte regeling van werkzaamheden en vervolgens nog een hele trits van tweeminutendebatten. En dank aan de staatssecretaris voor zijn aanwezigheid bij ons.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Mededelingen

Mededelingen

Mededelingen

De voorzitter:
Aan de orde zijn de mededelingen.

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:
Aan de orde is een korte regeling van werkzaamheden.

Ik stel voor toestemming te verlenen tot het houden van een notaoverleg met stenografisch verslag aan de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat op woensdag 20 december 2023 van 14.00 uur tot 19.00 uur, over de Klimaatnota en de Klimaat- en Energieverkenning.

Ik deel aan de Kamer mee dat de fractie van de PvdD mevrouw Ouwehand tot haar fractievoorzitter heeft gekozen.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • het wetsvoorstel Wijziging van de Wet hergebruik van overheidsinformatie en enkele andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2019/1024/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie (Wet implementatie Open data richtlijn) (36382);
  • het wetvoorstel Wijziging van de Wet langdurige zorg en de Algemene Kinderbijslagwet in verband met de invoering van ambtshalve toekenning en toekenning met terugwerkende kracht van dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg (36385);
  • het wetsvoorstel Vaststelling van regels voor het Nederlands kwalificatieraamwerk voor een leven lang leren (Wet NLQF) (36341);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met het afschalen van de A-status van covid-19 (36388).

Ik stel voor hedenavond ook te stemmen over een brief van de vaste commissie voor Europese Zaken (36439, nr. 3).

Aangezien voor de volgende stukken de termijnen zijn verstreken, stel ik voor deze voor kennisgeving aan te nemen: 36393-6; 33650-61; 29214-98; 25424-672; 31765-796; 31322-510.

Tot slot stel ik voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 2023Z17782; 2023Z17730; 22112-3792; 21501-30-585; 35334-265; 35228-43; 36435-XIV-3; 36410-X-8; 31066-1291; 31066-1292; 36410-82; 36410-78; 30696-57; 32852-263; 32852-264; 36410-VIII-11; 34843-88; 26956-219; 22343-368; 36410-I-4; 36410-XIII-5; 36435-K-3; 36435-X-3; 36410-VI-7; 30952-442; 36200-VII-145; 36200-VII-149; 33047-25; 36200-VII-156; 36200-VII-159; 36200-VII-157; 35424-19; 36200-VII-163; 36200-VII-180; 28479-92; 36200-VII-178; 36263-15; 30952-441; 29665-481; 29665-485; 36045-167; 31936-1093; 31936-1096; 29665-480; 2023Z13635; 29665-479; 31936-1088; 29665-478; 31936-1082; 29247-428; 31476-39; 32012-50; 31765-790; 31765-700; 32620-283; 31765-785; 31765-698; 31765-772; 31765-656; 31016-354; 31016-352; 31016-351; 29248-336; 31839-950; 31839-973; 36275-21; 31839-949; 31839-948; 31839-873; 31066-1137; 31839-942; 31839-923; 31839-921; 22112-3793; 36149-11; 31839-943; 29362-340; 21501-20-1972.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:
Daarmee zijn wij aan het einde gekomen van deze korte regeling van werkzaamheden. Ik schors de vergadering voor een enkel moment. Daarna gaan we verder met een aantal tweeminutendebatten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Wijziging begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2023 samenhangende met Miljoenennota

Voorzitter: Martin Bosma

Wijziging begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2023 samenhangende met Miljoenennota

Aan de orde is de behandeling van:

  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota) (36435-XVII).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is de wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende wet met Miljoenennota), Kamerstuk 36435-XVII. Een hartelijk woord van welkom voor de minister. Fijn u weer te zien.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:
We hebben zes sprekers van de zijde van de Kamer en de eerste is de heer Thijssen, van de fractie van de Partij van de Arbeid. Ik geef hem graag het woord.

De heer Thijssen (PvdA):
Dank, voorzitter. Het is goed dat we op deze laatste dag voor het verkiezingsreces gaan praten over de allerarmsten en de allerkwetsbaarsten op deze wereld. Nederland is namelijk een ontzettend rijk land en mijn fracties vinden dat we die rijkdom eerlijker moeten delen, zodat mensen in Nederland een leefbaar loon verdienen en de armoede van 800.000 mensen in Nederland zo snel mogelijk is uitgebannen, maar ook om het leven van de allerkwetsbaarsten en de allerarmsten in de wereld een beetje beter te maken.

Nederland levert natuurlijk echt al wel een fikse bijdrage aan internationale ontwikkelingssamenwerking. De organisaties die dat met en voor Nederland doen, alle professionals die zich daarvoor inzetten, maar ook onze mensen op de ambassades en posten, doen ontzettend mooi werk. Dat is hard nodig, want we zien helaas eerder achteruitgang dan vooruitgang, bijvoorbeeld in relatie tot de duurzameontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. Er is bijvoorbeeld meer honger. Om allerlei redenen gebeurt dat. We zien stijgende voedselprijzen, klimaatverandering, oneerlijke handel en uitbuiting. Dat zijn allemaal hele grote en urgente redenen om toch vooral te investeren in ontwikkelingssamenwerking in plaats van daarop te bezuinigen, want daarvoor staan we hier vandaag.

Voorzitter. Door wanbeleid — daarover later nog meer — wordt op deze begroting met 559 miljoen euro bezuinigd, 559 miljoen euro. Dat is de reden dat ik deze suppletoire begroting heb onthamerd. Het lijkt namelijk maar een getal, maar achter dit getal gaan heel veel mensen schuil, mensen die niet geholpen gaan worden. In de begroting voor 2024, waarin de minister heeft aangegeven wat er gebeurt met de bezuinigingen daarin, staat bijvoorbeeld dat er 4 miljoen mensen minder geholpen kunnen worden om hen weerbaar te maken zodat hun watervoorziening bestand is tegen de gevolgen van klimaatverandering. Dat gaat om 4 miljoen mensen en ik vermoed dat dat ook de mensen zijn die door deze bezuinigingen worden geraakt. De minister is, ook op aandringen van de Kamer, expliciet over waar die bezuinigingen dan neerslaan. Dat gaat bijvoorbeeld om 16 miljoen euro voor het uitbannen van de huidige honger en voor voeding. Ik vraag me af of de minister dat preciezer kan maken. 16 miljoen euro klinkt als een groot of een klein bedrag, maar hoeveel mensen blijven er dan nu met honger leven? Hoeveel mensen hadden we van de honger af kunnen helpen als we deze bezuiniging niet hadden hoeven uitvoeren?

Voorzitter. Dan over het wanbeleid waardoor deze bezuiniging nodig is. Er zijn onzalige internationale afspraken waardoor de kosten van de eerstejaarsasielopvang als die hoger worden dan begroot, gehaald mogen worden uit het budget dat bestemd is voor de allerarmsten en -kwetsbaarsten. Hoe verzin je het? Maar goed, dat is de afspraak. Het is ook redelijk bizar dat we dit doen, omdat dit geld er nu juist voor zorgt dat die allerarmsten en allerkwetsbaarsten een wat prettiger leven krijgen waar ze wonen. Dat betekent dus ook dat er minder vluchtelingenstromen op gang komen en er minder asielaanvragen zijn. En dat is precies wat we proberen op te lossen met dit geld, namelijk de asielopvang. Maar er is een dikke kans dat we meer vluchtelingenstromen veroorzaken door het geld weg te halen bij de allerarmsten.

De Algemene Rekenkamer heeft geanalyseerd dat de regering al jarenlang de kosten voor de eerstejaarsasielopvang te laag inschat. Dat komt omdat er simpelweg gepland wordt voor te weinig opvangplekken en er dus sowieso te weinig begroot wordt. Dat komt ook omdat als er dan toch meer instroom is, en die is er dus al jarenlang achter elkaar, de crisisopvangplekken tot wel negen keer zo duur zijn. Ja, zo kunnen we op een briefje narekenen dat inderdaad telkens, en ook dit jaar weer, bij de begroting de allerarmsten en de allerkwetsbaarsten het slachtoffer zijn. Dat zien we vandaag in dit debat.

Daarom is het goed dat het ministerie van Justitie en Veiligheid, waar die eerstejaarsasielopvang begroot moet worden, toe gaat werken naar een vast aantal opvangplekken, namelijk 41.000. Wat ons betreft kunnen we dan ook effectiever budgetteren, zodat het kabinet voor minder verassingen komt te staan en het ODA-budget gespaard kan blijven. Mijn vraag aan de minister is daarom: is het met dit vaste aantal opvangplekken dan ook de bedoeling dat het ODA-budget gespaard blijft, zodat we de komende jaren ook minder van dit soort bezuinigingen hoeven te zien?

Dan heb ik nog een andere vraag, voorzitter. Die gaat over het geld dat de minister vrijmaakt voor extra humanitaire hulp aan Gaza. Dat is op zich heel erg goed. Wat ons betreft mag dat ook nog wel wat meer zijn, want de situatie is ook daar verschrikkelijk. Maar ook daar legt ze de rekening weer neer bij de BuHaOS-begroting van volgend jaar. Zou het niet terecht zijn als de minister probeert om dat geld vrij te maken uit extra middelen en uit de lopende begroting, zodat er niet weer een beslag wordt gelegd op dat noodzakelijke ODA-budget voor de komende jaren?

Voorzitter. Tot slot kom ik op een punt dat buiten deze begroting ligt, maar dat wel heel erg urgent is. Ik ga hier dus toch een vraag over stellen, zeker omdat er een verkiezingsreces aanstaande is. De volgende keer dat de minister en de Kamer elkaar zien kan dus best weleens even op zich laten wachten. Op verzoek van mijn collega Van der Lee heeft de minister onderzocht wat de situatie is rond een exportkredietverzekering in Mozambique van een miljard. Tot de uitkomsten hiervan er zijn, is de steun on hold gezet. De aanbevelingen van het onderzoek zijn er nu, maar het is onduidelijk of die aanbevelingen zijn geïmplementeerd. Ondertussen horen we dat er de afgelopen dagen gesprekken zijn geweest tussen het bedrijf Total en onze exportkredietverzekeraar, Atradius, om het project weer voort te zetten. Vandaag sprak ik samen met een aantal collega's nog met mensen uit Mozambique, die vertellen dat er nog steeds een zeer onveilige situatie is rond dat project daar. Dit is mijn laatste zin, voorzitter. Daarom zou ik graag de toezegging van de minister willen dat de Kamer eerst een brief ontvangt over hoe de aanbevelingen zijn geïmplementeerd, dat we hierover dan een debat kunnen voeren en dat tot die tijd de steun on hold blijft staan.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:
Was dat uw bijdrage?

De heer Thijssen (PvdA):
Ja.

De heer Hammelburg (D66):
Laat ik beginnen met te zeggen: woorden naar mijn hart. Ik wilde even terugspoelen naar het vorige onderwerp waar de heer Thijssen het over had. Dat ging over het geld dat nu nodig is voor humanitaire steun voor de burgerbevolking in Gaza, waarover de premier ook heeft gezegd dat het noodzakelijk is dat we dat vanuit Nederland en Europa geven. Het kabinet heeft inderdaad voor het volgende jaar wat geld naar voren gehaald, 10 miljoen, om aan dit doel te kunnen geven. Maar de vraag is: is dat voldoende? Wij hebben een amendement ingediend waar ook een kasschuif voor de jaren 2027 en 2028 in staat. Vindt u nou ook dat het geld dat daaruit vrijgemaakt kan worden en dat nog dit jaar te besteden is, ook voor de burgers in Gaza beschikbaar moet komen? Want ik vind dat. Volgens mij vindt u dat ook.

De heer Thijssen (PvdA):
Ik en mijn fracties vinden dat er eigenlijk extra geld zou moeten komen voor al die humanitaire noden die we zien in de wereld. Daarom heb ik de minister de vraag gesteld: waarom moet dat geld voor Gaza nou weer met een kasschuif? Waarom kunnen we niet eens gewoon ruimte vinden op de huidige begroting, zodat we ruimhartig kunnen zijn voor mensen in nood? Wij hebben inderdaad een amendement gemaakt. Dat gaat helaas ook met een kasschuif. Het is geen extra geld, maar er wordt ook beslag gelegd op de begrotingen van de komende jaren. Daarmee leggen we eigenlijk dit issue neer bij de formatietafel. De inzet van mijn fracties — dat zult u ook zien in onze doorrekening — is dat wij ruimhartig geld uittrekken voor ontwikkelingssamenwerking, voor de allerarmsten en de allerkwetsbaarsten. Ik hoop dat die kasschuif een meerderheid kan krijgen en dat we het aan de formatietafel voor de komende jaren fixen.

De voorzitter:
Prima. Dan nog een vraag van de heer Klink.

De heer Klink (VVD):
Toch nog even over die kasschuif. Ik vraag dan toch aan de heer Thijssen of hij dat niet iets te ver vindt gaan. Hij legt wel een duidelijke claim neer, juist bij toekomstige kabinetten en bij toekomstige regeringen. Dat is echt een rekening neerleggen bij de toekomst. Daar staat u dan nu toch achter. Waarom kiest u voor die route?

De heer Thijssen (PvdA):
Ik kies daarvoor, omdat die mensen nu in nood zijn. De mensen in Gaza, de mensen in Marokko; allerlei mensen over de hele wereld hebben nu humanitaire noden. We praten nu over een bezuiniging van 559 miljoen euro. Samen met D66 proberen we met een amendement te komen dat hier op een meerderheid kan rekenen, zodat we dat nog enigszins proberen te repareren. Maar u heeft gelijk: daarmee leggen we een beslag op de toekomst. Dat heeft niet mijn voorkeur. Gelukkig zijn er over drie weken verkiezingen. Dan kan iedereen op GroenLinks en PvdA stemmen en dan gaan we deze rekening, die we nu neerleggen bij toekomstige begrotingen, wat ons betreft helemaal repareren.

De voorzitter:
Heel mooi; dank u wel. Ik vind de constructie "mijn fracties" ook wel weer een parlementair unicum.

De heer Thijssen (PvdA):
Mooi hè? U kunt erop stemmen op 22 november. GroenLinks-PvdA, plek 16.

De voorzitter:
Ik ga erover nadenken.

De heer Thijssen (PvdA):
Fijn!

De voorzitter:
De heer Jasper van Dijk, van de fractie van de SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Dat getuigt van lef. Maar dat terzijde, voorzitter.

Er wordt enorm bezuinigd op ontwikkelingssamenwerking. De heer Thijssen zei het al: 500 miljoen in deze periode. Vanochtend hadden wij een hoorzitting met organisaties om te praten over Israël en Gaza. Die organisaties zeiden ook: het budget voor noodhulp is op dit moment gewoon nul komma nada, niks meer. Hoe kijkt de minister daarnaar in verhouding tot alle noden die we zien?

Voorzitter. We zien een enorme weglek van budget voor ontwikkelingshulp richting asielopvang. Het was altijd de bedoeling dat dit zo'n 10% zou zijn. Inmiddels is het 20%. En als je naar het statistiekje in de begroting kijkt, loopt het op naar 25% van het ontwikkelingsbudget. Nou, dat loopt echt gierend uit de klauwen. Erkent de minister dat dit niet de bedoeling is? Het gaat dit jaar om een bezuiniging van circa 180 miljoen euro op ontwikkelingsprogramma's. In de komende jaren loopt dat echt flink op, tot 1,2 miljard en hoger. Dit moeten we echt voorkomen. Het is ook cynisch, want het geld is bedoeld om de grondoorzaken van migratie weg te nemen. Als je hierop bezuinigt, doe je weinig om grip op migratie te krijgen en zal de toestroom niet afnemen. Dat schiet weinig op. Is de minister het daarmee eens?

Wij ondersteunen dan ook van harte het amendement van de heer Hammelburg. Als het goed is, heeft hij mijn naam eronder gezet. Hij knikt; dat is hartstikke mooi. We hebben ook een amendement van de heer Grinwis gezien. Dat is ook een goed amendement. Kijk, daar is mevrouw Van der Graaf van de ChristenUnie. Die twee amendementen zijn allebei goed, maar ze hebben ook dezelfde dekking. Ik vraag dus alvast aan de minister hoe het gaat als die twee allebei worden aangenomen. Mijn zegen hebben ze allebei. Hammelburg geeft 120 miljoen, Van der Graaf 50 miljoen. We gaan het zien.

Voorzitter. Als u het mij toestaat, heb ik nog één vraag over FMO. Dat is de ontwikkelingsbank die Nederland heeft. Die heeft een portefeuille van meer dan 150 miljoen euro in de private sector in Nicaragua, onder meer in de bankensector. Hiermee is FMO een van de grootste investeerders in Nicaragua, een land waar de mensenrechtensituatie sterk te wensen overlaat. Deze bank, FMO, investeert echter zonder voorwaarden te stellen aangaande mensenrechten. Dat vinden wij zorgelijk. Ben u het ermee eens dat investeringen in dubieuze en ondemocratische regimes alleen onder zeer strenge voorwaarden zouden mogen, vraag ik de minister. Erkent u dat die op dit moment niet in Nicaragua gelden? Bent u het ermee eens dat het beleidsmatig op afstand zetten van FMO onverstandig is? Dat komt namelijk neer op een blanco cheque. Dat is wat ons betreft geen goed idee.

Voorzitter. Ik heb vanavond nog een aantal korte debatten.

De voorzitter:
Boft u even!

De heer Jasper van Dijk (SP):
Dit debat was wat langer. In het hoogst theoretische geval dat dit het laatste debat van mij is, zeg ik: het was een mooie tijd.

De voorzitter:
Ja?

De heer Jasper van Dijk (SP):
Ja.

De voorzitter:
Wilt u nog iets delen met ons, iets menselijks?

De heer Jasper van Dijk (SP):
Dat komt vanavond.

De voorzitter:
Oké.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Er is eerst een interruptie van de heer Klink.

De heer Klink (VVD):
Er is toch nog een interruptie, dus de heer Van Dijk is nog niet helemaal klaar. Er komt misschien ook nog een tweede termijn, dus het is nog niet ten einde.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Zo is het.

De heer Klink (VVD):
Gisteren was er een technische briefing over de ODA-systematiek. Daarin ging het uiteraard ook over de kasschuif en wat die voor gevolgen heeft. U spreekt nu ook weer warme woorden over de kasschuif, maar daardoor neemt u wel een hypotheek op de toekomst en zegt u eigenlijk met betrekking tot toekomstige ellende, die er ongetwijfeld zal zijn: "Sorry, we hebben nu in 2023 het geld naar voren gehaald en over een paar jaar dan ... Na ons de zondvloed!" Dat hangt er nu wel aan, want het is niet automatisch zo dat er in de toekomst weer meer geld bij komt.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Maar hier geldt het bekende spreekwoord "nood breekt wet". We zien dat de situatie dusdanig ernstig is dat wij deze maatregel wel gerechtvaardigd achten. Bovendien, zoals de voorgaande spreker ook terecht al zei, komen er verkiezingen. Het is dus aan een nieuw kabinet om hier verantwoordelijk nieuw beleid voor te maken en om te stoppen met die weglek naar de asielopvang, die 25%. Ik hoop dat dat voor de heer Klink ook te ver gaat. De heer Klink weet ook dat we een coronacrisis en een bankencrisis hebben gehad. Dat waren allemaal momenten waarop de Staat íneens in staat was om miljardenpakketten samen te stellen. Dat kan nu ook. Waar een wil is, is een weg.

De voorzitter:
Dank. De heer Hammelburg.

De heer Hammelburg (D66):
Voorzitter. Dit zou weleens mijn laatste debat kunnen zijn. Ik vermoed en ik hoop natuurlijk dat dit niet het geval is, maar ik heb — velen van u weten dat misschien niet — nog nooit een maidenspeech gegeven, ook omdat ik daar meestal niet zo van houd. Dus ik maakte al een gebbetje naar de mensen die mij altijd, en al jaren, hard en trouw ondersteunen en die nu ook achterin zitten over dat ik mijn maidenspeech ging houden. Het is per ongeluk in de agenda terechtgekomen. Zo stond de hele fractie hier voor de zaal klaar voor mijn maidenspeech.

Voorzitter. Het is u allen bekend dat ik in deze Kamer veel portefeuilles heb, maar dat mijn hart toch echt bij ontwikkelingssamenwerking ligt. Ik heb jarenlang in het veld gewerkt, en gestreden voor gelijke rechten in Nederland en het buitenland. Ik ben vooral opgekomen voor de gelijke rechten van lhbtiq+. We weten gezien de situatie in vele landen dat de situatie allesbehalve goed is. We weten ook dat de noden in de wereld toenemen. We weten dat het aantal natuurrampen toeneemt door klimaatverandering. We weten dat er een sociale achteruitgang is als het gaat over mensenrechten en gelijkheid in de wereld. We weten dat het maatschappelijk middenveld wereldwijd in het gedrang komt. Het ziet er niet goed uit. Dat is ook de reden dat ik daarop de afgelopen tweeënhalf jaar hier in de Kamer keer op keer ben teruggekomen. Ik deed dat soms wat fel en soms ook wat fel naar het kabinet toe. Maar ik vind dat we hier, vanuit Nederland, altijd moeten opkomen voor gelijke rechten en sociale rechtvaardigheid, niet alleen in Nederland en Europa, maar ook wereldwijd.

Die motivatie komt vanuit mijn geschiedenis en die van mijn familie. Velen van u weten dat een groot deel van mijn familie de Holocaust helaas niet heeft overleefd. Sociale onrechtvaardigheid en onverschilligheid hebben er ook hier in Nederland ten tijde van de jaren 1940-1945 voor gezorgd dat heel veel mensen de Holocaust, de oorlog, de Jodenvervolging, en de vervolging van Roma en Sinti niet hebben overleefd. Tot op de dag van vandaag zie ik wereldwijd nog heel veel onverschilligheid. Nou wil ik echt geen parallellen trekken, maar u weet wel wat mijn persoonlijke motivatie is om hier vandaag ook weer te staan en te pleiten, en ook om de Kamerfracties op te roepen om niet onverschillig te zijn over ontwikkelingssamenwerking.

Veel te vaak hebben wij het hier over wat er in Nederland speelt. Laat ik zeggen dat dit doen onze taak is. Dat moeten wij als Tweede Kamerleden natuurlijk ook doen. Wij komen op voor de belangen van Nederland en voor de belangen van Nederlanders, maar wij mogen niet uit het oog verliezen dat er wereldwijd mensen zijn die lijden en dat wij deze mensen moeten steunen. Dat moeten we doen uit barmhartigheid en omdat we dat vinden. Dat wordt ook aangetoond doordat elke keer als er een grote natuurramp is, zoals de verschrikkelijke aardbevingen in Turkije en Syrië, Nederlanders massaal doneren en steunen. Dan vinden wij als Nederland dat wij mensen in het buitenland moeten helpen en een klein deel van ons inkomen moeten delen met die mensen in nood. Dat is ook de reden dat we internationaal hebben afgesproken dat wij 0,7% van ons inkomen geven aan ontwikkelingssamenwerking en duurzame ontwikkeling, en ervoor zorgen dat er voldoende geld is voor humanitaire assistentie op het moment dat er ergens een natuurramp is. We hebben deze winter, in februari, al gezien dat de minister aangaf dat het geld voor noodhulp en humanitaire hulp op was. Dat zagen we tijdens de aardbeving in Turkije en Syrië. De minister gaf toen aan: ik zou eigenlijk ook wel meer willen geven, maar het geld is gewoon op. Hetzelfde herhaalde zich bij die afschuwelijke aardbeving in Marokko. Hetzelfde gebeurde weer bij die afschuwelijke storm en overstroming in Libië.

Voorzitter. Ik vind dat dit vanuit Nederland niet kan. We hebben de analyses van de heer Thijssen gehoord. We hebben ook de analyse van de heer Van Dijk gehoord over dat er op dit moment gewoon geen geld meer is, ook dit lopende jaar niet, en ook niet voor de plea dat wij de burgerbevolking in Gaza willen steunen met humanitaire goederen, water, voedsel en medicijnen, die onze minister-president nota bene in Jeruzalem en bij de Verenigde Naties heeft uitgesproken. Maar wij hebben het geld niet en moeten nu al 10 miljoen halen uit het komende jaar. Daarbij hebben we volgend jaar al minder geld te besteden. Wij weten dat deze oorlog helaas nog voort zal duren. We kennen de gevolgen van de rampen die zich dit jaar hebben voltrokken in Marokko, Syrië, Libië en Turkije, en weten dat het daar ook nog veel zal na-ebben. We weten dat de oorlog in Oekraïne helaas nog zal voortduren en dat ook daarvoor nog heel veel geld nodig is. Dat betekent dat wij in dit lopende jaar moeten luisteren naar de organisaties die nu bij ons op de deur kloppen. Ik heb het over organisaties als het Rode Kruis, het World Food Programme, UNICEF, enzovoort, enzovoort. Dat zijn allemaal organisaties die echt het water aan de lippen voelen staan. Ze willen steunen waar dat nodig is, maar hebben daarvoor geen geld meer en moeten nu al bezuinigen op rantsoenen, voedsel en noodvoorzieningen. Ze moeten nu overal al met de kaasschaaf overheen, met de grootste gevolgen van dien.

Dat is precies de reden waarom ik nu zeg: laten wij voor dit jaar nog een reparatie doen, om ervoor te zorgen dat deze organisaties kunnen doen wat wij hier in de Tweede Kamer vandaag vragen en in de afgelopen twee weken en in de afgelopen maanden van dit kabinet hebben gevraagd. Laten we ervoor zorgen dat deze minister dit jaar nog in november en in december de internationale organisaties kan steunen op het moment dat er voedsel en water nodig is in de Gazastrook en op het moment dat er een voedseltekort is in de Hoorn van Afrika als gevolg van de vreselijke oorlog die in Oekraïne woedt. Het is onze schone taak om dat te doen.

Waarom zeg ik dat? Iedereen die spreekt met parlementsleden en collega-parlementsleden in het globale zuiden of het mondiale zuiden, weet dat mensen, en politici nu boos naar ons, Nederland, Europa, kijken en zeggen: "Er woedt op uw continent een oorlog. Dat is uw continent, maar wij ondervinden daar dagelijks de praktijk van. Voedsel wordt duurder, mensen sterven letterlijk van de honger. En u kijkt toe." Ondertussen zien wij in Nederland en in Europa al jaren een daling van het budget voor ontwikkelingssamenwerking. Al jaren zien we een daling van het budget voor humanitaire noden. Laat maar eens op u inwerken wat daar de gevolgen van zijn voor onze geopolitieke verhoudingen, ook voor onze eigen veiligheid, en ook uit moreel besef, ook historisch gezien.

Voorzitter. Mijn oproep aan deze Tweede Kamer is om straks, vanavond of vannacht, in te stemmen met het amendement dat ik samen met GroenLinks, de Partij van de Arbeid en de SP heb ingediend. Ik nodig andere partijen uit om daarin mee te gaan, zodat we die moties — u hebt daar allen de afgelopen weken moties over ingediend — kunnen uitvoeren. Ik bedoel dat het niet alleen maar loze woorden zijn, maar dat we daadwerkelijk die internationale organisaties kunnen ondersteunen. Ik kijk dan vooral ook in de richting van het vak waarin ik het nu verdomd stil vind in dit debat. Dat is erg opvallend. Als u dan niet mee wilt in het verhaal van solidariteit en barmhartigheid, gaat u dan mee in het verhaal dat het ook voor uw eigen veiligheid is, voor de veiligheid van Nederlanders, voor de veiligheid van Europeanen. Wij weten allemaal dat conflicten in de wereld zorgen voor instabiliteit en dat conflicten in de ring rond Europa leiden tot instabiliteit en problemen in Nederland.

Voorzitter. Ik kom tot een afronding. Ik heb nog een paar vragen aan de minister. Ten eerste. Als je goed kijkt naar de ODA-uitgaven in Nederland, wereldwijd en in de OESO-landen, zie je een trend van een daling van het totale budget voor ODA, voor ontwikkelingssamenwerking en noodhulp. Als je de globale cijfers bekijkt, is er een stijging te zien; dat heeft de minister ook weleens gezegd. Maar trek daar de steun voor covidmedicatie en de steun voor eerstejaarsopvang van asielzoekers en vluchtelingen in Nederland en Europa van af. Als je dan nog eens goed kijkt naar wat er overblijft voor geheel Afrika, maar ook voor Azië en landen in Latijns-Amerika, dan zie je alleen al voor Sub-Sahara-Afrika een daling van de ODA-gelden van 8%. Je ziet geen stijging, maar een daling. Ik zou daar graag een reflectie van de minister op willen hebben, ook met het oog op de toekomst en de formatie, waar de heer Thijssen het ook over had. We hebben net een Afrikastrategie aangenomen of goedgekeurd in deze Kamer. Moeten wij er niet voor zorgen dat we veel meer middelen hebben om de samenwerking met die landen aan te kunnen gaan en dat we 0,7% van ons bruto nationaal product uitgeven aan ontwikkelingssamenwerking, handel, internationale samenwerking en humanitaire hulp?

Voorzitter. Ik rond af met een vraag over de begrotingssystematiek. Ziet de minister mogelijkheden om in samenwerking met het ministerie van JenV de opties verder uit te werken die ook in de brief van de minister stonden, bijvoorbeeld door een reserve op te bouwen op de begroting van JenV, zodat de schokken die een hogere instroom van asiel met zich meebrengt, ook op de begroting van BuHaOS kunnen worden opgevangen met een extra reserve op de begroting van Justitie en Veiligheid?

Daar laat ik het bij, voorzitter.

De voorzitter:
Een vraag van de heer Klink.

De heer Klink (VVD):
Ik weet niet of het mag, want als het een maidenspeech is ...

De voorzitter:
Het is officieel geen maidenspeech.

De heer Klink (VVD):
... van de heer Hammelburg, dan feliciteer ik hem daar van harte mee op de allerlaatste dag van deze zittingsperiode. Mijn vraag is van serieuzere aard. Nu, maar ook al eerder, heeft u uw zorgen uitgesproken over de bekostiging van eerstejaarsasielzoekers. Hetgeen u voorstelt in uw laatste vragen aan de minister heeft natuurlijk effect op de begroting van Justitie, terwijl er in Nederland ook wel de nodige veiligheidsissues zijn. Daar zou dat effect op kunnen hebben. Maakt de heer Hammelburg, en met hem de D66-fractie, zich dan totaal geen zorgen over de veiligheidsmaatregelen voor mensen in Nederland, die dan maar moeten lijden onder het aanpassen van de systematiek van de bekostiging van eerstejaarsasielzoekers?

De heer Hammelburg (D66):
Ja, ik maak mij heel erg zorgen over de veiligheid van Nederlanders en Europeanen. We hebben de afgelopen dagen en weken ook gesproken over beleidscoherentie. Wat betekenen bijvoorbeeld bezuinigingen op Ontwikkelingssamenwerking, terwijl we de grondoorzaken van conflicten en instabiliteit in de ring rond Europa willen tegengaan? Dat doen wij om iets wat ook voor de VVD belangrijk is te voorkomen, namelijk dat er grote migratiestromen ontstaan. Dat bevat ook een veiligheidsaspect. Een bezuiniging betekent automatisch ook dat je minder geld te besteden hebt in die landen om ervoor te zorgen dat mensen daar veilig worden opgevangen en daar veilig zijn, terwijl de kosten hier uiteindelijk ook niet goed worden beteugeld, omdat we geen goede systematiek hebben om de eerstejaarsasielzoekers op te vangen. Die moeten dus allemaal in de noodopvang, wat negen keer zo duur is. Het zijn dus communicerende vaten. Als je dat allemaal doordenkt en in samenhang bekijkt, en gaat denken vanuit de veiligheid van de Nederlander, dan zouden we eigenlijk moeten stemmen vóór een hoger budget voor Ontwikkelingssamenwerking, juist om dat te voorkomen. Dan zou u er met mij en vele partijen in deze Kamer in moeten meegaan dat de begrotingssystematiek die we nu hanteren, niet meer kan en past, juist met het oog op de veiligheid, juist met het oog op de kostenbeperking op de begroting van Justitie en Veiligheid, om daar ook meer ruimte te creëren voor het aanpakken bijvoorbeeld van criminaliteit in Nederland.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Van der Graaf van de ChristenUnie.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dank u wel voor het woord, meneer de voorzitter. Voor wie sta ik hier? Voor wie staan wij hier? Dat was de vraag waarmee ik mijn eigen maidenspeech begon. Ik eindigde mijn maidenspeech ermee dat ik hier wilde staan voor de mensen die geen stem hebben, om hun stem hier te vertolken ...

De voorzitter:
Heeft u het nu over zichzelf?

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
... op een dag waarop de mijne het bijna lijkt te begeven, maar ik ben een hoopvol mens en ga ervan uit dat ik voldoende stem heb om er ook nog voor de mensen te staan waarvoor ik ook vandaag wil staan.

Voorzitter. Ik ben in de Kamer gekomen om te streven naar gerechtigheid. Dat betekent dat ik me iedere dag afvraag: hoe doe ik recht en wie doe ik recht? Dat maakt verschil op het moment dat je keuzes moet maken. Met de mensen die geen stem hebben, bedoel ik de mensen die niet gehoord worden, niet gezien worden, mensen die niet vrij zijn. Doorgaans zijn dat mensen die ver weg van ons wonen. Onze naasten ver weg. De allerarmsten van de wereld. De mensen die slachtoffer zijn van moderne slavernij of in een uitbuitingssituatie leven. Zij kregen een gezicht tijdens de bezoeken die ik heb gebracht aan de Rohingyavluchtelingen in Rwanda en aan de mensen in West-Afrika die te maken hebben met de gevolgen van de klimaatverandering. In Bangladesh troffen we mensen die werkten in de kledingfabrieken waarvan we weten dat er nog heel erg veel misstanden plaatsvinden. 50 miljoen mensen wereldwijd leven in een situatie van moderne slavernij. Hun oproep was steevast: vergeet ons niet. Welke boodschap moeten wij terugbrengen als we teruggaan naar Nederland? Vergeet ons niet.

Voorzitter. We hebben dit jaar een begrotingsbehandeling gekregen. We hebben daarin gezien dat er een hele grote bezuiniging moest plaatsvinden, ook op de begroting van Ontwikkelingssamenwerking. We zien dat de allerarmsten in de wereld ook het kind van onze rekening hier in Nederland worden. Dat is een hard gelag. Dat wilde de ChristenUnie het liefst voorkomen. Daarom hebben we nog een amendement ingediend. Dat hebben we gedaan in de wetenschap dat we de keuze van het afgelopen jaar daarmee niet helemaal ongedaan kunnen maken. Het is nu al eind oktober, bijna november. Als de begroting straks wordt aangenomen, hebben we nog maar heel kort de tijd om mensen in de wereld te kunnen helpen. Ik doel op hulp bij klimaatadaptatie en projecten die daarvoor bedoeld zijn, hulp aan mensen in onder andere West-Afrika om hiermee te leven en om te zorgen dat daar voldoende voedsel kan zijn voor te toekomst. Ik doel ook op hulp om ervoor te zorgen dat armoede tegengegaan kan worden en dat er voldoende schoon drinkwater is. We willen ook geld vrijmaken voor onderwijs aan vluchtelingenkinderen. Wij hebben een amendement ingediend om de bezuiniging te verzachten voor dit jaar. Ik hoop op de steun van de collega's daarvoor.

Voorzitter, ik rond mijn bijdrage af, als ik daar de ruimte voor krijg. Gisteren hebben we een belangrijk moment beleefd met elkaar toen we een briefing hadden over de systematiek voor het ontwikkelingssamenwerkingsbudget. De collega's hier weten dat dat ons aan het hart gaat. We zien dat het de afgelopen jaren ingewikkelder is geworden door de stijgende asielkosten. Die gaan ten koste van ons budget voor ontwikkelingssamenwerking. We zien dat het budget voor ontwikkelingssamenwerking steeds kleiner is geworden. Wij willen heel graag rust op de begroting als het gaat om ontwikkelingssamenwerking. Wij willen dat er voldoende geld beschikbaar blijft om onrecht en armoede wereldwijd te bestrijden en ook om zo het verschil te maken voor onze naasten ver weg. Daarom vraag ik de minister hoe zij richting de formatietafel die er nu komt de voorstellen verder wil brengen om rust in de begroting van Ontwikkelingssamenwerking te brengen. Ik wil ook voorstellen dat we in die begroting voldoende geld behouden voor de allerarmsten ver weg.

Ik denk dat ik het daarbij laat.

De voorzitter:
Ja, maar een aantal collega's wil uw stem nog even op de proef stellen.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Ja, dat hoor ik.

De heer Hammelburg (D66):
Misschien kunnen we een schepje erbovenop doen. Ook de bijdrage van mevrouw Van der Graaf vond ik fantastisch en uit het hart gegrepen. Dat is niet heel verrassend, omdat wij hier precies hetzelfde inzitten. Ik heb het amendement goed bestudeerd. Ook de toelichting van de ChristenUnie en het CDA heb ik goed bestudeerd. Ik zie dat het amendement over 50 miljoen precies toeziet op wat mevrouw Van der Graaf zegt. Dat zijn twee onderwerpen. We zien nu ook dat er nog noden zijn die breder zijn dan dat. Ik heb zelf ook met een aantal collega's een groter amendement ingediend, dat een veel bredere dekking heeft, juist ook om het ministerie nog de kans te geven om op al die noden heel veel in te grijpen en te kunnen opereren. Hoe kijkt mevrouw Van der Graaf aan tegen de scope van haar amendement en de scope van ons amendement, waar bijvoorbeeld ook mondiale gezondheid in zit? Dat zit dan weer niet in het uwe. Ik ben op zoek naar een manier om te kijken of we dat zouden kunnen overbruggen.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Ik heb dat voorstel gezien. Dat kan bij ons op een warm onthaal rekenen. Ik heb een technische vraag richting de minister, namelijk of onze amendementen naast elkaar kunnen bestaan of dat we nog moeten kijken of we die moeten samenvoegen. Maar ik wil richting de minister ook de vraag stellen wat haalbaar is om nog dit jaar uit te kunnen geven, dus wat we nog kunnen inzetten in die hele korte tijd, want daar zien de amendementen ook op. We weten dat die tijd gewoon nog kort is. Dat is dus nog de oprechte vraag die ik heb. Ik hoop dat de minister daar antwoord op zal geven, maar ik denk dat de heer Hammelburg niet hoeft te vrezen.

De heer Hammelburg (D66):
Toch nog een laatste keer, voorzitter, als het mag. Nee, die vrees heb ik niet, want ik vertrouw hier volledig op. Natuurlijk weten we dat het jaar bijna voorbij is, maar het is nog niet voorbij. Ik heb heel wat internationale organisaties gesproken die de noodklok nu echt luiden en die zeggen dat het geld op is en dat ze niet meer kunnen doen wat ze moeten doen, terwijl er een nieuwe oorlog gaande is met heel veel slachtoffers. Daarnaast verergeren de gevolgen van de oorlogen die al gaande waren, zoals die van Oekraïne, terwijl we ook nog steeds problemen hebben met voedselzekerheid. De rekening is gewoon op. U kwam met het verhaal over het Rohingyakamp in Bangladesh, waar 1 miljoen mensen al tientallen jaren vastzitten en waar ze nu 20% van het voedselrantsoen hebben moeten schrappen. Dat kunnen wij hier vandaag met dat amendement ongedaan maken. Roept u met mij de minister op om hier gewoon ruimhartig "oordeel Kamer" op te geven, zodat we hiermee ook vanuit Nederland aan de slag kunnen gaan?

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Ik deel wat de heer Hammelburg hier zegt.

De voorzitter:
Dat dacht ik al.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Het is verkiezingstijd en het gaat heel veel over binnenlandse vraagstukken en noden hier in Nederland, waar we ook in willen voorzien. Maar ik krijg ook veel te horen van mensen die een gevoel hebben van "denken jullie ook nog aan ons?" Dat zijn onze naasten ver weg, die we niet zien en niet altijd horen, maar die er wel zijn. De ChristenUnie vindt het belangrijk dat we ook aan hen denken op het moment dat wij in ons eigen land voor keuzes staan die moeilijk zijn en pijn doen, maar we vinden dat we ook dáár moeten kijken hoe we daar in de nood kunnen voorzien. Want ik deel met de heer Hammelburg de pijn die wij hier voelen. Op het moment dat er crises ontstaan in de wereld, dat er een aardbeving is, dat er een oorlog uitbreekt, wil je ook als rijk land Nederland — we zijn een rijk land — kunnen reageren en kunnen helpen. Als de boodschap dan is dat het geld op is, vind ik dat de Kamer in stelling moet komen.

De heer Klink (VVD):
Mevrouw Van der Graaf heeft zich nu maar ook al veel vaker uitgelaten over de bekostiging van eerstejaarsasielzoekers. Mevrouw Van der Graaf weet, zoals wij allemaal kunnen weten omdat wij gisteren ook nog een technische briefing hebben gehad, dat dit conform de OESO-afspraken is en dat eigenlijk alle OESO-landen dit op deze manier doen. Uiteindelijk is beperking van de instroom de echte maatregel om de kosten van de eerstejaarsasielzoekers te drukken. In welke mate wil de ChristenUnie daarin stappen zetten om uiteindelijk die instroom te beperken?

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
We weten ook dat de kosten juist zijn opgelopen doordat we het opvangen van mensen die ons land zijn binnengekomen, niet goed hadden geregeld. Daarom vond de ChristenUnie het ook belangrijk dat er een spreidingswet zou komen, dat er ook veel meer ruimte kan komen voor kleinschalige opvang en op veel meer plekken, zodat we een beetje afstappen van het beleid dat we in Nederland hadden, waardoor die kosten ook zo ongelofelijk oplopen. De heer Klink verwijst ook weer even naar de OESO, maar het is wel een keuze van hoe je hiermee omgaat. Dat hebben we gisteren ook bevestigd gekregen in de antwoorden op onze vragen. Je hoeft het dus niet op deze manier te organiseren. Het kan ook anders; het kan ook beter, waardoor op het moment dat de toestroom toeneemt, andere mensen die ook heel kwetsbaar zijn, verderop in de wereld, daar niet de dupe van worden omdat we daar dan minder geld aan zouden kunnen uitgeven. Het geld dat we hiermee ter beschikking stellen, ook met het budget van Ontwikkelingssamenwerking — het is belangrijk dat dat gezegd wordt en dat ook de mensen bij de VVD dat gewoon goed doorhebben, om het maar zo te zeggen — heb je gewoon keihard nodig als we extra willen investeren in het wegnemen van de oorzaken van migratie en van het op de vlucht slaan van mensen.

De voorzitter:
De heer Klink van de VVD is de volgende spreker van de zijde van de Kamer.

De heer Klink (VVD):
Voorzitter. Voor mij is het een bijzonder moment. Het is het laatste moment dat ik mag spreken vanaf het spreekgestoelte in de plenaire zaal van de Tweede Kamer. Ruim twee jaar geleden sprak ik voor het eerst achter dit spreekgestoelte. Ik ga er tenminste van uit dat het in de originele Kamer hetzelfde spreekgestoelte was. Toen ging het over de export van kalfsvlees. Dat was in de originele Tweede Kamer, midden in de coronatijd. Minister Kaag was in die tijd nog minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Inmiddels is dat allemaal compleet veranderd, net als de wereld.

In deze veranderende wereld zijn buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking misschien wel van steeds groter belang geworden. Als je minder afhankelijk van China wil worden, is het van belang om meer handel te drijven met landen in Afrika, Zuid-Amerika en Azië en daarmee betere toegang tot kritieke grondstoffen te krijgen. De Nederlandse economie bestaat voor zo'n 25% uit handel. Juist in deze tijden van geopolitieke onrust moet de Europese Unie de banden met bevriende landen versterken door middel van handelsakkoorden. Het is enorm belangrijk dat handelsakkoorden op Europees niveau worden gesloten. Zulke verdragen zijn cruciaal voor het behoud van onze vrijheid, veiligheid en welvaart.

Ook op het gebied van ontwikkelingssamenwerking is het verstandig om de Europese samenwerking op te zoeken. Als we onze ontwikkelingsgelden in Europees verband besteden, zorgen we voor meer impact. Europese ontwikkelingsgelden en handelsakkoorden moeten bovendien vaker worden ingezet in ons eigen belang. Ze kunnen helpen om de grondoorzaken van migratie naar Europa weg te nemen, om onze toegang tot grondstoffen te verbeteren en om andere Europese geopolitieke belangen te behartigen.

Voorzitter, tot slot. Ik ben niet van plan moties of amendementen in te dienen en hoef daarom in de tweede termijn niet meer het woord. Ik wil nu alleen nog maar een woord van dank uitspreken. Dank aan u. Dank aan de Griffie, staf, ambtenaren van de ministeries, het personeel van de Kamer en alle ondersteuning. Dank aan minister Schreinemacher en de collega-Kamerleden voor de meestal goede debatten en de samenwerking die we met elkaar hebben gehad. Vooral ook dank aan Bo, Christian en Lucas, die altijd klaarstonden om mij te ondersteunen. Het was voor mij een eer en genoegen om Kamerlid te mogen zijn.

De voorzitter:
We gaan u missen! Meneer Hammelburg.

De heer Hammelburg (D66):
Ja, ik ga de debatjes tussen mij en de heer Klink ook wel missen, want die waren altijd leuk en pittig. Ik heb de heer Klink volgens mij niet gehoord over de amendementen die er liggen. U heeft tijdens mijn bijdrage mijn oproep gehoord aan de gehele Kamer — die was natuurlijk ook aan de VVD gericht — om ervoor te zorgen dat we dit jaar nog geld beschikbaar maken voor de noden die ik benoemde. Denk bijvoorbeeld aan de nood die uw eigen premier ook ziet rond de oorlog in Israël en Gaza, voor de Gazanen. Gaat u voor deze amendementen stemmen, zodat het geld dat nodig is, er ook daadwerkelijk komt? Of blijft het bij de woorden van de premier en de woorden die in moties zijn vervat, zonder de zak met duiten die nodig is?

De heer Klink (VVD):
De heer Hammelburg stelt meerdere vragen. Hij begon met een compliment, dus daar dank ik hem in ieder geval hartelijk voor.

Dan over de amendementen. Ik heb niet voor niets net al enkele interrupties gedaan. Ik zie echt dat als je geld weghaalt van toekomstige begrotingen en toekomstige kabinetten en je daar een hypotheek op legt ... Ook in de toekomst zullen er helaas weer nieuwe noden zijn en zullen daar gelden voor nodig zijn. Die nu weghalen, lijkt mij heel onverstandig. Dat is gisteren in de technische briefing met de ambtenaren van Buitenlandse Zaken ook zo weergegeven.

Een andere vraag die de heer Hammelburg zijdelings stelde, ging over de situatie in Israël en Gaza. Daar is deze systematiek op toegepast. Minister Schreinemacher heeft daarbij de kanttekening gemaakt dat dat hoogst ongebruikelijk is en dat dat zeker geen repeterend karakter moet krijgen. Ik vind het heel waardevol om die kritische noot mee te nemen.

De heer Hammelburg (D66):
In een ideale situatie heb je een investering en extra intensivering van een half miljard per jaar structureel. Zo hadden we het aan het begin van het coalitieakkoord natuurlijk ook bedacht. Maar door de situatie en de instroom van eerstejaars hebben we daar geld van zien verdampen. Dat betekent dat je soms noodmaatregelen moet nemen. Een kasschuif hebben we eerder gedaan. Toen zagen we dat de grootte van de kasschuif ongedaan werd gemaakt door de groei van ons bruto nationaal product en het groeiende budget. We verwachten dat dat bij deze amendementen weer zal gebeuren en dat daarmee per saldo in de toekomst, in 2027 en 2028, helemaal niet bezuinigd hoeft te worden. Als dat argument, die hypotheek op de toekomst, nou wegvalt, zou de VVD dan wel kunnen voorstemmen en de belofte van de premier, de belofte van de VVD-fractie, voor de huidige situatie kunnen waarmaken? Gaat de VVD dan voor die amendementen stemmen?

De heer Klink (VVD):
Hier zit natuurlijk wel een bepaald wensdenken bij, een als-dandenken: áls het daadwerkelijk zo is dat er meer geld bij komt, kan het weer ongedaan gemaakt worden. Maar dat is niet wat nu voorligt. Nu komt er iets bij voor de allerlaatste periode van 2023. Laten we wel wezen: als je de kosten die we hebben gemaakt in Nederland tot ODA zou mogen rekenen, dan zitten we al ver boven die 0,7% van het bni, omdat we de kosten voor de opvang van Oekraïners bewust niet meetellen. Ook dat kwam gisteren in die technische briefing naar voren. Ik zou er zeker niet voor zijn om nu nog meer geld naar voren te halen. Ik ben dus nog niet van mening veranderd.

De voorzitter:
Ik ga naar de heer Van Dijk, want de tijd gaat dringen. Kort, puntig.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Voorzitter, ik grijp ook even mijn kans om een zogenaamde slotinterruptie te doen bij de heer Klink. Die kans krijgen we niet weer.

De voorzitter:
Is dat een nieuw fenomeen, de slotinterruptie?

De heer Jasper van Dijk (SP):
Ja, ik stel voor dat de voorzitter hiermee aan de slag gaat.

De heer Klink (VVD):
Dan moet je het wel bijhouden.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Met koppelteken of zonder, daar moeten we het nog even over hebben. Er gaat steeds meer geld van ontwikkelingshulp naar asielinstroom. Toen zei de heer Klink net: dus we moeten grip op migratie krijgen, want dan kun je dat verminderen. Dat klopt op zich, maar er is nog een manier om het budget voor asielopvang te verminderen, namelijk door het goed te regelen. Dat gebeurt nu niet. Het gebeurt al tien jaar lang niet, waardoor we nu met de noodopvang en crisisnoodopvang zitten die miljarden kost — door de VVD. De VVD wilde namelijk geen nette wet maken voor goede opvang. De belastingbetaler betaalt zich helaas blauw door de VVD, meneer Klink.

De heer Klink (VVD):
Ik weet niet of de belastingbetaler zich blauw betaalt door de VVD. Ik zou juist denken dat dankzij de VVD de belastingbetaler zich nog net níét blauw betaalt. Dat is nou net wat we altijd het belangrijkste vinden: zo veel mogelijk oog hebben voor het niet doorvoeren van belastingverhoging. Kijk, als we het weer eventjes koppelen aan OS — dit is heel snel interdepartementair omdat het op het snijvlak van OS en Justitie zit — kun je heel wat aan de grondoorzaken doen met OS. Dat heeft minister Schreinemacher ook veelvuldig herhaald. We moeten ook niet doen alsof Nederland niets meer doet op dat gebied na de bezuinigingen die zijn doorgevoerd. Nederland hoort als absolute donor echt nog steeds bij de absolute top van de wereld. Er zijn landen met aanzienlijk grotere economieën — denk aan Italië, Canada of China — die in absolute bedragen minder uitgeven aan ontwikkelingssamenwerking dan Nederland doet. We moeten dat niet zomaar bagatelliseren. Het is waar dat we zeker iets moeten doen aan de instroom, vooral wat de VVD betreft, zodat we die terugdringen. Daarin kun je bijvoorbeeld met partnerschappen met Afrikaanse landen echt een grote stap zetten.

De voorzitter:
Afrondend.

De heer Klink (VVD):
Daar kunnen we elkaar vinden, meneer Van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Helemaal ten slotte dan.

De heer Klink gaat heel handig om mijn punt heen. Je moet grip op migratie krijgen — akkoord — maar je moet ook de opvang in Nederland goed regelen. Nu zijn het de Van der Valkhotels en vele andere ondernemers die binnenlopen met miljoenen voor de noodopvang omdat de Nederlandse overheid het niet goed regelt. En wie staat er aan het hoofd van de Nederlandse overheid, tot nu toe, nog een paar weekjes? De VVD.

De voorzitter:
Ik dacht: de koning! Maar goed.

De heer Klink (VVD):
De VVD heeft ook nog niet 76 zetels, meneer Van Dijk. Dus uiteindelijk doen we het in een democratie met velen samen.

De voorzitter:
Helder. Mooi antwoord!

De heer Klink (VVD):
Tot zover.

De voorzitter:
Tot zover. Uw laatste bijdrage!

De heer Klink (VVD):
Ja, daar ga ik wel van uit. Wellicht kom ik nog eens terug over een decennium …

De voorzitter:
We zijn gewaarschuwd.

De heer Klink (VVD):
… als de kiezer het toelaat.

De voorzitter:
We zijn gewaarschuwd. Het ga u goed. De heer Van den Brink van het CDA.

De heer Van den Brink (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb geen bijzondere opening, maar wel bijzondere dank aan collega's die vandaag voor het laatst hebben gesproken, en dank voor hun bijdragen in deze Kamer en ook op dit onderwerp.

Voorzitter. We staan hier vandaag om een gevoelige begrotingsaanpassing te bespreken. Volgens de internationale richtlijnen mogen de kosten van de eerstejaarsopvang worden toegerekend aan onze ODA. Tegelijkertijd zien we dat door de hoge instroom van de afgelopen jaren, de gemoeide kosten rechtstreeks effect hebben gehad op de stabiliteit in de uitvoering van het OS-beleid. Voor het CDA geldt dat wij ernaar streven om de investeringen in de ontwikkelingssamenwerking weer naar 0,7% van ons bruto nationaal product te brengen. Zo kunnen we ook in de toekomst internationale solidariteit betrachten met de noden van kwetsbare mensen in de wereld. Als we alleen al kijken naar wat zich afspeelt aan de grens van Europa, dan ligt daar gewoon een opdracht voor ons, helemaal in verbinding met het migratievraagstuk. Onze eerste opdracht is dan ook om grip te krijgen op de instroom van migranten en om die instroom naar beneden te krijgen. Dat moeten we enerzijds doen door het uitschakelen van het verderfelijke model van de mensensmokkelaar en anderzijds door te investeren in en bij te dragen aan vrede en perspectief op plekken waar mensen nu vluchten voor oorlog en geweld. Daar is ontwikkelingssamenwerking de sleutel toe.

De schommelingen en de bezuinigingen op de korte termijn ten gevolge van de asielinstroom staan goede ontwikkelingssamenwerking in de weg. Daarom vindt het CDA dat er in de toekomst een maximering van deze kosten moet komen. Hier ligt een opdracht voor het nieuwe kabinet. Het CDA beoordeelt de voorliggende suppletoire begroting dan ook in het licht van de aangenomen Kamermotie van de heer Grinwis en een aantal medeondertekenaars. Die motie vroeg om een kasschuif. Het kabinet heeft echter voor dit jaar enkel de meevaller van 165 miljoen ten gevolge van de hoge economische groei ingeboekt. Daarom heeft het CDA, samen met de ChristenUnie, op 4 oktober het amendement ingediend, waarover vandaag door sommigen is gesproken.

Dit amendement dempt de ombuiging in de laatste maanden van 2023, waarbij de vrijgekomen middelen ingezet kunnen worden voor klimaat en voor opvang in de regio. Wat het CDA betreft zou dit ook in 2024 aan de orde moeten zijn. Daar zal het kabinet ongetwijfeld van zeggen: dat is nu niet aan ons. Maar ik wil vragen of daar op de achtergrond in technische zin wel rekening mee wordt gehouden, ook in het doorschuiven van kosten die naar 2024 zijn gegaan. Uiteindelijk dragen de ontwikkelingsprojecten bij aan het bieden van perspectief in het land van herkomst, en uiteindelijk aan het voorkomen van migratie.

Voorzitter. Voordat ik nog iets meer over migratie ga zeggen, is er misschien een vraag.

De voorzitter:
De heer Hammelburg. Wel kort, want anders ga ik in een tijdklem komen. Dus graag kort en puntig.

De heer Hammelburg (D66):
Ik begrijp dat het CDA spreekt over het eigen amendement met de ChristenUnie. Daar hadden we het net ook over; ik vind dat fantastisch. Maar dat gaat over twee enkele onderwerpen. Ik heb zojuist in mijn bijdrage aangegeven dat een aantal internationale organisaties het water aan de lippen staat. Het gaat om situaties nu, bijvoorbeeld de Israël-Gaza-oorlog, met alle gevolgen van dien. Daarvoor is nu acuut meer geld nodig. Dat wordt niet alleen gecoverd met het amendement van het CDA en de ChristenUnie, maar wel ook met dat andere amendement. Kunnen we rekenen op de steun van het CDA? Sterker nog, tekent het CDA mee met dat amendement, zodat we deze crisis dit jaar nog te lijf kunnen gaan? Want anders hebben we echt een groot probleem.

De heer Van den Brink (CDA):
In dit vraagstuk zit een aantal dilemma's. Het eerste is gewoon dat je alleen geld uit de toekomst naar voren moet halen, als je in hoge nood zit. En dat zitten we hier, omdat we denken: dit is geen goede route. Die brug zijn we dus over. Daarna gaat het om de maatvoering en om de vraag hoeveel je dit jaar nog weggezet krijgt. Wij hebben ingeschat dat dit met die 50 miljoen redelijk zou moeten kunnen. De inschatting is dat 120 miljoen te hoog is. Ik ga zo ook luisteren naar de antwoorden van de minister en maak daarna een afweging. Maar om die reden heb ik daar wel mijn twijfels bij.

De heer Hammelburg (D66):
De minister zal zeggen dat het te hoog is en dat het ook moeilijk weg te zetten is. Daarom heb ik zelf ook een rondje gemaakt langs internationale organisaties. Die zeggen: 120 miljoen zou fantastisch zijn, maar dan nog hebben we een gigantisch probleem; we kunnen het dit jaar nog uitgeven en we hebben het dit jaar nog nodig om de acute noden te lijf te gaan. Als u mij nou gelooft of zelf die organisaties belt, bent u dan alsnog bereid om dat amendement te steunen?

De heer Van den Brink (CDA):
Ik zou graag de D66-fractie elke dag willen controleren, maar ik controleer hier de minister. Dat ga ik straks ook doen. Uiteindelijk is het dilemma nog steeds dat er een stuk budget wordt weggehaald uit de toekomst. Ik snap best dat al die organisaties zeggen dat ze het wel weggezet kunnen krijgen, maar dat kunnen ze dan niet meer in 2027 en 2028 wegzetten. Dat is uiteindelijk een dilemma waarover we hier een afweging moeten maken.

De voorzitter:
De heer Thijssen, kort.

De heer Thijssen (PvdA):
Ik zou u toch willen aanmoedigen om niet zozeer D66 te controleren, maar om wel even uzelf te informeren en dat belrondje te doen. U hebt het erover dat we dan een beslag leggen op 2027 en 2028. Dat klopt natuurlijk en dat is spijtig, maar er komen verkiezingen aan. Dat gaat een volgende regering wat ons betreft regelen aan de formatietafel. Ik zou het heel fijn vinden als u zichzelf zou informeren. Bent u daartoe bereid? En bent u dan bereid om het amendement te steunen om dit jaar alles op alles te zetten om aan zo veel mogelijk van die noden tegemoet te komen?

De heer Van den Brink (CDA):
Ik voel me voldoende geïnformeerd. U neemt daarmee twee hypotheken op de toekomst, namelijk een hypotheek van geld en een hypotheek van de verkiezingsuitslag, die automatisch omgezet zou gaan worden in een door u voorgestelde wens voor de uitwerking van uw verkiezingsprogramma. Die dubbele afweging volg ik niet. Ik maak de afweging op basis van vandaag.

De voorzitter:
Afrondend, meneer Thijssen. O, het is afgerond. Heerlijk. Dan gaat u afronden, meneer Van den Brink.

De heer Van den Brink (CDA):
Ik ga het zelf afronden.

We moeten de chaos in de opvang namelijk ook oplossen. De hoge eerstejaarskosten zijn namelijk tevens te danken aan een gebrek aan solidariteit tussen gemeenten, waardoor er voor de opvang exorbitante uitgaven zijn gedaan aan hotelkamers of cruiseschepen. Het CDA hoopt dan ook van harte dat de spreidingswet meer capaciteit voor de opvangplaatsen gaat realiseren, waardoor we een einde maken aan dit soort houtje-touwtjeconstructies en het ad hoc opvangen van asielzoekers op plekken waar we die liever niet willen opvangen. Daarmee dragen we ook bij aan het stabiliseren van de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, waardoor OS-programma's niet als een jojo gekort hoeven te worden.

Dank u wel.

De voorzitter:
Ik schors tien minuten en dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt van 15.29 uur tot 15.44 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik geef graag het woord aan de minister. Ik hoop dat we er kort en puntig doorheen kunnen. Ik weet dat ze dat kan. U heeft een groot talent op dat vlak.


Termijn antwoord

Minister Schreinemacher:
Voorzitter, dank u wel voor het erkennen van dat talent en voor het compliment. Ik wil de Kamerleden bedanken voor hun vragen en betrokkenheid bij de begroting, maar natuurlijk vooral voor wat we ieder jaar als Nederland met het budget op de begroting kunnen bewerkstelligen. Het debat over de suppletoire begroting Prinsjesdag is een nieuw element in de begrotingscyclus en geeft mij de kans om met u in debat te gaan over de precieze verdeling van de ombuigingen als gevolg van de hogere asielraming.

Gelukkig hebben we er wel extra budget bijgekregen. Dat kwam voort uit de laatste Macro Economische Verkenningen. Dat heeft ertoe geleid dat de ombuigingen in 2023 in ieder geval met 165 miljoen gedempt konden worden. Daarmee heb ik de juridische verplichtingen overeind kunnen houden. Het uitgangspunt was ook dat we geen contracten wilden openbreken. Dat hebben we dus niet gedaan.

Ook hebben we de humanitaire hulp gelukkig helemaal kunnen ontzien, mede op verzoek van uw Kamer. Daar ben ik zelf ook heel blij mee. Het is natuurlijk nooit genoeg. De rampen blijven zich aandienen. Dat hebben we ook eerder vandaag weer besproken. Ik ben dus blij dat we het humanitaire budget in ieder geval hebben kunnen ontzien. Dat is voor dit jaar, met alle rampen, overigens wel ten volste uitgeput. Dat hebben we ook eerder vandaag al besproken. Het is ook de reden geweest dat ik nu terughoudend ben met het vrijmaken van extra financiële middelen bij elke ramp. Er is gewoon geen extra humanitair budget.

Ik ben wel heel blij dat we met het kabinet 10 miljoen extra vrij hebben kunnen maken voor het hulpverzoek van de VN voor Gaza van vorige week. Voor dit extra budget voor humanitaire hulp hebben we dus, wel bij hoge uitzondering, via de HGIS-eindejaarsmarge een voorschot genomen op de middelen uit 2024, 2025 en 2026. Als gevolg van deze systematiek zal ik de komende jaren waarschijnlijk wel moeten korten op andere uitgaven.

Er is een valide vraag gesteld ... Ik zie dat er interrupties zijn, maar ik wil mijn inleiding even afronden. Dan kom ik zo bij de antwoorden. Er is de valide vraag gesteld hoe het kabinet kijkt naar de huidige systematiek. Die vraag is ook door minister Kaag beantwoord tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen. We zien dat de kosten voor de eerstejaarsasielopvang alleen maar oplopen. Dat heeft grote gevolgen voor mijn budget.

De voorzitter:
Was dat uw inleiding?

Minister Schreinemacher:
Ja.

De voorzitter:
De heer Van Dijk verlaat dit debat. We wensen hem het allerbeste. Ik geef nu graag het woord aan de heer Hammelburg. We gaan de heer Van Dijk sowieso missen.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Terecht!

De heer Hammelburg (D66):
Volgens mij hadden we hier overigens een scoop, want de minister gaf aan dat zij ook de komende jaren, namelijk in 2024, 2025 en 2026, het geld weer moet compenseren. Dat betekent dat deze minister zich zojuist beschikbaar heeft gesteld voor de komende periode. Dat gebeurt de laatste tijd vaker in de Kamer.

Ik wil ingaan op het vraagstuk-Gaza en het VN-verzoek van vorige week. Dat was een eerste verzoek. We zien de schaal van de situatie. We zien dus ook dat de noden hoog zijn. We kunnen de komende weken nieuwe verzoeken van de Verenigde Naties verwachten. We hebben nu al geld voor de komende jaren naar dit jaar moeten halen om die 10 miljoen te kunnen geven. De minister zegt dus terecht: het geld is op, dus het kan niet meer, en dus we kunnen de komende weken geen verzoek meer honoreren. Maar de Kamer, ook de VVD en het CDA, dient allerlei moties in die zeggen: kom met humanitaire steun. De minister-president, nota bene van de VVD, zegt precies hetzelfde. Hoe gaan we dit dan regelen als de Kamer vandaag geen geld vrijmaakt?

Minister Schreinemacher:
Dat is een heel goede vraag van de heer Hammelburg. Omdat wij geen geld meer hebben op de begroting, vind ik die vraag dus ook heel lastig te beantwoorden. Niet alleen het humanitaire budget, maar ook de rest van de begroting is inmiddels wel echt uitgeput. Ook ik zie de noodzaak van meer humanitaire hulp naar Gaza. We hebben nu 10 miljoen vrijgemaakt. Daarmee zijn we, in ieder geval binnen Europa, nu een van de grootste donoren, maar de noden zullen natuurlijk alleen maar oplopen. Hoe we dat zouden moeten kunnen doen, is iets wat we in het kabinet moeten bespreken. We hebben humanitaire hulp ontzien in de ombuigingen, maar het blijft een moeilijk te beantwoorden vraag.

De heer Hammelburg (D66):
Dat snap ik. En het is op. De minister kan hier niets meer aan doen. Het is vandaag de Kamer die aan zet is. De Kamer moet het vandaag vrijmaken. De Kamer moet het vandaag regelen. Dus we hebben die meerderheid gewoon nodig. En dan kijk ik nu ook gewoon even naar de VVD en het CDA om hun moties waar te maken.

De voorzitter:
Prima.

Minister Schreinemacher:
Dan zal ik nu even de blokjes in mijn bijdrage noemen. Als eerste zal ik ingaan op de begrotingssystematiek. De vragen van ook de heer Van Dijk over het noodhulpbudget en de noodhulp voor Gaza heb ik zojuist beantwoord. Daarna zal ik ingaan op ekv en FMO. Dan heb ik nog het blokje overig en ten slotte zal ik ingaan op de amendementen.

Ik begin dus met de begrotingssystematiek. De heer Thijssen en ook andere leden refereerden aan de hogere kosten voor noodopvang in de asielketen die leiden tot hogere kosten voor ODA. Vanuit de begroting van BHOS betalen wij per opvangplek aan JenV. De hogere opgaven van de noodopvang komen ten laste van JenV. Ik zeg niet dat dat een betere uitkomst is, maar ik zeg dit om even scherp te hebben waar die extra kosten wat betreft noodopvang landen. Want wij betalen gewoon per plek, zoals we dat aan het begin van het jaar hebben afgesproken met JenV. In algemene zin is het natuurlijk voor het ODA-budget wel relevant dat de gehele asielketen goed functioneert. Dat betreft dus instroom, doorstroom en uitstroom.

Gevraagd is of, waar het gaat om het vaste aantal opvangplekken, het de bedoeling is dat het ODA-budget daarmee gespaard blijft. Het doel van het vaste aantal opvangplekken is om ervoor te zorgen dat het COA asielzoekers beter kan opvangen en minder vaak hoeft terug te vallen op noodopvang of zelfs crisisopvang. Als dat leidt tot een besparing van het ODA-budget, dan is dat natuurlijk hartstikke mooi, maar dat is nu nog niet te zeggen, want, zoals ik al zei, wij betalen een vaste prijs per opvangplek.

De heer Thijssen (PvdA):
Maar dit is toch heel raar? Volgens mij is de internationale afspraak, waar wij overigens niet voor zijn, dat als er onverwachte kosten en grote schommelingen zijn, er, en dan nog met grote terughoudendheid, gekeken mag worden naar het budget van BuHaOS. Maar als BuHaOS sowieso voor iedere plek een vast bedrag betaalt, dan is er dus niet sprake van dat we die internationale afspraak uitvoeren. Begrijp ik dat zo goed?

Minister Schreinemacher:
Wij betalen per gebruikte plek of de plek die er daadwerkelijk is. Het is niet zo dat als er een x-aantal opvangplekken zijn, wij daar sowieso voor betalen. Natuurlijk moet er wel iemand zijn die van die plek gebruikmaakt. Dan betalen we dat op dit moment uit het ODA-budget dat op de BHOS-begroting staat.

De heer Thijssen (PvdA):
Maar dat is toch niet de internationale afspraak? Die is toch: je plant zo goed mogelijk hoeveel plekken er nodig zijn, dat betaalt JenV en als er overheen gegaan wordt, dan pas wordt gekeken naar het BuHaOS-bedrag? Het is toch niet zo dat voor iedere gebruikte plek sowieso geld wordt weggehaald bij geld dat bestemd is voor de allerarmsten en de allerkwetsbaarsten?

Minister Schreinemacher:
Dit valt binnen de ODA-systematiek zoals we die binnen de OESO hebben afgesproken. Binnen de OESO hebben we daar internationale afspraken over. Onlangs is ook weer bevestigd in een OESO-rapport dat hoe Nederland dit nu doet, mag.

De heer Thijssen (PvdA):
Laatste vraag. JenV gaat nu inzetten op 41.000 opvangplekken. Mijn fractie hoopt dan toch dat het JenV-budget wordt ingericht op die 41.000 plekken en dat alleen als er grote schommelingen zijn daarboven, er met grote terughoudendheid, gebruikgemaakt kan worden van de BuHaOS-begroting. Is het ook de inzet van deze minister om dat soort afspraken te maken met JenV?

Minister Schreinemacher:
Dit is niet meer aan mij, maar aan een nieuw kabinet. Uw fractie wil het op deze manier. U zei net zelf al dat de verkiezingen eraan komen. Het is echter nu niet meer aan mij om een systematiek met JenV op die manier af te spreken. Dit is echt voor een nieuw kabinet en voor op de coalitietafel.

De voorzitter:
U continueert.

Minister Schreinemacher:
Ik ga maar meteen door naar een vraag van mevrouw Van der Graaf. Zij vroeg: wat gaat de minister doen om richting de formatie zeker te stellen dat er meer rust in de begroting en over de systematiek komt? Het lijkt mij echt logisch dat dit aan de formatietafel wordt besproken. De brief die wij in augustus hebben gestuurd in reactie op de motie van mevrouw Van der Graaf, draagt daar natuurlijk aan bij. Volgens mij is het goed om te kijken naar de huidige ODA-systematiek, inclusief de asielrekening. Die staat volgens mij nu wel voldoende op de agenda en zal ook zeker — zo stel ik me in ieder geval voor — aan de formatietafel besproken worden. Als er informatieverzoeken worden gedaan bij mijn ministerie, zal ik dat natuurlijk van harte faciliteren.

Door in ieder geval de heer Van Dijk is gevraagd of de bezuinigingen tot hogere migratiestromen leiden. We hebben met elkaar afgesproken dat we in ieder geval ons ODA-budget en OS-budget inzetten voor de aanpak van de grondoorzaken van migratie. Om dat nou een-op-een met elkaar te linken … Er zijn heel veel verschillende redenen waarom mensen migreren. In de Staat van Migratie die 6 oktober naar uw Kamer is gegaan, is ook te lezen dat een groot deel van de mensen die naar Nederland komen, arbeidsmigrant is. Het hele OS-beleid is er in den brede ook op gericht om mensen weerbaarder te maken en hun een beter leven ter plaatse te bieden.

De heer Hammelburg vroeg: kunnen we niet extra geld op de begrotingsreserve bij JenV zetten, zodat het ODA-budget niet voor de asielopvang ingezet hoeft te worden? Zoals gezegd, ik denk echt dat dit voor het nieuwe kabinet is. In de huidige systematiek maakt het natuurlijk niet zo veel uit waar de reserve staat. De uitgaven zijn ODA'ble. Het maakt dus niet uit of het budget nou mijn bufferartikel is of dat dat op een JenV-begroting staat. Het zou pas iets uitmaken als de reserve niet uit het ODA-budget wordt gevuld.

Volgens mij heb ik dan alle vragen over de ODA-systematiek beantwoord.

De voorzitter:
Zeker.

Minister Schreinemacher:
De heer Thijssen vroeg nog naar de 16 miljoen waarmee het budget voor voedselzekerheid wordt gekort. We hebben al eerder in verschillende debatten met elkaar van gedachten gewisseld over voedselzekerheid. Onze inzet op voedselzekerheid is echt gericht op duurzame en structurele bestrijding van ondervoeding. Het is erg moeilijk om een nauwkeurige relatie te leggen tussen het aantal mensen dat bereikt wordt en de 16 miljoen euro waarmee het budget wordt gekort. We proberen gewoon met het geld dat we hebben zo veel mogelijk mensen te bereiken.

Dan over de ekv. Die vraag is ook door de heer Thijssen gesteld, mede namens GroenLinks. Het project staat op dit moment nog on hold. De projectleider voert wel verkennende gesprekken. Als het project wordt opgestart, maken wij de afweging of we een ekv gaan verstrekken in lijn met het imvo. Die is natuurlijk altijd in lijn met het imvo-beleidskader. Daarin nemen we de lessen mee van de proximityevaluatie naar de veiligheidsaspecten. Staatssecretaris Van Rij en ik hebben de Kamer op 21 februari erover geïnformeerd dat we de uitkomsten van de evaluatie hebben omarmd en deze doorvoeren. Het kabinet maakt daarbij een eigen afweging over de ekv en legt daarover ook verantwoording af aan de Kamer in de jaarlijkse ekv-monitor. Daarbij wordt ook met het maatschappelijk middenveld gesproken om hun inzichten mee te nemen. Wij leggen geen individuele transacties voor voorafgaand aan goedkeuring, maar sturen dus pas na ieder jaar de verantwoording over de ekv. Dat doe ik dus samen met mijn collega.

De heer Thijssen (PvdA):
Ik wil toch echt vragen of de minister hier een andere toezegging op kan doen. Ik heb vanochtend namelijk nog gepraat met mensen uit Mozambique. Zij vertellen mij dat er rond dit project heel veel problemen zijn, heel veel mensenrechtenschendingen. Er zijn aanbevelingen gedaan en de regering neemt die over, maar wij zien niet hoe nou wordt geborgd dat die aanbevelingen ook echt worden geïmplementeerd en dat deze mensenrechtenschendingen stoppen. Wij zouden dus een brief willen van de minister waarin we zien om welke redenen zij voornemens is, als ze dat is, om de ekv weer door te zetten en wij zouden daar dan een debat over willen hebben. Wij zouden ook willen dat zij het project tot die tijd niet schrapt, maar ook niet doorzet. Het staat nu on hold. Laat het nog even on hold staan. Het heeft een enorme impact in Mozambique. Laten we hier met elkaar in de Kamer een goed debat hebben en dan kan de regering in al haar wijsheid een besluit nemen. Kan de minister daarin meegaan?

Minister Schreinemacher:
Ik vind dat een lastige vraag. Ik begrijp waar de heer Thijssen naar op zoek is. Ik vind het volgende wel belangrijk. Wij nemen al die aanbevelingen mee en al die imvo-regels en OESO-richtlijnen moeten opgevolgd worden alvorens de ekv wordt afgegeven. U kunt begrijpen dat dat juist bij dit project onze extra aandacht heeft vanwege wat er in het verleden is gebeurd. Ik vraag u toch om ons achteraf te controleren en ons het werk te laten doen. Deze toezegging ga ik dus niet doen.

De heer Thijssen (PvdA):
Nog één poging dan. Ik denk dat ik dan toch ga kijken of ik een meerderheid kan vinden in deze Kamer om wel deze aanpak te volgen, maar ik en de minister hebben vaker gepraat over het maatschappelijk middenveld en hoe belangrijk dat is bij het belangrijke werk dat BuHa-OS doet. Ik heb vanochtend gepraat met het maatschappelijk middenveld in Mozambique. De signalen die ik hoor, zijn zeer, zeer, zeer zorgwekkend. Ik zou denken dat dat voldoende aanleiding voor deze minister is om te zeggen: ik ga hier echt nog even heel erg goed naar kijken voordat ik hier een besluit over neem. Kan de minister mij dan toezeggen dat zij het gesprek aangaat met het maatschappelijk middenveld in Mozambique en dat zij dat zwaarwegend mee gaat nemen in de beslissing die zij gaat nemen?

Minister Schreinemacher:
Ja, ik doe dit natuurlijk samen met mijn collega Van Rij, maar ik wil zeker toezeggen dat wij met het maatschappelijk middenveld aan tafel gaan.

De heer Thijssen (PvdA):
Dank u wel.

De voorzitter:
Prima. U continueert.

Minister Schreinemacher:
De heer Van Dijk vroeg nog naar FMO. Hij vroeg of ik het ermee eens ben dat investeringen in ondemocratische regimes alleen onder strenge voorwaarden mogen. Ja, dat ben ik met de heer Van Dijk eens. Hij zal deze antwoorden vast nog terugzien. Investeringen worden te allen tijde onder strenge voorwaarden gedaan. Ten aanzien van mensenrechten hanteert FMO strenge en internationaal geaccepteerde standaarden, zoals de UN Guiding Principles on Business and Human Rights. Bij iedere investering doet FMO een klantonderzoek om risico's te beperken. FMO speelt als ontwikkelingsbank juist in complexe omstandigheden een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de private sector. Ik vind het wel belangrijk dat ook in landen waar ondemocratische regimes zijn, activiteiten kunnen worden ontplooid.

Verder vroeg de heer Van Dijk nog naar het op afstand zetten van FMO. FMO opereert wel op afstand van de Staat, maar binnen de kaders en randvoorwaarden die de Staat en FMO hebben afgesproken, zoals in de criterianota is vastgelegd. Zo legt de criterianota vast dat IFC Performance Standards worden gebruikt als FMO's operationele ESG standards. FMO's ESG-risicomanagementbeleid is in lijn met de OESO-richtlijnen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights. Daarmee is het volgens mij dus niet bezwaarlijk dat FMO op afstand staat, omdat zij sowieso moeten voldoen aan die criterianota en de afspraken die wij met hen hebben gemaakt.

Dan ten aanzien van de amendementen. Aan het eind van het debat kom ik met een appreciatie van de amendementen. Op dit moment wordt de dekking van de amendementen gevonden in het verdeelartikel in de jaren 2027-2028. Dat is op dit moment technisch gezien mogelijk, maar ik vind het wel belangrijk om ook te vermelden dat de tegenvallende asieluitgaven, waar we het vandaag in het debat natuurlijk ook grotendeels over hebben, nog niet zijn verwerkt in die jaren. Dus daar gaat helaas nog een grote tegenvallende asieluitgave komen.

De heer Hammelburg (D66):
Dat klopt, op basis van de cijfers die we eerder dit jaar hebben gekregen. Op basis daarvan is ook de begroting vastgesteld. Daarvoor heb ik wel begrip, want het is ook een lastige situatie. Maar we hebben ook al signalen gekregen dat de cijfers nu lager zijn dan ze eerder zijn ingeschat. Dat betekent dat daar alweer een correctie op komt. Die cijfers zijn nog niet naar de Kamer gekomen. We hebben er heel vaak om gevraagd, juist voor dit debat. Maar de cijfers zijn er niet. Heeft de minister die cijfers op dit moment al op het bureau liggen? Wanneer kunnen we ze verwachten, zodat we dit beter kunnen beargumenteren? Alle signalen staan nu namelijk op groen voor het idee dat er juist meer ruimte komt. Dan wordt dit argument weggenomen.

Minister Schreinemacher:
Ik heb de cijfers nog niet op mijn bureau liggen, maar ik begrijp dat JenV daarover een brief zal sturen. Ik hoop u in de tweede termijn te informeren over wanneer zij dat zullen doen.

De voorzitter:
Prima.

Minister Schreinemacher:
Dat doe ik zeer binnenkort, dus ergens deze week.

De voorzitter:
Dat viel de minister ineens even binnen. Handig hè?

Minister Schreinemacher:
Dan is de vraag wat in deze korte tijd nog haalbaar is met de amendementen. Het werd ook al duidelijk in een interruptiedebat tussen D66 en het CDA. We leven nu aan het eind van het jaar, namelijk eind oktober. Ik heb natuurlijk absoluut sympathie voor die amendementen. Ik waardeer het ook dat Kamerleden dit initiatief nemen, maar ik moet wel zeggen dat hele grote bedragen voor ons nu heel lastig zijn om nog weg te zetten, om het maar zo te zeggen. Je kunt dan zeggen: ja, maak dan gewoon 100 miljoen over naar een bepaalde organisatie, dan weten die het wel weg te zetten. Maar het is ook zo dat de IOB bijvoorbeeld zegt: "Je moet echt stabiel financieren. Dat komt echt de kwaliteit en de deugdelijkheid van de begroting ten goede." Het is dus voor ons wel heel lastig om nu nog hele grote bedragen aan bepaalde organisaties te doneren, moet ik zeggen. Als het amendement-Grinwis wordt aangenomen, dan zouden er eventueel middelen beschikbaar worden gesteld aan klimaatfondsen. De doelen staan ook in de amendementen zelf. Maar het blijft wel heel lastig om dat nog te doen op deze termijn.

De voorzitter:
Over negen minuten moet het volgende debat beginnen. Meneer Hammelburg.

De heer Hammelburg (D66):
De IOB heeft inderdaad gezegd dat stabiliteit belangrijk is. We hebben nu alleen instabiliteit op de begroting gekregen door een hogere instroom van asiel. Dat heeft enorme consequenties gehad. Deze amendementen proberen dat niet eens helemaal te voorkomen, maar te dempen. Ze proberen het weer stabieler te maken, want het is labiel. We zitten in een situatie waarin de noden ineens gigantisch omhoog zijn gegaan en waarin de minister juist ook heeft aangegeven: als het amendement-Hammelburg/Thijssen/Van Dijk niet wordt aangenomen, dan kunnen we voor de Gazanen dit jaar niets meer betekenen.

Minister Schreinemacher:
Als er geen extra geld naar de begroting gaat, dan kunnen we in ieder geval niets meer van de BuHaOS-begroting doen.

De voorzitter:
Prima. U continueert.

Minister Schreinemacher:
Nee, dat was mijn inbreng.

De voorzitter:
O, dat was uw bijdrage. Heel goed. Dan kijk ik of er behoefte bestaat aan een tweede termijn. De heer Thijssen van de PvdA. Nou, dan moet u nu beginnen, meneer Thijssen.


Termijn inbreng

De heer Thijssen (PvdA):
Dank, voorzitter. Mijn fracties vinden het toch van belang dat we gaan proberen het ODA-budget zo veel mogelijk te beschermen voor die extra kosten voor de eerstejaars asielopvang, en daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de OESO verzoekt de koppeling die het mogelijk maakt eerstejaars asielopvang uit ODA-middelen te dekken conservatief te benaderen, gegeven de impact die dit heeft op het ontwikkelingssamenwerkingsbudget;

overwegende dat JenV om schommelingen in de opvangcapaciteit te voorkomen werkt aan een vaste capaciteit van 41.000 plekken;

verzoekt de regering om de bekostiging van deze 41.000 plekken in ieder geval niet uit het ODA-plafond te dekken;

verzoekt de regering zolang van de koppeling gebruik wordt gemaakt deze enkel toe te passen wanneer er zich grote en onverwachte schommelingen van de asielinstroom voordoen en ook dan uiterst conservatief van deze mogelijkheid gebruik te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.

Zij krijgt nr. 8 (36435-XVII).

De heer Thijssen (PvdA):
Dan toch nog een laatste poging om te kijken of we additioneel geld kunnen vrijmaken voor humanitaire middelen. Ik had het er ook al over in mijn inbreng.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat internationale hulporganisaties als UNRWA en het Rode Kruis acuut financiële middelen nodig hebben om aan de humanitaire hulpvraag in Gaza tegemoet te komen en deze vraag waarschijnlijk nog zal oplopen;

constaterende dat ook andere noden in de wereld onverminderd hulp behoeven en het geld dat naar Gaza gaat niet ten koste mag gaan van geld dat hongersnoden elders in de wereld moet verzachten;

constaterende dat de ODA-middelen beperkt zijn;

verzoekt de regering om de financiële steun die wordt verstrekt voor humanitaire hulp aan organisaties als UNRWA, voor het overgrote deel uit additionele middelen te financieren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.

Zij krijgt nr. 9 (36435-XVII).

De heer Thijssen (PvdA):
En dan over de exportkredietverzekering; ik had het net al voorspeld. Het lijkt ons goed om de pas op de plaats die nu van kracht is, gewoon een tijdje voort te zetten, hierover als regering en Tweede Kamer echt even goed met elkaar in gesprek te gaan en dan te bezien of deze exportkredietverzekering verstrekt moet worden of niet. Daarom de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het door de Tweede Kamer aangevraagde Proximities-rapport aantoont dat er zware tekortkomingen zijn geweest in het beoordelingsproces van de veiligheidssituatie rond de exportkredietverzekering van 1 miljard voor het Mozambique LNG project;

constaterende dat er op grote schaal mensenrechtenschendingen plaatvinden die direct gerelateerd zijn aan dit gasproject;

overwegende dat binnen een maand na het afgeven van de Nederlandse steun in 2021 het project werd stilgelegd onder een force majeure clausule;

overwegende dat ondanks een grote aanval een paar dagen geleden de CEO van TotalEnergies heeft aangekondigd aan het eind van dit jaar te willen herstarten met het LNG-project;

verzoekt de regering een beslissing over het verstrekken van een exportkredietverzekering voor het LNG-project van TotalEnergies in Mozambique uit te stellen tot de uitkomsten van het herbeoordelingsproces duidelijk zijn en zijn besproken in de Tweede Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen, Christine Teunissen, Van Raan, Jasper van Dijk, Kröger en Van der Lee.

Zij krijgt nr. 10 (36435-XVII).

De heer Thijssen (PvdA):
Voorzitter. Tot slot heb ik een hele mooie motie om te proberen het ODA-budget verder te beschermen en langjarig te maximeren.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat lage- en middeninkomenslanden kampen met stijgende voedselprijzen, armoede en acute hongersnoden;

overwegende dat het Nederlandse OS-budget hard nodig is voor het doel waar het voor bedoeld is, namelijk ontwikkelingssamenwerking bieden in deze landen;

verzoekt de regering de toerekening van eerstejaarsopvangkosten aan ODA-middelen langjarig te maximeren, zodat dit budget stabiel blijft en onzekerheid wordt voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen en Van den Brink.

Zij krijgt nr. 11 (36435-XVII).

Prima. Dank u wel. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Hammelburg van D66.

De heer Hammelburg (D66):
Dank, voozitter. Ook dank voor de bijdragen van de vele collega's, die op dit moment allemaal dezelfde urgentie uitdragen, namelijk: het geld is op. De minister geeft het aan: we kunnen dit jaar niets meer doen. Zeker gezien de vele noden die er zijn, is dat een ontzettend nare constatering.

Voorzitter. De afgelopen weken, gister, eergister en vorige week heeft deze Kamer gedebatteerd en moties ingediend over de oorlog in Israël en Gaza. Bij monde van de premier en bij monde van de Kamer is aangegeven dat wij geld moeten vrijmaken voor humanitaire steun aan de Gazanen, aan de burgerbevolking. Maar de minister gaf net ook aan dat dat niet mogelijk is als ons amendement niet wordt aangenomen. Dan kunnen we niets. Dan binden we onze premier de handen op de rug in de diplomatieke wereld, de premier die naar Jeruzalem gaat, die naar de Verenigde Naties gaat, die verzoeken krijgt om dit te doen, die zelf ook uitspreekt, samen met andere Europese regeringsleiders, dat wij dat geld moeten vrijmaken en dat wij dat snel moeten doen, zodat de trucks bij Rafah de Gazastrook in kunnen gaan. En ondertussen doen we niets. Dat kan niet en dat mag niet. Dan zijn wij niets waard, niet als Kamer, niet als kabinet, niet als premier en niet als land. De minister gaf duidelijk aan op mijn vraag hoe we dit moeten regelen, dat de minister dit niet meer kan regelen. Het is vandaag aan de Kamer. De Kamer is aan zet. De Kamer zal voor dit amendement moeten stemmen om dit voor elkaar te krijgen.

Dank u wel.

De voorzitter:
Prima. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors drie minuutjes en dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt van 16.13 uur tot 16.17 uur geschorst.

De voorzitter:
Het woord is aan de minister. We gaan er kort en puntig doorheen.


Termijn antwoord

Minister Schreinemacher:
Dank u wel, voorzitter. Kort en puntig, dus ik zal direct beginnen met de moties.

Ik begin met de motie op stuk nr. 8 van de heer Thijssen over de 41.000 plekken. Op dit moment, en waarschijnlijk ook de komende jaren, is de benodigde capaciteit hoger dan 41.000 plekken. Dit zou dus sowieso niet zorgen voor extra uitgaven uit het ODA-budget. Daarom ontraad ik de motie op stuk nr. 8. De aanpassing van de asielsystematiek is namelijk aan een nieuw kabinet.

De motie op stuk nr. 9 ontraad ik. Er is nu op mijn begroting geen ruimte. Ik zie ook dat de heer Thijssen het in de motie over additionele middelen heeft. We geven natuurlijk structureel 19 miljoen aan UNRWA en we hebben van de 10 miljoen die we vorige week hebben vrijgemaakt 8 miljoen gealloceerd voor UNRWA. Op dit moment houdt het kabinet natuurlijk zeer in de gaten en in het oog wat er verder nog nodig is in Gaza. Het ziet op dit moment geen ruimte om dat nog additioneel te financieren. Ik ga daar natuurlijk niet alleen over, dus ik moet de motie op stuk nr. 9 ontraden.

De voorzitter:
Kort, meneer Thijssen.

De heer Thijssen (PvdA):
De appreciatie van de motie op stuk nr. 9 legt nogmaals de bal bij de Tweede Kamer wat betreft de amendementen die zijn ingediend. Ik hoop dus dat dit goed gaat. Maar even over de motie op stuk nr. 8, want misschien begrijpt de minister mijn motie niet helemaal of is die niet helemaal duidelijk. Het idee is dat er 41.000 plekken komen, dat die helemaal worden gefinancierd uit de JenV-begroting en dat alleen als er daarbovenop grote schommelingen zijn, gekeken wordt naar het ODA-budget. In die zin gaat dat de begroting van deze minister ontzettend helpen.

Minister Schreinemacher:
Ik begrijp de gedachte en ik vind die ook echt sympathiek, maar ik zie het toch echt als een opdracht aan het nieuwe kabinet om hiermee aan de slag te gaan.

De voorzitter:
Prima. Dan de motie op stuk nr. 10.

Minister Schreinemacher:
Ik blijf bij wat ik in mijn eerste termijn ook heb gezegd. Ik wil niet iedere ekv-transactie voorleggen aan de Tweede Kamer. De heer Van Rij wil dat ook niet. Natuurlijk verantwoorden wij ons via de jaarlijkse monitor. Wij zullen zeker met het maatschappelijk middenveld spreken en we toetsen natuurlijk op het imvo-beleidskader.

De voorzitter:
En dus …

Minister Schreinemacher:
Dus wordt de motie op stuk nr. 10 ontraden.

De voorzitter:
Heel goed. De motie op stuk nr. 11.

Minister Schreinemacher:
De motie op stuk nr. 11 gaat ook over de systematiek. Ik blijf ook bij dat antwoord. De motie op stuk nr. 11 wordt dus ontraden.

De voorzitter:
Prima. Dan de amendementen nog even.

Minister Schreinemacher:
Ik begin met het amendement-Grinwis c.s. op stuk nr. 3 over de 50 miljoen uit de OS-buffer. Ik vind het een sympathiek amendement. Dat heb ik eerder ook al gezegd. Dat zou een vakminister met deze begroting natuurlijk zeker lucht geven. Toch moet ik het amendement op stuk nr. 3 ontraden. Als kabinet zijn we geen voorstander van een kasschuif vanuit 2028 naar 2023, omdat dit eigenlijk gewoon het doorschuiven van de rekening naar een volgend kabinet is. Ik ontraad het amendement ook vanwege de onzekerheden van nieuwe asielramingen. Door de economische groei stijgt het ODA-budget al met 165 miljoen. Mocht er toch een meerderheid voor dit amendement ontstaan, dan zou het natuurlijk mooi zijn om daarvan in ieder geval ook een gedeelte in te zetten voor humanitaire hulp in de Palestijnse gebieden. Maar goed, ik ontraad het amendement op stuk nr. 3 desalniettemin.

De voorzitter:
Sympathiek, doch ontraden.

Minister Schreinemacher:
Ja.

De voorzitter:
Zullen we eerst het amendement-Hammelburg op stuk nr. 7 even doen?

Minister Schreinemacher:
Het amendement-Hammelburg op stuk nr. 7 ontraad ik ook.

De voorzitter:
Ja. Met dezelfde argumentatie.

Minister Schreinemacher:
Ja, met de dezelfde argumentatie. Ook bij dit amendement wil ik iets over de invulling vragen. Mocht het amendement op stuk nr. 7 nou wel worden aangenomen, dan vraag ik de heer Hammelburg het volgende. De heer Hammelburg vraagt nu om de ombuigingen op het thema mondiale gezondheid en SRGR weer terug te draaien. Maar eigenlijk is het niet mogelijk om die extra middelen nu nog op die post uit te geven. De vraag is dus eigenlijk om dat te veranderen naar "partnerschappen met maatschappelijk middenveld".

De voorzitter:
De duimen gaan omhoog. Prima. Tot zover dit debat, denk ik. Dat was wishful thinking. De heer Hammelburg.

De heer Hammelburg (D66):
Dat is de allerlaatste interruptie, voorzitter, misschien wel de allerlaatste in mijn leven.

De voorzitter:
Ach!

De heer Hammelburg (D66):
Daar bent u dan getuige van. Ik heb de argumenten van de minister gehoord. Ik heb ze ook gedebunkt, volgens mij. Iedereen heeft dat gehoord. Is het niet gewoon zo dat dit kabinet niet wil dat we het saldo dit jaar nog verder belasten met 0,05% of 0,12%?

Minister Schreinemacher:
Nee, dat is niet waar, want uiteindelijk schuif je de rekening door naar een volgend kabinet. Daarmee neem je eigenlijk een voorschot op wat de volgende kabinetten met het ODA-budget gaan doen. Als die dat niet gaan wijzigen — ik begrijp dat uw partij dat voor ogen heeft — dan ontstaat er eigenlijk een nog groter gat in de BHOS-begroting.

Dan wil ik graag nog één afsluitende opmerking maken en de Kamerleden die in ieder geval zeker weten dat ze niet terugkomen, van harte bedanken voor de goede debatten die we hebben gevoerd. Misschien was dit ook wel mijn laatste debat als minister voor BHOS.

De voorzitter:
Je weet het nooit.

Minister Schreinemacher:
Je weet het nooit. Daarbij dus ook mijn dank aan de Kamerleden voor de goede debatten. Natuurlijk ook dank aan al mijn ambtenaren voor de goede ondersteuning van de afgelopen jaren.

De voorzitter:
Heel goed, dank u wel. Dank voor uw aanwezigheid. Als dit inderdaad de laatste keer is: u werd altijd enorm gewaardeerd.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Ik schors enkele ogenblikken. Vanavond laat gaan wij stemmen over de moties en de amendementen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Hersteloperatie kinderopvangtoeslag

Hersteloperatie kinderopvangtoeslag

Aan de orde is het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag (CD d.d. 12/10).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag. Het commissiedebat vond plaats op 12 oktober jongstleden. Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris. Er zijn vijf sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is mevrouw Temmink van de fractie van de SP. Ik geef haar graag het woord.

Mevrouw Temmink (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik begin met de moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de nieuwe alternatieve aanvullende schaderoute afgesloten wordt met een vaststellingsovereenkomst waarbij na het sluiten geen bezwaar- of beroepsmogelijkheid bestaat;

overwegende dat de informatievoorziening aan gedupeerden nog altijd niet op orde is;

van mening dat een gedupeerde de mogelijkheid moet hebben om de overeenkomst bij een civiele rechter te kunnen toetsen als de afgesproken compensatie onvoldoende blijkt;

verzoekt de regering de optie voor juridische toetsing bij de civiele rechter mogelijk te maken na het sluiten van een vaststellingsovereenkomst in de alternatieve aanvullende schaderoute,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Temmink.

Zij krijgt nr. 1304 (31066).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat meerdere kinderen van gedupeerde ouders geld hebben geleend bij DUO om hun ouders financieel te ondersteunen;

overwegende dat dit kabinet heeft aangegeven deze schulden categorisch uit te sluiten van compensatie;

van mening dat het een groot falen is als de overheid deze kinderen niet voldoende financieel compenseert;

verzoekt de regering de DUO-schulden van personen die onder de kindregeling vallen niet meer categorisch uit te sluiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Temmink.

Zij krijgt nr. 1305 (31066).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat gedupeerde ouders zich vanaf 1 januari 2024 niet meer kunnen aanmelden als gedupeerde in het toeslagenschandaal;

overwegende dat handhaving van de deadline betekent dat gedupeerde ouders die eventueel veel schade hebben geleden, niet meer geholpen zullen worden;

verzoekt de regering de aanmeldingsdeadline van 31 december 2023 te schrappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Temmink.

Zij krijgt nr. 1306 (31066).

Mevrouw Temmink (SP):
Voorzitter. Tijdens het debat heeft de SP aangegeven dat het politieke onwil is dat het toeslagenherstel niet goed gaat. Daarom ook nog de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat tienduizenden gedupeerde ouders en kinderen nog steeds onvoldoende gecompenseerd zijn voor de schade die hun is aangedaan in het toeslagenschandaal;

overwegende dat het nog jaren zal duren voordat alle gedupeerden gecompenseerd zullen zijn;

overwegende dat veel gedupeerden opnieuw vastlopen in stroperige procedures;

spreekt uit dat het niet willen herstellen van het ongekend onrecht heeft geleid en leidt tot nieuw aangedaan onrecht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Temmink.

Zij krijgt nr. 1307 (31066).

Mevrouw Temmink (SP):
Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Mevrouw Kat van D66.

Mevrouw Kat (D66):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst een aantal moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een significante groep gedupeerde jongeren aangeeft door niet-saneerbare schulden (zoals bij DUO) geen nieuwe start te kunnen maken;

overwegende dat eenduidige informatie ontbreekt om tot een passend aanvullend aanbod te komen voor deze niet-saneerbare schulden;

verzoekt het kabinet het CBS te verzoeken te onderzoeken in welke mate de studieschuld van gedupeerde jongeren verschilt van die van andere jongeren met vergelijkbare achtergrondkenmerken en dit op microniveau (schuld per jongere) en macroniveau (totale schuld) te rapporteren in de eerstvolgende voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen;

verzoekt de regering, indien het onderzoek bevestigt dat er sprake is van een significante impact op het schuldniveau, met scenario's te komen om deze jongeren te helpen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kat, Inge van Dijk en Van der Lee.

Zij krijgt nr. 1308 (31066).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat gedupeerde jongeren in juni 2021 gevraagd hebben om een laagdrempelige mogelijkheid voor financieel advies en ondersteuning;

constaterende dat het kabinet samen met jongeren en een bank deze financiële voorlichting op fysieke locaties aan het verkennen is;

verzoekt de regering deze verkenning zo snel mogelijk af te ronden en jongeren een laagdrempelige manier te bieden om op een fysieke locatie financieel advies en ondersteuning in te winnen en hiervoor in de eerstvolgende voortgangsrapportage een concreet plan te presenteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kat, Inge van Dijk en Van der Lee.

Zij krijgt nr. 1309 (31066).

Mevrouw Kat (D66):
Tot slot, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het schuldhulpverleningsaanbod voor jongeren een belangrijke factor is om een nieuwe start te maken;

overwegende dat voor sommige jongeren na een schuldhulpverleningstraject ook niet-saneerbare schulden, zoals DUO-schulden, knellend kunnen zijn;

verzoekt de regering gemeenten ruimte te bieden om gedupeerde jongeren, die na een schuldhulpverleningstraject een niet-saneerbare restschuld houden, op basis van hun behoeften te ondersteunen en te zorgen voor maatwerk voor een schuldenvrije toekomst,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kat, Inge van Dijk en Van der Lee.

Zij krijgt nr. 1310 (31066).

Mevrouw Kat (D66):
Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Een korte vraag van mevrouw Temmink. Eéntje.

Mevrouw Temmink (SP):
Als kinderen van toeslagenouders geld hebben geleend bij DUO en uit het onderzoek blijkt dat het gemiddeld gezien niet veel meer is, vindt D66 het dan gerechtvaardigd dat deze DUO-schulden niet vergoed worden?

Mevrouw Kat (D66):
Ja, voorzitter?

De voorzitter:
Als dat uw antwoord is.

Mevrouw Kat (D66):
Nee, dat was niet mijn antwoord. Ik vroeg gewoon de mogelijkheid om te reageren.

Bij DUO-schulden gaat het om de vraag of er sprake is van een goed schuldhulpverleningsaanbod, waar jongeren echt mee geholpen zijn. Ik vind het dus van belang dat wij een passend aanbod hebben. Op dit moment is dat voor niet-saneerbare schulden niet aanwezig. Daarom heb ik via deze moties gevraagd om dat te regelen en om samen met gemeenten aan de slag te gaan voor die schuldenvrije toekomst.

De voorzitter:
Prima. Mevrouw Inge van Dijk van het CDA.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank u wel, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de hersteloperatie toeslagen het dossier van cruciaal belang is voor zowel UHT als de gedupeerde ouders om inzicht te krijgen in de omvang van de schade;

constaterende dat de Staat bij herhaling in strijd handelt met de wet door niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken te overleggen aan gedupeerde ouders en ook stukken uit FSV niet toe te voegen aan de dossiers;

constaterende dat hierdoor gedupeerde ouders geen redelijke kans krijgen hun kant van het verhaal naar voren te brengen en zich goed te verdedigen, waardoor het "equality of arms" principe uit artikel 6 EVRM wordt geschonden;

verzoekt de regering te erkennen dat zij in strijd handelt met de wet en het EVRM door geen complete dossiers, inclusief FSV-stukken, aan gedupeerde ouders te verstrekken;

verzoekt de regering als de complete dossiers niet verstrekt kunnen worden, ouders wel een eerlijke kans te bieden, door hun verhaal als uitgangspunt te nemen voor het vergoeden van de geleden schade,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Inge van Dijk en Temmink.

Zij krijgt nr. 1311 (31066).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de trage werkwijze bij CWS van 3,1 dossiers per week een enorme bottleneck in de hersteloperatie vormt, vooral voor de zwaarst gedupeerde ouders;

overwegende dat nog zo'n 1.400 dossiers beoordeeld moeten worden en dat dit aantal nog verder toe zal nemen waardoor we, in het huidige tempo, het risico lopen dat deze route nog zo'n tien jaar operationeel moet blijven;

overwegende dat bij een maatwerkoplossing ook integraal de daadwerkelijke schade van de ouder wordt beoordeeld;

verzoekt de regering binnen zes maanden de capaciteit bij CWS opgeschaald te hebben naar vijftien dossiers per week;

verzoekt de regering, wanneer dit niet lukt, de capaciteit van CWS voor de ontwikkeling van de maatwerkroute in te zetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Inge van Dijk en Temmink.

Zij krijgt nr. 1312 (31066).

Het regent moties. Mevrouw Kamminga van de VVD.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Voorzitter, dank voor het woord. Van mijn kant geen moties, maar ik wil wel nog een paar woorden zeggen. Het commissiedebat dat wij op 12 oktober voerden, was de laatste keer dat de Kamer in deze samenstelling over dit onderwerp sprak. Het ongemak en ongeduld over de duur van de hersteloperatie was bij alle aanwezigen voelbaar, want helaas zijn nog steeds niet alle gedupeerden geholpen en is en blijft het voor veel ouders en kinderen een moeizaam traject. Als Kamer hebben we de afgelopen periode, samen met de staatssecretaris, geprobeerd het proces te verbeteren, te versnellen, transparanter te maken en te versimpelen. Er zijn goede stappen gezet, maar helaas is dat werk nog niet af. Het is dan ook goed dat de staatssecretaris, ook in haar demissionaire periode, vol doorgaat met het oplossen van de problemen en doorwerkt aan duidelijke, eenvoudige processen die voor iedereen hetzelfde zijn, maar tegelijkertijd ook aandacht hebben voor persoonlijke omstandigheden en, waar nodig, maatwerk kunnen bieden. Ook vandaag hebben een aantal collega's weer voorstellen gedaan om dat verder te verbeteren.

Voorzitter. Veel van die verbeteringen — dat wil ik toch ook hier zeggen — waren er niet geweest zonder de input van de gedupeerde ouders, die altijd bereid waren om in gesprek te gaan, suggesties aan te dragen voor hoe het beter kon of andere gedupeerden te helpen. Daar heb ik groot respect en waardering voor, want het niet niets om telkens weer je verhaal te doen en de energie te vinden om, ondanks je eigen problemen, je ook steeds weer in te zetten voor andere gedupeerden. Maar dat deden ze wel. Dank daarvoor.

Voorzitter. Hoewel we het in deze Kamer wellicht niet altijd eens zijn over wat de beste oplossing is, wat werkt en wat mogelijk is, trekken we allemaal wel aan dezelfde kant van het touw. De staatssecretaris zei dat ook al in het commissiedebat. Ik hoop dat de nieuwe Kamer dat ook zal doen, want een onderwerp als dit verdient dat of, beter gezegd, de gedupeerden verdienen dat.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Van der Lee van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. Het klopt wat collega Kamminga zegt, namelijk dat wij allemaal aan dezelfde kant van het touw trekken maar dat de wedstrijd nog niet goed verloopt. Op allerlei terreinen zien we dat de voortgang niet gaat zoals we graag zouden zien. We hebben ook een rapport gekregen van de inspecteur-generaal van belastingen, toeslagen en douane, die terecht aandacht vraagt voor en aandringt op het met spoed centraal stellen van vooral de meest zwaar getroffen gedupeerden. Ik heb in het debat ook aangegeven dat wat mij betreft maatwerk voor gelijke behandeling gaat. De staatssecretaris heeft toezeggingen gedaan. Ik heb daarom niet nog weer specifiek daarover moties ingediend en dat ga ik ook niet doen. Ik heb een aantal moties van mevrouw Kat meegetekend. Ik denk ook mee te gaan in andere moties. Ik wil de staatssecretaris en al haar medewerkers die hieraan werken een hart onder de riem steken. Het is een monsterklus, maar hopelijk zijn ze met nog meer daadkracht in staat om de gedupeerden, die daar zo dringend behoefte aan hebben, te helpen.

Tot slot zou ik mevrouw Kat speciaal willen bedanken. Ik moet altijd optimistisch zijn, maar ik weet niet of de uitslag van D66 voor haar hoog genoeg zal zijn om terug te komen in de Kamer. Mocht dat niet het geval zijn, dan dank ik haar voor haar inzet in deze commissie op dit dossier, zeker ook als het gaat om mensen met hele ernstige schulden. Ze heeft daar veel op gedaan. Maar we hebben ook uitstekend samengewerkt in de parlementaire enquêtecommissie over de aardgaswinning in Groningen. Ik wens haar alvast alle succes voor de toekomst, maar voor dit moment: dank u wel.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:
Heel goed. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors vijf minuten en dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 16.36 uur tot 16.39 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik geef het woord aan de staatssecretaris. Ik hoop dat we er kort, snel en puntig doorheen kunnen.


Termijn antwoord

Staatssecretaris De Vries:
Ik ken u, voorzitter, dus ik ga mijn best doen.

De motie op stuk nr. 1304 van het lid Temmink verzoekt de regering de optie voor juridische toetsing van de vaststellingsovereenkomst bij de civiele rechter mogelijk te maken. Er zijn eigenlijk twee routes. De ene is via de bestuursrechter. De andere route is via de civiele rechter. Ik denk dat het belangrijk is dat de ouders te allen tijde de keuze hebben welke route ze willen volgen. Wat betreft deze motie zeg ik het volgende. Als er nieuwe feiten zijn, die bij het tekenen van de overeenkomst nog niet helder waren, dan kun je sowieso weer naar de vaststellingsovereenkomst kijken. In die zin wil ik deze motie dus ontraden. De motie zegt "in de volle breedte", en er zijn wat dat betreft al mogelijkheden op het moment dat er nieuwe feiten zijn die bij het tekenen niet bekend waren. De motie wordt dus ontraden.

De voorzitter:
Er is één hele korte vraag van mevrouw Temmink.

Mevrouw Temmink (SP):
Ja, ter verheldering. Als er nieuwe feiten bekend zijn en er weer naar de overeenkomst gekeken kan worden, door wie wordt daar dan precies naar gekeken? Kan dat bij de rechter? Of gebeurt dat door de commissie zelf?

Staatssecretaris De Vries:
Voor zover ik begrijp, kan dat opnieuw bij bijvoorbeeld een gesprek over een vaststellingsovereenkomst.

De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 1305. Mevrouw Temmink, ik had gezegd: één opmerking.

Mevrouw Temmink (SP):
Ja, maar ik wil dit gewoon helder hebben, want anders kan ik de motie misschien intrekken. Dat helpt ook weer. Dan gaat de commissie daar dus zelf naar kijken. Kan de commissie dat ook weigeren? Gebeurt dit ook als de ouder dat aangeeft? Of gebeurt dit niet als de commissie weigert?

Staatssecretaris De Vries:
Nou, de Commissie Werkelijke Schade doet de bestuursrechtelijke route. De civielrechtelijke route kan via de rechter. Daarvoor kan een ouder uiteindelijk ook nog altijd kiezen. Maar ik denk dat de ruimhartigheid groter is bij de andere route. De vaststellingsovereenkomst is een afspraak tussen de ouder en de rijksoverheid. Daarin worden een aantal zaken vastgelegd wat betreft aanvullende schade die vergoed gaat worden. Als er nou echt nieuw feiten zijn, die niet bekend waren op het moment van die ondertekening ... Ouders krijgen ook echt bedenktijd als er een voorstel ligt: jongens, ik wil daar goed naar kijken en ik wil daar even de tijd voor hebben. Dat gaan we nu uitproberen bij de proef die in september gestart is. Dan kun je daarover natuurlijk opnieuw het gesprek aangaan met degene met wie je de overeenkomst gesloten hebt.

De voorzitter:
Heel goed. Dan de motie op stuk nr. 1305.

Staatssecretaris De Vries:
De motie op stuk nr. 1305 gaat over schulden en jongeren. "Verzoekt de regering de DUO-schulden van personen die onder de kindregeling vallen niet meer categorisch uit te sluiten." Ik ga hierbij iets langer wat zeggen, omdat ik het belangrijk vind om hierover een aantal zaken te zeggen. Binnen de hersteloperatie hebben wij een kindregeling om het leven van getroffen kinderen wat meer op de rit te krijgen en hun een steuntje in de rug te geven. Voor jongeren die problematische schulden hebben, hebben wij in samenspraak met gemeenten en de VNG, het Jongeren Perspectief Fonds en de schuldenhulpbranche een aanvullend aanbod ontwikkeld. Dat was naar aanleiding van de motie-Kat, van D66. Daarvoor hebben wij 35 miljoen euro uitgetrokken, waarbij het mogelijk is dat problematische schulden worden gesaneerd en dat jongeren, waar gewenst, extra ondersteuning krijgen. Indien DUO-schulden verhinderen dat getroffen jongeren hun gestaakte opleiding kunnen afmaken terwijl de opleiding noodzakelijk is om hun leven op de rit te krijgen, kunnen gemeenten reeds vanuit de brede ondersteuning maatwerkhulp bieden.

In het commissiedebat heb ik aangegeven dat er ook bij DUO mogelijkheden zijn. De DUO-schuld is natuurlijk sowieso al naar draagkracht. Er kan ook een aflosvrije periode worden ingelast. Er wordt gekeken naar iemands draagkracht om te kunnen aflossen. Ik denk dat dat belangrijke elementen zijn. Indien ouders bijvoorbeeld bijgestaan zijn bij het inkomensverlies dat ze gehad hebben tijdens de ellendige periode die wij hen aangedaan hebben, dan kunnen ouders dat inkomensverschil als aanvullende schade gecompenseerd krijgen. Ze zouden dat dan ook kunnen vergoeden aan hun jongeren of kinderen. Schulden van minderjarige kinderen worden ook meegenomen in de schuldenaanpak van ouders wanneer die binnen de reikwijdte van de wet vallen. Mijn oordeel is dus dat ik deze motie moet ontraden. Ik denk dat we echt al een compleet pakket hebben neergelegd. Ik heb ook gezegd dat we gaan monitoren en dat we aan de gemeenten gaan vragen of ze daarover kunnen rapporteren. Dat zullen we inderdaad doen.

Ik kom zo nog op de moties van mevrouw Kat.

De voorzitter:
Prima. Dan de motie op stuk nr. 1306.

Staatssecretaris De Vries:
Dan hebben wij de motie-Temmink op stuk nr. 1306 over het aanpassen van de aanmeldtermijn. Mensen die denken dat ze gedupeerd zijn, kunnen zich nog aanmelden tot 31 december van dit jaar. Ik denk dat het belangrijk is om te melden dat wij al in de systemen gekeken hebben welke ouders nog gedupeerd zouden kunnen zijn en er zijn al heel veel acties opgezet om te zorgen dat we die ouders bereiken. Dat hebben we op verschillende manieren geprobeerd: telefonisch, via brieven, via contactkaarten. Ik heb in het debat aan mevrouw Inge van Dijk van het CDA toegezegd dat wij ook deze groep nog een keer zullen gaan benaderen met het oog op de naderende sluiting van de aanmeldtermijn, die overigens wettelijk is vastgelegd, zoals u natuurlijk weet. Ik heb in de brief die deze week naar u toegestuurd is, ook aangegeven hoe we in algemene zin aandacht zullen vragen voor deze einddatum. Ik denk dat we echt een breed pakket hebben neergezet, waardoor we het voldoende bij de ouders onder de aandacht hebben kunnen brengen. Dat betekent dat ik die motie dan ook moet ontraden.

Dan is er een spreekt-uitmotie, die op stuk nr. 1307. Ik wil daar één ding over zeggen. Op zich hoor ik daar natuurlijk niets over te zeggen, maar er wordt eigenlijk gesproken van politieke onwil en dat vind ik echt te ver gaan. Ik denk dat er heel hard gewerkt wordt en in de afgelopen tijd heel hard gewerkt is om zaken voor elkaar te krijgen. We zijn het misschien niet altijd eens over de oplossingen, maar ik vind wel dat we hiermee tekortdoen.

Dan de moties van D66. De motie-Kat c.s. op stuk nr. 1308 verzoekt de regering het CBS te verzoeken om onderzoek te doen naar de studieschuld van gedupeerde jongeren en naar hoe die verschilt van de schuld van andere jongeren, en om, indien dat onderzoek bevestigt dat er sprake is van een significante impact op het schuldniveau, met scenario's te komen om deze jongeren te helpen. Wij zijn al eerder in gesprek gegaan met het CBS om te kijken wat voor onderzoek er gedaan kan worden. Het CBS heeft aangegeven daarbij tegen een aantal methodologische en principiële bezwaren aan te lopen. Ze hebben aangekondigd een haalbaarheidsonderzoek te doen, allereerst naar de ouders maar daarna ook naar de jongeren en de kinderen. Ik ben bereid om het CBS te vragen daarin ook de schulden mee te nemen.

In het tweede deel wordt er gevraagd om een aantal scenario's. Ik zou echt dat onderzoek even willen afwachten. Ik wil ook geen verwachting wekken bij de jongeren en de kinderen. Dat zou ook niet goed zijn. Ik denk namelijk dat zij misschien al veel te vaak zijn teleurgesteld. In die zin zou ik zeggen "ontraden", maar ik ben zeker bereid om het CBS te vragen of ze dit aspect mee willen nemen in hun haalbaarheidsonderzoek.

De voorzitter:
Prima.

Staatssecretaris De Vries:
Dan de motie-Kat c.s. op stuk nr. 1309 over een fysiek loket om op een fysieke locatie financieel advies en ondersteuning in te winnen. Zoals mevrouw Kat weet, is er inmiddels een gesprek met een bank en met de jongeren om te kijken hoe we dat vorm kunnen geven, omdat er echt behoefte is aan financiële voorlichting door experts. Dat traject zijn we begonnen. Als ik de motie zo mag interpreteren dat we dat traject voortzetten en daarover rapporteren in de eerstvolgende voortgangsrapportage, al kan ik niet zeggen hoever we tegen die tijd zijn, dan geef ik deze motie oordeel Kamer.

De voorzitter:
Ik kijk even naar mevrouw Kat. Zij moet dat beamen of niet. Gewoon even knikken is voldoende, hoor.

Staatssecretaris De Vries:
Nou, mevrouw Kat vraagt eigenlijk om een concreet plan te presenteren. Ik zal zo concreet mogelijk aangeven hoe we dat gaan invullen, maar of dat helemaal een nieuw plan wordt ... We werken nu al samen met een bank en met jongeren om te kijken hoe we dat kunnen vormgeven. Een heel apart plan zou ik dus niet willen maken, maar ik ga wel aangeven hoe we dit gaan vormgeven, of het kans van slagen heeft en of het aansluit bij wat de jongeren willen. Ik denk namelijk dat dat het allerbelangrijkste is.

De voorzitter:
U heeft mevrouw Kat overtuigd.

Staatssecretaris De Vries:
Dan de motie-Kat c.s. op stuk nr. 1310 over niet-saneerbare schulden. Daarin verzoekt D66 de regering om gemeenten ruimte te bieden om gedupeerde jongeren die na een schuldhulpverleningstraject een niet-saneerbare restschuld houden, op basis van hun behoeften te ondersteunen en te zorgen voor maatwerk voor een schuldenvrije toekomst. Ik denk dat ik een heel eind mee kan gaan in die motie van mevrouw Kat en een aantal anderen. Ik vind dat zowel DUO als de gemeente maatwerk moet kunnen bieden aan jongeren, maar wat die "maakbaarheid" betreft, kan ik nooit een schuldenvrije toekomst garanderen of zeggen dat die in het leven van die jongeren zal zijn. Het eerste deel ga ik dus sowieso uitvoeren, maar omdat die garantie er ook instaat, moet ik de motie toch ontraden, tenzij mevrouw Kat bereid is dat laatste stukje te schrappen. Ik denk dat we hetzelfde willen, maar ik wil geen verwachtingen wekken die we uiteindelijk niet waar kunnen maken.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1311 ... Mevrouw Kat.

Mevrouw Kat (D66):
Waar het mij om gaat, is een richting naar een toekomst zonder schulden, dat er stappen worden gezet en dat dat het doel is van dat maatwerk en van die ondersteuning na een schuldhulpverleningstraject. Als er sprake is van restschulden, waaronder dus niet-saneerbare schulden, dan moeten die ondersteuning en dat maatwerk wel ergens toe leiden.

De voorzitter:
Helder.

Staatssecretaris De Vries:
Ik denk dat voor ons gezamenlijk het doel vooropstaat dat we de jongeren en kinderen een nieuwe start willen kunnen geven. Maar een hele schuldenvrije toekomst? Ik denk dat we dat aan niemand kunnen garanderen. Dat vind ik een beetje het moeilijke in deze motie. Als mevrouw Kat dat niet bedoelt, maar meer de intentie heeft om de jongeren en kinderen een nieuwe start te bieden, dan zou ik de motie nog oordeel Kamer kunnen geven. Maar het zou mijn voorkeur hebben om het laatste stukje er even uit te halen.

De voorzitter:
Ja, maar wat is het nu? Dit is gewoon de motie die we hebben. We hebben maar één motie.

Staatssecretaris De Vries:
Zoals die nu is, is die dan ontraden. Sorry, excuus.

De voorzitter:
Helder. De motie op stuk nr. 1311.

Staatssecretaris De Vries:
Dan nog ... Nee, deze heb ik al gehad. Dan ga ik naar de moties van mevrouw Van Dijk. En ik zie de heer Van Dijck binnenkomen, dus ik ben helemaal in verwarring.

De eerste motie, op stuk nr. 1311, gaat over het beschikbaar stellen van complete dossiers ... Nee, "verzoekt de regering als de complete dossiers niet verstrekt kunnen worden, ouders wél een eerlijke kans te bieden, door hun verhaal als uitgangspunt te nemen voor het vergoeden van de geleden schade". Dit gaat over de Commissie Werkelijke Schade. Ik denk dat het heel belangrijk is bij de aanvullende schade dat er heel goed geluisterd wordt naar het verhaal van de ouder. Ik moet ook eerlijk zeggen dat wij niet alle informatie hebben over wat wij de ouder hebben aangedaan en wat de gevolgen zijn van het onrecht dat wij ze hebben aangedaan. Ik vind het dus in die zin wat ingewikkeld dat er hier gesproken wordt over complete dossiers. Ik heb inmiddels afspraken gemaakt met de advocaten en de Raad voor de rechtspraak om te bepalen wat er in dat dossier zou moeten zitten om de ouders en de advocaten voldoende te ondersteunen. We zijn op dit moment aan het onderzoeken of FSV-gegevens daar eventueel standaard in meegenomen zouden kunnen worden. Ik kom nog bij u terug op de planning en hoe we de uniformering van de dossiers precies gaan vormgeven. Ik zou dus eigenlijk willen vragen of mevrouw Van Dijk 'm tot die tijd wil aanhouden. Anders is het oordeel "ontraden".

De voorzitter:
Nee, mevrouw Van Dijk houdt 'm niet aan.

Staatssecretaris De Vries:
Dan is die motie ontraden.

De voorzitter:
Dan is die ontraden. De motie op stuk nr. 1312.

Staatssecretaris De Vries:
Ik wil er overigens geen misverstand over laten bestaan dat dat nieuwe uniforme dossier voldoende zou moeten zijn voor zowel het CWS-traject als het bezwaartraject en het ib-traject. Ik denk dat we elkaar in die zin al een heel eind kunnen vinden.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1312.

Staatssecretaris De Vries:
De motie op stuk nr. 1312 gaat over het opschalen van de CWS tot de productie naar vijftien gaat. We delen de ambitie om op korte termijn de capaciteit en de productie fors op te schalen. Het kabinet heeft een aantal ingrijpende maatregelen in gang gezet om dat voor elkaar te krijgen. Ik beschouw de motie als een aanmoediging daartoe, al zal ik me niet laten afremmen als een hogere productie dan vijftien mogelijk is. Ik denk dat we heel goed moeten bekijken hoe dat tot elkaar staat als het gaat om de alternatieve schaderoute, waar we nu een proef mee draaien, en ook de andere mogelijkheid om vaststellingsovereenkomsten af te sluiten. In die zin kan ik 'm oordeel Kamer geven.

De voorzitter:
Heel goed.

Staatssecretaris De Vries:
Mag ik nog één laatste opmerking maken naar aanleiding van de opmerking van de heer Van der Lee van PvdA-GroenLinks over de zwaarst gedupeerden? Ik heb in het debat toegezegd dat ik in gesprek zou gaan met de IBTD, de inspecteur belastingdienst, toeslagen en douane. We hebben daar het eerste gesprek al over gehad. We zijn het volgens mij eens dat we de zwaarst gedupeerde mensen zo snel mogelijk willen helpen. Ik hoop natuurlijk naar u terug te kunnen koppelen — ik zal dat zeker in de eerstvolgende voortgangsrapportage doen — wat wij gezamenlijk met de IBTD doen. Wij blijven kijken wat we kunnen doen naast de urgentie die we al hebben bij zowel de integrale beoordeling als de Commissie Werkelijke Schade.

De voorzitter:
Heel goed. Tot zover.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Vannacht gaan we stemmen over deze moties.

Eurogroep en Ecofin-Raad 16 en 17 oktober 2023, vervroegde aflossing GLF en jaarrapportage HVF

Eurogroep en Ecofin-Raad 16 en 17 oktober 2023, vervroegde aflossing GLF en jaarrapportage HVF

Aan de orde is het tweeminutendebat Eurogroep en Ecofin-Raad 16 en 17 oktober 2023, vervroegde aflossing GLF en jaarrapportage HVF (21501-07, nr. 1979).


Termijn inbreng

De voorzitter:
We gaan in één beweging door met het tweeminutendebat Eurogroep en Ecofin-Raad 16 en 17 oktober 2023, vervroegde aflossing GLF en jaarrapportage HVF, Kamerstuk 21501-07, nr. 1979. We hebben één spreker en dat is de heer Tony van Dijck van de fractie van de PVV. Ik zie dat de staatssecretaris er nog niet is, dus ik schors enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Nu de staatssecretaris gearriveerd is, geef ik inderdaad het woord aan de heer Tony van Dijck. Het woord is aan hem.

De heer Tony van Dijck (PVV):
Voorzitter, dank u wel. De staatssecretaris weet al met welke motie ik kom, dus hij had zich al helemaal voorbereid.

De voorzitter:
U kunt uw bijdrage wel inslikken, eigenlijk.

De heer Tony van Dijck (PVV):
Nou, ik heb drie moties. Dus wellicht zit er nog een verrassingselement in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Europese Commissie met BEFIT een Europese vennootschapsbelasting introduceert;

overwegende dat de Tweede Kamer al twee keer eerder een gele kaart heeft getrokken ten aanzien van vergelijkbare voorstellen (C(C)CTB) mede vanwege de negatieve gevolgen voor de Nederlandse economie;

verzoekt de regering niet in te stemmen met BEFIT en dat ook onomwonden kenbaar te maken aan de Europese Commissie in Brussel,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Tony van Dijck.

Zij krijgt nr. 1981 (21501-07).

De heer Tony van Dijck (PVV):
Mijn tweede motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie aanstuurt op meer gezamenlijke financiering voor Europese aangelegenheden;

overwegende dat het aangaan van nog meer gemeenschappelijke schulden in EU-verband zéér onwenselijk is;

verzoekt de regering niet in te stemmen met een verdergaande collectieve schulduitgifte,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Tony van Dijck.

Zij krijgt nr. 1982 (21501-07).

De heer Tony van Dijck (PVV):
En tot slot mijn derde motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de ECB de voorbereidende fase van de invoering van de digitale euro ingaat, waardoor deze weer een stap dichterbij komt;

overwegende dat de digitale euro geen meerwaarde heeft en geen volledige anonimiteit kan waarborgen;

verzoekt de regering niet in te stemmen met de invoering van de digitale euro,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Tony van Dijck.

Zij krijgt nr. 1983 (21501-07).

De heer Tony van Dijck (PVV):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Dijck. Kan de staatssecretaris reeds antwoorden of zal ik een paar minuten schorsen? Ik schors een paar minuten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Het woord is aan de staatssecretaris.


Termijn antwoord

Staatssecretaris Van Rij:
Dank, voorzitter. Eerst de motie op stuk nr. 1981 over het voorstel voor de BEFIT-richtlijn. De inzet is een geharmoniseerde winstbelasting. Zoals de heer Van Dijck al gezegd heeft, is het niet de eerste keer dat dat idee opkomt. Er zijn eigenlijk al sinds 2011 besprekingen gehouden. We kennen inderdaad de voorgeschiedenis waar de heer Van Dijck aan refereerde, wat betreft de CCTB en CCCTB. Die zijn toen gestrand. Nu heeft de Commissie een gemoderniseerde versie gelanceerd, waarbij ook internationale afspraken, zoals pijler 2, minimum vennootschapsbelasting 15%, zijn meegenomen in het voorstel. Het doel blijft hetzelfde: vermindering van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven in de EU en daarmee een verbeterde concurrentiepositie. Dat is niet alleen goed voor de EU, maar ook voor het bedrijfsleven in Nederland.

Het is echter een complex voorstel in een heel vroeg stadium. De Kamer heeft informatieafspraken over BEFIT voorgesteld die ik omarm, juist ook met het oog met het zeer nauw op de hoogte houden van wat er in Brussel BEFIT besproken wordt: een parlementair behandelvoorbehoud.

Ik denk dat het jaren gaat duren en geen maanden. Verder heb ik ook vernomen dat de eerste echt inhoudelijke besprekingen technisch pas in 2024 zullen starten. Ik maak daar de kanttekening bij dat deze Europese Commissie in de laatste fase van haar termijn zit. Er komen Europese verkiezingen aan en daarna zal een nieuwe Commissie zich daarmee bemoeien. Desalniettemin, het Europees Parlement is er natuurlijk ook bij betrokken; dat wordt geraadpleegd. Nog niet alle taalversies zijn beschikbaar. Wij moeten gewoon in het Nederlands ook alle taalversies krijgen van de andere landen. Wij reageren nu met het BNC-fiche. Wij ontraden deze motie dus, omdat het voor het kabinet gewoon echt te vroeg is om tegen een conceptvoorstel nu al, in een eerste fase, nee te zeggen. Dat vinden wij te vroeg, terwijl wij behoorlijk kritisch zijn; lees het BNC-fiche maar. We moeten eerst het onderhandelingsproces afwachten. Nogmaals, daarbij zullen wij de Kamer zeer nauwgezet informeren en we zullen niks toezeggen in Brussel zonder het parlement daarbij te betrekken. Ik wil de motie dus ontraden.

De heer Tony van Dijck (PVV):
Het is natuurlijk mooi dat we goed geïnformeerd worden, maar ik zie zelf dat de proportionaliteit in het BNC-fiche deels negatief wordt beoordeeld door deze staatssecretaris. Ik weet niet of het signaal van dat fiche ook richting Brussel gaat of dat alleen wij hier dat te zien krijgen. Maar ik wil dus dat de staatssecretaris naar Brussel toe een signaal geeft van: luister, die CCCTB lusten we niet, die CCTB lusten we niet. Nu komen ze eigenlijk weer met iets vergelijkbaars, maar dan met een andere afkorting. Ik wil dus dat de staatssecretaris het signaal geeft dat Nederland heel kritisch is op het voorstel. Toentertijd met de CCCTB heeft het CPB namelijk doorgerekend dat dat weleens heel negatief zou kunnen uitpakken voor Nederland. We moeten niet naïef zijn, want we kennen Brussel langer dan vandaag en die proberen het altijd toch weer via omweg erdoorheen te fietsen in de hoop dat we liggen te slapen.

Staatssecretaris Van Rij:
Wij beoordelen het natuurlijk op basis van het voorstel dat er nu ligt. Dat is vervat in het BNC-fiche, dat niet alleen voor binnenlandse doeleinden is, want dat is natuurlijk ook woord voor woord en zin voor zin de inhoud die wij in Brussel bij de onderhandelingen zullen inbrengen. Het is geen lege huls als ik hier zeg dat het parlement op de hoogte gehouden wordt; een parlementair behandelvoorbehoud is nogal wat. Er kan ook altijd nog een gele kaart getrokken worden. Ik weet dat ook nog uit mijn ervaring in de Eerste Kamer. Maar wij gaan dit voorstel natuurlijk nu niet in de prullenbak gooien. We blijven een serieuze lidstaat, die dit voorstel verder op basis van de inhoud beoordeelt en ook daarover onderhandelt. En inderdaad, we zijn kritisch over de proportionaliteit.

De voorzitter:
Prima. Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 1982.

Staatssecretaris Van Rij:
Die wordt dus ontraden.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1982, niet de motie op stuk nr. 1981.

Staatssecretaris Van Rij:
Voorzitter. De motie op stuk nr. 1982 ontraden we ook.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1983.

Staatssecretaris Van Rij:
Dank. De motie op stuk nr. 1983 ontraden wij ook.

De voorzitter:
Meneer Van Dijck, gaat uw gang.

De heer Tony van Dijck (PVV):
Over de motie op stuk nr. 1981 heb ik nog even een vraag. Ik zei net dat het CPB toen een doorrekening heeft gemaakt waaruit bleek dat het weleens heel negatief zou kunnen uitpakken voor Nederland. Is de staatssecretaris bereid om het CPB weer te vragen om zo'n zelfde exercitie te doen zodra de contouren van die BEFIT iets duidelijker zijn, zodat we weten waar we aan beginnen?

Staatssecretaris Van Rij:
Dit betreft de motie op stuk nr. 1981. Zoals gezegd, wij gaan die onderhandelingen in op basis van de inhoud van dit eerste voorstel. Natuurlijk is het van belang dat er een impactanalyse komt, ook als je het hebt over de verdeelsleutel. U verwijst terecht naar hoe dat in het verleden gegaan is. We moeten alleen niet de oorlog, zoals die toen gevoerd is, overdoen. Maar een impactanalyse hoort er altijd bij, maar dat is iets wat andere EU-lidstaten zeker ook zullen wensen.

De voorzitter:
Dank u wel.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Vannacht gaan we over deze drie moties stemmen.

Staatssecretaris Van Rij:
Ja, ik zal daar bij zijn.

De voorzitter:
Gezellig. Ik zou er tijd voor inboeken. Ik dank de staatssecretaris en schors voor een enkel ogenblik.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Circulaire economie

Circulaire economie

Aan de orde is het tweeminutendebat Circulaire economie (CD d.d. 04/10).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Circulaire economie. Het commissiedebat vond plaats op 4 oktober. Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris. We hebben vijf sprekers van de zijde van de Kamer. Mevrouw Van Esch van de Partij voor de Dieren is de eerste spreker en ik geef haar graag het woord. Zij heeft net als iedereen twee minuten spreektijd. Het woord is aan haar.

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Dank u, voorzitter. Ik heb een heleboel moties, dus ik ga snel beginnen. Ik heb vier moties over het statiegeldsysteem.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering te zorgen voor meer innamepunten waar consumenten het betaalde statiegeld weer terug kunnen krijgen, zoals bijvoorbeeld in (sport)scholen, kantoren en bouwcentra,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch en Hagen.

Zij krijgt nr. 273 (32852).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om een innameplicht in te stellen, zodat winkels die statiegeldverpakkingen verkopen, deze verpakkingen vervolgens ook weer moeten innemen, met de mogelijkheid tot uitzondering voor kleinere verkooppunten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch en Hagen.

Zij krijgt nr. 274 (32852).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om het statiegeldbedrag op blikjes en kleine plastic flesjes te verhogen van €0,15 naar €0,25 om meer mensen te stimuleren hun statiegeldverpakking weer in te leveren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch en Hagen.

Zij krijgt nr. 275 (32852).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om ook statiegeld in te voeren op drankkartons en waar nodig op andere to-go-drankverpakkingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch en Hagen.

Zij krijgt nr. 276 (32852).

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Voorzitter, mijn laatste motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de ILT signaleert dat bedrijven die regels voor hergebruik van plastic drank- en voedselverpakkingen ontwijken, onder andere doordat bedrijven elke uitzondering in regelgeving aangrijpen;

constaterende dat hierdoor de doelen om plastic in het milieu terug te dringen onhaalbaar worden;

constaterende dat per 1 januari 2024 een verbod op wegwerpbekers en -voedselverpakkingen bij consumptie ter plaatse ingaat, maar dat bedrijven gebruik kunnen maken van een uitzondering als ze 75-90% van de wegwerpverpakkingen inzamelen voor hoogwaardige recycling;

constaterende dat nu al blijkt dat de uitzondering in deze regeling niet handhaafbaar is;

verzoekt de regering deze uitzondering uit de wetgeving tegen wegwerpplastic, die per 2024 in gaat, te schrappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch, Hagen en De Hoop.

Zij krijgt nr. 277 (32852).

Dank u wel. De heer Haverkort van de VVD.

De heer Haverkort (VVD):
Voorzitter, dank u wel. Deze week schrijft de ILT dat de regeling voor eenmalige kunststofproducten in de praktijk niet werkt zoals bedoeld. Voldoen aan de regels heet ineens "ontwijken" en creatieve ondernemers krijgen de schuld.

Voorzitter. Als regels in de praktijk niet werken, ligt dat wat de VVD betreft niet aan ondernemers of welwillende inwoners, maar aan de verantwoordelijken voor het opstellen van de regel. Daarom twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de ministeriële regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik wel een uitzondering maakt voor de recycling van 100% plastic wegwerpbekers maar niet voor recycling van bekers en bakjes die van papier zijn;

constaterende dat bekers en bakjes van papier in heel veel gevallen goed hoogwaardig te recyclen zijn;

constaterende dat bekers en bakjes van papier veel duurzamer zijn dan 100% plastic bekers en bakjes, ondanks dat ze niet worden hergebruikt maar gerecycled;

verzoekt de regering in de ministeriële regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik ruimte te bieden voor het gebruik van eenmalig bruikbare papieren bekers en bakjes mits deze maximaal slechts 5% kunststof bevatten, 100% gerecycled kunnen worden en aantoonbaar aan de in de regeling gestelde inzamelpercentages voldaan wordt;

verzoekt de regering tevens niet te handhaven bij aanbieders van producten die aan gestelde voorwaarden voldoen, voordat de ministeriële regeling daadwerkelijk is aangepast,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Haverkort, Stoffer, Eppink en Madlener.

Zij krijgt nr. 278 (32852).

De heer Haverkort (VVD):
De tweede motie.

De voorzitter:
Eerst een vraag van mevrouw Van Esch.

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Deze motie zagen wij al aankomen, maar ik ben er alsnog verbaasd over. We hebben gezien hoeveel bedrijven juist de afgelopen dagen hebben aangegeven "doe dit nou niet". Dat zijn de circulaire bedrijven die juist heel erg zitten te wachten op die regelgeving per 1 januari, die al zo lang is aangekondigd. Ik ben benieuwd wat de heer Haverkort tegen al die bedrijven zou willen zeggen die zo hard hun best hebben gedaan om juist aan de regelgeving te voldoen per 1 januari. Dit heeft voor hen immers enorme consequenties.

De heer Haverkort (VVD):
Ik zal het kort houden. Tegen die bedrijven zou ik twee dingen willen zeggen. Ten eerste. In al die mails zie ik voorbijkomen dat het alternatief dat ze aanbieden, een beker van plastic is. Mijn motie gaat over bekers van papier. Dat is één. Ten tweede. Ik kreeg vandaag ook weer een heel aantal mailtjes van bedrijven. Dat lijkt dan elke keer een nieuw bedrijf te zijn, maar het zijn allemaal medewerkers van hetzelfde bedrijf. Ik ben daar dus niet zo van onder de indruk. Deze motie gaat zorgen voor minder plastic in plaats van meer. Dat zou mevrouw Van Esch moeten willen omarmen.

De voorzitter:
Uw tweede motie.

De heer Haverkort (VVD):
Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de ministeriële regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik een definitie voor hoogwaardige recycling bevat die stelt dat recycling alleen hoogwaardig is als grondstoffen van producten weer tot hetzelfde product worden gerecycled;

overwegende dat het Europees Parlement ten behoeve van de Verordening inzake verpakkingen en verpakkingsafval (PPWR) een definitie voorstelt die breder is en ook ruimte biedt aan vergelijkbare producten waarbij minimaal verlies van hoeveelheid, kwaliteit of functie acceptabel is;

verzoekt de regering de door het Europees Parlement voorgestelde bredere definitie voor hoogwaardige recycling op te nemen in het eerste Circulaire Materialenplan (CMP1), en in de ministeriële regeling eenmalige kunststofproducten;

verzoekt de regering tevens niet te handhaven bij aanbieders van producten die aan deze voorgestelde definitie voldoen totdat de ministeriële regeling daadwerkelijk is aangepast,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Haverkort, Stoffer, Eppink en Madlener.

Zij krijgt nr. 279 (32852).

De heer Haverkort (VVD):
Tot zover. Dank u wel.

De voorzitter:
De heer Krul van het CDA.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Eén motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) een belangrijk instrument is in de transitie naar een circulaire economie;

overwegende dat meer regie vanuit de rijksoverheid of door een onafhankelijke partij bij de invulling van UPV's voor een betere balans kan zorgen tussen de belangen van producenten en die van lokale overheden bij de onderhandelingen over onder andere tarieven;

overwegende dat de noodzaak voor zo'n sterkere regierol ook blijkt uit de constatering van de Inspectie Leefomgeving en Transport dat bedrijven geneigd zijn om bijvoorbeeld regels voor wegwerpplastic te ontwijken;

verzoekt de regering bij de verbetervoorstellen voor de UPV's ook te verkennen hoe het Rijk of een onafhankelijke partij een meer centrale regierol kan spelen, zonder dat producenten daardoor minder verantwoordelijkheid gaan dragen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Krul.

Zij krijgt nr. 280 (32852).

Mevrouw Hagen van D66.

Mevrouw Hagen (D66):
Voorzitter. Dit is toch wel het onderwerp dat mijn hart gestolen heeft. Allereerst ga ik een kort, maar warm pleidooi houden voor twee aangehouden moties, die de staatssecretaris ontraden heeft. Allereerst het ecolabel, waarvoor ik een motie heb ingediend. Die wil ik in stemming brengen. Van de bedrijven in Nederland heb ik duidelijk vernomen dat ook zij behoefte hebben aan een ecolabel, zeker gegeven het feit dat landen om ons heen allemaal alternatieven aan het ontwikkelen zijn. Daarom wederom mijn verzoek tot een ecolabel. Daarmee breng ik die motie in stemming. Dat is reeds doorgegeven.

Dan het andere punt. Er is echt een wirwar van keurmerken. Mijn verzoek aan de staatssecretaris is dus nogmaals: wilt u die wirwar alstublieft terugbrengen?

Voorzitter. Dan heb ik nog twee moties.

De voorzitter:
U heeft de Griffie ervan op de hoogte gebracht om welke moties het gaat?

Mevrouw Hagen (D66):
Die zijn inmiddels al in stemming gebracht. Het gaat om 36254, nr. 7 en 36254, nr. 6.

De voorzitter:
Dan zou het allemaal goed moeten komen.

Mevrouw Hagen (D66):
Oké.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat e-sigaretten in steeds grotere hoeveelheden worden aangetroffen in het restafval en steeds vaker veroorzaker zijn van afvalbranden met veiligheidsrisico's voor werknemers in de afvalbranche tot gevolg;

constaterende dat er zowel wegwerp-e-sigaretten bestaan als herbruikbare e-sigaretten en dat wegwerpvarianten van e-sigaretten niet passen binnen een samenleving waarin we zorgvuldig omgaan met grondstoffen zoals koper en lithium;

verzoekt de regering om de mogelijkheid te onderzoeken om wegwerp-e-sigaretten te verbieden, en de Kamer over de uitkomsten te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Hagen en Van der Laan.

Zij krijgt nr. 281 (32852).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat reparatie ervoor zorgt dat producten zo lang en zo vaak mogelijk gebruikt worden;

overwegende dat veel consumenten niet weten dat de wettelijke garantietermijn in Nederland niet beperkt is tot slechts twee jaar en dat consumenten bij een defect (na normaal gebruik van een product) recht hebben op reparatie of vervanging;

verzoekt de regering om een publiekscampagne te starten om consumenten te wijzen op hun wettelijke garantierecht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Hagen.

Zij krijgt nr. 282 (32852).

Heel goed. De heer De Hoop van de Partij van de Arbeid.

De heer De Hoop (PvdA):
Dank, voorzitter. Ik hou het vandaag bij één motie — nee, ik moet niet "vandaag" zeggen, want er komt later nog wel wat. Maar in dit tweeminutendebat hou ik het bij eentje.

De voorzitter:
Ik stond al te juichen, maar goed.

De heer De Hoop (PvdA):
Ja, dat dacht ik al. Ik wil geen verwachtingen wekken die ik later niet waarmaak.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er veel plastic afval naar landen buiten Europa wordt geëxporteerd, ondanks dat er vaak geen zicht is op hoe dit afval wordt verwerkt en bekend is dat slechts 9% van het afval wereldwijd wordt gerecycled;

overwegende dat Nederland op dit moment grote hoeveelheden plastic afval naar onder andere Turkije exporteert, waar er onvoldoende capaciteit is en er hierdoor veel plastic afval wordt gestort of verbrand;

constaterende dat de transitie naar de circulaire economie vraagt om een reductie van afval en de Europese Commissie stelt dat de EU voldoende capaciteit heeft om dit afval te verzamelen en te recyclen;

verzoekt de regering om zich op Europees niveau in te zetten voor een verbod op de export van plastic afval buiten de Europese Unie waarbij de uitzondering voor OESO-landen, zoals Turkije, wordt geschrapt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid De Hoop.

Zij krijgt nr. 283 (32852).

Heel goed. Ik schors vijf minuten en dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 17.25 uur tot 17.29 uur geschorst.

De voorzitter:
Het woord is aan de staatssecretaris.


Termijn antwoord

Staatssecretaris Heijnen:
Dank u wel, voorzitter. De eerste motie van mevrouw Van Esch, op stuk nr. 273, wil ik ontraden. Het is aan het verpakkingsbedrijfsleven om de inzameldoelstellingen te halen en hoe ze dat doen is aan hen.

De tweede motie van mevrouw Van Esch, op stuk nr. 274: ontraden. We evalueren het hele statiegeldsysteem in 2024.

De derde motie van mevrouw Van Esch, op stuk nr. 275, wil ik ook ontraden. Het is een minimumbedrag. Dat nemen we ook mee in de evaluatie.

De vierde motie, ook van mevrouw Van Esch, op stuk nr. 276, wil ik ontraden, omdat we het systeem evalueren in 2024.

De vijfde motie, op stuk nr. 277, wil ik ontraden, omdat we dat ook betrekken bij de evaluatie.

De zesde motie, van de heer Haverkort, op stuk nr. 278, wil ik ontraden, omdat op 1 januari de regels voor consumptie ter plaatse ingaan. Dan worden eenmalige bakjes en bekers verboden. Er is één uitzondering en die hebben we bewust heel erg beperkt gehouden. Het voorstel van meneer Haverkort klinkt misschien als een kleine technische aanpassing, maar het gaat er in de praktijk op neerkomen dat heel veel bekers en bakjes onder die uitzondering komen te vallen. Dat betekent ook dat we massaal bekers en bakjes met plastic erin zullen blijven gebruiken. Ik hoorde meneer Haverkort ook zeggen dat bekers zonder plastic niet bestaan, omdat je altijd plastic nodig hebt in die wegwerpbekertjes, om ze waterdicht te houden.

De voorzitter:
De heer Krul, één vraag?

De heer Krul (CDA):
Eén vraag, ja. Het CDA worstelt met deze motie. Wij begrijpen dat de staatssecretaris zegt geen algehele uitzondering te willen. Maar wij weten als Kamer ook dat er een voorbeeld is van een bedrijf dat in sommige gevallen het recyclen wat zij doen echt duurzamer is dan hergebruiken. Kan de staatssecretaris toezeggen dat ze probeert, op wat voor manier ook, bijna maatwerkafspraken te maken met bedrijven die dat wel duurzaam kunnen, als we niet die algehele uitzondering willen?

Staatssecretaris Heijnen:
Ik kan op zich toezeggen dat we nog een keer gaan kijken wat de impact ervan is, maar ik moet de motie zoals die voorligt, echt ontraden. Ik kan nog eens laten bekijken hoe dat in het specifieke geval van dit bedrijf precies zit, maar de motie an sich ontraad ik wel.

De voorzitter:
Eén vraag, mevrouw Van Esch.

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Ja, één vraag aan de staatssecretaris. Ik ben benieuwd of de staatssecretaris het gevoel heeft dat het een betrouwbare overheid is, als wetgeving die over nog geen twee maanden ingaat, op die manier zou worden gewijzigd.

Staatssecretaris Heijnen:
Zeker. Dat is ook de reden waarom ik de motie ontraad. Maar er wordt een specifieke vraag aan mij gesteld door de heer Krul, om een bedrijf nog een keer goed te beoordelen en te kijken naar de toegevoegde waarde die dat de afgelopen jaren heeft gehad op het gebied van recyclebaarheid. Ik zal nog een keer heel goed bekijken hoe dat zit met de circulariteit van dat bedrijf.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 279?

Staatssecretaris Heijnen:
De motie op stuk nr. 279 moet ik ontraden, want dat komt neer op een verruiming van de uitzondering van het verbod. Dat is precies niet de bedoeling, aangezien we van hergebruik de norm willen maken.

De motie op stuk nr. 280 van meneer Krul van het CDA kan ik oordeel Kamer geven, mits ik de regie kan nemen door meer randvoorwaarden te stellen aan de invulling van die verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld door meer eisen te stellen aan producentenorganisaties en werkzaamheden in het kader van de UPV. Onder de regierol van het Rijk valt niet het beslechten van onderlinge geschillen tussen producenten en gemeenten, want daar is natuurlijk de rechtspraak voor. Als ik de motie zo mag lezen, kan ik 'm oordeel Kamer geven.

De voorzitter:
De heer Krul beaamt dat. Dan de motie op stuk nr. 281.

Staatssecretaris Heijnen:
De motie van mevrouw Hagen en mevrouw Van der Laan op stuk nr. 281 wil ik graag oordeel Kamer geven.

De motie op stuk nr. 282 moet ik ontraden, omdat de wettelijke garantietermijnen op het terrein liggen van mijn collega's van de ministeries van EZK en JenV.

De voorzitter:
Eén vraag van mevrouw Hagen.

Mevrouw Hagen (D66):
Dan kan het toch doorgeleid worden en dan kan er toch een appreciatie komen? Het is toch niet per se zo dat het niet kan als het om een ander ministerie gaat?

Staatssecretaris Heijnen:
EZK is op dit moment aan het onderhandelen over twee Europese duurzaamheidsvoorstellen die onder meer betrekking hebben op de garantierechten. Als die onderhandelingen zijn afgerond, zal het ministerie van EZK ondernemers en consumenten ook informeren over die nieuwe wetgeving. In welke vorm dat zal gebeuren, zal pas duidelijk worden na de vaststelling van de wetgeving. Dat is een aanvullende reden voor het ontraden van de motie, maar dat zit ook echt niet op mijn terrein.

De voorzitter:
De motie-De Hoop op stuk nr. 283. Nee, mevrouw Hagen, maar één vraag p.p., want anders wordt het echt nachtwerk.

Staatssecretaris Heijnen:
De motie op stuk nr. 283 van de heer De Hoop moet ik ontraden, omdat de huidige handelsverdragen niet de mogelijkheid bieden om een exportverbod in te stellen. Ik ben het wel met de heer De Hoop eens dat de controle op de verwerking van het uit de EU geëxporteerde afval en het transport veel beter moet. Dat is ook mijn inzet bij de lopende herziening van de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen.

De heer De Hoop (PvdA):
Ik vind het wel teleurstellend dat deze motie ontraden wordt. Het Europees Parlement wil dit zelf. Het afgelopen jaar is een oproep gedaan. Nederland is de kampioen export van plastic afval. Per jaar exporteren wij 200 miljoen kilo naar landen buiten Europa. Ik vind echt dat wij hier een grotere stap in moeten zetten. Ik begrijp dus niet waarom de staatssecretaris het oordeel hierover niet aan de Kamer laat, gezien onze morele, maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheid, ook tegenover derdewereldlanden en andere landen buiten Europa. Ik zou hier dus toch iets meer ambitie willen zien.

Staatssecretaris Heijnen:
Heel even voor de duidelijkheid zeg ik tegen de heer De Hoop — volgens mij zijn wij het heel erg met elkaar eens — dat het bij de onderhandelingen die nu plaatsvinden over de herziening van de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen, echt mijn inzet is om regels aan te scherpen. Dat gaat dus ook iets betekenen voor de export naar OESO-landen zoals Turkije. Die zal deze ook daadwerkelijk gaan beëindigen. Dat is wel mijn verwachting.

De voorzitter:
Omdat u met z'n tweeën bent, nog één keer, mevrouw Hagen.

Mevrouw Hagen (D66):
Nou, die ga ik misschien later nog een keer inzetten, voorzitter. Dank u.

Ik hoor de staatssecretaris net zeggen dat een publiekscampagne wordt gestart zodra dat is afgerond. Dan kan de staatssecretaris de motie op stuk nr. 282 natuurlijk overnemen. Want dan staat ze daar volledig achter.

Staatssecretaris Heijnen:
Het is gewoon niet aan mij. Dat is een beetje mijn probleem met deze motie. Ik zou u echt willen vragen om ook over de wettelijke garantietermijnen het gesprek aan te gaan met het ministerie van EZK en het ministerie van JenV. Ik begrijp de wens om daarover een publiekscampagne te houden. Ik zal dat doorgeleiden aan de collega's. Dan kom ik mevrouw Hagen nog tegemoet.

De voorzitter:
Heel goed. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Vannacht gaan wij stemmen over de moties.

Externe veiligheid

Externe veiligheid

Aan de orde is het tweeminutendebat Externe veiligheid (CD d.d. 12/10).


Termijn inbreng

De voorzitter:
We gaan in één beweging door met het tweeminutendebat Externe veiligheid. Dit commissiedebat vond plaats op 12 oktober jongstleden. Ik geef graag het woord aan mevrouw Hagen van de fractie van D66. Het woord is aan haar.

Mevrouw Hagen (D66):
Dank, voorzitter. Een einde aan de pfas-productie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat pfas (een ernstig giftige en kankerverwekkende stof) inmiddels overal in wordt teruggevonden, van ons milieu en ons voedsel tot ons bloed;

constaterende dat Nederland (samen met Duitsland, Denemarken, Noorwegen en Zweden) een voorstel voor een pfas-verbod heeft ingediend bij de Europese Unie;

constaterende dat de Belgische pfas-producent 3M reeds heeft aangegeven per 2025 te stoppen met de productie van pfas;

constaterende dat, zolang de productie en daarmee de uitstoot onverminderd doorgaat in Nederland, het opruimen van pfas dweilen met de kraan open is;

verzoekt de regering om in gesprek te gaan met Chemours en uiterlijk in 2025 te komen tot een eind aan de pfas-productie in Dordrecht en de Kamer te informeren over de uitkomsten daarvan;

verzoekt de regering alle juridische en wetgevende mogelijkheden in kaart te brengen om de pfas-productie in Dordrecht uiterlijk in 2025 te stoppen en de Kamer te informeren over de uitkomsten daarvan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Hagen.

Zij krijgt nr. 374 (22343).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de ILT concludeert dat de uitvoering van de VTH-taken voor bouwen, milieu en natuur op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba niet voldoet aan de wettelijke vereisten en lokale verordeningen;

overwegende dat door het gebrekkige VTH-stelsel kustbebouwing gerealiseerd is zonder de vereiste bouw- en natuurvergunningen en bedrijven zonder ingrijpen milieu-, natuur- en bouwwetgeving kunnen overtreden;

constaterende dat de ILT in haar rapport een aantal aanbevelingen doet over de verbetering van het VTH-stelsel op de eilanden;

verzoekt de regering om de aanbevelingen van de ILT over te nemen en de Kamer te informeren over de wijze waarop hier uitvoering aan gegeven gaat worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Hagen.

Zij krijgt nr. 375 (22343).

Mevrouw Van Esch van de Partij van de Dieren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Het is "voor". Voorzitter, u bent zeker niet de enige.

Ik heb nog één vraag en twee moties. We hoorden net vers van de pers dat Tata Steel niet mag claimen dat de uitstoot van kankerverwekkende PAK-stoffen tussen 2019 en 2022 is gehalveerd. Het is de uitspraak van de Reclame Code Commissie. Ik ben blij dat dat zo is. Dit is namelijk niet bewezen. We zien dan wel weer in dat het de zoveelste keer is dat bevestigd wordt dat we niet kunnen vertrouwen op de woorden van Tata. Ik ben benieuwd hoe geloofwaardig de staatssecretaris Tata Steel vindt als gesprekspartner en wat zij gaat doen om ervoor te zorgen dat er onafhankelijke metingen komen van de uitstoot van de gevaarlijke stoffen door Tata, omdat we nu weer zien dat dat zo belangrijk is.

Ik heb twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat omwonenden camera's hebben geplaatst die het terrein van Tata Steel in de gaten houden en dat via de actie Spot de Gifwolk al meer dan 400 gifwolken zijn gemeld;

overwegende dat de omgevingsdienst is gestart met cameratoezicht bij Tata Steel, maar dit slechts een pilot is en enkel gericht op Kooksfabriek 2;

overwegende dat de omgevingsdienst aangeeft dat wanneer een verdachte situatie op de beelden te zien is, het vervolgonderzoek niet eenvoudig is en veel tijd kost;

verzoekt de regering om te zorgen voor structureel cameratoezicht bij zowel Kooksfabriek 1 als 2 van Tata Steel, waarmee het mogelijk wordt om incidenten met rauwe kooks visueel te beoordelen, en de realtimegegevens 24/7 openbaar te houden;

verzoekt de regering tevens om in gesprek te gaan met de provincie Noord-Holland, zodat de omgevingsdienst genoeg budget en capaciteit krijgt om ook snel te kunnen handelen op basis van de camerabeelden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch, Hagen en Beckerman.

Zij krijgt nr. 376 (22343).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat naast de structurele bekostiging van omgevingsdiensten er incidenteel geld is vrijgemaakt voor verbetering van het VTH-stelsel;

constaterende dat omgevingsdiensten aangeven dat ze meer structurele middelen nodig hebben, omdat de huidige inspanningen voor verbetering van het VTH-stelsel en de resultaten daarvan anders tenietgaan;

verzoekt de regering te zorgen voor structureel meer budget voor omgevingsdiensten, zodat de inspanningen en resultaten voor het verbeteren van het VTH-stelsel niet tenietgaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 377 (22343).

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Haverkort van de VVD.

De heer Haverkort (VVD):
Voorzitter, dank. De inwoners maken zich zorgen over hun gezondheid en veiligheid. De Onderzoeksraad voor Veiligheid zegt in haar rapport over industrie en omwonenden dat de overheid die zorgen onvoldoende wegneemt. Ik zeg u hier: ik hoor de zorgen van inwoners, ik zie ze en ik luister. We willen Nederland schoon doorgeven aan onze kinderen door samen te werken aan een innovatieve duurzame economie, waar alle Nederlanders van kunnen profiteren en waar we niet tegenover elkaar staan. Iedereen wil namelijk schone lucht, een lage energierekening en een sterke toekomst met nieuwe groene banen, een economie die vooroploopt. Daar gaan wij voor.

Voorzitter. Die Nederlandse economie, die Nederlandse industrie, moet bij de schoonste van Europa horen. Niet door bedrijven weg te pesten maar door ze te helpen met een goed functionerend stelsel voor vergunningen, toezicht en handhaving. Daarvoor is deze staatssecretaris verantwoordelijk. Zij heeft de bevoegdheid om, mocht dat nodig zijn, de wet aan te passen en binnen de budgettaire ruimte middelen beschikbaar te stellen. Vooralsnog kiest zij daar niet voor. Daarmee ligt het perspectief voor die schone industrie, voor die veilige, gezonde omgeving voor onze inwoners terug op de onderhandelingstafel van de partijen die na de verkiezingen een coalitie gaan vormen. Een motie gaat daar wat ons betreft nu geen verandering in brengen, dus die heb ik ook niet.

Dank u wel.

De voorzitter:
Heel goed. Mevrouw Van der Graaf van de ChristenUnie.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dank u wel voor het woord, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat omwonenden van Chemours grote onzekerheid hebben over de gezondheidseffecten van de pfas-vervuiling in hun regio;

overwegende dat dit leidt tot meer druk op de GGD-dienst in deze regio (GGD Zuid-Holland Zuid) aan capaciteit en middelen om onderzoeken naar gezondheidsproblemen uit te voeren en vragen van bewoners te kunnen beantwoorden;

verzoekt de regering in gesprek te gaan met de GGD Zuid-Holland Zuid om te komen tot gerichte ondersteuning bij de gezondheidsvragen in deze regio,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 378 (22343).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het OVV-rapport Industrie en omwonenden aanbeveelt te borgen dat het voorzorgsprincipe zwaarder wordt gewogen in het systeem van vergunnen van persistente stoffen;

verzoekt de regering het voorzorgsbeginsel invulling te geven door bij de emissie van potentieel zeer zorgwekkende stoffen uit te gaan van omgekeerde bewijslast, waarbij de producenten moeten aantonen dat stoffen niet schadelijk voor de omgeving zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 379 (22343).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het rapport Om de leefomgeving uit 2021 van de Adviescommissie Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving reeds concludeerde dat het omgevingsdiensten vaak aan kennis, capaciteit en doorzettingsmacht ontbreekt om hun taken goed uit te voeren, mede doordat het Rijk geen overkoepelende regie voert;

overwegende dat uit het OVV-rapport Industrie en omwonenden opnieuw blijkt dat omgevingsdiensten tekort hebben geschoten in de uitvoering van hun VTH-taken;

verzoekt de regering haar regiefunctie in het VTH-domein breder invulling te geven en daartoe de omgevingsdiensten beter te ondersteunen met kennis, capaciteit en doorzettingsmacht, de Kamer hierover voor de zomer te informeren, en eventuele financiële consequenties te verwerken in de begroting voor 2025,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 380 (22343).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in de kabinetsreactie op het OVV-rapport Industrie en omwonenden niet gesproken wordt over het voorzorgsprincipe en aansprakelijkheid van het bedrijfsleven;

verzoekt de regering het voorzorgsprincipe en aansprakelijkheid van het bedrijfsleven te verwerken in de kabinetsreactie op het rapport en de daaruit voortvloeiende actieagenda,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 381 (22343).

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Klaver van de fractie van GroenLinks.

De heer Klaver (GroenLinks):
Voorzitter. Ik heb een tweetal moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Chemours Dordrecht direct en indirect pfas loost in de bodem en het water;

constaterende dat het volgens de Waterwet is toegestaan om een watervergunning in te trekken of aan te scherpen als de maatschappelijke functies van water, waaronder recreatie, visconsumptie en het voorzien van drinkwater, in gevaar komen;

overwegende dat gebleken is dat de maatschappelijke functies allang niet meer worden vervuld door onder andere het negatieve zwemadvies rond de fabriek, het advies om niet uit omliggende moestuinen te eten, het advies om geen gevangen vis te eten, en het risico dat pfas-stoffen naar de drinkwatervoorziening zakken;

verzoekt de regering erop toe te zien dat Rijkswaterstaat de watervergunning van Chemours Dordrecht aanscherpt of zo nodig intrekt om de maatschappelijke functies van het water te herstellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Klaver.

Zij krijgt nr. 382 (22343).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit grondonderzoek blijkt dat de pfas in de bodem rondom Chemours Dordrecht langzaam richting het grondwater zakt;

constaterende dat zowel Waterschap Rivierenland als het drinkwaterbedrijf Oasen pleit voor verstrekkende maatregelen om het water in de omgeving gezond te houden;

overwegende dat elk beetje extra pfas-vervuiling te veel is en de pogingen tot sanering tenietdoet;

verzoekt de regering om in kaart te brengen wat de risico's van de bodemvervuiling door pfas zijn voor de drinkwatervoorziening in de omgeving van Chemours Dordrecht en hierop de nodige actie te ondernemen zodat de drinkwatervoorziening nu en in de toekomst niet in gevaar komt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Klaver.

Zij krijgt nr. 383 (22343).

De heer Klaver (GroenLinks):
Is de krant uit?

De voorzitter:
Nee, ik moet alleen de kruiswoordpuzzel nog.

De heer Klaver (GroenLinks):
Dan praat ik nog even door. Nee hoor. Dank u wel.

De voorzitter:
Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors vijf minuten en dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 17.46 uur tot 17.53 uur geschorst.

De voorzitter:
Het woord is aan de staatssecretaris.


Termijn antwoord

Staatssecretaris Heijnen:
Voorzitter. Ik heb één vraag van mevrouw Van Esch over de Reclame Code Commissie en Tata Steel. Ik begrijp dat ze geoordeeld hebben dat Tata nog niet kan claimen dat de PAK-uitstoot 40% is gedaald. Ik heb in de Kamer eerder aangegeven dat die claim ook nog niet door de omgevingsdienst is gevalideerd. Overigens moet Tata Steel die reductie wel realiseren. In de Expression of Principles met het bedrijf is afgesproken dat er aanvullende maatregelen moeten worden genomen als de doelstellingen niet worden gehaald. Daar zal ik uiteraard op blijven toezien.

Ik heb ook nog een hele rits aan moties.

De motie op stuk nr. 374 van mevrouw Hagen wil ik ontraden. Ik ben niet voor het opleggen van een nationaal productieverbod, omdat het een zware ingreep is in de vrije markt. Een Europese restrictie zal ook al leiden tot een vergaande inperking op het gebruik, de toepassing en daarmee ook de productie van pfas. Het komt eraan. We doen dat op Europees niveau. Dat is de korte reactie.

De voorzitter:
Eén vraag, mevrouw Hagen.

Mevrouw Hagen (D66):
In Europa pleiten we ervoor dat we per 2025 een verbod hebben. Maar dan gaan we het dus wel op Europees niveau doen en niet op nationaal niveau?

Staatssecretaris Heijnen:
Op het moment dat het op Europees niveau gebeurt, doen we het ook nationaal, hè. Ik denk dat dat veel meer uithaalt. Die discussie hadden we net nog in de commissievergadering: pfas stopt niet bij landsgrenzen, dus het helpt ons enorm als er een Europees verbod komt. Daarom pleiten we daarvoor in Europa.

De motie op stuk nr. 375 van mevrouw Hagen wil ik ontraden. We zitten met de eilanden in dat proces. Ik heb met de besturen van de eilanden en met Omgevingsdienst NL afgesproken dat ik, voordat ik een appreciatie geef van de aanbevelingen, eerst een verkennende fase doorloop waarin de eilanden kennismaken met de werkzaamheden van de omgevingsdiensten. Die verkenning wordt afgesloten met een appreciatie en een afspraak over de dienstverlening met ODNL.

De motie op stuk nr. 376 van mevrouw Van Esch c.s. wil ik ontraden. Provincies en gemeenten zijn in het VTH-stelsel al als bevoegd gezag verantwoordelijk. Ik ben wel bereid om het gesprek erover met ze aan te gaan. Hopelijk kom ik mevrouw Van Esch dan toch tegemoet.

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Dat staat toch ook in de motie? Die verzoekt de regering om in gesprek te gaan.

Staatssecretaris Heijnen:
Dat ga ik doen. Dus dan kan ik die positief appreciëren.

De voorzitter:
Everybody happy! Oordeel Kamer, denk ik dan? Krijgt de motie oordeel Kamer, mevrouw de staatssecretaris?

Staatssecretaris Heijnen:
Even kijken. Het gaat wel nog even wat verder, hè? Het is een gesprek om ervoor te zorgen dat er bij de omgevingsdienst genoeg budget en capaciteit zijn om ook snel te kunnen handelen op basis van de camerabeelden. Ik ga even kijken wat ik kan doen. Ik zeg toe dat ik het gesprek erover heb om te kijken hoe ik ze kan ondersteunen. Als dat de strekking van de motie is, dan kan ik daar positief over oordelen.

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Volgens mij is dat wat er staat.

De voorzitter:
Nou, dan zijn we er toch uit? Tel uw zegeningen!

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Oké.

Staatssecretaris Heijnen:
Ja, we zijn eruit.

De voorzitter:
Meneer Haverkort komt het feestje nog even verknallen.

De heer Haverkort (VVD):
Nou, dat weet ik niet, voorzitter. Ik wil de staatssecretaris wel vragen of ze dekking heeft om genoeg budget te organiseren.

Staatssecretaris Heijnen:
Het gaat om een gesprek waarin we bespreken wat er allemaal nodig is. Dan kom ik vervolgens nog wel een keer … Budgetten hebben we zeer beperkt, zoals de Kamer ook weet. Mevrouw Van Esch weet dat ook. Ik melde me dus weer bij de Kamer als er wordt aangegeven dat er extra budgetten nodig zijn en het niet lukt binnen de mogelijkheden van de daarvoor bevoegd gezagen.

De motie op stuk nr. 377 van mevrouw Van Esch moet ik ontraden. Provincies en gemeenten zijn verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de VTH en voor het vrijmaken van middelen uit het Gemeentefonds en het Provinciefonds voor de uitvoering door omgevingsdiensten.

De motie op stuk nr. 378 van mevrouw Van der Graaf wil ik graag oordeel Kamer geven.

Ik wil vragen om de motie op stuk nr. 379 aan te houden, omdat ik in mijn brief van 24 oktober ook heb aangegeven dat ik bezig ben om de toepassing van het voorzorgsbeginsel samen met de andere overheden te versterken. Daarom wil ik vragen om de motie aan te houden.

De moties …

De voorzitter:
Wacht even hoor, want we moeten de vorige motie nog even afhandelen. Mevrouw Van der Graaf.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Op zich ben ik wel bereid om de motie aan te houden, maar ik heb nog wel een reflectie op de brief die de staatssecretaris ons heeft gestuurd. Het voorzorgsbeginsel in zijn zuiverste vorm is dat je, juist als er een redelijke twijfel is over de veiligheid, dan niet doorgaat. Maar het lijkt er nu op dat de interpretatie — zo heb ik de brief van de staatssecretaris gelezen — precies het omgekeerde in zich draagt. We weten het niet, dus het mag. Er wordt dus eigenlijk geen grens aangegeven. Ik vind het onjuist dat het zo wordt geïnterpreteerd. Ik wil dus toch aan de staatssecretaris meegeven of ze dat punt nader wil bekijken.

Staatssecretaris Heijnen:
Dat gaan we de komende tijd ook doen. We gaan kijken hoe je dat voorzorgsbeginsel nu nader en verder kunt versterken. Dat gesprek hebben we op dit moment ook met de andere overheden. Dat is ook heel erg van belang. Ik weet dat we een iets ander vertrekpunt hebben, maar ik neem het wel mee in de gesprekken. Dat kan ik toezeggen. Een volledige omkering van de bewijslast is niet in alle gevallen mogelijk, onder meer omdat het motiveringsbeginsel daar bijvoorbeeld weer in de weg staat. Maar er zijn al wel informatieverplichtingen. In een vergunning kan je aanvullend bijvoorbeeld om monitoring vragen, maar ik zeg toe dat we in de gesprekken over dat voorzorgsbeginsel bekijken hoe we dat strakker kunnen gaan interpreteren.

De voorzitter:
De vraag is of de motie-Van der Graaf op stuk nr. 379 is aangehouden. Dat is aan u, mevrouw Van der Graaf. Het hoeft niet.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Ik vind dit toch een beetje ingewikkeld. Als ik de motie nu aanhoud, dan vervalt die. Dat is gewoon een beetje raar. Ik zou dus eigenlijk willen voorstellen om de motie in stemming te brengen. Dan kijken we hoe de verhoudingen in de Kamer liggen. Ik heb de staatssecretaris gehoord. Als ze met die toelichting oordeel Kamer kan geven, dan zijn we alweer een stap verder!

De voorzitter:
Jajaja.

Staatssecretaris Heijnen:
Dat is helaas niet mogelijk. Ik heb gevraagd om de motie aan te houden met een reden. Ik weet namelijk niet wat er uitkomt. Ik wil de motie dan toch graag ontraden, ondanks het feit dat we het volgens mij heel erg met elkaar eens zijn.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 380?

Staatssecretaris Heijnen:
De motie op stuk nr. 380 kan ik dan wel weer oordeel Kamer geven, net als de motie op stuk nr. 381.

De motie op stuk nr. 382 moet ik ontraden. Dat is de portefeuille van de minister. De verleende lozingsvergunning kan niet worden ingetrokken, omdat de vergunning in oktober 2022 nog is geactualiseerd en voldoet aan alle eisen die de Waterwet stelt. Er is dus geen grond om de vergunning in te trekken.

De motie op stuk nr. 383.

De voorzitter:
Er is nog een vraag over de motie op stuk nr. 382 van de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):
Als er wordt gezegd "intrekken", snap ik heel goed dat de motie vanuit het perspectief van de staatssecretaris geen oordeel Kamer krijgt. In deze motie roepen we echter de regering op om Rijkswaterstaat te vragen om de watervergunning van Chemours aan te scherpen en zo nodig in te trekken. Dat aanscherpen kan op basis van alles wat er ligt. En als het niet kan, krijgen we wel teruggekoppeld waarom het niet zou kunnen. Dit is een verzoek aan Rijkswaterstaat om nog eens te kijken naar die vergunning en de Kamer vervolgens te informeren waarom het niet zou kunnen.

Staatssecretaris Heijnen:
Nou, ik kan wel een toezegging doen. Ik heb naar aanleiding van het debat dat we twee weken geleden met elkaar hebben gevoerd nog eens contact gezocht met de provincie en gezegd: laten we nou de kennis die we allemaal hebben, zo veel mogelijk delen met elkaar. Zo kunnen we zo goed mogelijk beslagen ten ijs komen, om de leefomgeving zo goed mogelijk te beschermen. Ik kan toezeggen dat ik het verzoek nog een keer overbreng tijdens de gesprekken met de provincie. Daar zal ook Rijkswaterstaat een keer bij aansluiten, omdat we met elkaar aan tafel gaan om die kennis te delen. Het ligt uiteindelijk natuurlijk bij de bevoegde gezagen om ernaar te handelen, maar als wij aanvullende inzichten kunnen aanleveren die wellicht kunnen helpen bij een aanscherping, dan zijn wij graag bereid dat te doen.

De voorzitter:
Heel goed. Kunnen we naar de motie op stuk nr. 383? Ik wilde eigenlijk maar één vraag per persoon toestaan. Heel kort dan.

De heer Klaver (GroenLinks):
Ja, heel kort, want misschien komen we tot elkaar. Wat in de motie wordt gevraagd, is om Rijkswaterstaat te verzoeken om nog een keer naar die vergunning te kijken of aanscherping, dan wel intrekking, mogelijk is. Als de staatssecretaris dat kan toezeggen, kan ze de motie volgens mij oordeel Kamer geven.

Staatssecretaris Heijnen:
Ik zal het in elk geval overbrengen. Het is de portefeuille van de minister, dus dat maakt het iets ongemakkelijk voor mij om zomaar een toezegging te doen. Dat komt ook omdat die lozingsvergunning niet zomaar kan worden ingetrokken. Ik kan wel toezeggen dat ik aan hem zal overbrengen dat hij nog eens een keer met Rijkswaterstaat over dit punt spreekt. De motie is iets scherper geformuleerd door de heer Klaver dan ik hem interpreteer, dus daarom wil ik hem ontraden. Maar ik breng de boodschap wel over.

De voorzitter:
Heel goed.

Staatssecretaris Heijnen:
De motie op stuk nr. 383. De bodemverontreiniging en de omgeving van Chemours hebben geen invloed op de drinkwatervoorziening. Het water waarmee de productielocatie van Evides op de Baanhoek drinkwater maakt, wordt niet daar gewonnen en komt ook niet in contact met de grondwaterverontreiniging van het Chemoursterrein. Natuurlijk zal er wel gehandeld worden als blijkt dat er op een of andere manier gevaar kan ontstaan voor de drinkwatervoorziening. In feite doen we dat al. Het is natuurlijk altijd belangrijk om het goed in kaart te houden. Dat zien we bijvoorbeeld ook bij de drugsdumping in Brabant. Je wilt immers niet dat de drinkwatervoorziening in gevaar komt. Ik zal nog weleens een keer aandringen op een toets daarop.

De voorzitter:
En dus?

Staatssecretaris Heijnen:
Ik kan een deel oordeel Kamer geven, maar de hele motie moet ik ontraden omdat we het voor een deel al doen. Ik kan het niet mooier maken, voorzitter.

De voorzitter:
Soms is het leven wat hard, hè. Zo is het, meneer Klaver. Toch een ontspannen reces gewenst!

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Over deze moties stemmen wij vannacht nog.

Literatuurverkenning RIVM polyacrylamide

Literatuurverkenning RIVM polyacrylamide

Aan de orde is het tweeminutendebat Literatuurverkenning RIVM polyacrylamide (30015, nr. 116).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Ik ga door met het volgende tweeminutendebat Literatuurverkenning RIVM polyacrylamide, Kamerstuk 30015, nr. 116. Ik geef graag het woord aan mevrouw Van Esch van de fractie van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Het is altijd leuk om met de heer Haverkort over granuliet te praten. Maar u wilt het snel doen, voorzitter, en dat snap ik ook.

Voorzitter. Ik heb één vraag en één motie. Onlangs zag ik op de site van BONTRUP dat zij granuliet, inmiddels onder de nieuwe hippe naam GreenSeal®, aanprijzen als zijnde schoon en duurzaam. Hierbij wordt niets gezegd over het mogelijk vrijkomen van kankerverwekkende stoffen. Ik ben benieuwd wat de staatssecretaris hiervan vindt. Wij vinden dat misleidend en greenwashing. Ik ben benieuwd hoe zij ernaar kijkt dat je op deze manier probeert je product weer een groen sausje te geven.

En dan de motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat volgens het RIVM en Deltares er nog onvoldoende bekend is over de vorming en het vrijkomen van de kankerverwekkende stof acrylamide in diepe plassen waarin granuliet is gestort;

constaterende dat hierdoor niet duidelijk is of er risico's zijn voor planten en dieren die in deze plassen leven of voor mensen die in contact komen met het water uit deze plassen;

constaterende dat de overheid de grondwettelijke taak heeft om het leefmilieu en de volksgezondheid te beschermen en te verbeteren en in het geval van granuliet dus uit voorzorg zou moeten handelen;

overwegende dat ecosystemen in plassen überhaupt zo min mogelijk verstoord moeten worden en de stort van granuliet daarom al onwenselijk is;

verzoekt de regering om, totdat met zekerheid kan worden gezegd dat de stort van granuliet in diepe plassen veilig is, de stort van granuliet op te schorten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 118 (30015).

Dank u wel. Er is een interruptie van de heer Haverkort.

De heer Haverkort (VVD):
Ik zie af van mijn inbreng in eerste termijn zo meteen in dit tweeminutendebat, maar ik vind het wel fijn dat u mij in de gelegenheid stelt om toch een vraag te stellen aan mevrouw Van Esch. Volgens mij heb ik hetzelfde rapport van het RIVM gelezen. Het RIVM is op het gebied van milieu en volksgezondheid dé autoriteit in dit land. Ik heb in dat rapport gelezen dat het RIVM niet kan aantonen dat er risico's voor de volksgezondheid bestaan wanneer men granuliet afstort in diepe plassen. Ik hoop dat mevrouw Van Esch dat ook heeft gelezen en dat zij het met mij eens is dat we de zorgen, die inwoners in het verleden mogelijk zouden kunnen hebben gehad op dit punt, daarmee ook tot het verleden kunnen laten behoren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Ik denk dat de heer Haverkort weet dat ik dit precies anders lees dan hij; mijn constatering is precies anders. Ik lees de woorden van het RIVM en Deltares anders, namelijk dat er nog onvoldoende bekend is over de vorming en het vrijkomen van de kankerverwekkende stof acrylamide in diepe plassen. Op het moment dat er onvoldoende bekend is over deze vorming, zou dus het voorzorgsprincipe moeten worden gehanteerd en daarom een stop op de stort van granuliet.

De voorzitter:
Heel goed. Dank u wel. Kan de staatssecretaris meteen antwoorden? Nee, dat is niet het geval. Ik schors een paar minuten.

De vergadering wordt van 18.07 uur tot 18.11 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik geef het woord aan de staatssecretaris.


Termijn antwoord

Staatssecretaris Heijnen:
Er was een vraag van mevrouw Van Esch over de informatie op de site van BONTRUP. Ik ga niet over de informatie die producenten op hun website vermelden, maar ik snap het ongemak dat mevrouw Van Esch daarbij voelt. Wellicht kan mevrouw Van Esch de Reclame Code Commissie tippen als ze zich hier niet comfortabel bij voelt. Dat is een gratis tip.

Dan nog een reactie op de motie. Die moet ik ontraden. We doen natuurlijk wel van alles en nog wat. Het RIVM heeft aanbevelingen om in de praktijk langjarig op acrylamide te monitoren in diepe plassen, om zo ook meer kennis te verkrijgen. De gesprekken daarover zijn gaande. Ik verwacht in 2024 met een monitoring te kunnen starten.

Dank u wel.

De voorzitter:
Prima.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Vannacht gaan wij stemmen over de enige motie.

Internationaal spoor

Internationaal spoor

Aan de orde is het tweeminutendebat Internationaal spoor (29984, nr. 1165).


Termijn inbreng

De voorzitter:
We gaan meteen door met het tweeminutendebat Internationaal spoor, Kamerstuk 29984, nr. 1165. Er zijn vijf sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is de heer De Hoop van de fractie van de Partij van de Arbeid.

De heer De Hoop (PvdA):
Ik ben er klaar voor.

De voorzitter:
Hou je niet in.

De heer De Hoop (PvdA):
Dank, voorzitter. Allereerst heb ik een motie over de Eurostar. Ik vind echt dat de staatssecretaris daarbij een regierol moet nemen. Daarom de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er nog geen duidelijkheid is of de Eurostartrein van Amsterdam naar Londen ook tijdens de verbouwing van Amsterdam Centraal blijft rijden tussen Nederland en Londen;

van mening dat het niet acceptabel is dat een belangrijke internationale verbinding langere tijd geheel stilligt vanwege werkzaamheden aan één station waar deze trein stopt;

verzoekt het kabinet alles in het werk te stellen om actief bij te dragen aan het vinden van een passende oplossing, en de Kamer hierover zo spoedig mogelijk te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden De Hoop, Krul en Minhas.

Zij krijgt nr. 1166 (29984).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het internationale spoorvervoer voor reizigers in potentie een goed alternatief is voor korteafstandsvluchten;

overwegende dat het kabinet zegt grote ambities te hebben met het uitbreiden en aantrekkelijker maken van het internationale spoorvervoer tussen Nederland en andere Europese landen;

overwegende dat er al langere tijd wordt gesproken over een Europees ticketsysteem zodat reizigers, net als bij het vliegtuig, eenvoudig hun gehele treinreis kunnen boeken, maar er nog steeds geen duidelijke verbeteringen zichtbaar zijn;

verzoekt het kabinet om in Europees verband een voortrekkersrol op zich te nemen en de komende tijd actief met andere landen en de Europese Commissie een Europees reserveringssysteem te bespoedigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden De Hoop, Krul, Van Ginneken, Minhas en Alkaya.

Zij krijgt nr. 1167 (29984).

De heer De Hoop (PvdA):
Dan mijn laatste motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet nog niet in gesprek is met Zweden over de Lelylijn als belangrijke schakel in de spoorverbinding tussen Scandinavië en West-Europa terwijl hier in Zweden interesse voor bestaat;

overwegende dat het van belang is om in het kader van de samenhang van het Europese spoornetwerk goed te kijken naar de maatschappelijke baten en de mogelijkheden van Europese financiering;

verzoekt het kabinet proactief met Duitsland, Denemarken en Zweden in gesprek te gaan over het versterken van de spoorcorridor tussen Nederland, Duitsland en Scandinavië en in te zetten op een gezamenlijk onderzoek naar het versterken van deze spoorcorridor,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden De Hoop en Krul.

Zij krijgt nr. 1168 (29984).

Heel goed. De heer Minhas van de VVD.

De heer Minhas (VVD):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb geen motie. Ik heb een vraag aan de staatssecretaris. De VVD-fractie heeft meerdere malen aandacht gevraagd voor de intercityverbinding van Eindhoven, via Heerlen, naar Aken. U heeft in de Kamerbrieven, zo zeg ik tegen de staatssecretaris, meerdere malen genoemd dat mogelijke decentralisatie kansrijk is om ervoor te zorgen dat die trein vanaf eind 2024 in de dagranden en in de weekenden kan gaan rijden. Mijn vraag is: kan de staatssecretaris toezeggen dat zij er alles aan gaat doen om ervoor te zorgen dat die trein ook daadwerkelijk per eind 2024 gaat rijden en dat zij, als dat via een decentralisatie moet, die ook in gang gaat zetten?

Tot slot, voorzitter. Dit is mijn laatste moment in deze Kamer. Ik wil iedereen hartelijk danken voor de goede samenwerking: collega's, u, het kabinet en niet in de laatste plaats mijn persoonlijk medewerker, die mijn steun en toeverlaat was.

Dank u wel.

De voorzitter:
We gaan u missen.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Mevrouw Van der Graaf van de ChristenUnie.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dank u wel, meneer de voorzitter. Ik heb geen moties, maar wel twee vragen aan de staatssecretaris. Kan de staatssecretaris bevestigen dat de trilogen over TEN-T op 15 november aanstaande de laatste fase in zullen gaan? Met andere woorden: het gaat er nu echt om spannen. Dat vraagt dus ook om een laatste krachtsinspanning om de Duitse bondsregering te overtuigen de Lelylijn op te nemen in het kernnetwerk. Er is een grotere kans op een groter budget als dat wordt toegewezen. We weten dat de bondsstaten Schleswig-Holstein en Hamburg inmiddels voor zijn. Dat begrijpen wij. Wat gaat de staatssecretaris deze laatste weken nog doen om ook de bondsregering te overtuigen en mee te krijgen? Wij hebben hooggespannen verwachtingen.

De voorzitter:
Mooi. De heer Krul van het CDA.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter, dank u wel. Een motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat grensoverschrijdend vervoer per definitie internationaal spoor is;

overwegende dat de Lelylijn en Nedersaksenlijn cruciale projecten zijn voor de bereikbaarheid van het Noorden en verder;

verzoekt het kabinet blijvende prioriteit te geven aan de Lelylijn en Nedersaksenlijn;

verzoekt het kabinet de Kamer te informeren over de mogelijkheden, onmogelijkheden, kansen en risico's voor deze projecten in het Europese domein,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Krul, De Hoop en Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 1169 (29984).

De heer Krul (CDA):
Ik zou vanaf deze plek de heren Alkaya en Minhas willen bedanken voor de samenwerking. Een kleine ontboezeming: de heer Minhas heeft op zijn kantoor een hele grote kaart hangen met alle trajecten van alle spoorlijnen in Nederland. Als nieuwe woordvoerder spoor vond ik het soms een beetje veel worden. Dan trippelde ik nog weleens stiekem, als hij er zelf niet was, naar de kamer van de heer Minhas om even te kijken over welk traject we het nu ook alweer hadden. Dat ga ik in ieder geval missen.

De voorzitter:
Ja. Hij heeft zich heel lang afgevraagd waar die gevulde koeken waren gebleven, maar dat is bij dezen ook opgelost. De laatste spreker van de zijde van de Kamer: mevrouw Van der Plas van de fractie van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik was van plan om moties in te dienen, maar ik heb besloten dat niet te doen. Ik vind het eigenlijk totale waanzin waar we hier vandaag mee bezig zijn en gisteren ook. Tientallen tweeminutendebatten, honderden moties en amendementen die in de laatste twee dagen hier worden ingediend. Medewerkers die op hun tandvlees lopen, vannacht begint het laatste tweeminutendebat om halfeen, daarna nog een paar uur schorsing, omdat we alle motiediarree die hier vandaag wordt ingediend, allemaal moeten gaan beoordelen, met de medewerkers. Hoe laat gaan we stemmen? Om een uurtje of twee, drie uur vannacht? Twee uur lang stemmen. Om vijf uur 's ochtends zijn we klaar.

Ik doe er niet aan mee. Ik heb vandaag drie tweeminutendebatten en zal deze verklaring drie keer afleggen. En ik vind echt dat we in de volgende Kamerperiode hier met z'n alleen wat aan moeten gaan doen, want elk individueel Kamerlid zegt dat het een gekkenhuis is wat we hier aan het doen zijn, maar we doen er allemaal aan mee. Ik kies ervoor om dat niet te doen. Die paar moties minder zullen de werkdruk niet verminderen, maar zoals de SIRE-campagne vroeger altijd zei: een betere wereld begint bij jezelf. Daar wil ik het dan bij houden.

Ik wens iedereen — de Kamerleden en de medewerkers, de Kamerbewaarder, bodes, de bewindslieden — heel erg veel succes vandaag.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors enkele minuten en dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Het woord is aan de staatssecretaris.


Termijn antwoord

Staatssecretaris Heijnen:
Dank u wel, voorzitter. Eerst een aantal vragen die ik had gekregen. De heer Minhas vroeg of ik kan toezeggen er alles aan te doen om te zorgen dat de ICE Aken per eind 2024 gaat rijden in de dagranden. Dat kan ik toezeggen. Ik werk nauw samen met de betrokken partijen. De provincie Limburg heeft het voortouw bij de uitwerking van de decentralisatiemogelijkheden, maar ik kan dat zeker toezeggen.

Mevrouw Van der Graaf had nog een aantal vragen over de trein naar Berlijn. We zitten sinds de afgelopen zomer in de laatste fase van de onderhandelingen. Het Spaanse Europees voorzitterschap heeft de meest lastige zaken voor de triloog voor de komende maanden bewaard. Dat is ook de reden waarom ik heb besloten om op 15 november met de trein naar Berlijn te gaan om daar met verschillende partijen te spreken. We kijken nu nog naar de mogelijkheden van de gesprekken, maar het heeft mijn volle aandacht. Ik heb ook verzocht om een gesprek met staatssecretaris Theurer.

Dan had ik nog een aantal moties. Ik denk dat ik het dit keer vrij kort kan houden. De motie op stuk nr. 1166: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 1167: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 1168: oordeel Kamer.

En ook de motie op stuk nr. 1169 wil ik graag oordeel Kamer geven.

De voorzitter:
Dat had puntiger gekund.

Staatssecretaris Heijnen:
Och, nog puntiger?

De voorzitter:
Maar dat gaan we na het reces wel weer eens oefenen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
We gaan vannacht stemmen over deze moties. Heeft de staatssecretaris nog een dramatisch slotwoord?

Staatssecretaris Heijnen:
Nee, ik wil iedereen heel hartelijk danken voor de ontzettend fijne en constructieve samenwerking. Ik hoop een aantal van u nog terug te zien na 22 november. Alle anderen wens ik uiteraard alle goeds voor hun zakelijke en privétoekomst.

De voorzitter:
Hogelijk gewaardeerd. Ik schors tot 19.30 uur voor het diner, en dan gaan we praten over de Staat van de Volkshuisvesting. Ik schors tot 19.30 uur.

De vergadering wordt van 18.25 uur tot 19.35 uur geschorst.

Staat van de Volkshuisvesting

Staat van de Volkshuisvesting

Aan de orde is het tweeminutendebat Staat van de Volkshuisvesting (CD d.d. 27/09).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Staat van de Volkshuisvesting. Een hartelijk woord van welkom aan de minister, die wel zijn bordje leeg heeft gegeten, maar niet het toetje. Die snelheid waarderen we. Het commissiedebat vond plaats op 27 september jongstleden. We hebben vijf deelnemers van de zijde van de Kamer en de eerste spreker is de heer Van Haga van de Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Voorzitter. Uw uitgestoken arm neem ik graag aan, maar het is Belang van Nederland, voorzitter. Dat weet u zelf ook wel. Zal ik beginnen?

De voorzitter:
Nou, als het moet.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Ja.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit de rapportage van het MSCI blijkt dat in Nederland het volume van de vastgoedtransacties vergeleken met vorig jaar gemiddeld met 67% is gedaald, terwijl het EU-gemiddelde met 57% daalde;

verzoekt de regering om in kaart te brengen wat de oorzaak is van de hardere daling van het transactievolume in Nederland, en de Kamer over de uitkomsten te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 1110 (32847).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om te onderzoeken of en, zo ja, hoe bij verkoop van woningen door woningcorporaties aan zittende huurders een aantrekkelijke financiering aangeboden kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 1111 (32847).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
En dan de laatste motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de volkshuisvesting structurele en meerjarige problemen kent;

erkennende dat het aanpakken van de problemen in de volkshuisvesting vereist dat we verder kijken dan symptoomgerichte maatregelen;

verzoekt de regering om af te zien van symptoommaatregelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 1112 (32847).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
In het belang van Nederland. Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Geen symptoommaatregelen meer. Eindelijk iemand die het zegt. Mevrouw Beckerman van de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):
Voorzitter. Volgend jaar dreigen de huren hard te stijgen, met 5,8% in de sociale huur en 4,9% in de vrije sector. Deze week zijn helaas voorstellen van mijn partij om de huren te bevriezen verworpen. Maar gisteren bleek in de StemWijzer dat een aantal partijen die tegen onze motie stemden, zich uitspreken voor de stelling: "De huurprijs van woningen mag de komende drie jaar niet stijgen." 7,8 miljoen mensen vullen de StemWijzer in en we gaan ervan uit dat alle partijen willen dat de kiezers hen als eerlijk kunnen beoordelen. Daarom dienen we de exacte stelling van de Stemwijzer in als motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

spreekt uit dat de huurprijs van woningen de komende drie jaar niet mag stijgen;

verzoekt de regering dit uit te werken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.

Zij krijgt nr. 1113 (32847).

Mevrouw Beckerman (SP):
Als we de zetels in de StemWijzer tellen, komen wij uit op een mooie meerderheid van 81 zetels. We rekenen op de ChristenUnie en D66 om nu juist te stemmen.

Dank u wel.

De voorzitter:
En gaat over tot de orde van de dag, neem ik aan. De heer Boulakjar van D66.

De heer Boulakjar (D66):
Voorzitter, dank u wel. Geen moties, want we hebben vorige week een uitgebreide begrotingsbehandeling gehad, met heel mooie voorstellen die we met zijn allen hebben ingediend en waarin we perspectief hebben kunnen bieden voor studenten, voor koopstarters en voor wooncoöperaties.

Ik wil even van deze gelegenheid gebruikmaken om de Griffie te danken en mijn collega's in de Kamer met wie we heel goed hebben samengewerkt, maar bovenal deze minister. We hebben vaak kritiek op hem gehad, maar er is geen minister die zich met zo veel passie en energie heeft ingezet voor de volkshuisvesting. Ik hoop dat we de minister op de een of andere manier toch nog een keer terugzien. Dus dank aan deze minister.

De voorzitter:
En we gaan u missen, meneer Boulakjar. De heer Nijboer ziet af van zijn inbreng. Die is zo overweldigd door emotie. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Peter de Groot van de fractie van de VVD.

De heer Peter de Groot (VVD):
Dank, voorzitter. Ik heb twee moties. De eerste gaat over vakantieparken.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een inventarisatie is gedaan via provincies en gemeenten en dat blijkt dat er slechts voor een gering aantal recreatieparken de mogelijkheid wordt gezien om te transformeren naar wonen;

constaterende dat hierin het huidige bestemmingsplan of toekomstig beleid van de gemeente als uitgangspunt wordt genomen in plaats van het woningtekort;

overwegende dat naar schatting 55.000 mensen legaal, illegaal of gedoogd verblijven in een recreatiewoning in Nederland;

overwegende dat recreatiewoningen die voldoen aan de eisen van transformatie een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van het woningtekort;

verzoekt de regering om de mogelijkheid open te stellen voor de vereniging van eigenaren van parken of individuele eigenaren om zichzelf te kunnen aanmelden bij de bestuurlijk aanjager om het daadwerkelijke transformatiepotentieel inzichtelijk te krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Peter de Groot.

Zij krijgt nr. 1114 (32847).

De heer Peter de Groot (VVD):
De tweede motie gaat over de stoffering van huurwoningen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het nog altijd voorkomt dat verhuurders eisen dat huurwoningen volledig leeg worden gehaald of gestript worden opgeleverd volgens het contract;

overwegende dat het zonde is om stoffering weg te gooien zonder de kans tot overname door een volgende huurder;

overwegende dat de nieuwe huurder en zittende huurder op kosten worden gejaagd;

verzoekt de regering om in gesprek te gaan met verhuurders om dit automatisme uit contracten te verwijderen en de keuze tot overname tussen de zittende en nieuwe huurder te laten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Peter de Groot.

Zij krijgt nr. 1115 (32847).

De heer Peter de Groot (VVD):
Dank u wel.

De voorzitter:
Heel goed, dank u wel. Ik schors vijf minuutjes en dan gaan we luisteren naar de minister.

O, de minister zegt gelijk verder te kunnen. Dat kunnen we ook meteen doen. U bent niet te houden; dat waarderen wij.


Termijn antwoord

Minister De Jonge:
Ik heb de moties heel goed gelezen. Zeker wel.

De voorzitter:
Zo snel al?

Minister De Jonge:
Ik weet niet of de ambtelijke ondersteuning inmiddels enorm in de stress schiet, maar ik ga ze gewoon verrassen.

De voorzitter:
Heel goed. En daarmee verrast u ons allemaal.

Minister De Jonge:
Ik ga het gewoon freestylend doen; zo'n avond is het.

Voorzitter, dank u wel. Ik behandel allereerst de motie op stuk nr. 1110, van de heer Van Haga. Die verzoekt de regering om in kaart te brengen wat de oorzaak is van de hardere daling van het transactievolume in Nederland en de Kamer over de uitkomsten te informeren. Het eerste dat we hierover moeten zeggen, is dat het dus klopt wat ik ook al tijdens de begrotingsbehandeling onderbouwde, namelijk dat je ziet dat de hele bouwontwikkeling in Nederland eigenlijk de Europese trend volgt. De stijging van de rente in heel Europa is natuurlijk het grootste probleem. Dat betwistte u toen nog, maar eigenlijk is deze motie een erkenning van datgene wat ik daar toen zei. Ik vind het heel goed om de Nederlandse vastgoedwereld en de Nederlandse nieuwbouwcijfers goed te blijven vergelijken met wat er in het buitenland gebeurt. Dan zult u echt zien dat Nederland het bijvoorbeeld heel veel beter doet dan een land als Duitsland. Ik ga in ieder geval in de Staat van de Volkshuisvesting, maar misschien ook bij een andere gelegenheid proberen om daar iets over te zeggen, ook over het Europese perspectief. Die komt aan het einde van het jaar. Als dat te vroeg is, ga ik er apart iets over formuleren richting uw Kamer, want ik snap heel goed dat u die informatiebehoefte heeft. Ik laat hier het oordeel dus aan de Kamer. Dat was de motie op stuk nr. 1110.

Dan ga ik door naar de motie op stuk nr. 1111. Die verzoekt de regering te onderzoeken of en, zo ja, hoe er bij verkoop van woningen door corporaties aan zittende huurders een aantrekkelijke financiering kan worden geboden. Ik ga deze motie ontraden, omdat dat zou betekenen dat iemand die financiering dan ook op zich moet nemen. Als dat de corporatie zelf is, dan gaat dat ten koste van het investeringsvolume van de corporatie en als dat een ander is dan de corporatie, dan heb ik geen dekking. Ik moet deze motie dus ontraden.

Dan kom ik op de motie op stuk nr. 1112. Ik denk toch dat anderen er beter in zijn om de volgorde der dingen dan ook goed te bepalen. In deze motie staat: uitspreken tegen symptoommaatregelen. Tja, dat is zo'n generieke motie dat ik niet weet wat u dan bedoelt. Wat u namelijk een symptoommaatregel zou kunnen noemen, noem ik misschien wel een hele belangrijke maatregel, en andersom. Ik ga deze motie dus gewoon voor de zekerheid ontraden, omdat u die wellicht anders gaat uitleggen dan u haar nu bedoelt.

Dan ben ik bij de motie op stuk nr. 1113, van mevrouw Beckerman. Die spreekt uit dat de huurprijs van woningen de komende drie jaar niet mag stijgen. Ik denk dat die ontraden moet worden.

Wat zegt u, mevrouw Beckerman? O, het is een spreekt-uitmotie, die is niet voor mij. Dat is geniaal! Dit is echt politiek handwerk, voorzitter.

De voorzitter:
Ja, ze heeft heel veel mensen vanavond schaakmat gezet.

Minister De Jonge:
Mensen totaal schaakmat zetten op basis van de StemWijzer en dan ook nog mij schaakmat zetten door zo'n "spreekt uit", waardoor ik niet mag zeggen dat ik vorige week natuurlijk heel uitvoerig heb uitgelegd waarom dit niet kan, waarom dit ten koste gaat van het investeren in nieuwbouw en verduurzamen en dat de huurstijging overigens helemaal gelijke tred houdt met de loonontwikkeling. Maar ja, dat kan ik nu niet meer zeggen. Jammer.

De voorzitter:
Maar ik wil wel een oordeel van u hebben, want …

Minister De Jonge:
Nee, het is "spreekt uit", dus ik kan juist geen oordeel geven, hoewel ik daar dus heel veel goede argumenten bij heb.

De voorzitter:
Ja, maar er staat ook: verzoekt de regering dit uit te werken. Dat vind ik wel iets voor u.

Minister De Jonge:
Ja, dat is een goed punt. Daarmee staat u dan weer schaakmat, mevrouw Beckerman, maar niet door mij, maar door de voorzitter.

De voorzitter:
Het is een motie vol met valkuilen. Het zijn andere dimensies waar we mee bezig zijn.

Minister De Jonge:
Ik heb echt uw leiding nodig om hierdoorheen te gaan.

De voorzitter:
Ze komt ook met een motie van wantrouwen tegen de StemWijzer in de tweede termijn, heb ik gehoord. Mevrouw Beckerman, aan u het woord.

Mevrouw Beckerman (SP):
Dan toch als reactie op de niet-reactie van de minister. Er komt ook een amendement van ons in stemming om de winstbelasting en ATAD af te schaffen voor corporaties. Daarmee kunnen we nieuwbouw, verbetering en ook, in dit geval, huurbevriezing betalen. Wat de minister zegt, dat het een motie is zonder dekking, gaat dus niet op.

Minister De Jonge:
Maar ik heb die dekking nog wel voor ogen, want daar hebben we het vorige week ook heel uitvoerig over gehad. Die dekking is niet deugdelijk. Dat is gewoon een soort algemenemiddelendekking, een oplossing voor alles. Maar iemand zal het toch een keer moeten betalen. Die dekking kan dus niet en dan blijf ik toch bij mijn stelling. Mijn belangrijkste stelling is dat de maximale huurverhoging zoals we die nu hebben voorzien, in ieder geval de loonontwikkeling volgt, waardoor we zeker weten dat mensen het ook kunnen blijven betalen. Sterker nog, huurders gaan er deze kabinetsperiode en ook volgend jaar gemiddeld genomen op vooruit vanwege alle maatregelen die we nemen, onder andere de verhoging van de huurtoeslag.

De voorzitter:
Maar ik wil dus wel een oordeel hebben over de motie.

Minister De Jonge:
Ik ontraad 'm. Als ik een oordeel mag geven, ontraad ik 'm en dat doe ik dan ook met hartstocht.

Voorzitter. Dan de moties van de heer De Groot, waaronder een motie over de vakantieparken. Daarover zou ik het oordeel aan de Kamer willen laten. U weet, ik ben op dit moment op zoek naar iemand die daarvan de bestuurlijke aanjager kan zijn. Dat duurt iets langer dan ik had gewild, maar ik kom daar snel op terug. Ik vind het inderdaad heel goed dat vakantieparken het zelf kunnen aangeven als ze transformatie-ideeën hebben. Ik laat het oordeel dus graag aan de Kamer.

De motie op stuk nr. 1115 verzoekt om in gesprek te gaan over het verwijderen uit de contracten van het automatisme om de stoffering te moeten weggooien. Dat vind ik eigenlijk wel een heel circulaire gedachte van de heer De Groot. Laten we dat maar omarmen.

Tot slot. Ik weet niet in welke samenstelling ik jullie nog allemaal tegen ga komen, maar ik zou de samenwerking met deze commissie en met alle leden van deze commissie zeer willen bejubelen. Henk Nijboer is, zo hebben we vanmorgen al gememoreerd, bezig met een weken- of maandenlang durende afscheidstournee. Ik heb mezelf al drie keer allerlei eerbetoon horen uitspreken in de richting van de heer Nijboer. Mevrouw Van Esch zou er zomaar voor het laatst kunnen zijn vandaag. De heer Boulakjar heeft — ik denk niet onterecht — goede hoop op een goede verkiezingsuitslag. Dat geldt uiteraard ook voor de heer De Groot en mevrouw Beckerman. Ik denk dus dat we velen nog terug gaan zien in deze zaal. Voor mezelf geldt dat ik gewoon doorga totdat ze me melden dat er een opvolger is. Tot die tijd ontken ik die werkelijkheid.

Voorzitter, dank.

De voorzitter:
Eindelijk een minister die toegeeft dat hij de werkelijkheid ontkent. Op de laatste dag van de oude Kamer moet dat dan gebeuren.

De beraadslaging wordt gesloten.

Klimaatakkoord gebouwde omgeving

Klimaatakkoord gebouwde omgeving

Aan de orde is het tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving (CD d.d. 05/10).


Termijn inbreng

De voorzitter:
We gaan meteen door met het volgende debat: het tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving. Het commissiedebat vond plaats op 5 oktober jongstleden. Ik geef graag het woord aan mevrouw Van Esch van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb drie moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de EU naar de doelstelling van 90% CO2-reductie in 2040 gaat, maar dit kabinet vanaf 2026 blijft inzetten op hybride warmtepompen;

constaterende dat dit betekent dat de in 2026 en daarna geïnstalleerde hybride warmtepompen na 2046 nog CO2 uitstoten;

constaterende dat hybride warmtepompen en normale warmtepompen (die geen gas meer verbruiken) onder dezelfde subsidieregeling vallen;

verzoekt de regering met de ISDE-subsidie nadrukkelijker te sturen op het bevorderen van duurzame warmteoplossingen die in één keer geen CO2-uitstoot meer veroorzaken ten opzichte van de warmteoplossingen die later nog aanpassing of vervanging behoeven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 1116 (32847).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er gewerkt wordt aan een bouwmaterialenakkoord, maar de ervaring met sectorakkoorden de afgelopen jaren niet onverdeeld positief is;

verzoekt de regering te zorgen dat alleen een akkoord gesloten wordt als er concrete doelen zijn gesteld, waarborgen zijn over het doelbereik en er geen beleid wordt gevoerd dat strijdig is met ander overheidsbeleid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 1117 (32847).

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Voorzitter. Dan de laatste motie die ik in deze Kamer zal indienen. Ik heb er bewust voor gekozen om die te laten gaan over dieren.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat isolatiebedrijven voor alternatieve vleermuisverblijfplaatsen moeten zorgen wanneer de oorspronkelijke verblijfplaats door na-isolatie verdwijnt;

constaterende dat, conform de Wet natuurbescherming, de effectiviteit van een maatregel vooraf bekend én bewezen moet zijn, maar de meeste maatregelen nog niet bewezen effectief zijn;

verzoekt de regering om zo snel mogelijk wetenschappelijk te laten onderzoeken welke variabelen bepalend zijn voor de effectiviteit van alternatieve verblijfplaatsen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 1118 (32847).

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Daarmee hoop ik uiteraard de vleermuizen nog een beetje een mooie toekomst in de geïsoleerde huizen in Nederland te geven.

De voorzitter:
Als u nog een mooi afscheidswoord heeft?

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Dank u wel.

De voorzitter:
Het ga u goed. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Thijssen van de fractie van de Partij van de Arbeid, die bij een eerder debat vanmiddag sprak over "mijn fracties". Dat is geheel nieuw in de parlementaire geschiedenis: mijn fracties. Maar het is wel weer mooi. Let maar op, meneer De Jonge.

De heer Thijssen (PvdA):
Voorzitter, namens mijn fracties!

De voorzitter:
Het is toch geweldig, "mijn fracties"?

De heer Thijssen (PvdA):
Dat is toch geweldig. Hoe vaak kun je dat nou doen!

De voorzitter:
Hoeveel fracties heeft u eigenlijk?

De heer Thijssen (PvdA):
Twee.

De voorzitter:
O, oké!

De heer Thijssen (PvdA):
En het is de laatste keer. Want ja, de volgende keer zijn we één fractie.

Voorzitter. De minister en ik hebben vaker gepraat over klimaatbeleid en de plek waar dat neerslaat. Waar dat heel duidelijk wordt voor mensen, is bij hun huis. Ik heb vaker gezegd dat die mensen daarbij ontzorgd moeten worden. Dat is de minister volgens mij ook met mij eens. Op sommige plaatsen gebeurt dat en is er voldoende geld, maar ik heb toch ook een rondetafel gehad waarin bleek dat er regio's zijn waarin de gemeentes nog niet genoeg kunnen ontzorgen. Daarom de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het in de huizen is waar mensen heel direct te maken krijgen met klimaatbeleid en dat het daarmee van groot belang is dat het isoleren van huizen voorspoedig gaat voor voldoende draagvlak, voor een lage energierekening en voor CO2-reductie;

constaterende dat relatief weinig van de subsidies bestemd voor het isoleren terechtkomt bij mensen die leven in energiearmoede;

overwegende dat het van belang is dat mensen hierbij ontzorgd worden en dat gemeenten voldoende budget moeten hebben om met hun burgers het gesprek aan te gaan en hun een aanbod voor het aanpakken van hun huis te kunnen doen;

constaterende dat niet alle gemeenten die bezig zijn om hun burgers te ontzorgen nu voldoende en voldoende langjarig budget daarvoor hebben;

verzoekt de regering in kaart te brengen in welke regio's of gemeenten er onvoldoende middelen beschikbaar zijn om de verduurzamingsopgave van de gebouwde omgeving ter hand te nemen, daarbij hun burgers actief te benaderen en te ontzorgen, en de Kamer hierover op korte termijn te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.

Zij krijgt nr. 1119 (32847).

De heer Thijssen (PvdA):
Het zou natuurlijk heel fijn zijn als we dat zo rond de formatie zouden hebben. Dan hebben we ook concreet iets om over te praten.

U had het al over het illustere lid Nijboer. Hij heeft afgelopen dinsdag een hele mooie motie aangenomen gekregen over de tochtkorting. Die is er eindelijk, en die is supergoed, want ze geeft bijvoorbeeld particuliere verhuurders echt een prikkel om te gaan verduurzamen. Ik zou heel graag weten wat de verschillende manieren zijn om die tochtkorting in te voeren. Ook daarbij zou het natuurlijk prachtig zijn als het af is tegen de tijd dat er geformeerd gaat worden, want dan kunnen er ook echt goede besluiten over genomen worden. Ik krijg dus graag een toezegging op dat punt van de minister. Wil hij dat doen?

Dank namens mijn fracties, voorzitter.

De voorzitter:
Heerlijk. Kan de minister reeds reageren? Nee. Ik schors drie minuutjes.

De vergadering wordt van 19.53 uur tot 20.02 uur geschorst.

De voorzitter:
Het woord is aan de minister.


Termijn antwoord

Minister De Jonge:
Voorzitter, dank u wel. Laten we beginnen met de moties van mevrouw Van Esch. De eerste motie, op stuk nr. 1116, verzoekt de regering met de ISDE-subsidie nadrukkelijker te sturen op de all-electric warmtepomp. Daar hebben wij in ons commissiedebat best wel uitgebreid over gesproken, denk ik. De ISDE maakt die all-electric warmtepomp ook mogelijk, maar we zullen ook de hybride warmtepompen gewoon nodig hebben. Het woord "nadrukkelijker", met de nadruk op "-er", suggereert dat all-electric eigenlijk beter is dan hybride. Dat moeten we niet doen, denk ik, omdat we de hybride warmtepomp ook gewoon nodig hebben. Als iedereen inderdaad zou overstappen op all-electric, dan vereist dat voor heel veel huizen een veel betere isolatie, maar vooral eigenlijk een heel veel sneller versterkt elektriciteitsnet. Dat gaat gewoon niet. Deze motie kan dus eigenlijk niet. Daarom ontraad ik die.

De motie op stuk nr. 1117 verzoekt de regering om te zorgen dat er alleen een akkoord wordt gesloten als er concrete doelen zijn gesteld. Daarmee lijkt mevrouw Van Esch een beetje te veronderstellen dat het ofwel een akkoord is ofwel scherpere normering. Mijn stelling is dat je het allebei nodig zult hebben. Sterker nog, dat akkoord helpt juist om een scherpe normering voor elkaar te krijgen. We gaan het in ieder geval allebei doen. Hierover laat ik het oordeel dus graag aan de Kamer, maar dan wel met deze context en deze uitleg.

De motie op stuk nr. 1118 verzoekt de regering om zo snel mogelijk wetenschappelijk te laten onderzoeken welke variabelen bepalend zijn voor de effectiviteit van alternatieve verblijfplaatsen. Het doet mij deugd dat ik bij de laatst ingediende motie van mevrouw Van Esch het oordeel aan de Kamer kan laten. Dat lijkt mij meer dan passend.

De voorzitter:
Dat waardeert zij.

Minister De Jonge:
Ja, en de vleermuizen ook, en dát is zo belangrijk.

Dan de motie op stuk nr. 1119. Die is ingediend namens de fracties van de heer Thijssen, en allemaal met het oog op de formatie, om aan de formatietafel met deze informatie de zegenrijke arbeid van de heer Thijssen te kunnen vervolgen. Dat is natuurlijk een jaloersmakende zelfverzekerdheid, namelijk de zelfverzekerdheid dat u dan ook aan die formatietafel zit, met die enorme stapels door mij voorbereid werk, waarmee u dan zegenrijke arbeid zou kunnen verrichten. Daar kunnen we alleen maar een hele diepe buiging voor maken, zou ik willen zeggen. Het oordeel over de motie op stuk nr. 1119 laat ik dus graag aan de Kamer.

Dan vraagt u mij: wat vond u eigenlijk van die fantastische motie van mijn fantastische collega Nijboer? Nou, ik heb daar al eens vrijelijk over gefilosofeerd. Ik denk dat de manier waarop wij daar uitvoering aan geven eigenlijk minstens zo fantastisch is als de motie van de heer Nijboer. Maar als u mij vraagt om daar eens een keer een brief over te schrijven, waarin staat hoe dat dan gaat en zo, dan doe ik dat natuurlijk graag. Ik kom daar graag in een brief op terug.

De voorzitter:
Heel goed. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Vannacht gaan wij nog stemmen over de moties.

Funderingsproblematiek

Funderingsproblematiek

Aan de orde is het tweeminutendebat Funderingsproblematiek (CD d.d. 26/10).


Termijn inbreng

De voorzitter:
We gaan in één beweging door met het tweeminutendebat Funderingsproblematiek. Het commissiedebat vond plaats op 26 oktober. Dat is vandaag. Ik geef graag het woord aan de heer Nijboer van de fractie van de Partij van de Arbeid.

De heer Nijboer (PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Dan begin ik echt aan mijn zwanenzang. Het was een mooi debat vanochtend, over funderingen, een belangrijk probleem. Ik heb een drietal moties, die vrij breed ondertekend zijn.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat funderingsproblemen herstellen grote kosten met zich meebrengt en er veelal meerdere oorzaken zijn;

overwegende dat iedere partij een redelijk deel van de kosten op zich moet nemen en mensen niet geholpen zijn met alleen een lening;

verzoekt het kabinet met voorstellen te komen voor een redelijke kostenverdeling tussen alle betrokken partijen, zodat de funderingen snel kunnen worden aangepakt en hersteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Nijboer, Beckerman, Boulakjar en Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 260 (28325).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat funderingsproblemen steeds meer voorkomen en dat snelle actie de oplopende schade kan beperken;

verzoekt het kabinet een coördinerend minister aan te wijzen en een regeringscommissaris funderingsherstel aan te stellen om zo spoedig mogelijk tot oplossingen te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Nijboer, Peter de Groot en Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 261 (28325).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de funderingsproblemen ook voorkomen ten gevolge van bodemdaling en funderingen op staal;

verzoekt het kabinet ook deze problemen mee te nemen in de aangekondigde analyses die worden uitgevoerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Nijboer, Beckerman, Boulakjar, Inge van Dijk en Peter de Groot.

Zij krijgt nr. 262 (28325).

De heer Nijboer (PvdA):
Rest mij nog de collega's ontzettend te bedanken, niet alleen deze, maar via hen ook de collega's van Financiën voor de afgelopen jaren, net als u als voorzitter en de voorzitters daarvoor en de bewindslieden. Het was mij vrijwel altijd een genoegen en altijd een eer om hier te mogen staan. Dank u wel.

De voorzitter:
We gaan u enorm missen, meneer Nijboer. Het is een verlies voor de democratie dat u weggaat. De heer Nijboer was tevens de enige spreker. Ik schors twee minuutjes.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Het woord is aan de minister.


Termijn antwoord

Minister De Jonge:
Voorzitter, dank. Drie kloeke moties als slotakkoord van de heer Nijboer, althans, dat zou je denken. We zijn al enige tijd bezig met het afscheid van de heer Nijboer. Afscheid, the sequel, daar wordt straks vast een Netflixserie van gemaakt. Maar we zien hem over een aantal weken weer terug in de Eerste Kamer, want daar gaat hij een van de vele wetten-Nijboer verdedigen, dit keer samen met de heer Grinwis.

Maar dit zijn wel zijn laatste moties in de Tweede Kamer, en dat is toch een mooi moment, waar we wel even bij stil gaan staan. Over de motie op stuk nr. 260 hebben we vanmorgen een uitgebreid debat gehad: "verzoekt het kabinet met voorstellen te komen voor een redelijke kostenverdeling tussen alle betrokken partijen, zodat de funderingen snel kunnen worden aangepakt". Ik zou daarvan kunnen zeggen, een beetje de gereformeerde interpretatie, dat dit vooruitloopt op de uitkomsten van een Rli-advies dat we zojuist hebben aangevraagd, dat het kabinet zich daarover eerst een oordeel moet vormen en vervolgens met een dekking moet komen, als daar al financiële consequenties aan verbonden kunnen worden, en dat dit toch meer aan een volgend kabinet is. Dat zou ik kunnen doen, maar dat is toch gereformeerd. Ik zou eigenlijk de katholieke variant willen proberen en willen zeggen: als ik mag verwijzen naar alles wat ik daarover vanmorgen heb gezegd in het commissiedebat, dan zou ik hier het oordeel aan de Kamer kunnen laten.

De voorzitter:
Ik vind het bijna jezuïtisch, eigenlijk.

Minister De Jonge:
Dat zou je zeker als kwalificatie hierop kunnen plakken.

De motie op stuk nr. 261 verzoekt het kabinet een coördinerend minister en een regeringscommissaris aan te wijzen. Die coördinerend minister, daar heb ik niet zo veel moeite mee, maar die regeringscommissaris vind ik ingewikkelder, omdat ik dat rapport van de Raad voor de leefomgeving zou willen afwachten. Maar het is zeer denkbaar dat er een functionaris zou moeten komen. Ik wil het eigenlijk zo doen dat ik aan u vraag om deze motie aan te houden, maar dat ik wel kwartier ga maken voor een functionaris die met deze klus aan de slag zou moeten, zodat we geen tijd verliezen. Want dat bleek vanmorgen in het commissiedebat uw belangrijkste zorg te zijn. Dus de motie aanhouden. Althans, dat is mijn verzoek. U gaat daar natuurlijk over. Ik ga wel vast kwartier maken om geen tijd te verliezen.

De heer Nijboer (PvdA):
Ik hou eigenlijk niet zo van moties aanhouden en zo, maar ik vond de minister in het debat best toegeeflijk. Het kernpunt … Het gaat ons ook niet precies om die titel. De minister zou de motie dus ook met zijn uitleg kunnen omarmen. En anders houd ik de motie aan.

Minister De Jonge:
Ik denk toch dat aanhouden dan het verstandigste is. Je moet af en toe ook wél een gereformeerd antwoord kunnen geven, toch? Ja.

De voorzitter:
Op verzoek van de heer Nijboer stel ik voor zijn motie (28325, nr. 261) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister De Jonge:
Dan de motie-Nijboer c.s. op stuk nr. 262. Die is voorzien van een imponerende ondertekening. Daar is een ruime Kamermeerderheid voor, alleen al bij ondertekening. "Volgens welke peiling dan ook", zou ik daaraan willen toevoegen. Hierover laat ik het oordeel aan de Kamer.

De voorzitter:
Heel goed. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

Vannacht gaan wij stemmen over de moties.

Adviesrapport Elke regio telt!

Adviesrapport Elke regio telt!

Aan de orde is het tweeminutendebat Adviesrapport Elke regio telt! (CD d.d. 25/10).


Termijn inbreng

De voorzitter:
We gaan door met het tweeminutendebat Adviesrapport Elke regio telt! Het commissiedebat vond gisteren plaats.

Ik geef graag als eerste het woord aan de heer Krul van de fractie van het CDA.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het adviesrapport Elke regio telt! aanbeveelt om regionale kansenagenda's te ontwikkelen voor brede welvaart;

overwegende dat deze kansenagenda's als basis kunnen dienen voor een hernieuwde verbeterde investeringsrelatie tussen Rijk en regio's;

verzoekt de regering om samenwerkende partijen in regio's te vragen om kansenagenda's op te stellen voor de ontwikkeling van brede welvaart op lange termijn met prioriteit voor de vijf voorbeeldregio's uit Elke regio telt! en op basis van deze kansenagenda's aan de slag te gaan met het verkleinen van oneerlijke verschillen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Krul en Bushoff.

Zij krijgt nr. 116 (29697).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit het adviesrapport Elke regio telt! blijkt dat gemeenschappen in bepaalde gebieden onder druk komen te staan doordat het voorzieningenniveau verschraalt;

overwegende dat de rijksoverheid in een fatsoenlijk land de verantwoordelijkheid heeft om samen met inwoners te werken aan vitale gemeenschappen in heel Nederland;

verzoekt de regering een verkenning te doen naar een gemeenschapsfonds, waarmee lokale gemeenschappen belangrijke voorzieningen als een dorpswinkel, buurthuis of sportaccommodatie in stand kunnen houden, en daarbij ook te kijken naar hoe het Rijk structureel kan aansluiten bij bestaande initiatieven in regio's,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Krul, Van der Graaf en Bushoff.

Zij krijgt nr. 117 (29697).

De heer Krul (CDA):
Dan de volgende, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit het adviesrapport Elke regio telt! blijkt dat bepaalde gebieden buiten de economische centrumgebieden hebben te maken met een stapeling van achterstanden deels als gevolg van rijksbeleid;

overwegende dat deze negatieve spiraal doorbroken moet worden;

verzoekt de regering voorbereidingen te treffen om een staatscommissie in te stellen die in brede zin het functioneren van het regiobeleid analyseert en met voorstellen komt hoe ongerechtvaardigde verschillen in brede welvaart tussen regio's als gevolg van overheidsbeleid structureel weggenomen kunnen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Krul.

Zij krijgt nr. 118 (29697).

De heer Krul (CDA):
Tot slot, voorzitter, een motie met een gereformeerde spruitjeslucht, maar zij is zeker niet minder belangrijk.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het noodzakelijk is dat de rijksoverheid meer betrokken is bij wat zich afspeelt in diverse gebieden in de regio's en dat inwoners in die gebieden meer betrokken zijn bij besluitvorming op landelijk niveau over die gebieden;

verzoekt de regering het nationaal keukentafelgesprek te organiseren tussen de rijksoverheid en inwoners, in de stad en op het platteland, uit alle regio's en met verschillende achtergronden met als doel ervoor te zorgen dat meer begrip, betrokkenheid en vertrouwen in elkaar ontstaat,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Krul.

Zij krijgt nr. 119 (29697).

Heel goed. De heer Bushoff van de PvdA.

De heer Bushoff (PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Elke regio telt, maar in het beleid van Den Haag van de afgelopen jaren lijkt de ene regio net iets meer te tellen dan de andere. En daar moet verandering in komen. Dat betekent dat we ervoor moeten zorgen dat voorzieningen overeind blijven. Daar zal ik samen met de heer Krul een motie voor indienen. Die heeft hij net ingediend. Het betekent ook dat we bijvoorbeeld de rijksbanen moet spreiden over het land. Dat is wel zo eerlijk. Op die manier geven we echt handen en voeten aan het rapport Elke regio telt!. Vandaar nog de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het overgrote deel van de rijksbanen in de Randstad zit;

van mening dat rijksdiensten en semipublieke diensten zo veel mogelijk over het land moeten worden gespreid;

van mening dat daarbij de regio's buiten de Randstad voorrang dienen te genieten;

verzoekt de regering om als norm te stellen dat de vestiging van nieuwe diensten of hervestiging van bestaande diensten bij voorrang in de regio's buiten de Randstad moet plaatsvinden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bushoff.

Zij krijgt nr. 120 (29697).

De heer Bushoff (PvdA):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Teunissen van D66 ziet af van zijn spreektijd. Is mevrouw Van der Graaf al in staat om het woord te richten tot het Nederlandse volk? Ze komt net binnen rennen. We hopen dat haar stem weer een beetje de oude is. Nog niet helemaal, zegt ze.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het onderzoeksrapport Elke regio telt! stelt dat de grote verschillen die tussen regio's zijn ontstaan onrechtvaardig zijn en het gevolg van beleidskeuzes zijn;

overwegende dat het belangrijk is om bij het opstellen van nieuw beleid en wet- en regelgeving effecten daarvan op afzonderlijke regio's in beeld te hebben;

overwegende dat ongewenste effecten van voorgaand overheidsbeleid een afwegingskader voor de regio rechtvaardigt;

verzoekt de regering een afwegingskader voor de regio zo in te richten dat het geen bureaucratisch monster wordt, maar wél de effecten van beleid in regio's aan het licht brengt, daar rekening mee houdt bij de besluitvorming en dit ook inzichtelijk te maken voor de Tweede Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 121 (29697).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering naar Duits voorbeeld, op basis van de principes van ruimtelijke rechtvaardigheid, een rechtvaardigheidsminimum voor de beschikbaarheid van voorzieningen op te stellen en wettelijk te verankeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 122 (29697).

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Voorzitter, als ik mag, toch nog even. De minister heeft gisteren zo veel gezegd, maar ook heel duidelijk. Hij zei over een nieuwe toets: we moeten niet technocratisch worden met elkaar. Dat ben ik helemaal met hem eens. Het is ook een beetje kip-ei. Ik zei ook tegen de minister na afloop: als het nou nergens staat, hoef je misschien niet aangezet te worden om na te denken over of er gevolgen zijn voor de regio. We willen dat het in de harten en de hoofden komt van de beleidsambtenaren en de bewindslieden op ieder departement afzonderlijk. Bij de coördinerende minister zit het wel goed. Dat is wat wij beogen, teneinde nog grotere verschillen tussen de regio's tegen te gaan. We willen dat de verschillen dus niet groter worden, maar juist kleiner.

Dank.

De voorzitter:
Ik had het niet beter kunnen zeggen. De minister is ook met stomheid geslagen. Mevrouw Van der Plas van de fractie van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb het in het vorige tweeminutendebat gezegd en ik ga het hier ook zeggen. Ik was van plan om moties in te dienen, maar ik ga dat niet doen. Ik vind dat we hier met een totale waanzin bezig zijn deze week. Honderden moties, tientallen tweeminutendebatten en tientallen amendementen waarover gestemd moet worden. Medewerkers lopen op hun tandvlees: de bodes, de Kamerbewaarders, de staf van de bewindslieden, mijn medewerkers. Het is puur gekkenwerk wat we hier aan het doen zijn voor het verkiezingsreces. Iedereen doet zijn moties nog even. Er worden zelfs moties uit 2019 uit de la gehaald om hier nog in te dienen, waarover we moeten stemmen. Overal moet nog even gauw een stempeltje op gedrukt worden.

Wij vragen in Nederland de werkgevers om netjes voor hun personeel te zijn, om goed voor hun mensen te zorgen en om zich aan de Arbowet te houden. Ik heb hier deze dagen huilende medewerkers gezien en aan de telefoon gehad die het allemaal niet trekken. Ja, dan kan er besmuikt gelachen worden hier in de Kamer, maar ik hoop deze medewerkers te beschermen door in ieder geval zelf geen moties in te dienen. Dat zal de werkdruk echt niet ontlasten. En ja, ik heb in het verleden ook moties ingediend. Maar ik vind wel dat we ons met z'n allen moeten afvragen wat we hier deze week aan het doen zijn. Het laatste tweeminutendebat is pas om 0.30 uur, dus wij gaan vannacht rond een uur of twee stemmen. Dat gaat waarschijnlijk tot 4.00 uur duren, misschien tot 5.00 uur, afhankelijk van hoe of wat. Het is totaal onverantwoord om een land te besturen op deze manier, waarbij honderden moties en amendementen er midden in de nacht in een paar uur doorheen gejast worden. Ik vind het niet kunnen.

Ik kan er nu niks aan doen. Het enige wat ik kan doen, is ervoor kiezen om zelf geen moties in te dienen en misschien na de verkiezingsperiode met elkaar hier eens wat afspraken over te maken. Ik vind het ondoenlijk. Het gaat niet om mij. Ik zit hier wel vannacht. Ik ga ook gewoon stemmen. Zeker. Natuurlijk. Maar voor heel veel andere mensen is dit gewoon niet te doen. Nogmaals, hoe wij straks de moties gaan beoordelen, midden in de nacht, met een werkdag van veertien à vijftien uur achter de rug, is gewoon echt totale kolder. Dus vandaar mijn statement.

Dan laat ik het hierbij, voorzitter.

De voorzitter:
Duidelijk.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter, ik wil hier toch bezwaar tegen maken. Mevrouw Van der Plas diende in 2022 in haar eentje 194 moties in. Bij het CDA waren dat er bijvoorbeeld gemiddeld 18 per Kamerlid. Om dan vandaag aan de ene kant te insinueren dat andere partijen niet voor hun medewerkers zorgen — want dat is wat u doet — en aan de andere kant dat u zelf niet meedoet aan de gekkigheid, vind ik eigenlijk een beetje goedkoop. Dat ga ik gewoon eerlijk zeggen. Deze dag wordt door ons en door heel veel andere fracties heel goed voorbereid. Het is echt geen kwestie van ondoordacht van alles doen. Door hier enerzijds te insinueren dat de BBB als enige partij niet meedoet aan de gekkigheid, wat niet klopt, en anderzijds dat er partijen zijn die niet goed voor hun medewerkers zorgen, vind ik beneden alle peil.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
De heer Krul legt mij woorden in de mond. Ik zeg dat ik mijn verantwoordelijkheid neem omdat ik niet wil dat medewerkers dit wordt aangedaan. Dan heb ik het natuurlijk als eerste over mijn medewerkers, maar ik voel me ook verantwoordelijk voor de mensen die in de Kamer werken: het ambtelijk personeel en de staf. Daar hoeft de heer Krul het niet mee eens te zijn.

Ik vind het een totaal bizarre vergelijking om te zeggen: zij heeft in haar eentje 194 moties ingediend. Dat is wel verspreid over een heel jaar, meneer Krul, via de voorzitter. Dat is verspreid over een jaar. Hier worden van dinsdag tot en met vandaag honderden moties ingediend — honderden! — in tientallen tweeminutendebatten. We kunnen allemaal zeggen "ja, maar dat hebben we altijd zo gedaan en dat doen we nou eenmaal zo", maar ik signaleer deze week gewoon dat het medewerkers gewoon helemaal over de schoenen loopt.

Ik vraag me ook af wat al die moties nog gaan doen voor de verkiezingen — waarschijnlijk niks. Die gaan allemaal de la in, althans, een groot deel. Na de verkiezingen kunnen ook nog heel veel moties worden ingediend. Ik heb daarstraks ook gezegd: een betere wereld begint bij jezelf. Ik heb vandaag voor mezelf een streep in het zand getrokken. Dat betekent niet dat ik nooit meer een motie indien, maar wat wij hier in de week voor het verkiezingsreces aan het doen zijn, is gewoon echt gekkenwerk. Dat is mijn persoonlijke mening.

Ik heb ook helemaal niet gezegd dat het CDA slecht voor zijn personeel zorgt. Dat heeft u mij totaal niet horen zeggen. Maar ik wil gewoon mijn verantwoordelijkheid nemen. Dat wil ik hier uiten. Dat doe ik in een tweeminutendebat, waar ik twee minuten de tijd heb om te zeggen wat ik vind. Dat doe ik gewoon. Voor de rest wens ik iedereen heel veel sterkte, heel veel succes en een goed verkiezingsreces. Succes met de verkiezingen.

De heer Graus (PVV):
In mijn begintijd in de Kamer, in 2006, 2007 en 2008, was het heel normaal. Wij hebben hier weleens met boeren op de tribune tot 05.30 uur 's morgens gezeten. Ik heb nooit een bode of iemand anders horen klagen. Ik weet niet van wie de medewerker is die daarachter zit, maar mijn medewerker heb ik zojuist naar huis laten gaan. Ik heb ook een paar nachten moeten doorwerken omdat ik een debat moest overnemen van deze voorzitter, want dit debat was eigenlijk van de voorzitter. Maar je moet ook zelf goed voor je team zorgen. Met begrotingsbehandelingen tot diep in de nacht stuur ik mijn medewerker ook naar huis toe. Dan zeg ik: ga het lekker thuis volgen; ga lekker rusten op bed. Dat is ieders verantwoordelijkheid. Maar ik ga dadelijk vijf moties indienen voor mijn provincie Limburg, want als ik mijn zin niet krijg, moet ik het via moties doen. Mevrouw Van der Plas is toch niet tegen het enige middel dat wij nog hebben om de Kamer een uitspraak te laten doen over iets wat een minister niet wil toezeggen? Dan moeten we toch moties indienen? Anders kan u toch net zo goed naar huis gaan? Ik begrijp het niet goed. Ik vind het erg, want we zijn er zo op vooruitgegaan. U zegt: we zijn mogelijk pas om een of twee uur klaar. Vroeger deden we dat met twee vingers in de neus, tot een of twee uur 's nachts. We zijn er al zo op vooruitgegaan.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Iedereen vat dit op als een persoonlijke aanval. Ik zeg gewoon wat ik vind. Ik zeg dat ík het gekkenwerk vind.

Wat zit meneer Graus nou te doen? Wat is dit?

De heer Graus (PVV):
Ik vroeg of die meneer van de BBB was. U kunt hem nu naar huis sturen en dan blijft u hier. Mijn team is ook gewoon naar huis. Dat kan ik zelf wel. Je kunt ook zelf je team naar huis sturen.

De voorzitter:
Laten we onze medewerkers geen onderdeel van de beraadslaging maken.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nou, dat lijkt me inderdaad een beetje een rare situatie. Misschien is deze medewerker pas een paar uurtjes binnen. Daar gaat de heer Graus helemaal niet over. Iedereen zit hier maar een beetje van "o, o, persoonlijke aanval", alsof ik slecht voor mijn personeel zorg! Dat heb ik helemaal niet gezegd. Ik heb Kamerleden ook horen zeggen: wat een gekkenwerk vandaag. Maar niemand durft hier een streep in het zand te trekken. Dat is niet erg, maar ik heb voor mezelf besloten dat wat ik hier deze week heb gezien, gewoon totaal niet … Ik ga over mijn eigen fractie, over mijn eigen woorden en over mijn eigen beslissingen. Vooruit, ik zit pas tweeënhalf jaar in de Kamer. We hebben hele drukke recessen gehad; zeker.

De voorzitter:
Ja.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Maar wat hier deze week gebeurt, vlak voor de verkiezingen, is gewoon … Dit is even het laatste wat ik erover zeg, voorzitter. We moeten ons ook afvragen hoe bestuurbaar wij een land maken als wij hier na een werkdag van veertien à vijftien uur honderden moties gaan beoordelen en daarover gaan stemmen. Is het risico op fouten dan niet heel groot? Dat is gewoon een vraag die ik stel. Ik heb gezegd dat we het hier na de verkiezingen eens over moeten hebben, op een normale manier, zonder dat iedereen meteen in z'n kuif gepikt is, zo van: dit gaat over mij.

De voorzitter:
Ja.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Het gaat niet over personen; het gaat over de werkwijze van de Kamer.

De voorzitter:
Helder. Dank u wel. We gaan luisteren naar de heer Graus van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.

De heer Graus (PVV):
Dank je wel, meneer de voorzitter. Ik heb vijf moties voor mijn vaderland, Limburg.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering tot inzet van de politiehelikopter in de strijd tegen grensgebonden misdaad en (drugs)criminaliteit,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Wilders.

Zij krijgt nr. 123 (29697).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering af te zien van de voorgenomen accijnsverhogingen, mede vanwege de weglekeffecten in de grensstreek,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Wilders.

Zij krijgt nr. 124 (29697).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering de mkb-toets in te zetten ten behoeve van Limburgse winkeliers en horecaondernemers aangaande de voorgenomen accijnsverhoging in een reeds ongelijk euregionaal speelveld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Wilders.

Zij krijgt nr. 125 (29697).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering tot behoud van een volwaardig Zuyderland Medisch Centrum in Heerlen, Parkstad Limburg, middels beschikbaarheidsbijdrage op basis van capaciteit en kwaliteit,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Wilders.

Zij krijgt nr. 126 (29697).

De heer Graus (PVV):
Dan de laatste motie, een motie waar de Kamer nooit tegen kan zijn.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering een politiek onafhankelijke gezant in te zetten om compensatievergoedingen voor mijnbouwschade en de overstromingsramp aan gedupeerde Limburgse burgers en ondernemers versneld te effectueren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Wilders.

Zij krijgt nr. 127 (29697).

De heer Graus (PVV):
Ondertekenaar Wilders is mijn Limburgse vriend.

Ik zal u vertellen waarom ik deze motie heb ingediend. In Groningen hebben we ook een soort gezant ingesteld, of een kwartier, hoe het ook allemaal heet. Bij de maritieme sector hebben we dat onder mijn druk ook gedaan. Dat is een groot succes geworden. Dat is een mevrouw van het CDA. Zij doet dat hartstikke goed. Dat is ons ook gelukt. U was ook voorzitter bij de begroting EZK. Er wordt ook iemand ingezet om de mkb-financiering te verbeteren. Dan moet dat ook gebeuren voor Limburg, mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord. Daar sta ik hier voor. Daarom heb ik vijf moties ingediend, mevrouw Van der Plas.

Dank u wel.

De voorzitter:
Nou, kom daar maar eens overheen, meneer Dassen.

De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Mijn collega Koekkoek heeft dit debat gedaan, maar ik mag namens haar nog twee moties indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Europees Comité van de Regio's bestaat uit regionale en lokale afgevaardigden en daarmee de inspraak van regio's geïnstitutionaliseerd is op Europees niveau;

constaterende dat de Raden in het adviesrapport Elke regio telt! oproepen tot het invoeren van een nationale variant van het Europees Comité van de Regio's te overwegen;

overwegende dat het Comité functioneert als een adviesorgaan, waarbij expliciet het regionale perspectief op voorgenomen beleidsmaatregelen over het voetlicht gebracht kan worden;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe een nationale variant van het Europees Comité van de Regio's vorm zou kunnen krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dassen en Koekkoek.

Zij krijgt nr. 128 (29697).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de grensregio's het volledig benutten van mogelijkheden over de "grens" in de praktijk belemmerd wordt door de grensligging;

constaterende dat grenswerkers zich voor vele zaken moeten registreren bij het CAK, zoals medische en sociale verzekeringen, maar grenswerkers daarvoor naar Den Haag moeten;

verzoekt de regering om de afdeling van Stichting Centraal Administratie Kantoor AWBZ (CAK) in Den Haag, die verantwoordelijk is voor de grenswerkers, te verhuizen naar een overheidsgebouw in de grensregio en in kaart te brengen welke locaties hier mogelijk geschikt voor zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dassen en Koekkoek.

Zij krijgt nr. 129 (29697).

De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Dan nog even kort over het debatje dat hier net plaatsvond. Ik denk dat wij als Kamerleden allemaal kunnen stellen dat duizenden moties per jaar te veel is en dat we daar met elkaar echt wat aan moeten doen.

Dank u wel.

De voorzitter:
Mevrouw Temmink van de SP.

Mevrouw Temmink (SP):
Voorzitter. Ik had ook liever minder moties gehad, maar zolang het land nog niet perfect is, toch nog maar vier voorstellen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de overheid op vele plekken niet meer dichtbij is, onder andere door het verdwijnen van overheidsloketten;

constaterende dat Nederland maar liefst 2,5 miljoen laaggeletterden kent en bijna 4 miljoen digitaal laaggeletterden;

constaterende dat in Amsterdam, Enschede en Utrecht al gewerkt wordt met overheidsbrede loketten;

overwegende dat de Kamer heeft verzocht om laagdrempelige alternatieve mogelijkheden van contact met de overheid, naast de digitale route;

verzoekt de regering met een plan te komen voor een dekkend netwerk van laagdrempelige overheidsbrede loketten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Temmink.

Zij krijgt nr. 130 (29697).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat inwoners van de regio steeds afhankelijker worden van de auto;

constaterende dat buitenlandse investeerders vanuit winstmotieven ov-bedrijven als Arriva overkopen;

constaterende dat de provincie Zeeland het openbaar vervoer versobert, omdat marktpartijen zich terugtrekken;

van mening dat provincies meer grip nodig hebben op hun openbaar vervoer;

verzoekt de regering buitenlandse ov-bedrijven over te nemen zodra de kans zich voordoet en het openbaar vervoer samen met provincies in eigen handen te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Temmink.

Zij krijgt nr. 131 (29697).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de afgelopen vijf jaar 1.500 bushaltes zijn verdwenen;

van mening dat ov-haltes voor iedereen in Nederland bereikbaar moeten zijn, ook buiten de grote steden;

verzoekt de regering bindende maximumnormen op te stellen voor de afstand van woonlocaties tot ov-haltes en deze normen op te leggen aan vervoersbedrijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Temmink.

Zij krijgt nr. 132 (29697).

Mevrouw Temmink (SP):
En dan nog eentje over Limburg, speciaal voor meneer Graus.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat de provincie Limburg buitenproportioneel bijdraagt aan de meerkosten voor noodzakelijke verbetering van de Maaslijn;

verzoekt de regering de meerkosten van het project vanaf oktober 2021 voor haar rekening te nemen en het project Maaslijn in ongewijzigde vorm als Rijksproject over te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Temmink.

Zij krijgt nr. 133 (29697).

Mevrouw Temmink (SP):
Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan mevrouw Kamminga van de VVD.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Voorzitter. Allereerst dank ik de minister en de collega's voor het goede debat gisteren. Het liet maar weer eens zien dat het onderwerp leeft. Dat zagen we ook aan de volle publieke tribune. Het is een "eerste-stappendebat". Dat heeft de minister zelf ook gezegd. Ik kijk uit naar de brief die eind dit jaar komt, met een verdere concretisering van de plannen. Ik dank de minister ook dat hij in het debat een aantal toezeggingen aan mij heeft gedaan om een aantal van mijn ideeën en suggesties nadrukkelijk erbij te betrekken.

Ik heb nog wel twee moties, omdat dit punten zijn die essentieel voor mij zijn en die ik echt wil terugzien in die verdere uitwerking.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat elke regio telt;

overwegende dat geen regio hetzelfde is en iedere regio zijn eigen kansen en aandachtspunten heeft;

overwegende dat het adviesrapport Elke regio telt! benadrukt dat het van belang is dat bij het opstellen van beleid meer aandacht moet zijn voor de effecten hiervan voor verschillende regio's;

verzoekt de regering bij die verdere uitwerking van de kabinetsreactie nadrukkelijk te investeren op ruimte voor maatwerk, zodat beleid aansluit bij de kansen, de eigenheid en de uitdagingen die er zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kamminga en Krul.

Zij krijgt nr. 134 (29697).

Mevrouw Kamminga (VVD):
De volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de adviesraden in het rapport Elke regio telt! stellen dat het van belang is dat er bij het maken van beleid rekening wordt gehouden met de effecten op de regio;

overwegende dat de kabinetsreactie wel deze intentie en beweging schetst, maar nog weinig concreet is;

overwegende dat de minister in het debat aangaf de oplossing niet meteen te zien in een nieuwe toets;

verzoekt de regering om in de reeds toegezegde brief over de verdere opvolging van het rapport met een concreet voorstel te komen op dit punt, zodat het niet slechts bij een voornemen blijft of afhankelijk is van de weging of inzet van een individuele medewerker,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kamminga en Krul.

Zij krijgt nr. 135 (29697).

Mevrouw Kamminga (VVD):
Dan, voorzitter, kan ik iedereen aanraden om het rapport-Van der Staaij nog een keer te lezen, ook met referte aan het debat. Daar stonden al heel veel goede suggesties in. Dat voorkomt ook dat we het bij het aantreden van het nieuwe kabinet opnieuw moeten doen, zeker nu de heer Van der Staaij niet in de Kamer terugkomt.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Bisschop voor zijn laatste parlementaire woorden. We gaan er eens extra rechtop voor zitten. Hij doet de dagsluiting vandaag. Het woord is aan hem.

De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter. Voor de dagsluiting is het misschien wat aan de vroege kant, want ik zag dat de tijd nog een beetje doorloopt met allerlei tweeminutendebatjes. Niettemin wil ik graag dankbaar gebruikmaken van de onbeperkte spreektijd die u mij onderhands heeft vergund om te wijden aan enige beschouwingen. Maar zal ik eerst de motie indienen? Dat lijkt me beter. Het is er slechts één.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de doorstroom van Statenleden hoog is en dat de mate van ondersteuning een belangrijke factor kan zijn om Statenleden te behouden;

overwegende dat de Raad voor het Openbaar Bestuur adviseert om normen te ontwikkelen voor de ondersteuning van decentrale volksvertegenwoordigingen;

verzoekt de regering samen met de provincies en de beroepsvereniging van Statenleden te werken aan een richtlijn voor de ondersteuning van Statenleden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bisschop.

Zij krijgt nr. 136 (29697).

De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter. Dat was de motie. Inderdaad is dit, voor zover het zich nu laat aanzien, mijn laatste bijdrage aan het parlementaire debat, althans vanaf deze plaats. Ik wil graag van de gelegenheid gebruikmaken om alle collega's hartelijk te danken voor de collegialiteit en voor het feit dat je elkaar weliswaar treft vanuit verschillende invalshoeken en verschillende levensbeschouwelijke uitgangspunten, maar dat je samen toch iets moois tot stand kunt brengen. Ik heb daar altijd zeer van genoten en ik zie het ook als een zegen dat we zo'n soort overleg hebben waarin dat mogelijk is. En inderdaad, er zijn ergernissen en het kan altijd beter. Ik sluit me ook graag aan bij de laatste woorden van de vertegenwoordigster van de VVD inzake het rapport van de werkgroep-Van der Staaij. Het is mij altijd een genoegen geweest om hier werkzaam te zijn.

De voorzitter heeft gevraagd om echt een avondsluiting te verzorgen. Ik raakte enigszins geïnspireerd door de minister die goochelde met termen als "een gereformeerde interpretatie" en "een katholieke interpretatie". Dat zijn prachtige termen vanuit de verzuiling, maar ik zal daar niet verder op ingaan. Ik werd even getroffen door het begin van de inbreng van de heer Bushoff. Onze namen worden weleens verwisseld, maar nu schokte ik overeind en dacht: wat doet hij met mijn tekst? Hij zal zich ongetwijfeld herinneren dat de zinsnede "alle regio's zijn gelijk, maar de ene is een beetje meer gelijk dan de andere" de aanvangszin was van mijn bijdrage in de eerste termijn van de behandeling van dit onderwerp. Maar ik stel mijn tekst graag ter beschikking. En ik vond het mooi om te zien dat over levensbeschouwelijke grenzen heen er zomaar opeens een band is en dat je samen iets kunt doen. Fantastisch!

Beste mensen, ik overschrijd mijn termijn, maar dat mocht van de voorzitter. Ik wil jullie nogmaals hartelijk danken. Ik wens jullie allen nog een arbeidsvreugdevolle avond en voor straks een gezegende nachtrust.

Dank u wel.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
We gaan u missen, meneer Bisschop. We gaan u missen en niets dan goeds. Ik schors even en dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt van 20.41 uur tot 20.58 uur geschorst.

De voorzitter:
Het woord is aan de minister.


Termijn antwoord

Minister De Jonge:
Voorzitter, dank u wel. Ik ga me uiteraard niet mengen in het debat dat u zojuist onderling had over het al dan niet indienen van een kloeke stapel moties. Maar laat ik wel zeggen: u bent voorwaar productief geweest. Dat was ook naar aanleiding van een wat mij betreft mooi debat. Dat ging over het belang van de regio en over het belang dat het Rijk zich op een andere manier tot de regio's gaat verhouden en veel meer oog gaat hebben voor de regio's. Dat heeft u kracht willen bijzetten met een negentiental moties, die ik fluks zal nalopen.

Allereerst de motie op stuk nr. 116. Die verzoekt de regering om samenwerkende partijen in de regio's te vragen om kansenagenda's op te stellen. Hierover zou ik graag het oordeel aan de Kamer willen laten.

Dan de motie op stuk nr. 117. Die verzoekt de regering een verkenning te doen naar een gemeenschapsfonds. Hierover wil ik best het oordeel aan de Kamer laten, als ik dat op een beetje een zuinige manier mag doen. Ik heb namelijk ook gezien dat deze motie geen dekking met zich meebrengt. Als je een fonds instelt, zeker een fonds waarvan u op enig moment zou kunnen vinden dat het Rijk daarin een deel zou moeten nemen, dan hoort daar natuurlijk een dekking bij. Die dekking zit er niet bij. Daarom ga ik ervan uit dat dit slechts een verkenning betreft, en dan mogelijkerwijs in de vorm van een provinciaal fonds, zoals dat nu ook bestaat in Zeeland en in Limburg. Als ik er met deze zuinige uitleg mee aan de slag zou mogen, dan kan ik het oordeel aan de Kamer laten.

De voorzitter:
De heer Krul beaamt dat.

Minister De Jonge:
Dat doet hij op een hele zuinige manier. Dat dan ook wel weer.

De voorzitter:
Hij doet dat niet echt van harte.

Minister De Jonge:
Nee, dat zag ik ook.

De heer Krul (CDA):
Ik kan leven met het onderdeel wat betreft de verkenning. Maar laten we dan wel een verkenning doen naar dit gemeenschapsfonds, en niet even verwijzen naar iets bestaands. Dat zou ik willen vragen aan de minister.

Minister De Jonge:
We hebben beiden wel vastgesteld dat er geen dekking bij zit. Dat zou dus geen voorschot kunnen betekenen. Zo is het.

De voorzitter:
Dan is het oordeel Kamer.

Minister De Jonge:
Dan de motie op stuk nr. 118. Die verzoekt de regering de voorbereidingen te treffen om een staatscommissie in te stellen die in brede zin het functioneren van het regiobeleid analyseert. Dat lijkt mij een vrij langzame weg naar een oplossing voor de regio. Deze motie ga ik ontraden, want dit is gewoon ons werk. Dit moeten wij ter hand nemen.

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 119. Die verzoekt de regering het nationaal keukentafelgesprek te organiseren. Dat sluit eigenlijk wel mooi aan bij wat we gaan doen. We gaan met regio's in gesprek over hoe we tot kansenagenda's zouden kunnen komen. Ik denk dat dat eigenlijk heel mooi is om te gaan doen. Ik laat hierover graag het oordeel aan de Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 120. Die betreft de Bushoffnorm. Die gaat over de spreiding van rijksbanen.

De heer Graus (PVV):
Als het toch al uitvoering van beleid is, dan kan dit toch gewoon worden overgenomen? Zo is het ook ooit bedoeld door de commissie-Van der Staaij. Het is een beetje raar dat dat nu niet gebeurt.

Minister De Jonge:
Dat gaat dan ook wel weer ver, zeg ik uiteraard via u, voorzitter. Ik geef het oordeel "overnemen" eigenlijk zeer zelden. Als het gewoon precies is wat we al doen, dan zeg ik meestal: deze motie lijkt me niet helemaal nodig, dus die is eigenlijk overbodig. Het oordeel "overnemen" betekent ook dat de Kamer er geen uitspraak over kan doen. Dat wordt vaak helemaal niet gewaardeerd door de Kamer, want soms zouden anderen er misschien wel tegen willen zijn, ook al lijkt het al op rijksbeleid. Misschien zou je wel voor de eeuwigheid je naam eraan willen verbinden. Ik geef dus eigenlijk nooit het oordeel "overnemen", want daar maak ik niemand gelukkig mee.

De voorzitter:
Meneer Graus, we gaan hier niet urenlang over debatteren.

De heer Graus (PVV):
Nee, meneer de voorzitter, dat hoeft ook niet. Alleen wordt er dan gevraagd: is iedereen het daarmee eens? En dan is het: oké, dan wordt de motie overgenomen. Einde oefening. Klaar. Zo werkt het.

Minister De Jonge:
We zouden het natuurlijk ook zo kunnen doen dat de heer Graus gaat over de woorden die hij uitspreekt en ik gewoon over de woorden die ik uitspreek. Ik word geloof ik geacht hier een oordeel over moties te geven. Dat doe ik dan ook.

Dan de motie op stuk nr. 120, over de spreiding van rijksbanen. Dat is de Bushoffnorm. Maar ik heb u nou juist toegezegd om te kijken op welke manier we inderdaad aan de slag kunnen met rijkswerkgelegenheid. Ik zou u daarover een brief sturen in het eerste kwartaal. Dan zegt de heer Bushoff: dan ga ik alvast eventjes in detail bepalen wat in ieder geval op één bladzijde van die brief moet staan. Dat vind ik een beetje jumping to conclusions. Ik zou dus aan de heer Bushoff willen vragen: zou hij zo ruimhartig willen zijn om deze motie aan te houden tot het moment dat ik erover heb kunnen nadenken en aan de Kamer heb kunnen laten weten wat het kabinet hiervan vindt?

De heer Bushoff (PvdA):
Zouden we het niet nog iets beter kunnen maken door te stellen dat de minister wat er in deze motie staat, opneemt in de brief die hij nog naar de Kamer gaat sturen? De minister zegt: ik ga aan de Kamer uitleggen hoe ik de spreiding van rijksbanen voor me zie. Nou, laat de minister dan uitleggen hoe hij de spreiding van rijksbanen zo veel mogelijk in de regio voor zich ziet, conform deze motie. Is dat geen mooie tussenoplossing?

Minister De Jonge:
Maar dan moet u het echt even anders formuleren, want in deze motie staat: "als norm te stellen dat de vestiging van nieuwe diensten of de hervestiging van bestaande diensten bij voorrang in de regio moet". Dat is al best een scherpe invulling van hoe we het zouden moeten doen, en dat vind ik dus jumping to conclusions. Als u zegt "er zo vorm aan te geven dat de regio's in toenemende mate ook van rijkswerkgelegenheid zouden kunnen profiteren", is het alweer iets anders.

De heer Bushoff (PvdA):
Mag ik nog één poging doen? Als we er nu van maken "zo veel mogelijk bij voorrang", dan kan de minister ervan afwijken, maar blijft het uitgangspunt dat omdat de regio achtergesteld is, we zo veel mogelijk rijksdiensten die er nieuw bij komen, toch in de regio gaan plaatsen.

Minister De Jonge:
Het gaat echt over de term "bij voorrang". Dat geeft heel weinig ruimte om tot andere afwegingen te komen. Als de heer Bushoff bij dit dictum blijft, dan denk ik dat ik het oordeel gewoon echt op "aanhouden" laat. Als de heer Bushoff de motie niet wil aanhouden, wat uiteraard zijn goed recht is, dan ontraad ik 'm. Maar de avond is nog jong. Als u tot een andere formulering zou kunnen komen waar ik wel mee zou kunnen leven, dan zou ook het oordeel weer kunnen wijzigen.

De voorzitter:
Ja, maar we gaan er vanavond al over stemmen en hebben dus weinig ruimte om nog met nieuwe versies te komen. Ik stel dus gewoon vast dat de motie op stuk nr. 120 wordt ontraden.

Minister De Jonge:
Dit was pas de vijfde motie en er zijn negentien moties ingediend, dus ik ben hier nog wel even. De heer Bushoff heeft nog even de tijd, maar voorlopig is deze motie ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 121, die de regering verzoekt een afwegingskader voor de regio zo in te richten dat het geen bureaucratisch monster wordt, maar wel de effecten van beleid in regio's aan het licht brengt. Als je het debat niet hebt meegemaakt, is dit misschien een wat merkwaardig dictum, maar als je het debat wel hebt meegemaakt, is het een totaal logisch dictum, waarmee mevrouw Van der Graaf haar ook wel terechte keuze maakt en terecht de richting wijst dat wij als kabinet ervoor te zorgen hebben dat wij bij het maken van beleid voldoende oog hebben voor de regio en dat we daarvoor een instrumentarium inrichten dat niet bureaucratisch is, dat niet technocratisch is, maar wel helpend en richtinggevend. Ik ga het oordeel over de motie op stuk nr. 121 aan de Kamer laten.

Ik pak gelijk de motie-Kamminga/Krul op stuk nr. 135 erbij, van de VVD, die daar een beetje op lijkt. Die motie verzoekt eigenlijk ook om dit te doen, maar dan op zo'n manier dat er nog wel ruimte is. Eigenlijk hebben we een motie die vraagt om richting en we hebben een motie die vraagt om ruimte daarbij. Ik zou eigenlijk beide moties — die op stuk nr. 121 en die op stuk nr. 135 — oordeel Kamer willen geven. Voorzitter, ik doe deze twee moties samen vanwege de thematische samenhang.

De voorzitter:
Ongelofelijk. Ongelofelijk!

Minister De Jonge:
Ja, dat is toch die ervaring, hè.

Ik ga rap verder met de motie op stuk nr. 122, die de regering verzoekt om naar Duits voorbeeld, op basis van de principes van ruimtelijke rechtvaardigheid, een rechtvaardigheidsminimum voor de beschikbaarheid van voorzieningen op te stellen en wettelijk te verankeren. Deze vond ik inderdaad wel heel Duits, in de zin van gründlich, maar ook in de zin van "oeh, dit is wel heel erg strak in het pak". Nu zou ik met verwijzing naar het debat van gisteren kunnen zeggen: ik ben op zoek naar wat je nu eigenlijk in nabijheid wilt hebben aan voorzieningen. Alleen ben ik er beducht voor dat we dat allemaal in wettelijke normen gaan verankeren, waardoor je dan geen kant meer op kan en ook geen ruimte meer houdt voor gezond verstand. Ik zou kunnen zeggen: u bedoelt ongeveer hetzelfde als wat ik bedoel, maar dat is wel zo'n ongelofelijk roomse interpretatie van deze motie, dat dat verder gaat dan wat de ChristenUnie nog fijn vindt. Daarom wil ik deze motie ontraden.

De motie op stuk nr. 123 is eigenlijk een hele set aan moties van de heer Graus.

De voorzitter:
Mevrouw Van der Graaf nog even.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Als ik die roomse interpretatie zo hoor, dan snap ik ook wel een beetje de vrees van de minister, want het is misschien wel heel protestants om het dan meteen maar in de wet vast te leggen.

Minister De Jonge:
Nogal, ja.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Misschien moeten we kijken of we daar wat ruimte kunnen maken. Want de gedachte steunt de minister volgens mij wel, als ik hem zo hoor.

Minister De Jonge:
Dan ga ik vragen om 'm aan te houden. Wat ik wil, is doen wat de Commissie ons adviseert, namelijk kijken naar voorzieningenniveaus in regio's en je afvragen of het mogelijk is om voorzieningenniveaus op zo'n manier te beschrijven dat een regio weet waar die van mag uitgaan, dat dat een soort basis wordt waarop je stuurt in het beleid. Op die manier hebben we dat gisteren ook besproken. Dat is niet iets straks met normen en wetten en regels waar je je aan moet houden bij het maken van beleid, want zo werkt, denk ik, beleid maken niet. Je moet als politiek veel meer ruimte hebben. Maar dat je nadenkt over hoe dichtbij je een school wilt hebben, hoe dichtbij je een ov-halte wilt hebben of noem maar op welke voorziening. Dat vind ik wel logisch om te doen. Maar ik denk niet dat we bij dit instrumentarium uitkomen. Dus als u mij die generieke opdracht meegeeft, dan ga ik het oordeel over deze motie niet aan de Kamer laten, maar ga ik wel vragen of u 'm zou willen aanhouden tot het moment dat we de uitkomst van die exercitie gaan bespreken.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Daar zit iets lastigs, want zo meteen, op het moment dat deze Kamer wordt ontbonden of wat er gebeurt, vervallen alle moties die worden aangehouden. Dat is dus een beetje lastiger, maar ik wil de minister wel een beetje tegemoetkomen: als we nou dat "wettelijk verankeren" eruit halen en de minister ernaar kijkt hoe je dit kunt doen? Zoals het in Duitsland is vormgegeven, gaat het volgens mij ook over de beschikbaarheid van voorzieningen. Het gaat ook over nabijheid en afstandsnormen, maar daar hebben we al een eerdere motie over aangenomen in deze Kamer. Daar heeft de minister ook in zijn brief naar verwezen. Dit gaat echt over de beschikbaarheid van voorzieningen. Dus we vragen de minister daarnaar te kijken en de Kamer dan daarover te informeren of iets dergelijks.

Minister De Jonge:
Ja, dat is goed. "Of iets dergelijks", dat is goed. Pas 'm nog even ook in formele zin aan, maar dat is goed. Dan blijf ik 'm rooms interpreteren, iets minder rooms dan zojuist, maar gaat het wettelijk verankeren eruit. Dat lijkt me werkbaar.

De voorzitter:
Dan verwachten wij van mevrouw Van der Graaf een nieuwe versie. Wat is dan het oordeel van de minister?

Minister De Jonge:
Dan laat ik het oordeel aan de Kamer.

De voorzitter:
Heel goed.

Minister De Jonge:
Voorzitter. Dan komen we bij de moties die de heer Graus heeft ingediend, samen met zijn collega Wilders, die allemaal gaan over Limburg. Laat ik beginnen met te zeggen dat de kwaliteit van het debat gisteren een enorme impuls werd gegeven door de vervanging van het lid Bosma door het lid Graus. Dat mag echt wel gezegd worden. Ik bedoel dat niet persoonlijk en ik bedoel dat zeker niet onaardig. Het is echt zo en dat mogen we zeker stellen. Wat ik echt mooi vind, en dat meen ik in alle oprechtheid, is de enorme betrokkenheid die de heer Graus toont bij zijn Limburg en de passie waarmee hij kan spreken over zijn Limburg. Ik zit met een ongemakkelijke situatie. Eigenlijk zie ik in zijn moties weinig mogelijkheid om het oordeel aan de Kamer te laten, omdat het heel vaak moties zijn met een nogal financiële dekking die ook ligt op het terrein van collega's. Maar als ik nou vijf keer gewoon "ontraden" zeg, dan is dat veel botter dan ik het eigenlijk bedoel in de richting van de heer Graus. Laat ik daarom de kern van zijn betoog eruit pakken. Dan geef ik daarna het oordeel over de moties.

De kern van zijn betoog is: zorg dat je Limburg recht doet. Zorg dat je mijn Limburg — zo zei de heer Graus het — recht doet. Dat wil ik doen en dat ga ik ook doen door aan de heer Graus te laten zien wat wij allemaal doen voor die prachtige provincie Limburg. Het enige puntje van kritiek op de inbreng van de heer Graus gisteren zou kunnen zijn dat het veel trotser en veel zelfverzekerder mag over Limburg, want Limburg heeft geweldig veel te bieden. Limburg is een hele trotse provincie met prachtige regio's. We doen ook heel erg veel voor Limburg om die trots te versterken. Ik zou graag aan de heer Graus een toezegging willen doen die hij niet eens van mij gevraagd heeft, op het gevaar af dat ik hem tegen zijn zin gelukkig zit te maken, natuurlijk. Ik zou graag voor u in kaart willen brengen wat we allemaal doen als kabinet, ook specifiek voor Limburg. Want dat is best veel. Dat is best heel veel. Dat zou ik heel graag eens aan de heer Graus willen laten zien.

Dat brengt mij vervolgens bij de moties. De motie op stuk nr. 123 verzoekt de regering tot inzet van de politiehelikopter in de strijd tegen grensgebonden misdaad. Ik kan hier niet over helikopters besluiten en ik vrees dat het gevraagde ook een financiële implicatie heeft waarin de regering niet kan voorzien, ik niet maar ook mijn collega Dilan Yeşilgöz niet.

De motie op stuk nr. 124 verzoekt de regering af te zien van de accijnsverhogingen. Ik vrees dat als ik daarover het oordeel aan de Kamer laat, ik het aan de stok krijg met de heer Van Rij, en dat is het allerlaatste wat een mens zou moeten willen.

De motie op stuk nr. 125 gaat ook over de accijnsverhoging. Die moet ik dus helaas ook ontraden.

De motie op stuk nr. 126 gaat over het Zuyderland. U heeft daarover een heel levendig debat met de minister van VWS. Daar kan ik niet zomaar doorheen gaan zitten banjeren, want dan heb ik het weer aan de stok met de heer Kuipers, en ook dat moet een mens niet willen.

Tot slot de motie op stuk nr. 127 over de compensatievergoeding voor de overstroming. Daar moet ik iets preciezer over zijn. Daarover ontvangt u met enkele weken een brief van mij, want we zijn inmiddels dicht bij het besluit dat we daarover zouden willen nemen. Een gezant voor Limburg, dat bent u volgens mij zelf.

De voorzitter:
Die kunt u in uw zak steken, meneer Graus.

De heer Graus (PVV):
Normaal mag je per motie even reageren, maar ik zal er een paar overslaan. Die politiehelikopter. Ik heb ook gisteren tijdens het debat gezegd: hier in Den Haag is er continu een politiehelikopter en ook in andere grote steden. We hebben in Limburg veel te maken met drugsdumpingen, criminaliteit, vluchtroutes. Ze zijn vlug de grens over. Er is geen helikopter voor ons. Die hebben we echt keihard nodig. Waarom wordt er hier wel plotseling gesproken over een financiële dekking? In de Randstad vliegen toch ook politiehelikopters rond? Dus waarom daar niet? Bij ons hebben we ze juist harder nodig en vooral in het landelijk gebied, want de boeren hebben er ook veel last van.

De motie op stuk nr. 124 zal ik even achterwege laten. Ik zal u een beetje matsen, meneer de voorzitter.

De grensregio's. Ik moet zeggen dat mevrouw Van der Plas ook een goede had. In de motie op stuk nr. 125 wil ik in plaats van de "Limburgse winkeliers en horeca" gaan zeggen "alle winkeliers en horeca in de grensstreek". Die ga ik aanpassen.

Nu even terug naar het Zuyderland ziekenhuis, de motie op stuk nr. 126. Dit is een minister, een hoeder en herder van onze schapen. Hij zit natuurlijk wel in de ministerraad en natuurlijk kan hij daarvoor zorgen. Als ik minister zou zijn, zou ik dat ook gewoon zo aftikken en er doorheen drukken. Dat kan allemaal. We landen op de maan, we klonen schapen, dus we kunnen alles.

Het laatste, de motie op stuk nr. 127, is die gezant. Daar wil ik wel iets voor doen. Meneer Erkens van de VVD heeft weer een amendement ingediend voor die mijnschade. Ik ben al tien jaar geleden met een paar Kamerleden daar geweest en toen werd ook beloofd dat het opgelost zou worden. Het gebeurt allemaal niet. Ook het watersnoodrampgebied, het gebeurt niet. Ik heb contact gehad met de burgemeester van Valkenburg, meneer Prevoo. Ze worden niet gecompenseerd. En wat gebeurt er? Voor de maritieme sector komt er een gezant. Voor Groningen komt er iemand die daar de boel gaat aanjagen. Bij EZK, financiering mkb, komt ook een gezant. Dat is zelfs mijn eigen verzoek geweest bij de begroting. Waarom kan het dan niet voor Limburg en de Limburgers? Dat kan ik niet begrijpen. Een complete provincie. Als het toch voor Groningen kan en mag, moet het toch ook voor onze mensen kunnen, ook voor de Limburgers? Ik vind dat bijna een soort discriminatie van de Limburgers. Dat is ook zo met die helikopter. Waarom? Dus het kan hier wel allemaal, maar voor het Zuiden: nee, daar is dekking voor nodig. Waarom vliegt die hier dan wel? Kom op, zeg.

Minister De Jonge:
Ja, laat ik een paar elementen eruit pakken. Die politiehelikopter: ik weet helemaal niet hoe het exact zit met de dekking. Mijn eerste punt is eigenlijk dat dit meer een debat is om met de minister van Justitie te voeren. Dat is het eerste wat ik daarover zou willen zeggen. Ik denk dat er een x aantal helikopters is en dat men die met name inzet daar waar de criminaliteit het grootst is. Ik woon in Rotterdam. Daar heb je best vaak die helikopter boven je hoofd vliegen. Daar zou je heel gelukkig van kunnen worden. Ik ben dat niet, omdat je dan altijd weet dat je op de grond de bij die helikopter passende criminaliteit hebt. Ik weet niet of het iets is wat je per se zou moeten willen. Dat is twee. Drie is dat als er een helikopter bij moet komen, namelijk voor Limburg, zou je die moeten aanschaffen en dat kost geld. Het is toch niet zo gek om daar ook een financiële dekking te vragen? Dat is zomaar een ding over de helikopter.

Voor het Zuyderland geldt weer iets anders. Ik weet dat er een heel levendig debat is over wat je in de regio daadwerkelijk overeind zou kunnen houden, wat financierbaar is. Daarbij zijn zorgverzekeraars natuurlijk aan zet. Zo ligt ook de verantwoordelijkheidsverdeling. Ik zou het dus gewoon te gemakkelijk vinden van mezelf als ik daarvan zou zeggen: ja hoor, prima. Dat moet echt in het debat met de heer Kuipers worden opgelost.

Ten aanzien van die gezant: daar is precies mijn punt van die Limburgse trots. Volgens mij is het echt beter om na te denken over waar Limburg nou het meeste aan heeft. We doen ongelofelijk veel Limburg en dat ga ik ook in kaart brengen voor u. Als er al zo veel goede Limburgse vertegenwoordiging hier aanwezig is om aandacht te vragen voor Limburg, is het volgens mij niet nodig. Volgens mij heeft Limburg dat niet nodig.

De heer Graus (PVV):
Ik zal er nog even op terugkomen. Die politiehelikopter, ik vind dat onbegrijpelijk. Als er in Limburg ergens in een mijnweggebied drugs worden gedumpt, zijn ze zo naar België of naar Duitsland. De politie heeft die snelle voertuigen ook helemaal niet meer. Met die Mercedes waar ze mee rijden trek je nog geen blik erwtjes van de tafel af, dus laat staan … Er moet gewoon hulp van bovenaf zijn. De pakkans wordt gigantisch veel groter als je het via de lucht doet. Omroep MAX heeft er een prachtige serie over gemaakt, over wat de toegevoegde waarde is van een helikopter. Waarom kan het wel in de Randstad en waarom kan het niet voor Limburg, terwijl we daar juist veel last hebben van drugscriminaliteit en andere misdaad door dat grensgebied?

En als laatste, nog even doorgaand over dat Zuyderland-ziekenhuis: laat de minister zich inzetten voor het behoud van het volwaardige ziekenhuis. De motie wordt voorgelegd aan de Kamer. Misschien steunt die me nog.

Als allerlaatste kom ik op die gezant. Hoe kan het dat in de maritieme sector … Ik heb het zelf aangevraagd; je krijgt een gezant. De mkb-financiering heb ik zelf aangevraagd en dan krijg je een gezant. En dan zou mijn provincie geen gezant mogen krijgen! Er wordt namelijk al tien jaar lang gezegd: we gaan de mijnbouwschade vergoeden. En voor het overstromingsgebied wordt dat ook al jarenlang beloofd, maar het gebeurt niet. Ik kan als Kamerlid niet meer doen. De minister verwijst namelijk naar mij, maar de regering moet dat uitvoeren. Ik zit niet op de stoel van de minister; was het maar zo, want dan was het allang geregeld. Dan had Limburg allang een helikopter gehad en dan was alles betaald: Valkenburg, het overstromingsgebied en de rest van de mensen die de dupe zijn geweest. En dan was ook die mijnbouwschade allang vergoed geweest. Als het om Limburg gaat — ik moet zeggen dat het de woorden van meneer Bisschop waren; daar is plagiaat op gepleegd — dan telt mijn regio niet altijd mee. Ik zit hier al zeventien jaar en Limburg telt hier niet altijd even hard mee. Dat vind ik triest. Ik reken dus op de Kamer.

Minister De Jonge:
Limburg telt natuurlijk wel mee. De heer Graus is daar het beste bewijs van. Hij zal met niet-aflatende trouw hier het Limburgse belang blijven vertegenwoordigen. En dat is ook hartstikke goed.

De voorzitter:
Waarvan akte. Ik zou een beetje de turbo erop willen, want we lopen al twintig minuten uit de tijd.

Minister De Jonge:
Ja, voorzitter, u heeft groot gelijk.

De motie op stuk nr. 128 verzoekt de regering te onderzoeken hoe een nationale variant van het Europees Comité van de Regio's vorm zou kunnen krijgen. Ik zeg richting de heer Dassen, en via hem ook in de richting van mevrouw Koekkoek, dat ik hier eens even met de VNG en het IPO over ga spreken. Ik zou ook kunnen zeggen dat we al een best goed comité van de regio's hebben, namelijk het Interprovinciaal Overleg, maar u bedoelt iets anders. Volgens mij is het goed als wij ons als Rijk rechtstreeks tot de regio's verhouden, maar ik wil daarin het IPO en de VNG niet passeren. Ik ga dus graag met hen in overleg om te kijken op welke manier we daar vorm en inhoud aan zouden kunnen geven. Ik laat daarin op die manier ook het oordeel over de motie aan de Kamer.

De motie op stuk nr. 129 ga ik ontraden. De afdeling buitenland van het CAK voert verschillende taken uit die breder zijn dan alleen zorggrenswerkers. Het CAK zit momenteel in een ingrijpend ontwikkeltraject en daarin ingrijpen verstoort het noodzakelijke verandertraject, dus ik moet deze helaas ontraden.

De motie op stuk nr. 130 verzoekt de regering om met een plan te komen voor een dekkend netwerk van laagdrempelige overheidbrede loketten. Dat lijkt me nou echt iets waar we ons aan zouden vertillen als ik hierover het oordeel aan de Kamer zou laten. Dat is zo'n breed verhaal, want er zijn zo ongelofelijk veel loketten en als ik die vanuit de rijksoverheid geregisseerd landelijk dekkend en laagdrempelig zou moeten gaan maken, dan vertillen wij ons, denk ik.

De motie op stuk nr. 131 verzoekt de regering om buitenlandse ov-bedrijven over te nemen zodra de kans zich voordoet en het openbaar vervoer samen met provincies in eigen handen te nemen. Je zou vermoeden dat daar dan wel een dekking bij zit, maar die zit er dan weer niet bij. Deze motie ontraad ik dus ook.

De motie op stuk nr. 132 verzoekt de regering om bindende maximumnormen op te stellen voor de afstand van woonlocaties tot ov-haltes. Zou u deze even willen aanhouden? Ik weet namelijk dat de staatssecretaris van IenW met een brief komt over bereikbaarheidsnormen. Het lijkt me dus goed als u deze discussie nou eens met haar voert naar aanleiding van de brief over de bereikbaarheidsnormen.

De motie op stuk nr. 133 verzoekt de regering …

De voorzitter:
En dus is de motie op stuk nr. 132 ontraden?

Minister De Jonge:
Ik vroeg om 'm aan te houden, want dat vond ik vriendelijker, maar daarin moet mevrouw Temmink dan wel bewilligen.

De voorzitter:
Ja, maar dat is niet gebeurd en we zien weinig actie bij mevrouw Temmink.

Minister De Jonge:
"Misschien", zegt ze.

De voorzitter:
Ja, maar dan is die motie vooralsnog ontraden.

Minister De Jonge:
Vooralsnog is ie ontraden, maar aanhouden zou ik helemaal prima vinden.

De motie op stuk nr. 133 verzoekt de regering om de meerkosten van het project vanaf oktober 2021 voor haar rekening te nemen. U vermoedt het al: deze motie is niet gedekt en dus moet ik 'm ontraden.

De motie op stuk nr. 134 verzoekt de regering om bij de verdere uitwerking van de kabinetsreactie nadrukkelijk te investeren in … Excuus, die had ik al gedaan; daarover had ik het oordeel al aan de Kamer gelaten.

De motie op stuk nr. 135 verzoekt de regering om in de reeds toegezegde brief over de verdere opvolging van het rapport met een concreet voorstel te komen op dit punt, zodat het niet slechts bij een voornemen blijft.

De voorzitter:
Volgens ons had u de motie op stuk nr. 135 al eerder becommentarieerd, maar de motie op stuk nr. 134 nog niet.

Minister De Jonge:
Ik dacht eigenlijk dat het precies andersom was, maar ik ga u uit de brand helpen, voorzitter. Ik ga namelijk op beide moties het oordeel aan de Kamer laten. Helpt dat?

De voorzitter:
Kijk eens aan. Ja, dat helpt.

Minister De Jonge:
Dat helpt en dat brengt mij bij de laatste motie. Maar misschien wil mevrouw Temmink eerst nog iets vragen.

Mevrouw Temmink (SP):
Ik houd de motie aan.

De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Temmink stel ik voor haar motie (29697, nr. 132) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister De Jonge:
Ziet u nou wel, voorzitter.

Dat brengt mij bij de allerlaatste motie, van de heer Bisschop, die ook voor mij de allerlaatste motie is om in deze periode met uw Kamer te behandelen. Dat is toch een moment. Dat alleen al brengt mij eigenlijk tot het oordeel dat ik hierover het oordeel aan de Kamer ga laten. Overigens, of het ook daadwerkelijk in een richtlijn eindigt, zal de uitkomst moeten zijn van het gesprek dat ik daarover ga voeren. Maar ik laat graag het oordeel over deze motie aan de Kamer.

Het is op verschillende manieren hier gegaan over dagsluiting. Ik voeg daar graag nog een aantal woorden aan toe. Het is mijn laatste debat met deze Kamer, met deze commissie. Het is mijn laatste debat sowieso met de heer Bisschop, die zei "naar het zich laat aanzien". Wij beiden zijn in de traditie grootgebracht dat je daar dan bij zegt: naar de mens gesproken. Dat hoor je daar dan eigenlijk bij te zeggen. Toen ik hier in 2017 kwam werken, zei de heer Van Rijn tegen me: "Als je nou straks een begrotingsbehandeling doet, neem dan mijn traditie over. Ik ben gewend om een begrotingsbehandeling te beëindigen met een Bijbelvers voor de heer Van der Staaij en alle andere leden van de Kamer die daar ook inspiratie aan ontlenen." Dat zou ik nu ook in de richting van de heer Bisschop willen doen. Ik dacht te kiezen voor de laatste verzen van de oudejaarspsalm, psalm 90: "Bevestigt gij het werk onzer handen over ons. Ja, het werk onzer handen, bevestig dat."

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Het ga u goed. Hartelijk dank voor uw aanwezigheid vandaag.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Vannacht nog stemmen wij over alle moties. Ik schors een enkel ogenblik.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Informele Raad Algemene Zaken 27 en 28 september 2023

Voorzitter: Bergkamp

Informele Raad Algemene Zaken 27 en 28 september 2023

Aan de orde is het tweeminutendebat Informele Raad Algemene Zaken 27 en 28 september 2023 (CD d.d. 26/09).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Informele Raad Algemene Zaken 27 en 28 september 2023. Ik heet de minister van Buitenlandse Zaken en de woordvoerders in de zaal van harte welkom. Ik geef als eerste het woord aan de heer Van Houwelingen, Forum voor Democratie. Ik wil ook even mijn afschuw afspreken over wat er gebeurd is met uw fractieleider toen hij een lezing wilde geven. Sterkte daarmee!

De heer Van Houwelingen (FVD):
Dank u, voorzitter. Heel veel dank hiervoor. Het gaat naar omstandigheden goed met hem. Dank aan de ambtsgenoten die hun zorgen hebben uitgesproken.

Ik heb één motie, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat artikel 42, lid 7 van het Verdrag van Lissabon als volgt luidt: "Indien een lidstaat het slachtoffer is van gewapende agressie op zijn grondgebied, hebben de andere lidstaten jegens hem een verplichting tot hulp en bijstand met alle middelen die binnen hun macht liggen, in overeenstemming met artikel 51 van het Handvest van de Verenigde Naties.";

constaterende dat Oekraïne de status heeft van kandidaat-lidstaat en lid wil worden van de Europese Unie;

constaterende dat de voorzitter van de Europese Commissie, mevrouw Von der Leyen, afgelopen zomer het volgende heeft gezegd: "Op de lange termijn is het voor Oekraïne onmogelijk om geen lid te zijn van de Europese Unie.";

constaterende dat Oekraïne op dit moment in oorlog is met Rusland;

constaterende dat mocht Oekraïne op dit moment toetreden tot de Europese Unie, Nederland, op basis van artikel 42, lid 7 van het Verdrag van Lissabon, formeel in staat van oorlog met Rusland kan geraken;

overwegende dat een oorlog met Rusland, de grootste kernmacht op aarde, niet in het Nederlands belang is;

verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat zolang Oekraïne in oorlog is met Rusland, Oekraïne onder geen beding lid kan worden van de Europese Unie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Houwelingen.

Zij krijgt nr. 2765 (21501-02).

De heer Van Houwelingen (FVD):
Dank u, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Houwelingen. Dan geef ik het woord aan de heer Brekelmans, VVD. Nee, hij ziet af van zijn termijn. Dan de heer Van der Lee, GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. Ik zal het kort houden. Ik heb geen moties. De heer Sjoerdsma heeft die wel. Die gaan over rechtsstatelijke kwesties, namelijk de positieve ontwikkelingen in Polen en de negatieve ontwikkelingen als het gaat om Orbán in Hongarije en ook rond Kosovo. Hij zal dat straks op excellente wijze gaan uitleggen.

Ik wil me eigenlijk even richten tot de heer Sjoerdsma, omdat dit volgens mij het laatste debat is dat hij zal hebben in deze Kamer. O, ik hoor dat het een van de laatste is. In ieder geval is het voor mij het laatste. Ik wil hem danken voor zijn jarenlange inzet. Hij is altijd zeer actief geweest, soms op een wat hinderlijke manier voor de troepen uit lopend, maar ook altijd scherp analyserend en goede initiatieven nemend. Dat gebeurde ook recent nog, toen het ging om het postuum uitreiken van een belangrijke onderscheiding aan iemand die heel veel mensen heeft gered in de Tweede Wereldoorlog. Ik ben hem ook dankbaar voor onze samenwerking in de parlementaire alliantie over China, waar we wereldwijd met veel parlementariërs de wijze van optreden van China in eigen land en daarbuiten hekelen en proberen daar gezamenlijk wat tegen te ondernemen. Ik wil hem veel succes wensen in de toekomst en nogmaals danken voor onze samenwerking.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van der Lee. Dan geef ik het woord aan de heer Sjoerdsma van D66.

De heer Sjoerdsma (D66):
Dank, voorzitter. Ik dank collega Van der Lee voor de zeer aardige woorden. Dat hinderlijk voor de troepen uitlopen heet "agenderen", maar hij gaat er de volgende periode wel achter komen hoe nuttig dat soms kan zijn.

Ik heb drie moties, inderdaad ook mede namens collega Van der Lee.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Poolse oppositieleider Tusk gister in Brussel heeft toegezegd dat hij zo snel mogelijk werk wil maken van het herstellen van de Poolse rechtsstaat;

overwegende dat de bevroren EU-gelden zo snel mogelijk bij het Poolse volk terecht moeten komen zodra de rechtsstaat hersteld is;

verzoekt de regering om met de Europese Commissie in gesprek te gaan over het zo snel mogelijk vrijgeven van Europese middelen, zodra een nieuwe regering de vereiste rechtsstaathervormingen heeft doorgevoerd;

verzoekt de regering om Nederlandse expertise beschikbaar te stellen indien de Poolse regering dat wenst,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma, Piri, Van der Lee en Dassen.

Zij krijgt nr. 2766 (21501-02).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegend dat met de verkiezingen in Polen het krachtenveld met betrekking tot de artikel 7-procedure tegen Hongarije aanzienlijk is veranderd;

overwegende dat in Hongarije de democratie, rechtsstaat en mediavrijheden steeds verder worden afgebroken;

overwegend dat Orbán de eenheid van het Europese buitenlandbeleid ondergraaft en in Europese Raden de belangen van Poetin behartigt;

verzoekt de regering om zo snel mogelijk de artikel 7-procedure tegen Hongarije verder te brengen en Hongarije het stemrecht in de EU te ontnemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma, Van der Lee en Dassen.

Zij krijgt nr. 2767 (21501-02).

De heer Sjoerdsma (D66):
En tot slot.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Europese Unie als bemiddelaar optreedt tussen Servië en Kosovo om tot een gezamenlijke visie te komen voor de stabiliteit in de Balkan;

constaterende dat Kosovo te maken heeft met een escalerende retoriek vanuit Servië;

constaterende dat er nog altijd sanctiemaatregelen gelden tegen Kosovo;

constaterende dat het huidige onevenwichtige beleid van de Europese Unie in dezen een andere weg moet inslaan;

verzoekt het kabinet om in Europees verband te pleiten voor het opheffen van sancties op Kosovo,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma, Van der Lee en Dassen.

Zij krijgt nr. 2768 (21501-02).

De heer Sjoerdsma (D66):
Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Sjoerdsma. Ik schors de vergadering voor een enkel moment, zodat de minister de moties kan ontvangen en deze kan appreciëren.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
De moties worden nog even richting de minister gebracht en de andere moties komen er natuurlijk aan. Aan de orde is het tweeminutendebat Informele Raad Algemene Zaken. Het woord is aan de minister van Buitenlandse Zaken. Gaat uw gang.


Termijn antwoord

Minister Bruins Slot:
Voorzitter. De heer Van Houwelingen heeft een motie ingediend, op stuk nr. 2765, over de toetredingsonderhandelingen en dergelijke. We hebben het daar in het debat ook vrij uitgebreid over gehad. Daarbij heb ik aangegeven dat er op dit moment niet eens onderhandelingen plaatsvinden met Oekraïne. We zijn nog bezig in het proces dat überhaupt de beslissing moet worden genomen dat er onderhandelingen gaan plaatsvinden. Dat betekent dat deze motie in ieder geval ook voorbarig is. Daarmee geef ik 'm ontraden.

De voorzitter:
Eén vraag, meneer Van Houwelingen.

De heer Van Houwelingen (FVD):
Dank voor de beantwoording, maar regeren is natuurlijk ook vooruitzien en het gaat hier nog wel ergens over. De vraag die in de motie wordt geformuleerd is heel duidelijk. Kan de minister daar dan antwoord op geven? Is het zo dat, mocht Oekraïne toetreden, we in die situatie kunnen geraken? Dat is waar de motie over gaat. En gaat het kabinet er alles aan doen om dat dan te voorkomen? Regeren is ook vooruitzien, dus het lijkt me heel redelijk dat we daar iets van een reactie op krijgen.

Minister Bruins Slot:
Wat de heer Van Houwelingen aangeeft, is nu nog niet aan de orde. We zullen ons als Europese Unie goed moeten voorbereiden op de toekomstige uitbreiding. Daar moeten we ook de tijd voor nemen. Dat betekent dat we ook de juiste vragen moeten stellen, onder andere op het gebied van veiligheid. Daarover wordt de Kamer ook verder geïnformeerd, dus dat is conform het normale proces.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2765 wordt ontraden. Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 2766.

Minister Bruins Slot:
De motie op stuk nr. 2766 gaat over de verzoeken van de heer Sjoerdsma, mevrouw Piri en de heren Van der Lee en Dassen. Voordat ik begin met het waarderen van die motie, wil ik ook mijn waardering uitspreken voor de vele jaren dat de heer Sjoerdsma lid is geweest van de Tweede Kamer en daar ook echt het verschil heeft kunnen maken bij veel onderwerpen en zaken in verandering heeft weten te brengen. Dat heeft hij altijd met veel overtuigingskracht weten te doen, dus daaraan zie je ook dat hij met een echte Buitenlandse Zaken-achtergrond hier in de Tweede Kamer is terechtgekomen. Ik wil hem danken voor al het werk dat hij heeft gedaan. Hierbij mijn waardering daarvoor.

Voorzitter. In de motie-Sjoerdsma c.s. op stuk nr. 2766 over Polen wordt de regering verzocht om Nederlandse expertise beschikbaar te stellen. Deze motie wil ik in ieder geval oordeel Kamer geven. Het is nog wel te vroeg om een conclusie te trekken over de betekenis van de uitslag van de verkiezingen voor de belangrijke Europese thema's zoals rechtsstaat. Ik ben het ermee eens dat de EU-middelen uit het Herstelfonds pas aan Polen kunnen worden uitbetaald als het de overeengekomen supermijlpalen op het gebied van de rechtsstaat heeft gerealiseerd. Het is de taak van de Commissie om dat zorgvuldig te toetsen. Op dit moment heeft Polen in ieder geval nog niet een betaalverzoek ingediend. Het kabinet blijft natuurlijk wel inzetten op die zorgvuldige toets door de Commissie. Dus oordeel Kamer.

De voorzitter:
Ja. Er is ruimte voor één korte vraag. De heer Van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik snap de bedoeling van deze motie wel, maar is die niet ook een beetje voorbarig? Want gaat de regering dit niet sowieso doen? Op het moment dat die nieuwe regering er komt, zal dit een gebruikelijke procedure zijn, neem ik aan. Want dan hoef je volgens mij al die sancties niet meer in te stellen. Dan kun je daarmee stoppen.

Minister Bruins Slot:
Nee. Het gaat nu natuurlijk ook om het parallelle proces dat plaatsvindt: het kabinet zal zich bilateraal, zowel politiek als financieel, blijven inzetten voor ondersteuning van het maatschappelijk middenveld. Het is geen als-danmotie, want dit vindt nu plaats en niet over een langere tijd.

De voorzitter:
Dan de motie-Sjoerdsma c.s. op stuk nr. 2767.

Minister Bruins Slot:
De heer Sjoerdsma weet natuurlijk dat de beste moties altijd de moties zijn die door het kabinet ontraden worden. Verzocht wordt om de artikel 7-procedure tegen Hongarije verder te brengen en Hongarije het stemrecht in de EU te ontnemen. Ik zeg tegen de heer Sjoerdsma dat ik zijn zorg deel. Maar de realiteit is op dit moment dat een viervijfdemeerderheid in de Raad om te constateren dat er een duidelijk gevaar bestaat voor een ernstige schending van de waarden van de EU, gewoon nog niet in zicht is. Dat maakt dat ik deze motie op dit moment ontraad.

De voorzitter:
De heer Sjoerdsma, één vraag.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ja, voorzitter, één vraag. De situatie in Polen verandert natuurlijk wel, en daarmee ook de viervijfdemeerderheid. En daar zag dit eigenlijk op. Er is een nieuw momentum om hier toch werk van te maken. En dat is eigenlijk ook wat deze motie vraagt. Verder verheug ik me op het dictum "ontraden", want dat maakt de motie alleen maar mooier. Ik hoop wel dat de minister de kans ziet die er is en die kans ook wil grijpen, nog los van het antwoord op de vraag of deze motie het gaat halen of niet.

Minister Bruins Slot:
Hier zit even het punt van de heer Van Dijk: dit loopt iets te veel op de zaken vooruit. Maar het spreekt voor zich dat op het moment dat de verhoudingen weer veranderen, het kabinet natuurlijk wel zo'n inzet heeft. Maar de motie wordt nu gewoon ontraden vanwege de timing ervan.

Voorzitter. Dan de motie-Sjoerdsma c.s. op stuk nr. 2768 over Kosovo. Ik snap wat de heer Sjoerdsma doet: hij probeert tot een evenwichtige aanpak te komen. De Hoge Vertegenwoordiger, de speciale vertegenwoordiger van de EU, willen wij hierin heel graag steunen, juist door hem de vrijheid te geven om die maatregelen zelf in goede balans aan te pakken. In dit stadium, waarin het zo precair opereren is, willen we hem niet alvast met een opdracht op pad sturen, zodat hij dat ook effectief kan doen. Wat wij wel willen overbrengen, is dat wij een gebalanceerde aanpak willen hebben. Dus in die zin begrijp ik de bedoeling. Maar hier wil ik echt de bal bij de speciale vertegenwoordiger houden. Hij is volgens mij echt bezig met een balanceeract, met een koorddans. Daarom ontraad ik deze motie, ondanks dat ik de weg die de heer Sjoerdsma bewandelt, heel goed snap.

De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
We gaan straks nog stemmen over de ingediende moties. Ik schors de vergadering voor een enkel moment, en dan gaan we over tot het debat over de artikel 100-procedure inzake de bredere veiligheidsinzet in Irak.

De vergadering wordt van 21.45 uur tot 21.49 uur geschorst.

Artikel 100-procedure inzake de bredere veiligheidsinzet in Irak

Artikel 100-procedure inzake de bredere veiligheidsinzet in Irak

Aan de orde is het debat over de artikel 100-procedure inzake de bredere veiligheidsinzet in Irak.


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is het debat over de artikel 100-procedure inzake de bredere veiligheidsinzet in Irak. Gisteren is het commissiedebat geweest en vandaag is de plenaire afronding in één termijn. Ik geef het woord aan de heer Jasper van Dijk, SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Voorzitter. We spreken over de verlenging van de missie in Irak, en niet voor het eerst. Daar hebben we het uitgebreid over gehad. Mijn fractie is van mening dat deze missie geen duidelijk einddoel en geen goede exitstrategie heeft. Ik heb ook verwezen naar de rapporten die daarover zijn verschenen, onder andere van de IOB, die het had over "geen meetbare doelen". Dat is het eerste argument waarop ik straks mijn standpunt zal baseren. Het tweede punt is dat we natuurlijk een ernstig veranderde veiligheidssituatie zien door de oorlog in Gaza. Ook op basis daarvan heeft mijn fractie gezegd: je moet een nieuwe veiligheidsanalyse maken en dan een besluit nemen. Op basis van die twee punten geeft mijn fractie geen steun aan de verlenging van deze missie. Niettemin wensen wij de militairen een veilige terugkeer.

Voorzitter. Dan rest mij niets anders dan te zeggen dat dit mijn laatste plenaire debat is voor de verkiezingen. Als wij die enorme verkiezingsoverwinning niet gaan halen — kleine kans natuurlijk — dan is dit wellicht de laatste keer dat ik hier sta. Daarom eindig ik met een mooi liedje van George Harrison van The Beatles. De titel van het liedje is … U stond al klaar!

De voorzitter:
Ik dacht al: ik ga er even voor zitten.

De heer Jasper van Dijk (SP):
De titel is: All Things Must Pass. Het was een mooie tijd!

Dank.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Dijk. Aan uw collega's te zien, hopen we allemaal dat u terugkomt. Dat heeft mevrouw Piri eerder ook al plenair aangeven.

Dan geef ik het woord aan de heer Sjoerdsma van D66. Ik heet trouwens ook de minister van Defensie welkom in ons midden. De minister van Buitenlandse Zaken heb ik net al welkom geheten, evenals de woordvoerders in de zaal. Gaat uw gang, meneer Sjoerdsma.

De heer Sjoerdsma (D66):
Dank, voorzitter. Gisteren hadden wij een artikel 100-debat over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de NAVO-missie in Irak. We hebben in dat debat uitvoerig gesproken over de woelige geopolitieke ontwikkelingen en de toenemende dreiging van Iraanse milities in Irak, overigens in het Midden-Oosten breed. D66 heeft daar het belang benadrukt dat de medische afvoerketen op orde is en dat er voldoende escalatiemogelijkheden zijn voor onze militairen, zeker gelet op de toenemende risico's. Het kabinet heeft dat bevestigd. Daarnaast is toegezegd dat de Kamer nog voor de aanvang van deze verlenging opnieuw wordt geïnformeerd, ook over eventuele risico's. Dat is goed.

Voorzitter. Als diplomaat heb ik mogen meewerken aan de voorbereiding van militaire uitzendingen naar Zuid-Sudan, daarvoor naar Afghanistan en naar gezamenlijke verkenningsmissies, ook met vertegenwoordigers van het ministerie van Defensie. Ik heb me toen weleens verwonderd over de opdrachten die de politiek ons meegaf. Dat maakt dat ik als Kamerlid zeer huiverig was om Haagse rode lijnen te trekken in conflictgebieden, waar de realiteit vaak weerbarstig is. Mijn lijn was altijd: onze mensen moeten op pad met een duidelijke missie, met de juiste middelen en met de juiste medische voorzieningen en bescherming, niet meer en niet minder. Het kabinet heeft gezegd dat dat voor deze missie op orde is. Ik vertrouw het kabinet daarop.

Als Kamerlid mocht ik onze militairen bezoeken in Mali, Jordanië en Irak. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik zonder uitzondering bijzonder onder de indruk was van de professionaliteit, de kwaliteit en het doorzettingsvermogen van onze militairen, maar ook van onze diplomaten en ontwikkelingswerkers in deze gebieden. Ik ben ervan overtuigd dat dat ook voor deze bijdrage en deze verlenging opnieuw zo zal zijn.

Voorzitter. Dat gezegd hebbende, kan mijn fractie instemmen met de voorgenomen verlenging van de bijdrage aan de missie in Irak. Ik wens alle militairen uiteraard een succesvolle missie en een behouden thuiskomst. Ik wens hun familie in de tussentijd alle goeds.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Sjoerdsma. Dan geef ik het woord aan de heer Van der Staaij, SGP.

De heer Van der Staaij (SGP):
Mevrouw de voorzitter. Er verandert veel in de wereld en er verandert veel in politiek Den Haag, maar wat mij betreft blijft dit staan: besluitvorming over uitzendingen verdient altijd weer de hoogste parlementaire aandacht. Niet voor niets is tegenwoordig uitdrukkelijk in artikel 100 van onze Grondwet opgenomen dat de regering de Staten-Generaal vooraf informeert over de inzet van de krijgsmacht ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde. We nemen immers de politieke verantwoordelijkheid voor het uitzenden van mensen naar gebieden met de nodige veiligheidsrisico's.

We hebben een goed debat gehad over het kabinetsbesluit tot een langere en bredere militaire inzet in Irak. Ik dank de bewindslieden voor de beantwoording van onze vragen. De SGP heeft het doel en de inzet van deze missie langs de lat van het zorgvuldig vormgegeven toetsingskader gelegd en onze conclusie is dat wij dit kabinetsbesluit kunnen steunen. Het is belangrijk om de veiligheidssector in Irak verder te versterken.

Er is veel gesproken over de huidige kwetsbare situatie in het Midden-Oosten en de onzekerheid over de gevolgen van de strijd die is ontstaan na de verschrikkelijke aanslagen van Hamas in Israël. Mijn fractie vertrouwt erop dat het kabinet scherp zicht houdt op de actuele veiligheidssituatie in de regio en steeds zorgvuldig afweegt of die gevolgen moet hebben voor het handelingsperspectief van deze missie. Graag hoor ik daarover nog nader van de bewindslieden.

Van harte wens ik de vrouwen en mannen die uitgezonden worden alle goeds, veel wijsheid en Gods rijke zegen toe bij hun werk. En tot slot: sterkte voor het thuisfront.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van der Staaij. Dan geef ik het woord aan de heer De Roon, PVV.

De heer De Roon (PVV):
Dank u, voorzitter. De minister van Defensie antwoordde gisteren op een vraag van mij dat een locatie in Irak waar zich Nederlandse militairen bevonden, getroffen werd door raketten. Gelukkig waren er geen Nederlandse slachtoffers, maar het toont wel aan dat de situatie gevaarlijk is voor onze militairen. Je kunt nog zo veel luchtafweer hebben, maar je vangt nooit alle raketten af; dat weet Israël ook. Dat alles is voor de PVV op zich al voldoende reden om tegen deze missie te zijn, naast het feit dat het dan ook nog 93 miljoen euro moet gaan kosten. Wij vinden bovendien dat we de Nederlandse militairen gewoon hier in Nederland nodig hebben voor de bescherming van ons land, en niet voor de bescherming van de macht van sjiitische terroristen in Irak.

Drie door Iran gesteunde milities hebben de macht gegrepen in Irak. Het lijkt wel alsof onze regering geen weet heeft van de manier waarop deze groepering haar macht over Irak monopoliseert in alle takken van de overheid, de rechterlijke macht, de uitvoerende macht en het parlement, en bovendien economische instabiliteit creëert. De echte macht in Irak is in handen van drie warlords. Alle tegenmacht is marginaal gemaakt. Op dezelfde manier als de Iraanse Revolutionaire Garde de economische macht greep in Iran, doet het zogenaamde Coordination Framework dat nu in Irak. Ik zal er niet in detail op ingaan, maar dat is wat er gebeurt.

Dat Coordination Framework heeft alle waarschuwingen van het IMF, de Wereldbank en de Verenigde Staten genegeerd door maar even 701.000 overheidsbanen te creëren en de overheidsuitgaven in één slag met maar liefst 50% te verhogen. Dat is volgens het IMF een recept voor critical macroeconomic stability risk. Daarmee wordt bedoeld: verschuldigde betalingen niet uitvoeren, inflatie, oproer en instabiliteit, met als gevolg een stroom vluchtelingen richting Europa. Onze regering kan wel denken dat ze met de militaire missie bijdraagt aan de stabiliteit van Irak, maar naar mijn mening is het tegendeel het geval. Het enige waar de missie aan bijdraagt, is de stabiliteit van de machtsgreep van sjiitische terroristen.

De PVV steunt de voortzetting en uitbreiding van de missie dus niet. Als er toch militairen worden uitgezonden, wensen wij hun en hun naasten natuurlijk alle sterkte, veiligheid en een behouden terugkeer naar Nederland.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer De Roon. Dan geef ik het woord aan mevrouw Piri, PvdA.

Mevrouw Piri (PvdA):
Dank, voorzitter. Ik leg de verklaring af mede namens de GroenLinksfractie.

Voorzitter. Het is een goed gebruik om er als Kamer uitgebreid bij stil te staan als we onze mannen en vrouwen van Defensie uitzenden. De mensen die binnenkort worden uitgezonden, zullen bijdragen aan een belangrijk doel: het versterken van de veiligheidssector in Irak, om samen met de lokale autoriteiten te werken aan duurzame veiligheid in dat land. In de periode waarin de besluitvorming over deze missie heeft plaatsgevonden, is de veiligheidssituatie sterk veranderd, zoals gisteren is besproken in het debat. Door de oorlog tussen Hamas en Israël staat de hele regio onder spanning en is in Irak het aantal aanvallen op westerse militairen toegenomen. Wat GroenLinks-Partij van de Arbeid betreft is het belangrijk dat we leren van het verleden, zoals van de evacuatie uit Afghanistan, waar achteraf geen adequaat plan voor bleek te liggen en die dus chaotisch verliep. De minister van Defensie gaf aan dat er voor de missies een evacuatieplan ligt. Ik wil er nog één keer op aandringen dat ook de ambassades en de consulaten goed moeten zijn voorbereid.

Voorzitter. Wij willen instemmen met deze missie. Ik wil alleen nog graag de mannen en vrouwen die straks uitgezonden worden een veilige missie en een behouden thuiskomst wensen. Ik wens hun familie en geliefden sterkte tijdens hun afwezigheid.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Piri. Dan geef ik het woord aan de heer Brekelmans, VVD.

De heer Brekelmans (VVD):
Voorzitter. We hebben gisteren uitgebreid gesproken over de Nederlandse inzet voor de NAVO-missies en enkele kleinere missies in Irak. De VVD ondersteunt de doelstellingen van de Nederlandse inzet. Het bestrijden van terrorisme en het versterken van het veiligheidsapparaat in Irak dragen bij aan meer veiligheid en stabiliteit in Irak. Ze helpen ook om irreguliere migratie te voorkomen. Daarmee is de Nederlandse inzet in het belang van Irak, in het belang van de regio en ook in het belang van Nederland.

We hebben in het debat met name gesproken over de actuele veiligheidssituatie, mede in het licht van de actuele ontwikkelingen in Israël en de Palestijnse gebieden. Het risico dat de onrust in Irak toeneemt en er meer aanvallen zullen plaatsvinden op westerse doelen, is helaas reëel. Het kabinet heeft duidelijk aangegeven hoe wordt omgegaan met deze veiligheidsrisico's en welke maatregelen hiertegen worden genomen door zowel Nederland als andere westerse partners, zoals de Amerikanen, waaronder het versterken van de luchtafweer. Ik waardeer de toezegging van het kabinet, die het mede op mijn verzoek heeft gedaan, om de Kamer te informeren bij een substantiële verandering van het dreigingsbeeld in het geval van een grondinvasie van Israël in Gaza, in ieder geval voordat de force protection in de eerste week van januari richting Irak gaat.

Ook wil ik het kabinet danken voor de toezegging om zich in te zetten om de rotatieduur van met name de seniorposities, binnen de kaders die daarvoor zijn, zo lang mogelijk te laten zijn om de effectiviteit van deze functies en daarmee de invloed van Nederland te vergroten.

Ik heb verder in het debat ook aangegeven dat het mijn fractie een doorn in het oog is dat wij al jarenlang zo breed investeren in Irak, maar dat Irak weigert om uitgeprocedeerde onderdanen terug te nemen. Ik moedig het kabinet nogmaals aan om zich hier nog intensiever voor in te zetten en hier ook samen in op te trekken met andere Europese landen. Ik dank het kabinet en de minister van Buitenlandse Zaken ervoor dat ze hebben gezegd zich daarvoor te zullen inzetten.

Samengevat steunt de VVD de doelstellingen van deze missie. De VVD vindt de veiligheidsrisico's en bijbehorende maatregelen aanvaardbaar en is ervan overtuigd dat onze krijgsmacht dit kan uitvoeren. Daarom stemmen wij in met deze missie, wel met dien verstande dat we op de hoogte worden gehouden indien het veiligheidsbeeld substantieel verandert.

Dan rest ook mij niets anders dan onze militairen heel veel succes en kracht te wensen. Ik hoop dat de Nederlandse inzet in deze missies voorspoedig zal verlopen en hetzelfde wens ik ook voor de familie en vrienden van de militairen die hier in Nederland blijven. Ik hoop op een behouden thuiskomst.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Brekelmans. Dan geef ik het woord aan de heer Ceder, ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. We hebben een uitvoerig debat met elkaar gehad, mede naar aanleiding van de veranderde situatie in het Midden-Oosten. De ChristenUnie heeft zich afgevraagd wat dat betekent voor het veiligheids- en dreigingsniveau. We hebben van de minister begrepen dat er voldoende op geanticipeerd wordt. Voor ons is het uiteraard belangrijk dat als we mensen uitzenden, we dat doen, ook in het licht van Afghanistan — we hebben vandaag ook een debat over het rapport-Ruys gehad — met voldoende waarborgen. In het debat heb ik een aantal uiteenzettingen van het ministerie gehoord. Na overleg binnen mijn fractie kunnen wij ook instemmen met deze missie. Wij vragen nog wel in het bijzonder aandacht, zoals ik dat ook tijdens het commissiedebat gedaan heb, voor de minderheden, zodat er ook in een onstuimig politiek klimaat voldoende bescherming en aandacht voor hen is en wij exitstrategieën op tijd af hebben als de situatie in Israël dreigt te escaleren en andere landen, waaronder Irak, daar effect van ondervinden.

Rest mij niets anders dan de troepen die wij uitzenden Gods zegen en een veilige terugkomst toe te wensen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ceder. Dan geef ik het woord aan de heer Kuzu, DENK.

De heer Kuzu (DENK):
Voorzitter, dank u wel. Inmiddels hebben we al een aantal artikel 100-procedures gehad over de verlenging van de inzet in Irak. Ik zou in de beperkte drie minuten die ik heb toch even willen teruggaan naar de situatie in 2003. Toen begon het allemaal met de zogenaamde war on terror van de Verenigde Staten. Waarom? "Zij hebben massavernietigingswapens." Later bleek dat dat niet het geval was, maar deze oorlog heeft in de afgelopen 20 jaar een behoorlijke impact gehad op de burgerbevolking aldaar. Inmiddels zijn er volgens schatting al 300.000 burgerslachtoffers gevallen in 20 jaar tijd.

Voorzitter. Sinds het begin van de inval door de VS heeft de bevolking zich jarenlang verzet tegen de aanwezigheid van buitenlandse troepen. Er ontstonden ook onderlinge spanningen. Systematisch geweld tussen verschillende bevolkingsgroepen was geen uitzondering. Mede als gevolg van de zogenaamde war on terror was ook een indirect gevolg dat ISIS in 2014 haar opkomst kon maken. De terroristische organisatie kon profiteren van een verdeelde Iraakse samenleving.

Nog steeds zijn de verhoudingen in Irak enorm complex. Dat is zelfs erger geworden. Daarom is bescheidenheid op zijn plaats bij het formuleren van ambities en de mate van invloed die Nederland kan uitoefenen om tot resultaten te komen. Er is simpelweg geen causaal verband tussen de Nederlandse bijdrage en de veiligheid en stabiliteit in Irak. Mijn fractie heeft er nooit een geheim van gemaakt dat ze geen voorstander is van inzet van onze militairen in het Midden-Oosten, omdat die niet duurzaam de rechtsorde bevordert en niet per se ons belang dient, maar het Amerikaanse belang.

De missie zal waarschijnlijk doorgaan, ondanks het feit dat mijn fractie niet instemt met deze artikel 100-procedure. Ik wil dan ook gezegd hebben dat ik onze militairen die op missie gaan, een veilige missie wens en een behouden terugkeer.

Wanneer we het hebben over een behouden terugkeer … Ik maak het toch nog even af, voorzitter.

De voorzitter:
Gaat uw gang.

De heer Kuzu (DENK):
Ik hoop dat onder anderen de heer Brekelmans terugkeert als Kamerlid. Voor mij zal dat niet gelden. Ondanks dat wij het op verschillende manieren en op verschillende dossiers heel erg oneens waren met elkaar, waren de onderlinge verstandhoudingen tussen de verschillende Kamerleden erg goed. Ik hoop dat dat ook in de volgende periode zo blijft. Ik wens jullie alle goeds.

De voorzitter:
Dank u wel. Eén vraag van de heer Brekelmans.

De heer Brekelmans (VVD):
Ja, dat is wederzijds. Ik ben een aantal keer op reis geweest met de heer Kuzu en toen heb ik hem persoonlijk leren kennen. Daar kijk ik met veel plezier op terug. Ik wens hem in de toekomst ook het allerbeste.

Ik zou niet het hele debat opnieuw willen doen. We hebben dat gisteren gevoerd. Ik heb één vraag, omdat de heer Kuzu zo sterk naar de Amerikanen wijst. Erkent hij in ieder geval dat de Nederlandse inzet ook op verzoek is van de Irakese regering? En erkent hij dat ook de bredere inzet van het Westen en van de Verenigde Staten expliciet op verzoek is van de Irakese regering?

De heer Kuzu (DENK):
Ja, dat is mijn fractie bekend. Maar volgens mij is het de heer Brekelmans ook bekend dat heel veel burgers in Irak al ruim 20 jaar de buitenlandse troepen niet waarderen. Door de manier waarop er in de afgelopen jaren onnodige burgerslachtoffers zijn gemaakt, door de exitstrategie en door wat het tot nu toe heeft opgeleverd, komt mijn fractie tot het oordeel dat een verlenging van deze missie voor ons geen goede stap is.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Kuzu.

De heer Kuzu (DENK):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Boswijk, CDA.

De heer Boswijk (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Een debat over een artikel 100-procedure is eigenlijk het zwaarste en belangrijkste debat dat wij in de Kamer kunnen voeren. We hebben het gehad over de verlenging van de NAVO-missie in Irak, dat op nadrukkelijk verzoek van de Iraakse regering zelf is. De heer Brekelmans zei dat ook al. Voor het CDA is het belangrijk dat wij als Nederland een steentje bijdragen aan de internationale rechtsorde. Ondanks dat IS verslagen is, is de situatie in Irak nog steeds heel kwetsbaar. Wij staan er dan ook positief tegenover dat wij hier als Nederland onze bijdrage aan leveren. Dat is niet alleen in het belang van de Irakezen, want uiteindelijk is stabiliteit ver weg ook veiligheid dichtbij. We willen het kabinet danken voor het organiseren van de technische briefings en informatie, zodat wij een goede afweging konden maken.

De collega's noemden het ook al even: de recente spanningen in het Midden-Oosten, Irak en Syrië in het bijzonder houden ons allemaal bezig. Dank voor de toezegging van het kabinet om hier de vinger aan de pols te houden. Wij zullen dat ook volgen.

Er rest ons niets meer dan de militairen — mannen en vrouwen — wijsheid, sterkte en vooral een behouden thuiskomst te wensen, alsook sterkte aan de familie die achterblijft.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Boswijk. Ik kijk even naar het kabinet en geef meteen het woord aan de minister van Buitenlandse Zaken. Gaat uw gang.


Termijn antwoord

Minister Bruins Slot:
Voorzitter. Ik wil de leden van de Kamer danken voor hun inbreng en ook voor het zorgvuldige en waardevolle debat dat we gisteren hebben gehad. Het gaat hier immers om de deelname van Nederlandse vrouwen en mannen aan risicovolle missies. Het moet daarom duidelijk zijn waarom we dat willen en — wat ook de vragen van de Kamer zijn — hoe we dat op een verantwoorde en goede manier kunnen doen. Nederland levert een bijdrage aan de missie in Irak om ISIS duurzaam te verslaan en de regionale veiligheid en stabiliteit in Irak, maar ook in de regio, te vergroten.

Een groot deel van het debat, wat ik hier niet zal herhalen, is gegaan over de veranderende veiligheidssituatie door de gruwelijke terroristische aanval van Hamas in Israël en over wat dat betekent voor de regio. De Kamerleden hebben aan de minister van Defensie en mijzelf vooral de vraag gesteld: hoe zijn we voorbereid op het moment dat daar nog verdere ontwikkelingen zijn die echt van invloed zijn op de risico's voor de militairen die we uitzenden? Er is ook heel nadrukkelijk gevraagd naar de voorzorgsmaatregelen en de plannen die er liggen bij de ambassades en de consulaten. Er worden voorbereidingen getroffen; men is daarmee bezig. Door de minister van Defensie en mij is toegezegd dat wij de Kamer zullen informeren als de veiligheidssituatie verder verslechtert. We zullen dat tijdig aan de Kamer laten weten. Daarbij hebben we ook een relatie gelegd met het starten van het grondoffensief door Israël.

Er zijn twee missies. Operation Inherent Resolve heeft tot doelstelling het militair verslaan van ISIS en het bijdragen aan de regionale stabiliteit. Het versterken van de veiligheidssector staat daar steeds meer centraal. De lange duur van de missie heeft ervoor gezorgd dat de focus en de doelstelling van de missie steeds anders zijn geworden. Het echte vechten, het bestrijden van ISIS, heeft een ander karakter gekregen. Nu moet Irak vooral leren om zijn eigen veiligheid te waarborgen. Dat is eigenaarschap tonen, zoals de heer Van der Staaij dat zo mooi zei. We zijn daarmee de afrondende fase van de operatie ingegaan: de fase van normalisering en het bestendigen van de resultaten van de strijd tegen ISIS tot nu toe.

De NATO Mission Iraq heeft een horizon die verder reikt dan Operation Inherent Resolve. De doelstellingen van de NMI zijn het bevorderen van de capaciteit van de Iraakse veiligheidsinstanties, zodat zij de eigen stabiliteit kunnen waarborgen en internationale standaarden kunnen implementeren. In het debat ben ik ook al uitgebreid ingegaan op de doelstellingen die inmiddels zijn bereikt. Ik ben het met de leden van de Kamer eens dat het hier gaat om realistische doelstellingen over wat we kunnen bereiken; een bescheidenheid in de omvang van de doelstellingen die we kunnen bereiken met de inzet die we doen. Maar dat het verschil maakt en dat we daarin stappen zetten, is zeker duidelijk. Ik wil de leden dan ook danken voor de steun die ze geven aan deze missie.

Daarnaast wil ik nogmaals mijn waardering uitspreken aan alle Kamerleden hier, of ze nu wel of niet voor deze missies zijn, voor het feit dat zij telkens weer benadrukken dat zij alle militairen een behouden thuiskomst wensen, dat zij hopen dat zij met kracht dit werk kunnen doen en dat er ook oog is voor de mensen die thuisblijven, terwijl hun man of vrouw is uitgezonden. Die hebben hun eigen uitzending en dat is impactvol genoeg.

Voorzitter, dan een aantal korte woorden. Ik heb al woorden van waardering aan de heer Sjoerdsma geuit. Tegen de heer Van Dijk zou ik willen zeggen: ik hoop voor u vooral op een veilige terugkeer. We zijn het niet altijd eens, maar u voert altijd op een goede en constructieve wijze het debat. De heer Kuzu wil ik vooral heel veel succes wensen. We hopen dat hij weer op een mooie manier een bijdrage aan de samenleving kan leveren. Ik zie hem dus graag weer terug op andere plekken. Met de heer Van der Staaij gaat het constitutioneel geweten uit deze Kamer. Uw resultaten zijn legio, zeg ik via de voorzitter. We kunnen dus alleen maar hopen dat we met z'n allen de goede en constructieve wijze waarop de heer Van der Staaij ons altijd heeft gewezen op de constitutie en op het belang van het zijn van een goed kabinet en een goede Kamer, in zijn voetsporen verder kunnen brengen. Dank dus aan de heer Van der Staaij voor alles wat hij betekend heeft.

De voorzitter:
En ook dank aan de minister van Buitenlandse Zaken voor haar woorden aan de collega's. Dan geef ik het woord aan de minister van Defensie.

Minister Ollongren:
Dank u wel, voorzitter. Mag ik beginnen waar collega Bruins Slot eindigde, namelijk bij het bedanken van alle Kamerleden die in de periode van dit kabinet de artikel 100-debatten met het kabinet hebben gevoerd? Het was altijd waardig, altijd serieus en altijd zorgvuldig. Dat is ontzettend belangrijk. Ik wil hun ook dankzeggen voor de woorden van erkenning, de woorden van waardering en de succeswensen voor onze militairen en voor hun thuisfront. Dat laatste is een belangrijke toevoeging die ik velen hoorde maken. Ik denk dat het in een tijd waarin we soms tegenstellingen uitvergroten, echt heel waardevol is dat de steun voor onze militairen heel breed gedragen is, ook in dit huis. Dat is echt cruciaal.

Ik ga straks nog iets zeggen over de veiligheidssituatie daar, maar eerst zeg ik het volgende, even wat breder. We leven in een tijd waarin er op meer dan één plek in de wereld oorlog woedt en zorg is over escalatie van een conflict. We kunnen het ons simpelweg niet permitteren om te zeggen: daar hebben we nu even geen tijd voor, want we concentreren ons alleen op die ene plek. Nee, er zijn meer plekken in de wereld waar er zorgen zijn over de mensen daar, die ook effect hebben op de mensen hier. Het zegt iets over het belang van het werk van Defensie, over hoe betekenisvol het werk is van onze militairen die worden uitgezonden om dat te doen en over hoe kostbaar vrede, veiligheid en vrijheid eigenlijk zijn. Als we terugdenken aan 2014, dan denk ik dat we geen van allen de beelden zijn vergeten van de gruweldaden van Daesh toen in Irak en in Syrië. Die beelden gingen de wereld over. Dat was de start van de twee missies waarover we vandaag spreken, de start van OIR en de start van NMI. Door met bondgenoten samen te werken, dragen wij, Nederland, via deze missies bij aan het versterken van de Iraakse veiligheidssector, en daarmee aan stabiliteit in de regio. Dat is belangrijk voor de regio, maar ook — ik herhaal het — voor ons.

Gisteren in het debat zei ik al dat ik nog contact zou hebben met mijn Iraakse collega, minister Thabet al-Abbasi. Dat heb ik gehad. Ik heb hem gisteren uitvoerig gesproken. Hij benadrukte het belang dat Irak hecht aan de aanwezigheid van NMI en OIR. We hebben gesproken over veiligheid, ook over die van onze troepen, juist met het oog op de situatie in Israël en Gaza en de effecten daarvan in Irak en de bredere regio. Die effecten zijn er.

In 2024 gaat er inderdaad een forceprotectioneenheid naar de NMI. Deze militairen maken het werk van NMI-adviseurs mogelijk en leveren dus een belangrijke bijdrage aan de missie en het succes van de missie. De NAVO-missie in Irak zal vanaf volgend jaar mei worden geleid door een Nederlandse commandant en zijn staf. Er zullen transporthelikopters zijn die zowel NMI als OIR kunnen bedienen. Ik denk dat dit ook voor ons belangrijk is, want daarmee hebben we een sleutelpositie in een bepaalde periode. Dat geeft ons een goed zicht op de veiligheidssituatie. We weten nu hoe belangrijk dat is.

Dan over de veiligheidssituatie en de verslechtering van de veiligheidssituatie. De veiligheidssituatie is veranderd en verslechterd, maar we wegen die dus steeds. Dat wil ik echt benadrukken, ook in de richting van de heer Van der Staaij die daarnaar vroeg: ja, die wegen we. Daaraan passen we ons dus ook aan. Dat hebben we gisteren in het debat ook gezegd. Het dreigingsniveau is als gevolg daarvan ook omhooggegaan van matig naar significant. Voor missies kun je natuurlijk nooit alle veiligheidsrisico's tot nul reduceren, maar je moet wel de juiste voorzorgsmaatregelen nemen en doorlopend blijven toetsen. Dat is dus precies wat we doen. Dat die aanvallen zijn gedaan van Iraanse milities en dat we het dreigingsniveau hebben verhoogd, betekent ook dat ter plekke maatregelen worden genomen: de luchtverdedigingssystemen die aanwezig zijn waar de Nederlandse troepen verblijven, bieden bescherming; er mag niet buiten de poort worden gewerkt in zo'n dreigingssituatie; er wordt gekeken waar je verblijft, welk slaapvertrek er wordt gebruikt; er zijn alarmen die ertoe leiden dat bepaalde maatregelen getroffen moeten worden door de mensen zelf, bijvoorbeeld dat men moet gaan schuilen in bunkers of dat er een instructie wordt uitgevaardigd om helmen en scherfvesten te dragen op de basis. Kortom, dat zijn allemaal zorgvuldig voorbereidde maatregelen, waarvan ter plekke wordt beoordeeld of ze worden ingezet, en in zo'n verslechterde veiligheidssituatie is dat dus het geval.

Voorzitter. Wat ik nog wil toevoegen, is dat ook de NMI zelf de situatie natuurlijk monitort, samen met bondgenoten en partners in de regio. Juist met het oog op de veiligheidssituatie in de bredere regio is het mogelijk dat NMI en OIR verdere maatregelen zullen nemen om de veiligheid van het eigen personeel, inclusief onze mensen, te kunnen garanderen. De situatie is in beweging en daarom herhaal ik hier de toezegging die ik gisteren heb gedaan. De heer Sjoerdsma refereerde eraan. In ieder geval voordat onze Force Protection-compagnie in januari naar Irak reist, zal ik de Kamer informeren over de veiligheidssituatie in Irak en de eventuele gevolgen voor de inzet. Daarnaast zullen we de Kamer, collega Bruins Slot zei het net al, inderdaad informeren bij een substantiële wijziging van de veiligheidssituatie, zoals door de heer Brekelmans gevraagd.

Voorzitter. Daarmee hoop ik de Kamer in voldoende mate te hebben geïnformeerd.

De voorzitter:
Dan wil ik de minister van Defensie ook bedanken.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Namens alle Kamerleden wens ik alle militairen die worden uitgezonden een veilige missie toe en een behouden thuiskomst, en ook heel veel succes en sterkte aan de familie.

Later op deze avond, misschien aan het begin van de nacht, gaan we stemmen. Nee, we gaan hierover niet stemmen; er zijn geen moties ingediend. Dat hoeft helemaal niet. Zo zit dat dus in het systeem: geen moties, nou het kan.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Consulaire zaken en stand van zaken evacuaties Afghanistan

Consulaire zaken en stand van zaken evacuaties Afghanistan

Aan de orde is het tweeminutendebat Consulaire zaken en stand van zaken evacuaties Afghanistan (CD d.d. 11/10).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Consulaire zaken en stand van zaken evacuaties Afghanistan. Ik heb van de leden begrepen dat er behoefte is aan iets meer ruimte voor wat betreft de spreektijd. Ik wil daar dus wat flexibeler in zijn, ook vanwege een ander commissiedebat. Nogmaals welkom aan de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie.

Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Piri van de PvdA.

Mevrouw Piri (PvdA):
Voorzitter. Allereerst wil ik natuurlijk de ministers bedanken, ook voor hun toezeggingen in het commissiedebat. Ik denk dat we allemaal moeten reflecteren, ook naar aanleiding van de commissie-Ruys. Van mij echt complimenten voor hoe het kabinet dat oppakt.

Voorzitter. Dan wil ik natuurlijk ook de commissie-Ruys danken en alle vrijwilligers. Ik weet dat mevrouw Belhaj straks met een motie komt, maar echt dank, want wij weten dat voor en achter de schermen ontzettend veel ambtenaren, veteranen, een oneindige lijst van mensen, keihard hebben gewerkt om onze lokale medewerkers in Afghanistan in veiligheid te brengen. Dat hebben we ook gezien.

Voorzitter. Ik heb één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er aanhoudende signalen zijn omtrent de veiligheidssituatie van Afghaanse bewakers die Nederland hebben gediend;

constaterende dat voor tolken en ander lokaal personeel die hoog-profiel werkzaamheden hebben verricht de "tolkenregeling" een open einde heeft en dat het kabinet verkent wat het voor ASG-bewakers kan doen;

constaterende dat het kabinet heeft besloten de groep ambassadebewakers die eerder niet voor overbrenging in aanmerking kwam alsnog nader te onderzoeken;

verzoekt het kabinet om EUPOL-bewakers en -tolken die werkzaamheden hebben verricht voor een Nederlandse EUPOL-functionaris te betrekken bij het traject voor de ambassadebewakers zonder dat dit vertraging oploopt;

verzoekt het kabinet uiterlijk einde van dit jaar de Kamer te informeren over de voortgang met betrekking tot de ASG-bewakers en uiterlijk eind februari 2024 met betrekking tot de ambassadebewakers en de EUPOL-tolken en -bewakers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Piri, Belhaj, Jasper van Dijk, Boswijk, Ceder, Van der Lee, Christine Teunissen, Dassen, Van der Staaij en Kuzu.

Zij krijgt nr. 949 (27925).

Mevrouw Piri (PvdA):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Piri. Dan geef ik het woord aan de heer Eppink. Maar die zie ik nog steeds niet, dus daar zetten we een streep door. De heer Jasper van Dijk, SP, ziet af van zijn termijn. De heer Boswijk, CDA.

De heer Boswijk (CDA):
Dank, voorzitter. Ik sluit me aan bij de woorden van mevrouw Piri. Ik wil inderdaad ontzettend veel dank uitspreken voor de vele ambtenaren, militairen en alle mensen voor en achter de schermen die in die ontzettende hectische tijd zo veel mensen hebben geëvacueerd en ook de tijd daarna, tot op de dag van vandaag. Ontzettend veel respect.

Wij hebben destijds als CDA de motie ingediend voor het onderzoek naar de evacuatie om er vooral van te leren. Het is goed om te zien dat het kabinet dat nu ook doet, gezien de andere evacuaties die we al hebben gehad en het aantal toezeggingen die tijdens het debat zijn gedaan. Dat doet ons deugd. Het zou mooi zijn als de motie die collega Piri zojuist heeft ingediend, wordt aangenomen.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Boswijk. Dan geef ik het woord aan de heer Sjoerdsma, D66.

De heer Sjoerdsma (D66):
Voorzitter. De debatten lopen een beetje dooreen. Voor de helderheid: ik zal het consulaire gedeelte doen en mevrouw Belhaj gaat zo nog iets zeggen over Afghanistan.

Twee moties. Allereerst.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de motie 36200-V, nr. 47 van de leden Van der Staaij en Sjoerdsma over de doelstelling dat alle Nederlanders in een buitenlandse gevangenis aanspraak kunnen maken op de juridische en/of sociale ondersteuning is aangenomen;

constaterende dat het onwenselijk is dat de organisaties die verantwoordelijk zijn voor gedetineerdenbegeleiding tegen budgettaire grenzen aanlopen waardoor er dreigt te moeten worden gesneden in de caseload of de geboden kwaliteit;

verzoekt het kabinet om voor de begroting van 2024 €100.000 toe te voegen aan het subsidiekader ten behoeve van gedetineerdenbegeleiding zodat kwaliteit en kwantiteit van de gedetineerdenbegeleiding op peil blijft, te dekken uit verdeelartikel 2.4,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma en Van der Staaij.

Zij krijgt nr. 950 (27925).

De heer Sjoerdsma (D66):
En dan.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat op dit moment 105.000 Nederlanders in het buitenland zich geregistreerd hebben als kiezer buiten Nederland, wat maar 10% is van het aantal stemrechtigde mensen dat in het buitenland woont;

constaterende dat deze groep Nederlanders in het buitenland regelmatig contact hebben met Nederland Wereldwijd;

van mening dat de democratie een groot goed is en dat alle Nederlanders van hun stemrecht gebruik zouden moeten kunnen maken, ook als zij in het buitenland wonen;

verzoekt het kabinet om zorg te dragen dat het loket Nederland Wereldwijd in elk klantcontact mensen wijst op de mogelijkheid om zich te registreren als kiezer buiten Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma en Brekelmans.

Zij krijgt nr. 951 (27925).

Dank u wel, meneer Sjoerdsma.

De heer Sjoerdsma (D66):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dan geef ik het woord aan de heer Brekelmans. Mag het in die volgorde? Ik kijk even naar de heer Brekelmans of dat akkoord is. Ja, dat is akkoord. Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Belhaj van D66.

Mevrouw Belhaj (D66):
Voorzitter. Je weet nooit of je terugkomt na de verkiezingen, dus misschien is dit mijn laatste keer. Als het dan je laatste keer kan zijn hier in de plenaire zaal, dan is er geen mooier en bijzonderder onderwerp om over te spreken dan Afghanistan, want dat heeft het meest indruk gemaakt tijdens mijn politieke carrière.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de commissie-Ruys stelt dat zij zich bij aanvang van het onderzoek zeer bewust was dat de val van Kabul, de evacuatie, alles wat daaraan voorafging en wat daarna kwam, emotioneel beladen is en een grote impact heeft achtergelaten bij alle betrokkenen;

overwegende dat een van de hoofdconclusies van het rapport is dat tijdens de evacuatieoperatie door de teams in Kabul, Pakistan en Nederland enorme inspanningen zijn geleverd en dat dit gezien de moeilijke en chaotische omstandigheden een bijzondere prestatie is;

spreekt enorme waardering uit voor alle betrokkenen bij de evacuatie van Kabul, in het bijzonder het ambassadepersoneel, leden van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB), de militairen en diplomaten op de luchthaven van Kabul, ambtenaren op het ministerie van Buitenlandse Zaken, ministerie van Defensie en ministerie van Justitie en Veiligheid, militairen, veteranen, ngo's en de honderden vrijwilligers, voor hun toewijding en hun tomeloze inzet,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Belhaj, Piri, Jasper van Dijk, Boswijk, Brekelmans, Van der Staaij, Ceder, Kuzu, Van der Lee, Ephraim, Dassen, Eerdmans, Omtzigt, Christine Teunissen en Sylvana Simons.

Zij krijgt nr. 952 (27925).

Dank u wel, mevrouw Belhaj.

Mevrouw Belhaj (D66):
Voorzitter. Op deze manier hoop ik, als naamgever van de motie-Belhaj, dat al die mensen, ook de ministers, dat onder de aandacht brengen van de medewerkers, zodat zij zien dat de Kamer ze diep, diep dankbaar is voor wat ze hebben gedaan.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik schors de vergadering tot 22.33 uur.

De vergadering wordt van 22.28 uur tot 22.32 uur geschorst.

De voorzitter:
Het woord is aan de minister van Buitenlandse Zaken


Termijn antwoord

Minister Bruins Slot:
Voorzitter. Als u het mij toestaat, behandel ik de moties in een iets andere volgorde en begin ik met de consulaire moties. Dan behandel ik de moties over het rapport-Ruys gezamenlijk. Dat lijkt mij het prettigst.

Ik heb nooit gedacht dat ik dit tegen de heer Sjoerdsma en de heer Van der Staaij zou zeggen, maar ik ben als Kamerlid ooit nog zo opgevoed dat je als je geld wilt regelen een amendement moet indienen. Op zich heb ik inhoudelijk geen bezwaar tegen dit feit, tegen wat in de motie op stuk nr. 950 staat, maar ja …

De voorzitter:
Eén vraag, meneer Sjoerdsma.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ik denk dat de minister en ik op dezelfde huiselijke wijze zijn opgevoed in dit huis. Ik heb me ook wel laten vertellen door de financiële experts dat dit recent in de mode is geraakt en ook al regelmatig is doorgevoerd. Maar als zij zegt dat ze met deze motie kan leven, ben ik van harte bereid … Ik sluit niet uit dat ik vanaf morgen iets meer tijd heb dan ik de afgelopen week heb gehad. Dan maak ik dat amendement en dan kan ik het netjes in orde maken. Maar dan hoor ik wel graag of zij daarmee kan leven.

Minister Bruins Slot:
Als het een amendement wordt, dan geef ik het oordeel Kamer.

De voorzitter:
De heer Sjoerdsma, kort.

De heer Sjoerdsma (D66):
Dan zal ik haar intrekken.

De voorzitter:
Aangezien de motie-Sjoerdsma/Van der Staaij (27925, nr. 950) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Minister Bruins Slot:
Dan de andere motie, de motie op stuk nr. 951. Ik snap de bedoeling van de heer Sjoerdsma en de heer Brekelmans, dat zij mensen erop willen wijzen dat zij als zij in het buitenland wonen ook van hun democratische recht in Nederland gebruik kunnen maken. Er is alleen één heel grote maar bij deze motie. Als mensen bellen naar het klantencontactcentrum van Nederland Wereldwijd, kunnen dat ook telefoongesprekken zijn over dat mensen overleden zijn. Het kunnen ook telefoongesprekken zijn over mensen die in nood zijn, die vastzitten. Het is een veelheid. Ik zou de heer Brekelmans en de heer Sjoerdsma willen vragen om het dictum van de motie veranderen en om mij te verzoeken om te kijken op welke wijze wij vanuit Nederland Wereldwijd aandacht kunnen besteden aan het gebruikmaken van het democratische recht in het buitenland. Het kan een iets strakkere formulering zijn, maar met de formulering zoals die nu is kan ik niet uit de voeten gezien deze redenering.

De voorzitter:
Het gaat over de motie op stuk nr. 951. De motie op stuk nr. 950 was net ingetrokken. De heer Sjoerdsma.

De heer Sjoerdsma (D66):
Dat klopt. Ik snap heel goed wat de minister zegt. In dat soort gevallen wil je daar op geen enkele manier aan herinnerd worden. Zou de minister het een idee vinden als ik zou zeggen: verzoekt het kabinet er zorg voor te dragen dat het loket Nederland Wereldwijd in gepaste klantcontacten mensen wijst op de mogelijkheid om zich te registeren? Dan kan de minister zelf bepalen — dat kan zij ons desnoods even per brief laten weten — welke contacten dat dan uiteindelijk gaan zijn.

Minister Bruins Slot:
Ja, fijn. Volgens mij is dat een goede werkwijze. Bij ambassades hebben we bijvoorbeeld folders liggen. We moeten kijken wat een gepaste wijze is, want we kunnen mensen ook niet dwingen om hun democratische recht te gebruiken. Ik zorg dat ik ergens in een brief hierop terugkom.

De voorzitter:
Dank. Dan ontvangen wij nog tijdig een gewijzigde motie van de heer Sjoerdsma en dan krijgt die oordeel Kamer. Dank u zeer.

Minister Bruins Slot:
Voorzitter. Allereerst wil ik de heer Boswijk nog danken voor zijn initiatief om te verzoeken om een nader onderzoek te doen. De commissie van de heer Ruys heeft een gedegen, zorgvuldig en gewogen rapport opgeleverd, waarbij enerzijds een bevestiging is gegeven van een aantal stappen die wij in gang hebben gezet om beter voorbereid te zijn op crises en aan de ander kant toch een aantal waardevolle waarnemingen zijn gekomen waar we verder mee aan de slag kunnen gaan. Wat bovenal naar voren kwam in het debat dat ik zonet samen met de minister van Defensie met de Kamer heb gehad, is dat de Kamer niet alleen, maar ook alle mensen die mevrouw Belhaj aandraagt, iedereen, alles op alles heeft gezet om onder heel nare omstandigheden uiteindelijk het goede te doen. Ik wil de Kamer dus ook danken voor de brede waardering die zij voor al die mensen uitspreekt. Het maakt echt verschil — dat kan ik echt zeggen — dat de Kamer dat zo wil uitspreken. De inzet die mensen hebben gepleegd om andere mensen uit Afghanistan te halen is aan de ene kant een gevolg van kracht en trots, maar aan de andere kant merk ik dat het ook met pijn gepaard gaat. Want naast iedereen die uiteindelijk geholpen kon worden, zijn er ook boodschappen gegeven aan mensen die dat niet konden. Dat maakt het des te waardevoller — ik heb het dan over de motie op stuk nr. 952 — dat mevrouw Belhaj met een hele brede delegatie van Kamerleden deze motie indient. Dank daarvoor.

De voorzitter:
Die krijgt dus oordeel Kamer, neem ik aan? O, het is een spreekt-uitmotie, zie ik.

Minister Bruins Slot:
Als het gaat om op een zorgvuldige wijze invulling geven aan de wensen van de Kamer, maar ook aan de conclusies van het rapport, zie ik de motie op stuk nr. 949, van mevrouw Piri, als oordeel Kamer. Die motie verzoekt ons om verder te kijken, nader te onderzoeken, wat er nog nodig is met betrekking tot de ambassadebewakers, de ASG-bewakers, de EUPOL-bewakers en de tolken, en de Kamer tijdig te informeren over welke stappen we daar kunnen zetten. Met deze motie kan er volgens mij een belangrijke laatste stap gezet worden om uiteindelijk invulling te geven aan de uitkomsten van dit onderzoek en er een afsluiting aan te geven. We geven de motie dus oordeel Kamer.

De voorzitter:
Dank u zeer. Dan kijk ik nog even naar de minister van Defensie. Die heeft er niets aan toe te voegen. Dan zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
We gaan straks stemmen over de ingediende moties. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we over tot het tweeminutendebat Iran.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Iran

Iran

Aan de orde is het tweeminutendebat Iran (CD d.d. 25/10).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Iran. Ik heet de minister van Buitenlandse Zaken en de woordvoerders welkom. Ik geef meteen het woord aan de heer Ceder, van de ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik houd het kort. Ik ben blij dat het tweeminutendebat om 22.30 uur begint en niet zoals gepland om 00.15 uur. Wij hebben het gehad over Iran en wat er nodig is om de Revolutionaire Garde op de EU-terroristenlijst te krijgen. Gisteren is er een artikel verschenen in The Wall Street Journal waarin vrij gedetailleerd wordt aangegeven dat de aanslagen van 7 oktober in Israël wekenlang zouden zijn gecoördineerd met de Iraanse Revolutionaire Garde. Daarmee zou er sprake van medeplichtigheid kunnen zijn. Dat zou een reden kunnen zijn voor vaststelling van terroristische daden en dat zou op zich weer een stap kunnen zijn richting de plaatsing van de Revolutionaire Garde op de EU-terroristenlijst. Die situatie is de moeite van het verkennen waard. Daarom heb ik de volgende motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende het feit dat Iran de Hamasbeweging al jaren steunt;

overwegende dat volgens berichtgeving in The Wall Street Journal de aanslagen door Hamas van 7 oktober wekenlang zijn gecoördineerd met de Iraanse Republikeinse Garde, dat zo'n 500 Hamasleden in de weken daarvoor in Iran getraind zijn en dat Iraanse functionarissen hiervoor het uiteindelijke groene licht hebben gegeven;

overwegende dat een Hamaswoordvoerder openlijk gesproken heeft over de Iraanse steun;

verzoekt de regering op de geëigende manieren onderzoek te doen, mede in samenwerking met bondgenoten, naar de precieze rol van de Iraanse Republikeinse Garde in de terreuraanval van 7 oktober en om op basis van verzameld bewijs uitsluitsel te verkrijgen over deze betrokkenheid bij de aanslagen van 7 oktober in Israël,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ceder.

Zij krijgt nr. 8 (36410-V).

De heer Ceder (ChristenUnie):
We hebben het tijdens het debat gehad over het mogelijk aanpassen van regelgeving om het voortaan makkelijker te maken. De heer Brekelmans zal dit verder toelichten en hierover een motie indienen die wij van harte steunen en mee indienen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Brekelmans, VVD.

De heer Brekelmans (VVD):
Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat artikel 1, lid 4, van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB een besluit van een "bevoegde instantie" vraagt om een organisatie op de EU-terreurlijst te plaatsen;

constaterende dat het tot nu toe niet lukt een bevoegde instantie te identificeren die een dergelijk besluit ten aanzien van de Iraanse Revolutionaire Garde neemt;

overwegende dat Europese rechterlijke instanties vaak geen jurisdictie hebben over terreurdaden in derde landen en dictaturen hun eigen staatsgesponsorde terrorisme niet juridisch vervolgen;

overwegende dat organisaties als de Revolutionaire Garde al wel op EU-sanctielijsten geplaatst kunnen worden, nadat hierover een feitelijk onderbouwd politiek besluit is genomen;

overwegende dat de VN-Veiligheidsraad ook zonder besluit van een andere "bevoegde instantie" een organisatie op de terreurlijst kan plaatsen, maar dat het vetorecht van Rusland deze route blokkeert;

verzoekt het kabinet een oplossing te zoeken voor deze lacune door (parallel aan de voortdurende zoektocht naar een besluit van een bevoegde instantie) te verkennen wat nodig is voor aanpassing van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB, zodat aanwijzing als terreurorganisatie kan geschieden volgens een vergelijkbare procedure als plaatsing op een sanctielijst of plaatsing op de VN-terreurlijst, en de Kamer hierover uiterlijk een week voorafgaand aan de begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Brekelmans, Boswijk en Ceder.

Zij krijgt nr. 9 (36410-V).

De heer Brekelmans (VVD):
Aangezien het echt de allerlaatste keer is dat we hier staan met de commissie Buitenlandse Zaken, ga ik nogmaals de heer Sjoerdsma bedanken. Ik heb dat al eerder deze week gedaan, maar ik kijk met name zeer positief terug op onze samenwerking in de afgelopen jaren, zeker op Oekraïne. Veel dank daarvoor.

Ik zie de heer Van der Staaij. Ik heb met hem iets minder persoonlijk samengewerkt, maar, even los van zijn al brede verdiensten voor de Kamer, de keren dat we in de commissie Buitenlandse Zaken met elkaar debatteerden, heb ik daar erg van genoten en veel van geleerd als beginnend Kamerlid.

En natuurlijk de heer Van Dijk, van wie we niet helemaal zeker weten of hij terugkomt. Ik hoop van harte dat hij met voorkeursstemmen terugkomt. Er is niemand die zo mooi in de Kamer kan zeggen dat alles de schuld is van twaalf jaar VVD. Als dat niet meer zo zou zijn in de nieuwe periode, zou ik dat ontzettend gaan missen. Dat los van alle uren die we samen achterin het busje hebben besteed op reis. Ik hoop van harte dat we heer Van Dijk weer terug gaan zien.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Brekelmans. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Sjoerdsma, D66.

De heer Sjoerdsma (D66):
Voorzitter. Twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de leiding van Hamas de operaties van de terreurorganisatie vanuit Qatar aanstuurt en vrijelijk lijkt te opereren;

overwegende dat Hamasleiders een luxeleven leiden in Qatar terwijl de Israëli's en Palestijnen lijden onder hun terreur;

verzoekt het kabinet om de autoriteiten in Qatar op te roepen om individuen uit de top van Hamas te arresteren en uit te leveren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Sjoerdsma.

Zij krijgt nr. 10 (36410-V).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt het kabinet om de revolutie van miljoenen dappere Iraniërs voor een vrije, democratische samenleving blijvend te steunen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Sjoerdsma.

Zij krijgt nr. 11 (36410-V).

De heer Sjoerdsma (D66):
Voorzitter. Ik zou nu ook iets willen zeggen over het late tijdstip en de vele moties. Daar heb ik net zelf ook weer behoorlijk aan bijgedragen. Er blijft altijd iets te verbeteren aan deze Kamer, maar ik weet ook dat het overgrote deel van deze wereld jaloers is op hoe wij het hier hebben: een parlement dat machtiger is dan het zelf denkt, een parlement waar in vrijheid wordt gesproken, soms mild en soms scherp, een parlement waar de Kamerleden hun blauwe stoeltjes na vreedzame en vrije verkiezingen vrijwillig weer afstaan aan hun opvolgers. Ik ben dankbaar dat ik een klein radertje heb mogen zijn van onze grote democratie. Onze Kamer bestaat bij de gratie van zichtbare en onzichtbare krachten. Dus dank. Dank aan mijn lieve D66-collega's. Dank aan de collega's in mijn commissies. Ik heb het zeer gewaardeerd hoe wij altijd van gedachten hebben kunnen wisselen. Dank aan de bodes, de beveiligers en restaurantmedewerkers, in het bijzonder Farhat. Dank aan de Griffie, in het bijzonder aan Paul en Linda. Dank aan alle medewerkers en ondersteuners en iedereen die ik vergeet. Dank ook aan u, mevrouw de voorzitter. Maar in het bijzonder dank aan Petra, de allerliefste schoonmaker van het hele Kamergebouw. Ik ga u allen zeer missen.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Sjoerdsma. Dan geef ik het woord aan de heer … eh … Boswijk, CDA.

De heer Boswijk (CDA):
Voorzitter, het is laat inderdaad. 22 november hebben we natuurlijk verkiezingen. Het kan zo zijn dat we allemaal niet terugkomen. Je weet het nooit. We beginnen allemaal weer op nul.

Voorzitter. We hebben gisteren een debat gehad over Iran. We hebben daarin onze afschuw uitgesproken en tegelijkertijd onze frustratie gedeeld dat het meer dan een jaar geleden is dat een jonge vrouw dood werd geslagen en afgelopen week weer opnieuw een jonge vrouw hersendood werd geslagen omdat ze haar hoofddoek niet goed droeg. We hebben meerdere moties van collega's inmiddels meeondertekend. We roepen het kabinet nogmaals op om een uiterste inspanning te doen om Iran zo veel mogelijk te isoleren en waar mogelijk de invloed van andere landen te gebruiken om het uiteindelijk ten goede van de Iraanse bevolking te verbeteren.

Voorzitter. Laat ik het rijtje dan maar afsluiten. Ik wil ook mijn collega's bedanken. Ik ben nog maar heel kort in deze Kamercommissie. Ik heb vooral één anekdote, namelijk met collega Jasper van Dijk. Ik kan me namelijk herinneren dat wij in een aftands vliegtuig van Defensie op troepenbezoek gingen in Roemenië. Het had gevroren en de leidingen van het toilet waren bevroren, dus we konden niet doorspoelen. Ik kan me nog goed herinneren dat dit waarschijnlijk de eerste keer in mijn leven was dat een SP'er in een privéjet zat en zijn grote boodschap doorspoelde met spa rood!

(Hilariteit)

De heer Boswijk (CDA):
Dat was wel heel decadent. Maar ik wil mijn collega's ontzettend bedanken voor de mooie debatten die we hebben gehad. Ik hoop de meesten weer terug te zien na 22 november.

De voorzitter:
Dank. Dit komt allemaal in de Handelingen, hè. Maar goed.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik kan maar één ding zeggen: ik weet hier niets meer van.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan kan de minister de moties appreciëren.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Met dank aan de bodes, want het gaat heel snel. Het woord is aan de minister.


Termijn antwoord

Minister Bruins Slot:
Voorzitter. Dank voor het uitgebreide debat dat we hebben gehad. Ik ben ook onder de indruk van hoe de afgelopen paar dagen de planning is gedaan door de Griffie, want het is geen sinecure om zo veel debatten op zo veel plekken en op zo veel tijdstippen in de afgelopen week te plannen en dan ook steeds rekening te houden met veranderde schema's en andere zaken. Ik heb de gangen ook nog nooit zo vol gezien met allerlei medewerkers van ministeries die de zuurstof uit het gebouw haalden, omdat ze met z'n dertigen op een kamer zaten. Het is heel knap hoe de Griffie de afgelopen paar dagen haar werk heeft gedaan.

Voorzitter. De eerste motie, van de heer Ceder, op stuk nr. 8, wil ik oordeel Kamer geven. Israël en de Verenigde Staten, maar ook Duitsland en het Verenigd Koninkrijk zeggen heel duidelijk dat er op dit moment geen indicatie is dat Iran direct betrokken is. Maar het is natuurlijk van belang om dit verder gewoon scherp te houden. Daarom geef ik de motie oordeel Kamer.

Voorzitter. Over de tweede motie, op stuk nr. 9, hebben we een uitgebreid debat gehad; op zoek naar of een verkenning rondom het gemeenschappelijk standpunt. Die motie wil ik oordeel Kamer geven, omdat het kabinet ook een voorstander is van de listing van de IRGC. Wij gaan de mogelijkheden verkennen om eventueel de criteria van die terreurlijst aan te passen. Dus oordeel Kamer.

Dan de derde motie, op stuk nr. 10. In alle openheid wil ik eigenlijk vragen aan de heer Sjoerdsma of hij de motie wil aanhouden, omdat Qatar op dit moment een van de landen is die nadrukkelijk een rol spelen in het vrijlaten van gegijzelden. Als Nederland hebben we gegijzelden en ik vind elke inzet die ze plegen om onze Nederlandse gegijzelden vrij te krijgen heel waardevol. Ik zou de heer Sjoerdsma willen vragen om deze motie aan te houden.

De voorzitter:
Ik kijk of de heer Sjoerdsma bereid is om de motie op stuk nr. 10 aan te houden.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ja, dit verzoek begrijp ik. Met de toezegging van mevrouw Piri die ik hier voor de Handelingen noteer, dat zij de motie opnieuw zal indienen als de situatie dat toelaat, zal ik deze meteen intrekken.

De voorzitter:
Op verzoek van de heer Sjoerdsma stel ik voor zijn motie (36410-V, nr. 10) opnieuw aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Bruins Slot:
Dank u wel.

Dan de laatste motie van de heer Sjoerdsma, op stuk nr. 11. Als ik de motie zo mag interpreteren dat er blijvende steun is voor de inzet voor een vrije, democratische samenleving en dat wij ons volop en actief blijven inzetten voor de mensenrechten in Iran, dan geef ik 'm oordeel Kamer.

De voorzitter:
Dank. Ik zie dat de heer Sjoerdsma zich daarin kan vinden. De motie op stuk nr. 11 krijgt oordeel Kamer. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Ook over deze moties gaan we op een later moment vandaag of vannacht nog stemmen. Ik dank de minister van Buitenlandse Zaken. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we over tot het tweeminutendebat Luchtvaart.

De vergadering wordt van 22.51 uur tot 22.53 uur geschorst.

Luchtvaart

Luchtvaart

Aan de orde is het tweeminutendebat Luchtvaart (CD d.d. 25/10).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Luchtvaart. Ik heet de minister van Infrastructuur en Waterstaat, de minister voor Natuur en Stikstof en de woordvoerders van harte welkom. Het ziet er heel gezellig uit in vak K.

We gaan meteen van start met de heer Krul van het CDA. Als u zover bent, meneer Krul, dan … Wij hebben een strak programma vandaag. Gaat uw gang.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Dank u wel. Een drietal moties onzerzijds. De eerste.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt het kabinet bij de evaluatie van het steunpakket een analyse toe te voegen om in de toekomst stevigere en verplichtende voorwaarden toe te voegen, vooral gericht op het schenden van afspraken, en daarin mee te nemen hoe de overheid zou moeten handelen bij schending van die afspraken inclusief de mogelijkheid tot het opleggen van sanctie;

verzoekt het kabinet het contract tussen KLM en de Staat, uiteraard geschoond van eventuele bedrijfsvertrouwelijke gegevens, vertrouwelijk ter inzage te leggen bij de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Krul.

Zij krijgt nr. 1119 (31936).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Schiphol nu een natuurvergunning heeft gekregen op basis van 500.000 vluchtbewegingen;

overwegende dat ook de minister zo snel mogelijk toe wil naar krimp van het aantal vluchtbewegingen op Schiphol;

verzoekt het kabinet zo snel mogelijk aanpassingen aan de relevante wet- en regelgeving te doen, zodat de eisen voor de natuurvergunning waaraan Schiphol moet gaan voldoen zo snel als mogelijk gebaseerd zullen worden op het aantal vluchtbewegingen in het krimpbesluit, en de Kamer over het tijdpad met betrekking tot deze aanpassingen bij elke stap actief te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Krul en Vedder.

Zij krijgt nr. 1120 (31936).

De heer Krul (CDA):
Tot slot.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de luchtruimherziening beoogt om de militaire oefenruimte te vergroten;

overwegende dat de invoering van een steilere vertrapping en hoger naderen wenselijk is om de impact van vliegverkeer te verlagen;

overwegende dat de herziening een meerjarig proces is met een stapsgewijze implementatie;

verzoekt het kabinet om er binnen het programma Luchtruimherziening en in lijn met alle relevante besluiten en wet- en regelgeving, zoals onder meer Luchthavenverkeerbesluiten, de Wet luchtvaart, het Besluit burgerluchthavens en het Besluit milieueffectrapportage, op toe te zien dat de verruiming van de militaire oefenmogelijkheden en het eventueel invoeren van een vierde aanvliegroute, steilere vertrapping en hogere nadering als voorwaarden worden gesteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Krul.

Zij krijgt nr. 1121 (31936).

Dank u wel, meneer Krul. Dan geef ik het woord aan de heer Boucke, D66.

De heer Boucke (D66):
Dank u wel, voorzitter. Eén motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Schiphol pleit voor een nachtsluiting van het luchtruim zodat er meer rust is voor de omgeving;

overwegende dat de minister aangeeft dat de door de omgeving gewenste en door Schiphol ingebrachte nachtsluiting goed past bij de inzet om geluidshinder blijvend te verminderen;

constaterende dat de nachtsluiting nader onderzoek behoeft voordat vervolgstappen kunnen worden genomen én dat de regering hiervoor de benodigde voorbereidingen start;

verzoekt de regering om de Kamer voor het kerstreces van een tijdsplanning te voorzien voor een inhoudelijke verkenning van de nachtsluiting van Schiphol en bij deze verkenning ook vervolgstappen in kaart te brengen, zoals een mogelijk aanstaande Balanced Approachprocedure;

verzoekt de regering om de Kamer na toezending van de tijdsplanning periodiek over de voortgang van deze verkenning te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Boucke.

Zij krijgt nr. 1122 (31936).

De heer Boucke (D66):
Voorzitter, tot slot. Dit zijn mijn laatste woorden in deze plenaire zaal. Ik heb het een enorme eer gevonden om een volksvertegenwoordiger te zijn van de Nederlandse bevolking. Ik ben dit jaar precies 30 jaar in Nederland. Ik kwam op mijn 17de vanuit Suriname hiernaartoe. Ik ben blijven hangen, omdat ik hier een hele mooie, lieve man leerde kennen.

Ik kom uit een land waar een militaire dictatuur heerste. Ik heb een groot deel van mijn jeugd onder een militaire dictatuur geleefd. Tegen iedereen die nu naar dit debat luistert, zou ik het volgende willen zeggen. Koester wat we hier hebben. Onze open, weerbare democratie is heel waardevol. We hebben goud in handen. Laten we daar zuinig op zijn.

Dank u wel, voorzitter.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Boucke. Ik geef het woord aan de heer Koerhuis, VVD.

De heer Koerhuis (VVD):
Voorzitter. Dit is mijn laatste inbreng in deze Kamer. Mijn laatste inbreng in de Eerste Kamer komt misschien nog, maar dat hangt af van de behandeling van onze initiatiefwet. Ik zou graag mijn vrouw Leonie en onze vier kinderen willen bedanken, die me de afgelopen twee Kamerperiodes hebben gesteund. Zonder hun steun zou ik dit niet hebben gekund. Ik zou graag de ondersteuning van de Kamer willen bedanken: de Griffie plenair, Griffies commissies, Kamerbewaarders, Kamerbodes, beveiligers, schoonmakers en restaurant- en barpersoneel. Ook de ondersteuning van de fractie wil ik bedanken, in het bijzonder Michiel Hasslacher, Malkis Jajan, Dyon van Stigt en Constantijn Teske, mijn persoonlijk medewerkers. Jord Schepel, Isabel Plessius, Kevin Franken, Bas de Vos en Denis Damoiseaux, mijn stagiairs. Jet Vlaanderen, Gijs Broek, Solange Kamm en Ruben van de Zande, mijn beleidsmedewerkers. En Simon Kandelaars, mijn voorlichter. En natuurlijk de ondersteuning van de ministers, de ambtenaren en in het bijzonder Gijs Felix en Dion Vijverberg, de politiek assistenten. Nu ik haar zie zitten, kan ik haar niet onbenoemd laten: Christien Waller, onze ambtelijk secretaris.

Dank u wel.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Dank. En iedereen die u bent vergeten, zeg ik maar. Dan is het woord aan mevrouw Van der Graaf, ChristenUnie.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering een Balanced Approachprocedure doorloopt om het aantal vluchten op Schiphol te reduceren tot 452.500, om daarmee te voldoen aan geldende normen over geluidsbelasting;

overwegende dat daarmee een goede eerste stap wordt gezet in reductie van geluidsoverlast en emissies van de luchtvaart, maar dat dit onvoldoende is om de luchtvaart binnen de reductiedoelstellingen van het Parijsakkoord te krijgen;

verzoekt de regering een maximaal aantal vliegbewegingen in Nederland in 2030 te bepalen als streefgetal en de benodigde stappen te doorlopen om dit streefaantal te kunnen verwezenlijken, zoals een aanvullende Balanced Approachprocedure,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 1123 (31936).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering een landelijke indicatieve reductieopgave van de NOx-emissies voor de mobiliteitssector, waaronder luchtvaart, van 25% tussen 2019 en 2030 opgelegd heeft (34682, nr. 114);

overwegende dat de Kamer heeft uitgesproken dat de luchtvaart op een eerlijke wijze moet bijdragen aan het oplossen van het stikstofprobleem (31936, nr. 1034);

overwegende dat de regering voor de luchtvaartsector enkel wijst op maatregelen zoals het stimuleren van elektrisch taxiën, waardoor de luchtvaart niet evenredig zal bijdragen aan het oplossen van het stikstofprobleem;

verzoekt de regering de indicatieve reductieopgave van 25% van de NOx-emissies tussen 2019 en 2030 voor de mobiliteitssector specifiek te laten gelden voor de luchtvaart,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 1124 (31936).

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik ben heel erg blij dat mijn stem het heeft gehouden deze laatste dagen. Ik heb ongeveer de hele dag plenair gestaan.

De voorzitter:
Beterschap, zeg ik dan maar. Het heeft ook wel iets, die stem. Het klonk niet verkeerd. Ik zag overal bolletjes, dus soms spreek ik gewoon maar dingen uit die ik zie als voorzitter, neutraal als ik ben.

Ik geef het woord aan de heer Van Raan, Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Als ik de verkiezingsprogramma's bij elkaar optel, is er een meerderheid die definitief af wil van Lelystad Airport. Daarom de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering definitief af te zien van het openen van Lelystad Airport voor handelsverkeer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan, De Hoop, Dassen, Boucke en Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 1125 (31936).

Voordat u verdergaat, heeft de heer Krul één vraag.

De heer Krul (CDA):
Zonder vraagteken zelfs! Ik word nu toch even uitgedaagd. Het klopt dat het CDA in het verkiezingsprogramma heeft staan dat wij tegen de opening van deze airport zijn. Wij vinden tegelijkertijd dat zo'n ingrijpend besluit alleen maar genomen wordt samen met de regio, waarbij we ook recht moeten doen aan de verwachtingen die daar gewekt zijn en de maatschappelijke investeringen die daar gedaan zijn. Om dan nu een paar uur voor het sluiten van de klok bij motie zo'n ingrijpend besluit te nemen, is niet de lijn die wij voorstaan. Dat neemt niet weg dat wij achter het statement staan en in de volgende kabinetsperiode met een voorstel zullen komen of met de Partij voor de Dieren een voorstel zullen maken.

De voorzitter:
U gaat verder, meneer Van Raan.

De heer Van Raan (PvdD):
Ik ben blij om te horen dat het CDA in ieder geval de boodschap steunt dat Lelystad Airport niet open moet.

Voorzitter. Ik ga door.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Schiphol een staatsdeelneming is;

constaterende dat in de Nota Deelnemingenbeleid 2022 staat: "De Staat verwacht dat de deelnemingen Nederlands beleid en wet- en regelgeving ruimhartig naleven. Dit geldt in het bijzonder voor beleid en wet- en regelgeving op de thema's klimaat en milieu";

constaterende dat Schiphol is gevraagd rekening te houden met het kabinetsbesluit om het aantal vliegbewegingen te beperken tot 440.000, maar dat Schiphol toch een vergunningaanvraag deed voor 500.000 vliegbewegingen;

verzoekt de regering Schiphol te houden aan het naleven van de Nota Deelnemingenbeleid en het kabinetsbeleid, in het bijzonder op de thema's klimaat en milieu;

verzoekt de regering Schiphol op te dragen geen gebruik te maken van enige mogelijk verkregen milieuruimte boven 440.000 vliegbewegingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan, De Hoop en Dassen.

Zij krijgt nr. 1126 (31936).

De heer Van Raan (PvdD):
Ik geef weer de verkeerde motie aan de bode. Op het einde doe ik het waarschijnlijk goed.

Voorzitter. De minister wou niet laten onderzoeken wat de juridische kwetsbaarheden zijn in de natuurvergunning van Schiphol, terwijl er een heleboel lijken te zijn. Daarom heb ik de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister stelt dat intern de juridische risico's voor het besluit over de vergunningaanvraag van Schiphol in kaart zijn gebracht en gewogen, maar de Kamer die informatie niet heeft ontvangen;

constaterende dat er meerdere kwetsbaarheden bekend zijn, maar gerechtelijke toetsing jaren op zich kan laten wachten;

verzoekt de regering op korte termijn een onafhankelijk red-teamonderzoek te laten doen naar de juridische kwetsbaarheden in het besluit over de natuurvergunning voor Schiphol en de bevindingen zo snel mogelijk met de Kamer te delen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raan.

Zij krijgt nr. 1127 (31936).

De heer Van Raan (PvdD):
Nog twee te gaan. Nee, dat is niet waar.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat inmiddels breed gedeeld wordt dat de pfas-vervuiling door Chemours onacceptabele milieu- en gezondheidsschade heeft opgeleverd waarvoor het bedrijf verantwoordelijk is;

constaterende dat in 2008 op Schiphol 110.000 kubieke meter water vervuild raakte met pfos en de vervuiling vanwege lekke opvangbassins kon weglekken naar de wijde omgeving;

verzoekt de regering de pfos-vervuiling in de omgeving nauwkeurig in kaart te brengen en te onderzoeken welk deel daarvan van Schiphol afkomstig is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raan.

Zij krijgt nr. 1128 (31936).

Heel snel de volgende.

De heer Van Raan (PvdD):
Voorzitter. Ik wil ook iemand bedanken, namelijk mijn beleidsmedewerker op dit dossier, Sebastiaan van Pruissen, die ons gaat verlaten voor een andere mooie functie.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Raan. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Eerdmans, JA21.

De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank je wel. Er zijn mooie woorden gesproken door de collega's. We zullen contact houden. Daar ga ik van uit.

Voorzitter. Terug naar de luchtvaart.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet de vliegbelasting heeft verhoogd in januari 2023 naar circa 600 miljoen euro jaarlijks;

constaterende dat het kabinet heeft aangegeven structurele financiële middelen te willen inzetten voor verduurzaming van de luchtvaart en vermindering van leefomgevingseffecten;

constaterende dat het positief is dat de overheid eenmalig in 2022 geld uit het Nationaal Groeifonds heeft ingezet voor onderzoek naar verduurzaming van de luchtvaart;

overwegende dat het verduurzamen van de luchtvaart door het kabinet als essentieel is aangemerkt, maar tevens erg kostbaar is;

verzoekt de regering dat de omvang en samenstelling van een in te richten structureel fonds in overleg met de sector wordt opgezet, en de Kamer daarover wordt ingelicht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.

Zij krijgt nr. 1129 (31936).

Dank u wel, meneer Eerdmans. Ik kijk even naar het kabinet. Zal ik de vergadering een enkel moment schorsen of kunnen we meteen door? We kunnen meteen door, helemaal goed. De moties komen eraan; dat is heel fijn.

Dan geef ik als eerste het woord aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Heeft u nog één tel? Dan wachten we even tot wij ook de moties hebben. Dan kunnen we het allemaal volgen. Het woord is aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat.


Termijn antwoord

Minister Harbers:
Voorzitter, dank u wel. Dank aan de leden, de luchtvaartwoordvoerders, voor hun inbreng, zowel gisteren in het commissiedebat als vanavond in het tweeminutendebat. Zoals een aantal sprekers ook memoreerde, was het het laatste debat van woordvoerders op dit gebied in deze ambtstermijn van de Kamer. Daar gaan we althans maar even van uit. Sommigen hebben ook hun aanstaande afscheid van de Tweede Kamer gememoreerd. Ik dank alle woordvoerders en in het bijzonder de heren Boucke en Koerhuis, maar ook de heer Alkaya, die niet het woord heeft gevoerd maar hier wel aanwezig is, voor de plezierige en constructieve debatten in de afgelopen periode en hun grote inzet hier in de Kamer. Dat geldt natuurlijk voor alle woordvoerders, maar voor deze in het bijzonder.

Voorzitter. Ik loop de moties langs. De motie op stuk nr. 1119 van de heer Krul geef ik oordeel Kamer.

Van de motie op stuk nr. 1120 laat ik het oordeel ook aan de Kamer. Dat is in essentie namelijk ook wat we nu aan het doen zijn met de Balanced Approach-procedure.

Van de motie op stuk nr. 1121 van de heer Krul laat ik het oordeel ook aan de Kamer, maar ik hecht er toch aan om daarbij de opmerking te maken dat als de Kamer dit echt heel erg graag wil, u mij ook het plezier zou kunnen doen het onderwerp nu of in de volgende Kamer niet meer controversieel te verklaren, want dan kunnen we er ook daadwerkelijk mee door.

Van de motie op stuk nr. 1122 van de heer Boucke laat ik het oordeel ook aan de Kamer. Daarbij zeg ik het volgende. De allerlaatste zin luidt: "Over de voortgang van de verkenning te informeren". We gaan de motie uitvoeren en de informatie over de voortgang krijgt u in de periodieke voortgangsbrieven van het Programma Omgeving Luchthaven Schiphol.

De motie op stuk nr. 1123 van mevrouw Van der Graaf ontraad ik, want zoals we in het Hoofdlijnenbesluit Schiphol van juli vorig jaar aangaven, willen we in de toekomst juist overstappen op een systeem waarmee we sturen op milieunormen en milieu-uitstoot, in plaats van op aantallen vliegbewegingen. Daarvoor moet een normstelling worden ontwikkeld die steeds verder zal worden aangescherpt, zodat we ook een voortdurende vermindering van de negatieve externe effecten rond de luchtvaart bereiken. Deze motie roept op tot het sturen van aantallen. Dat vind ik niet wenselijk. Dat is de reden waarom ik de motie ontraad.

Minister Van der Wal zal op de motie op stuk nr. 1124 reageren.

De motie op stuk nr. 1125 van de heer Van Raan ontraad ik. Ik ben me ervan bewust dat het onderwerp Lelystad Airport controversieel is. Het is daarom zelfs controversieel verklaard. Wat mij betreft is besluitvorming dan ook echt aan het volgende kabinet.

Dan de motie op stuk nr. 1126 van de heer Van Raan. We hebben er deze kabinetsperiode wel vaker discussies over gehad wat het betekent om een staatsdeelneming te zijn. Dat is overigens een debat dat we gisteren niet in de commissie hebben gevoerd. Het is aan de minister van Financiën om daar het debat met de Kamer over te voeren. Maar een staatsdeelneming betekent in essentie dat wij aandelen hebben en niet dat wij op de bestuursstoel van dat bedrijf zitten. Om die reden ontraad ik de motie.

Minister Van der Wal zal reageren op de motie op stuk nr. 1127.

De motie op stuk nr. 1128 ontraad ik, onder verwijzing naar het debat van gisteren. Een belangrijk aspect daarbij is dat het niet het Rijk is maar de omgevingsdienst die hier het bevoegd gezag is.

Tot slot ontraad ik de motie op stuk nr. 1129. We hebben in deze periode vaak discussies gehad over de vliegbelasting en een eventuele terugsluis, maar helaas was zowel vorig jaar als dit jaar de budgettaire ruimte daarvoor niet aanwezig. Deze motie roept op een structureel fonds op te zetten, maar dat deel van de motie is dan ook nog eens ongedekt.

De voorzitter:
Dank u wel. Eén vraag van de heer Van Raan.

De heer Van Raan (PvdD):
Ja, ik heb een korte vraag, voorzitter. Ik snap heel goed dat de minister dat onderzoek niet zelf gaat doen. Ik kan me voorstellen dat de minister zich vanuit de zorgplicht geroepen voelt om het wel te doen uitvoeren. De vraag is als volgt. Als ik een kleine wijziging in de motie aanbreng, namelijk "verzoekt de regering de pfos-vervuiling in de omgeving nauwkeurig in kaart te dóén brengen", zou dat dan een wijziging zijn die de minister kan billijken?

Minister Harbers:
Nou, ik hecht ook wel aan de bestuurlijke zuiverheid op dit punt. De omgevingsdienst valt onder een andere bestuurslaag, in dit geval de provincie. Het kan een heel waardevol debat zijn, maar dan zou de aangewezen plek de Staten van Noord-Holland zijn. Die kunnen dan zo'n uitspraak doen.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dan dank ik de minister. Ik geef het woord aan zijn collega, de minister voor Stikstof en Natuur.

Minister Van der Wal-Zeggelink:
Voorzitter, dank. Voor mij de moties op stuk nrs. 1124 en 1127. Fijn dat mevrouw Van der Graaf haar stem terug heeft.

Ik moet de motie op stuk nr. 1124 ontraden. Los van het feit dat we sectordoelen per sector vaststellen en we in bijvoorbeeld de agrarische sector ook geen onderscheid maken tussen de varkens- en de melkveehouderij is het ook gewoon niet tijdig. We hebben met elkaar evenredige sectordoelen vastgesteld. Inmiddels weten we dat er een grotere opgave is. Dat betekent iets voor alle sectordoelen. Dan is het simpelweg niet tijdig om dat nu te wijzigen. Dat is echt aan een nieuw kabinet. De motie op stuk nr. 1124 ontraad ik.

Dat geldt ook voor de motie op stuk nr. 1127. Zoals ik gisteren kort en bondig heb gezegd: nee, dit gaan we niet doen. De aanvraag van Schiphol hebben we getoetst aan de Wet natuurbescherming. Ik ben van mening dat er echt een afgewogen besluit ligt, dat zorgvuldig tot stand is gekomen.

De voorzitter:
Dank u zeer. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Straks gaan we stemmen over de ingediende moties. Ik dank beide bewindspersonen en de woordvoerders.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Goed bestuur en toezicht binnen de zorg

Goed bestuur en toezicht binnen de zorg

Aan de orde is het tweeminutendebat Goed bestuur en toezicht binnen de zorg (CD d.d. 04/10).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Goed bestuur en toezicht binnen de zorg. Ik heet de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de woordvoerders van harte welkom. Ik geef meteen het woord aan mevrouw Agema van de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het aantal onaangekondigde inspectiebezoeken van de IGJ bedroevend laag is, vorig jaar slechts ongeveer 10%, ondanks dat het streven is om waar mogelijk inspectiebezoeken onaangekondigd uit te voeren of onaangekondigde elementen te laten bevatten;

verzoekt de regering te bewerkstelligen dat inspectiebezoeken in beginsel onaangekondigd plaatsvinden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Agema en Van den Berg.

Zij krijgt nr. 52 (32012).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Algemene Rekenkamer een zorgelijk gebrek aan daadkracht constateert bij het opsporen van zorgfraude;

overwegende dat uit onderzoek is gebleken dat zorgfraudeurs vaak al een strafblad hebben;

verzoekt de regering boetes te verdubbelen indien zorgfraudeurs al eerder zijn veroordeeld wegens zware delicten;

verzoekt de regering tevens zorgfraudeurs een beroepsverbod op te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Agema.

Zij krijgt nr. 53 (32012).

Dank u zeer, mevrouw Agema. Dan geef ik het woord aan de heer Bushoff, PvdA.

De heer Bushoff (PvdA):
Voorzitter, ik heb mijn toezeggingen gekregen in het commissiedebat, dus ik zie af van mijn spreektijd en ik dien geen moties in.

De voorzitter:
Kijk aan. Dank u wel, meneer Bushoff. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van den Berg, die blijkbaar nog geen toezeggingen heeft gehad.

Mevrouw Van den Berg (CDA):
En die hoop ik wel te krijgen, voorzitter. Dank u wel. Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het nu makkelijker is zorgaanbieder te worden dan een snackbar te openen;

constaterende dat meldingsplicht nieuwe zorgaanbieders bovendien slecht werkt en dat IGJ wanneer risico's worden gesignaleerd geen mogelijkheden heeft zorgaanbieders te verbieden te starten;

verzoekt de regering te borgen dat zorgaanbieders die bij de Kamer van Koophandel staan ingeschreven maar zich niet gemeld hebben, onmiddellijk hun werkzaamheden moeten staken;

verzoekt de regering te borgen dat IGJ juridische middelen krijgt om zorgaanbieders te verbieden te starten indien risico's worden gesignaleerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van den Berg.

Zij krijgt nr. 54 (32012).

Mevrouw Van den Berg (CDA):
Voorzitter. Tegen de achtergrond die mevrouw Agema al noemde, hebben wij ook de motie van de PVV meegetekend over dat er veel meer onaangekondigd bezocht moet worden. Verder dank aan de bewindslieden dat wij voor de begrotingsbehandeling een brief toezicht Wmo ontvangen.

Voorzitter. Dan heb ik nog twee vragen. De raden van toezicht blijken onvoldoende transparant in de verantwoording van hoe zij toezicht houden. Is de minister bereid om met de NVTZ in gesprek te gaan over het professionaliseren van de raad van toezicht, bijvoorbeeld door meer eenduidig te rapporteren, en ons daarover met het jaarverslag 2023 te informeren?

Kleinere Wet langdurige zorg-aanbieders, ook op basis van private equity, voldoen vaak niet aan de Handvatten duiding zorgplicht. De minister gaf aan dat zorgkantoren mogelijkheden hebben om dan minder vergoeding te geven. Kan de minister ook in het jaarverslag 2023 rapporteren in welke mate het gebeurt dat een lager percentage aan vergoeding wordt gegeven omdat men niet aan de Handvatten duiding zorgplicht voldoet?

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van den Berg. Ik geef het woord aan de heer Dijk, SP.

De heer Dijk (SP):
Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de invloed van private equity binnen de mondzorg steeds groter wordt met als gevolg dat de zorgkosten voor de mondzorg toenemen;

van mening dat geld voor de mondzorg in de mondzorg moet blijven;

verzoekt de regering om in het wetsvoorstel Integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders de noodzakelijke stappen te zetten die ervoor zorgen dat binnen de mondzorg eigenaarschap van private-equitypartijen tot het verleden gaat behoren en er geen geld meer uit de mondzorg naar derden verdwijnt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dijk en Drost.

Zij krijgt nr. 55 (32012).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de invloed van private equity binnen de sector fysiotherapie steeds groter wordt met als gevolg dat de zorgkosten voor fysiotherapie toenemen;

van mening dat geld voor de sector fysiotherapie in de sector fysiotherapie moet blijven;

verzoekt de regering om in het wetsvoorstel Integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders de noodzakelijke stappen te zetten die ervoor zorgen dat binnen de sector fysiotherapie eigenaarschap van private-equitypartijen tot het verleden gaat behoren en er geen geld meer uit de sector fysiotherapie naar derden verdwijnt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dijk en Drost.

Zij krijgt nr. 56 (32012).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de invloed van private equity binnen de ggz-aanbieders steeds groter wordt, met als gevolg dat de kwaliteit van de ggz ondermijnd wordt;

van mening dat geld voor de ggz in de ggz moet blijven;

verzoekt de regering om in het wetsvoorstel Integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders de noodzakelijke stappen te zetten die ervoor zorgen dat binnen de ggz eigenaarschap van private-equitypartijen tot het verleden gaat behoren en er geen geld meer uit de ggz naar derden verdwijnt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dijk en Drost.

Zij krijgt nr. 57 (32012).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterend dat de invloed van private equity binnen de sector apotheken steeds groter wordt met als gevolg dat goede dienstverlening onder druk komt te staan;

van mening dat geld voor de apotheekzorg in de apotheekzorg moet blijven;

verzoekt de regering om in het wetsvoorstel Integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders de noodzakelijke stappen te zetten die ervoor zorgen dat binnen de apotheekzorg eigenaarschap van private-equitypartijen tot het verleden gaat behoren en er geen geld meer uit de apotheekzorg naar derden verdwijnt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dijk en Drost.

Zij krijgt nr. 58 (32012).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de invloed van private equity binnen de zorg steeds groter wordt met als gevolg een verslechterde arts-patiëntrelatie en stijgende zorgkosten;

van mening dat geld voor de zorg in de zorg moet blijven;

verzoekt de regering in het wetsvoorstel Integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders de noodzakelijke stappen te zetten die ervoor zorgen dat binnen de gehele zorg eigenaarschap van private-equitypartijen tot het verleden gaat behoren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.

Zij krijgt nr. 59 (32012).

De heer Dijk (SP):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dijk. Dan geef ik het woord aan mevrouw Sahla, D66.

Mevrouw Sahla (D66):
Voorzitter. Dit is mijn laatste plenaire debat voor de verkiezingen en ik wil graag van de gelegenheid gebruikmaken om nog een laatste keer aandacht te vragen voor een belangrijk thema, want goed bestuur en toezicht in de zorg betekent ook inclusieve zorg voor iedereen. Eerder dit jaar heb ik een initiatiefnota ingediend over inclusieve zorg, die ik met input van tientallen professionals heb opgesteld. Afgelopen maandag heb ik de nota aan het bestuur van het Erasmus MC mogen aanbieden. In het Erasmus wordt het belang al erkend en geven ze het goede voorbeeld, bijvoorbeeld met hun migrantenpoli. Want, zoals ook de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving adviseerde: passende zorg is inclusieve zorg.

Maar we zien toenemende gezondheidsverschillen. Je afkomst, je gender, je opleidingsniveau: het zou geen invloed moeten hebben op de zorg die je krijgt, maar in veel gevallen heeft het dat wel. Zo wordt dementie pas later gediagnosticeerd bij oudere migranten en wordt huidkanker minder makkelijk gevonden bij een donkere huid. Deze verschillen zorgen niet alleen voor oneerlijkheid, maar ook voor hogere zorgkosten doordat we er later bij zijn.

Het zorgstelsel moet inclusiever. Ik had graag gezien dat dit kabinet reeds een reactie had gegeven op mijn initiatiefnota, maar dat zal pas gebeuren in een nieuwe Kamer. Misschien kan deze minister alvast toezeggen dat hij dit toevoegt aan het prioriteitenlijstje voor een eventuele opvolger, want nogmaals: de zorg moet inclusiever.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Sahla. Dan geef ik het woord aan de heer Van Houwelingen, Forum voor Democratie.

De heer Van Houwelingen (FVD):
Dank u, voorzitter. Ik heb twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de vorige minister van Volksgezondheid de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft aangespoord om artsen die kritisch zijn over het coronabeleid te beboeten, te berispen en zelfs hun BlG-registratie te ontnemen;

constaterende dat de inspectie daadwerkelijk vele artsen heeft bedreigd met het opleggen van een sanctie en heeft berispt of beboet vanwege kritiek die deze artsen hebben geuit op het coronabeleid;

overwegende dat hiermee niet alleen de vrijheid van meningsuiting en het vrije debat, maar ook de waarheidsvinding en daarmee de wetenschap geweld wordt aangedaan;

verzoekt de regering de inspectie op te dragen te stoppen met het berispen, beboeten en anderszins vervolgen en de mond snoeren van artsen louter en alleen vanwege hun mening,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Houwelingen.

Zij krijgt nr. 60 (32012).

De heer Van Houwelingen (FVD):
En dan de laatste. Dit is een spreekt-uitmotie, om de vrijheid van meningsuiting te waarborgen. Daarover ging onze inbreng in het debat namelijk voor een groot deel.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het vrije debat de belangrijkste pilaar is van een vrije samenleving;

spreekt uit de "Westminster Declaration" te onderschrijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Houwelingen.

Zij krijgt nr. 61 (32012).

Dank u wel. Ik schors de vergadering voor een enkel moment, zodat de moties verspreid kunnen worden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Goed bestuur en toezicht binnen de zorg. Het woord is aan de minister.


Termijn antwoord

Minister Kuipers:
Dank u wel, voorzitter. Allereerst twee vragen van mevrouw Van den Berg. De eerste vraag gaat over de raden van toezicht. Mevrouw Van den Berg zegt dat die onvoldoende transparant blijken in de verantwoording van hoe zij toezicht houden. Is de minister bereid om met de NVTZ in gesprek te gaan over het professionaliseren van de rvt, onder andere door meer eenduidig te rapporteren, en de Kamer daarover met het jaarverslag te informeren? Ik voer regelmatig overleg met de NVTZ over hoe zij interne toezichthouders helpen verder te professionaliseren. Om het eenduidig rapporteren onder interne toezichthouders te bevorderen, heeft de NVTZ in januari van dit jaar de handreiking Verslag interne toezichthouders gepubliceerd. Deze is openbaar beschikbaar, zowel voor leden als niet-leden. Ik zal het signaal van mevrouw Van den Berg meenemen in het reguliere overleg dat ik met de NVTZ voer.

Dan vroeg mevrouw Van den Berg ook het volgende. Kleinere Wlz-aanbieders en Wlz-aanbieders op basis van private equity voldoen vaak niet aan de Handvatten duiding zorgplicht. Kan de minister ons voor het jaarverslag 2023 rapporteren in welke mate dat gebeurt en met welk percentage een bedrag wordt gekort als zorgkantoren de mogelijkheid gebruiken om minder vergoeding af te geven? Zorgkantoren kunnen in hun inkoopbeleid voorwaarden stellen en percentages van de maximumtarieven daarvan afhankelijk stellen. Dat doen ze in algemene zin en daarbij differentiëren ze niet naar omvang of financieringswijze. Alle partijen moeten in gelijke mate voldoen aan de voorwaarden. Ik zal de zorgkantoren vragen of het mogelijk is om dergelijke informatie aan te leveren.

Voorzitter. Dan kom ik bij de moties. De motie op stuk nr. 52 ontraad ik. De IGJ is een onafhankelijke toezichthouder en bepaalt zelf op welke wijze het toezicht wordt ingevuld.

De motie op stuk nr. 53 ontraad ik eveneens. Het is niet aan mij om dit te doen. Dat gebeurt hetzij via de rechter, hetzij via het tuchtrecht.

De motie op stuk nr. 54 ontraad ik. De minister voor Langdurige Zorg en Sport heeft al toegezegd de mogelijkheden voor het screenen en zo nodig weren van zorgaanbieders bij de start nader uit te werken. Het doen staken bij het ontbreken van een melding is al onderdeel van die uitwerking en daarbij is het verschil tussen het aantal inschrijvingen in de KvK en het aantal meldingen bij de IGJ al grotendeels te verklaren, onder andere doordat zorgaanbieders zich inschrijven, maar vaak veel later of helemaal niet met zorgverlening starten.

Voorzitter. Dan pak ik de motie op stuk nr. 55 tot en met de motie op stuk nr. 59 bij elkaar. Ze gaan allemaal over private equity in verschillende onderdelen van de zorg. Ik ontraad de moties op stukken nrs. 55, 56, 57,58 en 59. Naar aanleiding van eerdere moties wordt onderzoek gedaan naar de rol van private equity. Dit onderzoek moet eerst beschikbaar zijn en daarna besluiten we pas op basis van feiten. Bij dat onderzoek gaat het om een inventarisatie van bestaande kennis, onderzoek naar de daadwerkelijke omvang en ook een analyse van de juridische mogelijkheden om private equity af te remmen of te verbieden. De resultaten daarvan verwacht ik in het eerste kwartaal van 2024.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 60. Die ontraad ik met verwijzing naar het debat.

En de motie op stuk nr. 61 is een spreekt-uitmotie, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
We gaan straks stemmen over de ingediende moties. Ik dank de minister voor zover.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Digitale ontwikkelingen in de zorg

Digitale ontwikkelingen in de zorg

Aan de orde is het tweeminutendebat Digitale ontwikkelingen in de zorg (CD d.d. 05/10).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Digitale ontwikkelingen in de zorg. Ik heet de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport nogmaals welkom — ik denk dat ik dat een aantal keren ga doen vanavond — evenals de woordvoerders. Ik geef het woord aan mevrouw Van den Berg, CDA.

Mevrouw Van den Berg (CDA):
Dank, voorzitter. Ik ga snel spreken. Ik heb twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende de motie-Van den Berg van 1 juni 2023 op stuk nr. 31 (21501) over de European Health Data Space (EHDS) en het Wetsvoorstel opvraagbaarheid gegevens voor spoedeisende zorg (Wogs);

verzoekt de regering te borgen dat patiënten zowel bij primair als bij secundair gebruik van data in beginsel altijd via opt-out kunnen zorgen dat hun data niet of slechts beperkt worden gebruikt;

verzoekt de regering te borgen dat patiënten in beginsel altijd kunnen zien welke zorgaanbieder hun data heeft ingezien en/of voor welk onderzoek welke van hun data zijn gebruikt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van den Berg.

Zij krijgt nr. 307 (27529).

Mevrouw Van den Berg (CDA):
En dan de tweede motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er diverse initiatieven zijn — Health RI (met geld uit het Groeifonds), NFU met het initiatief CumuluZ, VZVZ met LSP alsmede VZVZ en leveranciers met Twiin & Nuts — om de infrastructuur en koppelingen alsmede databeschikbaarheid en hergebruik van data te verbeteren;

constaterende dat bij deze initiatieven meer gebruik gemaakt kan worden van objectieve toetsing van reeds bestaande infrastructuren en initiatieven om onnodige kosten te voorkomen;

verzoekt de regering met het doel om snel tot één degelijk landelijk netwerk te komen, te borgen dat bij zowel primair als secundair gebruik van data:

  • alle genoemde organisaties vanuit één doelarchitectuur werken en het "not invented here"-syndroom loslaten;
  • relevante leveranciers tijdig worden betrokken zodat oplossingen uitvoerbaar zijn;
  • toekomstige infrastructuur voor gegevensuitwisseling wordt gemaakt op basis van end-to-endversleuteling conform amendement-Hijink/Van den Berg (Wegiz 35824 nr. 22);
  • proof of concept zoals Palga en/of CumuluZ voor werken met brondata en eenduidig landelijk gestructureerd vastleggen als basis voor het zelflerend zorgsysteem toepassen;
  • de verantwoordelijkheid van registratie en datakwaliteit lokaal bij de invoerder ligt;
  • dataminimalisatie & doelbinding leidende principes zijn;
  • deze data onafhankelijk van specifieke ICT-applicaties toepasbaar zijn;
  • met spoed het amendement-Van den Berg/Hijink op stuk nr. 25 en het amendement-Van den Berg op stuk nr. 44 (Wegiz 35824) uit te werken om de marktmacht van ict-leveranciers aan te pakken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van den Berg.

Zij krijgt nr. 308 (27529).

Mevrouw Van den Berg (CDA):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van den Berg. Dan geef ik het woord aan mevrouw Paulusma, maar die ziet daarvan af. Dan gaan we naar mevrouw Tielen, maar die ziet ook van het woord af. Mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):
Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat patiënten te allen tijde de mogelijkheid van een opt-out hebben bij secundair gebruik van hun medische gegevens en dat deze mogelijkheid vooraf gecommuniceerd wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Agema.

Zij krijgt nr. 309 (27529).

Dank u zeer. Ik schors de vergadering voor een enkel moment, zodat de moties kunnen worden verspreid.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Het woord is aan de minister.


Termijn antwoord

Minister Kuipers:
Dank u wel, voorzitter. De motie op stuk nr. 307: oordeel Kamer. Ik zie vertrouwen als een belangrijke voorwaarde voor databeschikbaarheid en ben van mening dat zeggenschap en transparantie in grote mate hieraan bijdragen. Dat is ook de lijn die Nederland aanhoudt bij de onderhandelingen over de EHDS met andere lidstaten. Het uiteindelijke resultaat is uiteraard afhankelijk van het verloop van deze onderhandelingen.

De motie op stuk nr. 308: oordeel Kamer. Zoals benoemd in een Kamerbrief van 13 april jongstleden blijf ik mij onverminderd inzetten om samen met zorgaanbieders en dienstleveranciers tot een landelijk dekkend netwerk van interoperabele zorginfrastructuren te komen. Deze motie ondersteunt dit beleid. Ik sta achter de oproep om vanuit één doelarchitectuur en met alle genoemde initiatieven het "not invented here"-syndroom los te laten, leveranciers te betrekken en eerdere geleerde lessen mee te nemen.

Tot slot ontraad ik de motie op stuk nr. 309. Dit is conform de inzet in de onderhandelingen over de EHDS, maar die onderhandelingen lopen nog.

De voorzitter:
Dank u zeer. Eén vraag van mevrouw Agema nog? Nee? Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Ook over deze moties gaan we zo stemmen. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we verder met het tweeminutendebat Ziekenhuiszorg.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Ziekenhuiszorg

Ziekenhuiszorg

Aan de orde is het tweeminutendebat Ziekenhuiszorg (CD d.d. 25/10).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Ziekenhuiszorg. Nogmaals welkom aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de woordvoerders. Ik geef het woord aan de heer Dijk, SP.

De heer Dijk (SP):
Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er steeds vaker ziekenhuisafdelingen sluiten, waardoor de toegankelijkheid van de zorg achteruitgaat;

spreekt uit dat er geen ziekenhuisafdelingen meer zouden moeten sluiten;

verzoekt de regering om hiervoor stappen te zetten, dan wel via beschikbaarheidsbijdragen dan wel via populatiebekostiging,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dijk en Bushoff.

Zij krijgt nr. 355 (31016).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat behoud van regionale ziekenhuizen belangrijk is voor het leveren van basiszorg en reguliere acute zorg;

overwegende dat de huidige financiering van betaling per behandeling perverse prikkels heeft welke leidt tot financiële druk op regionale ziekenhuizen;

verzoekt het demissionaire kabinet stappen te zetten om de spoedeisende zorg meer te financieren op basis van beschikbaarheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dijk, Van den Berg en Bushoff.

Zij krijgt nr. 356 (31016).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de spoedeisende hulp, intensive care en de opnamebedden van het Zuyderland ziekenhuis in Heerlen dreigen te verdwijnen;

overwegende dat Parkstad juist een regio is waar al sprake is van grote sociaal-economische gezondheidsachterstanden, waardoor een volwaardig ziekenhuis van groot belang is;

verzoekt de regering om zich er zo veel mogelijk voor in te zetten om ervoor te zorgen dat Heerlen een volwaardig ziekenhuis behoudt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.

Zij krijgt nr. 357 (31016).

De heer Dijk (SP):
Tot slot zou ik heel graag alle mensen willen bedanken die zich de afgelopen jaren heel hard hebben ingezet voor het behoud van ziekenhuizen. Ik heb jullie het afgelopen halfjaar heel veel mogen spreken en mogen leren kennen. Het is me een waar genoegen. Ik hoop dat we dat de komende jaren door kunnen zetten, omdat goede ziekenhuiszorg voor iedereen van cruciaal belang is.

De voorzitter:
Dank u wel. Eén vraag, van mevrouw Tielen, VVD

Mevrouw Tielen (VVD):
Met de laatste opmerking ben ik het op zich natuurlijk eens, maar hoorde ik de heer Dijk het nou het Zuiderzeeziekenhuis noemen of zei hij toch Zuyderland?

De heer Dijk (SP):
Zuyderland, dank u wel. Het is laat en ik begin ook wat moeiig te worden.

De voorzitter:
Kijk. Dat is collegiaal. Het is aangepast. Dank, mevrouw Tielen. Gaat uw gang.

Mevrouw Tielen (VVD):
Voorzitter, dank. Ik heb één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat tien jaar geleden al werd vastgesteld dat de medisch generalist in het ziekenhuis zou moeten komen vanwege enerzijds de toenemende co-morbiditeit en anderzijds toenemende (sub)specialisatie van medisch specialisten;

overwegende dat deze generalisten bijdragen aan kwaliteit en doelmatigheid van de ziekenhuiszorg;

overwegende dat het College Geneeskundige Specialisten deze zomer de houtskoolschets van het specialismenlandschap 2035 publiceerde met als titel Generalisme als basis voor opleiding en beroepsuitoefening;

overwegende dat ook het Integraal Zorgakkoord (IZA) zich richt op transformatie van de medisch specialistische zorg;

verzoekt de regering om samen met de medische beroepsgroep synergie aan te brengen in deze ontwikkelingen en de positionering van medisch generalisten in het medisch specialistische domein te versterken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Tielen en Pouw-Verweij.

Zij krijgt nr. 358 (31016).

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Tielen. Dan geef ik het woord aan de heer Bushoff, PvdA.

De heer Bushoff (PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat iedereen in het geval van nood binnen 45 minuten met een ambulance bij een spoedeisendehulppost (SEH-post) moet kunnen zijn;

constaterende dat er daarmee een spreidingsnorm is van SEH-posten, maar zo'n norm niet bestaat voor ziekenhuizen;

van mening dat streekziekenhuizen essentieel zijn voor de leefbaarheid van een regio;

verzoekt de regering bij een herschikking van het ziekenhuislandschap vast te leggen dat alle bewoners uit het verzorgingsgebied binnen 45 minuten met het openbaar vervoer (ov) bij het streekziekenhuis moeten kunnen zijn;

en verzoekt de regering streekziekenhuizen die vanwege deze norm niet kunnen sluiten te financieren op basis van beschikbaarheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bushoff en Dijk.

Zij krijgt nr. 359 (31016).

De heer Bushoff (PvdA):
En dan de tweede motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bereikbaarheid onderdeel is van de zorgplicht van verzekeraars, doordat de verzekeraar zorg op een redelijke afstand van de woonplaats van de verzekerde moet aanbieden;

van mening dat "op een redelijke afstand" veel ruimte laat voor interpretatie en strakker gedefinieerd zou moeten worden;

van mening dat reistijd met het ov expliciet mee moet worden genomen in het oordeel over "een redelijk afstand";

verzoekt de regering om samen met de NZa de beleidsregels rond de zorgplicht zo aan te passen dat "op een redelijke afstand" strakker wordt gedefinieerd en reistijd met ov hier onderdeel van wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bushoff.

Zij krijgt nr. 360 (31016).

De heer Bushoff (PvdA):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bushoff. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van den Berg, CDA.

Mevrouw Van den Berg (CDA):
Dank u wel, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de zorg een substantiële bijdrage levert aan milieuvervuiling, onder andere door medicijnresten in het afvalwater;

van mening dat het goed zou zijn indien ziekenhuizen bij renovaties en/of nieuwbouw verplicht zijn een pharmafilter te installeren;

verzoekt de regering dit mee te nemen bij de wetgevingsverkenning door IenW op basis van de green deal en dit proces te bespoedigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van den Berg.

Zij krijgt nr. 361 (31016).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het grootste deel van de artsen die cosmetische ingrepen doen geen cosmetische opleiding heeft;

overwegende dat dit tot veel complicaties leidt, zoals het overvolle complicatie-spreekuur van Erasmus laat zien, en dat vele herstelingrepen wel verzekerde zorg zijn en de samenleving geld kosten;

overwegende dat de inspectie nu niet adequaat kan handhaven, omdat er geen kader bekwaamheidseisen cosmetisch arts is;

verzoekt de regering in een gesprek met NVCG en NVPC op te roepen om tot zo'n kader te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van den Berg.

Zij krijgt nr. 362 (31016).

Mevrouw Van den Berg (CDA):
Voorzitter. Dit was mijn allerlaatste debat. Ik vond het bijzonder eervol om volksvertegenwoordiger te mogen zijn en het publieke belang te mogen dienen. Dank aan alle collega's voor de samenwerking. Ik hoop natuurlijk dat de drie b's van beschikbare, bereikbare en betaalbare zorg op het netvlies blijven, ook voor toekomstige generaties.

Voorzitter, dank aan u en aan alle ondervoorzitters. Dank aan de minister. Dank aan alle collega's. Ook dank aan de Griffie, de ICT, de beveiliging, de bodes, de facilitaire dienst en het restaurantbedrijf en ook aan alle ambtenaren bij de ministeries. Alle goeds en veel besluitvaardigheid toegewenst!

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van den Berg.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Dan geef ik het woord aan mevrouw Agema, PVV. Vervolgens geef ik het woord aan mevrouw Den Haan.

Mevrouw Agema (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Ik ben door de jaren heen erg dol geraakt op mevrouw Van den Berg. Ik ga haar ook erg missen. Vanavond ben ik wat minder dol op mevrouw Van den Berg. Dat zal duidelijk worden met wat ik nu te zeggen heb.

In maart vorig jaar is hier een initiatiefnota van mij besproken om de acute ziekenhuiszorg uit de marktwerking te halen en te financieren op basis van een beschikbaarheidsbijdrage, zoals de ambulancedienst, en op basis van capaciteit en kwaliteit, om op die manier de streekziekenhuizen open te houden. Dat kost maar 380 miljoen euro. Ik kreeg geen steun van het CDA en de SP was afwezig. In juni en juli stemde het CDA ook nog tegen. Groot was dan ook mijn verbazing toen tijdens de APB er ineens een motie werd ingediend door Bontenbal en Marijnissen waarin mijn idee gewoon was gepikt.

Voorzitter. Ik denk dat ik dit maar gewoon moet scharen onder een kat in het nauw die rare sprongen maakt. Ik moet natuurlijk wel positief eindigen. Ik las in het merendeel van de verkiezingsprogramma's dat iedereen de acute ziekenhuiszorg uit de marktwerking wil halen en wil financieren op basis van een beschikbaarheidsbijdrage. Dat zou betekenen dat mijn motie van juli op basis van de peilingen van nu over een paar weken 108 stemmen vóór zou krijgen. De afgezwakte motie van iets meer beschikbaarheidsbijdrage hoef ik dus niet in te dienen. Ik zal precies dezelfde motie indienen die ik in juli indiende en ik verwacht dat de meerderheid van de partijen die straks wellicht worden gekozen deze belofte waarmaakt na de verkiezingen.

De motie luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering de acute ziekenhuiszorg uit de marktwerking te halen en te financieren op basis van een beschikbaarheidsbijdrage, zoals de ambulancedienst,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Agema.

Zij krijgt nr. 363 (31016).

Dank u wel, mevrouw Agema. Dan geef ik het woord aan mevrouw Den Haan, Fractie Den Haan.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb geen motie, maar ik vond het toch wel heel mooi om hier nog wat te zeggen, zoals een aantal collega's vandaag al heeft gedaan. Ik ben heel blij dat ik mag eindigen in deze samenstelling. Ik denk dat ik de afgelopen tweeënhalf jaar de meeste tijd heb doorgebracht met de onderwerpen van VWS. Ik heb dat met buitengewoon veel plezier en passie gedaan. Ik ga ook verder in de zorg; daar ben ik ook heel blij mee.

Ik wil vooral deze minister en de minister voor Langdurige Zorg dank zeggen voor toch heel veel goede plannen die er liggen. Ik heb het ook in het commissiedebat gezegd: we vergrijzen, de zorgkosten stijgen heel hard en dan is er moed en lef voor nodig om de discussie te starten over hoe we de zorg betaalbaar en houdbaar houden en ook toegankelijk voor de meest kwetsbaren. Dank daarvoor. Dat heeft u niet veel vriendelijkheid opgeleverd in de afgelopen periode, denk ik.

Dan wil ik ook al mijn collega's dank zeggen voor de buitengewoon prettige, inhoudelijke debatten die wij in deze commissie hebben gehad. Dat laat zien dat samenwerken en verbinding in de politiek echt kunnen. Daar ben ik ook heel trots op, trots op jullie.

Ik wil natuurlijk ook dank zeggen aan mijn team, want zonder team ben je als Kamerlid helemaal niets. Ook wil ik dank zeggen aan alle fantastische medewerkers hier in dit gebouw. Want werkelijk waar, ik heb nog nooit in mijn carrière mensen meegemaakt die met zo veel passie en liefde hun werk doen als in dit huis, het huis van de democratie, en zo ongelofelijk ondersteunend en servicegericht zijn. Dank jullie wel daarvoor. Jullie zijn echt fantastisch.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Dank u wel. Ik schors de vergadering voor een enkel moment, zodat de moties kunnen worden verspreid.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Ziekenhuiszorg. Het woord is aan de minister.


Termijn antwoord

Minister Kuipers:
Dank u wel, voorzitter. Ik kom gelijk bij de moties. De motie op stuk nr. 355 is een spreekt-uitmotie met een verzoek. Daarmee ontraad ik deze motie onder verwijzing naar het debat.

De motie op stuk nr. 356 ontraad ik eveneens. Ik heb de NZa advies gevraagd over een mogelijke bekostiging van spoedeisende hulp op basis van beschikbaarheid. Ik verwacht eind van het jaar een advies van de NZa over dit onderwerp. Dan heb ik ook meer inzicht in de voor- en nadelen van zo'n bekostiging. Het advies zal ik aan uw Kamer sturen. Het is aan mijn opvolger om mede op basis van dit advies beleidsmatige keuzes te maken.

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 357. Zoals tijdens het debat besproken hecht ik zeer aan goede zorg en toegankelijkheid en ook aan kwalitatief goede zorg in Parkstad als een regio, maar ook in geheel Nederland. Dat gezegd hebbende ontraad ik tegelijkertijd deze motie. Het is niet aan mij om een definitie te maken van wat een "volwaardig ziekenhuis" is en om iets te doen aan welke zorg het betreffende ziekenhuis op welke locatie levert, los van alle voorwaarden die daaraan gesteld zijn in een AMvB.

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 358. Als de motie mag worden opgevat als een uitnodiging om met de sector in gesprek te blijven over de ontwikkelingen rond het specialistenlandschap, waarbij de inzet op meer generalisten een belangrijk uitgangspunt is, dan wil ik deze gaarne oordeel Kamer geven.

De voorzitter:
Ik zie dat mevrouw Tielen knikt. Dit betekent dat de motie op stuk nr. 358 oordeel Kamer krijgt.

Minister Kuipers:
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 359, voorzitter. Die ontraad ik eveneens. Ik weet dat het een onderwerp is in het verkiezingsprogramma van de partij van de heer Bushoff, maar het is in de motie een mengeling van allerlei verschillende dingen door elkaar: een 45 minutennorm uit de acute zorg, het openbaar vervoer als aanrijtijd et cetera. Ik ontraad daarmee deze motie.

Voorzitter. De motie op stuk nr. 360 ontraad ik eveneens. De motie is juridisch niet uitvoerbaar. Beleidsregels moeten volgen op wettelijke kaders en veldnormen. De NZa heeft niet de ruimte om zelf deze normen aan te passen. Daarbij is het zo dat "een redelijke afstand" afhankelijk is van het zorgtype. Dus ook het veel nauwer definiëren zou buitengewoon complex zijn.

De motie op stuk nr. 361 geef ik oordeel Kamer.

Hetzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 362.

De motie op stuk nr. 363 ontraad ik, met een verwijzing naar het debat.

De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
We gaan later stemmen over de ingediende moties. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we over naar een ander debat, namelijk het debat over maatschappelijke diensttijd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Maatschappelijke diensttijd

Maatschappelijke diensttijd

Aan de orde is het tweeminutendebat Maatschappelijke diensttijd (CD d.d. 25/10).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Maatschappelijke diensttijd. Ik heet de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van harte welkom, net als de woordvoerders in de zaal. Ik geef meteen het woord aan de heer Krul, die zal spreken namens het CDA.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Dit is alweer het allerlaatste debat van deze avond, maar wel een heel belangrijk debat, namelijk over de maatschappelijke diensttijd, een geweldig project, dat de sociale cohesie versterkt en kans draagt dat jongeren zich kunnen ontplooien. Daarover hebben wij één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de maatschappelijke diensttijd een groot succes is;

overwegende dat het goed is om te kijken hoe we ernaar toe kunnen werken dat alle jongeren zich voor een deel van hun tijd vrijwillig in kunnen zetten voor de samenleving; dat kan bij defensie, in de zorg of bij maatschappelijke organisaties, zoals verenigingen;

constaterende dat in Zweden een model voor dienstplicht bestaat waarbij iedereen wordt opgeroepen en geacht wordt te reageren en daarna een selectie volgt waardoor niet alle jongeren de dienstplicht daadwerkelijk vervullen;

van mening dat een Zweeds model zich ook kan lenen om ervoor te zorgen dat alle jongeren in aanraking komen met de maatschappelijke diensttijd;

verzoekt de regering samen met jongeren te onderzoeken hoe elementen uit het Zweeds model voor maatschappelijke diensttijd van toegevoegde waarde kunnen zijn om ervoor te zorgen dat alle jongeren zich voor een deel van hun tijd vrijwillig in kunnen zetten voor de samenleving,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Krul, Drost, Pouw-Verweij en Bisschop.

Zij krijgt nr. 24 (35034).

De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Rest mij alleen nog een compliment te maken aan de geweldige organisatie van de Kamer. Het was echt fantastisch om vandaag zo veel mensen zo bevlogen aan het werk te zien. Ik wens iedereen nog een spoedige ochtend toe, want dat is het inmiddels.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Krul. Dan geef ik het woord aan de heer Drost, ChristenUnie.

De heer Drost (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. De maatschappelijke diensttijd is iets wat de ChristenUnie aan het hart gaat, dus ik heb een aantal moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit de onderzoeksrapportage 2022 blijkt dat de maatschappelijke diensttijd succesvol is in het bereiken van zijn doelen, namelijk dat jongeren hun talenten ontwikkelen, iets doen voor de ander en andere mensen ontmoeten;

constaterende dat de overheid komende jaren blijft investeren in de maatschappelijke diensttijd en zo blijft investeren in de jongeren als een generatie van hoop die zich inzet voor de samenleving;

overwegende dat mdt ook een middel bij uitstek is om kansengelijkheid te vergroten en het daarvoor van belang is dat alle jongeren worden bereikt, ook groepen die vatbaarder zijn voor kansenongelijkheid, zoals jongeren met een hoge kans op schooluitval, met schulden of die te maken hebben met armoede;

overwegende dat het verhogen van kansengelijkheid om een lange adem vraagt en langdurige samenwerking met gemeenten en onderwijs daarvoor cruciaal is;

overwegende dat er onder gemeenten een uniform gedragen beeld over mdt ontbreekt;

verzoekt de regering om in overleg met onderwijs en gemeenten te verkennen op welke manieren mdt nog beter kan aansluiten op bestaand beleid en daarmee kan worden ingezet om de kansengelijkheid te verhogen en zo veel mogelijk jongeren te bereiken, waarbij in de verkenning ook de voorspelbaarheid van financiering wordt meegenomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Drost, Krul en Pouw-Verweij.

Zij krijgt nr. 25 (35034).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de salarissen onder de cao sociaal werk per 1 juli 2023 met 7% zijn gestegen, ze per 1 januari 2024 met 4% stijgen en per 1 juli 2024 wederom met 4%;

overwegende dat mdt-aanbieders op deze manier te maken hebben met hogere kosten door het aanbieden van mdt-trajecten zonder dat de subsidie daarop is ingesteld;

verzoekt de regering om in overleg met mdt-aanbieders in kaart te brengen of de toegenomen personeelskosten vanwege de afspraken van de cao sociaal werk 2023-2025 zorgen voor knelpunten bij de organisaties die deelnemen aan lopende projecten, en de Kamer hierover te informeren in de eerstvolgende voortgangsrapportage,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Drost en Krul.

Zij krijgt nr. 26 (35034).

De heer Drost (ChristenUnie):
En dan de laatste, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in regeling 5a (2022) de inspanningssubsidie voor mdt-partners een prestatiesubsidie is geworden;

constaterende dat in regeling MDT 2023 de hele subsidie wordt uitgekeerd als 85% van de trajecten is afgerond;

overwegende dat mdt-aanbieders aangeven dat de systematiek van regeling 5a zorgt voor druk op organisaties en jongeren en samenwerking in de weg staat, wat negatieve gevolgen heeft voor zowel mdt-partners als jongeren;

overwegende dat het juist van groot belang is dat er wordt samengewerkt en dat zo veel mogelijk jongeren met mdt kennis moeten kunnen maken, zowel jongeren met een hoger uitvalrisico als jongeren waarvan al bij voorbaat zeker is dat ze het traject zullen voltooien;

verzoekt de regering om, net als in regeling MDT 2023, in subsidieronde 5a subsidie voor niet-afgeronde trajecten te verstrekken als minstens 85% van de voorgenomen trajecten bij een project wel is afgerond;

verzoekt de regering om te onderzoeken onder welke voorwaarden van prestatiesubsidies de druk bij mdt-partners wordt geminimaliseerd en samenwerking tussen mdt-partners wordt gestimuleerd, en de uitkomsten hiervan bij nieuwe rondes mee te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Drost en Krul.

Zij krijgt nr. 27 (35034).

Dank u wel, meneer Drost.

De heer Drost (ChristenUnie):
Voorzitter. Mag ik u hartelijk danken voor al uw werk, net als iedereen die daarachter staat en daaromheen staat.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Drost. Het is dat dit het laatste debat is, want qua tijd … Ik geef het woord aan mevrouw Pouw-Verweij, BBB.

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Mijn fractievoorzitter heeft eerder vanavond een vrij stevig statement gemaakt, waar ik het overigens inhoudelijk helemaal mee eens ben. Maar goed, vervolgens moest ik over de gang naar haar kamer om te zeggen dat ik toch wel heel erg graag in het allerlaatste debat van de avond één motie zou willen indienen. Na haar uitgelegd te hebben hoe bereidwillig de minister zich al opgesteld had en hoe fijn het zou zijn als we dit belangrijke punt uit ons verkiezingsprogramma vast op zouden kunnen starten voordat we zelf, hopelijk, mee mogen draaien aan de knoppen in een volgende coalitie, zei ze: nou, oké, eentje dan. Dus bij dezen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het programma Op missie met Defensie een mooi project is om jongeren kennis te laten maken met Defensie;

overwegende dat een dienstrecht Defensie nauw kan verbinden met datgene wat het beschermt: onze samenleving in het algemeen en onze opgroeiende generatie in het bijzonder;

verzoekt het kabinet te onderzoeken hoe MDT Missie kan worden uitgebouwd met een dienstrecht, en de Kamer hierover voor het zomerreces van 2024 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Pouw-Verweij, Bisschop, Krul en Drost.

Zij krijgt nr. 28 (35034).

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
Dank u wel. U, en alle ondersteuning op deze lange avond, heel erg bedankt.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Pouw-Verweij. Dan geef ik het woord aan mevrouw Westerveld. Zij zal spreken namens de fractie GroenLinks-PvdA, want vanaf vandaag vormen GroenLinks en PvdA één fractie. Gefeliciteerd daarmee. Gaat uw gang.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Dank, voorzitter. Ik ben dol op jongereninspraak. Dat doet het ministerie van OCW goed met een beurzenregeling en met subsidiëring van jongerenorganisaties. Maar ik vind dat we álle jongeren in Nederland zouden moeten horen, en dan wringt het weleens, want juist jongeren die bijvoorbeeld jongeren vertegenwoordigen die in de jeugdzorg of de gehandicaptenzorg zitten of dakloos zijn, hebben eigenlijk niet zo'n regeling. Daar gaat mijn motie over.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet "om jongeren in staat te stellen een bijdrage te leveren aan de samenleving" een bedrag oplopend tot 200 miljoen euro per jaar beschikbaar stelt voor de maatschappelijke diensttijd;

overwegende dat Nederland al tientallen jongerenorganisaties kent die een belangrijke bijdrage leveren aan de samenleving;

overwegende dat in beleid en debat veel minder aandacht is voor jongeren met minder kansen of jongeren die niet studeren en zij ook vrijwel niet gerepresenteerd worden in besturen van landelijke belangen- of politieke jongerenorganisaties;

verzoekt de regering om samen met de jongerenorganisaties die momenteel een beurs krijgen, in gesprek te gaan over in hoeverre de huidige beurzen en faciliteiten toereikend zijn om bestuursfuncties toegankelijk te maken voor jongeren met diverse achtergronden en opleidingsniveaus;

verzoekt tevens jongerenorganisaties die belangen vertegenwoordigen van jongeren in de jeugdzorg en jongeren met een beperking beter te faciliteren, en de Kamer te informeren over de uitkomst van deze gesprekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Westerveld en Drost.

Zij krijgt nr. 29 (35034).

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Ik zie dat er nog een klein spelfoutje in staat.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Westerveld.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. Het is laat, voor ons allemaal.

De voorzitter:
Zo is dat. En het is op tijd gecorrigeerd. Ik schors de vergadering voor een enkel moment, zodat de moties verspreid kunnen worden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Maatschappelijke diensttijd. Ik geef het woord aan de minister.


Termijn antwoord

Minister Paul:
Dank, voorzitter. We hadden gisteren een mooi debat. Fijn om nu de ingediende moties te kunnen behandelen.

De eerste motie, op stuk nr. 24, van de heer Krul lijkt me heel zinvol. Het lijkt me zinvol om te onderzoeken hoe de elementen van het Zweedse model van toegevoegde waarde kunnen zijn voor de maatschappelijke diensttijd. Ik ben blij met de expliciete oproep van de heer Krul om jongeren hierbij te betrekken. Dit past ook geheel in de werkwijze van de maatschappelijke diensttijd. Daarmee geef ik de motie oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 25 geef ik ook oordeel Kamer, omdat ik denk dat de mdt een belangrijke rol kan spelen in het versterken van kansengelijkheid. In de praktijk zijn heel veel trajecten hier al op gericht. Ik vind het wel belangrijk om aan te tekenen dat de mdt zich echt richt op álle jongeren. Het is van grote waarde voor alle jongeren, of je je nou in een kwetsbare positie bevindt of dat het je voor de wind gaat. Mdt kan heel veel toegevoegde waarde bieden voor al die groepen. Met die kanttekening geef ik deze motie oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 26 ging over eventuele knelpunten in de loonkosten. Ik kan de heer Drost verzekeren dat ik doorlopend in gesprek ben met mdt-aanbieders. Dit gespreksonderwerp kan ik daar uiteraard expliciet in meenemen. In de volgende voortgangsrapportage zal ik mijn bevindingen met uw Kamer delen. Die voortgangsrapportage zal de Kamer voor het zomerreces van 2024 ontvangen. Wel zeg ik in het bijzonder in de richting van de heer Drost dat ik geen valse verwachtingen wil scheppen. Indexatie van lopende subsidieregelingen is namelijk niet gebruikelijk. Dit moet nadrukkelijk worden opgenomen in de subsidieregeling. Dat is hier niet het geval. Daarbij geldt ook dat ik de middelen voor een eventuele indexatie zou moeten vinden binnen mijn eigen begroting. Dit betekent dat ik op iets anders zou moeten bezuinigen. Bezuinigen op onderwijs is niet iets wat ik in eerste instantie voor ogen heb. Met deze kanttekeningen kan ik de motie oordeel Kamer geven.

Dan gaan we door naar de motie op stuk nr. 27. Op dit moment is een staffel van toepassing op subsidieregeling 5a op basis waarvan wordt bepaald welk bedrag wordt teruggevorderd indien een traject niet wordt afgerond. Onder andere omdat de administratie erg arbeidsintensief is, zowel voor mdt-partners als voor de subsidie-uitvoerder, is in de subsidieregeling voor 2023 de berekening voor de vergoeding voor niet-afgeronde trajecten vereenvoudigd. Dat komt erop neer dat er geen terugvordering van de subsidiemiddelen plaatsvindt indien minimaal 85% van de trajecten is afgerond. Om dat ook voor de regeling 5a te bewerkstelligen, is inmiddels het wijzigingsproces opgestart. Ik zie de motie daarom als een aanmoediging om daarmee door te gaan en kan die oordeel Kamer geven.

Dan de motie op stuk nr. 28 van mevrouw Pouw-Verweij, over het onderzoeken van de uitbouw van MDT Missie. Ik ga met Defensie in gesprek om te onderzoeken hoe MDT Missie verder kan worden uitgebouwd en of en hoe een dienstrecht daarin past. Ik zal mijn bevindingen voor het zomerreces van 2024 met uw Kamer delen. Daarmee krijgt de motie oordeel Kamer.

Tot slot de motie van mevrouw Westerveld op stuk nr. 29, over jongerenorganisaties. Ik begrijp de zorg van mevrouw Westerveld heel goed. Ik zie wel dat deze oproep breder is dan alleen het domein van OCW. Ik kan en zal met mijn collega's in gesprek gaan om te kijken hoe we hier ieder vanuit onze eigen verantwoordelijkheid stappen in kunnen zetten. Hiermee geef ik de motie oordeel Kamer.

De voorzitter:
Dank u zeer. Ik zie nog een vraag van mevrouw Kat, D66.

Mevrouw Kat (D66):
Dank voor de appreciatie van de motie op stuk nr. 28, maar in dat dictum staat juist "verzoekt het kabinet te onderzoeken hoe MDT Missie kan worden uitgebouwd", dus niet "of" maar "hoe". Dat vind ik wel een belangrijke nuance. Ik snap dan de appreciatie niet.

Minister Paul:
Mevrouw Kat heeft helemaal gelijk. Ik heb op de een of andere manier voorzichtigheidshalve dat "of" ingebouwd, maar dat stond zelfs niet in mijn tekst. Het is dus terecht dat u mij daarop wijst. Het oordeel blijft oordeel Kamer.

De voorzitter:
Maar wel met die interpretatie.

Minister Paul:
Ja.

De voorzitter:
Oké.

Dank u zeer. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Dit was het laatste tweeminutendebat voor het verkiezingsreces. We gaan over een uur stemmen.

De vergadering wordt van 0.18 uur tot 1.20 uur geschorst.

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

De voorzitter:
Aan de orde zijn de stemmingen, maar voordat we gaan stemmen, geef ik eerst het woord aan mevrouw Belhaj. Mevrouw Belhaj, volgens mij wilde u nog iets melden. Ja?

Mevrouw Belhaj (D66):
Ja, voorzitter. Het gaat om de motie-Belhaj c.s. over enorme waardering uitspreken voor alle betrokkenen bij de evacuatie van Kaboel. Ik heb zo veel mogelijk collega's geprobeerd te appen. Mevrouw Simons wil ook graag toegevoegd worden onder de motie.

De voorzitter:
Het is een toevoeging.

Mevrouw Belhaj (D66):
Wil de PVV dat ook?

De voorzitter:
Dit maakt volgens mij niet zo heel veel uit.

Mevrouw Belhaj (D66):
Als de PVV ook wil meedoen, zou dat heel mooi zijn, want anders zijn ze een van de weinige fracties die niet hun waardering willen uitspreken.

De voorzitter:
Volgens mij is dit prima.

We gaan van start. Het is best een complexe lijst met amendementen.

Ah, kijk, er staan nog twee Kamerleden bij de interruptiemicrofoon. Gaat u het tegelijk doen? Graag in stereo!

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik denk dat de heer Wilders hetzelfde wil zeggen als ik, maar dat zullen we zo meteen zien.

De voorzitter:
Ja. Gaat uw gang.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik vraag me af of de Kamer of u als Kamervoorzitter nog even iets wil zeggen over de verschrikkelijke geweldpleging tegen een van onze collega's in België vanavond, de heer Baudet. U kunt het hier allemaal fundamenteel oneens zijn met partijen of Kamerleden. Dat mag hier allemaal. Maar wat er vanavond gebeurd is, is gewoon een heel ernstig feit tegen een volksvertegenwoordiger.

De voorzitter:
Absoluut.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik vraag me af of u daar iets over wilt zeggen.

De voorzitter:
Ik heb het gedaan tijdens een tweeminutendebat, maar ik wil er straks ook nog even aandacht aan besteden in mijn afscheidsspeech, als u dat goedvindt.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Top. Ik was daar niet bij en ik heb dat ook niet gezien, maar: mooi.

De voorzitter:
Ja. Het wordt ook gewaardeerd wat u zegt.

Meneer Wilders.

De heer Wilders (PVV):
Ik ben dat enorm met mijn collega eens. Ik zal dat niet herhalen, maar ik zal toch ook wat goed nieuws willen vertellen. Er zijn vandaag namelijk twee collega's tegelijk jarig, die allebei zijn geboren op 27 oktober 1977. Ik zou ze, als dat mag, allebei willen feliciteren. Eén is mevrouw Attje Kuiken: gefeliciteerd.

(Geroffel op de bankjes)

De heer Wilders (PVV):
Ja, ik kan er niks aan doen. De andere jarige is mijn collega Gidi Markuszower; ook voor hem graag.

De voorzitter:
Het is misschien een beetje vervelend om te zeggen, maar dit stond ook in mijn speech.

(Hilariteit)

De voorzitter:
Maakt niet uit! Goed nieuws mag twee keer verteld worden. Is er nog meer? Nee. Dan gaan we nu stemmen.

Stemmingen

Stemmingen


Stemmingen moties Afrikastrategie

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Afrikastrategie,

te weten:

  • de motie-Amhaouch over de ontwikkeling van onderwijs- en beroepsbevolkingsprogramma’s ook in de kortetermijnprioriteiten opnemen (29237, nr. 190);
  • de motie-Eppink over de toestand rond de veiligheid van commerciële boeren aan de orde stellen in de dialoog met de regering van Zuid-Afrika (29237, nr. 191);
  • de motie-Klink over bij nieuwe partnerschappen afspraken maken over economische ontwikkeling in Afrika (29237, nr. 192);
  • de motie-Klink over in Europa inzetten op een meer proactieve Global Gatewaybenadering om met Nederlandse publieke en private kennis en kunde meer ontwikkelingsimpact te bereiken (29237, nr. 193);
  • de motie-Hammelburg over trekker worden van een diplomatiek offensief opdat de onderhandelingen slagen en het klimaatschadefonds tot stand komt (29237, nr. 194);
  • de motie-Thijssen over het formuleren van beleid over hoe stakeholders als ngo’s en vakbonden betrokken worden bij de totstandkoming en monitoring van strategische partnerschappen (29237, nr. 195);
  • de motie-Thijssen/Amhaouch over in kaart brengen waar Nederlandse voedselexport de voedselproductie en bijbehorende lokale marktwerking van kleinschalige boeren en boerinnen in derde landen in de weg zit (29237, nr. 196);
  • de motie-Van der Graaf over het regeringsbeleid onderzoeken op incoherentie op met name de thema’s landbouw en klimaat (29237, nr. 197);
  • de motie-Van der Graaf over bij de transpositie van de EU-richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid een grondige impacttoets uitvoeren (29237, nr. 198).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:
De motie-Van der Graaf (29237, nr. 197) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) in haar briefadvies over de urgentie van een Afrikastrategie adviseert het eigen beleid te screenen op incoherentie, daarbij prioriteit te geven aan incoherenties op het terrein van landbouw en van klimaat;

verzoekt de regering het regeringsbeleid te onderzoeken op incoherentie, met name op de thema's landbouw en klimaat;

verzoekt de regering tevens de resultaten van dit onderzoek te bespreken met Afrikaanse partners;

verzoekt de regering bovendien de gevonden incoherenties in zowel Nederlands als Europees beleid te adresseren en een langere termijn coherentie-agenda te formuleren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 199, was nr. 197 (29237).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Amhaouch (29237, nr. 190).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Eppink (29237, nr. 191).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA en de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Klink (29237, nr. 192).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de PvdD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Klink (29237, nr. 193).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, de PvdD, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hammelburg (29237, nr. 194).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Thijssen (29237, nr. 195).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Thijssen/Amhaouch (29237, nr. 196).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Graaf (29237, nr. 199, was nr. 197).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en de SGP voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Graaf (29237, nr. 198).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Acute situatie in Marokko en Libië

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Acute situatie in Marokko en Libië,

te weten:

  • de motie-Hammelburg over zo snel mogelijk in overleg treden over wat er nog nodig is zodat de bewoners van de getroffen gebieden de winter doorkomen (36180, nr. 79);
  • de motie-Kuzu/Van Baarle over onderzoeken hoe Nederland Marokko kan helpen om mensen zo snel mogelijk van een warm onderkomen te voorzien (36180, nr. 80);
  • de motie-Kuzu/Van Baarle over een vast loket oprichten dat bij natuurrampen private initiatieven kan coördineren (36180, nr. 81).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Hammelburg (36180, nr. 79).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de SGP en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Kuzu/Van Baarle (36180, nr. 80).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, SGP en BBB ...

Even kijken. We doen deze even overnieuw. We kunnen de uitslag nog niet vaststellen.

In stemming komt de motie-Kuzu/Van Baarle (36180, nr. 80).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Kuzu/Van Baarle (36180, nr. 81).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen moties Beleidscoherentie voor ontwikkeling

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Beleidscoherentie voor ontwikkeling,

te weten:

  • de motie-Hammelburg over de input van het lokale maatschappelijk middenveld laten meewegen bij het bepalen van de reactie van Nederland in gevallen van grove mensenrechtenschendingen (36180, nr. 82);
  • de motie-Jasper van Dijk over uitspreken dat de VN de aangewezen plek is voor mondiale belastingvraagstukken (36180, nr. 83);
  • de motie-Van der Graaf over de sociale dimensie uitwerken tot een apart subdoel met indicatoren binnen het Actieplan beleidscoherentie (36180, nr. 84);
  • de motie-Van der Graaf over de analyse van het Nationaal Contactpunt OESO-richtlijnen delen met de onderhandelaars van de Europese Commissie, de Europese Raad en het Europees Parlement in de triloog (36180, nr. 85);
  • de motie-Klink over meten in welke mate de Nederlandse agrofoodsector bijdraagt aan duurzame ontwikkeling van voedsel- en voedingszekerheid in ontwikkelingslanden (36180, nr. 86);
  • de motie-Thijssen over de doelstelling om in het komende jaar in ieder geval tien plekken te stijgen in de Spillover Index (36180, nr. 87);
  • de motie-Thijssen over inzichtelijker maken of de SDG-toets daadwerkelijk wordt toegepast (36180, nr. 88).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Hammelburg (36180, nr. 82).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Jasper van Dijk (36180, nr. 83).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, de PvdA en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Graaf (36180, nr. 84).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Graaf (36180, nr. 85).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Klink (36180, nr. 86).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, BIJ1, de PvdD, JA21, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Thijssen (36180, nr. 87).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Thijssen (36180, nr. 88).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemming Wijziging begroting Justitie en Veiligheid 2023

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota) (36435-VI).

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, DENK, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.

De fracties van PVV en JA21 wordt aantekening verleend dat zij geacht wensen te worden tegen artikel 37 van de begrotingsstaat te hebben gestemd.


Stemming Wijziging begroting Economische Zaken en Klimaat 2023

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota) (36435-XIII).

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.

De fractie van JA21 wordt aantekening verleend dat zij geacht wenst te worden tegen artikel 4 van de begrotingsstaat te hebben gestemd.


Stemmingen Wijziging begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2023

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota) (36435-XV).

De voorzitter:
Mag ik iets meer stilte in de zaal, want het gaat nu over de amendementen. We weten allemaal wat er kan gebeuren.

In stemming komt het amendement-Ceder c.s. (stuk nr. 6).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, JA21, de PVV en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-De Kort c.s. (stuk nr. 5).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van het amendement-Ceder c.s. (stuk nr. 6) en het amendement-De Kort c.s. (stuk nr. 5).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de PvdD, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen Wijziging begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2023

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota) (36435-XVII).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt het gewijzigde amendement-Hammelburg c.s. (stuk nr. 14, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt en de ChristenUnie voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 14 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Grinwis c.s. (stuk nr. 15).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor dit nader gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van het nader gewijzigde amendement-Grinwis c.s. (stuk nr. 15).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, DENK, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen moties Wijziging begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2023

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota),

te weten:

  • de motie-Thijssen over de bekostiging van de vaste capaciteit van 41.000 plekken niet dekken uit het ODA-plafond (36435-XVII, nr. 8);
  • de motie-Thijssen over de financiële steun voor humanitaire hulp voor het overgrote deel uit additionele middelen financieren (36435-XVII, nr. 9);
  • de motie-Thijssen c.s. over het uitstellen van een beslissing over het verstrekken van een exportkredietverzekering aan TotalEnergies (36435-XVII, nr. 10);
  • de motie-Thijssen/Van den Brink over het langjarig maximeren van de toerekening van eerstejaarsopvangkosten aan ODA-middelen (36435-XVII, nr. 11).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Thijssen (36435-XVII, nr. 8).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Thijssen (36435-XVII, nr. 9).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Thijssen c.s. (36435-XVII, nr. 10).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Thijssen/Van den Brink (36435-XVII, nr. 11).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

De heer Thijssen, PvdA.

De heer Thijssen (PvdA):
Dank, voorzitter. De motie op stuk nr. 10 is aangenomen. Daar wordt volgende week vrijdag een besluit over genomen in de ministerraad, dus ik zou graag binnen een week een reactie willen van de regering hoe het die motie gaat uitvoeren.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Thijssen. We zullen dit doorgeleiden richting het kabinet.


Stemming Wijziging begrotingsstaten samenhangende met de Miljoenennota 2023

Aan de orde is de stemming over wijziging van de begrotingsstaten samenhangende met de Miljoenennota (2023).

De voorzitter:
Ik stel voor de Kamerstukken 36435, hoofdstukken I, IIA, IIB, IV, V, VII, VIII tot en met X, XIV en XVI en de fondsen A, B, C, J, K en L zonder stemming aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.


Stemmingen moties Hersteloperatie kinderopvangtoeslag

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag,

te weten:

  • de motie-Temmink over juridische toetsing bij de civiele rechter na sluiting van een vaststellingsovereenkomst in de alternatieve aanvullende schaderoute (31066, nr. 1304);
  • de motie-Temmink over de DUO-schulden van personen die onder de kindregeling vallen niet meer categorisch uitsluiten (31066, nr. 1305);
  • de motie-Temmink over de aanmeldingsdeadline van 31 december 2023 voor gedupeerde ouders in het toeslagenschandaal schrappen (31066, nr. 1306);
  • de motie-Temmink over uitspreken dat het niet willen herstellen van het ongekend onrecht heeft geleid tot nieuw aangedaan onrecht (31066, nr. 1307);
  • de motie-Kat c.s. over onderzoek door het CBS naar de mate waarin de studieschuld van gedupeerde jongeren verschilt van die van andere jongeren met vergelijkbare achtergrondkenmerken (31066, nr. 1308);
  • de motie-Kat c.s. over de verkenning naar laagdrempelige mogelijkheden voor financieel advies en ondersteuning aan jongeren zo snel mogelijk afronden (31066, nr. 1309);
  • de motie-Kat c.s. over gemeenten de ruimte bieden om gedupeerde jongeren te ondersteunen die na een schuldhulpverleningstraject een niet-saneerbare restschuld houden (31066, nr. 1310);
  • de motie-Inge van Dijk/Temmink over het verhaal van ouders waaraan geen compleet dossier verstrekt kan worden, als uitgangspunt nemen voor het vergoeden van de geleden schade (31066, nr. 1311);
  • de motie-Inge van Dijk/Temmink over binnen zes maanden de capaciteit bij de Commissie Werkelijke Schade opschalen naar vijftien dossiers per week (31066, nr. 1312).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Temmink (31066, nr. 1304).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, de VVD en JA21 ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Temmink (31066, nr. 1305).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD en JA21 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Temmink (31066, nr. 1306).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, het CDA, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en JA21 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Temmink (31066, nr. 1307).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Volt, DENK, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Kat c.s. (31066, nr. 1308).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Kat c.s. (31066, nr. 1309).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Kat c.s. (31066, nr. 1310).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, JA21, Groep Van Haga en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Inge van Dijk/Temmink (31066, nr. 1311).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de VVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Inge van Dijk/Temmink (31066, nr. 1312).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Temmink.

Mevrouw Temmink (SP):
Voorzitter. Zowel de motie op stuk nr. 1305 als de motie op stuk nr. 1306 werden ontraden, maar zijn wel aangenomen. Ik hoor graag binnen twee weken van het kabinet hoe het die ouders wil gaan helpen.

De voorzitter:
Dank u wel. We zullen dit doorgeleiden richting het kabinet. Mevrouw Kat, D66.

Mevrouw Kat (D66):
Dank u wel, voorzitter. Ook de motie op stuk nr. 1310 is ontraden door de regering. Ik wil graag weten hoe de staatssecretaris deze motie wenst uit te voeren.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Kat. Ook dit zullen we doorgeleiden richting het kabinet.


Stemmingen moties Eurogroep en Ecofin-Raad 16 en 17 oktober 2023, vervroegde aflossing GLF en jaarrapportage HVF

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Eurogroep en Ecofin-Raad 16 en 17 oktober 2023, vervroegde aflossing GLF en jaarrapportage HVF,

te weten:

  • de motie-Van Dijck over niet instemmen met BEFIT en dat ook onomwonden kenbaar maken aan de Europese Commissie (21507-07, nr. 1981);
  • de motie-Van Dijck over niet instemmen met een verdergaande collectieve schulduitgifte in EU-verband (21507-07, nr. 1982);
  • de motie-Van Dijck over niet instemmen met de invoering van de digitale euro (21507-07, nr. 1983).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Van Dijck (21507-07, nr. 1981).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdD, de VVD, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en het CDA ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Dijck (21507-07, nr. 1982).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, D66 en het CDA ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Dijck (21507-07, nr. 1983).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen moties Circulaire economie

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Circulaire economie,

te weten:

  • de motie-Van Esch/Hagen over zorgen voor meer innamepunten waar consumenten hun betaalde statiegeld kunnen terugkrijgen (32852, nr. 273);
  • de motie-Van Esch/Hagen over een innameplicht voor winkels die statiegeldverpakkingen verkopen (32852, nr. 274);
  • de motie-Van Esch/Hagen over het statiegeld op blikjes en kleine plastic flesjes verhogen naar 25 cent (32852, nr. 275);
  • de motie-Van Esch/Hagen over statiegeld op drankenkartons en waar nodig op andere to-go-verpakkingen (32852, nr. 276);
  • de motie-Van Esch c.s. over de wettelijke uitzondering op het verbod op wegwerpplastic schrappen (32852, nr. 277);
  • de motie-Haverkort c.s. over onder voorwaarden ruimte bieden voor eenmalig gebruik van papieren bekers en bakjes (32852, nr. 278);
  • de motie-Haverkort c.s. over de door het EP voorgestelde brede definitie voor hoogwaardige recycling opnemen in het eerste Circulair Materialenplan (32852, nr. 279);
  • de motie-Krul over bij de verbetervoorstellen voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid verkennen hoe het Rijk of een onafhankelijke partij een meer centrale regierol kan spelen (32852, nr. 280);
  • de motie-Hagen/Van der Laan over onderzoek naar de mogelijkheid om wegwerp-e-sigaretten te verbieden (32852, nr. 281);
  • de motie-Hagen over een publiekscampagne om consumenten te wijzen op hun wettelijke garantierecht (32852, nr. 282);
  • de motie-De Hoop over zich op Europees niveau inzetten voor een verbod op de export van plastic afval buiten de EU (32852, nr. 283).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Van Esch/Hagen (32852, nr. 273).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Esch/Hagen (32852, nr. 274).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Esch/Hagen (32852, nr. 275).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, DENK, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Esch/Hagen (32852, nr. 276).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Esch c.s. (32852, nr. 277).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Haverkort c.s. (32852, nr. 278).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt en de ChristenUnie ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Haverkort c.s. (32852, nr. 279).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt en de ChristenUnie ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Krul (32852, nr. 280).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hagen/Van der Laan (32852, nr. 281).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hagen (32852, nr. 282).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-De Hoop (32852, nr. 283).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

Mevrouw Van Esch, Partij voor de Dieren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Dank u, voorzitter. Mijn motie op stuk nr. 273 is zojuist aangenomen. Het kabinet had deze motie ontraden. Ik ontvang graag spoedig een brief over hoe deze motie zo spoedig mogelijk kan worden uitgevoerd, want de zorgen zijn groot.

De voorzitter:
Dank u zeer. We zullen dit doorgeleiden richting kabinet. De heer Haverkort, VVD.

De heer Haverkort (VVD):
Voorzitter, dank u wel. Het zal u niet verbazen, maar mijn moties op de stukken nrs. 278 en 279 waren eveneens ontraden en zijn toch aangenomen door deze Kamer. Dat is een verstandig besluit. Ik hoor heel graag binnen twee weken van het kabinet hoe het die gaat uitvoeren.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Haverkort. We gaan dit doorgeleiden richting kabinet.


Stemmingen moties Externe veiligheid

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Externe veiligheid,

te weten:

  • de motie-Hagen over alle mogelijkheden in kaart brengen om de productie van pfas in Dordrecht uiterlijk in 2025 te stoppen (22343, nr. 374);
  • de motie-Hagen over het overnemen van de aanbevelingen van de ILT over verbetering van het VTH-stelsel op de BES-eilanden (22343, nr. 375);
  • de motie-Van Esch c.s. over structureel cameratoezicht bij Tata Steel en voldoende budget voor de omgevingsdienst om snel te handelen op basis van de camerabeelden (22343, nr. 376);
  • de motie-Van Esch over structureel meer budget voor omgevingsdiensten voor verbetering van het VTH-stelsel (22343, nr. 377);
  • de motie-Van der Graaf over in gesprek gaan met de GGD Zuid-Holland Zuid over gerichte ondersteuning bij gezondheidsvragen van omwonenden van Chemours (22343, nr. 378);
  • de motie-Van der Graaf over invulling geven aan het voorzorgsbeginsel door bij de emissie van potentieel zeer zorgwekkende stoffen uit te gaan van omgekeerde bewijslast (22343, nr. 379);
  • de motie-Van der Graaf over de regiefunctie in het VTH-domein breder invulling geven door de omgevingsdiensten beter te ondersteunen (22343, nr. 380);
  • de motie-Van der Graaf over het voorzorgsprincipe en de aansprakelijkheid van het bedrijfsleven verwerken in de kabinetsreactie op het OVV-rapport Industrie en omwonenden (22343, nr. 381);
  • de motie-Klaver over erop toezien dat Rijkswaterstaat de watervergunning van Chemours Dordrecht aanscherpt of zo nodig intrekt om de maatschappelijke functies van het water te herstellen (22343, nr. 382);
  • de motie-Klaver over het in kaart brengen van de risico's van bodemvervuiling door pfas voor de drinkwatervoorziening in de omgeving van Chemours Dordrecht (22343, nr. 383).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Hagen (22343, nr. 374).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hagen (22343, nr. 375).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, Groep Van Haga en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, het CDA, JA21, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Esch c.s. (22343, nr. 376).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Esch (22343, nr. 377).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Graaf (22343, nr. 378).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de SGP ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Graaf (22343, nr. 379).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Graaf (22343, nr. 380).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Graaf (22343, nr. 381).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21 en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Klaver (22343, nr. 382).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, JA21 en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Klaver (22343, nr. 383).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

Dan gaan we naar 11: moties ingediend bij het tweeminutendebat Literatuurverkenning RIVM polyacrylamide. Laat me het alsjeblieft niet nog een keer zeggen. De heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):
Nu achterstevoren, als dat zou kunnen. Nee, hoor, voorzitter. Deze beide moties waren ontraden. Ik zou graag voor volgende week donderdag een brief van de staatssecretaris willen over op welke wijze ze worden uitgevoerd.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Klaver. We gaan dit doorgeleiden richting het kabinet.


Stemming motie Literatuurverkenning RIVM polyacrylamide

Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij het tweeminutendebat Literatuurverkenning RIVM polyacrylamide,

te weten:

  • de motie-Van Esch over de stort van granuliet opschorten totdat met zekerheid gezegd kan worden dat de stort in diepe plassen veilig is (30015, nr. 118).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Van Esch (30015, nr. 118).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen moties Internationaal spoor

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Internationaal spoor,

te weten:

  • de motie-De Hoop c.s. over actief bijdragen aan een passende oplossing voor de Eurostartrein naar Londen tijdens de verbouwing van Amsterdam Centraal (29984, nr. 1166);
  • de motie-De Hoop c.s. over in Europees verband een voortrekkersrol nemen om een Europees reserveringssysteem voor treintickets te bespoedigen (29984, nr. 1167);
  • de motie-De Hoop/Krul over proactief in gesprek gaan met Duitsland, Denemarken en Zweden over het versterken van de spoorcorridor tussen Nederland, Duitsland en Scandinavië (29984, nr. 1168);
  • de motie-Krul c.s. over blijvende prioriteit geven aan de Lelylijn en Nedersaksenlijn (29984, nr. 1169).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-De Hoop c.s. (29984, nr. 1166).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-De Hoop c.s. (29984, nr. 1167).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-De Hoop/Krul (29984, nr. 1168).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Krul c.s. (29984, nr. 1169).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Staat van de Volkshuisvesting

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Staat van de Volkshuisvesting,

te weten:

  • de motie-Van Haga over de oorzaak van de hardere daling van het vastgoedtransactievolume in Nederland in kaart brengen (32847, nr. 1110);
  • de motie-Van Haga over onderzoek naar de mogelijkheid om bij verkoop van woningen door woningcorporaties een aantrekkelijke financiering aan zittende huurders aan te bieden (32847, nr. 1111);
  • de motie-Van Haga over bij het aanpakken van de problemen in de volkshuisvesting afzien van symptoommaatregelen (32847, nr. 1112);
  • de motie-Beckerman over uitspreken dat de huurprijzen van woningen de komende drie jaar niet mogen stijgen (32847, nr. 1113);
  • de motie-Peter de Groot over het transformatiepotentieel inzichtelijk krijgen door vve's of individuele eigenaren van recreatieparken de mogelijkheid te geven om zich aan te melden bij de bestuurlijk aanjager (32847, nr. 1114);
  • de motie-Peter de Groot over niet eisen dat een huurwoning volledig gestript wordt opgeleverd, maar de keuze aan de zittende en de nieuwe huurder laten (32847, nr. 1115).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Van Haga (32847, nr. 1110).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Volt, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA en de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Haga (32847, nr. 1111).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Haga (32847, nr. 1112).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BIJ1, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Beckerman (32847, nr. 1113).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, de PvdA, de PvdD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Peter de Groot (32847, nr. 1114).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Peter de Groot (32847, nr. 1115).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Klimaatakkoord gebouwde omgeving

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving,

te weten:

  • de motie-Van Esch over met de ISDE-subsidie nadrukkelijker sturen op duurzame warmteoplossingen die in één keer geen CO2-uitstoot meer veroorzaken (32847, nr. 1116);
  • de motie-Van Esch over alleen een bouwmaterialenakkoord sluiten als er concrete doelen en waarborgen zijn en er geen beleid wordt gevoerd dat strijdig is met ander overheidsbeleid (32847, nr. 1117);
  • de motie-Van Esch over zo snel mogelijk wetenschappelijk laten onderzoeken welke variabelen bepalend zijn voor de effectiviteit van alternatieve verblijfplaatsen voor vleermuizen (32847, nr. 1118);
  • de motie-Thijssen over in kaart brengen in welke regio's of gemeenten er voldoende middelen beschikbaar zijn voor de verduurzamingsopgave van de gebouwde omgeving en daarbij burgers actief benaderen en ontzorgen (32847, nr. 1119).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Van Esch (32847, nr. 1116).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Fractie Den Haan, de PvdA en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, DENK, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Esch (32847, nr. 1117).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Esch (32847, nr. 1118).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Thijssen (32847, nr. 1119).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Funderingsproblematiek

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Funderingsproblematiek,

te weten:

  • de motie-Nijboer c.s. over voorstellen voor een redelijke kostenverdeling tussen alle betrokken partijen (28325, nr. 260);
  • de motie-Nijboer c.s. over aanwijzen van een coördinerend minister en aanstellen van een Regeringscommissaris funderingsherstel (28325, nr. 261);
  • de motie-Nijboer c.s. over in de aangekondigde analyses ook funderingsproblemen ten gevolge van bodemdaling en funderingen op staal meenemen (28325, nr. 262).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:
Mag het iets stiller in de zaal? Dan red ik het met mijn stem. Anders heeft u een probleem, want dan moeten we morgen verder. Dit gaat helpen, denk ik!

In stemming komt de motie-Nijboer c.s. (28325, nr. 260).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de fractie van JA21 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Nijboer c.s. (28325, nr. 261).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP en JA21 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Nijboer c.s. (28325, nr. 262).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Adviesrapport Elke regio telt!

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Adviesrapport Elke regio telt!,

te weten:

  • de motie-Krul/Bushoff over opstellen van kansenagenda's voor de ontwikkeling van brede welvaart op lange termijn met prioriteit voor de vijf voorbeeldregio's uit Elke regio telt (29697, nr. 116);
  • de motie-Krul c.s. over een Gemeenschapsfonds waarmee lokale gemeenschappen belangrijke voorzieningen in stand kunnen houden (29697, nr. 117);
  • de motie-Krul over een staatscommissie instellen die in brede zin het functioneren van het regiobeleid analyseert (29697, nr. 118);
  • de motie-Krul over het Nationaal Keukentafelgesprek organiseren tussen de rijksoverheid en inwoners, in de stad en op het platteland, uit alle regio’s en met verschillende achtergronden (29697, nr. 119);
  • de motie-Bushoff over als norm stellen dat vestiging van nieuwe diensten of hervestiging van bestaande diensten bij voorrang in de regio’s buiten de Randstad moet plaatsvinden (29697, nr. 120);
  • de motie-Van der Graaf over een afwegingskader voor de regio zó inrichten dat het geen bureaucratisch monster wordt (29697, nr. 121);
  • de motie-Van der Graaf over een rechtvaardigheidsminimum voor de beschikbaarheid van voorzieningen opstellen en wettelijk verankeren (29697, nr. 122);
  • de motie-Graus/Wilders over inzet van de politiehelikopter in de strijd tegen grensgebonden misdaad en (drugs)criminaliteit (29697, nr. 123);
  • de motie-Graus/Wilders over afzien van de voorgenomen accijnsverhogingen (29697, nr. 124);
  • de motie-Graus/Wilders over de mkb-toets inzetten ten behoeve van Limburgse winkeliers en horecaondernemers aangaande de voorgenomen accijnsverhoging (29697, nr. 125);
  • de motie-Graus/Wilders over Zuyderland Medisch Centrum in Heerlen middels beschikbaarheidsbijdrage op basis van capaciteit en kwaliteit (29697, nr. 126);
  • de motie-Graus/Wilders over inzetten van een "politiek onafhankelijk" gezant om compensatievergoedingen voor mijnbouwschade en de overstromingsramp versneld te effectueren (29697, nr. 127);
  • de motie-Dassen/Koekkoek over onderzoeken hoe een nationale variant van het Europees Comité van de Regio’s vorm zou kunnen krijgen (29697, nr. 128);
  • de motie-Dassen/Koekkoek over de afdeling van het Stichting Centraal Administratie Kantoor AWBZ (CAK) in Den Haag verhuizen naar een overheidsgebouw in de grensregio (29697, nr. 129);
  • de motie-Temmink over een plan voor een dekkend netwerk van laagdrempelige overheidsbrede loketten (29697, nr. 130);
  • de motie-Temmink over buitenlandse ov-bedrijven overnemen zodra de kans zich voordoet (29697, nr. 131);
  • de motie-Temmink over bindende maximumnormen opstellen voor de afstand van woonlocaties tot ov-haltes (29697, nr. 132);
  • de motie-Temmink over het project Maaslijn in ongewijzigde vorm als rijksproject overnemen (29697, nr. 133);
  • de motie-Kamminga/Krul over bij de verdere uitwerking van de kabinetsreactie nadrukkelijk investeren in ruimte voor maatwerk (29697, nr. 134);
  • de motie-Kamminga/Krul over een concreet voorstel bij de verdere opvolging van het rapport dat bij het maken van beleid rekening wordt gehouden met de effecten op de regio (29697, nr. 135);
  • de motie-Bisschop over samen met de provincies en de beroepsvereniging van Statenleden werken aan een richtlijn voor de ondersteuning van Statenleden (29697, nr. 136).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:
De motie-Van der Graaf (29697, nr. 122) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Van der Graaf en Bushoff, en luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering naar Duits voorbeeld, op basis van de principes van ruimtelijke rechtvaardigheid, een rechtvaardigheidsminimum voor de beschikbaarheid van voorzieningen op te stellen en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 137, was nr. 122 (29697).

De motie-Graus/Wilders (29697, nr. 125) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering de mkb-toets in te zetten ten behoeve van winkeliers en horecaondernemers in grensregio's aangaande de voorgenomen accijnsverhoging in een reeds ongelijk euregionaal speelveld,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 138, was nr. 125 (29697).

Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Krul/Bushoff (29697, nr. 116).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Krul c.s. (29697, nr. 117).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de VVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Krul (29697, nr. 118).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Krul (29697, nr. 119).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Bushoff (29697, nr. 120).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, D66, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Graaf (29697, nr. 121).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en Fractie Den Haan ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Graaf/Bushoff (29697, nr. 137, was nr. 122).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan en de VVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Graus/Wilders (29697, nr. 123).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Graus/Wilders (29697, nr. 124).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Graus/Wilders (29697, nr. 138, was nr. 125).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Volt, DENK, Lid Omtzigt, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Graus/Wilders (29697, nr. 126).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Graus/Wilders (29697, nr. 127).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, Volt, DENK, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dassen/Koekkoek (29697, nr. 128).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en JA21 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, DENK, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Dassen/Koekkoek (29697, nr. 129).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, DENK, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Temmink (29697, nr. 130).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Temmink (29697, nr. 131).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, de PvdD, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en JA21 ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Temmink (29697, nr. 132).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB … en de PvdA …

Deze stemming doen we over.

In stemming komt de motie-Temmink (29697, nr. 132).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Temmink (29697, nr. 133).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Kamminga/Krul (29697, nr. 134).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Kamminga/Krul (29697, nr. 135).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Bisschop (29697, nr. 136).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de SP ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Informele Raad Algemene Zaken 27-28 september 2023

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Informele Raad Algemene Zaken 27-28 september 2023,

te weten:

  • de motie-Van Houwelingen over ervoor zorg dragen dat zolang Oekraïne in oorlog is met Rusland het onder geen beding lid kan worden van de Europese Unie (21501-02, nr. 2765);
  • de motie-Sjoerdsma c.s. over het zo snel mogelijk vrijgeven van Europese middelen zodra een nieuwe Poolse regering de vereiste rechtsstaathervormingen heeft doorgevoerd (21501-02, nr. 2766);
  • de motie-Sjoerdsma c.s. over zo snel mogelijk de artikel 7-procedure tegen Hongarije verder brengen en Hongarije het stemrecht in de EU ontnemen (21501-02, nr. 2767);
  • de motie-Sjoerdsma c.s. over in Europees verband pleiten voor het opheffen van sancties op Kosovo (21501-02, nr. 2768).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:
De motie-Sjoerdsma c.s. (21501-02, nr. 2768) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door het lid Sjoerdsma, en luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Europese Unie als bemiddelaar optreedt tussen Servië en Kosovo om tot een gezamenlijke visie te komen voor de stabiliteit in de Balkan;

constaterende dat Kosovo te maken heeft met een escalerende retoriek vanuit Servië;

constaterende dat er nog altijd sanctiemaatregelen gelden tegen Kosovo;

constaterende dat Kosovo steunt verdient tegen escalatie vanuit Servië;

verzoekt het kabinet om in Europees verband te pleiten voor met de VS gecoördineerde afbouw van sancties op Kosovo indien het land aan noodzakelijke voorwaarden voldoet om de situatie in het noorden van Kosovo te de-escaleren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 2770, was nr. 2768 (21501-02).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Van Houwelingen (21501-02, nr. 2765).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdD, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Sjoerdsma c.s. (21501-02, nr. 2766).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Sjoerdsma c.s. (21501-02, nr. 2767).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie en de VVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Sjoerdsma (21501-02, nr. 2770, was nr. 2768).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt en de VVD voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Consulaire zaken en stand van zaken evacuaties Afghanistan

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Consulaire zaken en stand van zaken evacuaties Afghanistan,

te weten:

  • de motie-Piri c.s. over EUPOL-bewakers en tolken die werkzaamheden hebben verricht voor een Nederlandse EUPOL-functionaris betrekken bij het traject voor de ambassadebewakers (27925, nr. 949);
  • de motie-Sjoerdsma/Brekelmans over zorgen dat het loket Nederland Wereldwijd in gepast klantcontact mensen wijst op de mogelijkheid om zich te registreren als kiezer buiten Nederland (27925, nr. 951);
  • de motie-Belhaj c.s. over enorme waardering uitspreken voor alle betrokkenen bij de evacuatie van Kaboel (27925, nr. 952).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:
De motie-Sjoerdsma/Brekelmans (27925, nr. 951) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat op dit moment 105.000 Nederlanders in het buitenland zich geregistreerd hebben als kiezer buiten Nederland, wat maar 10% is van het aantal stemrechtigde mensen dat in het buitenland woont;

constaterende dat deze groep Nederlanders in het buitenland regelmatig contact heeft met Nederland Wereldwijd;

van mening dat de democratie een groot goed is en alle Nederlanders van hun stemrecht gebruik zouden moeten kunnen maken, ook als zij in het buitenland wonen;

verzoekt het kabinet om zorg te dragen dat het loket Nederland Wereldwijd in gepast klantcontact mensen wijst op de mogelijkheid om zich te registreren als kiezer buiten Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 953, was nr. 951 (27925).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Piri c.s. (27925, nr. 949).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Sjoerdsma/Brekelmans (27925, nr. 953, was nr. 951).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Belhaj c.s. (27925, nr. 952).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Luchtvaart

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Luchtvaart,

te weten:

  • de motie-Krul over bij de evaluatie van het steunpakket een analyse toevoegen om in de toekomst stevigere en verplichtende voorwaarden toe te voegen (31936, nr. 1119);
  • de motie-Krul/Vedder over aanpassingen aan de relevante wet- en regelgeving opdat de eisen voor de natuurvergunning waaraan Schiphol moet gaan voldoen zo snel als mogelijk gebaseerd
    zullen worden op het aantal vluchtbewegingen in het krimpbesluit (31936, nr. 1120);
  • de motie-Krul over erop toezien dat bij de vormgeving van het nieuwe Nederlandse luchtruim steilere vertrapping en hogere nadering als voorwaarden worden gesteld (31936, nr. 1121);
  • de motie-Boucke over de Kamer voor het kerstreces van een tijdsplanning voorzien voor een inhoudelijke verkenning van de nachtsluiting van Schiphol (31936, nr. 1122);
  • de motie-Van der Graaf over een maximaal aantal vliegbewegingen in Nederland in 2030 te bepalen als streefgetal (31936, nr. 1123);
  • de motie-Van der Graaf over de indicatieve reductieopgave van 25% van de NOx-emissies tussen 2019 en 2030 voor de mobiliteitssector specifiek laten gelden voor de luchtvaart (31936, nr. 1124);
  • de motie-Van Raan c.s. over definitief afzien van het openen van Lelystad Airport voor handelsverkeer (31936, nr. 1125);
  • de motie-Van Raan c.s. over schiphol aan het naleven van de Nota Deelnemingenbeleid en het kabinetsbeleid houden (31936, nr. 1126);
  • de motie-Van Raan over op korte termijn een onafhankelijk red-team onderzoek laten doen naar de juridische kwetsbaarheden in het besluit op de natuurvergunning voor Schiphol (31936, nr. 1127);
  • de motie-Van Raan over de pfos-vervuiling in de omgeving nauwkeurig in kaart brengen en onderzoeken welk deel daarvan van Schiphol afkomstig is (31936, nr. 1128);
  • de motie-Eerdmans over de omvang en samenstelling van een in te richten structureel fonds in overleg met de sector opzetten (31936, nr. 1129).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Krul (31936, nr. 1119).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Krul/Vedder (31936, nr. 1120).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, de PvdD, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Krul (31936, nr. 1121).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Fractie Den Haan, de PvdD, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Boucke (31936, nr. 1122).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Graaf (31936, nr. 1123).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Graaf (31936, nr. 1124).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Raan c.s. (31936, nr. 1125).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Raan c.s. (31936, nr. 1126).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Raan (31936, nr. 1127).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Raan (31936, nr. 1128).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Eerdmans (31936, nr. 1129).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, de SGP, JA21, Groep Van Haga en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

De heer Van Baarle van DENK.

De heer Van Baarle (DENK):
Dank, voorzitter. Mijn fractie wil worden geacht tegen de motie op stuk nr. 1120 te hebben gestemd.

De voorzitter:
Dank u zeer. We zullen het opnemen in de Handelingen.


Stemmingen moties Goed bestuur en toezicht binnen de zorg

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Goed bestuur en toezicht binnen de zorg,

te weten:

  • de motie-Agema/Van den Berg over bewerkstelligen dat inspectiebezoeken in beginsel onaangekondigd plaatsvinden (32012, nr. 52);
  • de motie-Agema over boetes verdubbelen indien zorgfraudeurs al eerder zijn veroordeeld wegens zware delicten (32012, nr. 53);
  • de motie-Van den Berg over borgen dat zorgaanbieders die bij KvK staan ingeschreven maar zich niet gemeld hebben onmiddellijk hun werkzaamheden moeten staken (32012, nr. 54);
  • de motie-Dijk/Drost over ervoor zorgen dat binnen de mondzorg eigenaarschap van private-equitypartijen tot het verleden gaat behoren en er geen geld meer uit de mondzorg naar derden verdwijnt (32012, nr. 55);
  • de motie-Dijk/Drost over ervoor zorgen dat binnen de sector fysiotherapie eigenaarschap van private-equitypartijen tot het verleden gaat behoren en er geen geld meer uit de sector fysiotherapie naar derden verdwijnt (32012, nr. 56);
  • de motie-Dijk/Drost over ervoor zorgen dat binnen de ggz eigenaarschap van private-equitypartijen tot het verleden gaat behoren en er geen geld meer uit de ggz naar derden verdwijnt (32012, nr. 57);
  • de motie-Dijk/Drost over ervoor zorgen dat binnen de apotheekzorg eigenaarschap van private-equitypartijen tot het verleden gaat behoren en er geen geld meer uit de apotheekzorg naar derden verdwijnt (32012, nr. 58);
  • de motie-Dijk over ervoor zorgen dat binnen de gehele zorg eigenaarschap van private-equitypartijen tot het verleden gaat behoren (32012, nr. 59);
  • de motie-Van Houwelingen over de inspectie opdragen te stoppen met het berispen, beboeten en anderszins vervolgen en de mond snoeren van artsen louter en alleen vanwege hun mening (32012, nr. 60);
  • de motie-Van Houwelingen over uitspreken de "Westminster Declaration" te onderschrijven (32012, nr. 61).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Agema/Van den Berg (32012, nr. 52).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD en de SGP ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Agema (32012, nr. 53).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van den Berg (32012, nr. 54).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Dijk/Drost (32012, nr. 55).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

Mevrouw Van den Berg.

Mevrouw Van den Berg (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Het gaat over de vorige motie, op stuk nr. 54, over de inspectie. Die motie was ontraden maar is toch aangenomen, dus ik zou graag een brief krijgen voor de begroting.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van den Berg. We geleiden dit door naar het kabinet.

In stemming komt de motie-Dijk/Drost (32012, nr. 56).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dijk/Drost (32012, nr. 57).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dijk/Drost (32012, nr. 58).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dijk (32012, nr. 59).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, D66, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Houwelingen (32012, nr. 60).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Houwelingen (32012, nr. 61).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

Mevrouw Den Haan, Fractie Den Haan.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Voorzitter. Bij de motie op stuk nr. 59 heeft u mij wel genoemd, maar ik had mijn hand niet opgestoken.

De voorzitter:
Kijk. Dan gaan we dat in de Handelingen opnemen.


Stemmingen moties Digitale ontwikkelingen in de zorg

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Digitale ontwikkelingen in de zorg,

te weten:

  • de motie-Van den Berg over borgen dat patiënten in beginsel altijd kunnen zien welke zorgaanbieder hun data heeft ingezien en/of voor welk onderzoek welke van hun data zijn gebruikt (27529, nr. 307);
  • de motie-Van den Berg over een aantal voorwaarden borgen bij zowel primair als secundair gebruik van data met het doel snel tot één degelijk landelijk netwerk te komen (27529, nr. 308);
  • de motie-Agema over ervoor zorgen dat patiënten te allen tijde de mogelijkheid van een opt-out hebben bij secundair gebruik van hun medische gegevens (27529, nr. 309).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Van den Berg (27529, nr. 307).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van den Berg (27529, nr. 308).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Agema (27529, nr. 309).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen moties Ziekenhuiszorg

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Ziekenhuiszorg,

te weten:

  • de motie-Dijk/Bushoff over uitspreken dat er geen ziekenhuisafdelingen meer zouden moeten sluiten (31016, nr. 355);
  • de motie-Dijk over stappen zetten om de spoedeisende zorg meer te financieren op basis van beschikbaarheid (31016, nr. 356);
  • de motie-Dijk over zich er voor inzetten dat Heerlen een volwaardig ziekenhuis behoudt (31016, nr. 357);
  • de motie-Tielen/Pouw-Verweij over synergie aanbrengen in ontwikkelingen en de positionering van medisch generalisten in het medisch specialistische domein versterken (31016, nr. 358);
  • de motie-Bushoff/Dijk over vastleggen dat alle bewoners uit het verzorgingsgebied binnen 45 minuten met het openbaar vervoer bij het streekziekenhuis moeten kunnen zijn (31016, nr. 359);
  • de motie-Bushoff over de beleidsregels rond de zorgplicht zo aanpassen dat op een redelijke afstand strakker wordt gedefinieerd en reistijd met OV hier onderdeel van wordt (31016, nr. 360);
  • de motie-Van den Berg over ziekenhuizen bij renovaties en/of nieuwbouw verplichten een pharmafilter te installeren (31016, nr. 361);
  • de motie-Van den Berg over in een gesprek met NVCG en NVPC oproepen tot een kader Bekwaamheidseisen cosmetisch arts (31016, nr. 362);
  • de motie-Agema over de acute ziekenhuiszorg uit de marktwerking halen (31016, nr. 363).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Dijk/Bushoff (31016, nr. 355).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en de PVV ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dijk c.s. (31016, nr. 356).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66 en de VVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Dijk (31016, nr. 357).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie en de VVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Tielen/Pouw-Verweij (31016, nr. 358).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Bushoff/Dijk (31016, nr. 359).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Bushoff (31016, nr. 360).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en JA21 ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van den Berg (31016, nr. 361).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21 en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van den Berg (31016, nr. 362).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de fractie van JA21 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Agema (31016, nr. 363).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen moties Maatschappelijke diensttijd

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Maatschappelijke diensttijd,

te weten:

  • de motie-Krul c.s. over samen met jongeren onderzoeken hoe elementen uit het Zweeds model voor maatschappelijke diensttijd van toegevoegde waarde kunnen zijn om ervoor te zorgen dat alle jongeren zich voor een deel van hun tijd vrijwillig in kunnen zetten voor de samenleving (35034, nr. 24);
  • de motie-Drost c.s. over in overleg met onderwijs en gemeenten verkennen op welke manier maatschappelijke diensttijd nog beter kan aansluiten op bestaand beleid (35034, nr. 25);
  • de motie-Drost/Krul over in kaart brengen of de toegenomen personeelskosten vanwege de afspraken van cao sociaal werk 2023-2025 zorgen voor knelpunten bij organisaties die deelnemen aan lopende projecten (35034, nr. 26);
  • de motie-Drost/Krul over in subsidieronde 5a subsidie voor niet-afgeronde trajecten verstrekken als minstens 85% van de voorgenomen trajecten bij een project wel zijn afgerond (35034, nr. 27);
  • de motie-Pouw-Verweij c.s. over onderzoeken hoe MDT Missie kan worden uitgebouwd met een dienstrecht (35034, nr. 28);
  • de motie-Westerveld/Drost over in gesprek gaan over in hoeverre de huidige beurzen en faciliteiten toereikend zijn om bestuursfuncties toegankelijk te maken voor jongeren met diverse achtergronden en opleidingsniveaus (35034, nr. 29).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Krul c.s. (35034, nr. 24).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, Volt, DENK, Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, de PvdA, de PvdD, D66, de VVD en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Drost c.s. (35034, nr. 25).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66 en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Drost/Krul (35034, nr. 26).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP en D66 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Drost/Krul (35034, nr. 27).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, D66 en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Pouw-Verweij c.s. (35034, nr. 28).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en D66 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Westerveld/Drost (35034, nr. 29).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en JA21 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Iran

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Iran,

te weten:

  • de motie-Ceder over op de geëigende manieren onderzoek doen naar de precieze rol van de lraanse Republikeinse Garde in de terreuraanval van 7 oktober (36410-V, nr. 8);
  • de motie-Brekelmans c.s. over een oplossing zoeken voor de lacune opdat aanwijzing van de Iraanse Revolutionaire Garde als terreurorganisatie kan geschieden (36410-V, nr. 9);
  • de motie-Sjoerdsma over de autoriteiten in Qatar oproepen om individuen uit de top van Hamas te arresteren en uit te leveren (36410-V, nr. 10);
  • de motie-Sjoerdsma over de revolutie van miljoenen dappere Iraniërs voor een vrije, democratische samenleving blijvend steunen (36410-V, nr. 11).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:
Meneer Sjoerdsma.

De heer Sjoerdsma (D66):
Voorzitter, ik had tijdens het debat de motie op stuk nr. 10 ingetrokken. Ik snap dat dat in de hectiek niet is gebeurd, maar dat wil ik graag alsnog doen.

De voorzitter:
Ja, dank u zeer. De motie op stuk nr. 10 van de heer Sjoerdsma over Qatar wordt ingetrokken. Ik kan me dat nog herinneren. Er komt een amendement. Zoiets was het, hè?

Aangezien de motie-Sjoerdsma (36410-V, nr. 10) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

In stemming komt de motie-Ceder (36410-V, nr. 8).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1 en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

Ik weet het weer. Uw collega zou een motie indienen. Dat was het. Mevrouw Piri zou dat doen. Ja, ik heb 'm weer.

In stemming komt de motie-Brekelmans c.s. (36410-V, nr. 9).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1 en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Sjoerdsma (36410-V, nr. 11).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemming brief beëindiging parlementair behandelvoorbehoud bij het EU-voorstel Richtlijn Bedrijven in Europa: Raamwerk voor Belastingen

Aan de orde is de stemming over de brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake de beëindiging van het parlementair behandelvoorbehoud bij het EU-voorstel Richtlijn Bedrijven in Europa: Raamwerk voor Belastingen (BEFIT) COM (2023) 532 (36439, nr. 823).

De voorzitter:
Ik stel voor conform het advies van de vaste commissie voor Europese Zaken te besluiten en het parlementair behandelvoorbehoud formeel te beëindigen.

Daartoe wordt besloten.


Stemming motie Integraal Zorgakkoord

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Integraal Zorgakkoord,

te weten:

  • de motie-Pouw-Verweij over een pilot in één zorgregio over onnodig lange administratieve procedures (31765, nr. 823).

(Zie vergadering van 26 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Pouw-Verweij (31765, nr. 823).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Initiatiefnota van het lid Hagen over een nieuw ontwerp voor de kledingindustrie: van wegwerpmaatschappij naar circulaire economie

Aan de orde zijn de stemmingen over aangehouden moties, ingediend bij het debat over de initiatiefnota van het lid Hagen over een nieuw ontwerp voor de kledingindustrie: van wegwerpmaatschappij naar circulaire economie,

te weten:

  • de motie-Hammelburg/Hagen over het aantal keurmerken zo ver mogelijk terugbrengen (36254, nr. 6);
  • de motie-Hammelburg/Hagen over met Nederlandse kledingpioniers een ecolabel voor textiel opstellen (36254, nr. 7).

(Zie notaoverleg van 5 september 2023.)

In stemming komt de motie-Hammelburg/Hagen (36254, nr. 6).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD en de SGP voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hammelburg/Hagen (36254, nr. 7).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Onderwijskwaliteit in het hoger onderwijs

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Onderwijskwaliteit in het hoger onderwijs,

te weten:

  • de motie-Westerveld over de rente op studieschulden voor alle studenten komend jaar bevriezen (31288, nr. 1083).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:
De motie-Westerveld (31288, nr. 1083) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Westerveld en Van der Graaf, en luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de rentes op studieschulden door de wettelijke koppeling met de obligatierente stijgen van respectievelijk 1,78% en 0,46% naar respectievelijk 2,95% en 2,56%;

constaterende dat er veel politieke en maatschappelijke discussie is over de wenselijkheid van deze verhoging;

van mening dat een verhoging van de rente op studieschuld onwenselijk is;

overwegende dat aanpassingen voor van de rente voor specifieke groepen binnen een cohort pas per 2025 mogelijk is;

verzoekt de regering om de rente voor alle studenten die onder het leenstelsel vielen komend jaar te bevriezen op het niveau van 2023, en als dit uitvoeringstechnisch niet kan, dit breder te trekken en verzoekt dit te financieren conform amendement Omtzigt c.s. (36418, nr. 63) uit de versobering van de expatregeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 1088, was nr. 1083 (31288).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

Maar voordat we gaan stemmen, is er een stemverklaring van de heer Van Weyenberg.

De heer Van Weyenberg (D66):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil graag een stemverklaring afleggen over de motie van de leden Westerveld en Van der Graaf. In deze motie wordt verzocht om de rente volgend jaar te bevriezen voor studenten die onder het leenstelsel vielen. Dat voorstel gaat D66 eigenlijk niet ver genoeg, want samen met de SP hebben wij een amendement liggen, netjes gefinancierd, om die rente voor deze studenten op 0% te zetten. Toch zullen wij deze motie steunen, want wij verwelkomen elke stap om de studenten te helpen. Ik vind ook wel dat we eerlijk moeten zijn. Deze motie verwijst voor de dekking naar het amendement van collega Omtzigt. De realiteit is dat dat amendement niet genoeg dekking bevat om dit te kunnen waarmaken. Dan zou je het, in de woorden van Jesse Klaver tegen mevrouw Van der Plas, bijna "gratis bier" kunnen noemen. Gelukkig kan de dekking worden geregeld door het amendement van de SP en D66 te steunen. Daarmee kan er meteen voor worden gezorgd dat de rente echt naar 0% gaat.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Omtzigt heeft ook een stemverklaring.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Voorzitter. Ook ik heb een stemverklaring over de motie-Westerveld/Van der Graaf. Ten eerste gaat die motie over het besteden van een amendement dat ik heb ingediend, maar dat nog niet eens in stemming is gebracht. Het is vrij bijzonder dat het geld al uitgegeven wordt voordat besloten is dat de Kamer het gaat doen. Ten tweede, in lijn met wat D66 zegt, is dit amendement van mij een eerste stap om de rente omlaag te brengen, maar alleen voor de pechgeneratie, en niet voor iedereen. Ik zeg het maar eerlijk: er zit gewoon niet genoeg geld in om voor iedereen de rente op nul te zetten. Je kunt dan ook niet voorstemmen of die suggestie wekken. Daarom zal ik tegenstemmen.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Omtzigt.

In stemming komt de gewijzigde motie-Westerveld/Van der Graaf (31288, nr. 1088, was nr. 1083).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt en de VVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Westerveld.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Voorzitter. Deze motie vraagt ook om een snelle uitvoering, dus het zou fijn zijn als wij binnen een week een brief kunnen krijgen van het kabinet. Het is ook wel goed om nog even op te merken dat de motie niet zegt "voor alle studenten" en ook niet "rente op nul". Er zijn dus een paar dingen gezegd die ik even wil rechtzetten.

De voorzitter:
Dank u wel. We zullen dit doorgeleiden naar het kabinet.


Stemming motie Definitieve besluit concentratie interventies bij aangeboren hartafwijkingen

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Definitieve besluit concentratie interventies bij aangeboren hartafwijkingen,

te weten:

  • de motie-Van den Berg over een herschikkingsplan voor alle hoogcomplexe zorg en/of laagvolumezorg in Nederland (31765, nr. 827).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:
De motie-Van den Berg (31765, nr. 827) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij niet-hoogcomplexe zorg concentratie niet leidt tot lagere kosten en/of betere kwaliteit;

van mening dat deze zorg daarom in de regio beschikbaar en bereikbaar moet zijn;

constaterende dat concentratie van hoogcomplexe en/of laagvolumezorg wel leidt tot betere zorg;

constaterende dat er jaren hevig gebakkeleid is tussen artsen met betrekking tot de concentratie van kinderhartcardiologie, hetgeen veel onrust heeft gegeven en onnodig veel zorgcapaciteit en geld heeft gekost;

constaterende dat de voorzitter van de NFU in Het Financieele Dagblad opmerkt dat veel ziekenhuizen nog een egogerichte benadering hebben;

verzoekt de regering te zorgen dat de NFU, daarbij geassisteerd door de STZ en de NVZ, voor het najaar 2025 een herschikkingsplan maakt waarbij alle hoogcomplexe en/of laagvolumezorg eerlijk verdeeld over heel Nederland geconcentreerd wordt;

verzoekt de regering, indien veldpartijen er niet uitkomen, de Wet op bijzondere medische verrichtingen (Wbmv) te gebruiken als ultimum remedium en in 2025 alle voorbereidingen te treffen zodat hoogcomplexe en/of laagvolumezorg waarover geen overeenstemming gevonden kan worden, gereguleerd kan worden op basis van de Wet op bijzondere medische verrichtingen en vergunningsplichtig wordt onder deze wet,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 833, was nr. 827 (31765).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van den Berg (31765, nr. 833, was nr. 827).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BIJ1, Volt, DENK, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, de SGP, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemming motie Arbeidsmarktbeleid in de zorg

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid in de zorg d.d. 5 juli 2023,

te weten:

  • de motie-Van den Berg over het budgetneutraal gelijkstellen van arbeidsvoorwaarden via de beschikbaarheidsbijdrage en de subsidieregeling (29282, nr. 527).

(Zie vergadering van 26 oktober 2023.)

De voorzitter:
Aangezien de motie-Van den Berg (29282, nr. 527) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

Nu wordt het ingewikkeld. Ik ga u erdoorheen helpen, maar het is belangrijk om even goed geconcentreerd te zijn.


Stemmingen Belastingplan 2024

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2024) (36418).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

De voorzitter:
Het amendement-Dassen (stuk nr. 106) is ingetrokken.

Ik stel vast dat daarmee wordt ingestemd.

De heer Omtzigt verzoekt om eerst te stemmen over zijn moties op stukken nrs. 102, 103 en 104 bij punt 34, alvorens te stemmen over de ingediende amendementen en het wetsvoorstel. We gaan nu dus eerst stemmen over de moties op stukken nrs. 102, 103 en 104. U moet dus even verder bladeren.

Ik hoop dat de heer Omtzigt niks gaat wijzigen aan wat ik nu gezegd heb, want anders komen we er niet meer uit, zeg ik maar. De heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Dat hoeft niet, want de moties op stukken nrs. 102, 103 en 104 hebben betrekking op wetsvoorstellen die erna komen.

De voorzitter:
U heeft het gevraagd, begreep ik, maar als u het niet meer wilt, dan gaan we het gewoon niet doen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Het hoeft nu niet.

De voorzitter:
Het hoeft nu niet. Dat scheelt weer.

De fracties van D66 en Volt verzoeken om eerst te stemmen over het gewijzigde amendement-Paternotte c.s. op stuk nr. 92, I, alvorens we stemmen over het amendement Dassen op stuk nr. 109, I. Dat betekent dat wij nu eerst gaan stemmen over het gewijzigde amendement-Paternotte c.s. op stuk nr. 92, I, en vervolgens over alle overige amendementen.

Maar eerst zijn er twee stemverklaringen, allereerst van de heer Omtzigt en dan van de heer Erkens. Gaat uw gang.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Voorzitter. Het is knettergek om om 2.30 uur 's nachts over 40 pagina's met moties en amendementen te stemmen en de hele rijksbegroting te financieren via het Belastingplan. Het is knettergek om zeventien wetten met fiscale materie in één keer in de Kamer te behandelen, waarbij sommige wetten niet aan de orde geweest zijn en we ook de gevolgen gewoon niet kunnen overzien. Dat hadden we kunnen leren. Dat is voor mij de reden om in ieder geval tegen de wetsvoorstellen over de glastuinbouw, de mineralogische industrie en de zwarte lijsten, de FSV-compensatie. Daar heeft geen debat over kunnen plaatsvinden, geen fatsoenlijke uitwisseling. We kunnen daar rustig over spreken, maar niet op deze manier. Dat had echt later gekund.

Voorzitter. Verder komt zo meteen mijn amendement in stemming. In mijn amendement staat een bestemming. Als het amendement over de expats aangenomen wordt, vraag ik de regering of zij conform wat er in de toelichting staat, een brief wil sturen over hoe ze het gaat uitvoeren.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Omtzigt. Dan geef ik het woord aan de heer Erkens, VVD.

De heer Erkens (VVD):
Voorzitter. In het debat over het Belastingplan gaf ik, net als andere collega's, aan dat ik buikpijn krijg van de hoeveelheid voorstellen waar we nu, vannacht om 2.30 uur, over gaan stemmen. Sommige amendementen vinden we sympathiek, maar komen met een dekking waarvan we de gevolgen niet kunnen overzien. Dit voelt als haastwerk en als onverstandige besluitvorming. De voorstellen hebben mogelijk grote economische consequenties of kunnen leiden tot forse pijn voor de middenstand in bepaalde regio's. De VVD-fractie zal dan ook tegen deze voorstellen stemmen.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Erkens. Zoals net aangegeven, gaan we eerst stemmen over het gewijzigde amendement-Paternotte. Dat staat bij mij op bladzijde 19, maar het kan zijn dat u een andere paginanummering heeft. Heeft iedereen het gevonden?

In stemming komt het gewijzigde amendement-Paternotte c.s. (stuk nr. 92, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD en D66 voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 92 voorkomende gewijzigde amendement als verworpen kan worden beschouwd.

De voorzitter:
Dan gaan we weer terug.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Alkaya (stuk nr. 13, I) tot het invoegen van een onderdeel 0A.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, de ChristenUnie, de SGP, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, D66, Lid Omtzigt, de VVD, het CDA, JA21 en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 13 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Tony van Dijck (stuk nr. 38, I) tot het invoegen van een onderdeel 0A.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, DENK, de PvdA, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 38 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Grinwis c.s. (stuk nr. 60, I) tot het invoegen van een onderdeel 0A.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, Lid Omtzigt, de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement de overige op stuk nr. 60 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Grinwis c.s. (stuk nr. 113, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21 en BBB voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de VVD, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 113 voorkomende gewijzigde amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van der Lee (stuk nr. 56, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 56 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Inge van Dijk/Erkens (stuk nr. 68, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fractie van de PvdD ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement de overige op stuk nr. 68 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Dassen (stuk nr. 109, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en D66 voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 109 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van der Lee c.s. (stuk nr. 11, I) tot het invoegen een onderdeel Ba.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement de overige op stuk nr. 11 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Omtzigt c.s. (stuk nr. 47, I) tot het invoegen van een onderdeel Fa.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP en Groep Van Haga voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, de VVD, het CDA, JA21, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 47 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Tony van Dijck/Wilders (stuk nr. 64, I) tot het invoegen van een onderdeel Ia.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, Fractie Den Haan, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 64 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Erkens/Alkaya (stuk nr. 43, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 43 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Grinwis c.s. (stuk nr. 69, I) tot het invoegen van een onderdeel OA.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fractie van de VVD ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 69 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Ingevolge artikel 9.11, eerste lid, onderdeel a, van ons Reglement van Orde komt nu eerst het subamendement dat is ingediend op het amendement op stuk nr. 61 in stemming.

In stemming komt het gewijzigde subamendement-Erkens/Alkaya (stuk nr. 100, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, Fractie Den Haan, de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit gewijzigde subamendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP en het CDA ertegen, zodat de uitslag bij handopsteken niet kan worden vastgesteld.

We gaan dit dus even overnieuw doen.

In stemming komt het gewijzigde subamendement-Erkens/Alkaya (stuk nr. 100, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, Fractie Den Haan, de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit gewijzigde subamendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP en het CDA ertegen, zodat de uitslag bij handopsteken niet kan worden vastgesteld.

We gaan hier hoofdelijk over stemmen. Ik schors de vergadering voor een enkel moment, zodat we de voorbereidingen hiervoor kunnen treffen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Heel graag uiterste stilte in de zaal.

In stemming komt het gewijzigde subamendement-Erkens/Alkaya (stuk nr. 100, I).

Vóór stemmen de leden: Van Strien, Strolenberg, Temmink, Tielen, Valstar, Verkuijlen, Van Weerdenburg, Wilders, Van der Woude, Aartsen, Agema, Alkaya, Van Baarle, Becker, Beckerman, Bevers, Bijenhof, Martin Bosma, Brekelmans, Van Campen, Tony van Dijck, Dijk, Jasper van Dijk, Eerdmans, El Yassini, Ellian, Eppink, Erkens, Fritsma, De Graaf, Graus, Grevink, Den Haan, Van Haga, Haverkort, Rudmer Heerema, Heinen, Hermans, Van den Hil, Van Houwelingen, Léon de Jong, Kamminga, Van Kent, Kerseboom, Klink, Koerhuis, Kops, De Kort, Kuzu, Kwint, Madlener, Maeijer, Marijnissen, Markuszower, Van Meijeren, Michon-Derkzen, Minhas, Edgar Mulder, Van Nispen, Van der Plas, Rahimi, Rajkowski, Richardson, De Roon, Chris Simons en Smals.

Tegen stemmen de leden: Van der Staaij, Christine Teunissen, Hans Teunissen, Thijssen, Vedder, Warmerdam, Wassenberg, Werner, Westerveld, Van Weyenberg, Wuite, Akerboom, Amhaouch, Azarkan, Baudet, Belhaj, Van den Berg, Bergkamp, Bikker, Bisschop, Bontenbal, Boswijk, Boucke, Boulakjar, Van Breugel, Van den Brink, Bromet, Bushoff, Ceder, Dassen, Dekker-Abdulaziz, Inge van Dijk, Drost, Ellemeet, Van Esch, Van Ginneken, Van der Graaf, Grinwis, Tjeerd de Groot, Hammelburg, Pieter Heerma, De Hoop, Romke de Jong, Kat, Kathmann, Klaver, Koekkoek, Kröger, Krul, Kuik, Kuiken, Van der Laan, Van der Lee, Mohandis, Mutluer, Nijboer, Omtzigt, Ouwehand, Palland, Paulusma, Peters, Piri, Podt, Van Raan, Raemakers, Sahla, Sylvana Simons, Sjoerdsma, Slootweg en Sneller.

De voorzitter:
Excuus. We moeten deze hoofdelijke stemming helaas overnieuw doen. Het is niet anders. We moeten nog stiller zijn.

In stemming komt het gewijzigde subamendement-Erkens/Alkaya (stuk nr. 100, I).

Vóór stemmen de leden: Hermans, Van den Hil, Van Houwelingen, Léon de Jong, Kamminga, Van Kent, Kerseboom, Klink, Koerhuis, Kops, De Kort, Kuzu, Kwint, Madlener, Maeijer, Marijnissen, Markuszower, Van Meijeren, Michon-Derkzen, Minhas, Edgar Mulder, Van Nispen, Van der Plas, Rahimi, Rajkowski, Richardson, De Roon, Chris Simons, Smals, Van Strien, Strolenberg, Temmink, Tielen, Valstar, Verkuijlen, Van Weerdenburg, Wilders, Van der Woude, Aartsen, Agema, Alkaya, Van Baarle, Becker, Beckerman, Bevers, Bijenhof, Brekelmans, Van Campen, Tony van Dijck, Dijk, Jasper van Dijk, Eerdmans, El Yassini, Ellian, Eppink, Erkens, Fritsma, De Graaf, Graus, Grevink, Den Haan, Van Haga, Haverkort, Rudmer Heerema en Heinen.

Tegen stemmen de leden: De Hoop, Romke de Jong, Kat, Kathmann, Klaver, Koekkoek, Kröger, Krul, Kuik, Kuiken, Van der Laan, Van der Lee, Mohandis, Mutluer, Nijboer, Omtzigt, Palland, Paulusma, Peters, Piri, Podt, Van Raan, Raemakers, Sahla, Sylvana Simons, Sjoerdsma, Slootweg, Sneller, Van der Staaij, Christine Teunissen, Hans Teunissen, Thijssen, Vedder, Warmerdam, Wassenberg, Werner, Westerveld, Van Weyenberg, Wuite, Akerboom, Amhaouch, Belhaj, Van den Berg, Bergkamp, Bikker, Bisschop, Bontenbal, Boswijk, Boucke, Boulakjar, Van Breugel, Van den Brink, Bromet, Bushoff, Ceder, Dassen, Dekker-Abdulaziz, Inge van Dijk, Drost, Ellemeet, Van Esch, Van Ginneken, Van der Graaf, Grinwis, Tjeerd de Groot, Hammelburg en Pieter Heerma.

De voorzitter:
Ik constateer dat dit gewijzigde subamendement met 65 stemmen voor en 67 stemmen tegen is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde subamendement de overige op stuk nr. 100 voorkomende gewijzigde subamendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Grinwis c.s. (stuk nr. 61, I) tot het invoegen van een onderdeel B.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fractie van de VVD ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 61 voorkomende gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Tony van Dijck (stuk nr. 53).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, Fractie Den Haan, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Omtzigt c.s. (stuk nr. 63, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fractie van de VVD ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 63 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Inge van Dijk c.s. (stuk nr. 108) tot het invoegen van onderdelen H en I.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Beckerman/Alkaya (stuk nr. 52, I) tot het invoegen van een onderdeel Ba.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, de PVV en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 52 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Dassen (stuk nr. 33) tot het invoegen van een onderdeel Ba.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, de SGP en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Alkaya (stuk nr. 9) tot het invoegen van een onderdeel H.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Fractie Den Haan en de PvdD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Van Raan/Van Esch (stuk nr. 84) tot het invoegen van een artikel XVA.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Groep Van Haga en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Omtzigt c.s. (stuk nr. 55, I) tot het invoegen van een artikel XVA.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en de SGP voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 55 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Omtzigt c.s. (stuk nr. 112, I) tot het invoegen van artikel XVA.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en de SGP voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, de PvdD, D66, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 112 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Dassen (stuk nr. 22, I) tot het invoegen van onderdelen F tot en met H.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en D66 voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, DENK, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 22 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Alkaya (stuk nr. 34, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de ChristenUnie, de SGP, JA21, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de VVD, het CDA en Groep Van Haga ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 34 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Weyenberg/Hammelburg (stuk nr. 6, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en D66 voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 6 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Weyenberg/Hammelburg (stuk nr. 51, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66 en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 51 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Omtzigt (stuk nr. 27, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement de overige op stuk nr. 27 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Omtzigt (stuk nr. 29, I) tot het invoegen van een onderdeel G.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en JA21 voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 29 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Raan (stuk nr. 16) tot het invoegen van een onderdeel G.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, D66 en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Raan (stuk nr. 57) tot het invoegen van onderdelen G tot en met I.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA en de PvdD voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, DENK, Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Van Raan (stuk nr. 31) tot het invoegen van onderdelen G en H.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, D66 en de SGP voor dit nader gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, DENK, Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Van Raan (stuk nr. 15) tot het invoegen van een onderdeel G.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Van Raan/Christine Teunissen (stuk nr. 20, I) tot het invoegen van een artikel XXIIIA.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA en de PvdD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 20 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Raan (stuk nr. 21) tot het invoegen van een artikel XXIIIA.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Tony van Dijck (stuk nr. 39).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Erkens/Stoffer (stuk nr. 111, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, D66, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, de PVV en BBB voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, de ChristenUnie, JA21, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 111 voorkomende gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Raan/Van Esch (stuk nr. 50) tot het invoegen van een artikel XXVIA.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66 en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Omtzigt c.s. (stuk nr. 110, I) tot het invoegen van een artikel XXVIIIA.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit nader gewijzigde amendement hebben gestemd, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit nader gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 110 voorkomende nader gewijzigde amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Omtzigt (stuk nr. 28).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Stoffer c.s. (stuk nr. 67, I) tot het invoegen van onderdelen H en I.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en de VVD ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 67 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Erkens c.s. (stuk nr. 83, I) tot het invoegen van een onderdeel H.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD en D66 ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 83 voorkomende gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Nou, meneer de staatssecretaris, we gaan stemmen over het wetsvoorstel, over uw wetsvoorstel, over ons wetsvoorstel misschien, of niet?

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Grinwis c.s. (stuk nrs. 60, I tot en met IV), de amendementen-Inge van Dijk/Erkens (stuk nrs. 68, I tot en met VII), de amendementen-Van der Lee c.s. (stuk nrs. 11, I tot en met XII), de amendementen-Erkens/Alkaya (stuk nrs. 43, I en II), de amendementen-Grinwis c.s. (stuk nrs. 69, I en II), de gewijzigde amendementen-Grinwis c.s. (stuk nrs. 61, I tot en met VIII), de amendementen-Omtzigt c.s. (stuk nrs. 63, I en II), het gewijzigde amendement-Inge van Dijk c.s. (stuk nr. 108), de amendementen-Omtzigt (stuk nrs. 27, I tot en met III), de amendementen-Omtzigt (stuk nrs. 29, I en II), de gewijzigde amendementen-Erkens/Stoffer (stuk nrs. 111, I tot en met VI), de nader gewijzigde amendementen-Omtzigt c.s. (stuk nrs. 110, I en II) en de gewijzigde amendementen-Erkens c.s. (stuk nrs. 83, I tot en met III).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, de PVV en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, JA21, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen moties Pakket Belastingplan 2024

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2024),

te weten:

  • de motie-Tony van Dijck/Wilders over de btw op boodschappen schrappen (36418, nr. 65);
  • de motie-Tony van Dijck/Wilders over het eigen risico schrappen (36418, nr. 66);
  • de motie-Erkens/Eppink over een analyse van de stapeling van alle maatregelen gericht op de metallurgische en mineralogische sector (36418, nr. 70);
  • de motie-Erkens/Eppink over de grenseffecten van de accijnsverhoging op alcohol monitoren (36418, nr. 71);
  • de motie-Erkens over een differentiatie in de verbruiksbelasting in suikerhoudende dranken tussen vruchtensappen en andere dranken (36418, nr. 72);
  • de motie-Alkaya over de evaluatie van expatregelingen zo snel mogelijk starten (36418, nr. 73);
  • de motie-Alkaya over de invoering van een mondiale minimumvermogensbelasting voor miljardairs (36418, nr. 74);
  • de motie-Van Weyenberg c.s. over de invoering van een verbruiksbelasting op e-sigaretten (36418, nr. 75);
  • de motie-Van der Lee over zich in internationaal verband inzetten voor een wereldwijde miljardairsbelasting (36418, nr. 76);
  • de motie-Van der Lee over een duidelijk diagram opnemen in de aanslag inkomstenbelasting met de relatieve positie van de desbetreffende belastingplichtige in de inkomensverdeling (36418, nr. 77);
  • de motie-Inge van Dijk/Omtzigt over een tijdelijke commissie instellen voor de herziening van het belasting- en toeslagenstelsel (36418, nr. 78);
  • de motie-Inge van Dijk c.s. over ook het uurbedrag van de vrijwilligersvergoeding indexeren met de tabelcorrectiefactor (36418, nr. 79);
  • de motie-Inge van Dijk/Omtzigt over een voorstel om schorsing van campers standaard onder het laagtarief te laten vallen (36418, nr. 80);
  • de motie-Inge van Dijk over onderzoek naar een tariefdifferentiatie in de kansspelbelasting (36418, nr. 81);
  • de motie-Grinwis/Omtzigt over een bovennorm voor de marginale belastingdruk ontwikkelen (36418, nr. 85);
  • de motie-Grinwis c.s. over ook in Caribisch Nederland een systematiek implementeren waardoor een wml-stijging niet fiscaal wordt afgeroomd (36418, nr. 86);
  • de motie-Grinwis over een gedifferentieerde verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken invoeren op basis van suikergehalte (36418, nr. 87);
  • de motie-Grinwis/Stoffer over bedrijfsoverdrachten in het midden- en kleinbedrijf beter mogelijk maken door splitsing van beleggingsvermogen en ondernemingsvermogen (36418, nr. 88);
  • de motie-Grinwis/Stoffer over drempels in het belastingstelsel in kaart brengen (36418, nr. 89);
  • de motie-Stoffer c.s. over de uitwerking van de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 nauwkeurig monitoren (36418, nr. 90);
  • de motie-Stoffer/Eppink over het nemen van maatregelen die de marginale druk verlagen (36418, nr. 91);
  • de motie-Van Haga over de tegenbewijsregeling onderzoeken (36418, nr. 93);
  • de motie-Van Haga over een uitwerking en impactanalyse van de aanpassing van artikel 15b van de Wet op de vennootschapsbelasting (36418, nr. 94);
  • de motie-Van Haga over het terugdraaien van de versobering van de BOR (36418, nr. 95);
  • de motie-Van Haga over onderzoeken in welke mate versobering van de BOR leidt tot een ongelijker financieel speelveld tussen familiebedrijven en beursgenoteerde ondernemingen (36418, nr. 97);
  • de motie-Van Haga over het terugdraaien van de accijnsverhoging op bier (36418, nr. 98);
  • de motie-Van Haga over een gefaseerde invoering van de afschaffing van het verlaagde tarief van de motorrijtuigenbelasting voor personenauto’s op cng, lng en lpg (36418, nr. 99);
  • de motie-Omtzigt over het per 2024 versoberen van de bestaande regelingen ten aanzien van het onbelast verstrekken van extraterritoriale kosten voor ingekomen werknemers (36418, nr. 101);
  • de motie-Omtzigt over het aanhouden van het wetsvoorstel Fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw (36418, nr. 102);
  • de motie-Omtzigt over het voor kleine en middelgrote telers wettelijk mogelijk maken om samen gas in te kopen (36418, nr. 103);
  • de motie-Omtzigt over het aanhouden van het wetsvoorstel Fiscale klimaatmaatregelen industrie en elektriciteit (36418, nr. 104).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

De voorzitter:
De motie-Erkens/Eppink (36418, nr. 70) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Erkens, Eppink en Stoffer.

Zij krijgt nr. 114, was nr. 70 (36418).

De motie-Erkens/Eppink (36418, nr. 71) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Erkens, Eppink en Stoffer.

Zij krijgt nr. 115, was nr. 71 (36418).

Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Tony van Dijck/Wilders (36418, nr. 65).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Tony van Dijck/Wilders (36418, nr. 66).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, JA21, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Erkens c.s. (36418, nr. 114, was nr. 70).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, BIJ1 en de PvdD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Erkens c.s. (36418, nr. 115, was nr. 71).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, Fractie Den Haan en de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Erkens (36418, nr. 72).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA en de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Alkaya (36418, nr. 73).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en Fractie Den Haan ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Alkaya (36418, nr. 74).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, de SGP, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Weyenberg c.s. (36418, nr. 75).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

De heer Van Weyenberg.

De heer Van Weyenberg (D66):
Voorzitter. Nu mijn laatste motie — die ging weer over sigaretten; wie mij wat beter kent, weet dat dat wel een constante is in mijn belastingwerk — is aangenomen en ook heel breed is ondertekend, zou ik, om de opvolging te waarborgen, willen vragen of de staatssecretaris in januari een planning zou willen sturen naar de Kamer over hoe dit verder wordt uitgewerkt. Ik weet overigens dat ik ook op zijn steun kan rekenen.

De voorzitter:
Dank u wel. We zullen dit doorgeleiden, direct, naar de staatssecretaris.

In stemming komt de motie-Van der Lee (36418, nr. 76).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, de SGP, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Lee (36418, nr. 77).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Inge van Dijk/Omtzigt (36418, nr. 78).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, D66, de ChristenUnie en de VVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Inge van Dijk c.s. (36418, nr. 79).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de VVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Inge van Dijk/Omtzigt (36418, nr. 80).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA en de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Inge van Dijk (36418, nr. 81).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, BIJ1, de ChristenUnie, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Grinwis/Omtzigt (36418, nr. 85).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA en de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Grinwis c.s. (36418, nr. 86).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, JA21 en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Grinwis (36418, nr. 87).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, DENK, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Grinwis/Stoffer (36418, nr. 88).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD en Lid Omtzigt ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Grinwis/Stoffer (36418, nr. 89).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1 en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Stoffer c.s. (36418, nr. 90).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BIJ1, DENK, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA en de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Stoffer/Eppink (36418, nr. 91).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, D66, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

Mevrouw Simons van BIJ1.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Voorzitter. Ik zou graag worden geacht in de Handelingen te boek te staan als te hebben voorgestemd bij de moties op stukken nrs. 89 en 91.

De voorzitter:
Dank u zeer. Dat gaan wij opnemen in de Handelingen.

In stemming komt de motie-Van Haga (36418, nr. 93).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB …

We doen deze stemming opnieuw. Dat geeft helemaal niks; het is ook een lange lijst.

In stemming komt de motie-Van Haga (36418, nr. 93).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66 en het CDA ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Haga (36418, nr. 94).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en de PVV ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Haga (36418, nr. 95).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Haga (36418, nr. 97).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BIJ1, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Haga (36418, nr. 98).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Haga (36418, nr. 99).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Omtzigt (36418, nr. 101).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, D66, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Omtzigt (36418, nr. 102).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Omtzigt (36418, nr. 103).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66 en de VVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Omtzigt (36418, nr. 104).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

De heer Van Haga, Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
De motie op stuk nr. 93 over de tegenbewijsregeling was ontraden en is aangenomen. Ik wil graag binnen twee weken een brief, als dat kan.

De voorzitter:
Dat zullen we doorgeleiden richting het kabinet. Mevrouw Inge van Dijk, CDA.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
De motie op stuk nr. 78 van mijzelf en de heer Omtzigt is aangenomen. Wij zouden graag binnen twee weken een brief van het Presidium daarover willen ontvangen.

De voorzitter:
Dat gaan wij doorgeleiden naar het Presidium. De heer Grinwis, ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
De motie op stuk nr. 86 over het implementeren van een koppeling tussen wml-stijging en de belastingvrije som in Caribisch Nederland is aangenomen en die was ontraden. Graag hoor ik van de staatssecretaris hoe hij de systematiek van deze motie gaat implementeren.

De voorzitter:
Nog even over de motie richting het Presidium. Ik hoorde "twee weken", maar ik denk dat we iets meer tijd nodig hebben, zeg ik maar in alle eerlijkheid. Dat kan ik zeggen, omdat het het Presidium is, maar we doen ons best.

Dan gaan we naar het volgende agendapunt: 36419, Belastingplan BES-eilanden 2024. Kunnen we het nog volhouden of is er even behoefte aan een korte schorsing? Ja. Ik doe dat ook even voor de staf. Het lijkt me goed om even vijf minuten te schorsen, om even de benen te strekken. En dan gaan we weer verder.

De vergadering wordt van 3.17 uur tot 3.24 uur geschorst.


Stemmingen Belastingplan BES eilanden 2024

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan BES eilanden 2024) (36419).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

De voorzitter:
Ik heb net even wat vragen gekregen over de hoofdelijke stemming. Ik wil bevestigen dat we die opnieuw hebben gedaan, omdat de leden Azarkan en Bosma werden gehoord, maar niet aanwezig waren. Zij zijn niet meegeteld bij de hoofdelijke stemming, want die hebben we opnieuw gedaan.

Dan gaan we nu verder.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Grinwis/Van Weyenberg (stuk nr. 9, I) tot het invoegen van een onderdeel Da.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, FVD en BBB voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, JA21 en de PVV ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 9 voorkomende gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van de gewijzigde amendementen-Grinwis/Van Weyenberg (stuk nrs. 9, I tot en met III).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming Overige fiscale maatregelen 2024

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2024) (36420).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Successiewet 1956 in verband met aanpassingen in een aantal fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten (Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024) (36421).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt het amendement-Inge van Dijk c.s. (stuk nr. 8, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA en de PvdD ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 8 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Inge van Dijk/Erkens (stuk nr. 11, I) tot het invoegen van een onderdeel 0A.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66 en Lid Omtzigt ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 11 voorkomende gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van der Lee (stuk nr. 9).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA en de PvdD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Eppink (stuk nr. 7).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en de PVV ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Inge van Dijk c.s. (stuk nrs. 8, I en II) en de gewijzigde amendementen-Inge van Dijk/Erkens (stuk nrs. 11, I tot en met V).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21 en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de PvdD, de SGP, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 tot aanpassing van de regeling voor de fiscale beleggingsinstelling (Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling) (36422).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten tot aanpassing van de regelingen voor het fonds voor gemene rekening en de vrijgestelde beleggingsinstelling (Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling) (36423).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV, FVD en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fractie van Groep Van Haga ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming Wet compensatie wegens selectie aan de poort

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Regels ten behoeve van de compensatie voor burgers wegens de selectie van de aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen waarvan niet aannemelijk is dat die selectie heeft plaatsgevonden op fiscale gronden (Wet compensatie wegens selectie aan de poort) (36424).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de fractie van Lid Omtzigt ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten tot codificatie en aanvulling van het fiscale kwalificatiebeleid inzake buitenlandse rechtsvormen en tot afschaffing van de zelfstandige belastingplicht van de open commanditaire vennootschap (Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen) (36425).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt het gewijzigde amendement-Omtzigt (stuk nr. 9, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de VVD en het CDA ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 9 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.

De fractie van de Partij voor de Dieren verzoekt om eerst te stemmen over de wet en de ingediende amendementen bij punt 48 (Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag) alvorens te stemmen over de wet en de ingediende amendementen bij punt 42 (Wijziging van enkele belastingwetten, Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw). Dat betekent dat we eerst gaan naar punt 48. Bij mij is dat op bladzijde 33.


Stemmingen Wet fiscale klimaatmaatregelen industrie en elektriciteit

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag (Wet fiscale klimaatmaatregelen industrie en elektriciteit) (36432).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt het amendement-Van der Lee/Van Raan (stuk nr. 13, I) tot het invoegen van de onderdelen 0A tot en met 4A.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en D66 voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 13 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Koekoek (stuk nr. 15, I) tot het invoegen van de onderdelen 0A tot en met 2A.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA en de PvdD voor dit nader gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit nader gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 15 voorkomende nader gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Raan (stuk nr. 8, I) tot het invoegen van de onderdelen 0A tot en met 2A.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66 en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 8 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Raan (stuk nr. 16, I) tot het invoegen van de onderdelen 0A en 1A.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66 en de ChristenUnie voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 16 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Koekkoek (stuk nr. 7, I) tot het invoegen van een artikel IIa.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66 en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 7 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Erkens/Alkaya (stuk nr. 11).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van het amendement-Erkens/Alkaya (stuk nr. 11).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten (Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw) (36426).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt het amendement-Van der Lee (stuk nr. 11, I) tot het invoegen van een artikel 0I.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA en de PvdD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 11 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Raan (stuk nr. 7, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA en de PvdD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 7 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Grinwis c.s. (stuk nr. 14, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66 en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 14 voorkomende gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Raan (stuk nr. 15, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en D66 voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 15 voorkomende gewijzigde amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Raan (stuk nr. 16, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan en de PvdD voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, DENK, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 16 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Grinwis c.s. (stuk nr. 13) tot het invoegen van een artikel Xa.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD en D66 ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van de gewijzigde amendementen-Grinwis c.s. (stuk nrs. 14, I tot en met X) en het amendement-Grinwis c.s. (stuk nr. 13).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet waardering onroerende zaken en de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 in verband met het herwaarderen van de proceskostenvergoeding en vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn (Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm) (36427).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt het amendement-Inge van Dijk c.s. (stuk nr. 7, I) tot het invoegen van artikelen IIa en IIb.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, de VVD, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 7 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Inge van Dijk c.s. (stuk nrs. 7, I en II).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en de PVV voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming Wet tijdelijke regeling herzien aangifte inkomstenbelasting

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 met betrekking tot de bijzondere regels voor ambtshalve verminderingen (Wet tijdelijke regeling herzien aangifte inkomstenbelasting) (36428).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV, FVD en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fractie van Groep Van Haga ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming Wet verlaging eigen bijdrage huurtoeslag

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Verlaging van de eigen bijdrage in de huurtoeslag voor de jaren 2024 en verder (Wet verlaging eigen bijdrage huurtoeslag) (36429).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, de PVV, FVD en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21 en Groep Van Haga ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming Wijziging van de Algemene nabestaandenwet en de Participatiewet in verband met het in 2024 niet afbouwen van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene nabestaandenwet en de Participatiewet in verband met het in 2024 niet afbouwen van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon (36430).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd, zodat het is aangenomen.


Stemmingen Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget tot intensivering van het kindgebonden budget in verband met koopkrachtondersteuning

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget tot intensivering van het kindgebonden budget in verband met koopkrachtondersteuning (36431).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt het amendement-Tony van Dijck (stuk nr. 7, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, Volt, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 7 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd, zodat het is aangenomen.


Stemming Fiscale verzamelwet 2024

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2024) (36342).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, de PVV en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de PvdD, JA21, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming Wet minimumbelasting 2024

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Invoering van een minimumbelasting en wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990 in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2022/2523 van de Raad van 14 december 2022 tot waarborging van een mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor groepen van multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen in de Unie (PbEU 2022, L 328/1) (Wet minimumbelasting 2024) (36369).

(Zie vergadering van 25 oktober 2023.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, de PVV en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen moties Arbeidsmarktbeleid in de zorg

Aan de orde zijn de stemmingen over aangehouden moties, ingediend bij het tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid in de zorg,

te weten:

  • de motie-Dijk over het in publieke handen houden van Intravacc (29282, nr. 540);
  • de motie-Dijk over een fatsoenlijke loonstijging voor het personeel van Intravacc (29282, nr. 541).

(Zie vergadering van 24 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Dijk (29282, nr. 540).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en JA21 ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dijk (29282, nr. 541).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Vestigingsklimaat in Nederland

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het debat over het vestigingsklimaat in Nederland,

te weten:

  • de motie-Romke de Jong over onderzoek naar een groene tak van de Wbso-regeling waarmee het verduurzamen van productieprocessen kan worden gestimuleerd (32637, nr. 537).

(Zie vergadering van 5 september 2023.)

De voorzitter:
De motie-Romke de Jong (32637, nr. 537) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het innoveren en verduurzamen van een productieproces naast de aankoop van duurzame machines en apparaten ook voor een groot deel engineering en onderzoek behelst;

overwegende dat de ondernemer op dit moment zelf moet investeren om te onderzoeken hoe het productieproces kan worden verduurzaamd en of middelen ook veelzijdiger kunnen bijdragen aan de verduurzaming van diens productieproces;

constaterende dat de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (Wbso-regeling) ondernemers de mogelijkheid geeft om (een deel van) de loonkosten voor een S-project te laten vergoeden;

constaterende dat deze huidige regeling tekortschiet om (een deel van) de loonkosten voor de verduurzaming van productieprocessen, waarbij onderzoek wordt gedaan naar het verder ontwikkelen van een bestaand proces, te laten vergoeden;

verzoekt de regering te onderzoeken of er een groene tak van de Wbso-regeling kan worden opgezet om het verduurzamen van productieprocessen te stimuleren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 585, was nr. 537 (32637).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Romke de Jong (32637, nr. 585, was nr. 537).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Hoofdrailnetconcessie

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Hoofdrailnetconcessie,

te weten:

  • de motie-Van der Graaf over het volume op verschillende trajecten op werkdagen verhogen met twee per uur (29984, nr. 1151).

(Zie vergadering van 10 oktober 2023.)

De voorzitter:
De motie-Van der Graaf (29984, nr. 1151) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Van der Graaf, De Hoop en Alkaya, en luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het KiM in het rapport "Waar is de ov-reiziger gebleven" aangeeft dat sinds de coronapandemie minder gebruik wordt gemaakt van het ov, wat niet alleen ligt aan de gedragsveranderingen als gevolg van deze pandemie, maar ook aan de hoge inflatie en afschaling van dienstregelingen, waardoor de verwachting is dat, wanneer dienstregelingen weer opgeschaald worden, dit tot enig herstel in ov-gebruik zal leiden;

verzoekt de regering het volume van sprinters op de volgende trajecten en momenten te verhogen met twee per uur tot 19.00 uur en dit op te nemen in de HRN-concessie:

  • uiterlijk per 1 januari 2025: Zwolle-Leeuwarden (brede spits) en Zwolle-Groningen (brede spits), kostenneutraal conform de aangenomen motie Minhas c.s. (29984, nr. 1144);
  • uiterlijk per 1 januari 2027: Amersfoort-Harderwijk (buiten de spits), Lelystad-Zwolle (tenminste brede spits), Haarlem-Alkmaar (buiten de spits);

verzoekt de regering de kosten hiervan te dekken uit resterende budgetten van verkenningen uit artikel 11 van het Mobiliteitsfonds en te verwerken in de begroting van het Mobiliteitsfonds voor 2027,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 1171, was nr. 1151 (29984).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Graaf c.s. (29984, nr. 1171, was nr. 1151).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de VVD, het CDA en de PVV ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Algemene Politieke Beschouwingen

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij de Algemene Politieke Beschouwingen,

te weten:

  • de motie-Van Baarle over excuses maken voor de onwettige en heimelijke spionagepraktijken in de richting van Nederlandse moslims (36410, nr. 51).

(Zie vergadering van 21 september 2023.)

In stemming komt de motie-Van Baarle (36410, nr. 51).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en D66 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming Begroting Binnenlandse Zaken 2024 - Overige beleidsartikelen

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2024, het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2024 (B) en het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2024 (C),

te weten:

  • de motie-Van Baarle over het wettelijk vastleggen van de functie van Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (36410-VII, nr. 72).

(Zie vergadering van 19 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Van Baarle (36410-VII, nr. 72).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de stemmingen.

Mededelingen

Mededelingen

Mededelingen

De voorzitter:
U heeft natuurlijk heel veel zin in een speech. Hij is heel kort deze keer, want op 5 december nemen we uitgebreid afscheid. Ik wilde u inderdaad feliciteren, maar de heer Wilders heeft dat een beetje overgenomen. Ik zei tegen de heer Wilders: "Er is hier binnenkort een vacature, dus in die zin zou ik zeggen: grijp uw kans." Mevrouw Kuiken, gefeliciteerd. Meneer Markuszower, gefeliciteerd. Het is best bijzonder toch?

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Met al uw vrienden hier, dat moet heel fijn voelen.

Beste collega's, we zijn aan het einde gekomen van de lange stemmingen. Voordat ik de laatste vergadering ga afhameren, en daarmee het verkiezingsreces inluid, wil ik mij nog kort tot u richten. Voor een groot aantal van u zal het namelijk geen echt reces zijn, maar juist keihard werken om de kiezers te overtuigen om te gaan stemmen op 22 november, waarschijnlijk op uw eigen partij. Sinds de val van het kabinet draaien de campagnes al op volle toeren en dat zal alleen maar toenemen de komende weken. Ik moet zeggen: ik zie het al een beetje terugkomen in de laatste debatten. Dan ziet u elkaar niet meer hier, in de debatten in de commissiezalen en de plenaire zaal, maar dan ziet u elkaar voornamelijk op tv, staat u tegenover elkaar bij een verkiezingsbijeenkomst ergens in het land, of komt u elkaar tegen op een plein of bij een station om te flyeren.

Een klein aantal van u zal ik direct na de verkiezingen op 24 november zien om te spreken over de verkenningsfase van de kabinetsformatie. Ik ben ook heel blij dat we daar een debat over hebben gehad en daarvoor een richting bestendigd hebben. De rest van de collega's zal ik pas weer hier zien in de plenaire vergadering van 5 december, wanneer wij afscheid gaan nemen van deze Kamer. Dus kijk uw buurman of buurvrouw nog even diep in de ogen, want vandaag gaat u elkaar nog maar één keer zien in deze samenstelling, en dat is op 5 december.

Ik zie sommige mensen heel vrolijk kijken en sommige mensen wat beteuterd. Nee hoor, dat is niet helemaal waar. Ik zie dat iedereen beteuterd kijkt.

Omdat dit toch wel als een afscheid voelt, wil ik u nog wat meegeven. Wij hebben tweeënhalf jaar met elkaar in deze zaal doorgebracht. We hebben hier met elkaar gelachen, maar het kwam ook voor dat er een traan werd weggepinkt. We hebben de samenwerking opgezocht, maar het kon soms ook behoorlijk knetteren. Er zijn in deze zaal ook mooie vriendschappen ontstaan. Als ik terugkijk op de afgelopen periode, kan ik alleen maar constateren dat, ondanks de verschillen van inzicht, er heel veel inhoudelijke, mooie debatten zijn gevoerd, met respect voor elkaar. Daar ben ik trots op als Voorzitter.

Ik zie hoe hard er door de Kamer is gewerkt. U heeft het bijzondere voorrecht het volk te mogen dienen in deze Kamer. Dag in, dag uit doet ieder van u uw stinkende best om dit ambt zo goed mogelijk uit te oefenen. Dat is in deze tijden van polarisatie, bedreigingen en intimidaties niet altijd even makkelijk, zoals ook bijvoorbeeld vandaag. Er was een gewelddadig incident tegen de heer Baudet. Ik wens de fractie en de heer Baudet sterkte. Dat heb ik hem ook persoonlijk toegewenst. Want wat je ook denkt, wat je ook vindt, het hoort bij de democratie en onze rechtsstaat. Je blijft met je handen af van al onze Kamerleden.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Ook dank ik in het bijzonder de ambtelijke diensten die ons werk mogelijk maken en ook dit jaar echt weer enorm hard hebben gewerkt om dag en nacht klaar te staan, ook vandaag. Het is echt een huzarenstukje — dat mag ik wel zeggen — om de agenda's passend te maken, om alles te plannen en om u zo goed mogelijk te bedienen. Ik denk dat dat echt een hele harde roffel waard is.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Ik sluit af. Ik wens u een goed verkiezingsreces toe. Laat elkaar een beetje heel tijdens de campagne. Dan zie ik u hier weer op 5 december, en een aantal andere mensen voor de verkenningsfase. Een heel goed verkiezingsreces. Dank aan de staatssecretaris voor zijn aanwezigheid hier.

Sluiting

Sluiting 3.44 uur.