Plenair verslag Tweede Kamer, 91e vergadering
Dinsdag 22 juni 2021

  • Aanvang
    14:00 uur
  • Sluiting
    22:14 uur
  • Status
    Gecorrigeerd

Opening

Voorzitter: Bergkamp

Aanwezig zijn 139 leden der Kamer, te weten:

Aartsen, Agema, Alkaya, Amhaouch, Azarkan, Van Baarle, Becker, Beckerman, Beertema, Belhaj, Van den Berg, Bergkamp, Van Beukering-Huijbregts, Bikker, Bisschop, Bontenbal, Martin Bosma, Boswijk, Bouchallikh, Boucke, Boulakjar, Brekelmans, Bromet, Van Campen, Ceder, Dassen, Tony van Dijck, Gijs van Dijk, Inge van Dijk, Jasper van Dijk, Eerdmans, El Yassini, Ellemeet, Ellian, Ephraim, Eppink, Erkens, Fritsma, Geurts, Van Ginneken, De Graaf, Grinwis, Peter de Groot, Tjeerd de Groot, Gündoğan, Den Haan, Van Haga, Hagen, Hammelburg, Harbers, Rudmer Heerema, Pieter Heerma, Heinen, Hermans, Hijink, Van den Hil, Hoekstra, De Hoop, Van Houwelingen, Idsinga, Jansen, Jetten, Romke de Jong, Kamminga, Kat, Kathmann, Keijzer, Van Kent, Kerseboom, Klaver, Klink, Koekkoek, Koerhuis, Kops, De Kort, Kuik, Kuiken, Kuzu, Kwint, Van der Laan, Van der Lee, Leijten, Maatoug, Madlener, Maeijer, Marijnissen, Markuszower, Van Meenen, Van Meijeren, Michon-Derkzen, Minhas, Agnes Mulder, Edgar Mulder, De Neef, Nijboer, Van Nispen, Ouwehand, Palland, Paternotte, Paul, Paulusma, Peters, Piri, Van der Plas, Ploumen, Pouw-Verweij, Van Raan, Raemakers, Rajkowski, De Roon, Rutte, Schouten, Segers, Simons, Sjoerdsma, Sneller, Snels, Van der Staaij, Stoffer, Van Strien, Tellegen, Teunissen, Thijssen, Tielen, Valstar, Vestering, Vijlbrief, Aukje de Vries, Wassenberg, Van Weerdenburg, Van der Werf, Werner, Westerveld, Van Weyenberg, Wiersma, Van Wijngaarden, Wilders, Van der Woude en Wuite,

en mevrouw Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, mevrouw Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, mevrouw Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en de heer Rutte, minister-president, minister van Algemene Zaken.

De voorzitter:
Ik open de vergadering van dinsdag 22 juni.

Vragenuur

Vragenuur

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.


Vragen Eerdmans

Vragen van het lid Eerdmans aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht "Extra pendelbussen rond azc Ter Apel na incidenten met asielzoekers".

De voorzitter:
Aan de orde zijn de mondelinge vragen. Ik heet de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de Kamerleden en de kijkers thuis van harte welkom. Ik geef allereerst het woord aan de heer Eerdmans van JA21 voor zijn mondelinge vraag over het bericht "Extra pendelbussen rond azc Ter Apel na incidenten met asielzoekers". Gaat uw gang.

De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dat klopt. Dank u wel. Mevrouw de staatssecretaris. Al jaren zorgen veiligelanders vanuit het azc Ter Apel voor grote problemen. Inderdaad, ze willen niet betalen voor de bus of de trein, ze bedreigen personeel en veroorzaken vechtpartijen. Controles, extra veiligheidsmensen, stewards, boa's, alles is geprobeerd, zelfs een speciale asielbus tussen Ter Apel en het station Emmen. Het hielp helemaal niets, want negen van de tien buschauffeurs, zo begrijpen wij, voelen zich nog steeds onveilig. Ook die speciale pendelbus is een schijnoplossing gebleken, want door bezuinigingen van het Rijk zitten de mensen alsnog in de gewone bus, in de reguliere bus. Daarmee begint dus de ellende voor alle mensen die daar op het ov willen stappen, voor de Groningers en Drenten. Het probleem begint weer van voren af aan.

Daarom heb ik twee vragen aan deze staatssecretaris. De eerste is: hoe gaat u per direct zorgen dat die overlast van veiligelanders verdwijnt? Voor het begrip van de mensen thuis die kijken: "veiligelanders" zijn dus mensen die onze asielprocedure feitelijk misbruiken door hier een plek te willen krijgen, terwijl ze die bijna nooit zullen krijgen, want ze komen uit veilige landen. Het zijn mensen uit Marokko, Algerije en Tunesië vooral.

En twee: bent u het met ons eens dat al die maatregelen, van toolboxen tot aan boa's, ov-verboden, allerlei zaken, helemaal geen oplossing zijn voor de kern van het probleem, namelijk dat die mensen hier helemaal niet horen te zijn? Dat vindt iedereen. Zelfs mensen die het asielbeleid adoreren zeggen: mensen die geen recht op verblijf hebben, moeten we wegsturen. Voor alle duidelijkheid, ze misdragen zich niet alleen in de bus of in de pendelbus, maar ook daarbuiten. Ik ben zelf ook in Emmen geweest. Men klaagt over onrust in het centrum van Emmen. Ze zetten de buurt op stelten. Of ze pakken de doorreis via de trein en dan klaagt Arriva, ook daar de chauffeurs, over heel veel ellende in de trein door deze veiligelanders. Dus wat doet u aan dat kernprobleem?

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Voorzitter, dank. Dank ook aan de heer Eerdmans dat hij dit probleem naar voren brengt, want het is inderdaad een probleem. Het is ongelofelijk vervelend voor de omgeving daar en zeker ook voor de buschauffeurs en de mensen die daar belast zijn met het vervoer, dat ze op deze manier met enige regelmaat echt met heel hinderlijke zaken te maken hebben. Maar het speelt het langer. De heer Eerdmans heeft dat ook net naar voren gebracht. Het speelt al langer in het openbaar vervoer tussen Emmen en Ter Apel. Daarom is in 2019 besloten om een pilot te starten met een pendelbus naast de reguliere bus nummer 73 van Ter Apel naar Emmen. Die pendelbus rijdt dus van Ter Apel naar Emmen en vice versa.

Die pilot is goed gegaan en heeft ertoe geleid dat er gezegd is: dat gaan we institutionaliseren. De gemeente Westerwolde heeft daarvoor van mijn departement eenmalig een extra budget gekregen van €250.000 om dat mogelijk te maken. 8 oktober 2020 zijn de bedragen overgemaakt naar de gemeente Westerwolde om daaraan te werken. Daar wordt ook aan gewerkt. Die pendelbus is er, maar is afgeschaald omdat de frequentie van de bewoners die daar gebruik van maakten, heel erg laag lag. Toen is er dus besloten om af te schalen. Daar ga ik niet over, dat is aan de gemeente en de vervoerder. Maar die pendelbus rijdt nog steeds.

Ik moet wel zeggen dat sinds het instellen van die pendelbus het aantal incidenten substantieel is afgenomen. Dan gaat het bovendien ook om alle incidenten. De heer Eerdmans zegt, en ik geef hem daar wel gelijk in, dat het grotendeels, bijna altijd, inwoners van het azc zijn. Het kan ook zijn dat het andere mensen zijn, maar grotendeels zijn het inwoners van het azc. Er vinden dus nog wel incidenten plaats. Gevoelsmatig en met het oog op wat er in het verleden is gebeurd, is het heel erg begrijpelijk. Ik leef ook enorm mee met de buschauffeurs die zeggen: dit wil ik niet meer. De beheerders van de pendelbus hebben de frequentie van die pendelbussen laten dalen. Daardoor is de druk op lijn 72 toegenomen.

Tegelijkertijd moet ik het volgende zeggen. Dat is belangrijk om te weten. Qbuzz, de onderneming die die buslijnen exploiteert, heeft afgelopen april op basis van de uitkomsten van een FNV-enquête onder chauffeurs aan Drenthe laten weten dat ze het gevoel van onveiligheid serieus neemt, maar dat het opvalt dat het aantal incidenten of de ernst daarvan niet is toegenomen. Dat is dus niet gestegen. Gevoelsmatig is ieder incident er een te veel. Dat begrijp ik heel goed. Het is ook goed dat de heer Eerdmans het naar voren brengt.

Dan was specifiek de vraag van de heer Eerdmans hoe ik ervoor ga zorgen dat de overlast verdwijnt. Als incidenten worden veroorzaakt door bewoners van het azc, hebben we — dat kan ik heel snel zeggen — ketenmariniers, een toolbox, time-outplekken, sobere opvang en in de allerslechtste gevallen de mogelijkheid van de handhaving- en toezichtlocatie in Hoogeveen. Die maatregelen worden allemaal genomen. Daarnaast heb ik ook nog 1 miljoen per jaar toegekend aan gemeentes — dat is niet per gemeente, maar een totaalbedrag — om bijvoorbeeld een extra boa aan te nemen of extra camera's op te hangen. We doen heel veel om te zorgen dat we de overlast bestrijden, maar daarmee is het probleem niet opgelost.

Wat ik wel wil doen is het volgende. Ik zit natuurlijk gebonden aan wet- en regelgeving. De heer Eerdmans brengt met deze vragen dit specifieke probleem naar voren. Hoe ga ik per direct zorgen dat de overlast verdwijnt? De maatregelen die ik al genoemd heb en die we in Ter Apel allang toepassen, waarmee we de overlast wel terug hebben weten te dringen, blijven natuurlijk gehandhaafd. Maar ik ga serieus en per direct bekijken of het mogelijk is om degenen die toch nog voor incidenten zorgen op lijn 73 bij wijze van spreken linea recta in de htl te plaatsen als uiterste redmiddel. Als het crimineel gedrag betreft, komen natuurlijk de politie, het strafrecht en het Openbaar Ministerie in het vizier. Maar zolang het dat nog niet is, ga ik dat dus bekijken. Dat ga ik snel doen. Ik wil het snel weten, want ik leef wat dat betreft mee met de slachtoffers van die overlast, de buschauffeurs en zo. Die noemde de heer Eerdmans ook. Ik wil zorgen dat degenen die dat doen direct naar die htl gaan als het maar enigszins kan. Dat is mijn uiterste redmiddel.

De heer Eerdmans (JA21):
Ik hoopte dat de staatssecretaris zou zeggen: linea recta terug naar het land van herkomst. Ik denk namelijk dat dat de echte kernoplossing is. Je hebt het over mensen uit veilige landen die hier komen en die onze asielprocedure feitelijk misbruiken. Ze weten namelijk dat de kans 99% is dat ze hier geen asiel krijgen. Vervolgens zorgen ze voor ellende, bedreigingen, vechtpartijtjes en zitten ze het personeel van ons ov gewoon te intimideren. Het is toch van de gekke dat we die mensen dan nog eens een pendelbus gaan geven voor het eigen vervoer? Die moeten een vliegtuig naar Rabat krijgen. Dat zou je moeten doen. Dat is volgens mij ook mogelijk. Je moet gewoon een vliegtuig vol zetten en daar laten landen. Dan zal dat vliegtuig misschien terugkeren. Dan sturen we het nog een keer terug. Dit is toch van de gekke? We gaan mensen die hier ons het leven zo zuur maken, die geen recht op asiel hebben — nogmaals, het zijn geen vluchtelingen — toch niet nog eens servicen met stewards, toolboxen en extra boa's? Dat kost ons allemaal geld! Ik kan hier echt met de pet niet bij.

Ik zie in uw ogen dat u het probleem wel ziet. We zien gelukkig allemaal dat die agressie niet toelaatbaar is. Waarom handelen we daar in de kern niet naar? Dit blijft inderdaad een schijnoplossing. We kunnen inderdaad wel mensen in een htl terugzetten enzovoort, maar het probleem blijft dat veiligelanders hier voor ellende zorgen. U zegt dat de pendelbus is afgeschaald. Ik vrees dat het gevoel van onveiligheid niet wordt afgeschaald als de mensen morgen weer op buslijn 73 vanuit Emmen stappen. Die mensen zien met argusogen het probleem op zich afkomen, namelijk agressie van veiligelanders in die bus, in die trein of elders. Ik hoop dat u dit echt wilt meenemen: zet nou een keer dat vliegtuig vol, laat het landen in het veilige land van herkomst en kijk wat er gebeurt. Doe het gewoon! U heeft JA21 aan uw zijde.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Eerdmans. Dan geef ik het woord weer aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Het klinkt heel aantrekkelijk "zet ze in het vliegtuig en stuur ze weg", maar we leven in Nederland wel in een rechtsstaat, dus ben ik gebonden aan recht en regelgeving. Ik ben best bereid om te kijken naar de grenzen van de regelgeving en naar de grenzen van wat we kunnen doen, maar ik kan u wel zeggen dat "zet ze in het vliegtuig en stuur ze maar weg en laat het vliegtuig cirkelen, want ze mogen niet landen en ze gaan weer terug enzovoorts" in een rechtsstaat zoals wij die in Nederland kennen, niet mogelijk is. Dat klinkt aantrekkelijk, maar helaas. Maar al het andere probeer ik zo veel mogelijk te bereiken.

De voorzitter:
Tot slot, meneer Eerdmans.

De heer Eerdmans (JA21):
Vergeet alstublieft niet die chauffeurs en mensen die hier dagelijks mee te maken hebben. U heeft het nooit geprobeerd. U kunt wel zeggen dat het niet kan, maar het is ook nog nooit gedaan. Er zijn volgens mij vluchten tussen Amsterdam en Rabat of Algiers of elders. Dat is niet gedaan. U heeft het over de rechtsstaat. De rechtsstaat is volgens mij ook dat als je hier geen recht hebt op asiel, je hier gewoon weg moet. Ik zou zeggen: met kop en kont gewoon het land uit sodemieteren! Dat klinkt — excusez le mot, mevrouw de voorzitter — misschien wat grof, maar mensen zijn dit totaal zat.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Wat betreft mensen die in het zogeheten spoor 2 komen — dat zijn de veiligelanders — hebben we wel een versnelde procedure, een heel sobere opvang enzovoorts. We hebben maatregelen genomen om het zo onaantrekkelijk mogelijk te maken om hier te komen en asiel aan te vragen, maar als iemand asiel aanvraagt dan is het volgens de regelgeving, ook de Europese regelgeving, zo dat wij moeten reageren op die asielaanvraag. Dat betekent dat iemand in de asielprocedure komt. Die kunnen we inderdaad zo snel mogelijk doen voor de mensen waarvan we denken dat ze er niet voor in aanmerking komen, maar het is niet anders. Dat is echt de rechtsstaat waarin we leven.

De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Eerdmans, u bent door uw tijd heen. Er zijn wel een aantal vervolgvragen en u kunt zelf ook eventueel nog een vervolgvraag stellen. Dank u wel, meneer Eerdmans. U kunt gewoon weer gaan zitten. Dan geef ik allereerst het woord aan de heer Markuszower van de PVV, dan de heer Jasper van Dijk van de SP en dan de heer Wiersma van de VVD voor een korte vraag.

De heer Markuszower (PVV):
Wat de staatssecretaris als laatste zei, is natuurlijk niet waar. De opvang is helemaal niet zo sober. Bovendien gaat driekwart van alle asielzoekers die hier niet mogen blijven, die dus illegaal zijn, niet weg. Dat is één. De staatssecretaris zou de grenzen moeten sluiten. Dat doet ze niet, maar nu ze eenmaal die bussen al heeft ingezet en ze het vliegtuig niet wil inzetten, stuur die bussen dan maar gelijk door naar Marokko. Waarom doet de staatssecretaris dat niet? En komt u alstublieft niet aan met al die internationale nepverdragen, want die kan de staatssecretaris gewoon opzeggen. Doe dat nou!

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Ik kan de oproep van de heer Markuszower begrijpen. Ik begrijp dat dat gevoelen heerst, maar desalniettemin moet ik toch zeggen — en ik ben er ook trots op dat Nederland een rechtsstaat is — dat we ons houden aan internationale wet- en regelgeving én aan onze eigen wet- en regelgeving én aan de jurisprudentie, de uitspraken van de rechter. Je kunt niet even makkelijk zeggen: zeg het verdrag op. We hebben een onderzoek laten doen door de heer Donner en anderen naar het Vluchtelingenverdrag uit 1951. Een hele simpele conclusie van dit dikke rapport is: stel dat je het Vluchtelingenverdrag zou opzeggen, dan heb je te maken met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en met jurisprudentie en alles wat we in Nederland aan regelgeving hebben. Dus het opzeggen van dat verdrag lost niet het probleem op zoals de heer Markuszower het schetst. Het is niet de oplossing van het vraagstuk.

De heer Markuszower (PVV):
Dat EVRM-verdrag moet natuurlijk ook opgezegd worden; logisch. De staatssecretaris zegt dat ze wel begrijpt wat we zeggen en wat de problemen zijn, maar ze zegt ook: ik heb eigenlijk geen oplossing. Dus wat is nou het antwoord van de regering, wat is nou het antwoord van deze staatssecretaris? Ze ziet de problemen maar ze zegt eigenlijk: we zijn gebonden aan internationale verdragen en ik ga daar gewoon niks mee doen.

De voorzitter:
Dank u wel.

De heer Markuszower (PVV):
Waarom is de staatssecretaris überhaupt nog staatssecretaris als ze eigenlijk zegt: ik ga helemaal niks meer doen?

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Het wordt iets te simpel voorgesteld door de heer Markuszower, die een tegenstelling plaatst die niet helemaal een tegenstelling is. Met de mogelijkheden die er zijn in wet- en regelgeving en jurisprudentie zoek ik het uiterste op van wat ik kan doen om ervoor te zorgen dat de aanvragen van mensen die geen recht hebben op asiel zo snel mogelijk behandeld worden, dat ze sober worden opgevangen, enzovoort. Maar tegelijkertijd moet ik ook zeggen dat het voor Nederland van belang is dat wij een systeem hebben dat mensen die bescherming nodig hebben, die bescherming ook geeft. Daar sta ik voor.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Zwartrijden, agressie en intimidatie zijn ontoelaatbaar. Als terugkeer dan niet lukt, omdat bijvoorbeeld Marokko niet met u wil praten, dan moet u zorgen voor veiligheid. 90% van de buschauffeurs voelt zich onveilig op die bussen. Bent u bereid om naar dat gebied toe te gaan en te zeggen "wij gaan nu maatregelen nemen door permanent beveiligers op die bussen te zetten" — het is een second best oplossing, maar als terugkeer niet lukt, kan dat geregeld worden — in plaats van te verwijzen naar de lokale overheid? U bent hier de verantwoordelijke. U kunt wat doen, gaat u ernaar toe.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Ik weet niet of de heer Jasper van Dijk mij heeft horen verwijzen naar de lokale overheid. Ik heb het daar niet over gehad. Ik heb het erover gehad dat wij een pilot hebben gehad met de speciale pendelbus van Ter Apel naar Emmen. Die pilot is een succes geweest en daardoor is de pendelbus definitief geworden. We hebben de gemeente — die beheert dat — €250.000 gegeven. Ik vind dat wij van de kant van het ministerie daar een hoop aan gedaan hebben. Ik ben ook regelmatig in contact met de burgemeester en andere mensen in Ter Apel over de problemen die er zijn.

De heer Van Dijk zegt "Broekers, ga naar de buschauffeurs en ga met ze praten". Ik doe dat met alle liefde, want ik begrijp heel goed hoe ontzettend vervelend, naar en ook bedreigend het ook is om het gevoel te hebben "daar kom ik met mijn bus, o wat gaat er nu weer gebeuren?". Dat is echt verschrikkelijk. Ik wil er ook persoonlijk, door erheen te gaan, alles aan doen wat mogelijk is. Het is niet dat ik het afschuif op gemeentes, maar het is een verantwoordelijkheid die ook bij gemeente, provincie en vervoerder ligt. Het is niet alleen maar Broekers en JenV die het moeten doen. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Ik wil mijn verantwoordelijkheid in ieder geval nemen, maar ik wil ook vaststellen — ik moet dat toch benoemen — dat Qbuzz zegt dat het niet ernstiger is geworden. Het is helemaal niet ernstiger geworden, het is heel erg afgenomen door de pendeldienst en het heeft nu een bepaald niveau. Maar het is niet acceptabel, dat zeg ik ook tegen de heer Van Dijk. Het is niet acceptabel, maar het is niet toegenomen.

De voorzitter:
Dank u wel.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Maar het gevoel wel en daarom ga ik met alle liefde morgen naar Ter Apel, of overmorgen; net wat de agenda wat de agenda toelaat natuurlijk, maar zo snel mogelijk.

De voorzitter:
Dat is een mooie toezegging. De heer Van Dijk nog? Nee. Dan ga ik naar Wiersma van de VVD en dan de heer Van Meijeren van Forum voor Democratie, de heer Ceder, ChristenUnie en mevrouw Van der Plas van BBB.

De heer Wiersma (VVD):
Het is natuurlijk ook van de zotte. Je bent hier te gast, je komt hier de boel verstieren en dan krijg je als beloning een privébus. Dat is totaal, totaal de omgekeerde wereld. Als er al een bus zou rijden, dan moet hij inderdaad linea recta naar het aso-azc, zoals de staatssecretaris terecht zegt. Maar er zit ook iets tussen: een vervoersverbod. Het valt mij op dat in de regio Ter Apel — we hebben het hier al lang over, al jaren — dat vervoersverbod niet van de grond komt. Het is mogelijk om dat te doen, maar er zijn nul verboden uitgedeeld in die regio. Waarom lukt dat niet? Mijn vraag aan de staatssecretaris is: gaat u ervoor zorgen dat vanaf morgen die vervoersverboden daar worden uitgedeeld aan deze raddraaiers die het verpesten voor de chauffeurs en voor iedereen die gewoon, normaal met het ov wil kunnen reizen?

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Ik ga niet over de vervoersverboden. Dat is de minister van IenW. Maar dat is natuurlijk een slap verhaal. Ik begrijp dat de heer Wiersma dat niet van mij wil horen. Wel gaan we meteen na de zomer een pilot starten met een regionaal vervoersverbod op de Vechtdallijn. Het heeft lang geduurd voor die pilot kon starten, want er moesten eerst AVG-belemmeringen worden weggenomen. Dat gaat nu gebeuren. We werken samen met IenW, verschillende vervoerders, de politie, de ketenmariniers. De pilot met een regionaal vervoersverbod gaat van start. Ik hoop van harte dat de uitkomst daarvan goed is, zodat we dat ook daarop zouden kunnen toepassen, want als het bij het ene kan, dan moet het bij het andere ook kunnen lukken. Maar de pilot start dus na de zomer.

De heer Van Meijeren (FVD):
De staatssecretaris gaf zojuist aan dat zij illegalen niet op het vliegtuig terug naar het land van herkomst wil zetten, omdat dat moeilijkheden zou opleveren met internationale verdragen. Nu werkt Forum voor Democratie aan een voorstel in ons nationale recht om illegaal verblijf in Nederland strafbaar te stellen, zodat het in ieder geval minder aantrekkelijk wordt voor asielzoekers om naar Nederland te komen en zodat ze, als ze eenmaal opgesloten zijn, ook eerder vrijwillig willen vertrekken. Kan dit voorstel ook op steun van de staatssecretaris rekenen?

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Die vraag van de heer Vermeeren kan ik niet zo beantwoorden.

De voorzitter:
Van Meijeren.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Wat zei u?

De voorzitter:
Van Meijeren.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Neemt u me niet kwalijk, Van Meijeren. Ik schrijf het meteen op: Van Meijeren. Ik maak deel uit van het kabinet en ik kan hier niet gaan zeggen wat ik vind of wat ik niet vind. Ik ben onderdeel van het kabinet en dat is hier van belang. Ik hoorde de heer Van Meijeren — nu heb ik het goed gezegd hè, voorzitter? — zeggen dat ik ze niet op het vliegtuig wíl zetten. Ik zou het wel willen, maar ik kan het niet en ik doe het niet, omdat we in een rechtsstaat leven. Dat is het systeem dat wij in Nederland kennen.

De heer Van Meijeren (FVD):
De staatssecretaris gaf zojuist wel aan dat ze alle grenzen van de wet- en regelgeving wil opzoeken om dit probleem op te lossen. Nu komt Forum voor Democratie met een concreet voorstel. Het is gewoon te regelen in het nationale recht. Het is ook in lijn met internationaal recht. In onze buurlanden Duitsland, België, Frankrijk, Noorwegen en Zweden is illegaal verblijf strafbaar. Dan kan de staatssecretaris toch aangeven dat ze dit met veel belangstelling zal overwegen en het liefst ook gewoon haar steun hiervoor uitspreken? Het is allemaal niet zo heel erg ingewikkeld als u denkt.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Ik heb daar zonet al een duidelijk antwoord op gegeven aan de heer Van Meijeren.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Het is natuurlijk verschrikkelijk wat buschauffeurs overkomt. Ik heb net een aantal goede maatregelen gehoord. Ik heb ook begrepen dat de staatssecretaris op bezoek gaat. Ik heb nog niet gehoord welke afspraken je aan de voorkant met het aanmeldcentrum kan maken over de begeleiding van de asielzoekers die daarnaartoe komen. Het is van belang dat ze daar ook de juiste aanwijzingen krijgen. Kunt u ook toezeggen dat u daarnaar gaat kijken? Het is belangrijk dat we niet alleen achteraf handhaven wanneer dat nodig is, wat ik overigens steun, maar dat we er ook aan de voorkant met elkaar over in gesprek gaan dat dit überhaupt niet kan voorkomen. Bent u dat met mij eens?

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Degenen die zich in Ter Apel melden, krijgen uitgebreid instructies over de huisregels en de regels ten aanzien van de omgeving en de buurt enzovoort, enzovoort. Daar wordt enorm veel aandacht aan besteed, om ervoor te zorgen dat iedereen heel erg goed op de hoogte is van wat kan, maar vooral ook wat niet kan en niet mag. Laten we heel duidelijk zijn, tenminste zo kijk ik ernaar: de mensen die in Ter Apel komen, vragen bij ons om asiel en worden door ons opgevangen in het azc — of ze nu wel recht hebben op asiel of niet, dat weten we op dat moment nog niet — maar zij zijn wel gast bij ons. Ik vind dat men zich als gast wel moet gedragen in Nederland. Dan ga je geen buschauffeurs intimideren en vervelende dingen doen. Maar die instructies, die regels, worden van tevoren verstrekt.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik ben het eens met de staatssecretaris, maar uit een rapport van vorige week, waar we het waarschijnlijk later over gaan hebben, blijkt dat de begeleiding van mensen die misschien geestelijke problematiek of een kort lontje hebben — dat zijn juist de groepen die dit soort aanwijzingen niet aannemen — aan de voorkant wellicht beter zou kunnen. Ik ben het met uw lijn eens, maar als u naar Ter Apel gaat, is het dan niet verstandig om ook te kijken naar de vraag hoe we extra aandacht kunnen besteden aan deze specifieke groep? Want dit is waarschijnlijk de groep die ook voor overlast zorgt.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
De heer Ceder doelt volgens mij op het rapport van de Inspectie JenV dat naar aanleiding van de overlast is gemaakt. Ik heb daar ook een reactie op gestuurd namens het kabinet. Ik moet wel zeggen dat het personeel van de COA's de azc's beheert, maar dat dit geen behandelklinieken zijn. We gaan in gesprek … We zijn allang in gesprek met VWS, ggz enzovoort om te kijken hoe we dat beter en anders kunnen aanpakken. Want nogmaals, een medewerker die een azc beheert om te zorgen dat iedereen er woont, voedsel krijgt enzovoort, enzovoort, kan niet omgaan met mensen met multiproblematiek, met zware verslavingsproblematiek. Dat gaat niet. Dat is inderdaad een heel zorgelijk iets, maar we zijn dus al langere tijd in gesprek met instanties die daar wél verstand van hebben over hoe we dat het beste kunnen aanpakken.

De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Van der Plas, BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Beveiligers en boa's op een bus zijn natuurlijk sowieso al een lachertje in Nederland, want boa's worden helemaal niet gefaciliteerd. Die hebben helemaal geen middelen. Die kunnen alleen maar de-escalerend optreden, zoals dat dan zo mooi heet. Vervolgens gebeurt er wat en wordt er verder geknokt. Dan moeten ze evengoed nog de politie bellen. Ik snap dus helemaal niet waarom boa's daarvoor worden ingezet, want het helpt helemaal niks. Ze worden zelf in gevaar gebracht. Ik vraag me af waarom we die boa's niet een keer de middelen gaan geven, zodat ze ook echt kunnen optreden; die discussie loopt hier misschien parallel aan.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
De discussie over het verstrekken van middelen aan boa's om echt te kunnen optreden, zoals mevrouw Van der Plas zegt, is al eerder gevoerd en wordt permanent gevoerd met de minister van Justitie en Veiligheid. Daar wil ik mij dus buiten houden; daar ga ik niet over. Maar de aanwezigheid van boa's, onder andere in het winkelcentrum in Westerwolde maar ook in het openbaar vervoer, helpt wel om te zorgen dat mensen die nare dingen in de zin hebben, zich beheersen. Maar ik ben het ook met mevrouw Van der Plas eens dat de politie moet komen als er werkelijk wat gebeurt. Maar het is ook zo dat de gemeente Westerwolde vijf extra politiemensen heeft, juist vanwege het feit dat het azc Ter Apel daar is.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Vijf extra politiemensen omdat een stel raddraaiers het nodig vindt om buschauffeurs in elkaar te slaan, terwijl er ook andere incidenten plaatsvinden, zoals dat ook zo mooi heet. Ik blijf bij mijn vraag. U zegt dat u daar niet op kan ingaan omdat dat een zaak van de minister van Justitie is, maar ik wil het hier toch nog een keer onder de aandacht brengen. Het zetten van boa's in die bus is alleen maar symptoombestrijding.

De voorzitter:
Maar uw vraag misschien nog aan de staatssecretaris? Want dit is een vragenuur.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja, sorry. Mijn vraag is om dit nog een keer bij de minister van Justitie en Veiligheid onder de aandacht te brengen en dat we daar gewoon eindelijk een keer werk van gaan maken. Ik heb een boa in de familie. Elke dag van zijn leven weet hij gewoon helemaal niet wat hem gebeurt. Hij zegt: ik heb totaal geen middelen en ik mag helemaal niks gebruiken; het enige wat wij kunnen doen, is de politie bellen. Volgens mij wordt dat probleem, even los van dit probleem, gewoon niet voldoende onderkend, want als er wordt gezegd dat we boa's moeten bewapenen, wordt er gezegd dat dat niet mag omdat ze daar de opleiding niet voor hebben. Nou, ik weet uit ervaring dat boa's gewoon een hele goede en strakke opleiding krijgen. Mijn vraag is dus: brengt u dit nog een keer onder de aandacht en laten we het hier nog een keer over hebben.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Ik weet zeker dat dit onderwerp de aandacht heeft van mijn collega, minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid, maar als ik hem spreek, zal ik opnieuw zeggen dat dit vandaag weer naar voren is gebracht.

De heer Eerdmans (JA21):
Ter afronding van dit debat: het is dus symptoombestrijding, wat we ook doen. Dat moeten we, denk ik, met elkaar vaststellen. Kijk, Marokko zegt consequent en structureel: wij nemen die mensen niet terug. Daar heeft u gelijk in; dat doen zij niet, wat wij ook vragen. De vraag is dus of diplomatie dan nog wel het middel is. Als u bang bent voor een rel of voor een ordeverstoring in de diplomatieke relatie, zouden we dan toch niet een keer onze tanden moeten laten zien? Want u bent al eerder met een stok Marokko uitgejaagd, van: wij willen niet met mevrouw Knol praten. Wordt het niet eens tijd om toch echt de grens op te zoeken, zoals al eerder verzocht is? Even die confrontatie …

De voorzitter:
Dank u wel.

De heer Eerdmans (JA21):
Dan maar even ruzie, maar dit is een immens probleem. Dat lossen we echt niet op met boa's.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Het is de heer Eerdmans misschien bekend dat in september jongstleden het nieuwe migratiepact van de Europese Commissie is gekomen. Daar praten we ook over in Europees verband. En alle 27 lidstaten zijn het over één ding eens, namelijk terugkeer, terugkeer en nog eens terugkeer. Daar wordt hard aan gewerkt door de Commissie, samen met lidstaten, om de goede impact te hebben. De heer Eerdmans noemt één land, maar er zijn meerdere landen waarbij de terugkeer lastig is. Daar wordt hard aan gewerkt, om te zorgen dat we dat beter voor elkaar gaan krijgen. Als dat namelijk echt efficiënt zou werken, zouden we van een heleboel problemen af zijn. Daar heeft de heer Eerdmans groot gelijk in.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van harte bedanken.


Vragen Aartsen

Vragen van het lid Aartsen aan de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht "Kleine winkelier machteloos als huurbaas geen korting geeft".

De voorzitter:
Hartelijk welkom aan de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. Ik wil graag het woord geven aan de heer Aartsen, voor zijn mondelinge vraag over het bericht "Kleine winkelier machteloos als huurbaas geen korting geeft". We gaan eerst even schoonmaken, en dan kan de staatssecretaris ook haar plaats innemen. Rustig aan; u bent onze gast!

De heer Aartsen (VVD):
Dank u, voorzitter. Veel kleine ondernemers zijn de afgelopen anderhalf jaar hard geraakt door de coronamaatregelen. Velen hebben helaas hun deuren dicht moeten houden en zijn lange tijd gesloten geweest. Zij hebben een verschrikkelijk groot offer moeten brengen om dit land gezond en veilig te houden. Corona is en was geen ondernemersrisico. Veel ondernemers hebben gelukkig met creatieve oplossingen wel hun hoofd boven water geprobeerd te houden, maar er is en was nog steeds verschrikkelijk veel financiële schade. De steunpakketten hebben gelukkig iets kunnen helpen, maar we kunnen niet verhullen dat ondernemers nog steeds verschrikkelijk veel financiële pijn voelen.

Voorzitter. Het uitgangspunt van die steunpakketten was om die pijn te verdelen. Ook verhuurders moesten een deel van die rekening oppakken. En gelukkig zijn er veel verhuurders geweest die samen met hun huurders hebben gekeken wat er mogelijk was om die rekening eerlijk te verdelen. Maar, en daar moeten we ook eerlijk over zijn, we zien ook dat er nog steeds verhuurders zijn die simpelweg de volle mep hebben gerekend aan hun huurders tijdens de lockdownperiode. De rechter heeft geoordeeld dat dat niet de bedoeling was. De rechter heeft geoordeeld dat ondernemers gemiddeld gezien 50% huurkorting krijgen. Samen delen we die rekening.

En nu zien we helaas, voorzitter, dat die ondernemers niet naar de rechter stappen, vanwege de hoge juridische kosten. Die ondernemers staan dus letterlijk in hun recht, juridisch, maar ook moreel, zoals wij dat hier met elkaar vonden, en toch kunnen ze hun recht niet halen. Ik vraag aan het kabinet wat het gaat doen om deze ondernemers nu te helpen. De VVD heeft, samen met GroenLinks nota bene, hier al een keer eerder een voorstel ingediend voor een wettelijk kader. Mijn vraag is: waarom kan dat nou niet? Waarom lukt het nou niet om iets wat de rechter zegt, iets wat we hier met elkaar hebben afgesproken, ook echt in de praktijk te laten plaatsvinden?

De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Keijzer:
Dat was kort maar krachtig uitgesproken door de heer Aartsen. Ik heb het artikel in Het Financieele Dagblad, dat aanleiding is voor dit vragenuurtje, natuurlijk ook gelezen. Het is niet de eerste keer dat wij met elkaar in gesprek gaan over dit onderwerp. Dat zijn we de afgelopen tijd vaker geweest. In verschillende debatten heeft u dit onderwerp ook besproken met mijn collega's, de drie ministers. Er is ook al een heleboel gebeurd. Op 25 maart 2020 zaten de toenmalig minister van Economische Zaken en mijn persoon meteen al aan tafel met detailhandels en verhuurders, en op 1 april van dat jaar ook meteen al met brouwers en de horeca. We hebben elke keer weer met elkaar gezegd: doe dit nou op een faire manier. Als je dit samen moet doen — en dit kunnen we alleen maar samen met elkaar doen — betekent dat ook dat je moet bewegen vanuit de verhuurderskant.

Natuurlijk hebben we vervolgens ook bezien of je op een bepaalde manier kunt ingrijpen in het huurrecht. Los van het feit dat dat nogal een ingreep is, omdat je ingrijpt in het recht op eigendom, moet je dan wel heel goed bezien hoe je dat doet. Want de ene verhuurder is de andere niet, en de ene huurder is ook de andere niet. Er zijn grote verhuurders, aandeelhouders en gestuurde internationale vastgoedeigenaren van het ene tot aan het andere uiterste. Er is ook de kleine verhuurder die zijn voormalige eigen winkelpand nu verhuurt, waarvan de huurpenningen zijn pensioen zijn. Daarnaast heb je zelfs in de detailhandel winnaars en verliezers. Supermarkten hebben het fantastisch gedaan, detailhandel en non-food niet. Uiteindelijk zijn we dus tot de conclusie gekomen dat je daar in ieder geval niet kunt ingrijpen.

We zijn wel samen met de sectoren gekomen tot kaders waarin een soort stappenplan en afspraken zitten over hoe te komen tot huurmatiging. Je ziet nu — dat blijkt ook uit jurisprudentie — dat die weg ook bewandeld wordt door rechters. Ja, er is sprake van een huurovereenkomst, maar de redelijkheid en billijkheid geven in die casussen aanleiding tot aanpassing van die huurafspraken.

Voorzitter. Er is dus heel veel gebeurd. Uit een ledenraadpleging van INretail blijkt dat 60% van de leden een afspraak heeft kunnen maken met zijn verhuurder. 10% heeft daar geen behoefte aan en de overblijvende 30% is nog in gesprek. Ook op de site van de Kamer van Koophandel kunnen ondernemers opzoeken hoe deze weg uiteindelijk te bewandelen.

Voorzitter. Er is dus een wettelijk kader. Er worden en zijn procedures gevoerd. In dat wettelijk kader geeft de rechter uiteindelijk aan dat de redelijkheid en de billijkheid vergen dat huurpenningen worden aangepast in de situaties waarin dat aan de orde is. Daarmee gaat het nu in de meeste gevallen beter dan in het begin van de crisis, toen wij met zijn allen angst hadden.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Aartsen.

De heer Aartsen (VVD):
De staatssecretaris is een optimistisch mens: in de meeste gevallen gaat het goed. Ik hoor haar ook zeggen dat 30%, een derde, dus nog gewoon nul op het rekest krijgt bij de verhuurder. We zijn nu anderhalf jaar verder. Het lijkt me toch dat de meeste gesprekken al wel een aantal keer hebben plaatsgevonden en dat we kunnen concluderen dat er in 30% van de gevallen dus geen medewerking wordt verleend om samen die rekening te delen. De Tweede Kamer, als medewetgever, het kabinet en ook de rechter hebben hierover een aantal keer met elkaar gezegd: "Het is staande jurisprudentie. Als je geen maatregelen hebt kunnen treffen met je verhuurder, dan kun je naar de rechter stappen. En dan zegt de rechter dat je 50% huurkorting krijgt op basis van het omzetverlies dat is geleden." Als je geen maatregelen hebt kunnen treffen met je verhuurder, dan kun je naar de rechter stappen en dan zegt de rechter: 50% huurkorting op basis van het omzetverlies dat is geleden. Dat is de staande jurisprudentie. We zien alleen dat het heel veel kleine ondernemers dus niet lukt om naar die rechter toe te gaan om in hun recht te komen staan. Mijn vraag aan de staatssecretaris is wat zij gaat doen om die ondernemers te helpen. Kunnen we bijvoorbeeld kijken of we iets met mediation kunnen? We hebben een Kamer van Koophandel, een RVO, gemeentes en noem maar op. Kunnen we iets met huurakkoorden? Kunnen we bijvoorbeeld iets met huurders van grote beleggers? En denk ook aan gemeentes. We hebben bij de gemeente Amsterdam nota bene hemel en aarde moeten bewegen om eindelijk een keer, na een jaar, iets te doen. Dat is nota bene eigen medeoverheid die het vertikt om kleine ondernemers te helpen. Kan het kabinet een actievere houding aannemen om bijvoorbeeld gemeentes en grotere institutionele beleggers aan te spreken op hun verantwoordelijkheid? Wat zeg ik, niet eens op hun verantwoordelijkheid, maar op de jurisprudentie die we met elkaar hebben gecreëerd in de rechtsstaat die we hebben! Wat kan het kabinet hieraan doen?

De voorzitter:
Dank u wel. De staatssecretaris.

Staatssecretaris Keijzer:
Ik heb juist in mijn beantwoording in de eerste termijn aangegeven wat we allemaal gedaan hebben om de kleinere ondernemers te helpen. Ik vertel u niets nieuws als ik u vertel over de tegemoetkoming in de vaste lasten, waarin de vergoedingspercentages in Q4 nog 50% tot 70% waren, in Q1 naar 85% gingen en in Q2 100% waren. Dat is een tegemoetkoming in de vaste lasten. Huurpenningen zijn vaste lasten. We hebben daar dus stappen gezet. We zijn het gesprek aangegaan met de branches. Dat heeft geleid tot de steunakkoorden waarin de huurafspraken ook nadrukkelijk aan de orde komen. Ik heb zelf — en ook verschillende collega's in het kabinet — meerdere keren aangegeven dat je dit met elkaar moet doen, dat je dus samen in gesprek moet gaan met je verhuurder. Over verhuurders waarvan ik vernam dat zij de telefoon niet opnemen, heb ik publiekelijk gezegd dat ik — om het maar eens netjes en ook nog in het Engels te zeggen — dat not done vond. Maar uiteindelijk zullen hier wel afspraken gemaakt moeten worden. Laten we ook met elkaar vaststellen dat we niet precies alle casussen kennen van de 30% in retail die zegt nog in gesprek te zijn. Je moet elke keer goed kijken: begint iemand met een heel hoge of met een heel lage huur? Heeft iemand nog op een andere manier omzet kunnen draaien? Dat zijn allemaal van die factoren die meegenomen worden door rechters op het moment dat het voorligt. Dat zijn ook de gesprekken die gevoerd moeten gaan worden. Ik zou heel graag vanaf deze kant met elke ondernemer meegaan om dit gesprek te voeren, want een situatie waarin er dwarsgelegen wordt om een hardwerkende ondernemer te helpen, vind ik moeilijk te slikken. Maar we moeten hier ook met elkaar vaststellen dat we nooit de laatste persoon vanuit dit huis kunnen helpen. Daarvoor hebben wij gemeenten, brancheorganisaties, de Kamer van Koophandel en uiteindelijk de rechter.

De voorzitter:
Dank u wel. Tot slot, de heer Aartsen.

De heer Aartsen (VVD):
U zegt "niet tot de laatste persoon", maar 30% vind ik dan wel weer het andere uiterste. En ja, daar spelen verschillende factoren mee, maar het is niet zo dat corona gisteren uitbrak. We zijn anderhalf jaar onderweg. Ik mag hopen dat in anderhalf jaar tijd meer dan 30% van de gesprekken inmiddels tot een afronding of conclusie is gekomen, juist ook omdat er jurisprudentie ligt die gewoon zegt: als je er niet uitkomt, is het 50%.

Mijn vraag aan de staatssecretaris is: wat kan zij nog meer doen dan dat ze nu doet? Wat kunnen we nu aan stappen zetten? Kunnen we bijvoorbeeld met mediationtrajecten gaan werken om dit soort ondernemers te ondersteunen in hun juridische strijd? En kunnen we bijvoorbeeld grotere partijen of gemeentes aanspreken en zeggen: potjandorie, kom op, er ligt jurisprudentie, dus kom over de brug en deel samen de rekening, zodat we samen door deze coronacrisis heenkomen?

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Aartsen. De staatssecretaris.

Staatssecretaris Keijzer:
Dat doen we door het nu hier op deze manier weer met elkaar te bespreken en dus met elkaar te zeggen dat wij vinden dat partijen met elkaar in gesprek moeten gaan. Maar het is ook zo dat ondernemers de heer Aartsen en mij niet nodig hebben om een mediationtraject te starten; dat kunnen ze prima zelf. Dus tegelijkertijd heb ik ook groot vertrouwen in die ondernemers. Ik hoop dat men in de casussen waarvan ik ook denk "moet dat nou zo?" zich door dit gesprek hier vandaag aangespoord voelt om nu eindelijk eens met elkaar om tafel te gaan zitten om hier een beschaafde oplossing voor te vinden.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer De Jong van D66.

De heer Romke de Jong (D66):
Voorzitter, dank, en ook dank aan de heer Aartsen dat hij dit probleem vandaag nogmaals aankaart, want die ondernemers hebben gewoon een lood- en loodzware tijd gehad. Ik begrijp dat het ministerie eerder bezig is geweest met een collectieve regeling, maar dat die juridisch niet haalbaar bleek te zijn. Nu wil ik eigenlijk even naar de andere kant van de medaille. Want er zijn verhuurders, zeker kleine verhuurders, die zeggen: ik heb ook gewoon mijn vaste lasten en ik kan dat niet zomaar. Zij beroepen zich op die argumentatie. Is de staatssecretaris bereid om in gesprek te gaan met de Nederlandse Vereniging van Banken om te kijken of er mogelijkheden zijn om het voor verhuurders makkelijker te maken om die huurkorting te kunnen geven?

Staatssecretaris Keijzer:
Allerlei soorten maatregelen zijn onderdeel van het steunpakket geweest, waaronder bijvoorbeeld de Klein Krediet Coronaregeling en de BMKB. We hebben via het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nog de TONK ingevoerd. Dus echt alle maatregelen die genomen hadden kunnen worden, hebben we genomen. Nu is het echt aan verhuurders — want daar hebben we het hier over — die nog niet een beschaafd gesprek zijn aangegaan met een huurder van hen om te bekijken hoe ze die huurder kunnen helpen om door deze tijd te komen. Dat is het laatste wat er nog moet gebeuren.

Ik hoop dat door dit vragenuurtje die laatste verhuurders — ik heb ze eerder bij naam genoemd, dat zal ik vandaag niet doen — de laatste stappen gaan zetten binnen de mogelijkheden die ze zelf hebben, want nogmaals, er zijn kleintjes die voor hun pensioen afhankelijk zijn van huurpenningen. Maar dit is echt iets wat je uiteindelijk, aan het end van alles, samen moet doen.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Dank aan de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en aan de heer Aartsen voor het stellen van de vraag. Dan gaan we over naar de volgende vraag.


Vragen Werner

Vragen van het lid Werner aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht "Parkeerkaart voor gehandicapten kost in ene gemeente honderden euro's, ergens anders is het gratis".

De voorzitter:
We gaan even schoonmaken. Dan geef ik zo het woord aan mevrouw Werner van het CDA voor haar mondelinge vraag aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht "Parkeerkaart voor gehandicapten kost in ene gemeente honderden euro's, ergens anders is het gratis". Hartelijk welkom ook aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. We wachten heel even tot de minister kan plaatsnemen. Het woord is aan mevrouw Werner.

Mevrouw Werner (CDA):
Voorzitter, dank u wel. Het is voor mij de eerste keer dat ik hier sta, en direct met een onderwerp dat mij aan het hart gaat. Vorige week lazen wij in het Eindhovens Dagblad het bericht dat mensen met een handicap die een parkeerkaart aanvragen in de ene gemeente honderden euro's kwijt zijn, terwijl het in een andere gemeente gratis is. Dat bleek uit cijfers van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. Dit is natuurlijk al langer een bekend probleem voor veel mensen met een handicap. Daar moeten we echt eindelijk een keertje van af. Er is een oneerlijke situatie voor een groep mensen die simpelweg helemaal geen keuze heeft. En dat wordt hier inzichtelijk gemaakt.

Sinds ik Kamerlid ben, stroomt mijn mailbox over van de berichten over deze oneerlijke situatie voor mensen die vaak hun best moeten doen om mee te kunnen doen in onze samenleving. Ik zie het dan ook als mijn verantwoordelijkheid om in de politiek voor deze groep op te komen. Laat één ding duidelijk zijn: een parkeerkaart is voor deze mensen geen luxe. Het is een noodzaak om te kunnen participeren en de regie te voeren over je eigen leven, zoals het kunnen doen van boodschappen, naar je familie kunnen gaan, naar vrienden of naar je werk kunnen gaan. Waar je overal hetzelfde bedrag betaalt voor een paspoort, gelden voor deze parkeerkaarten overal verschillende regels en verschillende bedragen. Dat moeten we met elkaar toch anders kunnen doen? Laten we nou eens een einde maken aan deze verwarring en de voorwaarden gewoon overal gelijktrekken.

Ik heb daarom de volgende vragen aan de minister. Kan de minister toezeggen hierover in gesprek te gaan met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, om zo spoedig mogelijk te komen tot één landelijke prijs voor een parkeerkaart? Wil de minister er daarnaast voor zorgen dat in iedere gemeente dezelfde regels gelden voor deze kaart? Dat moet je nu voor elke gemeente apart uitvogelen. Kan de minister er ook voor zorgen dat mensen net als bij een paspoort tijdig, vooraf, en duidelijk worden geïnformeerd als de kaart dreigt te verlopen?

De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de minister.

Minister Ollongren:
Voorzitter, veel dank. Dank ook aan mevrouw Werner, die hier voor het eerst het woord voert, begrijp ik. Mooi dat het over dit onderwerp gaat. Goed dat zij hier zo voor opkomt, voor een onderwerp dat haar nauw aan het hart ligt, zoals zij zegt. Ik begrijp dat ook, want voorzieningen voor gehandicapten zijn ontzettend belangrijk. Ik denk dat heel veel gemeenten dat ook vinden.

Dan kom ik op dit punt. Iets wat al langer zo is, is nu door mevrouw Werner opgebracht als een probleem, namelijk dat er verschillen zijn tussen gemeenten. Dat klopt. Dat is omdat gemeenten zelf mogen vaststellen welk tarief ze hiervoor hanteren. Ze mogen zelfstandig bepalen welk tarief ze willen vragen voor de aanvraag voor een gehandicaptenkaart, zolang het niet meer is dan maximaal kostendekkend. Het zijn leges, geen belasting. Het wordt lokaal bepaald. Uiteindelijk is het ook de keuze van de lokale democratie hoeveel zij hier maximaal voor vraagt. Met andere woorden, ze kunnen ook minder vragen en bijleggen vanuit de algemene middelen.

Dat verschil leidt tot discussie. Dat is ook de reden voor de vraag van mevrouw Werner. Zij vraagt mij om hierover in gesprek te gaan met de VNG, omdat zij liever zou zien dat we één landelijke prijs zouden hebben. Hoewel ik dat streven op zichzelf begrijp — want met één prijs is het voor iedereen duidelijk en kan er niet van afgeweken worden — doen we daarmee geen recht aan de afspraak die we gemaakt hebben, namelijk dat het echt de lokale autonomie is. Gemeenten zijn er autonoom in.

Ik wil eigenlijk niet tornen aan die lokale autonomie. Ik vind dat het op lokaal niveau moet worden besloten en dat daar de discussie moet worden gevoerd. Zo is het nu. Dat leidt wel tot verschillen. Dat kun je als een nadeel zien, maar tegelijkertijd leidt het ook tot een discussie op de plek waar die discussie moet worden gevoerd, het dichtst bij de mensen: in de gemeenteraad.

Mevrouw Werner (CDA):
Heeft de minister enig idee om hoeveel mensen het gaat?

Minister Ollongren:
Nee, en dat verschilt ook heel erg per gemeente.

Mevrouw Werner (CDA):
Nee, maar hoeveel mensen maken gebruik van een gehandicaptenparkeerkaart?

Minister Ollongren:
Ik weet niet hoeveel mensen dat in Nederland in totaal zijn.

Mevrouw Werner (CDA):
Het gaat over ruim een half miljoen mensen in Nederland. Dat is ongelofelijk veel. We kunnen toch niet tegen deze mensen zeggen: iedere gemeente is er zelf verantwoordelijk voor en ze mogen het allemaal zelf bepalen? Hoe moeilijk is het om hier gewoon wel een keertje een goede lijn in te trekken, net als met het paspoort? Deze mensen willen gewoon een goeie regie over hun eigen leven voeren, ze willen emanciperen en meedoen. De problemen zijn voor mensen met een handicap in dit land al ongekend groot. Een paar weken geleden hebben we een rapport gehad van het Sociaal en Cultureel Planbureau, waaruit blijkt dat de toegankelijkheid voor mensen met een handicap gewoon belabberd is in dit land. Hoe moeilijk is het om gewoon wel een keer te zeggen: we gaan het voor de half miljoen mensen die gebruikmaken van deze kaart gewoon een keertje rechttrekken en we gaan ervoor zorgen dat we het gewoon regelen? De problemen van deze mensen zijn ongekend groot in dit land. Dat is gewoon een simpel gebaar, iets wat zo noodzakelijk is om deze doelgroep op weg te helpen.

Minister Ollongren:
Ik wil mevrouw Werner er echt mee complimenteren dat ze dit onderwerp zo op de agenda zet, en misschien ook wel op het goeie moment, want volgend jaar zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Laat het tijdens die gemeenteraadsverkiezingen ook gaan over toegankelijkheid en over de vraag wat er eigenlijk gebeurt in jouw gemeente voor gehandicapten. Laat het gaan over het tarief voor het gehandicaptenvervoer. Maar laten we het nou niet overnemen van de gemeenten. Laten wij nou niet hier in Den Haag bepalen wat lokaal het beste is.

Stel dat je het zou doen, waar ik geen voorstander van ben, dan ben ik erg bang voor het volgende. Op welk niveau dan? Niet op het niveau van het hoogste tarief; vermoedelijk eerder op het laagste tariefniveau. Kunnen we dat waarmaken met z'n allen? En waarom zouden we indruisen tegen de afweging die lokaal gemaakt wordt? Nogmaals, die afweging kan er nooit toe leiden dat het meer is dan kostendekkend, want dat mag niet. Het maximum hebben we eigenlijk al bepaald met elkaar. Laten we er vooral voor zorgen dat de discussie lokaal wordt gevoerd. De lokale keuze kan ertoe leiden om geld bij te leggen, omdat een lager tarief beter is voor de gehandicapten en voor de toegankelijkheid van gehandicapten.

Mevrouw Werner (CDA):
Dé gehandicapten bestaan niet. Het zijn altijd mensen met een handicap of mensen met een beperking, want wie is nou dé gehandicapte? Toch vind ik het wel eenvoudig klinken om het zo bij die gemeentes weg te leggen. U zou een fantastische aanjager kunnen zij bij de VNG om ervoor te zorgen dat we dit kunnen regelen. Ik begrijp het probleem namelijk wel; dat snap ik wel. Maar wat kunt u nou in dezen doen? U kunt hier daadwerkelijk het verschil maken, eigenlijk voor twee miljoen mensen in dit land die een handicap hebben, maar in ieder geval voor de 500.000 gebruikers van deze kaart. Wat kunt ú doen? Welke aanjaagfunctie ziet u nou bij uzelf liggen?

De voorzitter:
Mevrouw Werner, graag via de voorzitter.

Mevrouw Werner (CDA):
Ja, excuses.

Minister Ollongren:
Voorzitter, via u wil ik tegen mevrouw Werner zeggen dat ik heel graag die aanjaagfunctie wil hebben, samen met haar en samen met heel veel mensen die in dit land al veel langer strijden voor toegankelijkheid voor mensen met een handicap. Het gaat nu over deze specifieke groep en over de gehandicaptenparkeerkaart. Nogmaals, dat die er is, is goed. Het is trouwens niet eens een Nederlandse kaart maar een Europese kaart. Als je die kaart hebt, mag je overal in Europa parkeren op een gehandicaptenplaats. Het is een groot goed dat die er is. Het gaat nu over de leges die gevraagd mogen worden door gemeenten voor die kaart. Die verschillen per gemeente. Laat nou bij de gemeenteraadsverkiezingen dat een thema zijn. Als ik daar een bijdrage aan kan leveren, zal ik dat graag doen.

Mevrouw Werner (CDA):
Ik zou graag nog één ding willen vragen aan de minister. Ik hoop dat u zelf ook in gesprek zult gaan met de VNG. Wanneer zou de minister dat willen doen om dit echt te prioriteren en echt urgent te maken? En wanneer kan de minister bij mij terugkomen met de uitkomsten hiervan?

Minister Ollongren:
Ik kan mevrouw Werner wel geruststellen: ik spreek heel vaak met de VNG over de gemeentefinanciën. Wij spreken ook vaak over het thema toegankelijkheid, bijvoorbeeld in relatie tot de verkiezingen. Dat geldt dus ook weer voor de volgende verkiezingen. Ik ben best bereid om ook dit onderwerp op de agenda te zetten. Maar samen met de VNG ben ik steeds van mening dat we niet één stukje uit het hele bouwwerk kunnen trekken. Als we kijken naar de gemeentefinanciën, kunnen we niet voor het ene onderwerp dít en het andere onderwerp dát doen. We moeten in samenhang kijken naar het geheel. Dat geldt voor deze leges en overigens geldt hetzelfde voor andere leges die gevraagd worden. Dat het onderdeel is van het gesprek met de VNG wil ik mevrouw Werner best toezeggen. Dat geldt ook voor deze leges en overigens evenzeer voor andere leges die ook gevraagd worden. Maar dat het onderdeel is van het gesprek met de VNG wil ik mevrouw Werner best toezeggen.

De voorzitter:
Mevrouw Werner, tot slot.

Mevrouw Werner (CDA):
U zegt: "best bereid" om het te doen. Ik zou eigenlijk alleen nog even willen toevoegen: maak dit echt urgent. Doe het, want het is ongekend belangrijk, ook voor de emancipatie van mensen in het land met een handicap.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Werner, u kunt uw plaats weer innemen. Er zijn een aantal vervolgvragen. Allereerst mevrouw Van der Laan van D66, dan de heer Hijink van de SP, mevrouw Westerveld van GroenLinks en de heer De Kort van de VVD. Gaat uw gang.

Mevrouw Van der Laan (D66):
Bedankt, mevrouw Werner, voor het adresseren van dit belangrijke onderwerp. Ik wil even inzoomen op de gemeentes. Er bestaan lokale verschillen, maar gemeentes hebben wel 268 miljoen euro gekregen om maatwerk te bieden, in plaats van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. We zien dat er een stapeling is van kosten voor deze mensen, dus eigenlijk is mijn vraag: wat is er van dat geld terechtgekomen? Want de evaluatie had al lang en breed naar de Kamer gestuurd moeten worden.

Minister Ollongren:
Ik word op dit moment overvraagd door de Kamer. Dan moet ik even ruggenspraak plegen met de collega van VWS en daar zouden we dan op terug moeten komen. Dat heb ik hier niet paraat.

De voorzitter:
Het is misschien goed als u daar schriftelijk op terugkomt.

Minister Ollongren:
Ja, dat zal ik doen.

De heer Hijink (SP):
Ik heb exact drie jaar geleden deze vragen ook aan het kabinet gesteld en toen kwam er als antwoord: We gaan in gesprek met de VNG, met de gemeenten. Daar hebben we vervolgens niks meer van gehoord en nu horen we: We gaan in gesprek met de VNG. Dat schiet dus niet op, wil ik maar zeggen. Het gaat om de prijs van een stukje papier, een parkeerkaart die voor heel veel mensen met een handicap heel belangrijk is. Ik wil aan de minister vragen: Kan zij ook één inhoudelijk argument noemen waarom dat niet uniform op een laag bedrag vastgesteld zou kunnen worden? Want zij zegt "het ligt bij de gemeente", maar waarom zouden we daar dan niet één landelijk tarief voor kunnen afspreken? Ik hoor alleen maar het verhaal "het ligt daar nu eenmaal, dus moeten de gemeenten erover beslissen". Maar wat zijn nou de inhoudelijke argumenten waarom we dat niet landelijk zouden kunnen vaststellen op een laag bedrag?

Minister Ollongren:
Ik zeg niet dat het niet kan. We kunnen alles landelijk vaststellen. Dan moeten we alles in wetten vastleggen die hier worden bepaald en dan laten we de gemeentes helemaal geen ruimte meer. Maar dat is niet hoe we met de gemeenten omgaan in dit land. Dat is niet hoe we het huis van Thorbecke hebben ingericht in Nederland. We laten heel veel aan de gemeentelijke autonomie over en daar ben ik een groot voorstander van. Hiervoor geldt dat in de Wegenverkeerswet vastligt hoe de gehandicaptenverkeerskaart moet worden uitgegeven, dat de gemeenten dat doen en dat die daar een kostendekkend tarief voor mogen vragen, niet meer dan dat. Vervolgens laten we het over aan de lokale afweging, dus aan de lokale volksvertegenwoordiging. Zo hebben we het afgesproken en ik pleit ervoor om daar niet aan te tornen.

De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Westerveld, GroenLinks, en dan de heer De Kort, VVD.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
De heer Hijink heeft hier drie jaar geleden vragen over gesteld. Ik sprak vanochtend met een aantal vertegenwoordigers van Wij Staan Op! Zij komen ook echt op voor mensen met een handicap. Zij hebben ruim vier jaar geleden al een brief gestuurd naar de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, met ook precies weer deze problemen. Wat zij aangeven is dat het niet alleen de kosten zijn maar ook de enorme bureaucratie die in verschillende steden anders is georganiseerd, met vaak ontoegankelijke websites, waarbij je vaak hele procedures moet doorpluggen voordat je weet hoe je ook je auto in een andere stad moet parkeren. Ik zou de minister willen zeggen dat toegankelijkheid natuurlijk niet een gemeentelijke aangelegenheid is, dat gaat over ons allemaal.

De voorzitter:
Uw vraag is?

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Mijn vraag is: hoe kijkt de minister naar deze vragen, vanuit de gedachte dat we ook een internationaal verdrag hebben ondertekend waarin we aangeven dat we Nederland toegankelijk willen houden?

Minister Ollongren:
Zoals ik net al zei, die toegankelijkheid is ook voor het kabinet een belangrijk vraagstuk. Dat speelt op allerlei terreinen. Ik noemde de verkiezingen als voorbeeld van iets waarbij ik me ook bezig heb gehouden met het verbeteren van de toegankelijkheid. Daarbij ben ik ook de eerste om toe te geven dat dat niet altijd en overal al is gelukt. Dus daar moeten we echt mee doorgaan. Zo zie ik ook de kwestie die vandaag aan de orde is. Dat is inderdaad heel belangrijk voor een flink aantal mensen. Maar volgens mij is dat niet in tegenspraak met de lokale autonomie en ook met ruimte laten aan de lokale afweging wat voor tarief je hiervoor gaat vragen.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Uit de verschillende voorbeelden blijkt dus wel dat het in tegenspraak is en dat het ontoegankelijk is voor mensen die een beperking hebben en die vaak al met heel veel zaken rekening moeten houden. Dan even een doorkijkje naar de toekomst, want de komende jaren gaat er waarschijnlijk nog veel meer gedigitaliseerd worden. De mensen van Wij Staan Op! met wie ik sprak zeiden: wij zijn bang dat straks elke gemeente bijvoorbeeld zijn eigen app gaat hanteren; dan wordt het voor ons helemaal onmogelijk om een plek te vinden voor onze auto, of onze weg te vinden op websites. Met in het achterhoofd dat er ook de komende jaren heel wat gaat veranderen, wil ik de minister vragen of zij bereid is om in dat gesprek met die gemeenten afspraken te maken over zo veel mogelijk eenduidige regels. En als er een app gebruikt gaat worden, laat dat dan in het hele land dezelfde app zijn.

Minister Ollongren:
Volgens mij gaat het nu over twee verschillende dingen. De vraag van mevrouw Werner was echt: hoe krijg ik een gehandicaptenparkeerkaart en hoeveel betaal ik daarvoor? Er geldt lokale autonomie voor hoeveel geld je daarvoor vraagt. Vervolgens is de vraag of gemeenten het makkelijker kunnen maken voor degene die de kaart aanvraagt. Hoe wordt dat digitaal aangeboden? Een heel ander onderwerp is: waar kan ik vervolgens mijn auto parkeren en moet ik daar ook nog voor betalen, als ik al een gehandicaptenkaart heb? Ook daarin zijn er grote verschillen tussen gemeenten, zo kan ik u verzekeren. Om dat allemaal te uniformeren lijkt mij niet nodig en ook niet doenlijk. Daar ging de vraag ook niet over. De vraag ging over de tarieven.

De heer De Kort (VVD):
Allereerst wil ik mevrouw Werner complimenteren met haar vlammende betoog. Mensen met een beperking zijn ook een doelgroep die mij aan het hart gaat. Tegelijkertijd begrijp ik ook dat de minister aangeeft dat het lastig is. Je wilt gemeenten niet in de problemen laten komen. Mijn vraag aan de minister is of zij in haar gesprek met de VNG kan meenemen om te kijken naar wat een reëel plafondbedrag zou zijn. Die verschillen tussen gemeenten zijn nu gewoon te groot. Kan zij kijken of we daar misschien toch één lijn in kunnen trekken? En kan zij ook de kwaliteit van die parkeerplaatsen daarin meenemen? Die tarieven moeten niet gelijk zijn, maar er moeten gewoon goede kwalitatieve voorzieningen zijn.

Minister Ollongren:
Die kaart moet gewoon voor iedereen die hem nodig heeft, permanent of tijdelijk, beschikbaar zijn. Het maximumtarief daarvoor is eigenlijk al bepaald, zij het niet in euro's, maar in de bepaling dat het niet meer mag zijn dan kostendekkend. Dat is bepaald. Dat ligt vast in de wet. Bovendien geldt die kaart ook vijf jaar, dus eenmaal aangevraagd, betaal je het bedrag dat daar lokaal voor staat en heb je vijf jaar lang die kaart. Daarna is er een herkeuring en vaak is dat goedkoper dan de initiële aanvraag. Zo is het geregeld. Nogmaals, dat zegt niet zo heel veel over wat gemeenten vervolgens ook nog hebben aan parkeerplekken, bijvoorbeeld voor mensen die over zo'n kaart beschikken. Moet je daar ook nog iets voor afrekenen of niet? Dat verschilt allemaal per gemeente en ik denk niet dat we hier met elkaar zouden moeten bepalen wat lokaal het beste is, want dat weten de gemeenten echt zelf het beste.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Stoffer wilde volgens mij … Nee? Dan de heer Eerdmans van JA21.

De heer Eerdmans (JA21):
Ik snap dat het de gemeentelijke autonomie is die uiteindelijk bepaalt hoeveel je moet betalen voor zo'n gehandicaptenparkeerkaart. Vindt de minister het een interessant idee om een zwarte lijst aan te leggen van gemeentes die zulke buitensporige tarieven vragen? De verschillen zijn enorm; dat gaat van honderden euro's tot bijna niets. Daarmee kan Nederland zien: in die gemeente ben je dus zoveel kwijt voor iets eenvoudigs als een parkeerkaart, als je hulpbehoevend bent. Is het niet een idee om even de schijnwerper te zetten op die buitensporige tarieven?

Minister Ollongren:
Een buitensporig tarief zou dus al niet moeten kunnen omdat het niet meer mág zijn dan kostendekkend. Daar zullen de gemeenten ook verantwoording voor moeten afleggen, in de eerste plaats aan hun eigen gemeenteraad. Dan komt dat aan het licht. Met andere woorden: het is niet een zomaar vast te stellen belasting. Nee, het is een leges, waar dus de medische keuring onder ligt en de administratiekosten die een gemeente moet maken om die kaart uit te reiken. Nu kan het zo zijn dat in de ene gemeente heel veel mensen wonen die recht hebben op zo'n kaart en in een andere gemeente heel weinig. Er kunnen echt grote verschillen zijn tussen gemeenten. Ik ga ervan uit dat dat ook de prijsverschillen verklaart en als dat niet zo is, dan is het in de eerste plaats aan de gemeenteraad en in de tweede plaats aan de toezichthouder op de gemeentefinanciën om daar de vinger op te leggen.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik heb de heer Stoffer uitgelokt om een vraag te stellen.

De heer Stoffer (SGP):
Ja, toen u mijn naam noemde, dacht ik: toch maar. Ik heb maar 30 seconden, hè. Nee, ik vond het een hele goede vraag van mevrouw Werner en ik zat zojuist even snel te googelen. Dan zie ik de gemeente Heerlen met het hoogste bedrag, €471; Rotterdam €83; Nunspeet, waar ik vandaan kom, €0. Kan de minister iets zeggen over die kostendekkendheid? Wanneer is het kostendekkend? Dek je alle kosten als iedereen €471 betaalt? Dat kan toch wel een fluïde begrip worden.

Minister Ollongren:
Zeker. Ik zei net in antwoord op de heer Eerdmans dat er natuurlijk ook verschillen kunnen zijn tussen gemeenten. Ten eerste omdat sommige gemeenten ervoor kiezen om wel geld bij te leggen uit de algemene middelen en dus geen kostendekkend tarief te vragen. Ten tweede omdat het uit twee componenten bestaat: de medische keuring, die ook kan verschillen per gemeente, en de administratiekosten die een gemeente zelf maakt om de kaart uit te reiken. Ik vind het niet zo heel erg gek dat het niet overal precies hetzelfde is. Ik heb ook begrepen dat het tarief in Heerlen het hoogste is. Dat is overigens een kaart die voor vijf jaar geldt. Er zijn ook gemeenten die ervoor kiezen om er geld bij te leggen, zodat ze zelfs onder de €100 komen. Die verschillen zijn dus verklaarbaar.

De heer Stoffer (SGP):
Stel nu eens dat mevrouw Werner binnenkort bij een debat een motie indient om het in Nederland gratis te maken, dan zou de minister daar uitvoering aan kunnen geven.

Minister Ollongren:
Als bij de motie ook de dekking is geleverd, is dat in theorie denkbaar, maar mijn betoog is nou juist: laten we het overlaten aan de lokale volksvertegenwoordiging. Ik vind de lokale autonomie op dit punt iets om aan vast te houden.

De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de mondelinge vragen. Ik wil de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van harte danken voor de beantwoording. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we over tot de stemmingen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Mededelingen

Mededelingen

Mededelingen

De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat er geen afmeldingen zijn.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

De voorzitter:
Ik stel voor zo dadelijk ook te stemmen over de ingediende moties bij de wetgevingsoverleggen over de jaarverslagen en slotwetten van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2020, en over de aangehouden motie-Maatoug c.s. (35420, nr. 297).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:
Dan geef ik het woord aan mevrouw Tellegen van de VVD.

Mevrouw Tellegen (VVD):
Dank u wel. Ik zou namens mijn collega Rajkowski opnieuw uitstel van stemmingen willen vragen voor de punten 5 en 6, de stemmingen over de Wijziging van de Wet basisregistratie personen en de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES.

De voorzitter:
Ik kijk even of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval. Dan gaan wij niet stemmen over de punten 5 en 6 op de stemmingslijst.

Stemmingen

Stemmingen


Stemmingen Wijziging Wet publieke gezondheid

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet publieke gezondheid vanwege het opnemen daarin van een gemeentelijke taak om prenataal huisbezoek te verrichten (35593).

(Zie vergadering van 10 juni 2021.)

In stemming komt het amendement-Van der Staaij c.s. (stuk nr. 11).

De voorzitter:
Ik constateer dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van den Berg c.s. (stuk nr. 15).

De voorzitter:
Ik constateer dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Aukje de Vries/Van den Berg (stuk nr. 14) tot het invoegen van een artikel Ia.

De voorzitter:
Ik constateer dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van der Staaij c.s. (stuk nr. 11), het amendement-Van den Berg c.s. (stuk nr. 15) en het amendement-Aukje de Vries/Van den Berg (stuk nr. 14).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, BBB, FVD en Groep Van Haga voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming motie Wijziging Wet publieke gezondheid

Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet publieke gezondheid vanwege het opnemen daarin van een gemeentelijke taak om prenataal huisbezoek te verrichten,

te weten:

  • de motie-Van den Berg over de kosten van het verlengen van Kansrijke Start tot aan het primair onderwijs (35593, nr. 13).

(Zie vergadering van 10 juni 2021.)

In stemming komt de motie-Van den Berg (35593, nr. 13).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, BBB, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Cultuur en corona

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over Cultuur en corona,

te weten:

  • de motie-Ploumen c.s. over eenmalige verlenging van de cultuursubsidieperiode met twee jaar (32820, nr. 419);
  • de motie-Ploumen c.s. over geen voorbehoud bij het uitkeren van de steunmaatregelen (32820, nr. 420);
  • de motie-Ploumen c.s. over zo snel mogelijk informeren over continuering van ondersteuning aan de culturele sector (32820, nr. 421);
  • de motie-Werner c.s. over een langjarige verhoging van het indemniteitsplafond (32820, nr. 422);
  • de motie-Van Strien c.s. over flexibel omgaan met de vergunningverlening voor culturele ondernemers (32820, nr. 423);
  • de motie-Wuite c.s. over een herstelplan om de culturele sector sterker uit de crisis te laten komen (32820, nr. 424);
  • de motie-Westerveld c.s. over voorwaarden zodat het steunpakket gebruikt wordt om zelfstandigen aan het werk te houden (32820, nr. 425);
  • de motie-Westerveld/Jasper van Dijk over het schrappen van de partnertoets in de Tozo-regeling (32820, nr. 426);
  • de motie-Martin Bosma over zich uitspreken tegen sensitivity readers (32820, nr. 427);
  • de motie-Martin Bosma over naamswijzigingen in Het Concertgebouw verhinderen (32820, nr. 428);
  • de motie-Martin Bosma over alle banden met de gemeente Amsterdam verbreken (32820, nr. 429);
  • de motie-Martin Bosma over geen medewerking verlenen aan het slavernijmuseum (32820, nr. 430);
  • de motie-Teunissen over een sectorbrede implementatie van de Fair Practice Code (32820, nr. 431);
  • de motie-Teunissen over belastingvoordelen voor het culturele aanbod (32820, nr. 432).

(Zie wetgevingsoverleg van 14 juni 2021.)

De voorzitter:
De motie-Van Strien (32820, nr. 423) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de coronacrisis zware gevolgen heeft gehad voor de culturele sector in het geheel en culturele ondernemers in het bijzonder;

constaterende dat in alle geledingen van de culturele sector er een grote behoefte is om na ruim een jaar van stilstand uiting te geven aan al die creativiteit, vakmanschap en ondernemerschap;

constaterende dat die behoefte op gelijke wijze gevoeld wordt door het publiek dat ruim een jaar amper live heeft kunnen genieten van al hetgeen de culturele sector te bieden heeft;

overwegende dat deze situatie gebaat is bij maximale flexibiliteit waar het gaat om bijvoorbeeld vergunningverlening vanuit provincies en gemeenten, zodat de cultuursector maximaal en onmiddellijk kan profiteren van elke stap binnen het openingsplan van het kabinet;

overwegende dat deze verruimingen en toegepaste coulance bij vergunningverlening zullen resulteren in een sneller en beter herstel van de culturele sector;

van mening dat het Rijk hierin een ondersteunende rol kan en moet spelen;

verzoekt de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om op korte termijn in overleg te treden met het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de veiligheidsregio's om het belang te benadrukken dat er flexibel en ruimhartig omgegaan moet worden met de vergunningverlening voor culturele ondernemers, zodat door hen snel ingespeeld kan worden op nieuwe mogelijkheden die verdere stappen binnen het openingsplan bieden, en de Kamer te informeren over de uitkomst van dit gesprek,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 433, was nr. 423 (32820).

De motie-Westerveld (32820, nr. 425) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Westerveld, Ploumen, Simons, Teunissen en Jasper van Dijk.

Zij krijgt nr. 434, was nr. 425 (32820).

Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Ploumen c.s. (32820, nr. 419).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Ploumen c.s. (32820, nr. 420).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Ploumen c.s. (32820, nr. 421).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, de SGP, BBB, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Werner c.s. (32820, nr. 422).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van DENK ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Strien c.s. (32820, nr. 433, was nr. 423).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Wuite c.s. (32820, nr. 424).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, BBB en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Westerveld c.s. (32820, nr. 434, was nr. 425).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, JA21, BBB en Groep Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Westerveld/Jasper van Dijk (32820, nr. 426).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, JA21, BBB, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Martin Bosma (32820, nr. 427).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Martin Bosma (32820, nr. 428).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Martin Bosma (32820, nr. 429).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Martin Bosma (32820, nr. 430).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Teunissen (32820, nr. 431).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, de ChristenUnie, de SGP en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Teunissen (32820, nr. 432).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD en JA21 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen Vierde incidentele suppletoire begroting inzake extra steun voor de culturele en creatieve makers in verband met COVID-19

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Vierde incidentele suppletoire begroting inzake extra steun voor de culturele en creatieve makers in verband met COVID-19) (35735).

(Zie wetgevingsoverleg van 14 juni 2021.)

In stemming komt het amendement-Ploumen (stuk nr. 4).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA en de PvdD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Ploumen (stuk nr. 6).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA en de PvdD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Ploumen (stuk nr. 7).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA en de PvdD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Ploumen (stuk nr. 8).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA en de PvdD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Ploumen/Westerveld (stuk nr. 9).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA en de PvdD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Westerveld c.s. (stuk nr. 10).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD en Fractie Den Haan voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en JA21 voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Pouw... Nee, sorry, mevrouw Kerseboom van Forum voor Democratie.

Mevrouw Kerseboom (FVD):
Mogen wij geacht worden voor te hebben gestemd bij de motie op stuk nr. 426 en de motie op stuk nr. 432, bij de stemmingen over moties ingediend bij het wetgevingsoverleg over cultuur en corona?

De voorzitter:
We zullen deze opmerking opnemen in de Handelingen, mevrouw Kerseboom van Forum voor Democratie. Ik onthoud alle namen nog beter als ik ze herhaal.


Stemming Zevende incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen opschalen initiatieven kunst en cultuur

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Zevende incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen opschalen initiatieven kunst en cultuur voor kwetsbare groepen in verband met COVID-19) (35776).

(Zie wetgevingsoverleg van 14 juni 2021.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen moties Continuering van het RES-proces

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Continuering van het RES-proces,

te weten:

  • de motie-Agnes Mulder over een overzicht met mogelijke keuzes over burgerfora (32813, nr. 724);
  • de motie-Agnes Mulder over basisvoorwaarden voor inwonersparticipatie (32813, nr. 725);
  • de motie-Boucke c.s. over een kwaliteitsbudget voor energieopwekkingsprojecten (32813, nr. 726);
  • de motie-Eerdmans over een definitie van "maatschappelijk draagvlak" formuleren (32813, nr. 727);
  • de motie-Eerdmans over een moratorium voor het opwekken van wind- en zonne-energie op land boven 35 TWh (32813, nr. 728);
  • de motie-Kops over onmiddellijk stoppen met de Regionale Energiestrategieën (32813, nr. 729);
  • de motie-Erkens/Boucke over verschillende vormen van energieopslag meenemen in de RES 2.0 (32813, nr. 730);
  • de motie-Erkens/Leijten over onderzoek naar de effecten van afstandsnormen voor windmolens op land (32813, nr. 731);
  • de motie-Leijten over zon op dak als norm (32813, nr. 732).

(Zie vergadering van 15 juni 2021.)

De voorzitter:
De motie-Erkens/Boucke (32813, nr. 730) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Erkens, Boucke en Van der Lee.

Zij krijgt nr. 735, was nr. 730 (32813).

De motie-Leijten (32813, nr. 732) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat land in de eerste plaats moet worden gebruikt voor natuur, landbouw, bouwen en recreatie;

constaterende dat 92% van de elektriciteit die huishoudens gebruiken kan worden opgewekt door zonnepanelen op alle geschikte daken te plaatsen;

verzoekt de regering zich in te zetten dat zon op dak de norm wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 734, was nr. 732 (32813).

Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Agnes Mulder (32813, nr. 724).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Agnes Mulder (32813, nr. 725).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Boucke c.s. (32813, nr. 726).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Eerdmans (32813, nr. 727).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, Fractie Den Haan, de SGP, JA21, BBB en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 728 over een moratorium voor het opwekken van wind- en zonne-energie op land boven 35 terawattuur. Wie is voor deze motie? SP, D66, SGP, JA21, PVV ... Geen D66? Ik weet ook niet waarom de heer Van Meenen dan zijn vinger opstak, maar dat hoor ik nog wel een keer. O, we gaan het nu horen. Dat was uitlokking; ik heb er alweer spijt van.

De heer Van Meenen (D66):
Ik stak mijn duim omhoog, omdat ik u wilde complimenteren met het feit dat u wist dat "TWh" in de motie "terawattuur" betekent. Er zijn niet veel mensen in deze zaal die dat weten.

De voorzitter:
Nou, ik ben blij dat u dat toch nog even gedeeld heeft met de wereld. Wie is voor deze motie op stuk nr. 728?

In stemming komt de motie-Eerdmans (32813, nr. 728).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, Fractie Den Haan, de SGP, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Kops (32813, nr. 729).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Erkens c.s. (32813, nr. 735, was nr. 730).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Erkens/Leijten (32813, nr. 731).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, BBB, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Leijten (32813, nr. 734, was nr. 732).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB en Groep Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen Wijziging van de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012 in verband met de implementatie van Uitvoeringsrichtlijn 2018/1581/EU (35693).

(Zie vergadering van 15 juni 2021.)

In stemming komt het amendement-Van Raan (stuk nr. 8, II) tot het toevoegen van een onderdeel C.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, de PvdD en Fractie Den Haan voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 8 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Raan (stuk nr. 10, II) tot het toevoegen van een onderdeel C.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 10 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Raan (stuk nr. 9, II) tot het toevoegen van een onderdeel C.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, de PvdD, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 9 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Raan (stuk nr. 7, II) tot het toevoegen van een onderdeel C.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, BBB en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 7 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, BBB, de PVV en Groep Van Haga voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen moties Werkwijze van de NCTV

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de werkwijze van de NCTV,

te weten:

  • de motie-Azarkan/Wassenberg over een extern onafhankelijk onderzoek naar het buiten het wettelijk kader uitvoeren van activiteiten door de NCTV (30821, nr. 133);
  • de motie-Azarkan/Wassenberg over de NCTV uitsluitend binnen het wettelijk kader laten opereren (30821, nr. 134);
  • de motie-Wassenberg c.s. over een onafhankelijk onderzoek naar de werkwijze van de NCTV (30821, nr. 135);
  • de motie-Wassenberg c.s. over geen juridische grondslag creëren voor de verwerking en verspreiding van gegevens van burgers (30821, nr. 136);
  • de motie-Van Nispen/Wassenberg over erop toezien dat de NCTV zich bezighoudt met de oorspronkelijke kerntaken (30821, nr. 137);
  • de motie-Michon-Derkzen c.s. over een wettelijke grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens door de NCTV (30821, nr. 138);
  • de motie-Eerdmans over het financieren van toneelvoorstellingen door de NCTV beëindigen (30821, nr. 139);
  • de motie-Simons over het expliciteren van de bevoegdheden van de NCTV (30821, nr. 140);
  • de motie-Simons/Azarkan over een breed onderzoek naar discriminatie en de inzet van onwettelijke instrumenten (30821, nr. 141);
  • de motie-Simons c.s. over een inventarisatie van mogelijk in te stellen controle-instrumenten voor de Kamer (30821, nr. 142).

(Zie vergadering van 15 juni 2021.)

In stemming komt de motie-Azarkan/Wassenberg (30821, nr. 133).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, BBB en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Azarkan/Wassenberg (30821, nr. 134).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, BBB en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Wassenberg c.s. (30821, nr. 135).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, BBB en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Wassenberg c.s. (30821, nr. 136).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Volt, DENK, de PvdD, BBB en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Nispen/Wassenberg (30821, nr. 137).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, BBB en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Michon-Derkzen c.s. (30821, nr. 138).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, BBB, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Eerdmans (30821, nr. 139).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de SGP, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Simons (30821, nr. 140).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, het CDA, BBB en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Simons/Azarkan (30821, nr. 141).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD en Fractie Den Haan voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Simons c.s. (30821, nr. 142).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, BBB en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het toekomstbestendig maken van de wetgeving op het terrein van arbeidsmigratie

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het toekomstbestendig maken van de wetgeving op het terrein van arbeidsmigratie (35680).

(Zie vergadering van 16 juni 2021.)

In stemming komt het gewijzigde amendement-Wiersma (stuk nr. 20, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, de PvdD, Fractie Den Haan, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 20 voorkomende gewijzigde amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Wiersma (stuk nr. 19, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, JA21, BBB, de PVV en Groep Van Haga voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 19 voorkomende gewijzigde amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

NB. Nu zowel het amendement op stuk nr. 20 als het amendement op stuk nr. 19 is aangenomen, worden de teksten van het amendement op stuk nr. 20, II en van het amendement op stuk nr. 19, I in elkaar verwerkt.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van de gewijzigde amendementen-Wiersma (stuk nrs. 20, I en II) en de gewijzigde amendementen-Wiersma (stuk nrs. 19, I en II).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen moties Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het toekomstbestendig maken van de wetgeving op het terrein van arbeidsmigratie

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het toekomstbestendig maken van de wetgeving op het terrein van arbeidsmigratie,

te weten:

  • de motie-Van Weyenberg/Maatoug over een brede adviescommissie om vast te stellen in welke sectoren en beroepen arbeidsmigranten nodig zijn (35680, nr. 10);
  • de gewijzigde motie-Van Baarle over een evaluatie van de wetswijziging binnen drie jaar na inwerkingtreding (35680, nr. 16, was nr. 11);
  • de motie-Van Baarle over een verruiming van de arbeidsduurbeperking voor vluchtelingen tot 26 weken (35680, nr. 12);
  • de motie-Van Baarle over een specificering dan wel aanscherping van de huisvestingsvoorwaarde in de Wav (35680, nr. 13);
  • de motie-Simons over een uitgebreid plan om uitbuiting van arbeidsmigratie effectief en harder te bestrijden (35680, nr. 14);
  • de motie-Simons over een verbod voorbereiden op de samensmelting van de rollen van werkgever en verhuurder (35680, nr. 15);
  • de motie-Wiersma over het tegengaan van misbruik van werkvergunningen en referentschap door statelijke actoren (35680, nr. 17).

(Zie vergadering van 16 juni 2021.)

In stemming komt de motie-Van Weyenberg/Maatoug (35680, nr. 10).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Baarle (35680, nr. 16, was nr. 11).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Baarle (35680, nr. 12).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Baarle (35680, nr. 13).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de SGP, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

De heer Van Baarle van DENK.

De heer Van Baarle (DENK):
Aangezien deze motie door de minister is ontraden, krijg ik graag een brief waarin staat hoe het kabinet deze motie gaat uitvoeren.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik stel voor het stenogram van dit onderdeel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

In stemming komt de motie-Simons (35680, nr. 14).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, BBB en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat de uitslag bij handopsteken niet kan worden vastgesteld.

We doen het even opnieuw. We stemmen nog een keer over de motie.

In stemming komt de motie-Simons (35680, nr. 14).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, BBB en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat de uitslag bij handopsteken niet kan worden vastgesteld.

We zullen in overleg treden met de indiener en, zoals het er nu naar uitziet, zullen we dan op een nader te bepalen moment hoofdelijk gaan stemmen over deze motie.

In stemming komt de motie-Simons (35680, nr. 15).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Mevrouw Van der Plas van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik loop een beetje achter, maar bij de stemmingen over de moties ingediend bij het debat over de werkwijze van de NCTV willen wij geacht worden voor de motie-Simons/Azarkan op stuk nr. 141 te hebben gestemd. Volgens mij heb ik tegengestemd, maar dat was niet de bedoeling.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van der Plas. We zullen uw opmerking opnemen in de Handelingen.

In stemming komt de motie-Wiersma (35680, nr. 17).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

De heer Nijboer.

De heer Nijboer (PvdA):
Bij punt 14, de stemmingen in verband met de Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het toekomstbestendig maken van de wetgeving op het terrein van arbeidsmigratie, willen wij geacht worden tegen het gewijzigde amendement-Wiersma op stuk nr. 19, I te hebben gestemd.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Nijboer. We zullen uw opmerking opnemen in de Handelingen.

De heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Hetzelfde geldt voor GroenLinks, maar dan bij het amendement op stuk nr. 20 bij dat wetsvoorstel. Daar waren wij tegen.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van der Lee. We zullen ook deze opmerking opnemen in de Handelingen.


Stemming motie Institutioneel racisme in Nederland

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het debat over institutioneel racisme in Nederland,

te weten:

  • de motie-Ouwehand over de gouden koets niet meer in de oude hoedanigheid inzetten (30950, nr. 207).

(Zie vergadering van 1 juli 2020.)

De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor haar motie (30950, nr. 207) opnieuw aan te houden.

Daartoe wordt besloten.


Stemmingen Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking) (35216).

(Zie vergadering van 16 juni 2021.)

De voorzitter:
Het amendement-Thijssen (stuk nr. 13) is ingetrokken.

Ik stel vast dat daarmee wordt ingestemd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Raan (stuk nr. 22, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1 en de PvdD voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 22 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Raan (stuk nr. 12).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdD en Fractie Den Haan voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Grinwis c.s. (stuk nr. 21).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Grinwis c.s. (stuk nr. 21).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen moties Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking),

te weten:

  • de motie-Van Raan over het voorbereiden van een uniforme CO2-heffing (35216, nr. 14);
  • de motie-Van Raan over uitspreken dat een lage CO2-prijs strijdig is met het Akkoord van Parijs (35216, nr. 15);
  • de motie-Van Raan over de wet onderwerpen aan een analyse conform artikel 3.1 Comptabiliteitswet (35216, nr. 16);
  • de motie-Grinwis/Van Weyenberg over snelle invoering van een Europese CO2-grensheffing (35216, nr. 17);
  • de motie-Kops over het uitbannen van energiearmoede (35216, nr. 18);
  • de motie-Kops over het bevrijden van Nederland uit het EU Emissions Trading System (35216, nr. 19).

(Zie vergadering van 16 juni 2021.)

In stemming komt de motie-Van Raan (35216, nr. 14).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdD en Fractie Den Haan voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Raan (35216, nr. 15).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Raan (35216, nr. 16).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan en de SGP voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Grinwis/Van Weyenberg (35216, nr. 17).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Kops (35216, nr. 18).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, de PvdA, de ChristenUnie, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Kops (35216, nr. 19).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, de PvdD, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Raad Buitenlandse Zaken

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken,

te weten:

  • de gewijzigde motie-Van der Staaij c.s. over tegen eenzijdige anti-Israëlische initiatieven stemmen (21501-02, nr. 2374, was nr. 2367).

(Zie vergadering van 16 juni 2021.)

In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Staaij c.s. (21501-02, nr. 2374, was nr. 2367).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemming Verdere behandeling van aanhangige stukken

Aan de orde is de stemming in verband met de verdere behandeling van aanhangige stukken (35718).

De voorzitter:
De fractie van het CDA heeft verzocht volgende week te stemmen over het voorstel op stuk nr. 57.

In stemming komt het voorstel van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tot het toevoegen van een brief (stuk nr. 56).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor dit voorstel hebben gestemd en de leden van de fractie van de SGP ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel voor om de lijst vast te stellen zoals deze nu is komen te luiden.

Daartoe wordt besloten.


Stemmingen Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met een vereenvoudiging van de bestuurlijke inrichting van het stelsel voor beroepsonderwijs door omvorming van het aoc tot verticale scholengemeenschap en een andere invulling van bevoegd gezag (Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs) (35606).

(Zie vergadering van 16 juni 2021.)

De voorzitter:
Het amendement-Kwint (stuk nr. 22) is ingetrokken.

Ik stel vast dat daarmee wordt ingestemd.

In stemming komt het amendement-Kwint (stuk nr. 9).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt en de PvdA voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Peters/Van Meenen (stuk nr. 13).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21 en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het tweede nader gewijzigde amendement-Kwint (stuk nr. 23, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor dit tweede nader gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit tweede nader gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 23 voorkomende tweede nader gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Peters (stuk nr. 14).

De voorzitter:
Ik constateer dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Bisschop (stuk nr. 12).

De voorzitter:
Ik constateer dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Kwint (stuk nr. 20) tot het invoegen van een onderdeel BBa.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de VVD, BBB, de PVV en Groep Van Haga voor dit nader gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

De heer Peters, CDA.

De heer Peters (CDA):
Ik wil over deze wetswijziging een advies van de Raad van State voor dit in stemming gebracht kan worden, naar aanleiding van dit aangenomen amendement.

De voorzitter:
U wilt nu nog een advies van de Raad van State? U vraagt dus uitstel van de stemming. Ik kijk even of er bezwaar is tegen het uitstel van de stemming. Nee. Ik wil u vragen om dat voortaan wat eerder bij ons bekend te maken, dan kunnen de fracties zich daar misschien ook op … Het is op basis van de stemmingen? Nou, ik word gecorrigeerd. Dat is, denk ik, terecht. U had het niet kunnen weten, want het hangt af van de stemmingen. Maar wij werden er een beetje door overvallen. Wij zullen dan een nader moment prikken en even in de gaten houden wanneer de Raad van State adviseert.


Stemmingen moties Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met een vereenvoudiging van de bestuurlijke inrichting van het stelsel voor beroepsonderwijs door omvorming van het aoc tot verticale scholengemeenschap en een andere invulling van bevoegd gezag (Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs),

te weten:

  • de motie-Peters/Bisschop over een evaluatie van de een-op-eenregel binnen drie jaar (35606, nr. 25);
  • de motie-Peters/Bisschop over een gezamenlijke verantwoordelijkheid van scholen voor een minimaal dekkend aanbod in de regio (35606, nr. 24);
  • de motie-El Yassini over doorstroom naar de associate degree (35606, nr. 26);
  • de motie-Bisschop/Peters over één gemeenschappelijk wettelijk medezeggenschapskader voor voortgezet onderwijs en mbo (35606, nr. 27).

(Zie vergadering van 16 juni 2021.)

In stemming komt de motie-Peters/Bisschop (35606, nr. 25).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Peters/Bisschop (35606, nr. 24).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-El Yassini (35606, nr. 26).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, BBB, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Bisschop/Peters (35606, nr. 27).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen Uitwerking van de nieuwe richtlijnen Ouderbijdragen

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Uitwerking van de nieuwe richtlijnen Ouderbijdragen,

te weten:

  • de motie-Peters/Paul over bij de evaluatie van de initiatiefwet-Kwint/Westerveld de effecten op de ouderbijdragen meenemen (35063, nr. 16);
  • de motie-De Hoop over een limiet stellen aan de vrijwillige ouderbijdrage (35063, nr. 17).

(Zie vergadering van 17 juni 2021.)

De voorzitter:
De motie-Peters/Paul (35063, nr. 16) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat profielscholen de vrijwillige ouderbijdrage gebruiken om hun specifieke onderwijsaanbod te kunnen financieren;

overwegende dat voorkomen moet worden dat het onderwijsaanbod verschraalt als blijkt dat profielscholen vanwege de aanname van het initiatiefwetsvoorstel van Kwint en Westerveld (35063) hun specifieke programma's niet meer kunnen aanbieden;

verzoekt de regering om bij de evaluatie van het initiatiefwetsvoorstel van Kwint en Westerveld apart aandacht te besteden aan het effect op de ouderbijdragen bij de profielscholen en de gevolgen voor de instandhouding van het specifieke onderwijsaanbod van deze scholen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 18, was nr. 16 (35063).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Peters/Paul (35063, nr. 18, was nr. 16).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-De Hoop (35063, nr. 17).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, BBB en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Situatie op het Avicenna College

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Situatie op het Avicenna College,

te weten:

  • de motie-Van Baarle over knelpunten voor voldoende aanbod van islamitisch onderwijs wegnemen (31289, nr. 471);
  • de motie-Eerdmans over de komst van een SIVOR-school voorkomen (31289, nr. 473);
  • de motie-Eerdmans over geen functies in het onderwijs meer voor betrokkenen bij de misstanden op het Avicenna College (31289, nr. 472).

(Zie vergadering van 17 juni 2021.)

In stemming komt de motie-Van Baarle (31289, nr. 471).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BIJ1 en DENK voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Eerdmans (31289, nr. 473).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Eerdmans (31289, nr. 472).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Fractie Den Haan, de SGP, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen moties Vermeende tlv-fraude op Tyltylschool De Maasgouw in Zuid-Limburg en de uitzending Reporter Radio

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Vermeende tlv-fraude op Tyltylschool De Maasgouw in Zuid-Limburg en de uitzending Reporter Radio,

te weten:

  • de motie-Kwint/Westerveld over de knelpunten in de financiering van onderwijs voor zorgleerlingen in relatie tot de toelaatbaarheidsverklaringen (31497, nr. 409);
  • de motie-Van Meenen over aanpassing van het ontwikkelingsperspectief en overeenstemming met ouders in geval van wijziging in de tlv (31497, nr. 411);
  • de motie-Van Meenen over overeenstemming tussen de Tyltylschool De Maasgouw en ouders over het ontwikkelingsperspectief van het kind (31497, nr. 410).

(Zie vergadering van 17 juni 2021.)

In stemming komt de motie-Kwint/Westerveld (31497, nr. 409).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Meenen (31497, nr. 411).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Meenen (31497, nr. 410).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.


Stemmingen Afschaffing van het lerarenregister en het registervoorportaal

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het Voorstel van wet van de leden Bisschop en Kwint tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de afschaffing van het lerarenregister en het registervoorportaal (35145).

(Zie vergadering van 17 juni 2021.)

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-De Hoop/Westerveld (stuk nr. 9, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat dit nader gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit nader gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 9 voorkomende nader gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van der Staaij (stuk nr. 12).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de SGP, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van de nader gewijzigde amendementen-De Hoop/Westerveld (stuk nrs. 9, I tot en met V) en het gewijzigde amendement-Van der Staaij (stuk nr. 12).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de SGP, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor dit voorstel hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Aan de initiatiefnemers de vraag of zij bereid zijn om de verdediging van dit initiatief op zich te nemen in de Eerste Kamer. Wat is daarop uw antwoord, meneer Bisschop?

De heer Bisschop (SGP):
Het antwoord is: ja, met vreugde. Dank aan de collega's voor de brede steun, bijna unaniem. Dat vind ik ook wel mooi om even te constateren. De combinatie van SGP en SP, samen een wetsvoorstel, is natuurlijk ook iets wat in de annalen geboekstaafd moet worden. Dank, met vreugde doen we dat.

De voorzitter:
Dank u wel. Felicitaties aan de SGP en de SP voor het aannemen van de initiatiefwet, wat altijd enorm veel werk is. Succes in de Eerste Kamer.


Stemmingen moties Staat van de Europese Unie

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de Staat van de Europese Unie,

te weten:

  • de motie-Sjoerdsma c.s. over de Europese Commissie verzoeken een lijst op te stellen van de risico's omtrent de leveringszekerheid van essentiële goederen (35663, nr. 15);
  • de motie-Sjoerdsma c.s. over de OESO-afspraken voor een minimumbelastingtarief zo snel mogelijk omzetten in een EU-richtlijn (35663, nr. 14);
  • de motie-Sjoerdsma c.s. over nog in 2021 het opheffen van de unanimiteit voor het Europese buitenlandbeleid agenderen (35663, nr. 13);
  • de motie-Maeijer/Wilders over een nexit aankondigen (35663, nr. 16);
  • de motie-Maeijer over niet meegaan in verdere integratie richting een politieke unie (35663, nr. 17);
  • de motie-Amhaouch/Sjoerdsma over onderzoek naar een Europese veiligheidsraad (35663, nr. 18);
  • de motie-Jasper van Dijk over aandringen op meer balans in de gesprekken van de Permanente Vertegenwoordiging (35663, nr. 19);
  • de motie-Piri c.s. over het vrijgeven van patenten op coronavaccins (35663, nr. 21);
  • de motie-Piri c.s. over in Europa pleiten voor een winstbelastingtarief van ten minste 21% (35663, nr. 22);
  • de motie-Van der Lee c.s. over de EU-herstelplannen beoordelen op compatibiliteit met rechtsstatelijke en democratische beginselen (35663, nr. 23);
  • de motie-Teunissen over niet akkoord gaan met een nieuw GLB als het niet voldoet aan het klimaatakkoord van Parijs (35663, nr. 24);
  • de motie-Teunissen/Van Raan over rekenen met de werkelijke uitstoot door de bijstook van houtige biomassa (35663, nr. 25);
  • de motie-Dassen c.s. over zich uitspreken tegen afbraak van de democratische rechtsstaat en schending van de fundamentele rechten van de mens in Hongarije (35663, nr. 26);
  • de motie-Dassen/Van der Lee over het vergemakkelijken van de afgifte van noodvisa voor journalisten (35663, nr. 27);
  • de motie-Van der Plas over op Europees niveau inzetten op het weer mogelijk maken van de pulsvisserij (35663, nr. 29);
  • de motie-Piri c.s. over zo snel mogelijk scheiding van baan en bed voor arbeidsmigranten (35663, nr. 20).

(Zie vergadering van 17 juni 2021.)

De motie-Sjoerdsma c.s. (35663, nr. 13) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Sjoerdsma, Piri, Van der Lee en Amhaouch.

Zij krijgt nr. 32, was nr. 13 (35663).

De voorzitter:
De motie-Teunissen (35663, nr. 24) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de EU-subsidiëring van onder meer de melkveehouderij en de intensieve akkerbouw leidt tot grootschalig biodiversiteitsverlies;

overwegende dat het EU-beleid op alle terreinen moet voldoen aan de doelstellingen uit het klimaatakkoord van Parijs;

overwegende dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) een derde van het EU-budget omvat en daarmee een belangrijk sturingsinstrument vormt;

constaterende dat het huidige voorstel voor de herziening van het GLB geen concrete, bindende doelstellingen bevat voor de bescherming van klimaat en biodiversiteit en vervuilende vormen van landbouw voor een groot deel ongemoeid laat;

verzoekt de regering om niet akkoord te gaan met een voorstel voor een nieuw GLB zolang dit niet in lijn is met de doelstellingen uit het Klimaatakkoord van Parijs en de Vogel- en habitatrichtlijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 31, was nr. 24 (35663).

Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.

Mevrouw Piri verzoekt haar aangehouden motie op stuk nr. 20 alsnog in stemming te brengen.

In stemming komt de motie-Sjoerdsma c.s. (35663, nr. 15).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, BBB, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Sjoerdsma c.s. (35663, nr. 14).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Sjoerdsma c.s. (35663, nr. 32, was nr. 13).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie en het CDA voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Maeijer/Wilders (35663, nr. 16).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Maeijer (35663, nr. 17).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdD, de SGP, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Amhaouch/Sjoerdsma (35663, nr. 18).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, D66 en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Jasper van Dijk (35663, nr. 19).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, de ChristenUnie, het CDA, BBB en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Dan gaan we naar de motie-Jasper van Dijk over aandringen op meer balans in de gesprekken van de Permanente Vertegenwoordiging. Wie is voor deze motie? Die hebben we net gedaan, ja. Excuus. Dan de motie op stuk nr. 20. Het zijn best veel moties, dus op een gegeven moment gaan ze op elkaar lijken.

In stemming komt de motie-Piri c.s. (35663, nr. 20).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Piri c.s. (35663, nr. 21).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de SGP, BBB en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Piri c.s. (35663, nr. 22).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan en D66 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Lee c.s. (35663, nr. 23).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Teunissen (35663, nr. 31, was nr. 24).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan en D66 voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Teunissen/Van Raan (35663, nr. 25).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, de ChristenUnie, JA21, BBB, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dassen c.s. (35663, nr. 26).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, BBB en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Dassen/Van der Lee (35663, nr. 27).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, BBB en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Plas (35663, nr. 29).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Europese top van 24 en 25 mei 2021

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het debat over de Europese top van 24 en 25 mei 2021,

te weten:

  • de gewijzigde motie-Dassen c.s. over het plaatsen van de Europese vlag in de plenaire zaal van de Tweede Kamer (21501-20, nr. 1701, was nr. 1691).

(Zie vergadering van 19 mei 2021.)

In stemming komt de gewijzigde motie-Dassen c.s. (21501-20, nr. 1701, was nr. 1691).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan, D66 en het CDA voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen moties Jaarverslag en slotwet ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en rapport resultaten verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer 2020

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over Jaarverslag en slotwet ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en rapport resultaten verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer 2020,

te weten:

  • de motie-Palland over een tussenstap naar een deeltijd-WW-regeling (35830-XV, nr. 9);
  • de motie-Gijs van Dijk/Ceder over een oplossing voor de nadelige gevolgen van een loonloze periode (35830-XV, nr. 10).

(Zie wetgevingsoverleg van 17 juni 2021.)

In stemming komt de motie-Palland (35830-XV, nr. 9).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Gijs van Dijk/Ceder (35830-XV, nr. 10).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.


Stemmingen moties Jaarverslag en slotwet Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2020 en Staat van het onderwijs 2021

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over Jaarverslag en slotwet Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2020 en Staat van het onderwijs 2021,

te weten:

  • de motie-Paternotte/Van der Woude over hogescholen en universiteiten actief ondersteunen om studentenuitwisselingen zo veel mogelijk doorgang te laten vinden (35830-VIII, nr. 9);
  • de motie-Paul/Peters over best practices in het kader van monitoring binnen het Nationaal Programma Onderwijs (35830-VIII, nr. 10);
  • de motie-Van Baarle over het aanscherpen of expliciet vermelden van het tegengaan van discriminatie in de voorwaarden voor erkenning van een stagebedrijf (35830-VIII, nr. 11);
  • de motie-Van Baarle over een hand-out voor ieder erkend stagebedrijf over herkenning van discriminatie tijdens de selectie (35830-VIII, nr. 12);
  • de motie-Van Baarle over bewerkstelligen dat iedere leerling op de hoogte wordt gebracht van het bestaan van het Meldpunt Stagediscriminatie (35830-VIII, nr. 13);
  • de motie-Beertema over geen plaats voor de Kritische Rassentheorie in curricula (35830-VIII, nr. 14);
  • de motie-Kwint/Westerveld over het terugdringen van schaduwonderwijs (35830-VIII, nr. 16);
  • de motie-Kwint/Westerveld over geen reclame voor private aanbieders van schaduwonderwijs (35830-VIII, nr. 17);
  • de motie-Westerveld/Kwint over een passend onderwijsaanbod voor mensen met een handicap en/of neurodivergente personen (35830-VIII, nr. 18);
  • de motie-Westerveld over een langetermijnvisie voor het vervolgonderwijs waarin meer waardering is voor het beroepsonderwijs en praktische vaardigheden (35830-VIII, nr. 19);
  • de motie-Peters/Paul over de uitwerking van het Actieplan Lerarentekort (35830-VIII, nr. 20);
  • de motie-Peters/Van der Woude over instellingen die een opleiding aanbieden in het buitenland wettelijk verplichten om studenten 25% van het onderwijs fysiek in Nederland te laten volgen (35830-VIII, nr. 21).

(Zie wetgevingsoverleg van 17 juni 2021.)

In stemming komt de motie-Paternotte/Van der Woude (35830-VIII, nr. 9).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, BBB, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Paul/Peters (35830-VIII, nr. 10).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21 en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Baarle (35830-VIII, nr. 11).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Baarle (35830-VIII, nr. 12).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Baarle (35830-VIII, nr. 13).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Beertema (35830-VIII, nr. 14).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Kwint/Westerveld (35830-VIII, nr. 16).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, BBB en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Kwint/Westerveld (35830-VIII, nr. 17).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Westerveld/Kwint (35830-VIII, nr. 18).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Westerveld (35830-VIII, nr. 19).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Mevrouw Van der Plas van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Sorry, voorzitter, ik heb een beetje last van oogmigraine, dus ik zie alle letters niet goed. Echt, hoor. BBB wenst geacht te worden tegen de motie-Kwint/Westerveld op stuk nr. 17, over geen reclame voor private aanbieders van schaduwonderwijs, te hebben gestemd.

De voorzitter:
Dank u wel. We zullen uw opmerking meenemen in de Handelingen.

In stemming komt de motie-Peters/Paul (35830-VIII, nr. 20).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BIJ1, Fractie Den Haan, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Peters/Van der Woude (35830-VIII, nr. 21).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van D66 ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Jaarverslagen en slotwetten Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Gemeentefonds en Provinciefonds 2020

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over Jaarverslagen en slotwetten over het jaar 2020, hfdst. VII ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, B Gemeentefonds en C Provinciefonds,

te weten:

  • de motie-Bromet over het zo spoedig mogelijk opstellen van een gezamenlijke probleemanalyse over de interbestuurlijke en financiële verhoudingen (35830-VII, nr. 10);
  • de motie-Koerhuis over de CO2-besparing van vijf programma's inzichtelijk maken (35830-VII, nr. 11);
  • de motie-Koerhuis over mogelijkheden om een vve-boekhouding landelijk te laten digitaliseren (35830-VII, nr. 12).

(Zie wetgevingsoverleg van 17 juni 2021.)

De voorzitter:
De motie-Bromet (35830-VII, nr. 10) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Bromet en Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 13, was nr. 10 (35830-VII).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Bromet/Inge van Dijk (35830-VII, nr. 13, was nr. 10).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fractie van JA21 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Koerhuis (35830-VII, nr. 11).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, Fractie Den Haan, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Koerhuis (35830-VII, nr. 12).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.


Stemming motie Economisch steunpakket

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het debat over het economisch steunpakket,

te weten:

  • de motie-Maatoug c.s. over gebruik maken van uitzonderingsmogelijkheden om de kostendelersnorm niet van toepassing te laten zijn in knellende gevallen (35420, nr. 297).

(Zie vergadering van 2 juni 2021.)

De voorzitter:
De motie-Maatoug c.s. (35420, nr. 297) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de coronacrisis jongeren extra kwetsbaar heeft gemaakt en dat het risico om in de bijstand terecht te komen, verder is toegenomen voor deze groep;

overwegende dat jongeren steeds vaker niet de mogelijkheid hebben om het ouderlijk huis te verlaten, vanwege het enorme woningtekort of bijvoorbeeld het verlenen van mantelzorg;

constaterende dat de kostendelersnorm niet alleen leidt tot schrijnende situaties, waarbij jongeren dakloos raken of gezinnen in grote armoede moeten leven, maar dat deze ook kan leiden tot minder arbeidsaanbod onder jongeren, wat het postcoronaherstel kan belemmeren;

constaterende dat wethouders uit allerlei steden en van allerlei politieke kleuren oproepen om de kostendelersnorm te verschuiven naar 27 jaar;

verzoekt de regering gemeenten stevig aan te sporen gebruik te maken van de uitzonderingsmogelijkheden die bestaan om de kostendelersnorm niet van toepassing te laten zijn in knellende gevallen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 323, was nr. 297 (35420).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Maatoug c.s. (35420, nr. 323, was nr. 297).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, BBB en FVD voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de stemmingen. Ik wil de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bedanken voor haar aanwezigheid hier. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we zo over tot de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Mededelingen

Mededelingen

Mededelingen

De voorzitter:
Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:
Aan de orde is een korte regeling van werkzaamheden.

Ingekomen is een aantal beschikkingen inzake aanwijzing van Eerste en Tweede Kamerleden in de NAVO Parlementaire Assemblee, in de OVSE Parlementaire Assemblee en in de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa.

In de NAVO Parlementaire Assemblee:

  • het lid Brekelmans tot lid in plaats van het lid Van Wijngaarden;
  • het lid Boswijk tot lid in de bestaande vacature;
  • het lid Van Wijngaarden tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Brekelmans.

In de OVSE Parlementaire Assemblee:

  • het lid Recourt tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Ploumen.

In de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa:

  • het lid Oomen-Ruijten tot lid in de bestaande vacature;
  • het lid Van Pareren tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;
  • het lid Piri tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Koole.

Ik stel voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 33626-15; 32805-116; 33626-14; 29477-698; 29477-697; 29477-699; 29477-700; 31532-262; 29477-696; 34951-6; 29477-691; 29477-690; 29477-689; 33626-13; 29477-686; 29477-660; 35570-XVI-192; 32668-17; 31305-327; 35570-A-56; 35570-XII-107; 29385-111; 35570-A-54; 35570-A-53; 31305-326; 29296-39; 35570-XII-102; 32252-64; 35570-A-47; 31305-323; 35570-A-43; 35570-A-46; 33652-80; 33652-79; 29893-250; 29984-924; 29984-922; 35570-A-55; 29984-923; 29984-921; 29984-919; 29984-918; 29984-917; 32404-102; 32813-712; 32852-155; 32852-154; 32852-156; 28694-146; 32852-153; 29911-309; 31753-237; 33199-45; 29911-306; 29911-305; 29911-304; 29911-303; 29911-301; 31477-57; 31477-56; 24077-469; 28844-222; 28684-642; 29911-297; 29911-298; 33199-44; 29911-293; 29911-292; 33173-19; 26643-715; 26643-696; 28684-623; 29911-276; 28684-619; 33695-20; 28684-615; 28684-616; 28684-614; 28684-613; 29911-273; 29628-936; 35300-VI-111; 31477-49; 33695-19; 29911-260; 29911-250; 17050-581; 29911-243; 25268-174; 29911-237; 2020Z24215; 35603-82; 29477-693; 24446-73; 29826-128; 32637-453; 29826-127; 35420-269; 32637-442; 29826-126; 29826-124; 29826-125; 32637-439; 32637-443; 30635-7; 22112-3110; 35420-184; 35830-XIV-2; 35830-3; 35570-IV-39.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen aangehouden moties opnieuw aan te houden: 25295-883; 25295-696; 25295-633; 25295-589; 21501-07-1633; 35242-10; 32852-102; 32793-530; 31409-288; 27529-246; 25295-987; 35570-XII-55; 35570-XII-53; 31409-315; 25295-1119; 32813-706; 32852-102; 35570-XIII-52; 35570-XII-55; 35570-XII-53; 35446-6; 35438-21; 35438-17; 35430-19; 35327-10; 35300-60; 35207-20; 35207-19; 35205-17; 35092-21; 35092-19; 34775-XIII-109; 32820-367; 32813-637; 32813-519; 32813-420; 32813-419; 32813-366; 31936-772; 31369-18; 31293-530; 35668-28; 35693-11; 35570-VI-55; 33552-76; 31015-188; 29279-566; 28844-212; 29544-997, 29826-113; 35123-24; 31015-214; 34104-291; 29538-318; 32793-520; 31765-508; 31765-498; 29477-672; 28345-243; 25295-53; 20454-152.

Ik stel verder voor bij het debat over het eindverslag van de informateur spreektijden te hanteren van vier minuten per fractie en twee minuten voor de Groep Van Haga.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:
Dan gaan we nu over naar de uitgebreide regeling van werkzaamheden. Ik geef allereerst het woord aan de heer Markuszower van de PVV voor zijn verzoek.

De heer Markuszower (PVV):
Dank u wel, voorzitter. We leven in een land waarin je, als je Akwasi heet en GroenLinks je een woordkunstenaar noemt, maar je wel keihard oproept tot geweld en het OM dat ook bevestigt — het Openbaar Ministerie zegt dat dit strafbare feiten zijn — toch niet wordt vervolgd, alleen maar omdat je Akwasi heet en mensen bang zijn voor mensen als Sylvana Simons of zo. Graag wil ik een debat daarover.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Markuszower. Laten we bij een verzoek nou niet allerlei partijen noemen, want dat roept ook weer allerlei reacties op.

De heer Markuszower (PVV):
Daar hoopte ik op.

De voorzitter:
Houdt u het voortaan bij uw eigen verzoek. Ik geef het woord aan de heer Van Nispen van de SP.

De heer Van Nispen (SP):
Voorzitter. De SP heeft er geen behoefte aan. Het is de beslissing van ons onafhankelijke Openbaar Ministerie in een individueel geval.

De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Palland, CDA.

Mevrouw Palland (CDA):
Bedreigingen zijn altijd een heilloze weg, maar dit is aan het OM en niet aan ons. Geen steun.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Van Baarle, DENK.

De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. De fractie van DENK steunt geen rechts-populistische inmenging in de rechtsgang. Geen steun.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Van der Lee van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Voorzitter. Alle dichters en schrijvers zijn woordkunstenaars. Verder geen steun.

De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Kerseboom, Forum voor Democratie.

Mevrouw Kerseboom (FVD):
Voorzitter, gewoon steun voor dit debat.

De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter. Het lijkt me niet gewenst dat wij hier een debat wijden aan individuele situaties of individuele uitspraken van rechters.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Geen steun voor dit debat.

Mevrouw Tellegen (VVD):
Geen steun.

De heer Van Meenen (D66):
Geen steun.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Geen steun.

De heer Wassenberg (PvdD):
Voorzitter. Het Openbaar Ministerie heeft besloten om niet te vervolgen. Dat moeten we respecteren. Daar gaan we in de Tweede Kamer niet over debatteren, dus geen steun.

Mevrouw Simons (BIJ1):
Geen steun, voorzitter.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Hoewel ik het onderwerp ook hier weer snap, moeten we als politiek ons daar niet in mengen, dus geen steun.

De heer Nijboer (PvdA):
Voorzitter. De rechtsstaat is best wat waard. Geen steun.

De voorzitter:
U heeft geen steun voor uw verzoek. Dank u wel.

Dan geef ik het woord aan de heer Van Baarle van DENK voor zijn verzoek.

De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, dank u wel. De G4 hebben een brief gestuurd met het pleidooi om een nationale feestdag in te voeren voor de herdenking van het slavernijverleden. Dat is een roep die breder in de samenleving speelt. Op de lijst van debatten staat al een debat, aangevraagd door DENK, over het slavernijverleden. Mijn verzoek aan het kabinet zou zijn een brief in reactie op deze brief van de G4. Mijn verzoek aan de Kamer is om dit debat op te plussen naar een meerderheidsdebat en dit volgende week nog in te plannen.

De voorzitter:
Er staat dus een dertigledendebat en u wilt dat ophogen naar een meerderheidsdebat. Dan geef ik allereerst het woord aan de heer Van der Lee van GroenLinks en dan aan de heer Van Meenen van D66.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Steun.

De heer Van Meenen (D66):
Steun, hoewel wat mij betreft niet per se volgende week.

Mevrouw Tellegen (VVD):
Geen steun. Als ik het goed begrijp van mijn collega, is er volgende week een commissiedebat waarin dit goed kan worden behandeld.

De heer Van Nispen (SP):
Voorzitter. De SP zou inderdaad graag een brief willen met daarin een kabinetsreactie op de oproep van de grote steden. Dan past dit onderwerp volgens mij prima bij het commissiedebat van volgende week. Dat is ook het snelst.

De voorzitter:
Dus geen steun voor een apart debat? Juist.

De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter, geen steun voor een apart debat. Ik denk dat het prima bij een bestaand overleg of debat aangeknoopt kan worden.

De voorzitter:
Geen steun.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Ook geen steun. Het kan bij het commissiedebat.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Als het nou een debat was over slavernij dan zou ik wel steun geven. U noemt het "slavernijverleden", maar er is in die zin geen slavernijverleden, want slavernij is er gewoon nog. Met slavernij was het wat breder getrokken, maar in dit geval geen steun om het specifiek hierover te hebben.

De voorzitter:
Geen steun.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, geen steun voor een debat hier, wel voor een brief en bij voorkeur dat die er is voor het commissiedebat over racisme dat volgende week gehouden wordt.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Geen steun. Ook wij willen het volgende week bij het commissiedebat betrekken.

Mevrouw Simons (BIJ1):
Ik steun het verzoek voor een brief en denk dat het goed is om zo snel mogelijk hierover te debatteren. Dan vrees ik dat het een commissiedebat wordt, maar als het plenair eerder kan, dan heel graag.

De voorzitter:
U steunt geen apart debat nu?

Mevrouw Simons (BIJ1):
Ik steun de eerstvolgende mogelijkheid. Als dat plenair is, dan wel.

De voorzitter:
U steunt het debat.

Mevrouw Agema (PVV):
Steun.

De heer Wassenberg (PvdD):
Voorzitter, steun voor de brief en ook steun voor een debat. Ik zie geen dringende noodzaak om dat per se volgende week te doen, maar ik steun het verzoek wel.

De heer Nijboer (PvdA):
Voorzitter. Ik heb helemaal geen bezwaar tegen een debat. Een commissiedebat kan ook wat mij betreft. Maar om nou te zeggen dat dat per se volgende week al moet, slaat bij zo'n thema eigenlijk nergens op. Daar heb ik wel een beetje moeite mee.

De voorzitter:
Maar u steunt het debat?

De heer Nijboer (PvdA):
Ja, maar niet als het per se volgende week moet. Er kan van alles tussen komen en dit is een thema waar het niet per se op een dag aankomt.

Mevrouw Gündoğan (Volt):
De woorden zijn mij zojuist uit de mond genomen. Wel een debat, maar wanneer is een tweede. Het hoeft dus niet per se volgende week.

De heer Eerdmans (JA21):
Geen steun voor zo'n debat, wel voor het behandelen ervan in de commissie.

De voorzitter:
Meneer Van Baarle, u heeft geen steun voor een meerderheidsdebat, maar wel voor een brief.

De heer Van Baarle (DENK):
Was er ook geen steun voor wel een debat voeren, maar niet volgende week?

De voorzitter:
Volgens mij hebben uw collega's … Nee, daar is ook geen meerderheid voor. Maar er is een commissiedebat, en wat de brief betreft zullen wij het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Van Baarle (DENK):
Oké, helder.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Baarle. Dan geef ik het woord aan …

De heer Van Baarle (DENK):
Zal ik het tweede verzoek van DENK ook gelijk doen?

De voorzitter:
O, dat is wel heel efficiënt. Gaat uw gang.

De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, dank u wel. Het nieuws is naar buiten gekomen dat banken bezig zijn met het totaal gestoorde plan om mensen te laten betalen voor het opnemen van geld. Dat gaat mensen enorm raken, met name mensen met een kleine portemonnee. Dit moeten wij voorkomen. Daarom willen wij een brief van de regering in reactie hierop en daarom willen wij een debat.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Van Nispen van de SP.

De heer Van Nispen (SP):
Steun van de SP.

De heer Nijboer (PvdA):
Voorzitter. Vorige week heb ik hierover in een commissiedebat een heel punt gemaakt. Daar komen ook moties over, want ik heb er zelf een tweeminutendebat over aangevraagd. Ik zou DENK aanbevelen om dan moties in te dienen. Geen steun voor het debat dus, want dat is net gevoerd.

Mevrouw Kerseboom (FVD):
Voorzitter, steun voor dit debat. Enorm belangrijk dat we er met elkaar voor zorgen dat contant geld niet uitgefaseerd wordt. Steun dus.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ik zit op de lijn van de heer Nijboer.

De voorzitter:
Geen steun dus.

Mevrouw Tellegen (VVD):
Ik zit ook op die lijn. Geen steun.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Inderdaad, er werd al verwezen naar het tweeminutendebat. Ik zou het echt daar willen laten plaatsvinden.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Heel belangrijk, maar ik sluit mij ook aan bij de vorige sprekers.

Mevrouw Agema (PVV):
Steun.

De heer Van Meenen (D66):
Geen steun.

De heer Eerdmans (JA21):
Ik vroeg me af of meneer Van Baarle het niet met meneer Nijboer eens is om het dan gewoon nog sneller, namelijk bij het tweeminutendebat, te doen.

De voorzitter:
De heer Van Baarle staat hier om een verzoek te doen voor een debat, maar de suggestie heeft de heer Van Baarle gehoord.

De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter. De suggestie van collega Nijboer lijkt mij een uitstekende, dus geen steun voor dit debat.

De heer Wassenberg (PvdD):
Steun, voorzitter.

De voorzitter:
We maken even schoon, en dan mevrouw Simons, BIJ1.

Mevrouw Simons (BIJ1):
Heel belangrijk. Steun.

De voorzitter:
Steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dat vind ik ook, dus ook steun.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Geen steun, voorzitter. Gelukkig is er, gezien de opmerkingen van de heer Nijboer, nog wel handelingsperspectief voor de heer Van Baarle.

De voorzitter:
Maar geen meerderheid.

De heer Van Baarle (DENK):
Het klopt inderdaad dat we handelingsperspectief hebben. Ik heb wel 30 leden geteld …

De voorzitter:
Dat klopt.

De heer Van Baarle (DENK):
… dus ik zou zeggen: laten we dit op de lijst zetten. Wij nemen inderdaad in overweging om het op een ander moment in te brengen. Dan kan het altijd nog van de lijst afgevoerd worden.

De voorzitter:
Dat kan. Dank u wel, meneer Van Baarle.

Dan geef ik het woord aan de heer Van Meijeren van Forum voor Democratie.

De heer Van Meijeren (FVD):
De censuur op platformen van de big tech zoals YouTube en Facebook neemt steeds ernstigere vormen aan. Politieke meningen die niet strafbaar zijn maar wel een doorn in het oog zijn van de zittende macht, worden aan de lopende band van deze platforms verwijderd. Inmiddels weten we dat ook de overheid zelf druk uitoefent op deze platforms om meningen te verwijderen. Hierdoor wordt een effectieve uitoefening van de vrijheid van meningsuiting door oppositiepartijen vrijwel onmogelijk gemaakt.

De voorzitter:
U wilt een debat?

De heer Van Meijeren (FVD):
Daarom wil ik zo spoedig mogelijk een debat met de minister van Binnenlandse Zaken over deze zeer zorgwekkende ontwikkeling.

De voorzitter:
Dank u wel.

Mevrouw Agema (PVV):
Steun.

De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Wij steunen het debat met dien verstande: als we de discussie kunnen verbreden naar hoe we extreemrechtse hatespeech op social media kunnen voorkomen met elkaar.

De voorzitter:
Maar u steunt het debat alleen met die voorwaarde?

De heer Van Baarle (DENK):
Met die insteek zullen wij het debat steunen.

De voorzitter:
Maar u gaat zelf over uw inbreng, hè, dus u steunt het debat.

De heer Van Meenen (D66):
Wij steunen het niet.

De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter. Ik zou mij kunnen voorstellen dat op dit punt informatie wordt gevraagd, maar om zonder onderliggende stukken een dergelijk debat te voeren lijkt mij erg prematuur, dus geen steun in dit stadium voor dit debat. Het is wel een aangelegen punt dat ook de nodige aandacht gaat vragen in de toekomst. Dat merk je wel, maar ...

De voorzitter:
... nog geen steun voor een debat.

De heer Bisschop (SGP):
Het is nog te ongedifferentieerd.

De voorzitter:
U kunt daar zo nog op reageren, meneer Van Meijeren.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Geen steun voor dit debat, voorzitter.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ook geen steun.

Mevrouw Tellegen (VVD):
Ik ben het eens met de heer Bisschop. Misschien moeten we eerst eens een brief vragen en dan kijken we verder. Dus nu geen steun.

De heer Eerdmans (JA21):
Ik kijk even op de klok en ook op de kalender. Dan zie ik dat we hier nog tweeënhalve week hebben voordat de boel dichtgaat en de stoelen eruit, zeg maar. Ik vind het ook een belangrijk onderwerp. Ik vind het ook wel terecht om dat snel te behandelen, maar hoe staat het met onze reeksen van de debatten die nu in de etalage staan? 200 tot nu toe, is de stand, begrijp ik. Dan krijgen we dit dus vlak voor de kerst in de Kamer. Ik vraag me gewoon simpelweg af: waar is de ruimte om dit te doen? Wat is de prioriteit?

De voorzitter:
Dat is, denk ik, een terechte afweging die u daar maakt. Volgens mij geeft u geen steun voor dit debat, maar zegt u: kijk naar de prioritering.

De heer Van Nispen (SP):
Ik denk ook dat het slim is om een brief te vragen en te kijken of je dit snel kunt agenderen bij een commissiedebat.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Geen steun op dit moment. Kijk, we hebben net een nieuwe vaste Kamercommissie voor Digitale Zaken ingesteld. Die heeft net bepaald waar ze zich over gaat buigen: over precies dit type vragen. Ik stel voor dat we het aan die commissie overlaten.

De voorzitter:
Ik denk dat het ook een waardevolle suggestie is dat we inderdaad een aparte commissie hebben voor Digitale Zaken.

De heer Wassenberg (PvdD):
Geen debat, wel een brief.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik denk dat we moeten prioriteren. Als er 200 debatten in de rij staan, moeten we er even wat wegvinken. Maar ik vind het wel een belangrijk debat, dus dit steun ik.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
De suggestie van een brief en vervolgens een commissiedebat lijkt me een goed begin om dit agendapunt op de agenda te gaan zetten.

Mevrouw Simons (BIJ1):
Voorzitter. Heel graag een brief, maar geen steun voor dit debat.

Mevrouw Gündoğan (Volt):
De suggestie van meneer Van der Lee van GroenLinks steunen wij volledig.

De voorzitter:
Dus geen steun voor een debat. U heeft geen meerderheid, meneer Van Meijeren. Wel een brief. Voor de rest zijn ook wat suggesties gedaan. In ieder geval geen meerderheid voor een debat, maar wel een brief.

De heer Van Meijeren (FVD):
Dan zullen we die brief afwachten. Vervolgens vind ik het absoluut wel een plenair debat waard, want het gaat hier wel over grondrechten. Ik vind dat het niet in de vaste commissie voor Digitale Zaken hoort te worden ondergesneeuwd.

De voorzitter:
U kunt altijd weer terugkomen op het moment dat er een brief is.

Dan geef ik het woord aan de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren. Hij heeft een vooraankondiging.

De heer Wassenberg (PvdD):
Voorzitter. Volgende week, ik geloof op 28 en 29 juni, is er een Landbouw- en Visserijraad. Morgen hebben we daarover een commissiedebat. Ik zou graag nog een tweeminutendebat en stemmingen voor deze week willen aanvragen, zodat wij de minister volgende week met een boodschap op pad kunnen sturen.

De voorzitter:
Dank u wel. Is daar bezwaar tegen? Dat is niet het geval. Dan gaan we dat op die manier agenderen.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden. Ik schors de vergadering tot 16.30 uur. Daarna vervolgen wij met het tweeminutendebat Mensenhandel en prostitutie.

De vergadering wordt van 16.20 uur tot 16.33 uur geschorst.

Voorzitter: Martin Bosma

Mensenhandel en prostitutie

Mensenhandel en prostitutie

Aan de orde is het tweeminutendebat Mensenhandel en prostitutie (CD d.d. 27/05).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Mensenhandel en prostitutie. Als de Kamerleden ook even in hun bankjes willen gaan zitten, wordt dat hogelijk gewaardeerd. Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris. We hebben zeven deelnemers aan dit debat. Dit is het tweeminutendebat Mensenhandel en prostitutie. Elke spreker heeft daarom twee minuten. De eerste spreker is mevrouw Bikker van de fractie van de ChristenUnie. Aan haar is het woord.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank voorzitter, voor alle complimenten die u mij net gaf, maar die niet in de Handelingen komen.

Voorzitter. We hebben een goed commissiedebat gehad. Daar heb ik mijn inzet gegeven over de aanpak van gedwongen prostitutie en het voorkomen dat mensen slachtoffer worden van mensenhandel, maar ook het zorgen voor een uitweg als zij in de knel zijn geraakt. Die uitweg wordt ook geboden door uitstapprogramma's. Daarom onderteken ik mede een motie van de heer Bisschop.

Het is van belang dat we criminelen die geld verdienen aan misstanden aanpakken en dat we klanten die het in stand houden ook weten te vinden. In dat licht steun ik twee andere moties. De ene gaat erover dat we goed registreren wat de misstanden zijn. Die motie zal mevrouw Kuik straks indienen. Verder is het belangrijk dat als er misstanden zijn — die zijn er helaas volop — op de online websites die ik niet bij name wil noemen, er dan een stevige aanpak is, die websites op zwart gaan en we ook juridisch alles uit de kast halen om die stop te zetten.

Voorzitter. Ten slotte wil ik ook zelf een motie indienen op het digitale punt. Die ziet op de lokprofielen. Daar wordt al lang om gevraagd.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er jaarlijks naar schatting 1.300 minderjarige Nederlandse slachtoffers van seksuele uitbuiting zijn, maar er gemiddeld nog geen tien veroordelingen van klanten per jaar zijn;

overwegende dat het aanpakken en ontmoedigen van klanten cruciaal is in het verminderen van de vraag naar seksuele uitbuiting van kinderen;

overwegende dat de aangenomen motie-Van der Graaf/Kuiken de regering oproept lokprofielen en de webcrawler met prioriteit in te zetten;

verzoekt de regering de brede invoering van lokprofielen en de webcrawler niet langer uit te stellen, maar er uiterlijk dit najaar voor te zorgen dat de juridische basis er ligt om lokprofielen en de webcrawler vanaf dan op de benodigde schaal in te kunnen zetten voor zowel preventie als opsporing, en de Kamer daarover te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bikker en Kuiken.

Zij krijgt nr. 191 (28638).

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. U begrijpt dat mijn missie het zo snel mogelijk aanpakken van misstanden is. Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Wiersma van de fractie van de VVD.

De heer Wiersma (VVD):
Voorzitter, dank. Er was een vrij grote eensgezindheid bij partijen in het commissiedebat. Ik heb twee moties die dat hopelijk kunnen onderstrepen. Die gaan over twee thema's, namelijk online platforms die in opkomst zijn en het kunnen delen en opslaan van gegevens door gemeenten als ze bijvoorbeeld op mensenhandel stuiten. Ik kom bij de eerste motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen in zijn slachtoffermonitor aanbeveelt om prioriteit te geven aan de integrale aanpak van binnenlandse seksuele uitbuiting en vraagt om focus op het jonge slachtoffer;

constaterende dat er jaarlijks naar schatting 1.300 minderjarige Nederlandse slachtoffers van seksuele uitbuiting zijn, maar er gemiddeld nog geen tien veroordelingen van klanten per jaar zijn;

overwegende dat seksuele uitbuiting van minderjarige jongeren steeds vaker online ontstaat en/of plaatsvindt, waarbij organisaties als Terre des Hommes en INTERPOL wijzen op de groei en populariteit van onlineplatforms als Kinky.com, OnlyFans en sexjobs.nl;

constaterende dat het primair de eigen verantwoordelijkheid is van deze platforms om toe te zien op misstanden en deze te voorkomen, maar diverse onderzoeken laten zien dat ondanks de verwijderingsplicht in toenemende mate minderjarige kinderen actief zijn op deze platforms;

verzoekt de regering om op korte termijn uit te werken hoe — naast de reeds bestaande verwijderingsplicht — leeftijdsidentificatie door en een meldplicht van (kinder)misbruik bij de politie voor deze platforms wettelijk kan worden verplicht;

verzoekt de regering tevens maatregelen in kaart te brengen en te treffen om advertentieplatforms te verplichten seksuele uitbuiting van kinderen via advertenties op alle mogelijke manieren op hun platform tegen te gaan;

verzoekt de regering op beide punten dit najaar over de voortgang te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Wiersma, Bikker en Kuik.

Zij krijgt nr. 192 (28638).

De heer Wiersma (VVD):
De volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een gezonde en veilige prostitutiebranche in het belang is van alle sekswerkers;

constaterende dat gemeenten een taak hebben bij de regulering, het toezicht en de handhaving van de gehele prostitutiebranche en bij de aanpak van mensenhandel;

constaterende dat het voor het uitoefenen van deze taak noodzakelijk is om gegevens van sekswerkers te kunnen verwerken;

constaterende dat gemeenten als gevolg van de Algemene verordening gegevensbescherming geen persoonsgegevens van sekswerkers meer mogen verwerken, waardoor het toezicht en de handhaving van de gehele branche ernstig wordt belemmerd, misstanden als mensenhandel en uitbuiting niet langer effectief aangepakt kunnen worden en sekswerkers niet kunnen worden doorgeleid naar zorg;

overwegende dat het van belang is dat er snel een wettelijke grondslag komt voor het verwerken van noodzakelijke persoonsgegevens, zodat gemeenten hun taken weer adequaat kunnen uitoefenen en misstanden kunnen aanpakken;

verzoekt de regering in overleg te treden met gemeenten om met spoed te komen tot een dergelijke expliciete wettelijke grondslag, en de Kamer over de invulling en uitwerking hiervan in de zomer te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Wiersma.

Zij krijgt nr. 193 (28638).

De heer Wiersma (VVD):
Die laatste motie is ook omdat wij een wet in de Kamer hebben, de WLS, die controversieel is verklaard. Het is nog maar de vraag wanneer en hoe die behandeld wordt, maar deze grondslag is voor gemeenten zo belangrijk dat wij daar niet op zouden moeten willen wachten. Vandaar het verzoek om daar een andere, snellere aanpak voor te kiezen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Van Nispen van de fractie van de SP.

De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel, voorzitter. Mensenhandel is een afschuwelijk misdrijf en een moderne vorm van slavernij, en dient krachtig bestreden te worden. Daarom is het verbazingwekkend dat de aanpak en opsporing de afgelopen jaren zijn achtergebleven. Dat komt onder andere door gebrek aan capaciteit. Ik vind het belangrijk om hier nog de vraag te stellen wanneer wij van de regering mogen verwachten dat de capaciteit toeneemt om misstanden, om mensenhandel, krachtig te bestrijden. Graag een reactie daarop.

Dan het andere thema van dit debat, namelijk prostitutie. Samen met mevrouw Simons heb ik in het debat aandacht gevraagd voor de sociale en juridische positie van sekswerkers. Daarom de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat sekswerkers tegen diverse problemen aanlopen die hen belemmeren in het dagelijks leven en het uitvoeren van hun werk, zoals problemen met banken en verzekeraars, maar bijvoorbeeld ook de opstelling van de politie, gemeenten en Belastingdienst;

van mening dat het van belang is dat sekswerkers hun werk kunnen uitvoeren zonder stigma, met bijbehorende rechten en verplichtingen, en dat dit bijdraagt aan veilig werk en de positie van sekswerkers verstevigt;

verzoekt de regering om, in overleg met sekswerkers, belangenorganisaties en hulpverleners, tot concrete voorstellen en een plan van aanpak te komen om de sociale en juridische positie van sekswerkers te verbeteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Simons.

Zij krijgt nr. 194 (28638).

De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Van der Werf ziet af van haar spreektijd. Dan de heer Bisschop van de SGP.

De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter. Niet voor niets werden in het overleg dat we gehad hebben, prostitutie en mensenhandel in één adem genoemd. Helaas moet je constateren dat de prostitutiebranche onlosmakelijk verbonden is met mensenhandel. Daarom zou je er als overheid alles aan moeten doen om daar een eind aan te maken. We kunnen sekswerk en prostitutie proberen te onderscheiden, maar dat is al twintig jaar geprobeerd, en tot op heden is het alleen nog maar dramatischer geworden. Dat geldt ook voor de positie van de betrokken dames zelf. Ik heb daarover een tweetal moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat veel prostituees onvrijwillig in de prostitutie werkzaam zijn;

constaterende dat in de coronatijd veel meer prostituees uit de prostitutie zijn gestapt dan voorheen;

overwegende dat uitstaporganisaties van groot belang zijn voor vrouwen die uit willen stappen, maar deze organisaties niet altijd zichtbaar zijn voor prostituees;

verzoekt de regering in het prostitutiebeleid prioriteit te geven aan uitstapprogramma's,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bisschop en Bikker.

Zij krijgt nr. 195 (28638).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er prostitutienetwerken worden opgerold waar dagelijks 200 vrouwen worden aangeboden voor seks;

overwegende dat grootschalige uitbuiting krachtdadig aangepakt moet worden;

constaterende dat de websites waarop deze dames worden aangeboden tot op de dag van vandaag in de lucht zijn;

overwegende dat het pooiers lastiger gemaakt moet worden om vrouwen via dergelijke platforms te exploiteren;

verzoekt de regering onlineplatforms waar grootschalige prostitutienetwerken worden opgerold uit de lucht te halen om herhaling te voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bisschop.

Zij krijgt nr. 196 (28638).

De heer Bisschop (SGP):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u zeer. Dan mevrouw Kuik van de fractie van het CDA.

Mevrouw Kuik (CDA):
Voorzitter. Er kan geen genade zijn voor mensenhandelaren die andere mensen, met name vrouwen en kinderen, zien als verdienmodel en als handelswaar behandelen. De hele keten moeten we aanpakken en de klant van misstanden met minderjarigen is hier niet een onschuldige. Wij vragen de staatssecretaris aan te geven wanneer zij met het pakket aan effectieve maatregelen tegen die klant komt. Pornowebsites, sekswebsites, moeten we ook aanpakken, omdat ze nu profiteren van mensenhandel. Vandaar ook de indiening, samen met de heer Wiersma.

Is de verwevenheid tussen seksueel geweld en seksuele uitbuiting wel scherp genoeg in beeld? Het gaat in de praktijk namelijk vaak samen; als er sprake is van sextortion is de stap naar uitbuiting snel gezet. Maar deze verwevenheid zien we niet terug in de cijfers van de politie en hulpverleners hebben moeite verschillende vormen van seksueel geweld en uitbuiting te herkennen. Vandaar de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Nationaal Rapporteur Mensenhandel zowel in de Dadermonitor seksueel geweld tegen kinderen als in zijn jaarverslag signaleert dat er veel overlap zit in de problematiek van mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen;

constaterende dat tegelijkertijd in de dadermonitor wordt vastgesteld dat registratie van seksueel geweld tegen kinderen amper gepaard gaat met een registratie van mensenhandel;

overwegende dat dit waarschijnlijk betekent dat de politie slechts onder een van de twee fenomenen registreert;

verzoekt de regering om met de politie in gesprek te gaan om te bewerkstelligen dat, indien dat aan de orde is, een incident zowel als seksueel geweld tegen kinderen als als een geval van mensenhandel wordt geregistreerd, zodat er meer duidelijkheid komt over hoe vaak deze fenomenen overlappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kuik en Bikker.

Zij krijgt nr. 197 (28638).

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Simons van de fractie van BIJ1.

Mevrouw Simons (BIJ1):
Geen probleem, de laatsten zijn vaak de lekkersten.

Voorzitter. De positie van BIJ1, gevoed en gesterkt door sekswerkers zelf, is heel simpel: sekswerk is werk. Hoe beter de sekswerkers als beroepsgroep juridisch en sociaal in hun kracht gezet worden, met dezelfde rechten en bescherming als andere burgers, hoe effectiever we misstanden, voortvloeiend uit mensenhandel en uitbuiting kunnen aanpakken. Daarom dien ik vandaag de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat sekswerk een volwaardige beroepsgroep is maar dat de branche niet als zodanig wordt beschouwd en beschermd;

constaterende dat de wet- en regelgeving rondom sekswerk in Nederland is gericht op het voorkomen van mensenhandel en uitbuiting met onder andere criminalisering en uitsluiting tot gevolg, en dat dit sekswerkers regelmatig de illegaliteit in dwingt en hen daarmee kwetsbaarder en onveiliger maakt;

constaterende dat dergelijke wet- en regelgeving de sekswerkbranche derhalve ten nadele beïnvloedt, terwijl sekswerk enerzijds en mensenhandel en uitbuiting anderzijds niet ontegenzeggelijk met elkaar zijn verbonden;

spreekt uit dat sekswerk werk is, en als volwaardige branche beschouwd en beschermd dient te worden;

verzoekt de regering om sekswerk te decriminaliseren, met het New South Walesmodel uit Australië als leidraad, zodat toezicht en handhaving toegepast kunnen worden daar waar misdrijven, seksuele uitbuiting, economische uitbuiting en mensenhandel plaatsvinden, en zodat alle sekswerkers toegang krijgen en houden tot het rechts- en zorgsysteem en hun beroep volwaardig kunnen uitoefenen;

verzoekt de regering om sekswerk en gerelateerde dossiers onder te brengen bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Simons.

Zij krijgt nr. 198 (28638).

De voorzitter:
Dank u wel. Er is nog een vraag van mevrouw Kuik.

Mevrouw Kuik (CDA):
Mevrouw Simons geeft aan dat je die twee kunt scheiden. Maar het feit bij mensenhandel is dat als je niet zoekt, je het niet zult vinden. Ik ken geen enkele andere branche waarin zo veel mensenhandel plaatsvindt en er zo veel misstanden zijn. We zullen in deze branche zeker moeten zoeken, want anders zullen we het niet vinden.

Mevrouw Simons (BIJ1):
Het lijkt me dat je in elke branche op zoek moet gaan naar waar de misstanden plaatsvinden, zodat je daarop kunt handhaven en handelen. Dat is voor deze branche niet anders. Maar als wij sekswerkers die dit werk vrijwillig doen echt goed willen beschermen, dan zullen we hen eerst volkomen in hun kracht moeten zetten en dan zullen we de rechtsbescherming goed moeten regelen, zodat we weten wanneer er sprake is van misstanden en we die ook adequaat kunnen bestrijden.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik denk dat mevrouw Simons en ik het nog niet echt eens worden over wat het beste beleid is. Maar we zijn het er wel over eens dat we heel graag slachtoffers willen voorkomen en ze willen helpen. Nederland maakt deel uit van de Europese Unie. Dat betekent ook dat er een stroom van arbeidsmigranten naar Nederland toe komt. Daarin hebben we veel gevallen van gedwongen prostitutie gezien. Ik zou mevrouw Simons daarom het volgende willen vragen. Er wordt onderzoek gedaan naar effectief beleid om misstanden te voorkomen. Zou het niet verstandig zijn om dat af te wachten voordat we eventueel als Kamer uitspreken — ik zou daar niet voor zijn — dat we een model overnemen van een eiland in de oceaan, namelijk Australië? Nederland maakt deel uit van de Europese Unie.

Mevrouw Simons (BIJ1):
Het onderzoek waar mevrouw Bikker naar verwijst, is natuurlijk al veelvuldig gedaan, zowel daar, aan de andere kant van de plas, als hier. Ik denk dat het vooral tijd is dat we eens goed gaan luisteren naar de sekswerkers zelf. Die zijn verenigd in verschillende organisaties, die zijn zeer mondig en die hebben ons al meermaals hun visie aangedragen op datgene wat zij in de praktijk tegenkomen en waar zij in de praktijk behoefte aan hebben. Ik weet niet of we nog behoefte hebben aan meer onderzoek. Verder zou ik willen verduidelijken dat de motie die ik vandaag heb ingediend, juist ontworpen is om ervoor te zorgen dat degene die dit werk geheel vrijwillig wil doen, dat ook veilig kan doen en dat het ook veilig blijft op het moment dat diegene aangifte wil doen of op wat voor manier dan ook wil aantonen: ik constateer misstanden en daar wil ik wat mee, zonder daarbij zelf gevaar te lopen.

De voorzitter:
Helder.

Mevrouw Simons (BIJ1):
Het versterken van de rechtspositie van sekswerkers zelf lijkt mij de eerste stap om ook goed en adequaat te kunnen reageren op alle misstanden.

De voorzitter:
Afrondend. Kort en puntig.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Maar toch is er nog steeds discussie, omdat er ook mensen zijn die in de seksindustrie aan het werk zijn geweest en die later hebben gezegd: ik zat daar gedwongen. Die zeggen: laten we alsjeblieft voor een model kiezen waarin we de klanten strafbaar stellen. Dat is meer het Scandinavische model.

De voorzitter:
Helder.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik vind het heel belangrijk dat we eerst feitelijk kijken naar de positie van Nederland en naar de sekswerkers die we hier hebben, en dan juist naar de meest kwetsbaren onder hen — dat zijn er helaas velen — voordat we springen naar een model dat mogelijk nog meer slachtoffers oplevert. Ik denk dat mevrouw Simons dat ook niet wil.

Mevrouw Simons (BIJ1):
Ik kan daar eigenlijk alleen maar op zeggen dat er ook in Nederland onder de sekswerkorganisaties heel veel enthousiasme is over het model dat ik hier noem: het model uit New South Wales. Het kan geen kwaad om te kijken wat voor Nederland de beste optie is. Dat ben ik met mevrouw Bikker eens, maar dat neemt niet weg dat ik denk dat we moeten beginnen met het in hun kracht zetten van de sekswerkers zelf, op basis van de informatie die zij ons zelf aanleveren.

De voorzitter:
Prima. Ik schors vijf minuten en dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 16.50 uur tot 16.56 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik geef het woord aan de staatssecretaris.


Termijn antwoord

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Dank, voorzitter. Laat ik eerst de twee vragen behandelen die aan de orde zijn geweest. Die kan ik kort beantwoorden. Allereerst de vraag van de heer Van Nispen over de capaciteit. Er wordt 87 fte geworven voor de AVIM. 58 fte hiervan wordt ingezet voor de aanpak van mensenhandel en 29 fte wordt ingezet voor de I&R-straten, de identificatie-en-registratiestraten. Dat is het eindresultaat van de 10 miljoen extra vanwege de motie-Segers/Asscher en dat wordt gefaseerd opgebouwd.

De andere vraag was van mevrouw Kuik: wanneer kom ik met effectieve maatregelen tegen de klant? Het klantenpakket volgt dit najaar.

Voorzitter. Dan de moties. Allereerst de motie van mevrouw Bikker op stuk nr. 191 over de webcrawler en de lokprofielen. Ik moet u zeggen dat wanneer de webcrawler eruit gehaald zou worden, ik de motie oordeel Kamer kan geven. Mevrouw Bikker heeft heel duidelijk gesteld: lokprofielen én de webcrawler. Dan moet ik de motie dus ontraden. Want over de in ontwikkeling zijnde webcrawler mensenhandel heb ik de Kamer uitgebreid geïnformeerd in de opsporingsbrief mensenhandel van 18 november jongstleden. Daar zitten zoveel complicaties aan vast. Ik schrijf ook in die brief dat de inzet van een dergelijk technisch hulpmiddel is voorbehouden aan het OM. Mijn rol daarin is beperkt, maar ik weet in ieder geval dat de inzet eigenlijk vrijwel onmogelijk is vanwege de AVG-problematiek die erin zit.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik zou daar toch wat tegenin willen brengen, waar ik graag de reactie van de staatssecretaris op wil horen. Enerzijds zegt de staatssecretaris in die brief van november afgelopen jaar: in het nieuwe Wetboek van Strafvordering kan ik dit wel regelen. Dat is dus al één. Dus ooit komt er een mogelijkheid dat dit wel kan. Maar vervolgens zegt ze: binnen het huidige juridische kader zal via jurisprudentie gaandeweg meer duidelijkheid komen over de reikwijdte van de bestaande juridische kaders om die webcrawler wél te gebruiken. Dus ik lees daarin: ja, het is moeilijk en een beetje spannend, want ook jurisprudentie zal ons daarin verder de weg wijzen, maar het kán wel. En eerlijk gezegd moet ik toch even het volgende kwijt: ik heb hier ooit al als beleidsmedewerker bij minister Opstelten gezeten. Daarna kwam minister Van der Steur, toen minister Blok, toen staatssecretaris Harbers en nu deze staatssecretaris. Allemaal zeiden ze: we gaan ermee aan de slag, goed idee, technisch ligt alles al klaar. En nu is het er nog niet.

De voorzitter:
Prima.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Dat is precies het ellendige woord dat mevrouw Bikker noemt: nog niet. Want nog is die juridische basis er niet. Die komt in het nieuwe Wetboek van Strafvordering. En de jurisprudentie kun je enerzijds uitleggen en anderzijds uitleggen. Het Openbaar Ministerie, waar ik afhankelijk van ben, legt het op dit moment aan de verkeerde kant uit, althans aan de verkeerde kant volgens mevrouw Bikker.

De voorzitter:
Dus ik stel vast dat mevrouw Bikker niet met een nieuwe, aangepaste motie komt.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Dan moet ik de motie ontraden.

De voorzitter:
Helder, duidelijk. Dan de tweede motie.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
In de motie op stuk nr. 192 verzoekt de heer Wiersma om "op korte termijn uit te werken hoe" enzovoorts "door deze platforms wettelijk kan worden verplicht". Daar moet ik een vergelijkbare opmerking bij maken als bij mevrouw Bikker. Als meneer Wiersma bereid zou zijn om het woord "wettelijk" eruit te halen — het woord "verplicht" blijft natuurlijk staan — dan heb ik meer mogelijkheden om de sector zelf de verplichtingen op te leggen. Dan heb ik een ruimer scala, want wettelijk heeft echt een bepaalde connotatie, en ik wil juist een ruim pakket van mogelijkheden hebben. Dan kan de sector daar ook zelf hard aan meewerken.

De heer Wiersma (VVD):
Als de staatssecretaris vraagt om ruimte om dit gewoon te kunnen regelen, vind ik dat alleen maar goed. Als de staatssecretaris het zo wil interpreteren dat het ook breder dan wettelijk kan, dan vind ik dat prima. Dus akkoord met de interpretatie.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Dat is niet helemaal de interpretatie. Ik heb gevraagd om het woord "wettelijk" uit de motie te halen.

De voorzitter:
Dat doet de heer Wiersma niet.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Als hij dat niet doet, dan moet ik 'm ontraden. Helaas.

De voorzitter:
Helder. Het leven is hard, meneer Wiersma.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Ja. Een van de onderdelen van de Wet regulering sekswerk is de prostitutievergunning.

De voorzitter:
Heel kort nog, afsluitend.

De heer Wiersma (VVD):
Dan haal ik het weg. Ik dacht: als het wettelijk kan, moet het ook wettelijk kunnen. Maar die ruimte is er niet. Ik zal het weghalen, voorzitter.

De voorzitter:
Dan ontvangen wij een nieuwe motie van de heer Wiersma.

De heer Wiersma (VVD):
Uiteraard. En dan oordeel Kamer.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Dan geef ik de motie oordeel Kamer.

De tweede motie van de heer Wiersma over informatiedeling door gemeentes moet ik helaas ontraden. In het debat heb ik u toegezegd dat ik zou kijken wat er op dit vlak nog mogelijk is. Ik ben daar samen met de gemeentes nog mee bezig en ik kan u over de uitkomsten daarvan na de zomer informeren. Ik heb ook gezegd dat in het voorstel voor de Wet regulering sekswerk, de Wrs, die grondslag in ieder geval wordt gecreëerd. De gemeentes krijgen in de Wrs een taak met betrekking tot het verstrekken van prostitutievergunningen voor individuele prostituees en het houden van toezicht hierop. Voor activiteiten die in dit kader plaatsvinden mogen de gemeentes persoonsgegevens van sekswerkers verwerken. Maar op dit moment kan dat niet. Het voorstel ligt er, maar de Kamer heeft het controversieel verklaard. Zodra dat eraf gaat, kan ik alles regelen wat u wil.

De voorzitter:
O, dat klinkt veelbelovend! Kort en puntig afronden, want ik moet echt door naar een volgend debat.

De heer Wiersma (VVD):
Op papier is het zo simpel. Maar het zou ook kunnen dat het nog lang controversieel blijft. Ik weet niet hoe snel het gaat met zo'n formatie.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Dat is aan uw Kamer.

De heer Wiersma (VVD):
Dat klopt, dat is aan de Kamer. Het is ook aan de Kamer om te vragen om een alternatief om specifiek dit onderdeel sneller te regelen. Mocht die vraag komen van de Kamer ... De vraag ligt vervat in een motie en mocht de Kamer die steunen, dan is het wel de vraag op welke manier wij die wettelijke basis los van de Wrs al eerder zouden kunnen regelen.

De voorzitter:
De staatssecretaris.

De heer Wiersma (VVD):
Ik heb het in het debat gevraagd, en de hele tijd wordt, van het kastje naar de muur, verwezen naar de wet. Als dat nou niet kan, kunnen we dan iets anders bedenken? Dat is eigenlijk de oproep.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
De mogelijkheid die er zou zijn is via een wet in formele zin, en een wet in formele zin — dat is ook de Wrs die hier ligt — heeft, als ik die opnieuw zou maken, hetzelfde traject. Dat is dus ook een traject dat niet morgen geregeld is. Dat is geen oplossing voor de vraag van de heer Wiersma.

De voorzitter:
De motie op stuk.nr. 194.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Om die reden moet ik de motie ontraden.

Dan de motie van de heer Van Nispen. Die kan ik oordeel Kamer geven, want dat doe ik nu al. Maar ik zal nog verder de samenwerking zoeken met de Sekswerk Alliantie Destigmatisering, SWAD, in de initiatieven die SWAD ontplooit. Ik doe dat al, dus kan ik de motie oordeel Kamer geven.

Dan de motie van de heer Bisschop — ik probeer het zo snel mogelijk te doen, voorzitter — over de uitstaporganisaties. Ik zou die formeel moeten ontraden, want we doen dat al. Maar ik vind het heel belangrijk dat deze motie er is, dus daarom zeg ik: oordeel Kamer. De uitstapprogramma's zijn een van de drie prioriteiten binnen het prostitutiebeleid, naast regulering van de branche en het versterken van de maatschappelijke positie van de sekswerkers. Oordeel Kamer dus.

Dan de tweede motie van de heer Bisschop, op stuk nr. 196, over het offline halen van onlineplatforms. Dat is wat lastiger. Die moet ik ontraden, want het offline zetten van onlineplatforms zorgt voor verplaatsing naar minder zichtbare plekken en daar hebben we meer dan genoeg ervaring mee. Daarnaast is het zo dat de gedachte achter de motie is dat het om misbruik gaat van grootschalige prostitutienetwerken, want prostitutie op zich is legaal in Nederland — ik denk dus dat de heer Bisschop misbruik bedoelt —maar dat moet eerst vastgesteld worden en dat is een strafrechtelijke zaak. Dan kan het strafrechtelijk afgehandeld worden. Het is dus niet een kwestie van eventjes onlineplatforms uit de lucht halen, offline halen. Ontraden dus.

De heer Bisschop (SGP):
Het gaat hier heel duidelijk om de misbruiksituaties. In de considerans is ook niet voor niets een verwijzing opgenomen naar het geval dat zich onlangs heeft voorgedaan. Ik zou dan een parallel willen trekken met bijvoorbeeld het sluiten van een drugspand. Er kan toch een bestuurlijke maatregel genomen worden in afwachting ook van eventueel een strafrechtelijk traject? Waarom zou je ... Die site waarop de dames worden aangeboden van dat netwerk dat opgerold is, wordt nog steeds in de lucht gehouden. Dat is toch niet te verdedigen? Daar kan toch acuut een maatregel genomen worden?

De voorzitter:
Helder.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Dan moet het misbruik toch vastgesteld worden. Als een drugspand gesloten wordt, heeft men daar drugs geconstateerd. Ten aanzien van het prostitutienetwerk moet het misbruik vastgesteld worden. Dat zal strafrechtelijk vastgesteld moeten worden en dan kan er waarschijnlijk een maatregel genomen worden om het platform offline te halen. Dan verwijs ik toch naar mijn collega, de minister van Justitie en Veiligheid. Onze ervaring is dat het offline halen van onlineplatforms een verplaatsing van prostitutienetwerken naar minder zichtbare plekken veroorzaakt, en dat is echt niet goed.

De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 197.

Staatssecretaris Broekers-Knol:
Dat is de motie van mevrouw Kuik over een verbeterde registratie van mensenhandel door de politie. Gesprekken met de politie zijn zinvol. Ik kan die motie oordeel Kamer geven.

Tot slot de motie op stuk nr. 198 van mevrouw Simons. Die motie moet ik ontraden, want zij praat over een ander model dan ik aan uw Kamer heb gepresenteerd in de Wet regulering sekswerk. Bovendien loopt er een onderzoek naar de effecten en de neveneffecten van de verschillende modellen. Dat wordt dit najaar verwacht. Het lijkt mij heel goed om juist daarop te wachten. Daarom moet ik deze motie ook ontraden.

De voorzitter:
Dank aan de staatssecretaris voor haar aanwezigheid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Dinsdag stemmen wij over deze acht moties. Ik schors een ogenblik en dan gaan we praten over de Europese top.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Europese top van 24-25 juni 2021

Europese top van 24-25 juni 2021

Aan de orde is het debat over de Europese top van 24-25 juni 2021.


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is het debat over de Europese top van 24 en 25 juni 2021. Een hartelijk woord van welkom aan de minister-president. Fijn dat u bij ons bent. We hebben veertien sprekers van de zijde van de Kamer. Dat is nogal wat, zeg. Maar daarna, na de heer Kuzu, gaan we eten. De beste bewaren we voor het laatst. Ik citeer nu de heer Kuzu, hoor. Ik citeer alleen maar.

De eerste spreker is de heer Jasper van Dijk van de fractie van de SP. Hij heeft zes minuten spreektijd. Het woord is aan hem.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Ja, voorzitter. Laten we het weer eens over Europa hebben, werd er net gezegd. Daar hebben we het al zo lang niet meer over gehad.

Voorzitter. Er is recent een verwerpelijke wet aangenomen in Hongarije. De wet verbiedt het vertonen en promoten van homoseksualiteit aan minderjarigen. Scholen die aandacht besteden aan homoseksualiteit krijgen een boete. Dat is ronduit walgelijk en in strijd met alle waarden waar Europa voor staat. We hebben ook al een brief gekregen van de ambassadeur. Ik vraag de premier of hij die ook heeft gezien. Die brief spreekt van "hysterie jegens Hongarije". De premier en de Europese Commissie hebben hun verontwaardiging uitgesproken en dat is goed. Terecht sprak de premier van Europa als waardegemeenschap. De vraag is wel wat er nu gaat gebeuren, wil het niet alleen bij woorden blijven. De artikel 7-procedure loopt, maar zal waarschijnlijk geblokkeerd worden. Dan kan de Europese Commissie naar het Europees Hof stappen. Ik vraag de premier of dat nu inderdaad gebeurt en wanneer hij resultaten verwacht. Er is ook nog de mogelijkheid dat lidstaten zelf actie ondernemen en Hongarije voor het Hof dagen. Nederland zou dat kunnen doen met andere lidstaten. Dit is eerder naar aanleiding van een motie niet gelukt, maar er is een nieuwe situatie ontstaan. Ik vraag de regering dus of zij deze stap wil zetten. Als er niets gebeurt, kan Hongarije, maar kunnen ook andere landen, steeds verder gaan met de uitholling van die Europese waardegemeenschap. En dat moeten we niet hebben.

Voorzitter. Er is veel onrust aan de grenzen van Europa en grof geweld in Kroatië. Er zijn pushbacks in Griekenland en opnieuw gammele bootjes die richting Italië gaan. Afgelopen weekend zag ik de film Shadow World, in het kader van de dag van de vluchteling. Hij gaat over Syrische vluchtelingen die keihard worden mishandeld aan de grenzen van Europa. Het is misselijkmakend wat je ziet in deze film, die overigens Shadow Game heet. Hoe kijkt de regering naar deze praktijken? Wat moeten deze Syrische vluchtelingen doen om asiel te krijgen? Ze zijn op de vlucht voor oorlog en geweld, maar maken geen schijn van kans op een fatsoenlijke procedure. Wat heeft Europa hun te bieden?

De nood is hoog bij de grenslanden, vandaar dat Italië en Spanje het willen hebben over de zogenaamde Maltadeal. Die gaat over een snelle procedure bij aankomst en een eerlijke verdeling van vluchtelingen over de lidstaten. Is de Nederlandse regering daar ook voorstander van? Hoe staat het hiermee?

In de agenda wordt ook gesproken over partnerschappen met derde landen. Kan de premier een nauwkeurig overzicht geven van de voortgang per land en per stadium? Ik krijg ook graag een reactie op de brief van 38 vluchtelingenorganisaties aan welwillende lidstaten om kwetsbare vluchtelingen uit Griekenland op te nemen. Het is immers Europees grondgebied.

Voorzitter. Dan Frontex, de Europese kustwacht. Er zijn nu drie zaken die Frontex in diskrediet brengen. Ten eerste zijn er de wanpraktijken op de werkvloer, met de bizarre uitgaven aan feestjes. Er werd €100.000 besteed aan een feestje in Warschau, lees ik in de EUobserver. Ten tweede zijn er de pushbacks. Ten derde is er het nieuwste wapenfeit: Frontex blijkt er ook financieel een bende van te maken. Als dit kabinet dan niet wil ingrijpen in verband met die pushbacks, dan is het misschien wel gevoelig voor het feit dat de Europese Rekenkamer concludeert dat Frontex financieel compleet tekortschiet. Gaat de minister dit punt aan de orde stellen bij de eurotop?

Voorzitter. Hoe staat het met de onderhandelingen over een nieuwe Turkijeverklaring? Graag een update, zoals vorige week ook is toegezegd door minister Kaag.

En dan nog schokkend nieuws uit Turkije. Mensen in het kantoor van oppositiepartij HDP zijn aangevallen en beschoten. Een partijlid, Deniz Poyraz, is hierbij om het leven gekomen. Het is afschuwelijk nieuws over waarschijnlijk een politieke moord. Komt er een onafhankelijk onderzoek? In hoeverre is de Turkse regering verantwoordelijk? Gaat deze regering de moord veroordelen en aandringen op onafhankelijk onderzoek, zo vraag ik de minister-president.

Voorzitter. Corona. Langzaam zien we steeds meer versoepelingen. Dat is goed nieuws. We hebben wel zorgen over de wijze waarop de COVID-19-pass wordt ingevoerd. Die is er namelijk zonder fatsoenlijke parlementaire behandeling gekomen. We vragen daarom de garantie dat het kader dat nu is opgezet, inclusief de trilogen, uiterlijk voor twaalf maanden en ook alleen maar voor de COVID-19-vaccinatie geldt. Graag een reactie.

Voorzitter, tot slot. Het is goed dat er sancties worden getroffen tegen Wit-Rusland, maar we moeten wel voorkomen dat de bevolking daarbij wordt geraakt. Graag een toezegging op dat punt.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan mevrouw Kamminga van de fractie van de VVD.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Ik zou net als de heer Van Dijk willen zeggen: daar zijn we weer. Want nog maar een paar dagen geleden stonden we ook hier voor de Staat van de Unie. Bovendien is in de voorgaande weken meermaals gedebatteerd met de diverse vakministers over de verschillende onderwerpen. Toch blijft het een mooie traditie om voor iedere Raad hier met elkaar te staan. Ik wilde graag aan de minister-president vragen of er al een speciaal kopje op de agenda van de Raad staat met "overige vragen vanuit het Nederlandse parlement".

Richting de heer Dassen — hij is er inmiddels ook — wilde ik toch nog zeggen: zo zie je maar, ook zonder een vlag in deze zaal staan we genoeg stil bij Europa en moeten we toch constateren dat er geen sprake is van de EU-olifant.

Maar goed, laat ik geheel in stijl beginnen met een onderwerp dat ook niet op de agenda staat: de aangenomen wetgeving in Hongarije die de positie van lhbtq+ nog verder onder druk zet. Ook daar refereerde de heer Van Dijk al aan. Het schenden van fundamentele Europese waarden en het inperken van de vrijheid om jezelf te kunnen zijn, is iets waarvan we niet moeten wegkijken. Ik ben daarom ook blij dat de Kamer hierover vandaag een motie met ruime meerderheid heeft aangenomen. Het is bovendien goed dat de minister-president donderdag in het debat al aangaf dat hij eigenlijk de motie niet nodig had om zijn afschuw over deze ontwikkelingen uit te spreken, ook tijdens de Raad. Want de Unie is meer dan alleen een markt; het is ook een waardegemeenschap.

Voorzitter. Ik wil de discussie van donderdag niet opnieuw voeren, maar ik wil ook vandaag benadrukken dat het een onbevredigend gevoel geeft dat Hongarije en Polen in afwachting van een uitspraak van het Hof gewoon aanspraak kunnen maken op financiële middelen. Ik vraag me dan ook af of er wellicht wat laagdrempeligere opties zijn om middelen aan te houden, zoals we dat naar ik heb begrepen ook bij projecten in Polen hebben gedaan toen dat land homovrije zones heeft ingericht. Ergo, mijn oproep is om te blijven kijken waar er mogelijkheden zijn en niet te schromen om die dan te benutten.

Dan kom ik toch bij de agenda. Er is de afgelopen periode zowel in Brussel als in Den Haag veelvuldig over het vaccinatiepaspoort gesproken. Met de zomervakantie voor de deur, het vaccinatieprogramma dat op stoom is en een daling van de besmettingscijfers en ziekenhuisopnames, mogen we inmiddels weer nadenken over een vakantie in het buitenland. Dat is goed nieuws. Een belangrijke stap hierbij is het vaccinatiepaspoort. Voor dit paspoort is altijd de datum van 1 juli genoemd. Ik wil de minister-president vragen of we nog op schema liggen en of er andere landen zijn die het niet gaan halen. Wat betreft de inzet om naast een vaccinatie ook op een andere wijze te moeten kunnen aantonen dat je niet besmet bent, steun ik de lijn van de regering. Wel blijft het jammer dat er een wachtperiode is na de laatste prik.

Dan zag ik dat er tevens gesproken wordt over de evaluatie en de lessons learned. Dat is op zich altijd een goede zaak en ik ben nieuwsgierig naar het BNC-fiche met een nadere duiding dat er binnenkort aankomt. Hierbij hoop ik dat er ook aandacht is voor de effecten op de grensregio's. Zeker daar waren de verschillen tussen landen pijnlijk merkbaar. De aankoop en ontwikkeling van vaccins is wat mij betreft ook een punt van aandacht.

Dan wil ik ten slotte op dit punt, zoals u ook van mijn partij gewend bent, het kabinet toch vragen ervoor te waken dat het adagium "never waste a good crisis" — met excuses aan mevrouw Van der Plas dat dit in het Engels was — zover strekt dat eventuele aanvullende maatregelen vanuit Brussel ten koste gaan van onze nationale bevoegdheden op dit gebied. Ik hoop dat de minister-president dat kan bevestigen.

Migratie. Het is goed dat er wordt gesproken over migratie, en zeker ook over de externe component. Want daar ligt een belangrijke sleutel en daar zouden we onze krachten moeten bundelen. Het is van belang dat er een effectieve aanpak op EU-niveau komt: een aanpak die ervoor moet zorgen dat mensen niet langer die gevaarlijke overtocht maken, waar de heer Van Dijk al aan refereerde, en die zorgt voor fatsoenlijke opvang in de regio. We zien nu dat er veel mensen in Europa aankomen die geen recht hebben op asiel. Dat legt onnodig druk op het systeem. Ik zou de minister-president willen vragen op welke wijze er invulling wordt gegeven aan de passage "met gecoördineerde inzet van middelen over de volle breedte van het instrumentarium". Het ligt wellicht aan mij, maar ik weet niet zo goed wat hiermee wordt bedoeld. Ik zou me kunnen voorstellen dat we steun vanuit de EU koppelen aan de mate waarin landen bereid zijn op dit punt afspraken te maken. Mocht dit niet zo zijn, dan bij dezen die suggestie. Maar het allerbelangrijkste wat ik het kabinet wil meegeven, is dat het urgent is om stappen te zetten op dit gebied.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik ben het er helemaal mee eens dat er meer structuur en meer beheersing moet komen in de migratiestromen die er op dit moment zijn, maar ik heb in mijn termijn ook iets gezegd over het keiharde geweld dat wordt gebruikt aan de grenzen van Europa. De pushbacks, het geweld van de Kroatische grenspolitie: dat moet je echt niet onderschatten. Wat moet een Syrische oorlogsvluchteling die in alle opzichten voldoet aan de asieleisen, volgens de VVD doen om in Europa asiel aan te vragen?

Mevrouw Kamminga (VVD):
Zoals u weet, ben ik niet de asielwoordvoerder van de VVD, maar goed, ik zal desondanks een poging doen. Volgens mij hebben we het hier in het vorige debat ook al over gehad. Toen heeft u mijn collega Azmani daarop bevraagd, die natuurlijk een groot voorvechter is van een goed asielbeleid op Europees niveau. Daar is ook gezegd … Volgens mij heeft het kabinet het ook herhaald. Ik zag het in ieder geval ook staan in de beantwoording van de staatssecretaris. We hebben natuurlijk kunnen lezen over die schendingen, die vermeende schendingen. Daar wordt nu onderzoek naar gedaan. Dat is wel echt de eerste stap, vind ik. We moeten goed kijken wat er aan de hand is. Als er sprake is van schendingen van het internationale recht, dan heeft de Commissie een rol om het betreffende land erop aan te spreken. Dat is wat mij betreft de volgorde.

De voorzitter:
Afrondend, kort.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Maar mijn vraag was: waar moet een Syrische oorlogsvluchteling, een echte asielzoeker dus, nu aankloppen als het aan de VVD ligt? Want als hij nu naar Europa gaat, wordt hij gewoon keihard teruggeslagen, met grof geweld. Bent u het ermee eens dat we moeten zoeken naar een manier om echte oorlogsvluchtelingen wel in aanmerking te laten komen voor asiel, het liefst aan de grenzen van Europa, met Europese asielcentra? Ziet de VVD dat zitten?

Mevrouw Kamminga (VVD):
Volgens mij hebben we gewoon internationale criteria voor hoe het gaat, voor wanneer je asiel kunt aanvragen. Ook binnen Europa hebben we die regelgeving. Maar volgens mij is het altijd helder geweest. Daar hebben we als VVD altijd voor gestaan: voor ons is opvang in de regio het centrale punt. Als er toch mensen naar Europa komen, vang je ze op in het land waar ze aankomen. Daarvoor hebben we Dublinakkoorden. Dat zou de route moeten zijn. Volgens mij zijn die stappen helder.

De voorzitter:
Ja, helder. U continueert.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Dan het volgende punt, de herstelfondsen. Ik heb de minister van Financiën in het debat over de Ecofin horen zeggen, als ik het goed heb, dat we een daverende zomer tegemoetgaan en dat de cijfers zowel in Nederland als in de hele EU hoopgevend zijn. Laten we dat hopen, want we kunnen wel wat goed nieuws gebruiken. Hoewel de VVD zoals u weet erg hecht aan gezonde overheidsfinanciën — daarbij hoort zeker ook beheersbaarheid van de overheidsschuld — begrijpt de VVD de inzet om in deze omstandigheden meer ruimte te geven. Ik ga er wel vanuit dat dit van korte duur zal zijn, want uiteindelijk weten we allemaal dat je op een schuldenberg geen gezonde economie kunt bouwen. We zien nu al dat de economieën van landen met een lagere staatsschuld sneller lijken op te veren. Dat laat de noodzaak maar weer eens zien van hervormingen, in plaats van enkel het verstrekken van extra middelen. Kan de minister-president iets meer zeggen over het krachtenveld in de Raad op dit punt?

Wat betreft het herstelpakket ben ik blij dat de minister-president, maar ook de minister van Financiën, heeft bevestigd dat dit een eenmalige crisismaatregel was. Ook daar hecht de VVD erg aan. Verder steunen we het kabinet in zijn inzet om te pleiten voor een fatsoenlijke beoordelingstermijn. Ik zag ook al dat er vervolgsessies over zijn gepland in deze Kamer. Dat is fijn.

Gelet op de tijd en het feit dat we zowel donderdag tijdens de Staat van de Unie als in de vakcommissies uitvoerig hebben gesproken over Rusland en Turkije, wil ik hier volstaan met herhalen dat we zorg hebben over de ontwikkelingen in beide landen. Waar we bij Turkije op onderdelen, zij het met kleine stapjes, vooruitgang zien, lijkt dat bij Rusland allerminst het geval. De VVD heeft dan ook de motie van collega Sjoerdsma gesteund om gerichte sancties in te stellen voor de directe kring rondom Poetin en kan zich vinden in de kabinetsinzet in de Raad op dit punt.

Als laatste Wit-Rusland. Ik ben blij dat er nu eindelijk een sanctiepakket op tafel ligt. Zou de minister-president hierop kunnen reflecteren? Is hij tevreden met de uitkomst?

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Een vraag van de heer Kuzu wellicht?

De heer Kuzu (DENK):
Mevrouw Kamminga heeft zich heel duidelijk uitgesproken over Hongarije, maar ik wil toch graag van haar partij weten met welke boodschap onze minister-president naar Brussel moet afreizen. Wat moet er volgens haar gedaan worden?

Mevrouw Kamminga (VVD):
Excuus, voorzitter, over Hongarije? Ja. Volgens mij hebben we daar afgelopen donderdag uitvoerig bij stilgestaan en hebben we ook wat opdrachten meegegeven voor wat we willen onderzoeken. Ik heb nu ook weer gezegd dat we wat mij betreft in gesprek gaan met andere landen om ernaar te kijken en ruimte te zoeken. Ik hoop daar in de eerste termijn van de minister-president wellicht iets over te horen. Is er toch nog ergens ruimte? Ik begrijp dat het pad, nu het Hof nog geen uitspraak heeft gedaan om iets te doen met die RRF-fondsen, lastig is. Ik vind daar van alles van, maar zou wel graag willen horen of er nog mogelijkheden zijn om iets extra's te doen, al is het maar klein. Ik vind wel dat een symbool op zijn plek is. Maar ik wacht de beantwoording van de minister-president af op de vragen die ook de heer Van Dijk zo prangend heeft gesteld.

De voorzitter:
Afrondend, kort, puntig.

De heer Kuzu (DENK):
Ik ben vooral heel benieuwd naar het standpunt van de VVD-fractie, hoewel in een later stadium ook wel naar het standpunt van de minister-president. Maar het gaat mij nu voornamelijk om de VVD-fractie. U heeft de brief van de Hongaarse ambassadeur ook gekregen, die begint met: dit is georganiseerde hysterie. Waar zit dan mogelijk ruimte, volgens de VVD-fractie, niet volgens de minister-president?

Mevrouw Kamminga (VVD):
Wat de VVD-fractie vindt, is volgens mij evident. Ik ben daar ook uitgesproken over geweest in mijn inbreng. Wij stonden nota bene onder de motie van de heer Dassen. Wij vinden dit gewoon onacceptabel. Wij vinden ook dat je daar kritisch naar moet kijken. Daar is volgens mij helemaal geen misverstand over.

De heer Sjoerdsma (D66):
Dat is goed. Mevrouw Kamminga is ook in het vorige debat helder geweest. Ook zij vindt net als D66 niet dat er belastinggeld naar de heer Orban kan als dit soort dingen plaatsvinden. Maar dan toch de vraag. De premier had het er de vorige keer over dat er wel mag worden geflitst maar dat er geen boetes mogen worden uitgedeeld. Dat geldt misschien voor te hard rijden, maar inmiddels moeten we constateren dat Hongarije niet alleen te hard rijdt, maar ook andere auto's van de weg duwt. Ik zou mevrouw Kamminga willen vragen of dit de situatie voor haar fractie verandert en we toch het rechtsstaatmechanisme in stelling moeten gaan brengen.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Het verandert volgens mij niet. We hebben het betoog gehoord. Ik heb ook gehoord waarom dat lastig is. Ik had zelf de vorige keer in mijn betoog de analogie van de flitspaal en heb gezegd dat ik dat onbevredigend vond. Dat vind ik nog steeds. Tegelijkertijd vind ik ook: als iets niet kan, kan het niet. De Raad had nog een moment nodig om een weging te maken; volgens mij heeft u daarom uw motie ook aangehouden. Ik vind het netjes om dat af te wachten. Als dat onvoldoende blijkt, hebben we daar opnieuw een discussie over, wellicht aan de hand van een motie die u al in voorbereiding had.

De heer Sjoerdsma (D66):
Die motie houden we inderdaad aan, omdat het gewoon netjes is om even de kans te geven om er goed naar te kijken. Ik zag net de verklaring van Nederland, België, Litouwen en nog een aantal andere landen voorbijkomen, waarin wordt gesteld dat alle mogelijke middelen zouden moeten worden ingezet om hier iets aan te doen. De minister-president moet me maar corrigeren als ik dat verkeerd zie, maar de premier lijkt daarmee in ieder geval voor te sorteren op dat dit wel zou kunnen. Zou de VVD het wel kunnen steunen als dat zou gaan gebeuren?

Mevrouw Kamminga (VVD):
Volgens mij heb ik net ook de oproep gedaan om te kijken wat er kan. Als er iets kan, zijn we er van harte voor. Volgens mij is daar geen misverstand over.

De heer Bisschop (SGP):
Ik probeer mij terughoudend op te stellen als het gaat om de gewraakte wet die in Hongarije wordt aangenomen. Het is allereerst een binnenlandse aangelegenheid. Wat mij wel opvalt, is dat de ene scherpe veroordeling over de andere heen tuimelt. Als je die wet zelf serieus bekijkt — los van de brief van de ambassadeur hebben we daar een lichte poging toe gedaan — dan vraag ik mij af of het terecht is om dat zo ongenuanceerd en eenzijdig, alleen maar in het frame te schieten waarin het geframed wordt, namelijk dat het een antihomowet is. Nee, het is een wet gericht op de bescherming van kinderen. En dan wordt er stelling genomen tegen pedofilie en wordt er stelling genomen tegen pornografie, om kinderen te beschermen en een gezonde seksuele opvoeding te geven. Dan wordt er stelling genomen tegen al te gemakkelijk meegaan met genderverandering. Je hoeft maar een beetje het nieuws te volgen dat uit Zweden en het Verenigd-Koninkrijk komt om te weten hoeveel ellende dat ook met zich meebrengt. Is het dan niet op zijn plek, vraag ik aan mevrouw Kamminga, om hier iets genuanceerder mee om te gaan, in plaats van te hameren op: dit is een antihomowet en dat moet keihard worden aangepakt?

Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik heb een andere invulling en associatie bij die wet. Maar los daarvan is er wel een trend te zien, een trend die natuurlijk zorgelijk is. De heer Sjoerdsma zei ook al dat het een beetje opstapelt: eerst mag dit niet, dan mag dat niet. Ik vind wel dat het een fundamentele waarde is, ook binnen de EU, dat je mag zijn wie je wilt zijn, dat je daarvoor uit kan komen, dat er ook fatsoenlijk les over is en dat je weet dat het gewoon kan en mag. Daar kan je anders naar kijken. Ik vind deze wet dus op zichzelf al echt een aandachtspunt, maar ben het ook helemaal eens met wat de heer Sjoerdsma in zijn interruptie zei: het is niet iets wat op zichzelf staat. We zien die trend in een aantal landen, met name in Hongarije en Polen, en ik vind die trend ontzettend zorgelijk. Ik vind ook dat we ons daartegen moeten uitspreken.

De heer Bisschop (SGP):
Dat staat eenieder natuurlijk vrij, maar ik blijf pleiten voor het goed recht van de lidstaten die zich baseren op Europese verdragen en niet op onze nadere specificatie en invulling van die verdragen en die waarden. Vervolgens ligt er iets waar veel meer nuance in zit dan in het frame wordt weergegeven. Is het dan niet gewoon een kwestie van recht en van billijkheid, ook tegenover die lidstaten, om daar ook recht aan te doen?

Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik wil het allemaal niet herhalen maar dit moet je zien in een context, nog los van de andere weging en duiding die ik heb van die wet. Voor mij valt het in een trend die dusdanig zorgelijk is dat ik vind dat we ertegen op moeten staan en ons erover moeten uitspreken, wat ik ook heb gedaan.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Van der Lee van de fractie van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Voorzitter. Ook ik begin met Hongarije en de bedroevende wet die daar is aangenomen. Ik juich toe dat de Kamer in overgrote meerderheid de motie-Dassen die we als GroenLinks hebben meegetekend, steunt. Ik ben ook heel blij dat de Kamer in meerderheid de motie heeft aangenomen die ik had ingediend om bij de toetsing van voorstellen voor het Herstel- en Veerkrachtfonds ook te kijken naar de rechtsstatelijkheid. Ik ben ook benieuwd of er niet nog meer mogelijkheden zijn. De verklaring die ophanden is van meerdere lidstaten, of die al is uitgegaan — ik ben ook benieuwd hoeveel lidstaten er eigenlijk aan meedoen — lijkt mij zeer, zeer terecht. Ik vind dat wij ons als Europa, als lidstaten en zeker als Nederland krachtig moeten uitspreken tegen wetten die indruisen tegen de waardegemeenschap die we zijn. Ik vind het problematisch dat de UEFA zich zo keert tegen initiatieven om hier aandacht voor te vragen. Ik juich het initiatief van de gemeenteraad van München toe om hun arena op een bepaalde manier te verlichten. Ik snap niet wat de UEFA daarover te zeggen heeft. Ik vind dat de regering eigenlijk iets te veel de sport buiten de politiek plaatst. Dat kan niet altijd. Vorige week hadden we een debat waar Bakoe langskwam, een van de plekken waar gespeeld wordt. Een paar kilometer verderop worden daar Armeniërs krijgsgevangen gehouden en heel slecht behandeld. Daar moeten we ook wat van kunnen zeggen.

Over de rechtsstaat hebben we het al veel gehad. Ik wil ook nog even wijzen op wat er gisteren is gebeurd: een oproep van alle privacy-autoriteiten in Europa om heel snel een verbod in te stellen op alle vormen van gezichtsherkenning en biometrische toepassingen in de Europese Unie. Ik hoop dat de minister-president die oproep heeft geregistreerd en dat hij die oproep deelt. Zeker gelet op de ontwikkelingen in Hongarije en Polen moeten we extra waakzaam zijn en moeten we op tijd voorkomen dat er ook op dit terrein initiatieven worden ondernomen die we niet willen. Ook deel ik de kritiek die anderen al hebben geuit op pushbacks vanuit Frontex. Ook daar zou ik toch nog een wat krachtiger en kritischer geluid over willen horen vanuit het kabinet.

Dan de agenda van de Europese top. De vorige twee sprekers hebben het al gehad over Belarus en de sancties. Er ligt een pakket maar alle ins en outs daarvan zijn mij nog niet compleet helder, ook omdat de Algemene Raad er zich nog over moet buigen, maar we hebben wel meegekregen dat Oostenrijk wat dwarslag, omdat het mogelijk de bancaire sector zou raken. Mij is niet helemaal helder wat daarover besloten is. Kan de minister-president daar uitleg over geven?

Naast de sancties die heel terecht zijn en die ook gericht moeten zijn op het regime, maken wij ons ook wel zorgen, in de zin dat we moeten oppassen dat het niet te veel de burgers raakt. Daarnaast is het belangrijk dat we de oppositie, de journalisten ondersteunen die nu het meest geraakt worden. We zouden graag zien dat de Nederlandse overheid nog wat meer inspanningen verricht, al dan niet via de ambassade, om waar het kan, bijstand te verlenen.

Waar ik wel wat kritischer over ben, is dat er eigenlijk geen enkele voortgang lijkt te worden gemaakt als het gaat om Rusland. Er is het ene na het andere incident, maar als het gaat om het instellen van additionele sancties — de motie-Sjoerdsma hebben wij ook medegetekend — lijkt er ook bij Nederland toch een zekere terughoudendheid te zijn, terwijl wij in belangrijke mate een facilitator zijn van verkeerd geld van mensen die om Poetin heen zitten. Ook op dat punt zou mijn fractie toch echt willen dat Nederland extra initiatieven neemt. We hebben het vorige week ook weer gehad over Nord Stream 2. Ook hier vind ik het onterecht om dat als een commercieel project neer te zetten. Het is geen louter commercieel project. Bovendien is het vanuit de gasvoorziening gezien helemaal niet nodig. Er is al meer dan genoeg gasinfrastructuur. Ook hier dus nogmaals de oproep aan de minister-president: wees kritischer en gebruik de drukmiddelen die we moeten gebruiken als het gaat om Rusland.

Dan zou ik toch ook nog even willen stilstaan bij covid. Het is fijn dat er licht aan het einde van de tunnel is en dat we aan het eind van deze week mogelijk van veel maatregelen verlost zullen zijn. Tegelijkertijd moeten we heel waakzaam zijn, zeker op nieuwe varianten als de deltavariant, die nu ook in Rotterdam opkomt, en mogelijk nóg nieuwere varianten waar de vaccins minder goed tegen bestand zijn. Is er zekerheid bij het kabinet dat ook de Europese aanpak op dit moment alert genoeg is op de plotselinge verspreiding van nieuwe varianten die zo sterk zijn dat ze vaccins kunnen weerstaan? Wordt er dan snel en tijdig ingegrepen, zodat we niet weer in een langere lockdown terechtkomen? Ik hoor graag van de premier of hij daar gerust op is of dat hij ook vindt dat er binnen de Europese Unie nog extra stappen nodig zijn. Ik juich daarnaast toe dat we vandaag gestemd hebben over een motie van naar ik meen collega Piri, die wij ook hebben meegetekend, over de patenten. De Kamer heeft daar nu een uitspraak over gedaan. Gaat de regering daar nu onmiddellijk naar handelen, ook al bij de komende Europese top? En worden wij op de hoogte gehouden van de vorderingen op dat punt? Want ook dat is voor de hele Kamer, of in ieder geval voor een meerderheid, een aangelegen punt. Ik hoop dat ook daar extra stappen worden gezet.

Daar wil ik het eigenlijk bij laten voor dit moment, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Sjoerdsma van D66.

De heer Sjoerdsma (D66):
Voorzitter. De anti-lhbti-wetgeving in Hongarije is verschrikkelijk. Het is on-Europees. Gelukkig vindt de UEFA dat ook; dezelfde UEFA die in aanloop naar het Europees kampioenschap volop uitpakte met een campagne tegen racisme en tegen homofobie. Nu puntje bij paaltje komt, blijkt de UEFA er echt volstrekt anders over te denken. Er moet een onderzoek worden gedaan naar de regenboogarmband van de heer Neuer, de aanvoerder van het Duitse team, en als München het stadion in regenboogkleuren wil laten oplichten — collega Van der Lee zei het al — dan is de internationale voetbalorganisatie te klein. Ik zou zeggen: de heer Bisschop kan de UEFA een hand geven.

Gelukkig was de heer Rutte duidelijker. Hij noemde de wet "echt onacceptabel". En zo is het natuurlijk, maar dan is het nu ook: daad bij woord, geen geldstromen naar Hongarije en het rechtsstaatmechanisme inzetten. Over dat laatste zegt de heer Rutte: ik heb in december afgesproken dat de Commissie wel mag flitsen maar geen boete mag uitdelen. Ik zei net al tegen collega Kamminga dat dat natuurlijk vervelend en niet prettig is, maar dat het eigenlijk ook onbegrijpelijk is als je kijkt wat er is gebeurd tussen december en nu. Ik noem maar eventjes vier dingen. Ik noem Club radio, die in februari van dit jaar uit de lucht is gehaald na kritiek op de overheid. Dat is gewoon het censureren van de pers. Ik noem het feit dat universiteiten en cultuurinstellingen onder het gezag van de Staat zijn gebracht in april van dit jaar. Ik noem de lhbti-wetgeving. Ik noem ook nog even dat de heer Orbán dit weekend pleitte voor het verzwakken van het Europees Parlement.

Daarmee heeft de heer Rutte in december wel iets weggeven wat niet van hem is. De heer Rutte kan namelijk de rechtsstaat niet weggeven. Ik zou hem willen vragen de volgende twee dingen te doen. Eén: tijdens de Europese top Orbán aanspreken op het schenden van de Europese waarden met deze nieuwe wetgeving. Twee: ik wijs op de verklaring die is uitgegaan vlak voor het debat, die ik in het Engels zal moeten citeren omdat ik haar alleen in het Engels heb gezien, waarin staat dat all tools at its disposal — van de heer Rutte, van de Europese Commissie — moeten worden ingezet richting Hongarije om hier iets aan te doen. Als daar staat "alle instrumenten", dan zie ik daar ruimte voor het rechtsstaatmechanisme. Ik vraag de premier of ik dat correct lees of dat dat mijn eigen optimistische geest is.

Voorzitter, dan corona. Allereerst heb ik een compliment aan het kabinet voor het mogelijk maken van gratis tests op een zeer korte termijn. Dat is een nadrukkelijke wens van de Kamer, die het mogelijk maakt dat jonge mensen en gezinnen straks makkelijker vakantie kunnen vieren, ondanks het feit dat sommigen van hen nog niet gevaccineerd zijn. Dat is ongelofelijk belangrijk. Het voorkomt ongelijkheid.

Ik heb ook een zorg, en die zit in het digitale coronacertificaat waarvan het kabinet zegt dat het klaar is op 1 juli. Dat voelt toch een beetje alsof het kabinet zegt dat de generale repetitie wordt gehouden op de dag van de première. Ik vind dat zelf risicovol. Het brengt ook risico's met zich mee, bijvoorbeeld alleen al de technische verbinding tussen de Europese gateway en de nationale database, die heel veel softwarefouten kent. Als het echt op 1 juli klaar is in Nederland, is de kans dus klein dat mensen zaterdag 3 juli al met een EU-coronacertificaat op reis kunnen. Ik zou graag een reactie van de minister-president ontvangen op dat risico. Hetzelfde geldt voor het volgende punt. Er zijn Nederlanders in het buitenland geprikt, die niet geregistreerd zijn. Er zijn mensen door hun huisarts geprikt, die niet geregistreerd zijn. Er zijn mensen die slechts één keer geprikt zijn omdat ze al corona hebben gehad, die ook niet geregistreerd zijn. Hoe wordt dat rechtgetrokken? Hoe wordt ervoor gezorgd dat deze mensen ook kunnen reizen met dat digitale certificaat?

Voorzitter. Er is ook nog veel onduidelijkheid over coronaregels in Europa deze zomer, want de Raadsaanbevelingen spreken steeds over "kunnen". Reisbeperkingen kúnnen ook worden opgeheven na de eerste van de twee vaccins. Lidstaten kúnnen van personen die vanuit een oranje of rood gebied reizen, eisen dat zij in het bezit zijn van een negatieve-testcertificaat en kinderen onder de 12 jaar zouden moeten vrijgesteld zijn van de verplichting een test te ondergaan. Met de open interpretatie van de regels ligt ook verwarring op de loer. Hoe voorkomen we dat Nederlanders op weg naar bijvoorbeeld Italië straks komen vast te zitten bij de Frans-Italiaanse grens omdat iedere lidstaat andere eisen heeft? Ik vraag de premier hoe dat nog beter kan worden afgestemd en ook hoe we mensen duidelijker kunnen informeren over alle verschillende eisen en verplichtingen per land, ook omdat al deze losse nationale regels ons tonen dat er een groter probleem is tijdens deze crisis: te vaak te weinig eenduidig beleid. Vliegverboden, testbeleid en quarantainebeleid zijn gewoon minder effectief in de Schengenzone als we die op nationaal niveau organiseren. Mijn vraag aan de premier is hoe we voorkomen dat de deltavariant zich nu wijd binnen de Europese Unie verspreidt doordat bijvoorbeeld landen als Nederland geen vliegverbod vanuit India hebben, zoals Duitsland dat wel heeft.

Voorzitter. Op het punt van migratie bevinden we ons in een impasse. Er is geen effectief migratiebeleid, omdat er geen consensus is. Er wordt ook geen stap gezet, omdat Nederland niet bij een kopgroep wil horen. Ik waarschuw de heer Rutte er wel voor dat de klok tikt. Je kan volgens mij niet uitsluiten dat er juist grotere migratiestromen op gang komen na deze coronacrisis, na deze corona-epidemie, als die wegebt. Ik doel op mensen die niks meer te verliezen hebben. Willen we daar grip op krijgen zonder onze waarden in gevaar te brengen, dan zullen we aan de slag moeten. Ik heb een aantal vragen. Eén. Is de premier het ermee eens dat pushbacks niet kunnen, dat die tegen het internationale recht zijn en dat de Europese Commissie Griekenland daarover op de vingers moet tikken? Twee. De heer Azmani van de VVD pleitte hier vorige week — ik vond dat een interessant betoog — voor legale migratie, om grip te krijgen op de migratiestromen. Ik hoop dat de heer Rutte daarnaar wil luisteren. Als we uitgeprocedeerde asielzoekers terug willen sturen naar landen van herkomst, dan moeten we die landen namelijk ook wat te bieden hebben. Als dat gereguleerde arbeidsmigratie is voor sectoren die met veel vacatures kampen, dan is dat win-win. Ik vraag de heer Rutte of hij dat ook ziet. Tot slot. Is de heer Rutte bereid om opnieuw naar zaken als the Malta Declaration te kijken en om zich niet afhankelijk te maken van medewerking van Hongarije? Ons belang is groter dan het meedoen van Hongarije. Ons belang is grip krijgen op wat daar gebeurt.

Voorzitter, tot slot Rusland. Het is, denk ik, heel goed dat er nu uitgebreid en klip-en-klaar en zonder meel in de mond is beschreven wat Rusland betekent voor de Europese Unie, namelijk een bedreiging voor de eigen bevolking, de Russische bevolking, en voor de Europese Unie. Van het monddood maken van de media tot het kaltstellen van de politieke oppositie, tot het annexeren van de Krim, tot het gebruik van chemische wapens op het Europees continent. Het was een eerlijke duiding waar we voor staan. De Europese Commissie, een hoge vertegenwoordiger daarvan, zegt: het gaat slechter worden voordat het beter wordt. Maar het antwoord dat vervolgens wordt neergelegd, blijft voor mij wel onduidelijk: push back, constrain and engage. Wat betekent dat, zo vraag ik de heer Rutte.

Wat mijn fractie betreft krijgen we gedragsverandering in Rusland alleen als we de kliek rondom Poetin hard raken, als we Rusland houden aan de zelfgemaakte afspraken en als we juist toenadering zoeken tot de Russische bevolking. Over dat hard raken van Poetin heb ik een paar vragen. Op pagina 11 van de mededelingen van de Commissie staat dat de Europese Unie de bestaande sanctieregimes wil opwaarderen en uitbreiden. Ik wil de premier vragen hoe hij in deze Raad aan de slag gaat met de aangenomen motie van vorige week, die het kabinet oproept om sancties te richten op de kliek rondom Poetin. Ik hoop dat hij zich daar echt hard voor inzet.

De tweede vraag hierover — die staat ook in die mededelingen — is hoe wij harder zullen optreden tegen de aanwezigheid van Russisch geld op het Europees continent. Welke ideeën zal Nederland daar naar voren brengen? Dat is hard terugduwen.

Voorzitter. Ik heb een aantal vragen over het naar ons toehalen van de bevolking. Allereerst over het uitspreken van de Europese Unie tegen de wetgeving die het maatschappelijk middenveld in Rusland keihard raakt, maar ook over het verbeteren van de "people to people"-contacten. Ik zou de premier willen vragen wat er nu gaat gebeuren om de visawetgeving voor kunstenaars, journalisten en studenten — ik doel op mensen die hier de democratie en de rechtsstaat kunnen opsnuiven — te verbeteren, zodat ze dat zaadje, al is het maar een kiem, mee terugnemen naar Rusland, om daar verandering te bewerkstelligen.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Piri van de fractie van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Piri (PvdA):
Dank u, voorzitter. Het zal u niet verbazen dat ik mijn bijdrage begin met Hongarije. Hoe kan een jonge homoseksueel in dat land nog uit de kast komen met een wet die maar één doel heeft, namelijk lhbti-personen in Hongarije monddood maken en ontzeggen om zichzelf te zijn? Het is misselijkmakend dat een wet tegen pedofilie wordt gebruikt om discriminerende maatregelen te nemen tegen lhbti-mensen. Daarom heb ik respect voor de keeper van het Duitse elftal en voor de burgemeester van München, die beiden met een regenboogvlag een statement wilden maken. Ongelofelijk dat uitgerekend de UEFA, die er geen problemen mee heeft zich te laten sponsoren door staatsbedrijven uit autocratische regimes, hier een stokje voor wil steken. Juist een sport met een gigantisch bereik en een voorbeeldfunctie voor jonge mensen kan een lans breken voor de vrijheid om te houden van wie je wilt en om te zijn wie je bent.

Voorzitter. Veel te lang is er weggekeken en hebben we datgene wat er gebeurt in landen als Hongarije en Polen afgedaan met holle waarschuwingen. Voor te veel landen wonnen economische belangen het van essentiële vrijheden. De premier zit donderdag en vrijdag weer aan tafel met de aanstichter van dit alles, Viktor Orbán. Ik zou hem dan ook willen vragen om zijn Hongaarse collega hier persoonlijk op aan te spreken. Wat mij betreft hoeft dat niet met diplomatieke vriendelijkheden. De grootste ontvanger van Europese gelden is diezelfde Orbán. Wanneer draaien we nu eindelijk de geldkraan dicht? Wanneer zetten we nu eindelijk het nieuwe rechtsstaatmechanisme in? Ik wil me graag aansluiten bij de oproep van de VVD-fractie. Waarom moeten wij afwachten totdat er een uitspraak ligt van het Europees Hof?

Voorzitter. Van de ene autocraat spring ik over naar de andere: Erdogan. Een van de onderwerpen tijdens de Europese top is de zogenaamde positieve agenda met Turkije. Met andere woorden: meer handel en steun voor Erdogan in ruil voor een nieuw migratieakkoord en kalmte op de Middellandse Zee. De regering heeft het afgelopen jaar op dit terrein nogal een U-bocht genomen. In december 2016 heeft de Europese Commissie de regeringsleiders geadviseerd om de onderhandelingen te starten over het uitbreiden van de douane-unie met Turkije. Vier opeenvolgende jaren heeft Nederland dit samen met een aantal andere landen gevetood. De reden daarvoor was, in de woorden van het Nederlandse kabinet: Turkije is een belangrijk land voor ons en tegelijkertijd zien we dat de rechtsstaat echt onder enorme spanning staat, dus is het nu niet het moment om te spreken over een gemoderniseerde douane-unie. Graag hoor ik dan ook van de premier wat er is verbeterd in die situatie van de rechtsstaat ten opzichte van 2016, 2017, 2018, 2019 of 2020, om nu opeens van standpunt te veranderen.

De uitgelekte conceptconclusies over Turkije van de Raad zijn weer beschamend. Het woord "mensenrechten" komt in de zeven paragrafen niet één keer voor. Ik hoef de premier er niet aan te herinneren, denk ik, dat Ankara nog steeds lid is van de NAVO en kandidaat-lid van de Europese Unie. We kunnen het land dus niet langs dezelfde meetlat leggen als Rusland of China. Vandaar ook mijn vraag of de premier kan toezeggen dat er in de Raadsconclusies ook aandacht zal zijn voor de mensenrechtensituatie in Turkije, in plaats van alleen maar aandacht te geven aan de buitenlandpolitiek van dat land.

Voorzitter. De Europese regeringsleiders spreken ook over migratie. Al sinds 2015 faalt de EU om een effectief en humaan migratiebeleid op te tuigen. De gevolgen hiervan zijn duizenden tragische doden op de Middellandse Zee en mensen zonder enig perspectief in opvangkampen op de Griekse eilanden. En er is nog altijd geen oplossing in zicht. Mijn vragen aan de premier zijn dan ook: zit er eindelijk schot in het nieuwe Europese migratiepact? Is de minister-president bereid om de illegale pushbacks door andere EU-landen en Frontex aan de kaak te stellen? Met welke landen willen de regeringsleiders nieuwe migratiepacten sluiten? Is de premier ook bereid om te kijken of er op het terrein van migratie voortgang kan worden geboekt met een coalitie van gelijkgezinde landen, in plaats van telkens kansloos af te wachten tot Boedapest en Warschau, om maar een voorbeeld te noemen, een stap vooruitzetten? Ook begrijp ik dat er al vergaande onderhandelingen zijn over een nieuwe EU-Turkijedeal. Mijn fractie steunt dit in principe, maar ik hoor graag van de premier aan welk bedrag het kabinet denkt, over welke periode. Zit daar dan ook een hervestigingscomponent in van vluchtelingen vanuit Turkije naar Nederland en andere landen?

Voorzitter. Ik denk dat het ook netjes is om complimenten te uiten waar complimenten terecht zijn. Ik ben ontzettend blij dat het alsnog gelukt is om tegen Belarus eensgezind een vergaand sanctiepakket overeen te komen. Het belang hiervan mag niet over het hoofd worden gezien. We hadden het in een van de eerdere commissievergaderingen met minister Kaag over het feit dat via de haven van Rotterdam ongeveer voor 440 miljoen euro olie wordt verhandeld uit Belarus. Mijn vraag aan de premier is: klopt het dat hier nu een einde aan wordt gebracht met de sancties op de petrochemische industrie?

Ten slotte is net bij de stemmingen mijn motie aangenomen — er is al aan gerefereerd door mijn GroenLinkscollega Van der Lee — die het kabinet oproept zich in EU-verband in te zetten om het Europese verzet tegen de tijdelijke opschorting van patenten te stoppen. Ik hoor graag van de minister-president hoe hij hier tijdens de Europese Raad invulling aan zal geven.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Eppink van de fractie van JA21.

De heer Eppink (JA21):
Voorzitter. Met verbazing en belangstelling vernam ik dat het Vaticaan voorstelde de procedure te openen voor de heiligverklaring van Europees founding father Robert Schuman. In protestantse kring werd vaak gevreesd dat de Europese Unie de contouren zou krijgen van het Heilige Roomse Rijk. Het Vaticaan heeft nu een zetje gedaan. Er moeten wel twee wonderen worden bewezen voor het zover is. Eén heb ik gevonden en kan ik aanleveren. Schuman begon zijn loopbaan in het Vichybewind in Frankrijk, waar hij kortstondig maarschalk Pétain steunde. Hij verliet dat bewind en kreeg na de oorlog geen baan bij de overheid. Maar général De Gaulle veranderde dat. Schuman werd zelfs premier van de Franse Republiek en grondlegger van de Europese eenwording. Dat is een prachtig mirakel, zou ik zeggen.

Een tweede mogelijk mirakel werd geleverd door minister Kaag, zij is hier helaas niet aanwezig. Zij sprak in Straatsburg een toespraak uit tijdens de zitting over de Conferentie inzake de toekomst van Europa. Ik had onze Europees vertegenwoordiger Michiel Hoogeveen gevraagd nauwlettend te berichten over die toespraak. Ik nam aan dat de minister volledig uit de bocht zou vliegen onder inspiratie van Guy Verhofstadt. Maar de afgevaardigde liet me weten dat de minister een tekst aanhaalde die vrijwel letterlijk uit mijn breed aangenomen Kamermotie over dit onderwerp kwam, namelijk dat het debat open en divers moest zijn. Ik wist niet wat ik hoorde! Ik bedank daarom alsnog de minister dat ze zo goed rekening heeft gehouden met de wensen van JA21.

De Europese top wordt zoals vaak een rondje wereld. Twee punten zijn voor Nederland echter van groot nationaal belang. In de eerste plaats vergt het coronaherstelfonds van ruim 800 miljard euro een waarborg van 43 miljard euro van Nederland. Het fonds is — helaas, zou ik zeggen — reeds geratificeerd. Ik hoop dat de regering vasthoudt aan haar inzet dat dit fonds eenmalig zal zijn. Van diverse zijden wordt gewaarschuwd dat dit fonds kan leiden tot verspilling en misbruik. Mijn vraag is: is het kabinet het met me eens dat scherpe controle is vereist?

Het tweede punt betreft de bankenunie. Ook hier staat Nederland garant voor Zuid-Europa. Dit betekent dat, indien een bank in Griekenland of Italië failliet gaat, Nederlandse burgers en banken de klappen moeten opvangen. Dit zijn de twee voorbeelden, het EU-herstelfonds en de bankenunie, van hoe Nederland via de monetaire unie in een transferunie is terechtgekomen.

Voorzitter. Ik geef het demissionaire kabinet daarom de aanbeveling om de Nederlandse burgers en banken niet de dupe te laten worden van het decennialange wanbeleid in verschillende lidstaten. Ik wens derhalve het gouvernement veel succes in Brussel.

Dank u.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Amhaouch van de fractie van het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Ook dank aan de heer Eppink omdat hij de pontifex of de paus aanhaalt en de vader en grondlegger van de Europese Unie in een mooi daglicht zet, maar dan wel positief. Ik denk dat hij dat ook verdient, want hij had voortschrijdend inzicht destijds.

Voorzitter. Ik wil het hebben over Turkije, over de lunch met de secretaris-generaal van de VN en over Hongarije. Maar het belangrijkste onderdeel van de agenda van deze top is wat mij betreft het economisch herstel. Er wordt terecht gesproken over hoe de Europese economie in 2021 en 2022 ondersteund moet worden. Ook de schuldenhoudbaarheid wordt besproken. Dat is een belangrijke voorwaarde voor mijn fractie om economisch herstel permanent te maken. Ik wil de premier vragen of de Raad ook de schuldenpositie markeert van de grote schuldenlanden, zoals Frankrijk en Italië. En zullen de lessen die in Europees kader uit de COVID-19-pandemie getrokken kunnen worden, ook besproken worden? Belangrijk is natuurlijk het gezondheidsaspect. Interessant is dat op de World Health Assembly in november gesproken zal worden over de mogelijke totstandkoming van een nieuw pandemieverdrag. Juist de EU moet nu, in de postpandemie, gaan denken in economische termen. Daar ligt de absolute competentie van de EU. Het is sowieso van belang dat de EU de economie een stap verder brengt. We moeten nu zorgen dat onze economie toekomstbestendig wordt, technologisch maar ook geografisch. Dat betekent op de juiste plaats investeren in economische sectoren die essentieel zijn voor ons toekomstig verdienvermogen, onze welvaart, onze wederzijdse afhankelijkheid en onze banen.

Voorzitter. Tijdens het debat over de Staat van de Unie heb ik het al kort benoemd, maar ik wil er hier nog verder op ingaan: we moeten zorgen dat de Noord-Europese regio met zijn uniek verdienvermogen verstevigd, verdiept en uitgebreid wordt. Dat geldt overigens voor meer regio's in Europa. We moeten de bestaande sterke economische meerwaarde verdiepen. Dat doet de EU met haar reshoringstrategie, industriestrategie en ook door met de Green Deal een duurzame economie te realiseren. Dus brood op de plank, zou ik zeggen.

Maar dan verbaast het mij toch dat we niet doorpakken met deze economische investeringen. Eurocommissaris Breton zegt dat hij miljarden over heeft voor investeringen in een Noord-Europese techhub, maar onze departementen en ministers zitten naar elkaar te kijken als het gaat om wie daarin de lead moet nemen. Daarin zie ik een belangrijke rol voor de premier, want anders missen we een grote kans. Het Europees verstevigen van onze economie is namelijk interdisciplinair en interdepartementaal. Zo moeten we dat ook aanvliegen. Ik vraag de premier om meer coördinatie op het werven en inzetten van Europese fondsen en ik vraag hem om meer coördinatie op het beleid om onze economische internationale oriëntatie te versterken. Ik hoor graag van de premier hoe hij dat gaat doen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
De heer Amhaouch en ik zijn het op dit punt roerend met elkaar eens. Dat hebben we al vaker gewisseld in andere debatten. Maar ik heb toch even een vraag. Het formele argument van de regering als je vraagt waarom er dit jaar geen projecten zijn ingediend, is: de eis is — daar heeft Nederland zich hard voor gemaakt — dat je tegelijkertijd moet hervormen. Mijn vraag aan de heer Amhaouch is: vindt hij niet dat zelfs Rutte III hervormingen heeft doorgevoerd en dat dat argument dus eigenlijk helemaal geen hout snijdt?

De heer Amhaouch (CDA):
Ik ben het gedeeltelijk eens met de heer Van der Lee. Natuurlijk komen er bij de formatie behoorlijk wat middelen vrij. Ik wil het niet een "zakcentje" noemen. Maar ik zou ook graag willen zien dat onze regering interdepartementaal en wat groter denkt. Natuurlijk hebben we de RFF-middelen of andere middelen, maar het belangrijkste — dat heb ik de vorige keer ook gezegd — is de vraag: welke keuzes willen we maken voor het toekomstig verdienvermogen? Als Breton naar Nederland komt en zegt dat hij miljarden op tafel wil leggen, dan moeten we daar misschien met een aantal landen naar kijken. Ik zeg niet dat we moeten voorsorteren op de RFF-middelen, maar misschien kunnen Nederland, Duitsland en Frankrijk een bepaalde industrie sterker maken. Daar kom ik dadelijk nog op terug. We kunnen Europese kampioenen genereren, waar ons mkb ook voordeel van heeft. Ik hoor in de rechterhoek dat de voorzitter het met mij eens is!

De voorzitter:
Ik ben het eens met elke spreker.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Zo heb ik hem ook verstaan, meneer Amhaouch.

Volgens mij zijn wij het op dat punt wel eens. Ik constateer dat het CDA met GroenLinks van mening is dat ook dit kabinet hervormt. Kijk alleen al naar het pensioenakkoord. In dat opzicht was er alle reden geweest om al met voorstellen te komen richting het herstel- en veerkrachtfonds.

De heer Amhaouch (CDA):
Dat had gekund, maar als het over heel veel miljarden gaat, dan begrijp ik ook dat je dat in de formatie wilt bespreken. Maar nogmaals, dat is één. Mijn betoog richting de minister-president is om wat groter te denken dan alleen maar dat fonds.

Voorzitter. Ik ga verder met mijn betoog. Ik zie in ieder geval twee sporen, maar ik zou graag willen dat de premier verder denkt over hoe hij dat kan gaan doen en hoe hij kan accelereren. Kan de premier in ieder geval ingaan op een mogelijke werkgroep of interdepartementale taskforce waarin een betere coördinatie binnen Nederland en tussen Noord-Europese economische spelers kan worden gerealiseerd?

Voorzitter. We moeten niet bang zijn om Europese kampioenen te versterken. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwe Airbus. Dat zijn grote mondiale spelers, die we moeten plaatsen in een speelveld met grote Chinese en Amerikaanse bedrijven, die vaak ook nog gesteund worden door hun eigen overheid. Het belang van die bedrijven gaat verder dan de Europese autonomie. Het heeft grote toegevoegde waarde voor de Europese waardeketens, waaronder veel mkb-bedrijven. De hele Europese interne markt profiteert van deze Europese kampioenen.

Voorzitter. Europese autonomie is geen Franse uitvinding. Het is de verdieping van onze interne markt. Een sterke economische en monetaire unie, een mondiale Europese standaard en Europese autonomie is in het Nederlands belang. Daarom is het zo belangrijk dat lidstaten dit zelf omarmen, om de vliegwielwerking van de beperkte Europese middelen en de coördinerende capaciteit van de EU aan te jagen. Pakken we dit moment, zo vraag ik aan de premier. Ik hoop bijna op een non-paper dat wordt voorbereid met Noord-Europese landen om zo de Noord-Europese hoogtechnologische economische hub te versterken, van Eindhoven tot München, en van Leuven tot Kopenhagen. Een regio met mondiale aantrekkingskracht.

Voorzitter. Dan kom ik bij Turkije. Er is in de afgelopen maanden veel met en over Turkije gesproken. Mijn fractie blijft bij het standpunt dat we echt moeten zoeken naar een nieuwe invulling van onze relatie. We moeten de Turkse bevolking niet van ons vervreemden, zoals Erdogan doet. Maar we moeten wel duidelijk en krachtig zijn in onze signalen en opstelling. Daarom zien wij in een herziening van de douane-unie een stap in de goede richting. Wat staat daarover in de verklaring? Betekent dat ook dat we nu eindelijk stoppen met de toetredingsgesprekken en Turkije de status van kandidaat-lidstaat afnemen? Zou dat wenselijk zijn volgens de premier?

Mevrouw Piri (PvdA):
Er wordt gezegd: wij vinden dat we krachtig stelling nemen tegenover wat er gebeurt in Turkije. Tegelijkertijd hoor ik het CDA zeggen: wij zijn er blij mee dat we onze handelsrelatie met Erdogan gaan optuigen. Kunt u dat uitleggen?

De heer Amhaouch (CDA):
Jazeker. Het is niet zo heel zwart-wit. Ik heb net het betoog gehoord van mevrouw Piri. Zij zit er vrij scherp in, met gestrekt been, alsof de medaille één kant heeft. Ja, we moeten scherp zijn op wat er in Turkije gebeurt: op de mensenrechten, op de journalisten die vastzitten en ga zo maar door. Tegelijkertijd, wat ik ook in mijn betoog zeg, moeten we de bevolking van Turkije, 80 miljoen mensen, ook een hele grote economie, niet van ons vervreemden. Dan moeten we inderdaad op twee sporen gaan zitten. Er zitten vier miljoen vluchtelingen in Turkije. Op die as zullen we afspraken moeten maken. Dat hoorde ik mevrouw Piri net ook zeggen. Maar ook economisch: Nederland is een grote investeerder in partijen. Ik denk dat we op beide sporen moeten inzetten en hopen dat Erdogan tot bezinning komt en stap voor stap toch weer de goede richting op komt.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ik ben het eens met de heer Amhaouch als gaat om de opvang van 3,7 miljoen vluchtelingen die Turkije doet. We hebben echt de verplichting om te helpen. Ik weet niet hoe de democraten in Turkije luisteren naar uw betoog. Wat zij eigenlijk willen, is dat wij voorwaarden stellen aan de economische handelsrelatie, niet door middel van sancties, maar door te drukken op de mensenrechten. Turkije voert uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens niet uit. Journalisten zitten in de gevangenis. Turkije heeft zich teruggetrokken uit de Istanbul-conventie. Ik kan zo nog wel even doorgaan. Wat mij verbaast, is dat de CDA-fractie in het Europees Parlement tot vier weken geleden voor moties stemde om mensenrechtenvoorwaarden te stellen voordat je een economische deal geeft aan Erdogan, en dat uw fractie hier, volgens mij dezelfde partij — volgens mij zijn er geen vertrekken geweest — daartegen blijft. Hoe kunt u dat uitleggen? Waarom dit cadeau aan president Erdogan?

De heer Amhaouch (CDA):
Het is geen cadeau. Als het gaat over het lidmaatschap van de Europese Unie: daar moeten we gewoon mee stoppen. Ook mijn voorgangers hebben dat hier herhaaldelijk gevraagd en ook onze delegatie in Europa. Ik zou daarop ook graag een reactie van de minister-president willen. Tegelijkertijd, inderdaad, de Istanbul-conventie: dat is not done. Wij moeten blijven hameren op de mensrechtensituatie. Tegelijkertijd moet je ook weer niet de mensen daar van ons vervreemden. We moeten morgen inderdaad allerlei boycots instellen. Ik heb ooit iemand horen roepen dat we uit de douane-unie moeten. Dat kan ook. Wie is daarmee geholpen? De Turkse mensen niet, het Turkse volk niet, maar ook de Europeanen niet die daarin investeren. Het is een tweesporenbeleid. Ik geef toe: het is niet makkelijk en er zit een spanning op. Dat geef ik absoluut toe.

Dan Hongarije. Veel collega's hebben dit ook al aangekaart. Wij vragen een publieke krachtige veroordeling van de minister-president op het moment dat hij in de Raad is geweest. Mensen moeten mee kunnen krijgen dat we dat echt veroordelen. Er moet een streep getrokken worden. Daarom hebben we ook de motie-Dassen, die door elf fracties is ondertekend, van harte omarmd.

Ten slotte, voorzitter. De Raad zal tijdens de lunch met de secretaris-generaal van de VN spreken. De agenda is nog niet duidelijk, maar het multilaterale systeem staat onder druk, stelt de premier. Afgelopen maand bereikte ons het bericht dat de hulpverleners van de Wereldgezondheidsorganisatie zich schuldig maakten aan seksueel misbruik van mensen die lijden onder de coronacrisis — je wilt er niet bij stiltaan. Mijn collega Kuik heeft hier vragen over gesteld aan de minister voor Buitenlandse Handel en OS en agendeert deze misstanden regelmatig. Ik wil u vragen dit thema tijdens de lunch met de secretaris-generaal te adresseren en onze zorgen daarover uit te spreken, want de geloofwaardigheid van multilaterale organisaties heeft ook hiermee te maken.

De voorzitter:
Dank u wel. Een vraag nog van de heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Dank aan collega Amhaouch dat hij zich duidelijk uitspreekt over Hongarije, maar ik dacht: ik stel hem toch nog even een vraag, omdat we allemaal die potsierlijke brief van de ambassadeur van Hongarije hebben gekregen. Die heeft het niet alleen over georganiseerde hysterie die jegens Hongarije bedreven zou worden, maar noemt het ook een linkse campagne. Wat vindt u daarvan?

De heer Amhaouch (CDA):
Mensenrechten en de rechtsstaat zijn niet links of rechts. Wat er deze week weer is gebeurd, moeten we — ik weet niet meer wie dat zei — zien in de trend van de stappen die er zijn gezet. Er is gemarchandeerd met het rechtssysteem en met rechters. Er is gemarchandeerd met het recht van media en journalisten. Dit is er nog een stap bij. Ik heb het vorige week ook gezegd: onze Europese Unie is een waardegemeenschap en een economische drager. Die zijn voor het CDA belangrijk. En we moeten gewoon strikt zijn ten aanzien van wat we van de waardegemeenschap van elkaar verwachten.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Heel helder. Steunt u dan ook eventuele extra stappen richting Hongarije? Er zijn meerdere vragen gesteld. We horen nog van de premier of daar mogelijkheden zijn.

De heer Amhaouch (CDA):
Als er geschikte maatregelen zijn, zou ik die willen ondersteunen, maar ik hoor graag van de premier waar hij aan denkt. Ik heb begrepen dat de premier zich gisteren en vandaag ook behoorlijk opgewonden heeft. Ik ben benieuwd hoe hij dat vertaalt in strikte diplomatieke taal die niet aan dovemansoren gericht is.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik geef het woord aan mevrouw Van der Plas van de fractie van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel. Voorzitter, Kamerleden, beste burgers. 0,3% van onze bevolking zorgt voor het eten van die andere 99,7%. Die 99,7% zijn wíj onder anderen. Wij kunnen doen wat we willen, worden wie we willen worden: minister-president, volksvertegenwoordiger, plaatsvervangend Kamervoorzitter, voetballer, buschauffeur, wat dan ook. Dat kan omdat wij niet 's avonds koeien hoeven te melken, varkens hoeven te voeren, week na week op zee hoeven te zitten voor een goede visvangst of tot 's nachts op het land hoeven te zijn om het te bewerken of om te oogsten. Daar hebben wij boeren, tuinders, vissers en jagers voor. Die zorgen voor ons eten, zodat wij al dat andere kunnen doen.

Dankzij die voedselvoorziening kennen wij ook geen voedselschaarste. De meeste mensen kennen dus ook geen honger of ondervoeding. Wij weten allemaal waar voedselschaarste toe leidt: onrust en burgeroorlogen en daarmee tot immigratiestromen. En nee, Nederland hoeft de wereld niet te voeden. Maar wij kunnen wel helpen de wereld te voeden met ons goed, veilig, betaalbaar, duurzaam en altijd beschikbaar voedsel, maar ook met onze expertise en vruchtbare grond. Vruchtbare grond die hier met duizenden hectares per jaar verdwijnt voor onder meer woningbouw. Woningbouw voor onder anderen immigranten en oorlogsvluchtelingen die niet meer in hun eigen land kunnen wonen vanwege bijvoorbeeld burgeroorlogen. Burgeroorlogen die vaak beginnen met voedselschaarste.

Nederlandse boeren, tuinders en vissers maken hoogwaardige producten; voedsel waarvan bepaalde mensen in Nederland het belachelijk vinden dat wij dat exporteren, maar waar honderden miljoenen mensen in deze wereld maar wat blij mee zijn, omdat zij niet in staat zijn dit goede, veilige, betaalbare, duurzame en altijd beschikbare voedsel zo efficiënt en hoogwaardig te telen. Op een toendra kun je geen sla telen, in de Sinaï kun je geen aardappels verbouwen en in de Zwitserse Alpen kun je ook geen boontjes telen. Dat kan allemaal wel in Nederland. Dat levert ons ook nog eens honderdduizenden banen op. Elke boer in Nederland houdt twaalf mensen aan het werk. Direct en indirect werken 600.000 mensen in of voor de agrarische sector. Wij vragen de minister-president dan ook om zich in de EU nog sterker te maken voor onze boeren, tuinders en vissers, onze voedselmakers. We moeten als Nederland met de vuist op tafel durven slaan voor hun bestaansrecht en duidelijk gaan maken dat er geen handelsverdrag mogelijk is als de producten uit het buitenland niet aan dezelfde strenge productiewijze gehouden worden als onze eigen producten.

Ik kom terug op immigratie. Wij zijn blij om te zien dat Nederland wil samenwerken als het gaat om de aanpak van de grondoorzaken van migratie, de aanpak van mensenhandel, grensbeheer en terugkeer. Wij hopen ook dat de minister-president — ik heb van mensen thuis trouwens gehoord dat ik moet zeggen: demissionair minister-president — met een duidelijke visie naar Brussel afreist. Een visie waarin de buitengrenzen van Europa sterk zijn en waar we samen zorgen voor humanitaire opvang in de regio's. Onze voedselmakers kunnen een bijdrage leveren aan het voorkomen van vluchtelingenstromen. Migratiestromen ontstaan vaak bij een tekort aan voedsel, zoals ik al zei. Door onze voedselmakers te decimeren, in Nederland en ook in Europa, komt de voedselzekerheid op den duur in gevaar. Want met de boeren en tuinders verdwijnt ook de kennis; kennis die wij de komende jaren keihard nodig hebben om andere landen in de wereld te leren hoe zij net zo goed, veilig, betaalbaar, duurzaam en altijd beschikbaar voedsel kunnen produceren als wij. Daarmee kunnen we ook de migratiestromen tegengaan.

Activeer de enorme kennis bij de Wageningen Universiteit; de universiteit die bestaansrecht heeft dankzij onze sterke agrarische sector. Die universiteit zal uiteindelijk ook verdwijnen bij het verdwijnen van onze Nederlandse boeren, tuinders en vissers. Activeer onze brede sector om voedselproductie efficiënter en constanter te maken in regio's waar migratiestromen vandaan komen. Maak gebruik van de experts. Stop met het subsidiëren van ngo's die overal in Europa bezig zijn om de voedselmakers te beperken in het kader van bijvoorbeeld wensnatuur. Over 50 jaar hebben we spijt. Dan hebben we er spijt van dat we de mensen die een van onze eerste drie levensbehoeften maken — naast water en zuurstof is dat voedsel — hebben weggejaagd in plaats van gekoesterd. Dan hebben we er spijt van dat we de kennis niet meer kunnen inzetten in de landen die het het hardst nodig hebben. Als het weg is, komt het niet meer terug.

Geef de experts, de voedselmakers de directe ondersteuning die ze nodig hebben om een tastbaar verschil te maken. Maakt u zich daar alstublieft sterk voor in de EU. En niet alleen voor onze boeren, onze voedselmakers, maar ook voor de miljoenen mensen die wij kunnen helpen te voeden.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan mevrouw Maeijer van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.

Mevrouw Maeijer (PVV):
Voorzitter, dank u wel. Niemand hoeft tien of twaalf keer per jaar te vliegen, zei Frans Timmermans. Niemand, behalve dan natuurlijk collega Commissievoorzitter Von der Leyen. De afgelopen week was ze in Portugal, Spanje, Denemarken, Griekenland en Luxemburg en deze week is ze in Oostenrijk, Slowakije, Duitsland, Italië, Litouwen, België en Frankrijk. Ze bezoekt die landen om te vieren dat er miljarden worden herverdeeld; onze miljarden, want de Commissie heeft de herstelplannen van deze landen goedgekeurd. Mevrouw Von der Leyen is op een heuse herstelplantournee. Ik zei het vorige week al tijdens het debat over de Staat van de Unie: ik heb zo het vermoeden dat ze zich niet per trein verplaatst. Klopt dit? En vindt u dit niet hypocriet, vraag ik de premier.

Als het aan de Europese Commissie ligt, zal de Raad ermee instemmen dat er miljarden worden uitgetrokken om klimaatdoelen te halen, dat er een half miljard wordt uitgetrokken om tijdelijk de belastingaftrek te verhogen in Denemarken, dat er miljoenen worden uitgetrokken voor kinderopvang in Slowakije, dat er 1,3 miljard wordt uitgetrokken voor het digitaliseren van de publieke sector in Griekenland, dat er 3,4 miljard wordt uitgetrokken voor het energiezuiniger maken van huizen in Spanje, en ga zo maar door. Is de premier nog steeds van mening dat dit een beter doel is om ons zuurverdiende geld aan uit te geven dan aan onze zorg, onze ouderen en onze ondernemers? Ondertussen klinken al waarschuwingen voor grootschalig misbruik van dit mede door Nederland opgehoeste belastinggeld; geld dat we wat ons betreft beter in ons eigen land hadden kunnen uitgeven.

Voorzitter. Het afgelopen weekend vond de eerste plenaire sessie plaats van de conferentie over de toekomst van Europa; een Brussels circus dat alles in zich heeft om vooral een praatclub te worden zonder burgers. Ik lees in het nieuws dat de vergadering van afgelopen zaterdag bestond uit 108 leden van het Europees Parlement, 54 vertegenwoordigers van de Raad, 3 leden van de Europese Commissie, 108 vertegenwoordigers van nationale parlementen en 16 vertegenwoordigers van de sociale partners en het maatschappelijk middenveld. De 108 burgers die ook aan de vergadering zouden moeten deelnemen werden nog geselecteerd. De eerste vergadering van de conferentie over de toekomst van Europa voor de burgers vond dus plaats zonder de burgers. Dat kan toch eigenlijk alleen in Brussel? Ik begrijp er niets meer van. Kan de premier nu eindelijk al iets vertellen over de kosten van de conferentie, of zien we het prijskaartje van dit feest pas na afloop?

Voorzitter. Het Europese pact voor migratie en asiel is de nieuwste vondst van de Europese Commissie. Het kan worden neergelegd op de stapel bij de hotspots, herverdelingsmechanismen et cetera, want het blijft een never ending story zolang de Europese elite vasthoudt aan zijn droom van een Europese Unie zonder grenzen en aan het faciliteren. Duizenden asielzoekers bestormden de afgelopen tijd ook weer plaatsen in Spanje en Griekenland. Ik zou graag willen weten hoeveel geld er wordt uitgetrokken voor migratiedeals met derde landen. En voor welk aandeel gaat Nederland aan de lat staan in het kader van de herverdeling? En wanneer komt nu eindelijk het besef dat we ons eigen immigratiebeleid moeten gaan voeren?

Voorzitter. De Europese Unie heeft de Zwitsers ondertussen van zich weggejaagd, maar Turkije wordt aan de borst gehouden. Het land is nog steeds kandidaat-lidstaat en de geldkraan staat nog gewoon open. Ik heb daarom een aantal vragen. Welke stappen gaat de Raad de komende dagen in de relatie met Turkije zetten? Hoeveel krijgt Turkije op dit moment nog van de Europese Unie en waarom ontvangt het land nog steeds gelden uit de pretoetredingsinstrumenten als de onderhandelingen stilliggen? En vanaf wanneer is de geldkraan in het kader van toetreding tot de EU voor Turkije opengegaan en hoeveel geld heeft dit land tot op heden ontvangen?

Voorzitter, tot slot. Vorige week stonden we hier ook al in het debat over de Staat van de Unie. Het was vooral van alle kanten een pleidooi voor meer Europese Unie. Minister Kaag zei dat alles een Europees antwoord vraagt. Carte blanche dus eigenlijk voor de Europese Unie. Een slechte zaak voor Nederland. Zolang we erin zitten, zouden we moeten inzetten op het terughalen van bevoegdheden in plaats van elk vraagstuk te beantwoorden met meer Europese samenwerking.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Bisschop van de fractie van de SGP. O, nog een vraag van de heer Sjoerdsma.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ja, een vraag omdat alle voorgaande sprekers het hier hebben gehad over een onderwerp dat mevrouw Maeijer angstvallig vermijdt, namelijk de situatie in Hongarije. In het vorige debat heb ik haar gevraagd waarom haar fractie de heer Orbán zo ontzettend bejubelt en waarom hij voor haar zo'n held is; wellicht kan de voorzitter daar anders nog opheldering over geven. Toen had ze het antwoord niet paraat. Ik zou haar willen vragen of ze inmiddels, na het instellen van deze antihomowetgeving, het antwoord wel paraat heeft of dat ze misschien toch andere gedachten heeft.

Mevrouw Maeijer (PVV):
Ik was niet van plan om mee te werken aan het feit dat eigenlijk alweer een half debat nu over Hongarije gaat, een soeverein land, dat zijn eigen wetten maakt, net zoals wij onze eigen wetten maken, zolang dat nog mag van de Europese Unie en van D66. Ik stel dus ook voor — daarom heb ik het daar ook niet over — dat we ons druk maken over de vraag in hoeverre wij nog over onze eigen wetgeving gaan. En laten we dat land gewoon zijn eigen wetten laten bepalen en ons daar niet mee bemoeien.

De heer Sjoerdsma (D66):
Dat is natuurlijk een betoog waar je ongelofelijk makkelijk gaten in kan schieten. Laat ik het op één manier proberen. Mevrouw Maeijer heeft het hier net uitgebreid over Turkije gehad; uitgebreid, totaal bekritiseerd, afgemaakt. Op sommige punten is dat terecht en deelt mijn fractie die kritiek van mevrouw Maeijer. Maar dan zouden we wel over Turkije mogen praten, dat buiten de Europese Unie ligt, terwijl we over een land waar wij héél nauw mee samenwerken en dat in de Europese Unie ligt, onze mond moeten houden. Dat is eigenlijk wat mevrouw Maeijer hier zegt. Ik vraag mevrouw Maeijer hoe het toch komt dat die schijnheiligheid zo diep in uw fractie zit en dat u wel Turkije de maat wil lezen — en terecht — maar bij Hongarije gewoon de oogkleppen opdoet en uw mond houdt.

Mevrouw Maeijer (PVV):
Nogmaals, Hongarije is een soeverein land. Dat maakt zijn eigen wetgeving, net zoals wij de onze maken. In mijn pleidooi over Turkije ging het over het feit dat dat land nog steeds kandidaat-lidstaat is en nog steeds miljarden ontvangt uit pretoetredingssteun. Weet u wat het hypocriete is aan dit verhaal? U stelde mij vorige week ook de vraag over de geldstromen. Mijn fractie pleit voor een vertrek uit de Europese Unie. Wij zijn tegen het rondpompen van al dit geld. Dus ja, ik maak graag een einde aan het feit dat ons belastinggeld naar iedereen in de Europese Unie vloeit. Dat is uw idee, niet mijn idee.

De voorzitter:
Helder, tot zover. Dan de heer Bisschop van de fractie van de Staatkundig Gereformeerde Partij.

De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter. Zeer bedankt voor het woord. Ik heb een drietal punten waar ik op wil inhaken: heel kort COVID-19, dan het economisch herstel en dan wil ik nog even aandacht besteden aan het migratiebeleid.

Met betrekking tot de coronacrisis zien we gelukkig in heel Europa het aantal besmettingen fors afnemen. Wat de SGP betreft, en daarmee leg ik het punt maar gelijk op tafel, blijft dat Europese Green Certificate niet langer van kracht dan strikt noodzakelijk. Is de premier dat met mij eens? Zeker nu de immuniteitsgraad overal fors is toegenomen, is het nodig om dit certificaat kritisch te blijven toetsen op proportionaliteit en noodzakelijkheid.

De SGP steunt ook een evaluatie van de rol van de Europese Unie bij de aanpak van deze crisis, al was het maar om te voorkomen dat de Commissie allerlei nieuwe bevoegdheden blijvend aan zich trekt.

Voorzitter. Dan het punt van het economisch herstel. Vorige week zijn de eerste leningen voor het Herstelfonds uitgezet. Vanaf nu kan de EU met geld gaan strooien, zodat de lidstaten hun economieën er weer bovenop kunnen helpen. Tegelijk blijkt dat de economie weer fors aantrekt en de groeicijfers de pan uit rijzen. Te veel extra financiële ondersteuning kan dus ook tot oververhitting leiden. Vandaar mijn vraag aan de minister-president hoe zinvol en noodzakelijk dit Herstelfonds nog is. Moeten we de economie en de markt niet gewoon hun werk laten doen, nu blijkt dat de economie ook zonder dit megafonds boven verwachting herstelt? Ik zie de reactie graag tegemoet.

Er wordt geld uitgetrokken voor onderwijs, infrastructuur en snel internet, en hoe dat dan allemaal precies onder het herstel uit de coronacrisis valt, is mij in ieder geval niet altijd duidelijk. Soms is het mij een regelrecht raadsel. Veel lidstaten staan te springen om het geld uit te geven en de Commissie lijkt het geld het liefst zo snel mogelijk beschikbaar te willen stellen. Maar dan het punt van de doelmatigheid. De doelmatigheid van de EU-uitgaven laat soms te wensen over. Vandaar de vraag hoe er nu op toegezien wordt dat het geld nuttig en doelmatig besteed wordt. En is het kabinet voornemens om stevig op de rem te trappen als de doelmatigheid niet duidelijk is?

Voorzitter. Het Herstelfonds moet tijdelijk zijn. Volgens mij zit het kabinet ook op die lijn. Als het anders is, hoor ik dat graag. Maar er komen steeds meer signalen dat er krachten zijn die zo snel mogelijk van het tijdelijke karakter af willen. Graag een reflectie van de minister-president daarop. Is de minister-president het ermee eens dat een proactieve houding, ook van Nederland, nodig is om dat Herstelfonds ook tijdelijk te houden?

Voorzitter. Dan het punt van de migratie. Als er één dossier is op het terrein van de EU waar ik echt hopeloos moedeloos van word, is dat migratie. Ik zou mij eigenlijk tot de kernvraag willen beperken. Kan de minister-president nou eens aangeven wat er in de afgelopen vier jaar dankzij de inzet en de bemoeienissen van de EU verbeterd is op het terrein van asiel- en migratiebeleid? Er zijn natuurlijk allerlei ontwikkelingen geweest, maar die hebben zich eerder autonoom voorgedaan, dus zonder dat de hand van de EU daarin herkenbaar was. Ik herinner me eindeloze overleggen en debatten over asielzaken. Elke keer was het "krachtig optreden dit" en "stevige aanpak dat", enzovoorts enzovoorts. Dat zijn stoere woorden, maar wat is er nu daadwerkelijk tot stand gebracht in EU-verband?

Ik wil dat ook nog wel iets versmallen en de focus leggen op Nederland: wat hebben we nu als Nederland verbeterd in dat hele asiel- en migratiebeleid? Ik zou dat verder kunnen uitwerken in de richting van de minister-president, met het verzoek om echt massief te blijven gaan voor die deals die gesloten moeten worden, maar die zijn vier jaar geleden eigenlijk al ingezet en die zijn nog niet van de grond gekomen. Er zijn ook nog een aantal andere punten, maar ik zou daar graag in z'n algemeenheid een reflectie van de minister-president op willen hebben.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dan gaan we luisteren … O, er is nog een vraag van de heer Van der Lee, meneer Bisschop. Wilt u nog even terugkomen? Meneer Bisschop, voordat u het pand uit bent …

De heer Bisschop (SGP):
Ik doe mijn collega altijd graag een genoegen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ja, ik had toch nog een vraag aan de heer Bisschop. Ik hoorde hem namelijk wat eerder in het debat interrumperen. Moet ik het nou zo begrijpen dat de SGP de inhoud van de wet die in Hongarije is ingediend, volledig voor haar rekening neemt?

De heer Bisschop (SGP):
Het is niet aan mij om een oordeel uit te spreken over een wet die in een andere soevereine staat wordt aangenomen. Maar als u goed hebt geluisterd naar de interruptie, dan hebt u begrepen dat ik mij gekeerd heb tegen het framen van deze wet en tegen het framen van de voorstelling van deze wet alsof het vooral een antihomowet zou zijn. Er worden uitspraken over homoseksualiteit en homofilie gedaan, dat klopt. Deze wet biedt alleen veel meer. Dat zou toch op z'n minst tot enige nuance mogen leiden. Het valt mij in de reacties op deze wet op dat de ene fractie over de andere heen tolt en rollebolt om nog sterker uit te drukken hoeveel afkeer men wel niet van deze wet heeft, terwijl terecht door collega Maeijer wordt opgemerkt dat het gaat over een soevereine staat. Wij hebben het dan over: ja, maar onze Europese waarden. Ja, maar die wet bevindt zich wel binnen de Europese waarden zoals die verdragsrechtelijk zijn vastgelegd. Dat vanuit Nederland, of vanuit bepaalde invalshoeken, een andere invulling en verbreding van die waarden is aangebracht, zal waar zijn. Maar dat is in Hongarije niet het geval. En dat heeft daartoe het volste recht. Dat is mijn verhaal. Dus enige nuance en erkenning van de eigenstandige positie van Hongarije, alsjeblieft. Laten we met respect met elkaar om blijven gaan.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ik stelde een inhoudelijke vraag en krijg een antwoord over framing. Dan stel ik nog maar een andere inhoudelijke vraag. Kunnen wij voorstellen tegemoetzien van de SGP die Nederlandse scholen gaat beboeten als ze bij seksuele voorlichting voor kinderen verbieden dat er aandacht wordt besteed aan homoseksualiteit?

De heer Bisschop (SGP):
Volgens mij gaat het hier over een wet die in Hongarije van kracht is. Ik geloof niet dat wij ons daar als Nederlands parlement door hoeven te laten leiden. Het past ons hierin terughoudend te zijn ten opzichte van de situatie in andere soevereine lidstaten.

De heer Sjoerdsma (D66):
Vindt de heer Bisschop dat Europese lidstaten zich moeten houden aan het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie?

De heer Bisschop (SGP):
Ja, dat lijkt mij logisch. De vraag gaat alleen natuurlijk wel over de nadere detaillering en uitwerking daarvan. Dat biedt een zekere ruimte.

De heer Sjoerdsma (D66):
Als de heer Bisschop dat logisch lijkt, dan denk ik dat het ook wel logisch is dat hij nu zegt dat wat in Hongarije gebeurt niet kan. Want in artikel 21 daarvan staat dat discriminatie op het gebied van seksuele gerichtheid verboden is. Dan kan de heer Bisschop van alles zeggen over wat er nog bij deze wet te verzinnen valt. Maar er staat gewoon vrij simpel — ik denk dat de heer Bisschop dat met al zijn kennis van Hongarije, en ongetwijfeld ook door zijn missives van de Hongaarse ambassadeur, vrij goed weet — dat het Hongaarse onderwijs geen seksuele voorlichting meer mag geven over iets anders dan heteroseksualiteit. Er staat dat er geen publicaties meer mogen zijn — behalve dan na 20.00 uur 's avonds, als ik het wel heb, maar misschien zit ik fout — onder het mom van het welzijn van kinderen. De heer Bisschop moet toch toegeven dat dat in strijd is met artikel 21. Als de heer Bisschop zegt dat hij dat Handvest van de grondrechten belangrijk vindt, dan zou hij hier met de rest van de Kamer — goed, minus de PVV —moeten zeggen: dat willen wij niet, daar spreken we Hongarije op aan.

De heer Bisschop (SGP):
Dit tekent precies de nuance die nodig is. Want waarom is dat scholen niet toegestaan? Omdat het nadrukkelijk als een verantwoordelijkheid van de ouders wordt belegd. Wat is daarop tegen? Hongarije heeft het volste recht om die keuze te maken. Op het gebied van de versterking van het gezin, vindt Hongarije de SGP aan zijn zijde. Dat zal de Hongaarse ambassadeur deugd doen, hoop ik dan maar. Daarom noem ik dat framing. De heer Van der Lee doet het af alsof ik dan niet op de inhoud inga. Ik ga dus juist wel op de inhoud in en ik benoem de zaken die in die wet geregeld worden. Daarom wordt ook over pedofilie gesproken. Daarom wordt ook over pornografie gesproken. En daarom wordt ook over fluïde genderidentiteit gesproken. Dat heeft allemaal te maken met de verantwoordelijkheid die gelegd wordt bij het gezin, bij de opvoeding door de ouders. Dat lijkt mij een uitstekende benadering, eerlijk gezegd.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik citeer de Hongaarse ambassadeur: ja, de wet verbiedt het vertonen en promoten van homoseksualiteit. Dat gaat gewoon rechtstreeks in tegen het Europees Handvest en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mensen, waarvan u net zei dat u dat onderschreef. Hoe gaat dat nou samen?

De heer Bisschop (SGP):
Dit gaat over de opvoedingssituatie. Dit gaat niet over volwassenen die een keuze maken. Dit gaat over kinderen die beschermd worden. Dit is nou precies zo'n typisch voorbeeld van framing, want je haalt er één zinsnede uit en dan zeg je: kijk eens, antihomo! Nee, daar gaat helemaal niet om. Het gaat om een opvoedingssituatie waarin deze wet voorziet. Ja nou, dan denk ik: daar heeft een soevereine staat het volste recht toe. Dat betekent op geen enkele manier een aantasting van Europese waarden, ook niet van artikel 21 van het Handvest.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik ben ook voor een vrije opvoeding en voor ruimte in de opvoeding ...

De heer Bisschop (SGP):
Nou, om misverstanden te voorkomen: ik ben niet voor een vrije opvoeding.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Nee, daar was ik al bang voor, maar daar hebben we het nog wel een keer over.

De heer Bisschop (SGP):
Zeker, ik ben u graag van dienst als opa.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Maar er zijn een aantal grondregels, grondafspraken in Europa. Die gaan over gelijkwaardigheid, over het verbod op discriminatie en over de gelijke behandeling van hetero's en homo's. Dat is nu eenmaal zo. De heer Bisschop mag het daarmee oneens zijn, maar dat zijn een aantal grondafspraken in Europa. Erkent hij dat die er zijn en dat die door Hongarije worden overtreden?

De heer Bisschop (SGP):
Het antwoord op dat laatste is nee. Het eerste antwoord is ja. Maar dat is een nadere invulling van verdragsrechtelijke teksten. Die vrijheid hebben landen, maar die kunnen niet verbindend worden opgelegd aan andere lidstaten.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Segers van de fractie van de ChristenUnie.

De heer Segers (ChristenUnie):
Dank, voorzitter. In aanloop naar de Europese top van 24 en 25 juni heb ik een aantal onderwerpen, covid, Europa als waardengemeenschap en migratie. Als eerste corona. Ook ik dank het kabinet voor het beschikbaar stellen van gratis testen. Dat was een wens van de Kamer en het kabinet brengt die tot uitvoering. Daar ben ik het kabinet erkentelijk voor. Ook ik vraag, in navolging van collega Piri en collega Van der Lee, om een reactie op de aangenomen motie-Piri, die vraagt om te kijken naar de Verenigde Staten en naar wat president Biden doet met het vrijgeven van patenten, zodat productie van het vaccin mogelijk wordt gemaakt, ook in landen waar het virus nog rondwaart en grote schade aanricht. Als dat helpt, help dan mee, ook in het vrijgeven van de patenten. Dat is mijn eerste punt.

Dan Europa als waardengemeenschap. In relatie tot Rusland komt het daarop aan. Het kabinet schrijft dat de EU gezamenlijk een vuist moet maken tegen Rusland daar waar het handelt in strijd met onze belangen of waarden. De heer Sjoerdsma heeft terecht gezegd dat we die people-to-peoplecontacten nodig hebben. Het is heel mooi als mensen hier komen en zien hoe een democratische rechtsstaat werkt. Dan kunnen we iets uitdragen van wat een democratie is. Maar soms moet je ook pal staan voor vrijheid en pal staan voor je waarden, bijvoorbeeld in relatie tot Wit-Rusland. Er is een pakket aan sancties afgesproken tegen Wit-Rusland. Maar ook hierin speelt Rusland een rol, bijvoorbeeld als het gaat om vliegtuigmaatschappijen die Wit-Rusland mijden. Die worden geweigerd door Rusland, dus Rusland speelt daarin een rol. Waar trekken we in dit opzicht een streep als het gaat om de verdediging van onze waarden in relatie tot Rusland?

Dan Turkije. Ik ben het eigenlijk wel met collega Piri eens. Zij zegt: "Nauwere samenwerking is mooi en aardig. Ik lees daar een paar warme zinnen over, maar dat kan toch nooit ten koste gaan van onze waarden? Dat kan toch nooit ten koste gaan van mensenrechten? Dat kan toch nooit ten koste gaan van journalisten die daar in de gevangenis zitten?" Het gaat om de fundamentele vrijheden van Europa als waardengemeenschap. Dus toch mijn vraag: wat betekent die intensivering? Is dat een poging tot goed nabuurschap, of staat het nog steeds in het teken, in de context van een mogelijk EU-lidmaatschap? Dat laatste zou ik buitengewoon onwenselijk vinden, want daar hebben wij niets te bieden, zeker niet in het licht van de schendingen van mensenrechten die nu gaande zijn.

Meneer de voorzitter. Een naburig land, Azerbeidzjan, schendt oorlogsrecht. We hebben daarover gesproken in het debat vorige week. Maar nu zou het speelschema van het EK ervoor kunnen zorgen dat wij terechtkomen in het stadion in Bakoe. Collega Van der Lee heeft het al onderstreept: een paar kilometer verderop worden Armeense soldaten krijgsgevangen gehouden. Het is de plek waar oorlogsrecht wordt geschonden. Het zou toch buitengewoon cynisch zijn als wij dan heel vrolijk met een vertegenwoordiging van onze regering daar op de tribune gaan zitten, terwijl daaromheen schendingen van mensenrechten plaatsvinden. Zou het niet heilzaam zijn om ook daar een streep te trekken?

Ik sluit me aan bij vragen over Hongarije. Er is vandaag een motie aangenomen van collega Dassen. Die is vorige week ingediend en nu aangenomen. Wij hebben daarvoor gestemd. Die kijkt naar inperkingen van vrijheden en schending van de democratische rechtsstaat. Als Europa een waardengemeenschap is — de minister-president heeft dat gezegd: het gaat niet alleen om economische samenwerking, maar het is ook een waardengemeenschap — zullen we ook onze eigen collega's in de Europese Unie daarop moeten aanspreken.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Helemaal mee eens. De heer Segers begon ook over het Europees Kampioenschap. Zondag speelt Nederland in Boedapest, Hongarije. Wat vindt de heer Segers ervan als — in theorie, hoor, want ik weet helemaal niks van de planning — een afvaardiging van het kabinet of de Koning daar zou zitten, gezien alle ophef nu over de antihomowetgeving in Hongarije?

De heer Segers (ChristenUnie):
Dat is een vraag die ik mijzelf ook stelde. Er zit enig ongemak. Allereerst gaat het in Azerbeidzjan om een schending van oorlogsrecht, dus dat is echt een heel uitzonderlijke situatie. In de tweede plaats is Hongarije een mede-EU-lid. In die escalatie zullen we Hongarije moeten blijven aanspreken op de inperking van vrijheden en op beperking van de democratische rechtsstaat. We zien een ontwikkeling waarover we ons grote zorgen maken. Als ik ergens gevoelig voor ben, is dat de inperking van rechten van minderheden. En daar is sprake van in Hongarije. Moeten we Hongarije daar dus op aanspreken? Ja. Moet dat consequenties hebben? Ja. Dat kan dus nooit vrijblijvend zijn, maar of het in dit geval aanstaande zondag deze consequentie moet hebben, laat ik even een open vraag.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik vind het juist argumenten om zondag zeer terughoudend te zijn. Het is zeer terecht dat we Hongarije aanspreken. Het is immers een medelidstaat van de Europese Unie, waar Nederland natuurlijk ook lid van is. Is het dan gepast als onze minister-president of onze Koning zondag feestend de overwinning van Nederland viert? Want dat we gaan winnen, staat natuurlijk vast; daarin heeft u een punt.

De heer Segers (ChristenUnie):
Ik vind dat een goede vraag. Laten we die vraag maar aan het kabinet stellen. Ik vind het evidenter bij de schending van oorlogsrecht, omdat het een extremere situatie is. Maar dit kan niet ongemerkt voorbijgaan.

Meneer de voorzitter, in alle ernst; daarop sprak u mij net ook aan. Ik kijk inderdaad buitengewoon ernstig de wereld in, terwijl ik het niet altijd ben. Maar toch, we hebben een aantal ernstige onderwerpen hier op tafel liggen, waaronder het Herstelfonds. Er ligt 5,6 miljard klaar. De collega's spraken de minister-president er al op aan. Ik ben bang dat wij mogelijk te laat zijn. Ik wil dus graag een reactie van de minister-president.

Er is opnieuw een motie van collega Dassen aangenomen die zegt: maak plannen klaar; zorg dat het klaarstaat. Collega Amhaouch had grootse en meeslepende plannen; we moesten groter denken. Misschien dat ik wat provinciaalser ben; dat zou zomaar kunnen. Ik dacht eerlijk gezegd aan heel mooie ov-verbindingen en een groot isolatieplan voor Nederlandse huizen, maar ik wil de dromen van collega Amhaouch niet verstoren. Op heel belangrijke punten, als het gaat om verduurzaming en het tegengaan van klimaatverandering, kunnen deze gelden worden ingezet en daarvoor moeten we ze ook inzetten.

Helemaal tot slot, meneer de voorzitter, migratie. Ook ik sluit me aan bij de vragen over de pushbacks, die toch heel zorgelijk zijn. Het is gewoon echt een schandvlek voor Europa, opnieuw als waardengemeenschap, wat er aan de rand van Europa plaatsvindt. Ook graag een reactie op die kwalijke praktijk.

Ik dank de voorzitter voor zijn buitengewoon vriendelijke geste om mij het woord te geven.

De voorzitter:
Dat doe ik wel vaker, maar alleen als u hier bent. Dan gaan we luisteren naar de heer Dassen van de fractie van Volt.

De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Om te beginnen ga ik nog even terug naar de vorige eurotop. Toen was er een traditionele gedachtewisseling met de Voorzitter van het Europees Parlement. Ik vroeg me af wat er precies besproken is bij deze traditionele gedachtewisseling en wat de inzet van de minister-president en van de Europese Raad daarbij is geweest.

Voorzitter. We lezen in de brief van het kabinet dat er gesproken zal worden over partnerlanden en migratie. Is de premier het met ons eens dat het externaliseren van onze grenzen door verdragen over migratie te sluiten met landen als Turkije en Libië geen structurele oplossing biedt? In het nieuwe migratie- en asielpact krijgt Frontex een grote rol, ondanks het feit dat het bijdraagt aan illegale acties om asielzoekers terug te dringen. Hoe ziet de premier de ontwikkelingen bij Frontex en wat is de inzet op de eurotop?

Ook wordt er in de brief gesproken over de grondoorzaken van irreguliere migratie. Wat zijn deze grondoorzaken volgens de premier, en wanneer en hoe gaan we daar dan precies mee aan de slag? Welke stappen zal de premier nemen in de aankomende Raad om te zorgen dat er een effectief migratiebeleid komt dat de mensenrechten, en daarmee onze Europese waarden, niet schendt?

We hebben het vaak over mensenrechtenschendingen elders. Zolang de wereld ziet hoe Europese lidstaten bootjes met kinderen terug op zee duwen en hoe wij slechts toekijken, zal onze eigen oproep voor mensenrechten aan kracht inboeten. Kan de premier daar een reflectie op geven?

Voorzitter. Wat betreft Belarus verneem ik graag hoe de premier aankijkt tegen de Raad Buitenlandse Zaken van gisteren aangaande de 78 additioneel aangewezen Wit-Russische individuen en 8 entiteiten die sancties opgelegd krijgen. Een belangrijke stap in de goede richting van de EU, vergezeld door de VS, het VK en Canada. Volgens de oppositieleider treffen deze sancties onvoldoende de belangrijke individuen en entiteiten. Hoe kijkt de premier naar de mogelijke vervolgstappen omdat deze sancties ontoereikend lijken? De oppositieleider van Belarus vroeg de Nederlandse regering in mei om de sancties met name te richten op petrochemische, staal- en houtsectoren, sectoren waar we in 2020 nog voor honderden miljoenen euro's aan importeerden. Stemt de premier in met dit verzoek of kijkt hij daarnaar? Ik ben bovendien benieuwd naar de inzet van de premier wat betreft de manipulatie van migranten met mogelijke spionnen met ontregelende gevolgen door Loekasjenko in Litouwen als reactie op deze EU-sancties.

Over het Herstelfonds is de vorige keer al veel gesproken. Waar iedereen zijn verbazing over heeft uitgesproken is het feit dat er nog geen Nederlands plan ligt. Ik zou daar vandaag nog kort alleen het volgende aan toe willen voegen. Welke hervormingen die door de Europese Commissie aan Nederland gesteld zijn, zijn volgens de premier geen 5 miljard waard? Ten slotte de vraag aan de premier waar hij risico's ziet voor de tot op heden ingediende plannen van het Recovery and Resilience Fund? Hoe kijkt hij bijvoorbeeld naar de plannen van Griekenland en Duitsland?

Dan over COVID-19. Wat houdt het nieuwe pandemieverdrag in en welke activiteiten zouden volgens de minister-president het beste op Europees niveau geregeld kunnen worden? Welke les zou de minister-president precies trekken ten aanzien van de internationale solidariteit die genoemd werd in de brief?

Het kabinet is trots op het geld dat aan ontwikkelingslanden is toegekend om vaccinaties van te kopen, maar lijkt niet in te zien dat geld niet het probleem is. Het probleem zijn de tekorten die zijn ontstaan door het hamstergedrag van met name de VS en de Europese landen. Hoe kijkt de premier naar de langetermijngevolgen voor de relatie met Afrikaanse landen voor deze vaccinatiestrategie? Wat is de bijdrage van Nederland aan de 100 miljoen doses voor COVAX? De vorige keer is op de Europese top ook gesproken over lokale productiefaciliteiten. Wat is daar de status precies van? Landen als Indonesië en Bangladesh hebben namelijk aangegeven dat er capaciteit is voor 1 miljard doses. Maar er is één probleem — dat is al eerder aangehaald - en dat zijn de patenten.

Volt is voor de verdere ontwikkeling van de kapitaalmarktunie en het Europese deposito- en garantiestelsel maar wat is de status van het mandaat van de Europese Rekenkamer ten aanzien van audits op de toezichthoudende activiteiten van de ECB, waar eerder in deze Kamer al vragen over gesteld zijn?

Dan als laatste Hongarije. Daar is al door veel collega's het een en ander over gezegd waar ik mij volledig bij aansluit, maar ik zie geen agendapunt over de rechtsstaat. Zou het niet een standaardonderwerp van discussie op de agenda van de Europese Raad moeten zijn? Sterker nog, zou dit niet hét onderwerp moeten zijn?

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Van Houwelingen van Forum voor Democratie.

De heer Van Houwelingen (FVD):
De minister-president neemt, als we naar de geannoteerde agenda kijken, het beroemde belerende vingertje mee naar de Europese top eind deze week. Met dat vingertje gaat hij in Europees verband landen als Rusland en Turkije en natuurlijk Midden- en Oost-Europa de les lezen. Want er zou van alles mis zijn in deze landen met de rechtsstaat, met de media, met de democratie enzovoorts enzovoorts. Waar haalt onze minister-president in hemelsnaam het lef vandaan? Nederland, het land dat uitslagen van referenda negeert, het land dat als enige samen met de DDR het referendum heeft afgeschaft, het land waar een groot deel van het electoraat stelselmatig wordt uitgesloten door het partijkartel. Nederland, het land van de toeslagenaffaire waar ouders in een bureaucratische molen genadeloos zijn vermalen en zelfs bij de rechter geen steun konden vinden, maar waar handige ondernemers zich kunnen verrijken via de corrupte aanbesteding van medische goederen. Nederland, het land waar homo's en Joden in sommige wijken niet veilig hand in hand op straat of met een keppel kunnen lopen. Nederland, het land waar Kamerleden worden gesensibiliseerd door de regering, waar een oppositiepoliticus veroordeeld wordt om zijn uitspraken. Dit land, Nederland, gaat vervolgens andere Europese landen in EU-verband de maat nemen? Wat een klucht! En begrijpt iemand de logica hiervan? Want wij zien die niet. Midden- en Oost-Europa worden bekritiseerd omdat ze niet homovriendelijk genoeg zijn. Maar waarom laat onze regering dan nog steeds immigranten uit moslimlanden binnen, landen waar homorechten daadwerkelijk in het gedrang zijn? Nederland mag, nee, sterker nog, moet multicultureel zijn, maar Hongarije moet tegelijkertijd in Europees verband wel helemaal worden gelijkgeschakeld? Waar is de ruimte voor diversiteit op Europees niveau?

Voorzitter. Wij geloven dus helemaal niet dat het onze regering om vrijheden en de rechtsstaat te doen is. FVD denkt dat dit belerende vingertje een rookgordijn is. De werkelijkheid is dat West-Europese landen het niet uit kunnen staan dat Hongarije een succesvol land is dat niet meegaat in antinationalisme, niet meegaat in de afbreuk van traditie en gezinsleven, niet meegaat in "refugees, welcome". Men wil Polen en Hongarije in Europees verband cultureel overheersen en de mensen daar dwingen zichzelf te koloniseren. Dat tegelijkertijd in West-Europa hele bevolkingsgroepen zich keihard van onze waarden afkeren, daar hoor je de kreupele platgeesten die onze regering vormen nooit over, want dan is het ineens multicultuur of zo. Wij hebben onlangs met de Hongaarse ambassadeur gesproken. Hij liet ons weten dat Hongarije uit principe andere Europese landen niet moreel de maat wenst te nemen. Hongarije respecteert dus wél onze soevereiniteit. Laten we daar, gezien de gênante opsomming die ik zojuist heb gegeven, maar heel blij mee zijn. Orbán toont hiermee dat hij meer fatsoen in zijn pink heeft dan onze premier in zijn hele lichaam, want hij heeft zeker genoeg materiaal voorhanden om de banvloek over Nederland uit te vaardigen, zoals onze premier zo graag met Hongarije doet.

Omdat Hongarije zichzelf niet in deze Kamer kan verdedigen, citeer ik op deze plek de laatste alinea uit een openbare brief van de ambassadeur, András Kocsis, waarmee we — geheel volgens de Europese waarden — wat begrip voor de Ander met de hoofdletter A proberen op te wekken. "Waarom altijd Hongarije, vraagt u zich wellicht af. Nou, dat is simpel. Wij gaan tegen de liberale mainstream in en zijn toch economisch succesvol. Het hedendaagse liberalisme draait om intolerantie. Deze mainstream wil een hegemonie van opinie in plaats van het pluralisme aan ideeën. Westerse Europeanen willen leven in een postnationale en postchristelijke wereld. Wij respecteren die keuze, maar zij willen meer dan dat. Zij willen dat wij ook zo gaan leven. Het debat over de toekomst van Europa, dat wil zeggen onze kinderen, is begonnen. Wij zijn er klaar voor." Hongarije is er klaar voor, wij ook.

De voorzitter:
Dank u wel. Een vraag nog van de heer Sjoerdsma.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ik vraag me eigenlijk af waar de heer Van Houwelingen het lef vandaan haalt om op deze manier te praten over niet alleen de premier maar ook een groot deel van de Kamer, waar hij het lef vandaan haalt ook om op zo'n manier te praten over waarden. Als ik even kijk naar de waarden van Forum voor Democratie … Ik denk dat de heer Van Houwelingen wel weet waar dit heen gaat. Antisemitische apps. De heer Baudet die het heeft over de homeopathische verdunning van onze maatschappij, van Europa. Het aanvallen van journalisten. Het ondermijnen van de rechtsstaat. Zou de heer Van Houwelingen nou vinden dat dat typisch Nederlandse waarden zijn, typisch Europese waarden? Of zouden dat de waarden zijn van een partij die eigenlijk niet op deze manier vertegenwoordigd zou moeten zijn in dit parlement?

De heer Van Houwelingen (FVD):
Ja, zo kennen we de heer Sjoerdsma weer. Hij komt elke keer weer met wat appjes die uit de context zijn gerukt. Dat is alles wat u heeft? Dat is werkelijk alles wat u hier te berde kunt brengen? U kunt niks op de inhoud zeggen, u kunt alleen maar met een paar appjes komen? Nou, dan mag ik op mijn beurt ook, neem ik aan, voorzitter. Dank u wel dat u dat goed vindt. Dan gaan we even D66 recenseren. Ik heb er toevallig een lijstje voor klaarliggen, want ik verwachtte deze interruptie van u al. D66, de partij die het referendum heeft afgeschaft. D66, de partij die met belastinggeld Palestijnse organisaties heeft gefinancierd. D66, dat bolstaat van de MeTooschandalen. Sidney Smeets moest onlangs nog opstappen; ik ga ze niet allemaal noemen, want ik vind ze gewoon te ranzig om allemaal op te noemen. Ik ga die niet allemaal opnoemen. Uw voormalig fractievoorzitter Pechtold kreeg een appartement cadeau. Die partij komt ons nu hier moreel de les lezen? Dat is toch ridicuul.

De heer Sjoerdsma (D66):
Het pleit wel voor u dat u inmiddels een papiertje bij u heeft waarmee u antwoord kunt geven. Maar het punt is …

De heer Van Houwelingen (FVD):
Ik had het liever niet gehad, meneer Sjoerdsma, want ik vind het …

De voorzitter:
De heer Sjoerdsma.

De heer Sjoerdsma (D66):
Het punt is natuurlijk, meneer Van Houwelingen, dat u op geen enkele manier weerlegt …

De voorzitter:
Wilt u via de voorzitter spreken?

De heer Sjoerdsma (D66):
Ja, meneer de voorzitter, dat zei ik: dat de heer Van Houwelingen op geen enkele manier datgene weerlegt wat ik hem net aanwrijf. De haat tegen journalisten …

De heer Van Houwelingen (FVD):
Het is totale kolder …

De voorzitter:
Ho ho ho, de heer Sjoerdsma is aan het woord.

De heer Sjoerdsma (D66):
De haat tegen journalisten, het ondermijnen van de rechtsstaat, antisemitisme, algehele discriminatie. Ik zeg het hier gewoon nog een keer. Ik zeg het hier nog een keer. Meneer Van Houwelingen, u kunt hier niet een premier en de Kamer de maat nemen als uw partij voor dat soort waarden staat. Voor dat soort waarden: dat is gewoon on-Nederlands. U kunt mij van alles aanwrijven, maar mijn partij doet onderzoeken en probeert de boel te restaureren, absoluut. In uw partij gebeurt niks. Degenen die antisemitisme aan de kaak stellen, worden uit uw partij gezet. Ik zeg u dus nog een keer, meneer Van Houwelingen: elke keer als u hier de waarden van Hongarije komt verdedigen, kom ik dit in uw gezicht wrijven.

De heer Van Houwelingen (FVD):
Totale onzin. Waar was u dan, meneer Sjoerdsma, toen uw partij Palestijnse organisaties financierde? Dat moet ik u toch even vragen. Waar was u bij die antisemitische cartoon die over De Hond is verschenen? Heb ik u die horen veroordelen? Nee. U heeft het steeds over een paar privéappjes, die wij veroordeeld hebben en waar we onderzoek naar hebben gedaan. Dat is het enige wat u heeft. Kijk naar uw eigen gedrag. Uw partij doet dingen die heel slecht zijn voor verschillende gemeenschappen. Haal eens iets uit ons partijprogramma of wijs ons eens op een motie of op iets wat we hebben gedaan waarvan u zegt: dat zou niet kunnen; dat is slecht geweest voor die, die en die groepen. Dit is alles wat u heeft. Dat is echt heel triest, maar dat is deze Kamer, deze slaapkamer, geworden.

De voorzitter:
Helder. Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Kuzu van de fractie van DENK.

De heer Kuzu (DENK):
Voorzitter, dank u wel. Bij de maandelijkse Brusselse babbelclub zullen Europese leiders vast en zeker een hoop met elkaar gaan bespreken. Het zijn belangrijke onderwerpen, onder andere de coördinatie van corona. Nu heb ik uitgezocht dat België een quarantaineplicht kent voor reizigers uit hoogrisicogebieden. Aangezien wij het meest donkerrode land zijn op de landkaart van de ECDC, de Europese gezondheidszorgorganisatie, vraag ik me af waarom de quarantaineplicht wel geldt voor gewone mensen, maar niet voor de minister-president. Ik zie graag zijn antwoord tegemoet, want dit is een vraag die veel mensen kunnen hebben.

Nu het einde van de pandemie in zicht lijkt en heel Europa langzaam van het slot gaat, zijn mensen bezig met de zomervakantie. Veel is nog onduidelijk over de reisadviezen en over welke documenten je nodig hebt om een land binnen te mogen komen. Ik vraag de minister-president wat de stand van zaken is waar het gaat om de uniformering van de reisbewijzen binnen de Europese Unie.

Voorzitter. Veel mensen met familie in landen als Marokko en Turkije hebben sinds het uitbreken van de pandemie hun familie niet kunnen zien. Het is dan ook goed dat Marokko eindelijk het inreisverbod heeft opgeheven. Marokkaanse Nederlanders kunnen eindelijk hun familie en vrienden bezoeken, maar helaas zijn de grensovergangen tussen Spanje en Marokko nog dicht vanwege hoogoplopende diplomatieke spanningen tussen de twee landen. Mijn vraag is of er in Europees verband gezocht kan worden naar manieren om te de-escaleren, zodat Marokkaanse Nederlanders op bezoek kunnen gaan bij hun familie via de route België-Frankrijk-Spanje en dan de overgang naar Marokko, en niet via dure vluchten of dure veerponten vanuit Zuid-Frankrijk of Italië.

Voorzitter. Een ander punt. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft aangegeven dat er 11 miljard vaccins nodig zijn om de pandemie te kunnen beheersen. Inmiddels roepen steeds meer regeringsleiders farmaceuten op om patenten los te laten om de productie op te kunnen schroeven. Ook vandaag is een motie daarover aangenomen in de Tweede Kamer. De EU heeft echter een schamele 100 miljoen doses beschikbaar gesteld aan COVAX. Dat is een druppel op een gloeiende plaat. Ook al zijn het juist de mutaties uit andere werelddelen die een directe dreiging kunnen vormen voor onze volksgezondheid — denk aan de befaamde deltavariant op dit moment — wij doen als Europese Unie veel te weinig voor armere landen.

Voorzitter. De vaccinatie in armere landen loopt hopeloos achter. De boodschap klinkt luid en duidelijk: op deze manier redden wij het niet. Is de EU zich eigenlijk wel bewust van de dreiging die uitgaat van een lage vaccinatiegraad in armere landen? Is de premier bereid om tijdens de EU-top te pleiten voor het beschikbaar stellen van meer vaccinaties aan het COVAX-programma? Graag een reactie van de premier.

Voorzitter. Binnen de Europese Unie dreigen ook een aantal andere crises, te weten de groeiende invloed van Rusland, de recente acties van Wit-Rusland en de radicalisering van Hongarije. Laat ik beginnen met Wit-Rusland. De brede coalitie die sancties heeft ingericht in de richting van de laatste dictatuur van Europa, is een eerste en eensgezinde stap in de goede richting. Maar gaan die sancties dan ook daadwerkelijk werken? Dat vroeg mijn collega Dassen ook al. Hoe staat het eigenlijk met Rusland, het land waar een wet is aangenomen waardoor elke tegenstander van het regime wordt bestempeld als extremistisch? Gaat de minister-president de aangenomen motie van collega Sjoerdsma, mede ondersteund door mijn fractie, aan de orde stellen tijdens de EU-top? Welke maatregelen kunnen er worden genomen om kritische leden van de Russische oppositie in bescherming te nemen?

Dan kom ik op Hongarije. Zoals mijn fractie vaker aangeeft, komt de grootste dreiging niet van buiten Europa, maar van binnen de Europese Unie. Veel collega's hebben daar al over gesproken. Omwille van de tijd wil ik me aansluiten bij de rake woorden die zijn gesproken door een aantal van mijn collega's. Ik vraag me ook af of het niet tijd wordt om de artikel 7-procedure te herzien. Want we zien dat wanneer een dergelijke procedure in gang wordt gezet, elkaar gunstig gezinde landen elkaar constant dekken. In het geval van Hongarije kunnen we dus vrij weinig, omdat we zullen zien dat ze waarschijnlijk gedekt zullen worden door Polen. Als ik de reactie zie van de ambassadeur van Hongarije, dan moet me toch iets van het hart. Ik noem alleen al de eerste zin: "Alweer is er een goedgeorganiseerde hysterie rond Hongarije." Dan denk je: schandalig. Wat vindt de minister-president daar eigenlijk van?

Voorzitter, een laatste punt. Ik zou ook graag de aandacht willen vestigen op de Chinese strafkampen voor de Oeigoeren. Al jarenlang pleit mijn fractie met andere politieke partijen hier in de Kamer en eigenlijk met de hele internationale gemeenschap voor een factfinding mission in Xinjiang. Dat is jarenlang geblokkeerd door China. Nu heeft een veertigtal landen geëist dat Hoge Commissaris Michelle Bachelet onmiddellijk zinvolle en vrije toegang krijgt tot Xinjiang. Mijn vraag aan de premier was: heeft Nederland deze verklaring eigenlijk ook ondertekend? En zo nee, waarom niet?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Om 19.45 uur horen we de antwoorden. Tot die tijd wens ik u smakelijk eten.

De vergadering wordt van 19.02 uur tot 19.45 uur geschorst.

De voorzitter:
Het is niet mijn intentie om er nachtwerk van te maken, dus ik hoop dat we er kort en puntig doorheen gaan, tenzij de heer Sjoerdsma zegt dat hij de zon hier wil zien opkomen. Dan leg ik me daarbij neer. Maar het zou mooi zijn als we er kort en puntig doorheen kunnen gaan. Het woord is aan de minister-president.


Termijn antwoord

Minister Rutte:
Ik denk dat ik zo'n 120 antwoorden bij me heb. Er zijn ontzettend veel vragen gesteld. Ik ga proberen er heel veel niet te beantwoorden, want ik denkt dat u dat allemaal wilt, dus ik probeer ook dingen samen te pakken. Maar het is echt heel veel.

Om te beginnen vond ik het mooi dat de grote Robert Schuman even genoemd werd, even los van dat wij er als regering geen opvatting over hebben dat de Heilige Vader de heiligverklaring in gang heeft gezet. Hij was natuurlijk belijdend katholiek. Maar dat brengt ons bij Robert Schuman zelf, bij Jean Monnet, bij het Schumanplan en het ideaal om niet voor een vierde keer een conflict tussen Frankrijk en Duitsland te laten uitmonden in een groot Europees conflict. Althans, één keer was dat niet gebeurd, in 1871, twee keer wel, in 1914 en 1939-1940. Bijzonder is natuurlijk wel — dat blijf ik interessant vinden — dat het de Amerikanen waren die toen daarop hebben aangedrongen en hebben gezegd: ga hier vooral mee door. Je moet je voorstellen wat er zou gebeuren als Amerika heden ten dage bij Fransen erop zou aandringen om de politiek in een bepaalde richting bij te stellen, maar hier is het gelukt. Mooi dat die namen hier vandaag genoemd zijn. Overigens is het interessant om in de nieuwe biografie van Drees te lezen, die onlangs is verschenen en zeer aan te bevelen is, hoe dicht wij zo'n beetje midden jaren vijftig waren bij het in deze Kamer door sommige partijen — niet de mijne — beleden ideaal van een volledige politieke integratie van de Europese Unie. We waren daar heel dichtbij. Het is toen niet gebeurd.

Goed, dat even vooraf. Een ernstige zaak is natuurlijk de kwestie-Hongarije. Ik had gisteren premier Zaev van Noord-Macedonië op bezoek vanwege de wedstrijd Nederland-Macedonië. Wij hebben gewonnen; u weet het. Maar ik schaam me wel een beetje. Dit is immers een hele nette, zeer goed proberende premier, die zijn land de goede kant op probeert te duwen. Inmiddels hebben we ook met de Kamer gezegd: we gaan de IGC starten, net als met Albanië. Maar je schaamt je ook een beetje, want ik sta aan te dringen "je moet doorgaan met rechtsstaathervormingen"; dat hele verhaal. Dat vind ik echt. En hij vindt dat ook. Hij heeft ook die druk nodig van dat Europese perspectief. We moeten China en Rusland weghouden uit de invloedssfeer van de Westelijke Balkan. Maar ja, je krijgt natuurlijk toch een vraag over hoe dat dan eigenlijk met Hongarije zit. Ik zei: de laatste keer dat ik het checkte was dat land al lid van de Europese Unie, maar, toegegeven, de vraag is op dit moment wel of dat opnieuw zou gebeuren als we toetredingsonderhandelingen met Hongarije hadden.

Dat dit dus binnen Europa gebeurt, is natuurlijk heftig, ook omdat dit eerlijk gezegd wel verder gaat dan soevereiniteit. Dit raakt namelijk aan jonge mensen in Hongarije, of ze nou homoseksueel, lhbti of heteroseksueel zijn. Daar gaan we allemaal niet over, maar het gaat erom dat jonge mensen die zich gewoon oriënteren op het leven en op hoe zij in de samenleving staan, niet het gevoel hebben dat ze in een vrij land leven. Er was net een heel mooi interview op de RTL-website met een Hongaarse jonge vrouw die gisteren, dacht ik, bij een demonstratie was in Amsterdam. Je wordt heel trots op ons landje als je hoort dat ze zegt: wat is het hier een vrije en inclusieve samenleving. Nou ja, daar kun je ook nog van alles op zeggen — daar hebben we hier ook nog weleens discussies over — maar in vergelijking met Hongarije? Ja. Ik vind dat dus heel ernstig. We hebben allemaal die brief van de Hongaarse ambassadeur kunnen lezen. Ik laat die maar even voor wat die is.

Dan kom ik meteen bij de zakelijke punten. Wat kun je eraan doen? Als je de drie instrumenten pakt — dat is het MFK-rechtsstaatinstrument, artikel 7 en de Commissie die een procedure start — is hier naar mijn overtuiging de procedure bij het Hof veruit de meest kansrijke. Waarom? Omdat — heel eerlijk — het echt nog maar de vraag is of het MFK-rechtsstaatinstrument, nog los van het punt van de flitspaal of niet, ook als het helemaal zou functioneren, in dit geval het meest effectief is. Waarom is dat? Omdat dit instrument in de kern gekoppeld is aan de vraag of een land voldoet aan de eisen die nodig zijn om geld uit het MFK, uit het RRF, te krijgen. Dat heeft dan te maken met de onafhankelijke rechterlijke macht et cetera. Dit gaat verder. Dit raakt echt aan concrete wetgeving. Ik denk dat dan de artikel 7-procedure effectiever is. Maar die is ook niet effectief, omdat dit natuurlijk een heel rare procedure is, waarbij aan het eind van de rit één ander land kan vetoën. Nou, we weten dat Polen dat zal doen, dus dan gebeurt er nog helemaal niks. Het is dus uiteindelijk goed dat de Commissie nu die procedure is begonnen, door vragen te stellen aan Hongarije — wat is hier aan de hand? — en daarmee de opening te maken richting een procedure bij het Hof. Wij zullen er zeer op aandringen dat ze daarmee doorgaan.

De vraag was ook gesteld om de rechtsstaat standaard op de Europese Raadsagenda te zetten. Dat doen wij. Nederland is er zeer mee bezig om het op de Europese agenda te zetten en te houden, zeker als het om Hongarije gaat. Ik denk niet dat het per se zinvol is om iedere Europese Raad te vragen of er nog iets over de rechtsstaat is. Dan wordt het ook zo'n wat-verder-ter-tafel-komt. Maar zodra het aan de orde is, is Nederland zeer actief om het op de agenda te zetten, of het nou Polen is of Hongarije. Vanmiddag ook nog op de RAZ, de Raad Algemene Zaken, de General Affairs Council, door Sigrid Kaag, minister van Buitenlandse Zaken. We zullen het op de Europese Raad doen deze week. Ik heb de voorzitter inmiddels gevraagd om dit onderwerp überhaupt de komende tijd vaker te agenderen. Nogmaals, dat hoeft niet per se elke keer, maar wel als het maar enigszins relevant is.

Een lastige vraag: wat doe je met wedstrijden? Daar is het kabinet nog niet uit. We hebben de motie liggen over Qatar. We hebben gezegd "we'll cross that bridge when we come to it", want vooralsnog zijn we niet gekwalificeerd voor Qatar; ik geloof niemand nog. Wat zou je doen? Mijn laatste informatie is — ik heb het even gecheckt — dat noch kabinet, noch Koninklijk Huis voornemens is zondag naar die wedstrijd te gaan. Dat is niet omdat het in Boedapest is, maar het staat gewoon niet in de agenda. Stel dat het wel gebeurd was. Ik vind het een dilemma. Waarom is het een dilemma? Omdat je er op twee manieren naar kunt kijken. Het is een bezoek aan Hongarije, zou je kunnen zeggen, en dat is nu niet wenselijk. Je kunt ook zeggen: het is een bezoek aan onze sporters en moet je onze atleten daarmee belasten? Nogmaals, het is geen kabinetsstandpunt. Ik leg u het dilemma voor. Wij zullen naar aanleiding van de motie-Qatar daar nog op terugkomen. Hopelijk is dat een keer actueel, want dan is het goed gegaan met de kwalificatie voor het WK voetbal 2022. Maar ik vind het wel lastig — ik zeg dat maar eerlijk — omdat de stap daarna is dat je ook tegen de voetballers of andere atleten zegt dat ze niet moeten gaan. Uiteindelijk leidt dat toch tot boycots van wedstrijden. Misschien moet je dat toch niet doen, zou mijn gedachte nu zijn. Dat doet niets af aan de ernst van de situatie in Boedapest.

Ik kijk heel even snel mijn beantwoording door of ik iets mis over Hongarije wat gevraagd was, want er waren heel veel vragen over gesteld. Ik denk dat ik de meeste vragen in deze beantwoording heb meegenomen.

Alle instrumenten: ja, dat doen we. Er was natuurlijk nog even de vraag van de heer Sjoerdsma over die flitspaal. Daar hebben we het vorige week over gehad. Heel simpel. Als het compromis niet gesloten was in december — en dit was het maximale compromis — dan hadden we geen MFK gehad, geen RRF gehad en ook het rechtsstaatinstrument niet. Ik ben het eens met Sjoerdsma dat het absoluut niet is wat je wilt, maar ik verzeker hem dat het in die Europese Raad, waar ik redelijk alleen stond, veruit het enige was wat we uiteindelijk konden bereiken. Namelijk: de flitspaal staat aan, alles wordt geregistreerd, er wordt later op geacteerd, maar eerst die Hofzaak. Nogmaals, als we daar helemaal met schone handen uit hadden willen komen, dan was er geen MFK geweest. Dan was het geblokkeerd. Dat had natuurlijk weer een hele andere crisis veroorzaakt. Dat blijft lastig, dus ik sta voor dat compromis, maar helemaal mooi gaat het niet worden.

Voorzitter, dat denk ik over Hongarije.

De voorzitter:
Dan was dat het blokje Hongarije. Het woord is aan de heer Van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik heb twee vragen. Eerst over het voetbal. Goed dat de premier aangeeft dat ze aarzelen, als ik hem goed heb begrepen.

Minister Rutte:
Ja.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik vind het argument dat we de voetballers dan tekortdoen, twijfelachtig, want het zou best kunnen dat de voetballers zeggen: het is volstrekt logisch dat we nu geen officiële afvaardiging, geen Koning of kabinet, naar Boedapest sturen. Ik zag overigens net dat de voetballers nu ook hebben besloten om een OneLove-band te gaan dragen, uit solidariteit. Als de premier dit een beetje openlaat, lopen we nog het risico dat er zondag wel iemand van het kabinet zit. Of zie ik dat verkeerd?

Minister Rutte:
Ik heb het gecheckt. Er gaat niemand heen. Niet omdat het in Boedapest is, maar omdat het gewoon niet is voorzien. Maar ik ben het er wel mee eens eigenlijk. Ik zie dat ook wel. Het is ook niet zo dat ik zeg dat het een argument is dat je vanwege de sporters wel moet gaan. Ik vind het een afweging. Die discussie moeten we nog een keer voeren. Ik ben zelf, merk ik, terughoudend in het antwoord op de vraag: ga je naar het land of ga je naar de sporters? Ik ben het eens, hoor. Als de sporters zelf zouden zeggen "joh, blijf liever weg" ... nou ja, sowieso zitten die sporters meestal niet op bobo's te wachten. Die hebben wel andere dingen aan hun hoofd. Maar stel dat ze het wel zouden beschouwen als een ondersteuning van hun werk daar en je gaat dan niet. Dan zou je dat ook interpreteren als dat je zegt: ja, maar u gaat daar wel sporten als voetballers, dus u maakt eigenlijk wel vuile handen. Dat zeggen we er gelukkig ook niet mee, dat weet ik, maar ik vind het wel een dilemma. Ik zeg dat eerlijk. Maar die discussie moeten we ook in het kabinet nog eens rustig voeren, en dan met de Kamer ongetwijfeld. Ik ben daar ook niet uit.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik vind toch dat de premier er nu net iets te gemakkelijk mee wegkomt. Hij zegt nu: we hebben gewoon geen plannen om erheen te gaan. Dan is het dus ook geen politiek statement. Volgens mij is het nu legitiem om Orbán te laten merken: beste vriend, wij gaan op dit moment niet naar jouw feestje in Boedapest toe. Dat even op dat punt.

Mijn andere vraag gaat over de mogelijkheid van lidstaten om een andere lidstaat voor het Hof te dagen. Naar die mogelijkheid is ook al eerder gevraagd naar aanleiding van Polen. Dat is toen niet uitgevoerd, omdat er geen draagvlak voor was bij andere lidstaten. Op dat punt heb ik in mijn eerste termijn gezegd dat er een nieuwe situatie is. Deze wet is er in Hongarije. Zou het nog een weg kunnen zijn, vraag ik de premier, om als lidstaat, dus niet als Europese Commissie, te kijken naar wat mogelijk is?

Minister Rutte:
Ja, het Verdrag biedt inderdaad de overigens zeer zeldzaam gebruikte mogelijkheid om in plaats van de Commissie een infractieprocedure tegen een lidstaat te starten, maar die komt pas in beeld als de Commissie in een bepaalde zaak niet optreedt. Dan kan het. Maar zij heeft inmiddels aan Hongarije gevraagd hoe het zit. Dat lijkt dus de open opmaat te zijn naar een zaak. Dan kun je het niet als lidstaat doen. Stel dat hieruit komt dat er van alles mis is en de Commissie het er dan verder bij laat zitten, dan zou je dat kunnen doen.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ook in het vorige debat zei de premier dat hij in december had onderhandeld, dat er wordt geflitst, dat er geen boetes worden uitgedeeld en dat we het nu gewoon even moeten accepteren zoals het is. Die boetes gingen volgens mij over snelheidsovertredingen, maar ik zou de premier toch willen voorhouden dat er inmiddels sinds december veel is gebeurd. De radio is uit de lucht gehaald, universiteiten en cultuurinstellingen zijn onder gezag van de staat gebracht, de lhbti-wetgeving is aangenomen. Ik noem maar even drie voorbeelden van de afgelopen drie maanden. Ik zou zeggen dat de situatie dus een beetje is veranderd. Het is niet een auto die te snel rijdt. Het is een auto die moedwillig andere auto's van de weg aan het rijden is. Wil de premier daadwerkelijk wachten tot 2023 — dan is die Hofuitspraak — totdat er ingegrepen kan worden?

Minister Rutte:
Dit wekt de indruk dat ik blij ben met het compromis. Het punt is dat ik, nee, niet ik, wé de pijngrens hebben opgezocht. Als we verder waren gegaan — dat is mijn inschatting — dan had Hongarije gevetood c.q. hadden wij moeten vetoën. Dan hadden we geen begroting, geen herstelinstrument en trouwens ook geen rechtsstaatinstrument gehad. Het punt is dus: dit was het maximaal bereikbare. Dit was echt het maximaal bereikbare. Dat is mijn politieke taxatie. Als de heer Sjoerdsma zegt "dat had je niet moeten doen", kan dat. Ik vind er ook veel voor te zeggen. Je zou kunnen redeneren dat je had moeten zeggen: dan gaan we naar de eentwaalfdeprocedure. Dan was sowieso de 750-miljardpot weggeweest. Dan had je misschien op de normale meerjarenbegroting wel de een twaalfde kunnen volgen. Dat klopt. Maar ik heb die keuze niet gemaakt, omdat ik de Recovery and Resilience Facility ook van groot belang vond.

De heer Sjoerdsma (D66):
Maar dat brengt mij toch bij iets wat ik ook in de eerste termijn zei. Daarmee geef je iets weg wat niet van de premier is. Je geeft iets weg wat niet aan de premier is om weg te geven. De premier zegt: ik heb die deal zo gemaakt. Dat heeft hij al eerder uitgelegd. Ik vraag hem nu iets anders. We zien allemaal dat Hongarije radicaliseert. We zien dat er in de drie, vier, vijf maanden na die deal echt maatregelen zijn genomen waarvan ook deze premier zegt: dat is verschrikkelijk. "Verschrikkelijk." Dat zijn woorden die de premier niet vaak in zijn mond neemt. Ik vraag hem: gaat hij dit verhaal nog twee jaar volhouden — zolang duurt het tot de uitspraak van 2023 er is — wetende dat er verkiezingen komen waar de heer Orbán dus met Nederlands belastinggeld cadeautjes gaat geven aan zijn kiezers?

Minister Rutte:
Dan zegt de heer Sjoerdsma dus eigenlijk: je had dat moeten blokkeren. Dat vind ik overigens een zeer te verdedigen standpunt, maar dan hadden wij nu in de "één twaalfde"-procedure gezeten. Dan hadden wij nu geen RRF gehad en geen rechtsstaatinstrument. Overigens zeg ik er nog bij dat het rechtsstaatinstrument dat nu in die verordening is gekomen, ons ook niet had geholpen bij deze zaak. Bij deze zaak was dat rechtsstaatinstrument niet vigerend geweest, omdat het simpelweg gaat over de vraag of een land ten aanzien van de besteding van Uniegeld voldoende rechtsstatelijke waarborgen heeft. Dan praat je dus over onafhankelijke rechterlijke macht, toezicht et cetera, niet over lhbti-wetgeving, niet per se over onafhankelijke pers. Misschien kun je dat er nog onder brengen, maar zo'n wet als nu zou daar niet onder vallen, denk ik. Dan zou je toch uitgekomen zijn op een Hofzaak. Dat is een keuze die ik niet gemaakt heb, maar die ik wel verdedigbaar vind. We hadden kunnen zeggen: het is zó belangrijk; we laten het vastlopen. Maar dan had je nu dus geen Herstelfonds gehad. We zien op dit moment hoe belangrijk het Herstelfonds is om de scheefgroei in Europa tegen te houden. Dus wat je nu hebt, is dat alle momenten waarop een land zich niet aan de afspraken houdt worden vastgelegd. De Commissie gaat nu versneld de richtsnoeren opstellen. Het Hof heeft gezegd ook zo snel mogelijk de zaak te gaan behandelen. 2023 vind ik heel ver weg. Ik kan niet garanderen dat het eerder is. Ik heb daar ook over geantwoord wat wij donderdag verwachten, maar het Hof doet dat onafhankelijk. Dit zijn wel de keuzes, maar het is allemaal niet zonder gevolgen, zeg ik tegen de heer Sjoerdsma. Als hij op mijn stoel had gezeten en had gezegd dat dat niet voldoende is, dan zegt hij hier: dan had ik gevetood. Dat kan, maar dan hadden we wel alleen gestaan als Nederland, in ons eentje. Dat had gekund. Dan hadden we voor de hele Europese Unie het fonds tegengehouden. Daar moet hij dan wel eerlijk op reageren. Dat doet hij niet.

De heer Sjoerdsma (D66):
De premier maakt gebruik van zijn eerste interruptie richting het parlement, geloof ik. Dit is geen antwoord op mijn vraag.

Minister Rutte:
Maar het is een discussie, dacht ik.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ik heb de premier een heel duidelijke vraag gesteld, en ik controleer de premier; de premier controleert niet mij. Mijn vraag was of de premier de komende twee jaar gaat volhouden dat de deal die hij heeft gemaakt blijft staan, ook al glijdt Hongarije in een rap tempo af, ook al wordt daar Europees belastinggeld uitgedeeld bij de tienduizenden, bij de honderdduizenden, om de herverkiezing van Orbán voor elkaar te krijgen. Of is het voorstelbaar — laat ik het dan zo vragen aan de premier; wellicht ontstaat er dan beweging — zoals het kabinet samen met andere landen weer in de verklaring van vandaag noemt, dat álle mogelijke middelen kunnen worden ingezet, dus ook dit rechtsstaatmechanisme? Is het voorstelbaar dat, als de situatie verder afglijdt, de premier van gedachten verandert en zegt: dat Herstelfonds hebben we nu, maar dat compromis is niet meer verdedigbaar?

Minister Rutte:
Nee, ik sta voor de deal. Die heb ik overigens niet gesloten. Ik was zo'n beetje de enige in Europa die nog bezwaar maakte — de rest was allang akkoord — ook omdat wat er nu gebeurt met die homowetgeving in Hongarije, dat type interventies vanuit de Hongaarse regering, niet wordt ondervangen door het rechtsstaatmechanisme in de RRF of in het MFK. Dat is een. Twee. Het was helemaal weg geweest als je het niet gedaan had. Dus ik vind het heel verheven, ik vind het moreel prachtig wat de heer Sjoerdsma zegt, maar het is niet praktisch. Ik vind dat, als je een afspraak maakt, je daar ook voor staat. Ik sta daar ook voor. Ik vind wat er gebeurt in Hongarije verkeerd. We hebben andere instrumenten om dat aan te pakken. Dat doet de Commissie. Desnoods gaan wij zelf een statenklacht indienen als de Commissie het erbij laat zitten. Ik heb geen enkele aanleiding om dat aan te nemen, maar Hongarije wordt nu hard aangepakt, verwacht ik. Anders zullen wij alle middelen daarvoor gebruiken. Dat staat los van die afspraak op de Europese Raad.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Op dit laatste punt heb ik de vraag: hoeveel tijd is het kabinet van plan om aan de Commissie te gunnen?

Daarnaast wil ik nog even terugkomen op de discussie die de premier had met de heer Van Dijk over de sporters. Ik vind het heel mooi dat het team heeft besloten dat Wijnaldum een bepaalde aanvoerdersband gaat dragen, juist nadat de UEFA al heeft geprobeerd om een andere zaak op dit punt in de kiem te smoren. Moet ik uit de positie van het kabinet afleiden dat het kabinet nog geen positie wil innemen als het gaat om het wel of niet sturen van een delegatie naar Boedapest? Of is het kabinet bereid om in de toekomst bij soortgelijke situaties in overleg te treden met het team om te vragen: "Wat vinden jullie? Premier Rutte vreest escalatie."

Minister Rutte:
Dat vind ik een hele goede.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Het zou op z'n minst verstandig zijn om die stap eerst te zetten.

Minister Rutte:
Ja, dat vind ik heel verstandig. Ik denk dat je dat zeker met sporters moet bespreken. Als je niet gaat, dan wil je niet dat de sporters denken: "Zijn wij moreel minder? Want het kabinet komt niet en wij gaan wel sporten." Ik vind echt dat je moet proberen om sport en politiek te scheiden. Denk aan de Olympische Spelen in 1980. We hebben al die voorbeelden gezien. Dat is uiterst ongelukkig en je doet daar hele generaties sporters tekort mee. Uiteindelijk zijn het vaak politieke besluiten waar de Spelen of die voetbalwedstrijden plaatsvinden. Val de sporters daar niet mee lastig. Maar ik vind het wel verstandig wat de heer Van der Lee zegt. Als je als kabinet voor die keuze staat, dan moet je dat ook met de sporters bespreken, in de zin van: "Wij denken weg te blijven. Weet dat het geen kritiek op jullie is, maar wij willen daar nu gewoon niet gezien worden. Dat vinden we niet passend, want dat lijkt ondersteuning van zo'n regime." Ik vind het heel verstandig als je dat met hen bespreekt. Alleen, dat is nu niet aan de orde voor zondag. We hebben het ook niet besproken in het kabinet, dus ik kan hier niet namens het kabinet een standpunt geven. Ik zeg alleen dat het in algemene zin heel makkelijk is om nu te zeggen: ik ben er ook helemaal voor; dan ga je niet. Ik schets gewoon het dilemma. Ik vind datgene wat de heer Van der Lee zegt, wel slim. Dat dilemma zou je ook met de sporters kunnen bespreken.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Daar ben ik blij mee, temeer daar de strijd tegen discriminatie en racisme vaak al een kernboodschap is van veel sporters.

Minister Rutte:
Zo is dat.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Komt de premier nog terug op het punt van Bakoe? Want ook dat raakt aan sport en mensenrechten.

Minister Rutte:
Ja, daar kom ik nog op terug. Absoluut.

De voorzitter:
Bakoe doen we later.

Minister Rutte:
Ja, Bakoe doen we later. Ik kom daar nog op terug.

De heer Segers (ChristenUnie):
Ik wilde eigenlijk ook op dat punt een vraag stellen, meer in het algemeen over de inzet van een politiek statement rond sportwedstrijden. Een politiek statement moet door politici worden gemaakt en niet primair door sporters. Die kunnen een eigen afweging maken. Die kunnen daarin keuzes maken en dat doen ze aanstaande zondag. Dat is prima, maar wij gaan over onze eigen verantwoordelijkheid en het kabinet gaat over zijn eigen verantwoordelijkheid. De minister-president zegt: ik wil heel graag aan de sporters laten weten dat we naast ze staan en met ze meeleven. Is de minister-president het met mij eens dat dat heel anders kan worden opgevat door het land dat de kabinetsleden en regeringsvertegenwoordigers bezoeken, in de zin van: kijk ons eens normaal zijn, kijk ons eens onderdeel uitmaken van een wereldwijde familie, waarin wij weg kunnen komen met het gedrag dat wij hebben?

Minister Rutte:
Dat is onderdeel van het dilemma. Ik vind het echt een dilemma, want ik heb er altijd moeite mee gehad dat wij sport en politiek te veel vermengen. Hier is het onvermijdelijk, want leden van het kabinet zijn politici. De Koning is geen politicus, maar is als hoofd van de Staat natuurlijk wel onze hoogste vertegenwoordiger. Het is dus onvermijdelijk dat je je moet verhouden tot dat probleem. Ik vind het een dilemma. Ik vind het helemaal niet zo gek om dat met de sporters te bespreken en te vragen: wat vinden jullie? Je wilt niet dat de sporters denken: nu blijft de regering heel bewust ... Toevallig staat het zondag niet in de agenda, dus het speelt niet. Maar stel dat je heel bewust iets afzegt. Dan denken de sporters misschien: zijn wij dan moreel minder omdat we wel gaan? Dat zou ik absoluut niet willen.

De heer Segers (ChristenUnie):
Ik kan me heel goed voorstellen dat het kabinet een eigen afweging maakt en dat een sportbond en sporters zelf hun eigen afweging moeten maken. Je kunt informatie delen, maar iedereen gaat over zijn eigen verantwoordelijkheid. De minister-president noemde al Qatar. De Kamer heeft daar een uitspraak over gedaan. Ik ben het daarmee eens, want wat daar gebeurt, is echt voorbij elke grens van moraliteit. Ik vind het heel moeilijk voorstelbaar dat vertegenwoordigers van ons volk, ons land en onze regering feestvieren op de graven van duizenden gastarbeiders, om het even plastisch te zeggen. Maar dan dichterbij: Bakoe. Ik heb daar vragen over gesteld, net als collega Van der Lee en anderen. Als daar net oorlogsmisdaden hebben plaatsgevonden, als het oorlogsrecht wordt geschonden en als krijgsgevangenen worden vastgehouden, dan is het gaan naar zo'n wedstrijd een duw in de rug van een regime dat zegt: we kunnen ermee wegkomen.

Minister Rutte:
Ik vind het echt te makkelijk. Ik respecteer het totaal, maar ik vind het toch te makkelijk, want wat zeg je daarmee tegen de sporters die wel gaan? Het is misschien een gevoelskwestie. Je kunt dat niet loskoppelen. Dus ik denk dat Van der Lee wel een punt heeft: eigenlijk moet je het even met elkaar bespreken. Volgens mij zou de conclusie kunnen zijn: als jullie gaan, dan snappen we dat helemaal, want jullie kunnen er ook niks aan doen waar het stadion staat en waar je speelt, maar wij gaan niet, want wij zien dat te veel als een soort ondersteuning door politieke ambtsdragers van een verkeerd bewind. Dat is een hele reële afweging, maar dan bespreek je het met elkaar. Maar het laatste wat ik wil is dat die sporter denkt: de regering gaat niet, wij gaan wel, dus dan zijn wij blijkbaar minder in onze moraliteit. Dat zou ik echt heel verkeerd vinden. Dat vraagt dus echt om subtiliteit en weging. Ten aanzien van Qatar hebben we — dat was de motie-Karabulut, zo zeg ik uit mijn hoofd — gezegd: als het hopelijk ooit aan de orde is dan gaan we daar een positie op bepalen als kabinet. Dus ik kan daar ook nu namens de ministerraad nog geen positie op geven anders dan wat in mijn hoofd in die discussie het dilemma zal zijn. Dat kan overigens heel goed eindigen in: niet gaan. Dat zou ik helemaal verdedigbaar vinden.

De heer Segers (ChristenUnie):
Heel kort. Ik vind het prima dat die consulatie wordt gezocht of dat het gesprek met de sporters wordt gezocht. Dat kan ik heel goed begrijpen. Ik kan ook begrijpen dat vervolgens wordt gecommuniceerd: wij maken onze eigen afweging. Maar het kabinet kan dan toch nog steeds een eigen afweging maken — nogmaals: met uitleg richting sporters — wetend dat erheen gaan ook de slingers kunnen zijn op een heel verkeerd feest. Wat ik het kabinet in ieder geval wil meegeven, ook op de korte termijn al richting Bakoe: denk daar alsjeblieft goed over na.

Minister Rutte:
Ik hoop dat we voor die vraag komen te staan, want dan is blijkbaar de achtste finale goed afgelopen. Ik ben het ermee eens dat je daar zeker goed over moet nadenken.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ik ben in ieder geval ontzettend blij om ook vandaag weer van de premier te horen hoe hij zich heel expliciet uitspreekt tegen die antihomowetgeving in Hongarije. Hij heeft dat in het verleden ook gedaan. Ik ben blij dat het hele kabinet dat ook vandaag weer doet. De premier ziet de heer Orbán donderdag en vrijdag in Brussel. Bent u ook van plan om dat persoonlijk aan hem over te brengen?

Minister Rutte:
Zeker. Aan hem, maar ik was ook van plan om het in de vergadering in te brengen. Ik heb daar vandaag ook over gesproken met Alexander de Croo, die vanmiddag op bezoek was en die het daar volkomen mee eens is. Ik neem aan dat we het daarover in overgrote mate met elkaar eens zijn. De vraag is: hoe doe je dat en waar doe je het? Dit zal overigens — daar moet je echt op rekenen — door Orbán gebruikt worden als een grote overwinning. Dus als wij daarover beginnen, zal hij dat als een grote overwinning beschouwen. Het zal hem in Hongarije alleen maar populairder maken, want hij gebruikt dat in zijn nationale propaganda natuurlijk als: zie je wel, het usurperende Europa bemoeit zich weer met onze wetgeving. Dat is ook hier door een paar partijen gezegd. Dat is dan maar zo. Dat vind ik nog geen reden om het niet te doen, maar dat is wel het effect. Mijn verwachting is dat het in Hongarije niets, maar dan ook helemaal niets zal veranderen, maar ik hoop tenminste dat een paar mensen in die samenleving, die zich op dit moment onveilig voelen om te zijn wie ze zijn en het leven te leven zoals ze dat willen leven, weten dat ze niet alleen staan. Dat is het minste wat we kunnen doen.

Mevrouw Piri (PvdA):
Dat ben ik helemaal eens met de premier. Ik denk dat het ontzettend belangrijk is voor de lhbti-gemeenschap in Hongarije om uw woorden te horen, om de woorden te horen van de hele Europese Unie en ook vandaag de verklaring van andere lidstaten. Ik heb nog een vraag over de fondsen. Ik begrijp dat de premier zegt dat het nieuwe rechtsstaatmechanisme niet kan worden ingezet. Dat rechtsstaatmechanisme was er nog niet toen Polen al lhbti-vrije zones invoerde. Toen is er geen inbreukprocedure bij het Hof gestart, is er niet opnieuw een artikel 7-procedure gestart en was de rechtsstaatprocedure er nog niet, maar heeft de Commissie toch gericht fondsen stopgezet. Denkt de premier dat nu ook specifieke fondsen kunnen worden stopgezet door de Commissie vanwege deze nieuwe wetgeving in Hongarije?

Minister Rutte:
Ja, eerder besloot de Europese Commissie die twinningaanvragen van zes Poolse gemeenten die een lhbti-vrije zone hadden afgekondigd, niet toe te kennen. Wij steunen die beslissing van de Commissie. Nu heeft de Commissie een veel verdergaande positie ingenomen door die vragen te stellen, wat lijkt op "de opmaat naar". Wij zullen daar bij de Commissie natuurlijk op aandringen. Ik denk niet dat het nodig is, want volgens mij zijn ze heel erg gemotiveerd hiermee verder te gaan, maar als het qua energie zou inzakken om daarmee door te gaan, hebben we altijd nog het alternatief van de eigen procedure. Dat is uitzonderlijk, maar dat kan. En dan zou de Commissie uiteraard nog openstaan om dit type bilaterale — althans tussen de Commissie en lidstaten — maatregelen te nemen in financiële zin. Die zijn natuurlijk wel lichter van karakter dan wat ze nu doen. Wat in feite aan de orde is … Het is in het Engels; sorry, ik heb de Nederlandse vertaling even niet hier. Wat aan de orde is, is gewoon artikel 1 van het oprichtingsverdrag, onze founding treaty. Dat gaat om "respect for human dignity, freedom, democracy, quality, rule of law, respect for human rights, including belonging to minorities" et cetera. Dit is een heel essentieel artikel, dat eigenlijk zegt: het is geen handelsblok van allerlei landen die toevallig een financieel belang, een munt en een handelsblok delen. Nee, het is ook een waardengemeenschap. Daar zat mijn pijn gister naar Zaev, de premier van Macedonië. Ik dacht: jeetje, die man doet zijn best om dat land op poten te krijgen. Hij heeft daar natuurlijk hele spannende dingen moeten doen. Hij is in 2015-2017 bedreigd. Dat land is nu zover dat de IGC kan worden geopend. Ja, Bulgarije ligt nog dwars over iets, maar hopelijk lukt dat snel. En dan moet ik gaan uitleggen wat er eigenlijk met Hongarije aan de hand is. Je staat echt met het schaamrood op de kaken. Dat is dan bij hem. Nog veel erger is het natuurlijk voor de mensen die gister demonstreerden en zeiden: we willen gewoon zijn wie we zijn. Dat is toch heel fundamenteel? Het is 2021, jongens! Het is niet iets heel raars wat we vragen, toch?

De voorzitter:
Ik wil eigenlijk door naar het volgende blokje, meneer Van der Lee. Dus kunt u heel kort zijn?

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ja, ik maakte een klassieke fout door een vraag te stellen en daarna nog één. Ik kom toch even terug op de vraag die ik kort noemde. Hoeveel tijd gaan we de Commissie geven om deze stevige, zware procedure helemaal te doorlopen? Ik hoef geen harde datum, maar kan de minister-president een indicatie geven van de tijdsperiode waarmee we rekening moeten houden? En wanneer gaat Nederland de druk opvoeren of misschien de afweging maken dat we zelf maar een aanklacht moeten indienen?

Minister Rutte:
Ik vraag ambtelijk even te kijken of wij daar invloed op hebben en of daar vaste tijdstermijnen voor zijn. Daar kom ik wel even op terug in de tweede termijn. Dat wordt via uw microfoon ambtelijk opgepakt.

Dan misschien wat sneller naar een paar andere dingen. Over migratie kunnen we nu eindeloos praten, maar eerlijk gezegd gaat deze Europese Raad daar op geen enkele manier een doorbraak bereiken. Dit is op de agenda gekomen vanwege Italië. Dat snap ik. Italië heeft op dit moment overigens minder secundaire migratie dan Nederland, maar ik denk dat dit om politieke redenen door de Italiaanse regering op de agenda is gezet. Ik begrijp dat zij zich grosso modo kan vinden in conceptconclusies, maar daar staat eigenlijk niks in. Waarom is dat? Natuurlijk omdat dit onderwerp al jaren helemaal vastzit.

Ik kom bij de vragen. Ik doe ze maar even dwars door elkaar heen. Het zijn allerlei verschillende vragen, maar ze gaan allemaal over migratie. Over de pushbacks in Griekenland hebben we het natuurlijk vaak gehad. Wij delen de zorgen daarover. Het optreden aan de grens moet altijd in lijn zijn met internationale wet- en regelgeving. De Europese Commissie volgt die berichtgeving. Het is aan haar als hoeder van de verdragen om daar ook op te acteren. Dat doet zij naar mijn overtuiging ook. Het gaat echt om een heel fundamenteel punt. Ook in Griekenland zelf wordt serieus gekeken naar de beschuldigingen. De Griekse ombudsman is een onderzoek gestart. De Griekse Hoge Raad heeft opgeroepen tot een onderzoek. Er is een motie-Kuik/Van der Werf aangenomen, waardoor mevrouw Broekers, de staatssecretaris, tijdens haar bezoek aan Griekenland vorige week ook haar zorg hierover heeft geuit.

Dan is er natuurlijk de vraag met welke derde landen nu een migratiepakket aan de orde is. Ook daar hebben we het heel vaak met elkaar over gehad. We zetten daarop in. Het gaat om een selectie van prioritaire landen in focusregio's. Denkt u aan Noord-Afrika, sub-Sahara Afrika, het Midden-Oosten en de Westelijke Balkan. Op dit moment is dat echt nog heel rudimentair. Eigenlijk is er buiten Turkije nog helemaal niks. Daarvoor moet je het hele instrumentarium inzetten, maar dat gaat uitermate langzaam. Ook daar is er eigenlijk helaas geen positief nieuws te melden.

Dit gaat natuurlijk ook over het punt van mevrouw Kamminga: hoe zet je op een gecoördineerde wijze over de volle breedte het instrumentarium in? Dat is inderdaad OS, handel, visa. Europa heeft natuurlijk zijn machtsmiddelen en er zijn de nationale OS-bestedingen. Onder het nieuwe MFK zijn specifiek middelen beschikbaar gesteld voor migratiesamenwerking. Ongeveer 10% van de NDICI-middelen gaat ernaartoe. Die middelen worden gemainstreamd op dit punt. De visumcode is onderdeel van het instrumentarium. Dat zullen we dus allemaal moeten inzetten, en met focus. Dat het met Turkije lukte, was naar mijn overtuiging overigens door een combinatie van de Commissie en twee lidstaten: Nederland, dat toen de houder van het roterende voorzitterschap van de Raad was, en Duitsland vanwege de Syriëcrisis in 2015-2016. Ik heb er vaak op aangedrongen: laten we dat nou opnieuw in koppeltjes doen onder guidance van de Commissie. Maar het komt niet van de grond. Ik denk dat dat ook te maken heeft met het feit dat die aantallen net weer niet erg genoeg zijn. Op een gegeven moment is het weer erg en dan staat iedereen te piepen. Dat geldt dus ook voor het partnerschap met derde landen, waarover ook een vraag gesteld is. Uiteraard streven wij naar een integrale benadering; dat zeg ik nog even tegen de heer Sjoerdsma, die daarnaar vroeg. Dat betekent het bevorderen van legale migratieroutes, wat alleen binnen bestaande kaders kan en alleen als we echt het hele brede strategische instrumentarium inzetten. Ik ben er niet voor, en het kabinet ook niet, om nu hier tegen Italië te zeggen "we zijn solidair, we nemen mensen over" terwijl we nu meer secundaire migratie hebben dan de Italianen zelf. Het begint er wel mee dat ze daar gaan registreren.

Terecht is er een vraag gesteld over Syrische vluchtelingen. Het recht op asiel is, zoals u weet, stevig verankerd in de Europese wet- en regelgeving. Eerlijk gezegd ligt de inwilliging bij Syrische vluchtelingen ook boven de 90%. Ik heb ook geantwoord op de vreselijke berichten over die pushbacks. Ik ben ook niet voor het meedoen aan de Maltaverklaring. Dat zijn ad-hocoplossingen. Het kabinet vindt het niet verstandig om daaraan deel te nemen. We hebben daar ook vaker over gesproken.

Hoeveel geld wordt er uitgetrokken? Ik noemde al de 10% uit de NDICI-middelen. Voor de periode 2021-2027 praat je dan over een kleine 8 miljard. Dat biedt ook ruimte om de komende jaren met derde landen die pacten, die partnerschappen, te sluiten. Daarnaast is er natuurlijk in meer beperkte mate financiering beschikbaar voor migratie uit andere financieringsinstrumenten, zoals het Asiel, Migratie en Integratiefonds en het instrument voor pre-accessiesteun.

Ik ben het eens met Van der Plas dat er natuurlijk heel veel redenen zijn waarom er irreguliere migratie plaatsvindt. Dat kan ook gaan om problemen met voedselvoorziening. Het gaat ook om armoede, conflict, terreur, klimaatverandering en bevolkingsgroei. Al die zaken zijn met elkaar verbonden. We zien het natuurlijk in het bijzonder in West-Afrika, de Sahel, de Hoorn van Afrika, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Ook de negatieve effecten van klimaatverandering kunnen de water- en voedselvoorziening verder onder druk zetten. Het is ook onderdeel van de hele BHOS-agenda van mevrouw Kaag geweest in de afgelopen jaren om daaraan te werken. Dit is ook het antwoord op de vraag van de heer Dassen.

Dat even — nou ja, "even" — over migratie. Eerlijk gezegd is het een totale standstill. Niks nieuws eigenlijk. Dat is de korte samenvatting.

De voorzitter:
Ja, u heeft daar wel veel tijd voor nodig gehad.

Minister Rutte:
Ja, omdat er heel veel vragen waren over deze standstill. We gaan hetzelfde morgen zien bij de formatie.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Zo zeg, dat is nog een interessant bijzinnetje!

De voorzitter:
Ja, vertel daar eens meer over!

De heer Jasper van Dijk (SP):
Dus dat debat is morgen eigenlijk overbodig.

Minister Rutte:
Nou nee, maar … Je kunt heel lang praten over iets waar geen voortgang in zit.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Ja, nee, precies. Standstill, niks nieuws onder de zon als het gaat om migratie. Dat kan zo zijn, maar dat is wel heel triest, want er gebeurt nogal wat aan de grenzen. En dan worden er oplossingen geboden, bijvoorbeeld die Maltaoplossing, met Europese asielcentra waardoor je gaat werken aan een eerlijke verdeling van mensen die recht hebben op asiel, en dan zegt de premier net zo snel: ja, daar zijn we geen voorstander van want dat is een ad-hocoplossing. Conclusie: ad-hocoplossingen zijn er niet en duurzame oplossingen zijn er niet, dus er is een totale standstill. Laat u alles dan maar gebeuren?

Minister Rutte:
Je moet eerst de externe dimensie op orde hebben. Dat is cruciaal. En dat is inclusief de grenscontrole. Zolang in landen als Italië de grenscontrole niet op orde is en mensen daar naar binnen komen, doorwandelen naar Nederland en zich hier melden … Ja, sorry, we hebben daar echt een heel groot probleem mee. Dat gaat uiteindelijk ook Schengen onder druk zetten. We hebben daar vaker over gesproken hier. Kun je dan nog doorgaan met Schengen? Natuurlijk willen wij niet met Schengen stoppen, maar als die aantallen te veel oplopen, gaat dat fundamentele vragen oproepen over de toekomst van de Schengenzone. Ik noem de ideeën over een mini-Schengen, die eerder geleefd hebben. De Fransen kijken daarnaar en wij kijken daarnaar. Het is nu niet aan de orde, maar als de buitengrenzen poreus zijn, kom je daar. En waar ik niet aan wil, is poreuze buitengrenzen, waarop landen die niet registreren maar daardoor wel enige migratiedruk ervaren, zeggen: dat is eigenlijk te veel; kun je helpen? Ja, sorry, we hebben er hier meer. Nederland is natuurlijk absoluut een land dat met die migratiedruk te wirtschaften heeft.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Maar met die poreuze buitengrenzen valt het volgens mij wel mee. Kijk naar Kroatië en Griekenland, waar de vluchtelingen die aankomen letterlijk met heel veel geweld worden teruggeduwd en teruggeslagen. Dat zijn echt onaanvaardbare praktijken. De premier zei terecht dat het echt in lijn moet zijn met Europese waarden; daar heb je ze weer. Dan gun je iedereen die hier aanklopt een eerlijke procedure. Dat is het minste. Wat gaat de minister-president dus zeggen, bijvoorbeeld op deze eurotop, tegen Griekenland en Kroatië, die zich evident schuldig maken aan illegale praktijken waardoor migranten geen kans krijgen op een eerlijke procedure?

Minister Rutte:
Over die pushbacks heb ik het gehad. Dat is een ernstige zaak. Maar daar is de Griekse regering zelf mee bezig. Ik zei al dat de Ombudsman, de Hoge Raad in Griekenland en de Commissie daar ook mee bezig zijn. Die zijn eerst aan zet, want zij moeten vaststellen wat er aan de hand is. Dat kunnen wij niet eigenstandig. Ik vind dat ik moet oppassen. We moeten ook wel een beetje zorgen dat iedereen rolvast blijft in zo'n vergadering. De grote stromen via de Middellandse Zee, en zeker de midden-Middellandsezeeroute, lopen natuurlijk via Italië. Dat is al jaren aan de gang. Een heel groot deel van deze illegale migranten vindt werk in de landbouwsector in Zuid-Italië en wordt daar geabsorbeerd in die gemeenschap. Maar een heel deel loopt inmiddels ook door. Een groot deel van de migranten bereikt Nederland ook. Dat zijn toch heel vaak ook arbeidsmigranten die hier eigenlijk helemaal niks te zoeken hebben. Daarom heb je echt strakke grenscontroles nodig, waarbij mensen aan de grens te horen krijgen dat ze in aanmerking komen voor asiel, omdat ze uit Syrië of uit een ander land komen waar vreselijke dingen aan de hand zijn. Of ze komen uit een land in Afrika waar het economisch heel slecht gaat. Dan moeten ze horen: sorry, dat is geen argument voor een asielaanvraag, dus u moet weer terug. Zo zou het moeten gaan. Als de druk van echte asielzoekers toch te veel oploopt, ben ik ook voor een solidair herverdelingsmechanisme. Maar dan moet je wel zeker weten dat Nederland niet, los van het herverdelingsmechanisme, twee keer gepakt wordt: én via het herverdelingsmechanisme én via wat zich hier al meldt in Ter Apel.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Dank u voorzitter. Heel kort. Ik ben het best eens met het punt dat je het natuurlijk beheersbaar en controleerbaar moet maken. Dat is het nu niet. Maar de consequentie is wel dat een vluchteling uit Syrië die nu bijvoorbeeld via Turkije naar Griekenland gaat, echt geen schijn van kans maakt op een eerlijke procedure. En als hij al op Lesbos aankomt, blijft hij daar jarenlang zitten.

Minister Rutte:
Hij moet ook niet naar Lesbos. Hij moet in Turkije blijven. Dat is de afspraak met Turkije. Hij moet helemaal niet naar Lesbos.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Ja, maar daar komt helemaal niks van terecht. Dat weet u zelf ook.

Minister Rutte:
Jawel. In Turkije gaat dat heel goed. Turkije vangt 3 miljoen Syrische vluchtelingen op. 3 miljoen! Daarvan worden 600.000 mensen opgevangen in een kamp en de rest in Zuid-Turkije, in de Zuid-Turkse gemeenschap. Daar doet Turkije verschrikkelijk veel aan. Van de 22 miljoen Syriërs zijn er 11 miljoen niet meer thuis. Daarvan bevindt een heel groot deel, 5 miljoen ongeveer, zich buiten Syrië. Maar het grootste deel daarvan zit in Turkije. Turkije doet een enorme klus. De afspraak was dat je niet meer Lesbos gaat, maar dat je in Turkije blijft en daar wordt opgevangen. Wij financieren dat mede. Dat is natuurlijk het plan-Azmani. Dat werkt daar: opvang in de regio.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Nou ja, de vraag is even hoeveel migranten die wel in Lesbos aankwamen naar Turkije zijn teruggegaan. Dat is vraag één. Vraag twee is: hoeveel vluchtelingen uit Turkije zijn uiteindelijk naar Europa gegaan? Want dat was ook nog een onderdeel van die Turkijeverklaring. Dat zijn minimale aantallen.

Minister Rutte:
De afspraak is als volgt: als je aankomt op Lesbos, dan moet Griekenland de procedures op orde hebben — dat heeft Griekenland niet — zodat je teruggaat naar Turkije. Dan halen we voor iedere persoon die teruggaat iemand uit een Turks kamp, zodat Turkije niet meer migratiedruk krijgt door het feit dat mensen terugkeren. Dat is iemand anders dan degene die de oversteek heeft gemaakt. Daarmee maak je het onaantrekkelijk om die overstap te maken. Dat is bovendien ook heel gevaarlijk, want je moet in wankelende bootjes de zee op. Turkije heeft op die manier niet meer migratiedruk dan ze toch al in hele heftige mate hebben. Dat functioneert niet, dat klopt. Maar waar het mee begint, is natuurlijk dat je als Syrische vluchteling überhaupt de zee niet op moet. Je moet gewoon in Turkije blijven, daar krijg je opvang.

De voorzitter:
We gaan naar de heer Amhaouch. Meneer Van Dijk, heel kort nog, heel kort.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Heel kort. Wat moeten we volgens onze minister-president doen met die mensen die al jarenlang vastzitten op Lesbos?

Minister Rutte:
Dat is een heel ander vraagstuk. We hebben alle hulp aangeboden. Griekenland moet die procedures afwikkelen. Wie recht heeft op verblijf in de Europese Unie kan blijven. Voor het leeuwendeel van die vluchtelingen geldt: u gaat terug naar Turkije. En Turkije neemt ze op. Althans, het zou raar zijn als het dat niet deed. Maar het ligt aan Griekenland. Dit is niet Turkije. We komen dadelijk nog op Turkije. Daar kun je een hoop kritiek op hebben, maar op zich heeft Turkije de afspraken die we gemaakt hebben netjes uitgevoerd.

De heer Amhaouch (CDA):
We spreken nu over migratie, maar voornamelijk als symptoombestrijding. Ik werd getriggerd door de minister-president toen hij de vragen van mevrouw Van der Plas beantwoordde over handel, agro en food, waarmee we landen kunnen helpen. Toen sloot hij af met deze standstill. Daarover heb ik een zorg. Ik hoop dat de minister-president die zorg weg kan nemen. Wat zijn inderdaad de plannen van Europa richting Afrika als gelijkwaardige handeldrijver en op het gebied van economische ontwikkelingen, juist om daar een gedeelte van die grondoorzaken aan te pakken en banen te creëren. Natuurlijk willen we dat graag doen met Nederlandse kennis. Ik hoop dat dat geen standstill is. Kan de minister-president dan wel wat zorgen wegnemen en wat perspectief tonen?

Minister Rutte:
Dat is het makkelijkste deel, inderdaad, want dat kan. We hebben gewoon onze ontwikkelingshulpmiddelen. Die kun je mede inzetten om al dit soort vraagstukken die u en mevrouw Van der Plas benoemen, op te lossen of in ieder geval enigszins in goede banen te leiden, zodat ze niet leiden tot migratiedruk. Dat is eerlijk gezegd politiek niet controversieel. Wat politiek controversieel is, is het vervolgens in die landen opzetten van afspraken — wat ze ook in Turkije gedaan hebben — zodat mensen uit de regio in zo'n land kunnen worden opgevangen en niet naar Europa komen. Vervolgens maak je met zo'n land — dat is eigenlijk het hart van de Azmani-deal — afspraken over mensen tijdelijk hiernaartoe halen daarna weer terug naar de opvang in de regio. Dan kun je ze hier een opleiding en een stuk werkervaring geven en haal je later anderen hiernaartoe. Op die manier blijft de migratiedruk beheersbaar. Dat is natuurlijk ook de gedachte achter de Turkijedeal, achter de afspraken tussen Turkije en de Europese Unie. Dat is alweer controversiëler, want daar moeten landen aan meewerken. Dat vraagt ook om het gecoördineerd inzetten van het hele Unie-instrumentarium. Dat gaat heel matig. Dat is met Turkije gelukt, maar eigenlijk nog nergens anders.

Het wordt veel lastiger als je dichter bij huis komt, bij onze eigen buitengrens. Terecht wordt er opgemerkt dat er heel ernstige berichten zijn over de pushbacks. Ik kan dat nu niet vaststellen. Dat moet worden uitgezocht. Maar we zien tegelijkertijd dat er ook landen zijn waar de buitengrenzen gewoon niet gehandhaafd worden en waar mensen dus kunnen doorlopen. Zolang dat zo is, blijft de zaak poreus en kun je ook niet tot solidaire herverdelingsmechanismes komen, want dat kan Nederland zijn samenleving niet aandoen. Nederland is namelijk echt een aankomstland voor heel veel mensen; zij willen hier graag naartoe. We kunnen vluchtelingen opvangen die echt op de vlucht zijn, in beperkte aantallen, want het moet allemaal beheersbaar blijven. Als je ook nog heel veel economische migranten krijgt ... Ja, weet je, we zien de overlast die Marokkanen veroorzaken die als economische migrant hiernaartoe komen. Die moeten terug naar Marokko. En dat gebeurt ook niet.

De heer Amhaouch (CDA):
Ik wil eigenlijk juist nog een stapje verder gaan. Want de premier begon weer over OS. We hebben het als commissie voor Buitenlandse Handel, met voormalig collega Weverling, juist gehad over de Afrikastrategie. We moeten ervoor zorgen dat we niet alleen OS-middelen geven aan Afrika, maar dat we ook gewoon economische handel gaan drijven en zorgen voor economische ontwikkelingen, juist om perspectief te bieden voor de jongeren die graag in die bootjes stappen. Ik zou graag willen dat de minister-president ook dat aan de orde stelt in Europa, want die 55 landen in Afrika willen niet allemaal een OS-infuus. Die willen handel drijven en perspectief bieden. Dan kunnen we misschien een aantal van die mensen daar houden, maar wel op een fatsoenlijke manier.

Minister Rutte:
In mijn wijze van zien is het grofweg een drieslag van soms klassieke ontwikkelingssamenwerking, van handel en soms ook van het brengen van stabiliteit en in militaire zin ondersteunen. Kijk naar wat de Fransen doen in Mauritanië, Tsjaad, Niger, Mali en Burkina Faso, dus in de G5 Sahel. Nederland heeft natuurlijk een bijdrage geleverd aan Mali. Misschien moeten we daar in de toekomst nog weer meer doen. Dat hoort er ook bij. Ik denk dat je op al die drie vlakken moet acteren om stabiliteit te brengen, maar daar hoort zeker ook handel bij. Minister Kaag doet dat natuurlijk ook. Het hele kabinet ondersteunt dat. Waar ik kan, ondersteun ik het. Ik ben zelf in Ghana, Côte d'Ivoire, Mali en Nigeria … We gaan overal naartoe om daar te helpen. Dat is niet alleen de klassieke OS-relatie. Dat is juist ook dit. Ik ben het daar zeer mee eens.

De heer Dassen (Volt):
Voor de grondoorzaken van migratie moeten we natuurlijk verder kijken dan het lijstje dat de minister-president net noemde. Een van de punten waar ik graag een reflectie op wil van de minister-president, zijn de belastingverdragen die wij met ontwikkelingslanden hebben. Dankzij die belastingverdragen hebben veel bedrijven de mogelijkheid om geld dat ze eigenlijk daar zouden moeten afdragen, niet af te dragen, omdat ze dat via Nederland kunnen wegsluizen.

Minister Rutte:
Daar heb ik nu niet de deskundigheid voor. Dat heb ik niet voorbereid. Het zat volgens mij ook niet in de vragen voor de eerste ronde. Ik ben alwetend, maar dit heb ik … Ik denk dat dit best een punt kan zijn, maar misschien moet dit eventjes in een debat met Vijlbrief of met Kaag.

De voorzitter:
Helder. Mevrouw Kamminga nog, en dan gaan we door.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik heb nog even een vraag. Dat komt eigenlijk door een bijzinnetje. De minister-president zei in zijn betoog: we hebben de vorige keer voortgang gemaakt met die Turkijedeal omdat we in koppeltjes gingen werken, maar ik denk dat de aantallen nu nog niet hoog genoeg zijn. Daar blijkt voor mij niet veel urgentie uit. Ik ben nieuw in dit huis, en ook op het EU-dossier, maar ik realiseer me wel dat het tempo van de EU vaak wat langzamer is dan wij in de Kamer zouden willen. Dat kan zo zijn, maar ik wil er wel voor pleiten dat de minister-president, ook al zit hij er tien jaar, niet te veel went aan dat tempo en wel kijkt wat we kunnen doen om het te versnellen. Want ik vind het wel belangrijk. We hebben ook de motie-Becker over dat crisismechanisme ingediend. Als het inderdaad zo is dat we moeten wachten tot de aantallen er zijn, dan wordt het des te belangrijker, maar ik zou ervoor willen zitten.

Minister Rutte:
Eens, maar mijn waarneming is dat dit echt wel in Nederland wordt gevoeld en tot op zekere hoogte in Denemarken en Zweden, maar daar stopt het wel. Andere landen komen pas in actie als het echt weer oploopt, merk ik. De Fransen zijn er ook wel heel gevoelig voor, eerlijk gezegd. Ik denk dat Macron heel ver is in zijn denken over mini-Schengen en oplossingen daarvoor. Daar steun ik hem ook in als het weer fout gaat. Maar de urgentie wordt echt pas gevoeld als de aantallen oplopen. Dat gaat ons niet in ons eentje lukken. Ik zou het dolgraag willen, maar daar zit het probleem. Ik heb het gezien in 2015, toen het begon met Syrië. Of nee, het begon met Noord-Afrika en daarna met de Syrische vluchtelingencrisis. Dat moet wel eerst gebeuren voordat iedereen er weer helemaal bij is.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Dan nog een vervolgvraag. Dank daarvoor. Het voorzitterschap van de Fransen is straks aanstaande. Zouden zij weer het voortouw kunnen nemen, zoals Nederland dat een aantal jaren geleden heeft gedaan met de Turkijedeal?

Minister Rutte:
Ja. Ik moet eerlijk zeggen dat ik president Macron op dit punt zeer proactief vind. Hij zit ook in mijn eigen politieke familie, dus dat kan ook helpen. Hij is buitengewoon kritisch op het functioneren van Schengen. Dat ben ik ook. Hij is ook zeer kritisch op het functioneren van de solidariteit in Europa om die buitengrenzen goed te controleren. Dat kan zeker helpen. In de eerste helft … Sorry, wanneer leven we nu? In juni. Ja, in de eerste helft van volgend jaar houdt hij het roterend voorzitterschap van de Raad. Dat zou zeker kunnen helpen. Wij zullen daar zeker samen in optrekken. Migratie is overigens een van de vele terreinen, zeg ik tegen de Kamer, waarop Frankrijk en Nederland heel intensief samenwerken.

De heer Sjoerdsma (D66):
Nog heel even over dat plan-Azmani, of beter gezegd het tweede plan-Azmani. Ik hoop dat de premier daar ook zeer enthousiast over is. Dat is namelijk het plan van Renew Europe over hoe Europa met migratie moet omgaan. Kernonderdeel van dat plan is — ik vraag de premier om daar ook over na te denken — hoe legale migratie ervoor kan zorgen dat niet iedereen op die bootjes stapt en we het een beetje onder controle houden. Als ik het dan in VVD-termen zou moeten framen, gaat het over een manier om uitgeprocedeerde asielzoekers terug te krijgen naar het land van herkomst, en om een manier om hier vacatures in moeilijke sectoren op te vullen maar dan wel in ruil voor beperkte arbeidsmigratie vanuit landen van herkomst.

Minister Rutte:
Ik heb dat anders verstaan, want ik vind het risico van arbeidsmigratie uit landen van herkomst dat je er ook de landen zelf heel erg mee raakt. Want je haalt vaak goed opgeleide mensen uit die landen hiernaartoe. Dat kan ook heel schadelijk zijn voor de economie van die landen. Ik heb het meer zo begrepen dat het Azmani 1B is en niet Azmani 2, maar we zouden de heer Azmani eens moeten uitnodigen en hem daar samen over moeten bevragen; hij zal zeker graag komen. Azmani 1B is dat hij, à la de Turkijedeal, zegt: doe nou ... Ik hoop overigens dat mevrouw Kamminga hem wel meldt dat het al een halfuur over Azmani gaat; hij zal ervan genieten. 1A is: creëer afspraken met landen over opvang in de regio. Dan sluit je eigenlijk de hele normale route van vluchtelingen af naar Europa, dus dan stuur je — dat zou je idealiter willen — iedereen die hier komt terug naar opvang in de regio. Vervolgens is het niet zo dat je hier geen migratie meer krijgt. Dan ga je uit die regio mensen hiernaartoe halen, gecontingenteerd, in beheersbare aantallen en veilig. Zij kunnen hier misschien blijven, ze kunnen hier een opleiding krijgen en teruggaan, waarna er weer anderen komen. Daar kun je van alles mee doen. Het is dan dus niet zo dat Nederland geen vluchtelingen meer opvangt, maar dan komt niemand meer ongecontroleerd de zee over. Dat is eigenlijk Azmani 1B. Maar dan praat je nog steeds over de echte vluchtelingen. Je praat niet over economische migratie, want het is natuurlijk wel heel schadelijk voor de economie van Afrika als je die op gang gaat brengen. En ook in Nederland hebben we nog 400.000 mensen in de bijstand zitten.

De heer Sjoerdsma (D66):
Dat laatste is dan wel weer harde kritiek van de premier op het plan-Azmani 1B, maar ik vraag het niet voor een spelletje Azmani ontleden hier in de plenaire zaal. Ik vraag het voor iets belangrijkers. Ik deel de urgentie van mevrouw Kamminga. Ik denk namelijk ook dat, als corona wegebt, het zomaar zou kunnen dat die mensen die niks te verliezen hebben, in vrij groten getale vanuit Noord-Afrika richting Europa zullen gaan. Daar zal je ook iets tegenover moeten zetten, iets anders dan die bootjes. Dat kan alleen maar reguliere, legale migratie zijn. Ik vraag de premier dus ook om eventjes voorbij deze termen na te denken over of dat een oplossing zou kunnen zijn.

Minister Rutte:
Ik vind dat echt niet. Ik ben echt tegen legale arbeidsmigratie. Ik zie echt niet waarom we dat moeten gaan doen als we nog zoveel mensen in Nederland buiten het arbeidsproces hebben staan. De Syrische vluchtelingen doen het redelijk goed, maar we zien dat nog heel veel vluchtelingen in Nederland niet actief deelnemen aan het arbeidsproces en ook afhankelijk zijn van een uitkering. Ik vind het dan gewoon asociaal om weer een keer te zeggen: we gaan nog eens hele extra groepen uit Afrika halen om hier functies te vervullen, die waarschijnlijk dan goed opgeleid zijn en daarmee niet kunnen bijdragen aan de opbouw van hun eigen land. Dat zou ik echt niet doen.

De heer Sjoerdsma (D66):
Voorzitter, een persoonlijk feit.

De voorzitter:
Nee, nee, we gaan door, meneer Sjoerdsma. Ik geef het woord aan mevrouw Maeijer.

Minister Rutte:
Ik zal het woord "asociaal" terugnemen. Ik bedoel niet dat Sjoerdsma asociaal is, maar het is echt niet verstandig. Het is echt niet het investeren in de relaties met die landen. Maar ik neem het woord "asociaal" dus terug.

De voorzitter:
Bij dezen. Mevrouw Maeijer, het woord is aan u.

Mevrouw Maeijer (PVV):
Dank, voorzitter. Ik had even wat moeite met dat ding hierzo.

De voorzitter:
Dat was mijn schuld.

Mevrouw Maeijer (PVV):
Ja, het gaat nu goed. Ik heb nog een vraagje. Laatst was in het nieuws dat het in de afgelopen zeven jaar 46.000 keer niet is gelukt om asielzoekers die Nederland zijn binnengekomen terug te sturen naar het land van herkomst, zoals in het kader van de Dublinregels wel is afgesproken. Dat stond in De Telegraaf. Het lijkt mij een goed voorbeeld van hoe de EU-regels niet werken. Mijn korte vraag was dus eigenlijk: hoe gaat de premier ervoor zorgen dat deze mensen alsnog worden teruggestuurd?

Minister Rutte:
Ik heb me daar nu niet op voorbereid. Deze vraag is ook niet gesteld in de eerste termijn. Dit debat gaat over de Europese Raad van donderdag en vrijdag. Daar ligt dit thema niet voor.

Mevrouw Maeijer (PVV):
Dat vind ik wel heel makkelijk, want u gaat net in op alle kanten en aspecten van het asiel- en migratiebeleid. Dit betreft de terugkeer in het kader van Dublin. 46.000 keer is dat blijkbaar niet gelukt de afgelopen zeven jaar. Ik zou toch heel graag een reactie ontvangen van de premier op de vraag hoe hij dit gaat oplossen.

Minister Rutte:
Nee, dat ga ik niet doen, voorzitter. Daar heb ik me niet op voorbereid. Daar gaat dit debat ook niet over. Dit debat gaat over de pakketbenadering bij migratie. Alle vragen die gesteld zijn, raakten daaraan. Dit gaat nu over een Nederlands probleem, dat inderdaad zeer ernstig is, maar de aantallen die genoemd worden kan ik nu niet controleren en ik heb me daar nu niet op voorbereid. Ik wil ook niet gaan freestylen in dit debat.

Voorzitter. Dan zijn er ook nog vragen gesteld over Frontex, maar misschien mag ik gezien de tijd ook verwijzen naar alle brieven die daarover gestuurd zijn. Het Europees Parlement en OLAF, het Europees bureau voor fraudebestrijding, doen onderzoek naar vermeend wangedrag binnen Frontex en de eventuele betrokkenheid van Frontex bij vermeende mensenrechtenschendingen bij EU-buitengrenzen. Ook de Europese Ombudsman onderzoekt dit. Dit in antwoord op vragen van de heer Van der Lee en de heer Van Dijk hierover. Ik doe dat een beetje kort af, maar het is ook in de brief al behandeld.

Dan kom ik op corona. Gevraagd is of we de planning gaan halen. Dat is eigenlijk het debat van donderdag over corona. Dus ik kan er nu niet meer op zeggen dan ja. De lessons learned zijn er ook allemaal in verwerkt. De CoranaCheck-app is in Nederland al maanden actief. Ik lees die antwoorden nu op, maar dit hoort echt bij het debat van donderdag over de laatste coronabrief. Misschien dat het daar verder kan worden uitgewerkt.

Het vaccineren in het buitenland heeft wel met deze Raad te maken. De heer Sjoerdsma heeft erop gewezen dat mensen zich in het buitenland bij de huisarts laten vaccineren en niet worden geregistreerd en hij heeft daarbij gevraagd hoe ervoor wordt gezorgd dat deze mensen ook kunnen reizen. Er is een uitzonderingsroute ontwikkeld waarbij buitenlandse vaccinaties zullen worden beoordeeld. Op basis daarvan kijken we op welke wijze EU-burgers, geprikt in derde landen, een DCC kunnen krijgen.

De motie van mevrouw Piri over de patenten is duidelijk. Ik zal er ook op aandringen dat de Commissie zich in WTO-verband inzet voor het bereiken van een oplossing. De motie roept het kabinet op om zich publiekelijk achter het standpunt van de Amerikaanse president Biden te sharen. Alleen, er is geen standpunt van de Amerikaanse president Biden. Hij heeft geen voorstel gedaan. Wat op tafel ligt in de WTO is een voorstel van India en Zuid-Afrika. Dat gaat overigens wel veel verder. Er ligt ook een constructief voorstel op tafel van de EU en dat wordt gesteund door de Verenigde Staten. Ik denk dat we in de geest van die motie handelen als we dat ook verder uitwerken en steeds case by case kijken wat het verstandigst is. Daarnaast is er een initiatief van de Europese Commissie voor de bevordering van de lokale productiecapaciteiten voor medicijnen en vaccins. Dat is gepresenteerd tijdens de Global Health Summit eind mei, om in samenwerking met de EU-lidstaten en de Europese Investeringsbank de productie van vaccins en medicijnen in Afrika te bevorderen, inclusief regionale productiehubs.

Dan over de vliegverboden. Het RIVM en het OMT adviseren gevraagd en ongevraagd. In het advies van afgelopen vrijdag is door het OMT gezegd dat vliegverboden op dit moment niet geadviseerd worden.

Dan over de reisbeperkingen. Lidstaten gaan over te nemen nationale maatregelen maar stemmen deze af door middel van Raadsaanbevelingen. Dat is geen dwingend recht. Het is wel de afspraak dat de lidstaten het met elkaar in de Europese Unie proberen te coördineren. Wij vinden het zeer teleurstellend dat we niet tot meer coherente afspraken hebben kunnen komen. Daarom hebben we ook bilateraal contact met buurlanden en met de belangrijkste vakantielanden om te kijken of we een aanpak kunnen kiezen. In de verordening is afgesproken dat deze een werkingsduur heeft van twaalf maanden, waarna op basis van een rapportage aan het Europees Parlement aan lidstaten kan worden verzocht om een verlenging, enkel op basis van de covidpandemie. Daarmee legt men de verlenging voor aan de lidstaten zelf. Die moeten dan in meerderheid voor die verlenging stemmen.

Tegen de heer Dassen zeg ik dat wij in natura en anderszins zeer bijdragen aan COVAX. Op de al genoemde G20 Health Summit hebben we aangekondigd dat Nederland zijn surplus aan vaccins voornamelijk inzet voor donatie aan partnerlanden. Daarmee dragen we ook bij aan de toezegging van de Europese Raad om dit jaar 100 miljoen doses vaccins te doneren. Dat zal ook mede afhankelijk zijn van het totaalaantal vaccins dat in Nederland feitelijk zal worden geleverd. Dat is natuurlijk altijd een beweging. Het is dus ook niet bekend hoeveel en wanneer Nederland kan doneren via het EU Vaccin Sharing Mechanism. Vanuit BHOS heeft Nederland inmiddels 70 miljoen bijgedragen aan COVAX.

Ik ben het ook eens met de heer Dassen dat het belangrijk is om de ontwikkelingslanden hierin te ondersteunen. Daarom is er ook 3 miljard euro vanuit Europa gedoneerd aan COVAX. We zijn daarmee de grootste donateur. Er komt nu ook zicht op levering van vaccins die niet nodig zijn in de Europese Unie. Nogmaals, dat zijn die 100 miljoen doses. Er zal nog een enorme inhaalslag moeten plaatsvinden. Het per boot tussen Marokko en Spanje reizen is alleen mogelijk voor mensen uit Spanje of mensen die daar woonachtig zijn, zeg ik tegen de heer Kuzu. Er zijn veel opties via lucht of zee om naar Marokko te reizen. Sinds 15 juni zijn er weer vluchten mogelijk tussen Marokko en Nederland en vele andere Europese landen. De bootverbindingen worden weer geopend; ik noem de havens van Sète, Marseille en Genua. Uiteraard is het dan aan de landen zelf om te bepalen welke maatregelen zij nemen om covidrisico's te beperken.

Of het pandemieverdrag er komt, is nog niet zeker. Niet alle landen zien de noodzaak van zo'n internationaal bindend instrument. In mei is besloten tot die speciale zitting van de World Health Assembly. Die zitting komt in november om hierover te besluiten. Voor Nederland geldt dat wij hier positief naar kijken vanwege het vergroten van de navolging van de lidstaten met internationale gezondheidsregelingen, het vergroten van de accountability en het versterken van een brede benadering. Maar het is nog verre van zeker of dit gaat lukken.

Ten aanzien van die al genoemde reisadviezen geldt dat het natuurlijk mooi nieuws is dat reisrestricties afgeschaald kunnen worden. Epidemiologisch gaat het ook een stuk beter. We doen wat verantwoord kan. Op dit moment is de kleurcode van een heel aantal Europese landen geel en van een aantal zelfs groen. Nederlanders kunnen op vakantie naar de landen met een geel of groen reisadvies.

Waarom heb ik niet en anderen wel de quarantaineverplichting? Er zijn uitzonderingen op de quarantaineverplichtingen, onder andere voor een aantal zeer uiteenlopende beroepsgroepen, waaronder journalisten, topsporters en mensen werkzaam in personenvervoer en de energiesector. Dat geldt alleen wanneer zij in uitoefening van hun functie reizen of van en naar hun werkzaamheden reizen. Noodzakelijke dienstreizen van leden van de regering en/of rechterlijke ambtenaren of personen die zijn uitgenodigd door de Nederlandse overheid vallen onder die uitzonderingscategorieën. Daarbij is het wel zo dat ik niet de stad inga als ik naar Brussel ga voor de Europese Raad. Ik ga naar het Raadsgebouw, naar het hotel, naar het Raadsgebouw en terug naar huis. En intussen ga ik ook naar de PV.

Tot slot ga ik nog weer even terug naar COVAX. Ik heb de vraag van de heer Kuzu daarover eigenlijk al beantwoord bij de eerdere vragen.

Dat waren de heel uiteenlopende vragen over corona, voorzitter.

De voorzitter:
Heel goed, het blokje corona. Mevrouw Piri.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ik denk dat de strekking van de motie van de Kamer heel duidelijk is. De motie roept op tot inzet voor het tijdelijk opschorten van de patenten op de coronavaccins. Daarom zou ik graag willen vragen of we in ieder geval de uitwerking van wat de premier net zei, namelijk "we gaan kijken hoe we daarnaartoe werken", in een brief van het kabinet zouden mogen ontvangen.

Minister Rutte:
Ja, kijk, die motie is net aangenomen, dus het kabinet moet er natuurlijk nog naar kijken. Het enige is dat ik meende dat vrij stevig werd gezegd: er is een Amerikaans voorstel. Dat is er in onze wijze van zien niet. Maar de strekking van de motie is duidelijk. Dat betekent dat wij ook aandringen bij Commissie en WTO op het bereiken van een oplossing in de onderhandelingen over patenten. Maar ik vraag ook even ambtelijk of er in een volgende voortgangsbrief nader op de motie kan worden ingegaan. Misschien is dat het meest praktisch.

De heer Kuzu (DENK):
De minister-president ging er in sneltreinvaart aan voorbij. Ik had inderdaad de vraag gesteld over de gesloten grenzen tussen Spanje en Marokko. Dat heeft niks te maken met covid. Marokko heeft het inreisverbod ingetrokken. Het gaat om een diplomatiek conflict. Ik heb de minister-president gevraagd: is het nou mogelijk om tijdens de Europese top te faciliteren dat er de-escalerend gewerkt gaat worden tussen die twee landen, waardoor die reisbeweging voor met name Marokkaanse Nederlanders makkelijker gemaakt gaat worden?

Minister Rutte:
Ik moet een beetje oppassen waar ik allemaal ga de-escaleren. Ik heb mijn handen vol aan de formatie hier. Ik heb gisteren in mijn contacten met Zaev van Macedonië al geprobeerd te helpen in zijn conflict met Bulgarije over het openen van de IGC, waarbij Macedonië en Albanië om begrijpelijke redenen gekoppeld zitten. Ik moet dus wel een beetje mijn keuzes maken waar ik dat doe. Als ik overal loop te bemiddelen, gaat de heer Kuzu mopperen dat de formatie nog langer duurt.

De heer Kuzu (DENK):
Dat zal mijn collega Azarkan morgen doen, voorzitter! Ik stel de minister-president gerust, maar ik denk dat hij dit best wat hoger op zijn prioriteitenlijstje mag zetten omdat hij hier heel veel mensen, woonachtig in dit land, met een Marokkaanse achtergrond en met de Nederlandse nationaliteit, heel blij mee zal maken.

Minister Rutte:
Dat snap ik, maar ik moet ook keuzes maken. Ik denk dat ik deze nu niet zo hoog zet als de heer Kuzu. Ik vind het belangrijk en ik snap het, maar je kunt maar zoveel doen en de Nederlandse invloed hier is beperkt, ook vanwege de specifieke situatie tussen Nederland en Marokko, maar ook de positie Spanje-Marokko. Ik denk dus niet dat wij hier nu de eerstaangewezene zijn om heel zegenrijk werk te doen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Dank aan de premier voor alle antwoorden. Ik heb toch nog één vraag. We maken ons zorgen over de deltavariant, maar stel dat er een ypsilonvariant komt die met de bestaande vaccins niet goed kan worden bestreden. Is de Europese Unie nu in staat om sneller en beter te handelen dan bij de start van de pandemie?

Minister Rutte:
Dit is eigenlijk de kernvraag die wij vanmiddag in het eigen team bespraken voor de top van donderdag en vrijdag, waar wordt gesproken over de lessen die je kunt trekken uit de pandemie tot nu toe. Dat is natuurlijk een veelvoud van zaken, van dat er geen mondkapjes meer geblokkeerd staan bij de Frans-Belgische grens tot en met hoe je Europese reisverboden coördineert. Maar het is heel fundamenteel en het heeft niets te maken met een bevoegdhedenoverdracht aan Europa. Het is gewoon, als lidstaten met de Commissie samen, praktisch werk. We failed tot op zekere hoogte in de eerste golf, maart/april. Het is later veel beter gegaan. Ik durf hier niet hard ja te zeggen op de vraag of we het nu voor elkaar hebben. Het is wel wat ik wil bespreken met de collega's op donderdag en vrijdag: hoe kunnen we nu lessen trekken uit de pandemie tot nu toe, mocht er een variant komen die door het vaccin heen breekt? We hopen dat dat niet gebeurt; de deltavariant lijkt er niet doorheen te breken. Maar stel dat er een variant is die dat wel doet, dan moet je klaarstaan. Er kan ook een nieuwe pandemie ontstaan.

Voorzitter. Dan kom ik bij de herstelplannen. Eens even kijken. Misschien is het goed om in de richting van mevrouw Maeijer, maar ook de heer Bisschop, te zeggen dat het Herstelfonds twee componenten heeft, investeren én hervormen. Het geeft dus een belangrijke impuls aan herstel, maar is vooral ook een instrument voor die structurele economische hervormingen. Absorptievermogen van landen is hier heel belangrijk, want er gaat soms best veel geld heen. Dat is ook een van de criteria waarnaar de Commissie kijkt.

Daarbij is het voor het kabinet heel belangrijk dat we niet alleen het geld besteden op een manier die doelmatig is, maar vooral ook dat het geld alleen komt als het land de noodzakelijke hervormingen doorvoert. Het moet vooral bereiken dat de bestaande scheefgroei tussen Noord- en Zuid-Europa, die toch van een bepaalde omvang is, als je niet oppast van déze omvang wordt. Dan breekt de Unie. Je moet zien te bereiken dat die afneemt. Dat bereik je door eenmalig zo'n fonds, en dus geen eurobonds want alle landen staan nationaal garant voor hun taartpunt. Het is eenmalig — alle argumenten waarom het geen eurobonds zijn — maar het is wel heftig. Je trekt één keer de zaak recht. In ruil daarvoor moeten Zuid-Europese landen hervormen, ook wij trouwens; alle Europese landen die geld krijgen. Maar het gaat natuurlijk in grote mate naar Spanje, naar Griekenland, Portugal, Italië en Frankrijk. Ze moeten hervormen zodat die landen de volgende keer, als er weer een crisis is, beter in staat zijn om om te gaan met zo'n crisis. Die combinatie dus. Het is niet vergelijkbaar met wat Nederland nu doet met de herstelpakketten. Dit is allemaal geld dat echt pas op langere termijn de economieën in gaat, ook nog getrancheerd. In die zin ben ik niet bang dat het leidt tot een soort oververhitting. Zo verstond ik de heer Bisschop: dat de economie al goed gaat draaien en er dan nog veel meer geld beschikbaar komt. Het adresseert structurele vraagstukken in de economieën. Daarom staat de mainstreaming ook op groen; de mainstreaming op ICT, op moderne technologie, maar ook de voorwaarden van hervormingen.

Is Nederland niet te laat met het indienen? Daar vroegen de heer Segers en de heer Dassen naar. Nee. Wij kunnen dat namelijk ook nog volgend jaar doen. In die zin hebben we die 6 miljard gewoon op de plank liggen, dus die is niet verloren. Daar staan echt ook hervormingen tegenover. Wij denken dat de hervormingen van het huidige kabinet prima zijn. Ik vond het een heel goed kabinet. Ik vind het een heel goed kabinet. Maar als je gaat kijken wat er precies in de landenspecifieke aanbevelingen staat, moet er denk ik meer gebeuren om echt toegang tot de volle 6 miljard te krijgen. We hebben zo'n grote broek aangetrokken bij andere landen dat het wel heel pijnlijk zou zijn als wij met een matig plan komen. Maar het geld ligt er. Het is niet weg. Wij gaan het ophalen. Het is wat ons betreft inderdaad eenmalig. De heer Eppink vroeg daarnaar.

Over de herstelplannen van Duitsland en Griekenland zal het kabinet de Kamer schriftelijk informeren in aanloop naar de komende Ecofin-Raad, want we willen natuurlijk heel precies kijken wat er in de CID staat. Dat zijn de landenanalyses die nu gemaakt worden door de Commissie.

En marge van de Europese Raad zal ook een eurozonetop plaatsvinden, zeg ik tegen de heer Amhaouch. Daar wordt ook stilgestaan bij de economische ontwikkelingen. Dan gaat het om het belang van het ondersteunen van economisch herstel én het belang van het toewerken naar gezonde overheidsfinanciën. We zullen daar zeker aandacht voor vragen. Ik heb binnenkort met de meest betrokken kabinetscollega's overleg over hoe wij in Europa de discussie over het Stabiliteits- en Groeipact weer nieuw leven inblazen.

Mevrouw Kamminga vroeg naar het krachtenveld met betrekking tot schuldafbouw. Ik deel zeer de zorgen over lopende schulden en tekorten. Wij volgen de ontwikkelingen zeer precies. Op dit moment kun je niet vragen aan Frankrijk of Italië om groot te gaan bezuinigen. Het is nu echt van belang dat ze de crisis beheersen en weer gaan groeien, en dus ook hervormen, zodat ze op langere termijn op een hoger economisch groeipad komen dat uiteindelijk de schulden relatief ten opzichte van de totale economie doet verminderen. Dat is ook onderwerp van gesprek tijdens de eurogroep en de Ecofin-Raad. Maar er is inderdaad reden voor zorg. Je moet je voorstellen dat als Frankrijk nu op 120% zit en de rente 1% stijgt, Frankrijk 1,2% economische groei moet hebben om überhaupt die hogere rente te kunnen financieren. Het zijn ongelofelijke molenstenen die om de nek hangen. Dat moeten we echt niet onderschatten.

Dan het feit dat Von der Leyen Europa doorreist. Ja, ze doet haar werk.

Hoe staat het met de controle van de Europese Rekenkamer op de toezichttaken van de ECB, vroeg de heer Dassen. Dat is belangrijk. Die is aanwezig, bijvoorbeeld door het werk van de Europese Rekenkamer. De ECB en de Europese Rekenkamer hebben in oktober 2019 een overeenkomst gesloten. Wopke Hoekstra, de minister van Financiën, zet zich in Europees verband in voor verdere stappen, zoals het verbeteren van de informatiepositie van de Europese Rekenkamer ten opzichte van het werk van de ECB.

Tot slot op dit punt de vraag, ook van het CDA, of het kabinet de economische coördinatie kan versterken. Er is inderdaad ruimte voor verbetering, zeker als het de Noord-Europese spelers betreft, waar hij in het bijzonder aan refereerde. Ik denk dat de coördinatie in Den Haag op internationaal en Europees economisch gebied goed verloopt. Wij zijn een van de landen waarvan men in Brussel zegt dat wij snel posities hebben en het ook eens zijn. Het is ontzettend belangrijk dat Nederland in al die Europese discussies een mening heeft en daardoor ook de richting kan beïnvloeden. Dat vereist dat we het hier aan de achterkant goed coördineren. Ik denk dat we daar een slim systeem voor hebben, bijvoorbeeld in de cyclus van het Europees semester, het jaarlijks terugkerende proces van Europese economische beleidscoördinatie, maar bijvoorbeeld ook waar het gaat om een breed gedragen Nederlandse inzet voor het Europese industriebeleid en de kansen op digitaal beleid. Dan trekken we heel erg op met de Noord-Europese lidstaten, met de Baltische lidstaten en de Scandinavische lidstaten, maar natuurlijk ook met Duitsland. We hebben natuurlijk een uitstekende relatie met de Benelux en met Frankrijk. Je zag dat recentelijk nog waar het gaat om gezamenlijke ideeën over de versterking van de interne markt, het Europees industriebeleid en het versterken van het Europees concurrentievermogen. Voor dit soort onderwerpen kijken wij eigenlijk steeds als een van de eersten naar de nordics, dus de Baltische landen en de Scandinavische landen, maar ook Duitsland. Ook de Benelux en Frankrijk zijn in heel veel gevallen partners waar we intensief mee samenwerken.

Voorzitter. Dat waren de vragen over de economie.

De heer Amhaouch (CDA):
Dank voor de beantwoording door de minister-president. Ik probeer ook te kijken naar post corona en het momentum te gebruiken. We hebben heel veel discussie gehad, ook al voor corona. Dan ging het over wat voor geneesmiddelen of medicijnen we in Europa willen maken. Corona heeft laten zien dat we heel afhankelijk zijn. Ik kom terug op Breton, die hier is geweest. Dat is de Eurocommissaris voor technologie. Hij is onder andere in de Brainportregio geweest. Hij zegt: Duitsland, Frankrijk en Nederland kunnen daar, ook in het kader van het chiptekort, een belangrijke rol spelen. Nu is mijn vraag aan de minister-president: worden we daar een beetje eager van als de Eurocommissaris hier is? Is het dan inderdaad zo dat we met onze Duitse, Franse of Scandinavische vrienden de koppen bij elkaar steken en het momentum gebruiken, voordat we dadelijk weer allemaal op vakantie gaan en lekker achterover zakken? Dan is de pandemie voorbij en komt er niks van de grond.

Minister Rutte:
Op chiptechnologie zijn er maar twee landen in Europa die iets voorstellen, namelijk België en Nederland en geen enkel ander land. Denk ook aan het IPCEI, die belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang. Het tweede punt gaat daar ook over. We zitten er dus echt bovenop. Vandaag hebben we met de Belgische collega uitvoerig gesproken over hoe we de samenwerking tussen Brainport Eindhoven, Leuven en Imac — nee, geen Imac, maar Imec — kunnen versterken. Dat is van groot belang. Dat gebeurt ook al. De bedrijven werken heel intensief samen. Dat is ook van belang voor de relatie met de Verenigde Staten. Daar liggen dus enorme kansen. Daar ben ik het zeer mee eens.

De heer Bisschop (SGP):
Ik wil even terug naar het begin van het betoog van de premier. Dat ging over Noord en Zuid en de verschillen in ontwikkeling en welvaart. Er werd geschetst hoe het Herstelfonds zou moeten bijdragen aan meer convergentie: als we dit niet doen, gaat het niet goed. Alleen, volgens mij is de EU-politiek en ook de politiek van haar voorgangers, al decennialang gericht geweest op convergentie. En wat hebben we gezien? Een groeiende divergentie.

Minister Rutte:
Ja, klopt.

De heer Bisschop (SGP):
Betrek daarbij zeker ook de torenhoge schulden die sommige zuidelijke lidstaten om de nek hebben hangen, terecht. Denk ook aan het vooruitzicht op de situatie waarin de rente wat gaat doen. Waarom zouden we er nu op kunnen vertrouwen dat dit maatregelenpakket wél tot convergentie gaat leiden in plaats van opnieuw tot divergentie als dit tijdelijke programma afgelopen is? Het gevolg is dat je dan dus een nieuw herstelprogramma moet hebben. Dan zit je in een blijvende structuur, waar we geen van allen naartoe willen. Mijn zorgen zijn dus niet weggenomen.

Minister Rutte:
Nee, dat snap ik. Ik ga die ook niet allemaal wegnemen; dat zal niet lukken. Maar ik ben iets hoopvoller geworden en dat zit 'm in het volgende. Wat bepaalt uiteindelijk of een land groeit? Wat bepaalt of een westerse, democratische economie, een liberale markteconomie, uiteindelijk groeit boven het gemiddelde? De vraag is iedere keer: heeft dat land zijn arbeidsmarkt, zijn pensioenstelsel, zijn woningmarkt en zijn gezondheidszorg — dat zijn een aantal fundamentele arrangementen — op orde? Een land als Italië groeit al jaren beneden niveau. Dat groeit gemiddeld tot minder dan 1% per jaar, al 30 jaar. Italië loopt heel erg achter op de rest van Europa. Frankrijk heeft ook een te lage groei ten opzichte van de rest van Europa. Duitsland heeft de laatste hervormingen doorgevoerd onder Schröder. Hartz IV loopt ook risico langzamerhand, maar Duitsland heeft natuurlijk een ongelofelijk sterke maakindustrie, waardoor dat het heel lang heeft kunnen redden. Nederland heeft, gedwongen door de crisis van 2010, 2011 en 2012, vergaande hervormingen doorgevoerd en overheidsfinanciën op orde gebracht. Je ziet nu — dat is in combinatie met de herstelpakketten, met dank aan Eric Wiebes, Wopke Hoekstra en Wouter Koolmees — dat Nederland potentieel misschien wel het beste van heel Europa uit de crisis komt. Dat is een combinatie van hoe we die herstelpakketten vormgegeven hebben … Wat is de onderliggende kracht van al die arrangementen? Heb je op tijd de noodzakelijke hervormingen doorgevoerd?

Wat was ons punt vorig jaar in de discussie over het noodfonds? We snappen dat je in een crisis niet kunt bezuinigen. Dat gaat niet. We snappen ook dat er een moment kan zijn waarop je solidair moet zijn en moet zeggen: we zijn bereid eenmalig te helpen. Maar dan maak je eerst de analyse waarom we moeten helpen. Dat is omdat in een aantal andere landen hervormingen zijn achtergebleven. Dat is gewoon een feitelijke constatering. Toen hebben wij als Nederland gezegd: "Laten we het volgende doen. We gaan akkoord met zo'n eenmalig fonds, maar dan willen we dat de Europese Commissie als voorwaarde voor het verstrekken van geld stelt dat door die landen de belangrijkste specifieke aanbevelingen uit het semester — ik doel op die CSR's, die ieder jaar gemaakt worden — worden uitgevoerd."

Dan weet je namelijk dat Italië in ruil voor geld met een plan moet komen voor pensioenen, voor de duizenden beroepen waar u en ik niet in terechtkunnen omdat die niet toegankelijk zijn, voor het werken van het juridische stelsel — zaken lopen daar jaren achter — en voor de hele wijze waarop de geldmarkt in Italië in elkaar zit. In Frankrijk gaat het natuurlijk vooral om het pensioenstelsel, maar ook om de arbeidsmarkt. Denk ook aan Spanje. Vandaar ook de noodrem die erin zit. Als het er niet in zit, kan Nederland of een ander land zeggen: sorry, wij zijn tegen deze getrancheerde uitbetaling, want het is niet gebeurd. Dat is het idee. Ik denk dat dat kan werken. Ik heb wel met de Commissie besproken dat we moeten oppassen dat we niet allerlei caveats hebben en zeggen: ja, maar de economische groei viel een beetje tegen, dus we hebben toch maar ... Nee, sorry, wel eerst echt leveren op deze punten. Ik moet zeggen dat de Commissie tot nu toe — dat is wat ik ervan zie; ik heb nog niet al die plannen in detail kunnen bestuderen — daar bovenop lijkt te zitten en niet met crap genoegen lijkt te nemen. Dus dat geeft hoop. Het geeft hoop, maar de zekerheid hebben we pas later.

De heer Bisschop (SGP):
Die zekerheid hebben we als we gezien hebben dat het heeft gewerkt.

Minister Rutte:
Ja, eens.

De heer Bisschop (SGP):
Dat is helder. Ik benijd de premier bijna in zijn optimisme, maar ik vraag me af of hij niet te optimistisch is. Er wordt natuurlijk al decennia geprobeerd om bijvoorbeeld in Frankrijk het pensioenstelsel te hervormen. Dat is altijd stukgelopen. Welke garantie zou je dan hebben dat het nu wel doorgaat? Als de consequentie dan is dat de volgende tranche niet beschikbaar wordt gesteld, dan moet ik dat nog zien, bij een grote speler als Frankrijk binnen de EU.

Minister Rutte:
De landenspecifieke aanbevelingen waren aanbevelingen. Die konden niet worden afgedwongen. In het Stabiliteits- en Groeipact zaten afdwingbare elementen op het gebied van die 3%, de 60%, het tekort en de staatsschuld. Maar sinds de deal van Deauville uit oktober 2010 was dat afgezwakt. We hebben gezien dat Juncker op een gegeven moment zei: Frankrijk en Duitsland zijn te groot om zich gedwongen te houden aan het Stabiliteits- en Groeipact. Ja, toen was het echt wel helemaal stuk.

Nu heb je iets anders. Je hebt nu een fonds met geld — het gaat om heel veel geld — waarvan de Commissie zegt: je krijgt het alleen als je ons laat zien hoe je die hervormingen uitvoert. Dat is gewoon met het water naar de dokter gaan. Doorpraten, doorpraten. We hebben gezien dat plannen zijn teruggestuurd, nog een keer en nog een keer. Dat ziet er eerlijk gezegd ... Als je zo door je oogharen ernaar kijkt en de eerste berichten hoort van wat ze in Portugal aan het doen zijn en wat er bij Griekenland in dat plan zit, dan zeggen wij: nou, poeh, dat lijkt best weleens de goeie kant op te kunnen gaan. Wat je dan bereikt is dat wij akkoord gaan met eenmalig geld — dat vind ik ook best verdedigbaar gezien de ernst van de crisis — maar dan wel in ruil voor de afspraak: we doen het ook echt één keer, want jullie gaan hervormen zodat je het de volgende keer zelf kunt doen. Nederland is nu in staat om massief te investeren in de economie, omdat wij die reserves hadden, de appel voor de dorst. Sommigen in deze Kamer hadden die al een paar jaar geleden helemaal willen opeten. Gelukkig hebben we dat niet gedaan. Die appel voor de dorst lag er en die hebben we nu voor een deel besteed in deze crisis. Je gunt dat al die landen eigenlijk. Alleen konden we in die crisis niet zeggen ... De kritiek op Nederland vorig jaar was natuurlijk dat men dacht dat we zeiden: je krijgt niks en je zoekt het maar uit. Dat hebben we nooit gezegd. We hebben alleen gezegd: als we gaan helpen, dan willen we ook dat je laat zien dat je hervormt. Of het gebeurt? Nederland heeft die noodrem. Niet alleen wij, maar iedereen. Daar kun je aan trekken. Ik hoop dat het niet nodig is. Het is natuurlijk ook een beetje een armoedig instrument, maar als het nodig is, doen we het. Hopelijk is het niet nodig.

Voorzitter, dan kom ik bij Turkije. De Europese Raad van maart heeft gesproken over het belang van de rechtsstaat en de mensenrechten en de zorgen daarover. Die vind je ook terug in de verklaring van de Europese Raad van maart. Dat zeg ik tegen mevrouw Piri, die zegt: het lijkt nu niet ... Ik heb de conceptconclusies zelf nog niet gezien, maar die lekken altijd uit, dus ik neem aan dat u ze allemaal allang gezien hebt. Wat willen we bereiken? Even over die toetredingsonderhandelingen. Die zijn dood, alleen niet morsdood. Ze zijn dood in die zin dat ze stilliggen. Ze zijn niet morsdood in die zin dat ze ook helemaal gestopt zijn. De kist van de toetredingsonderhandelingen staat boven de grond, maar er gebeurt niks. Er worden geen hoofdstukken geopend. Nederland is ook niet meer voor die toetredingsonderhandelingen, maar het vraagt unanimiteit om ze te stoppen. Wel heel belangrijk is die relatie met Turkije. Waarom? Het is een groot land aan de oostflank van Europa, dat lid van de NAVO is. We moeten als Nederland natuurlijk kritisch zijn op de mensenrechten en alle zaken die daar spelen in de relatie met Cyprus, met Griekenland en bij de situatie in de oostelijke Middellandse Zee. Maar tegelijkertijd moeten we de lijnen met Turkije openhouden. Ik heb samen met Sigrid Kaag en Ank Bijleveld een heel stevig gesprek gehad met Erdogan. We hebben tijdens de NAVO-top een halfuurtje zitten praten. We hebben de hele bak met ellende uitgereden, van mensenrechten en alle andere zaken die niet goed zitten. Hij heeft zijn bak met ellende uitgereden. Negentien Kamerfracties hier die alleen maar anti-Turkijemoties aannemen. Ik heb hem uitgelegd: dat is een democratie. En toch was dat goed. Het was toch een goed gesprek, omdat we voor het eerst in een heel lange tijd uitermate open gesproken hebben. We hebben gezegd: "We gaan hiermee door. We zullen elkaar nooit ... We zullen elkaar altijd eerlijk tegemoet treden. We zullen alles zeggen over wat we van elkaar vinden, maar we zullen de relatie wel proberen open te houden." Wij kunnen dat niet alleen aan Duitsland overlaten. Daar moet ook Nederland een rol in spelen. Er zijn te veel lidstaten die zeggen: laat Turkije maar helemaal zitten. Dat kunnen we ons ook voor de stabiliteit in de regio niet veroorloven. Het is dus moeizaam en het is een lastige partner, maar we kunnen het ons ook niet veroorloven om te zeggen: laat maar helemaal zitten. Maar ik kan u verzekeren dat alle Kamermoties daar zijn geadresseerd.

Wat moet er nu gebeuren? We moeten kijken hoe het loopt op deze Europese Raad en de komende raden. De douane-unie is er al sinds de jaren zestig, maar daar we willen aan beide kanten wat aan moderniseren. Misschien kunnen we daar hele kleine stappen in zetten. Ik weet echt niet of het gaat lukken. Het zijn incrementele, kleine stapjes. Dan gaat het over het herstarten van high-level dialoog, mens-tot-menscontacten, verkennende gesprekken over een eventuele verdere modernisering van die douane-unie. Dat moet allemaal omkeerbaar zijn. Dus als de situatie verslechtert, dan stoppen we weer. Dat betekent dat sancties ook altijd weer een optie zijn. Je hebt dus het positieve spoor en het negatieve spoor, zoals beschreven in de Raadsconclusies van, ik dacht, vorig jaar oktober of september, toen we daar heel lang over gesproken hadden. Dat betekent dat de gesprekken over mensenrechten en rechtsstaat hand in hand moeten gaan met de verdere ontwikkeling van het positieve spoor. Dat is EU-Turkije. Daarnaast hebben we natuurlijk de relatie die ik net schetste, Nederland-Turkije, waarin we uitermate open praten. Dat over dat positieve spoor. Nogmaals, kleine, incrementele stappen.

De vraag van mevrouw Maeijer was: hoeveel geld gaat er dan naartoe? Op verzoek van de Europese Raad werden in oktober 2018 de IPA-middelen voor Turkije al gekort en vond er een herverdeling plaats naar het maatschappelijk middenveld. Dus dat is allemaal aan de gang. Ook onder het nieuwe MFK is bepaald dat voor het instrument voor pre-accessie, dus IPA, geld beschikbaar komt voor potentiële kandidaat-lidstaten, niet per land gereserveerd, wel per thema. Ik kan dus ook niet precies zeggen hoeveel geld er nog naar Turkije zal gaan, maar alles is erop gericht om het zo veel mogelijk te kanaliseren naar het maatschappelijk middenveld.

De overige vragen heb ik al beantwoord toen we over migratie spraken.

De heer Amhaouch van het CDA over de douane-unie heb ik ook beantwoord, denk ik.

Dan de financiering van FRiT; dat is de Facility for Refugees in Turkey. Ik denk dat het noodzakelijk is dat we ook daar weer een volgende tranche voor beschikbaar stellen. Het is van belang dat we spoedig aan Turkije duidelijkheid bieden daarover. Ze leveren, nogmaals, een enorme inspanning. Er zijn vier miljoen Syrische vluchtelingen in Turkije. Maar wij vinden wel dat het uit het EU-budget moet komen. Er zit echt nog wel even wat geld in de plooien. Dat speelt niet op deze Europese Raad, vermoedelijk. Het staat nu wel tussen haken, dacht ik, in de conclusies, maar ik denk niet dat het iets is waar je nu op het niveau van de regeringsleiders uit gaat komen.

Ik heb, zeg ik de heer Van Dijk, kennisgenomen van de aanslag op HDP-partijkantoor op Izmir, waarbij een partijlid overleed. Ik denk dat we het allemaal met elkaar eens zijn dat dit een verschrikkelijke gebeurtenis is. Voor zover we weten, is de aanslagpleger niet gelieerd aan een bepaalde groepering. We kunnen nu dus geen definitieve uitspraken doen. De zaak wordt onderzocht. De president van Turkije heeft de aanslag inmiddels ook veroordeeld. Los daarvan, de zorgen over mensenrechten en de rechtsstaat in Turkije blijven onverminderd groot. Nogmaals, dat is ook aangekaart in het gesprek vorige week met Erdogan, ook in EU-verband. Conform de motie-Karabulut heeft Nederland zowel voor als achter de schermen zorgen geuit over de druk op gekozen volksvertegenwoordigers. We hebben ons aangesloten bij het statement van Borrell en commissaris Várhelyi en het ook opgebracht in de Raad Buitenlandse Zaken. We hebben de zorgen ook in de context van de VN-Mensenrechtenraad aan de orde gesteld. Dat over Turkije.

De voorzitter:
Was dat ook uw laatste blokje?

Minister Rutte:
Nee, ik heb dan nog Rusland, Belarus en nog een paar overige. Maar we zijn een eind.

De heer Segers (ChristenUnie):
Ik snap dat je zoekt naar goede banden in de zin van goed nabuurschap. We zijn buren van elkaar. Als het gaat over fatsoenlijke humane opvang van vluchtelingen, dan hebben we op allerlei manieren met elkaar te maken. Dat je in die dialoog alles ter sprake brengt over en weer, snap ik ook. Maar zolang het in de context staat van een mogelijke toetreding tot de Europese Unie zit er groot ongemak. Dan kan de minister-president het heel beeldend beschrijven — de kist staat al klaar, maar het is nog net niet allemaal onder de grond — maar zolang het in die context staat, zit er ongemak van: waar praten we precies over? Is het niet heilzaam om daar een keer een punt achter te zetten en te zeggen: nu streven we naar een volwassen relatie waar we elkaar op gelijkwaardig niveau aanspreken op mensenrechten, over en weer, en wat er ook maar te zeggen valt? Moet die bladzij niet een keer worden omgeslagen?

Minister Rutte:
Ik ben het daar helemaal mee eens. Alleen, het kan niet, want het vraagt unanimiteit. Die is er niet. Omdat er geen nieuwe hoofdstukken worden geopend, is het feitelijk wat de heer Segers beschrijft. Feitelijk is het ook zo dat iedereen nu zoekt naar de dialoog over die relatie vanuit het positieve en negatieve spoor. Daarbij zeggen we: als er weer dingen misgaan in de oostelijke Middellandse Zee, met Cyprus of met de mensenrechten, dan roetsjen we weer naar beneden. In de oostelijke Middellandse Zee is het wat rustiger. De relatie met Griekenland is wat meer gekalmeerd. Er zijn nog steeds grote zorgen over Cyprus. Er zijn uiteraard nog steeds grote zorgen over mensenrechten. Als die zorgen wat afnemen, dan kunnen we weer wat meer doen in het positieve spoor. Feitelijk doen we wat de heer Segers zegt, maar het formeel beëindigen van de toetredingsonderhandelingen vraagt unanimiteit. Die is er niet.

De heer Segers (ChristenUnie):
Er staat dat wij de contacten met Turkije intensiveren. Tegelijkertijd zijn er die grote zorgen over mensenrechten, zien we dat ambtenaren massaal zijn ontslagen, dat journalisten achter de tralies zitten, dat er op allerlei plekken buiten Turkije Turkse inmenging is waar we grote zorgen over hebben. Dan is toch de vraag in welk kader dat staat en met welk doel. Ik sprak over Europa als waardegemeenschap. De minister-president sprak daar zelf over. Houden we dan onze waarden hoog, ook in relatie tot Turkije?

Minister Rutte:
Zeker. Dat staat dus ook niet in het kader van de toetredingsonderhandelingen. Dit is allemaal in het kader van de relatie Europese Unie-Turkije. Daarom is er ook dat positieve en negatieve spoor. De situatie in Cyprus, Griekenland, de oostelijke Middellandse Zee, de mensenrechten: al die zaken zijn belangrijk. Tegelijkertijd ben ik een van degenen in de Europese Raad die, samen met de Duitsers en anderen, pleit om de dialoog wél open te houden. Het is een te belangrijk land met bijna 100 miljoen mensen — oostflank, NATO-lid — om te zeggen: de groeten. Niet dat de heer Segers daarvoor pleit, maar je zou kunnen zeggen: het is zo ernstig; we stoppen ermee. Dat kunnen we ons niet veroorloven. Net zoals Rusland ook niet weggaat als we er geen contact meer mee hebben. Dat blijft er ook liggen. Ik kom daar zo over te spreken. Het is natuurlijk anders dan Rusland, gelukkig. Ik wil Turkije en Rusland niet op één hoop gooien, helemaal niet. In Turkije spelen hele andere zaken, maar het is wel belangrijk dat we met deze grote partners en met Turkije als NAVO-lid de dialoog blijven zoeken, maar wel vanuit die volwassen relatie.

Op dit moment gebeurt er natuurlijk weinig. Buiten economische samenwerking en handelscontacten — Nederland is de grootste investeerder in Turkije — gebeurt er nu weinig bilateraal en tussen de Europese Unie en Turkije. Je kunt nu misschien kijken of je in de douane-unie wat stapjes kunt zetten, maar dat zal heel voorzichtig zijn. Die gesprekken zullen dan ook weer gebruikt worden om door te praten over de mensenrechten. Stel dat de spanningen weer oplopen in de oostelijke Middellandse Zee. Mijn collega van Griekenland zit daar natuurlijk bovenop. Die heb ik vorige week maandag nog even gesproken bij de NAVO-top. Die zei dat het daar wat rustiger is. De provocaties lijken daar wat af te nemen. We zijn dus voorzichtig positief. Tegelijkertijd is er nog steeds grote bezorgdheid over Cyprus.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ik hoor de premier spreken over "een positief en een negatief spoor" en "in dialoog blijven". Dat snap ik natuurlijk wel. Alleen, ik begrijp niet wat er precies is veranderd. Wat was de trigger waarom Nederland eerst vijf jaar lang het starten van die onderhandelingen blokkeert en vervolgens nu zegt "weet je wat, doe maar wel" zonder daar voorwaarden op mensenrechten tegenover te zetten? Ik hoor de premier zeggen dat het conflict tussen Griekenland en Turkije rustiger is geworden. Dat was het in 2016, 2017, 2018 en 2019 ook. Dat was iets van afgelopen zomer. Ik hoorde hem zeggen: Cyprus gaat wat beter. Als ik het vergelijk met 2016, snap ik gewoon niet waarom de regering nu opeens wel vindt dat we dit cadeau moeten geven aan Erdogan en dat we opeens niet meer moeten beginnen over mensenrechtenvoorwaarden voor we starten met die onderhandelingen.

Minister Rutte:
Maar zo is het ook niet. Het is ook niet zo dat Nederland een cadeau geeft. Het is ook geen cadeau. De tweesporenbenadering is in oktober vorig jaar door de Europese Unie afgesproken, waarbij we hebben gezegd: als je stappen zet op het positieve spoor, dan zijn die altijd omkeerbaar. Als de situatie weer verslechtert, dan kunnen ook sancties weer in beeld komen. De gesprekken over mensenrechten gaan hand in hand met verkennende stappen op het positieve spoor. Als dat niet voldoende is, stopt het ook weer. Maar we kijken dus wat je kunt bereiken — dat is heel voorzichtig, heel rudimentair, heel incrementeel — bijvoorbeeld op het punt van die douane-unie. Die is er al. Het is een verdere verdieping daarvan of een beetje een modernisering eigenlijk. Het gaat inderdaad om een dialoog voeren, mens-tot-menscontacten. Het wordt niet in Ankara gezien als een cadeau. Nee, dat niet. Maar ik ben het eens met mevrouw Piri: het is uitermate precair. We moeten ook bereid zijn om weer stappen terug te zetten.

De voorzitter:
Ik zou wel een beetje naar de tweede termijn willen.

Minister Rutte:
Rusland, kort, voorzitter! Ik denk dat ik daar niet lang iets over hoef te zeggen. Er zijn best veel vragen over gesteld, maar toch ook meer statements gemaakt dan vragen aan mij gesteld. Er was een concrete vraag over push back, engage, contain. Ik heb een hele appreciatie van 21 juni aan de Kamer gestuurd. Terugduwen en een halt toeroepen als daar bijvoorbeeld mensenrechten worden geschonden. Dat is dus push back. Engage waar het gaat om samenwerking op het gebied van klimaat, milieu en gezondheid. Daarnaast geldt hier natuurlijk de druk-en-dialoogbenadering. Maar goed, ook dat hebben we al zo vaak tegen elkaar gezegd. Het faciliteren van people-to-people-, mens-tot-menscontacten. Die blijven belangrijk als een onderdeel van het Nederlandse en Europese Ruslandbeleid. Dat zie je ook in de mededelingen van de Commissie. Wij pleiten als Nederland voor het uitbreiden van studiebeurzen voor Russische studenten binnen het Erasumus+-programma. Dat geldt ook voor groepen als kunstenaars, journalisten, mensenrechtenverdedigers et cetera.

Waar trekken we de grens? Ook hier geldt dat de relatie met Rusland, anders dan bij Turkije, buitengewoon ingewikkeld is, voor Nederland natuurlijk helemaal vanwege de precaire verhoudingen vanwege de statenklacht over MH17. Maar die is sowieso heel ingewikkeld, ook met Europa als geheel. Er zijn zeer zorgwekkende ontwikkeling, zoals rond Navalny en de vrij recente troepenopbouw aan de Oekraïense grens. De eenheid in de Europese Unie is dan ontzettend belangrijk. Die is er gelukkig ook. We zijn het echt eens over die hele benadering. Als sancties moeten worden doorgerold, dan gebeurt dat ook.

Het weren van Russisch geld is op zichzelf niet het doel. Wij zetten ons in voor het bestrijden van witwassen. Dat is de grote maatschappelijke kwestie en ook een prioriteit van het kabinet. Daarvoor zijn de minister van Financiën en van Justitie uiteraard verantwoordelijk. Wopke Hoekstra heeft op dit moment het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen in voorbereiding. Daarin gaat het onder meer over het gezamenlijk mogelijk maken van transactiemonitoring door banken en een aanscherping van de trustsector. Het Raad van Stateadvies wordt nu in het wetsvoorstel verwerkt.

Voor Nord Stream 2 mag ik verwijzen naar het debat vorige week. Anders wordt dat een beetje een herhaling. Ik neem respectvol kennis van wat de heer Van der Lee daarover zei, maar dan ga ik weer hetzelfde antwoord geven. Misschien kunnen we omwille van de tijd naar dat deel van de Handelingen van vorige week verwijzen.

Dan de aangenomen motie van de heer Sjoerdsma van vorige week. In het afgelopen jaar is een hele flinke club van oligarchen, Poetingetrouwe Doemaleden en mensen uit de top van de presidentiële administratie op verschillende EU-sanctielijsten geplaatst. Dat kwam door hun betrokkenheid bij de annexatie van de Krim, bij mensenrechtenschendingen, bij de vergiftiging en veroordeling van Navalny en bij het conflict in Libië. Dat zullen we blijven doen als dat in het Nederlandse en Europese belang is. We blijven die lijn voortzetten in EU-verband. Conform de motie van de heer Sjoerdsma vroeg minister Sigrid Kaag, de minister van Buitenlandse Zaken, gisteren tijdens de Raad Buitenlandse Zaken aandacht voor de mogelijkheid om nieuwe sancties aan te nemen als internationale normen geschonden worden, ook tegen de kring rondom president Poetin.

Zoals de heer Kuzu zegt, maakt Nederland zich specifiek grote zorgen over de mensenrechtensituatie in Rusland. Er is wetgeving ingevoerd die strijdig is met internationale mensenrechtenverdragen, bijvoorbeeld de wet op buitenlandse agenten en de extremistenwet. Samen met andere lidstaten van de Europese Unie blijft Nederland Rusland zowel voor als achter de schermen aanspreken. Dat doen we ook in de VN, de Raad van Europa en de OVSE. We trekken daarbij op met andere EU-lidstaten om de woorden kracht bij te zetten. We monitoren heel precies de rechtszaken in Rusland en we blijven ook de mensenrechtenorganisaties daar steunen.

Voorzitter. Dan kom ik bij Belarus.

De voorzitter:
Eerst nog even de heer Sjoerdsma.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ik vond het een eerlijke duiding van de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger van hoe de relatie ervoor staat, maar de belangrijkste vraag is misschien: wat is er nou nieuw aan wat er gaat gebeuren?

Minister Rutte:
Hier gaat niets nieuws gebeuren. Ik denk dat deze Europese Raad niet hele grote nieuwe besluiten neemt. De hoofdaanpak van druk en dialoog willen we met elkaar voortzetten. Ook hier geldt, net als bij Turkije ... Nogmaals, ik wil ze niet met elkaar vergelijken, want het zijn hele verschillende situaties. Het zijn belangrijke buren. Turkije is belangrijk voor onze stabiliteit en Rusland is een grote buurman. Die gaat daar niet weg, dus we moeten die relaties wel houden.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ik heb die twaalf pagina's gelezen. Als het gaat over een strategische heroriëntatie op de relatie met Rusland, had ik eigenlijk gehoopt dat er iets nieuws zou gaan gebeuren. Want laten we concluderen — het staat hier heel eerlijk in — dat het heel slecht gaat met de relatie tussen Rusland en de Europese Unie, en dat het heel slecht gaat in Rusland. De verwachting is dat het nog slechter gaat worden. Dat is een beetje een cliffhanger. Dan verwacht je: dat gaat het volgende betekenen. Maar ik heb alleen maar maatregelen gelezen die al worden genomen. Ik verwacht niet alleen van de Commissie en van de Hoge Vertegenwoordiger, maar ook van dit kabinet te horen wat wij nog meer kunnen doen om het gedrag van het land Rusland te veranderen, om die kliek rondom Poetin los te weken en om ervoor te zorgen dat zij zich aan de verdragen gaan houden. Ik lees dat hier simpelweg niet in. De premier zegt: er gaat ook geen besluit worden genomen. Maar dan vraag ik aan dit kabinet: wat is dan nog de inzet van het kabinet? Of laten we alles bij het oude?

Minister Rutte:
We laten niet alles bij het oude, maar het is natuurlijk niet zo dat wij met een briljante strategie de kliek rond Poetin kunnen losweken. Als we daar een oplossing voor hadden, dan zouden we dat doen. Ik denk dat de hele mix van maatregelen, de sancties, de mens-tot-menscontacten en de druk-en-dialoogaanpak die we hebben, echt de enige manier is. Als er suggesties zijn voor wat we nog meer kunnen doen, dan doen we dat, maar het is niet zo dat ik een magic wand heb ... Of hoe noem je dat? Het is niet zo dat ik een toverstokje heb om dat nu op te lossen. Helaas.

Dan Belarus. Ik ben heel blij met wat Sigrid Kaag en haar collega's gisteren hebben afgesproken. Dat ging eigenlijk veel verder dan ik van tevoren vreesde. Het gaat om 78 personen en 8 bedrijven. Daar zitten ook mensen bij uit de directe kring van president Loekasjenko. Er staan inmiddels 166 personen, waaronder hijzelf, en 15 bedrijven op de sanctielijst. Je ziet dat de VS, Canada en het Verenigd Koninkrijk allemaal volgen. Nou ja, ze volgen niet zozeer; ze ondernemen vergelijkbare acties. We hebben ook afgesproken welke economische sectoren we willen raken. Rondom de Europese Raad zullen deze sectorale sancties ook formeel worden aangenomen. Daar worden nu juridische voorbereidingen voor getroffen. Volgens mij was dat een goede uitkomst gisteren van de Raad Buitenlandse Zaken.

In de uitwerking is er natuurlijk altijd sprake van deelbelangen. Dat was een vraag van de heer Van der Lee. Maar ik denk toch dat het is gelukt om een zeer stevig pakket op te stellen. Nederland heeft zich daar ook actief voor ingezet. Voor zowel de import als de export van specifieke producten en het verlenen van bepaalde financiële diensten gaan beperkingen gelden. Ik kan daar nu geen specifieke details over geven, want dan zouden we die sectoren vooraf waarschuwen en dat zou hen in de kaart spelen. Maar na de formele bekrachtiging door de Europese Raad zal uiteraard duidelijk zijn hoe de sectorale sancties er precies uitzien.

We gaan restricties opleggen voor zowel de import als de export van specifieke producten van en naar Belarus maar ook voor het verlenen van bepaalde financiële diensten. Ik kan daar nu niet specifiek op ingaan, zo zeg ik even in reactie op de heer Dassen, maar het gebeurt direct na de bekrachtiging door de Europese Raad of Coreper. Ik weet niet helemaal zeker of het Coreper is of Europese Raad, maar er is sprake van brede overeenstemming. Ik kan hier wel alvast zeggen dat de Europese Unie nog nooit eerder in de afgelopen 27 jaar van Loekasjenko sectorale sancties of een vliegverbod heeft ingesteld tegen Belarus. De specifieke vraag over sancties op de gas- en houtsector kan ik nu simpelweg vanwege de vertrouwelijkheid niet beantwoorden. Dat geldt ook voor de vraag van mevrouw Piri over de olietoevoer.

Dan de inzet van migranten door Loekasjenko. We zijn op de hoogte van die berichten. Litouwen heeft het grensbeheer versterkt om bewaking van de meest kwetsbare delen van de grens te verzekeren; zo heeft het meer videobewaking geïnstalleerd. We bekijken op dit moment hoe we Litouwen hier in EU-verband bij kunnen ondersteunen. Frontex heeft al met spoed middelen beschikbaar gesteld. We blijven die ontwikkeling heel precies volgen.

Met de sancties die we hebben aangenomen nemen we natuurlijk krachtig stelling, maar het is ook belangrijk om tegelijkertijd de bevolking in deze moeilijke tijd zo goed mogelijk te blijven ondersteunen. Dat ben ik eens met de heer Van der Lee en de heer Van Dijk. Daarom heeft de EU na die oneerlijke presidentsverkiezingen een heel pakket, dat we hadden toegezegd en dat specifiek gericht was op het maatschappelijke middenveld, moeten stoppen. Tegelijkertijd proberen we natuurlijk wel degelijk via de vrije media slachtoffers van repressie en mensenrechtenverdedigers in Belarus te ondersteunen. Dat doen we al een aantal jaren als Nederland via het Mensenrechtenfonds en het Matrafonds. Daar hebben we ook na die presidentsverkiezingen extra geld voor beschikbaar gesteld, omdat persvrijheid in ons mensenrechtenbeleid uiteraard een van de prioriteiten is. Dat in reactie op de vreselijke omstandigheden in Belarus.

In reactie op de heer Dassen denk ik, tot slot, dat Sigrid Kaag, de minister van Buitenlandse Zaken, terecht onderstreepte dat we meer sancties zullen moeten aannemen als de repressie doorgaat. Daarmee maken we de prijs die het regime moet betalen voor repressie nog hoger. Ik hoop dat dat echt niet nodig is. Maar nogmaals, in de toekomst is het mogelijk om op basis van de besluitvorming van gisteren aanvullende sanctiemaatregelen te nemen als de repressie aanhoudt.

Dan zijn er nog een paar vragen blijven liggen die ik niet in zo'n kopje kon meenemen. Adresseer ik tijdens de lunch met Guterres, de sg van de VN, nog de kwestie van de hulpverleners van de WHO die zich schuldig zouden hebben gemaakt aan seksueel misbruik? Ik denk dat die aantijgingen over de betrokkenheid van VN-hulpverleners bij een sex-for-jobsschandaal in de Democratische Republiek Congo in de ebolacrisis aantonen dat de aanpak en preventie van seksueel misbruik nog niet voldoende zijn, sterker nog: nog altijd onvoldoende zijn. Je ziet dat hulporganisaties nog te vaak dit soort seksueel misbruik zien als incidenten en niet als een intrinsiek risico van humanitaire actie. Het is natuurlijk zeer ernstig dat het erop lijkt dat de WHO zelf op de hoogte was en zelfs informatie zou hebben toegedekt. Tijdens de World Health Assembly van eind mei heeft Nederland gepleit voor een spoedig en grondig onderzoek en benadrukt dat er met de lidstaten moet worden gepraat over de ontwikkelingen en uitkomsten. In augustus zal de WHO het onderzoeksrapport publiceren. Ik ga dat niet bij deze lunch opbrengen, omdat we het nu op alle manieren binnen het VN-systeem adresseren. Het punt van die lunch is ook: we hebben allemaal maar een of twee minuten spreektijd. Ik denk dat we dit nu op allerlei plekken aanhangig hebben gemaakt en dat het niets toevoegt als ik dat aanstaande donderdag doe, maar ik kan de heer Amhaouch verzekeren dat dit voor Nederland grote prioriteit heeft.

Dan over die gezichtsherkenning en de oproep van privacyautoriteiten om te komen tot een verbod. Het gebruik van biomedische gegevens waaronder gezichtsherkenning is in beginsel verboden onder de AVG. Dat geldt in alle Europese lidstaten, dus ook in Polen en Hongarije. Het is alleen mogelijk als aan alle voorwaarden van de AVG is voldaan, maar dan moet het een uitzondering zijn. De minister voor Rechtsbescherming, Dekker, heeft in zijn Kamerbrief over de stand van zaken van de uitvoering Agenda horizontale privacy nogmaals bevestigd dat het alleen mogelijk is als er is voldaan aan een dubbele noodzakelijkheidstoets: het moet noodzakelijk zijn voor authenticatie- of beveiligingsdoeleinden en noodzakelijk omwille van een zwaarwegend algemeen belang. Dat heeft de minister in deze brief beschreven. Ik begreep ook dat er al met de Kamer over is gesproken.

Dan: hoe staat het met de uitwisseling met de voorzitter van het Europees Parlement? Die is er eigenlijk niet. Hij houdt een toespraak en die wordt dan gepubliceerd. Dat gaat meestal over de voortgang van grote prioritaire dossiers in de Europese Unie en vooral ook over datgene waarover het Europees Parlement zich op dat moment bekreunt. Het is ook zo dat Michel, de voorzitter van de Europese Raad, en ook het roulerend voorzitterschap — ik heb het zelf mogen doen in 2016, toen wij als Nederland het roulerend voorzitterschap van de Raad hadden — een vergelijkbaar bezoek aan het Europees Parlement brengen tijdens plenaire vergaderingen.

Is er al iets bekend over de toekomst van Europa, althans — sorry — over de conferentie over de toekomst van Europa? Er is door mevrouw Maeijer gevraagd naar de kosten hier. Er bestaat vooralsnog geen gezamenlijk budget voor die conferentie. De instellingen financieren de activiteiten uit eigen bestaand budget. Wij vragen als Nederland een nadere toelichting op de kosten. De minister van Buitenlandse Zaken zal u hier zo snel mogelijk verder over informeren. Lidstaten zijn vervolgens zelf verantwoordelijk voor de eigen nationale burgerconsultaties en financiering. Dat wordt hier gefinancierd uit de huidige BZ-begroting.

Dan over Armeense krijgsgevangenen. Ik denk dat we net even hebben gesproken over Bakoe. Nee, sorry, dit zijn Armeense krijgsgevangenen die nog niet zijn vrijgelaten door Azerbeidzjan. Dat raakt dus ook aan Bakoe en de vraag over de mogelijke kwartfinale of halve finale. Ik kan u zeggen dat we dit beschouwen als zeer ernstig. Azerbeidzjan ziet niet allen van hen als krijgsgevangenen, omdat ze na het conflict zijn opgepakt. Nederland en de Europese Unie zitten hierbovenop. Dit staat hoog op de agenda. Ook de covoorzitters van de OVSE Minskgroep, in het bijzonder Rusland, zijn hiermee bezig. Op 12 juni zijn vijftien krijgsgevangenen vrijgelaten door een deal waar de Europese Unie een rol in speelde. Dit laat ook zien dat je door die dialoog soms iets bereikt.

Tegen de heer Kuzu zeg ik: ja, Nederland is een van de 44 landen namens welke Canada vandaag bij de Mensenrechtenraad een gezamenlijke verklaring heeft voorgelezen over de situatie in Xinjiang. Daar hebben we ook hier in de Kamer uiteraard over gesproken. Het is essentieel dat onafhankelijk onderzoek kan plaatsvinden naar de gebeurtenissen daar. Daarom is vandaag door Nederland met 44 landen bij monde van Canada die gezamenlijke verklaring voorgelezen.

Voorzitter. Ik meen daarmee een poging te hebben gedaan alle vragen te beantwoorden.

De voorzitter:
Ik zie nog weinig beweging in de zaal. Des te beter. Bestaat er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet verplicht, maar de heer Van Dijk gaat het toch proberen. Het woord is aan hem. Dat moet in een minuutje moeten lukken, lijkt me.


Termijn inbreng

De heer Jasper van Dijk (SP):
Voorzitter. "Het Europese migratiebeleid zit net zo vast als de formatie in Nederland." Dat was toch wel weer de quote van de avond van de premier. Dat is weinig hoopgevend voor beide kwesties, lijkt mij. Intussen gaat het Nederlands elftal natuurlijk als een speer. Maar over migratie teken ik een motie mee van mevrouw Piri over Frontex. Ik wijs nog even op de brief van de tientallen vluchtelingenorganisaties die zeggen: doe nou iets met een groep van landen om de mensen die muurvast zitten op Lesbos, daar weg te krijgen. Dat is een appel; ik maak daar geen motie van.

Voorzitter. Ik heb wel twee moties over Hongarije.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in Hongarije een wet is aangenomen die het vertonen en promoten van homoseksualiteit verbiedt;

overwegende dat dit rechtstreeks indruist tegen Europese waarden;

verzoekt de regering te onderzoeken en voorbereidingen te treffen om bij voorkeur in samenwerking met gelijkgezinde lidstaten Hongarije voor het Hof van Justitie van de EU te dagen op basis van artikel 259 van het Verdrag betreffende de werking van de EU, en de Kamer hierover zo spoedig mogelijk te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk.

Zij krijgt nr. 1704 (21501-20).

De heer Jasper van Dijk (SP):
En dan over het voetbal. De premier zei: "Er gaat niemand naar de wedstrijd, maar dat is geen statement. Het was gewoon niet voorzien." Dat vind ik net iets te makkelijk. Daarmee komt Orbán ook net iets te makkelijk weg, maar de premier zegt gewoon: we waren toch al niet van plan om te gaan. Vandaar de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in Hongarije een wet is aangenomen die het vertonen en promoten van homoseksualiteit aan minderjarigen verbiedt;

van mening dat deze wet rechtstreeks indruist tegen Europese waarden;

verzoekt de regering zondag geen officiële afvaardiging naar het EK te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk.

Zij krijgt nr. 1705 (21501-20).

Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Kamminga van de fractie van de VVD.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Dank u wel. Allereerst de hartelijke groeten van de heer Azmani, die er alweer naar uitkijkt om hier volgend jaar weer bij de Staat van de Unie te zijn. Maar dat terzijde.

De voorzitter:
Was dat Azmani 1 of 2 die u aan de telefoon had? Of 1b?

Mevrouw Kamminga (VVD):
Daar moeten we hem zelf maar kritisch op bevragen, zou ik zeggen.

Ik heb geen moties, maar ik wil nog wel een reactie geven op de inbreng van de heer Van Houwelingen. Daarbij gaat het mij niet zozeer om de inhoud, want hij heeft natuurlijk alle recht om te vinden wat hij vindt en de situatie in Hongarije te wegen zoals hij dat doet, ook al is dat niet mijn manier. Maar ik vind de kwalificaties die hij gaf en de vergelijking die hij maakte, wel jammer. Ik vind het jammer dat we dat soort dingen nodig hebben om ons punt te maken in deze Kamer. Ik zeg dat ook een beetje indachtig het debat dat ik gisteren had over de werkwijze van de Kamer, waarin we ook geconstateerd hebben: de Kamer, dat zijn wij. Wij hebben een voorbeeldfunctie, dus ik wilde daar toch iets over zeggen.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Van der Lee van de fractie van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter, en dank aan de premier voor alle antwoorden. Ik krijg in tweede termijn nog een antwoord op mijn vraag hoeveel tijd we de Commissie gaan geven, of hoeveel tijd de procedures kosten.

Ik heb nog één zin over Rusland. Recent is ook het kiesrecht afgenomen van aanhangers van de beweging van Navalny. De verkiezingen zijn in september. Wordt de vinger goed aan de pols gehouden, ook Europees, om eventueel stappen te zetten als er richting september toch nog weer allerlei schendingen van mensenrechten plaatsvinden, zoals het ontnemen van kiesrecht?

Wij hebben het antwoord gehoord op de vraag over gezichtsherkenning, maar dat antwoord bevredigt ons niet, vandaar de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de inzet van bepaalde vormen van kunstmatige intelligentie, zoals biometrische herkenning in de publieke ruimte, ernstige risico's met zich meebrengt op het gebied van privacy en burgerlijke vrijheden, en kan leiden tot een ongewenste surveillancemaatschappij;

overwegende dat de koepel van Europese privacytoezichthouders, waaronder de Autoriteit Persoonsgegevens, oproept tot een verbod op het gebruik van gezichtsherkenning en andere biometrie in de openbare ruimte;

constaterende dat het huidige voorstel van de Europese Commissie voor de regulering van kunstmatige intelligentie de inzet van deze toepassingen in de openbare ruimte in bepaalde gevallen toestaat;

verzoekt de regering zich in Europees verband in te zetten voor een aanscherping van het voorstel, om zo te komen tot een algeheel verbod op het gebruik van biometrische herkenning in de openbare ruimte,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee, Bouchallikh en Piri.

Zij krijgt nr. 1706 (21501-20).

Dank u wel. Dan de heer Sjoerdsma van de fractie van D66.

De heer Sjoerdsma (D66):
Dank, voorzitter, en dank aan de premier voor zijn beantwoording in eerste termijn. Ik wilde omwille van de tijd kort mijn twee moties oplezen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het huidige Europese migratiebeleid een systeem in de lucht houdt waarin migratie veelal via illegale routes verloopt in plaats van via legale routes;

overwegende dat legale migratie, als onderdeel van brede samenwerkingsverbanden met landen van herkomst, kan worden ingezet om irreguliere migratie tegen te gaan en samenwerking op terugkeer te bevorderen;

verzoekt de regering om zich binnen deze samenwerkingsverbanden in te zetten voor meer mogelijkheden voor legale migratie, waaronder het aansluiten bij de lopende Europese legale migratiepilots,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Sjoerdsma.

Zij krijgt nr. 1707 (21501-20).

De heer Sjoerdsma (D66):
Dan de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat sinds de invoering van het rechtsstaatmechanisme de rechtsstatelijke situatie in Hongarije verder is verslechterd door de Hongaarse anti-lhbti-wet, het uit de lucht halen van kritische mediazenders en het onder staatsgezag brengen van universiteiten en culturele instellingen;

overwegende dat de afspraken binnen de Europese Raad niet boven de fundamentele waarden van de Europese Unie staan;

overwegende dat de Europese Commissie tekortschiet bij het inzetten van de wet die het stopzetten van EU-gelden richting Hongarije mogelijk maakt;

verzoekt het kabinet om met gelijkgezinde landen zo snel mogelijk aan te dringen bij de Europese Commissie om het rechtstaatmechanisme in werking te stellen en de EU-gelden richting Hongarije stop te zetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Sjoerdsma.

Zij krijgt nr. 1708 (21501-20).

Dank u wel. Het woord is aan mevrouw Piri van de fractie van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Piri (PvdA):
Dank, voorzitter, en ook dank aan de minister-president voor de beantwoording van de vragen. Ik kijk uit naar de brief van het kabinet over de tijdelijke opschorting van de patenten. Ik ben ook blij met de duidelijke afkeuring door de premier van de Hongaarse anti-lhbti-wetgeving en met de toezegging dat hij die ook zal overbrengen aan zijn Hongaarse counterpart Victor Orbán. Ik heb twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de UEFA een onderzoek had ingesteld naar het dragen van een regenboogband door de aanvoerder van het Duitse elftal en dat de organisatie verbiedt het stadion in München in de regenboogkleuren te verlichten;

constaterende dat de UEFA geen enkel probleem heeft zich te laten sponseren door staatsbedrijven uit autocratische regimes;

constaterende dat de Europese Commissie sinds 2014 een samenwerkingsverband heeft met de UEFA en verschillende projecten financieel ondersteunt;

verzoekt de regering er bij de Europese Commissie op aan te dringen het samenwerkingsverband met UEFA tegen het licht te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Piri, Van der Lee, Jasper van Dijk, Van der Laan, Kuzu, Segers en Dassen.

Zij krijgt nr. 1709 (21501-20).

Mevrouw Piri (PvdA):
De tweede motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de UNHCR, onderzoeksjournalisten en maatschappelijke organisaties hebben gerapporteerd over pushbacks door EU-lidstaten en -actoren, waaronder Frontex;

overwegende dat pushbacks indruisen tegen internationaal vluchtelingenrecht en Europese verdragen;

verzoekt de minister-president tijdens de aankomende Europese top de illegale pushbacks te veroordelen en regeringsleiders, al dan niet in bilateraal verband, erop te wijzen dat deze pushbacks acuut moeten stoppen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Piri, Van der Lee, Jasper van Dijk, Sjoerdsma, Kuzu, Dassen en Segers.

Zij krijgt nr. 1710 (21501-20).

De voorzitter:
Dank u wel. De volgende spreker is de heer Eppink, maar die heeft ons verlaten denk ik. De heer Amhaouch, die is er nog wel.

De heer Amhaouch (CDA):
Voorzitter. Ik kijk terug op een goed debat. Ook de boodschappen via de minister-president richting Europa vind ik goed, zeg ik even. Ten eerste. De premier gaf aan dat hij gisteren met premier Zaev van Noord-Macedonië de wedstrijd heeft gekeken om een beetje oranjegevoel te creëren. Dat is voor mij ook een mooi beeld dat sport zou moeten uitstralen. Het is in inderdaad jammer dat we nu in de situatie zitten dat we het erover moeten hebben waarom er dingen niet goed gaan in Hongarije of in Polen. Dat is triest. Wij doen inderdaad geen concessies aan mensenrechten en aan internationaal recht. Daar moeten we een streep trekken.

Tegelijkertijd ondersteunen we het pleidooi van de minister-president dat we altijd moeten bouwen aan die relaties. We moeten er inderdaad scherp op zijn met wat er gebeurt in Turkije. Maar de strategische ligging daarvan is wel zo belangrijk, ook voor Nederlands belang en voor Europees belang, dat we op die inhoud samen moeten blijven werken. Maar ik steun mevrouw Piri erin dat wij wel continu de druk moeten blijven opvoeren om dat te doen volgens onze waarden. Het punt dat ik vandaag heb proberen te maken, gaat over het momentum van economisch herstel. Er is heel veel gebeurd in de coronacrisis. Laten we dat momentum vasthouden en ook post corona onze kansen pakken samen met de noordelijke landen om de strategische industrie verder uit te bouwen. Dank u wel.

De voorzitter:
Heel mooi, dank u wel. Dan mevrouw Van der Plas van de fractie van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Eén minuut maar.

De voorzitter:
U kunt het.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik kan het. Ja, ik ga nu beginnen. Geen lange verhandelingen meer.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er nog steeds grote problemen zijn met de voedselkwaliteit en -kwantiteit in kampen aan de Europese buitengrenzen;

constaterende dat vluchtelingen het mensenrecht hebben op goed en gezond voedsel en dat Nederland daarin een belangrijke rol kan spelen;

verzoekt het kabinet in samenwerking met de Nederlandse agrarische en logistieke sectoren de voedselkwaliteit en -kwantiteit voor vluchtelingen in accommodaties aan de Europese buitengrens te verbeteren;

voorts gaan we verder met het verspreiden van gezond verstand in de Tweede Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Kuzu.

Zij krijgt nr. 1711 (21501-20).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vluchtelingenstromen regelmatig tot stand komen door een gebrek aan voedsel in het gebied van herkomst;

constaterende dat de Nederlandse agrarische sector en de WUR enorm veel kennis hebben over het effectief produceren van voedsel in lastige omstandigheden;

verzoekt het kabinet in gesprek te gaan met de Nederlandse agrarische sector om zijn kennis en kunde te gebruiken voor directe en tastbare verbeteringen in de voedselvoorziening van regio's waarvandaan veel vluchtelingen vertrekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Kuzu.

Zij krijgt nr. 1712 (21501-20).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een meerderheid van de Tweede Kamer vandaag een motie heeft verworpen om de EU-vlag naast de Nederlandse vlag in de plenaire zaal van de Tweede Kamer te hangen;

overwegende dat een meerderheid van de Tweede Kamer, in al haar diversiteit, de eigen identiteit wil blijven uitstralen;

constaterende dat onze twaalf provincies en drie bijzondere gemeenten Bonaire, Sint-Eustatius en Saba deel uitmaken van het grondgebied van Nederland, én dat Aruba, Curaçao, en Sint-Maarten deel uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden;

verzoekt het kabinet om in de plenaire zaal een plek aan te wijzen voor vlaggen van de twaalf provincies, van de drie bijzondere gemeenten én van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten;

voorts gaan we verder met het verspreiden van gezond verstand in de Tweede Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 1713 (21501-20).

De voorzitter:
Die laatste is een ...

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Wat?

De voorzitter:
Twaalf vlaggen; daar valt iets over te zeggen. Als u even wilt blijven staan, mevrouw Van der Plas. Eerst de heer Van der Lee. Het is natuurlijk een beetje buiten de orde, want we hebben het vandaag over de Europese top. Het was mooi geweest als u dit had ingediend bij de Raming van afgelopen maandag, want toen sprak de Tweede Kamer over zichzelf.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja, excuus.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Indachtig uw opmerking, meneer de voorzitter.

De voorzitter:
Haal ik u nou de woorden uit de mond?

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Nu probeer ik het juist weer een beetje naar het Europees niveau te trekken met de vraag: als dit allemaal zou gebeuren, mag dan ook de Europese vlag in het parlement terechtkomen?

Mevrouw Van der Plas (BBB):
We hebben de heer Dassen om die motie in te dienen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ja, oké, maar uw eigen positie gaat u niet veranderen?

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Wat zegt u? Sorry, wat zegt de heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Meneer de voorzitter, ik vraag of de positie van BBB over de Europese vlag verandert als deze motie een meerderheid haalt.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Wilt u nou koehandel drijven met mij?

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ik drijf geen handel. Ik stel u een feitelijke vraag naar uw positie.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dat weet ik niet. Ik weet niet wat we morgen beslissen. Ik dien nu deze drie moties in voor deze vlaggen en daar betrek ik onze overzeese buren bij. Dat vond ik mooi om te doen. Misschien is het niet helemaal de plek daarvoor, dat kan inderdaad. Ik dacht: het gaat over Europa en de EU, dus ik heb een haakje om deze motie in te dienen.

De voorzitter:
Dat idee had ik al een beetje, ja.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Het is aan de Kamer om daar wel of niet mee in te stemmen.

De voorzitter:
Het is een motie die gaat over de Kamer zelf, dus de minister-president mag best zijn mening geven over wat wij aan de muur hangen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja.

De voorzitter:
Maar als hij zegt dat het aan de Kamer zelf is, mag hij er ook over zwijgen. Maar het gaat over ons als Kamer. Even een staatsrechtelijk puntje.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja. Prima. Dank u wel.

De voorzitter:
En waar moeten de vlaggen allemaal komen? Hierzo aan de muur of zo? Of aan het balkon?

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Desnoods worden het hologrammen. De techniek staat voor niks.

De voorzitter:
Ja, ja, ja, maar dan krijgen we natuurlijk ruzie over welke vlag eerst ... Het Limburgse gedeelte van mijn fractie zegt natuurlijk: nee, eerst Limburg!

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Daar kunnen we altijd weer een motie over indienen.

De voorzitter:
Kijk, zo houden we onszelf wel bezig. Aruba als eerste zegt de minister-president.

Dan mevrouw Maeijer van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.

Mevrouw Maeijer (PVV):
Dank, voorzitter. Ik heb geen moties vandaag. Wel zijn er twee punten van mij blijven liggen. Ik hield de Kamer in de eerste termijn voor dat Eurocommissaris Timmermans ons allen dicteert toch wat minder te vliegen. Ik hield de Kamer toen ook het reisgedrag voor van mevrouw Von der Leyen, die twaalf landen in een week bezoekt. Volgens mij doet ze dat niet per trein. De minister-president zei daarop: ze doet haar werk. Hoewel daar natuurlijk ook wat over te zeggen valt, is dat niet wat ik vroeg. Ik vroeg: vindt u het niet hypocriet dat ons aan de ene kant wordt gedicteerd om minder te vliegen, maar dat aan de andere kant een Eurocommissaris de halve Unie aandoet in één week?

Dan het tweede punt, ten aanzien van Turkije, waarover mijn vraag volgens mij nog niet is beantwoord. Ik stelde daarover de vraag hoeveel geld Turkije in het kader van toetreding tot op heden heeft ontvangen, dus vanaf het moment dat de geldkraan openging tot nu.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Bisschop van de Staatkundig Gereformeerde Partij. Die is er niet; hij heeft zich afgemeld, hoor ik. Dan de heer Segers. Tweede keus, ja, ik kan er niks anders van maken.

De heer Segers (ChristenUnie):
Dank, meneer de voorzitter. Laten we het er in ieder geval op houden dat de SGP er eerder was dan de ChristenUnie. Dat is een ding dat zeker is. Het is de oudste bestaande partij.

Meneer de voorzitter. Ik wil de minister-president bedanken voor de antwoorden. Op één punt heb ik een motie, die gaat over speelstad Bakoe. Er zijn 200 Armeense krijgsgevangenen. Het oorlogsrecht is geschonden. Azerbeidzjan is Armenië ingetrokken. Europa trekt een streep. Ik zou het misplaatst vinden als wij daar een feest zouden meevieren. Ik laat de keuze van de sporters zelf waar die hoort, namelijk bij de sporters zelf, maar wij gaan over een politieke keuze. Vandaar de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in strijd met het staakt-het-vurenakkoord en internationaal oorlogsrecht na de 40-daagse oorlog in Nagorno-Karabach eind 2020, nog altijd meer dan 200 Armeense krijgsgevangenen worden vastgehouden, onder andere in Bakoe, en dat aldaar ook een "trofeeënpark" is ingericht met daarin onder meer de helmen van gesneuvelde Armeniërs;

verzoekt de regering gezien die politiek-militaire situatie geen afvaardiging van de regering te sturen naar Bakoe, mocht het Nederlands elftal daar komen te spelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Segers en Van der Lee.

Zij krijgt nr. 1714 (21501-20).

De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Dassen van de fractie van Volt.

De heer Dassen (Volt):
Voorzitter, ik heb geen moties, dus ik zie af van een tweede termijn, dank.

De voorzitter:
Dat is hartstikke mooi. Dan de heer Van Houwelingen van Forum voor Democratie.

De heer Van Houwelingen (FVD):
Wij hebben ook twee moties, waaronder een vlagmotie. We hebben ons net zoals mevrouw Van der Plas laten inspireren door de motie die de heer Dassen vorige week heeft ingediend. Dus hier komt onze vlagmotie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking 1 juni 2005 tegen de Europese Grondwet heeft gestemd;

constaterende dat de Nederlandse bevolking hiermee het formeel vaststellen van symbolische zaken als een EU-motto, EU-volkslied en EU-vlag verwierp;

constaterende dat de EU de belangrijkste punten van de Europese grondwet toch via de achterdeur invoerde door middel van het Verdrag van Lissabon, waar geen referendum over plaatsvond;

constaterende dat bij het Verdrag van Lissabon, maar ook bij alle andere EU-verdragen zonder raadpleging van de Nederlandse bevolking soevereiniteitsoverdracht heeft plaatsgevonden, hetgeen grondwettelijk democratisch illegitiem is;

constaterende dat het tonen van de EU-vlag op overheidsgebouwen de verheerlijking van de democratisch illegitieme EU verder voortzet, en dus onwenselijk is;

verzoekt de regering de EU-vlag van alle overheidsgebouwen te laten verwijderen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Houwelingen.

Zij krijgt nr. 1715 (21501-20).

De heer Van Houwelingen (FVD):
Dan een kortere tweede motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in officiële documenten regelmatig naar de Europese Unie (EU) wordt verwezen met "Europa";

constaterende dat Europa een continent is, en de EU een supranationale organisatie, en naar de EU verwijzen als "Europa" dus feitelijk incorrect is;

roept de regering op de EU voortaan slechts te benoemen met "Europese Unie" of de afkorting "EU" in alle officiële documenten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Houwelingen.

Zij krijgt nr. 1716 (21501-20).

De voorzitter:
Dank u wel. Dan de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is de heer Kuzu. Ik ben benieuwd welke vlag hij hier aangebracht wil hebben en of hij nu ook met moties gaat komen samen met mevrouw Van der Plas. Het wordt heel spannend deze avond.

De heer Kuzu (DENK):
Voorzitter, de vlaggen van alle landen van herkomst van mensen hier in Nederland. Nee, laat ik u dat maar niet aandoen, want dat zijn er een stuk of 180.

Maar ik heb twee serieuze moties, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er sprake is van een hoogoplopend diplomatiek conflict tussen Spanje en Marokko;

overwegende dat veel EU-burgers met een Marokkaanse achtergrond die met de auto op vakantie zouden willen gaan naar Marokko, dit niet kunnen vanwege het feit dat de grenzen tussen Spanje en Marokko gesloten zijn;

verzoekt de regering om bij de Europese top mogelijkheden te verkennen om gesprekken te faciliteren met als doel het bewerkstelligen van de-escalatie tussen Spanje en Marokko,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kuzu.

Zij krijgt nr. 1717 (21501-20).

De heer Kuzu (DENK):
Misschien kan hierbij ook nog voetbaldiplomatie aan de orde komen. Ik hoop dat Nederland niet tegen Spanje hoeft te spelen. Ik kan me makkelijkere tegenstanders voorstellen, maar wellicht is het ook iets voor voetbaldiplomatie.

Voorzitter, mijn tweede motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat volgens de Wereldgezondheidsorganisatie er 11 miljard vaccins nodig zijn om de pandemie onder controle te krijgen;

constaterende dat de EU 100 miljoen doses beschikbaar heeft gesteld aan het COVAX-programma;

constaterende dat het vaccineren in armere landen erg achterloopt;

verzoekt de regering te bezien of er door Nederland een extra bijdrage gedaan kan worden aan COVAX;

verzoekt de regering tevens om tijdens de Europese top de erbarmelijke situatie in armere landen met klem te benadrukken en EU-lidstaten te verzoeken om extra vaccinaties beschikbaar te stellen voor het COVAX-programma, wanneer de situatie dat toestaat,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kuzu.

Zij krijgt nr. 1718 (21501-20).

Heel goed, dank u wel. Over vijf minuten horen we de mening van de minister-president.

De vergadering wordt van 21.57 uur tot 22.02 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik geef het woord aan de minister-president en ik hoop dat we er snel een einde aan kunnen breien. Het woord is aan hem.


Termijn antwoord

Minister Rutte:
Van der Lee vroeg: hoeveel tijd heeft de Commissie om een inbreukprocedure te starten? Daar zijn geen vaste termijnen voor. De Commissie monitort immers permanent de naleving van het EU-recht in alle lidstaten en treedt op als zij een inbreuk vaststelt. In dit geval bekijkt de Commissie zeer serieus of er sprake is van een inbreuk. Na de eerdere uitspraak van de president van de Commissie, Von der Leyen, heeft Commissaris Jourová dit vandaag nog bevestigd op de Raad Algemene Zaken. Ik heb er vertrouwen in dat zij zal optreden als zij hier de noodzaak en de mogelijkheden voor ziet. Daar zullen we ook met gelijke lidstaten toe blijven oproepen.

Dan ten aanzien van Navalny. Het extremistisch verklaren van de anticorruptieorganisatie van Navalny is diep verontrustend. Dit was niet de eerste stap die tegen het maatschappelijk middenveld in Rusland wordt ondernomen. Het past in een zorgelijke, neerwaartse trend. Wij zullen die situatie zeer nauwgezet volgen. Daarbij is de EU-eenheid cruciaal.

Het vliegen door de President van de Europese Commissie is echt aan haar. Ik denk dat het toch wat anders is dan algemene opmerkingen over vliegen voor plezier.

Hoeveel is er tot op heden besteed aan de toetredingsonderhandelingen met Turkije? Ik zou willen voorstellen dat wij in een volgende rapportage daarop terugkomen, want we hebben die cijfers niet. Dat komt dan een keer in een geannoteerde agenda of ergens anders nog een keer terug. Dat gaan we dus even uitrekenen met de calculator.

De motie op stuk nr. 1704: ontraden. De Commissie is een onderzoek gestart en bepaalt of het tot een Hofzaak komt. Dat betekent dat het nu aan hen is om dat te doen.

De motie op stuk nr. 1705: ontraden. De motie stelt geen afvaardiging naar het Europees kampioenschap te sturen. Wij hebben daar nog een hele discussie over nodig in het kabinet. We willen het case by case bekijken. Op dit moment is niet voorzien dat iemand van het kabinet of het koningshuis daar aanstaande zondag heen gaat.

De motie op stuk nr. 1706. Dat onderwerp staat niet op de agenda van de Europese Raad. Eerlijk gezegd kan ik dat nu ook niet beoordelen. Mijn verzoek aan de heer Van der Lee zou zijn om dat bij de betrokken minister in te dienen. Ik kan daar nu geen advies over geven. Het raakt nu ook niet aan deze Europese Raad. Als ik nu gedwongen word, ontraad ik de motie, maar misschien kan hij die aanhouden tot een debat met Grapperhaus.

De motie op stuk nr. 1707: ontraden ...

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ik houd de motie op stuk nr. 1706 wel even aan.

De voorzitter:
Op verzoek van de heer Van der Lee stel ik voor zijn motie (21501-20, nr. 1706) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Rutte:
Dan de motie op stuk nr. 1707, over mogelijkheden voor legale migratie. Wij bevorderen op dit moment legale migratie binnen de bestaande kaders, als onderdeel van bredere afspraken op Europees niveau. Verdere stappen, waarom ook deze motie vraagt, zijn echt aan een nieuw kabinet. Ik zou dus zeggen: aanhouden. De heer Sjoerdsma heeft ook zelf strak in de hand wanneer er een nieuw kabinet komt en kan de motie dan weer indienen. Ik moet de motie nu ontraden als hij die niet zou aanhouden.

Dan de motie op stuk nr. 1708. Ik wijs hiervoor ook naar het besprokene in het debat. Het rechtsstaatmechanisme is in werking, de zogenaamde flitspaal. Afgesproken is dat boetes na de Hofzaak volgen. Als we de afspraak niet gemaakt hadden, was er op dit moment helemaal niets geweest, geen MFK, geen RRF en ook geen rechtsstaatmechanisme. De motie op stuk nr. 1708 is dus ontraden.

Mijn advies is om de motie op stuk nr. 1709 aan te houden. Ik ben zelf niet bekend met de inhoud van de afspraken tussen de Commissie en UEFA, noch met de afspraken met UEFA vanuit Nederland. Misschien kan deze motie worden ingediend bij een debat met de minister van VWS. Ik moet de motie nu voor de zekerheid ontraden, maar misschien kan die beter even worden aangehouden en kan mevrouw Piri die indienen bij een debat met Tamara van Ark.

De motie op stuk nr. 1710: oordeel Kamer, mits ik hierin kan lezen dat we onderzoeken van OLAF en de Commissie bij dat oordeel betrekken.

De voorzitter:
Ik kijk even strak naar mevrouw Piri, want die moet het bevestigen of ontkennen. Het gaat dus over de uitleg van ...

Minister Rutte:
Ik kan er nu gewoon geen advies over geven. Ik heb gewoon geen idee hoe het precies zit.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ik zit niet in de commissie voor VWS, maar ik zal de motie op stuk nr. 1709 aanhouden en kijken op welke manier we die alsnog kunnen indienen.

Minister Rutte:
Super.

De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Piri stel ik voor haar motie (21501-20, nr. 1709) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Rutte:
De motie op stuk nr. 1710 is dus oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 1711. Wij doen heel veel ontwikkelingssamenwerking op dit gebied. Het staat ook niet op de agenda van deze Europese Raad. Ik denk toch dat mevrouw Van der Plas dat misschien nog eens een keer kan opnemen in debatten met de minister van Buitenlandse Zaken, voormalig minister voor BHOS, of met de minister van Landbouw. Als de motie niet wordt aangehouden, moet ik die nu ontraden. Ik denk op dit moment niet dat er aanleiding is om dat te doen.

Dat geldt ook voor de motie op stuk nr. 1712. We doen heel erg veel. Het staat ook niet op de agenda van de Europese Raad. Ook hiervoor geldt dat de deskundigen hierbij zijn de minister voor BH-OS; althans de voormalig minister voor BH-OS en thans minister van Buitenlandse zaken, en de minister van Landbouw.

De motie op stuk nr. 1713 is aan de Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 1714. Ik ontraad die motie nu omdat ik dit eerst in het kabinet wil bespreken. Dus laten we maar even kijken wat er met de motie gebeurt. Als die wordt aangenomen, denk ik dat hetzelfde geldt als bij de motie over Qatar, dat als het aan de orde is we er een oordeel over moeten vellen.

De motie op stuk nr. 1715 is oordeel Kamer, evenals de motie op stuk nr. 1716.

De motie op stuk nr. 1717 moet ik ontraden. Het staat ook niet op de agenda.

De motie op stuk nr. 1718 krijgt oordeel Kamer.

De voorzitter:
Morgen stemmen we over deze moties. Dank aan de minister-president voor zijn aanwezigheid. Ik sluit de vergadering van 22 juni, maar de heer Sjoerdsma kijkt even heel moeilijk.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ja, excuus, maar wat was het oordeel over de motie op stuk nr. 1715?

Minister Rutte:
Dat is een motie waar we niet over gaan. Dus dat is aan de Kamer. Toch? O, nee, sorry, u heeft helemaal gelijk. Dat is ontraden. Die motie gaat toch over het van alle overheidsgebouwen verwijderen van de EU-vlag, hè? Sorry. U heeft helemaal gelijk. Gelukkig, op tijd gereageerd. Dank, meneer Sjoerdsma. Ontraden, de motie op stuk nr. 1715.

De voorzitter:
Oef, oef, oef. De kranten kwamen al met een extra editie.

Minister Rutte:
Ja, het was bijna misgegaan. De heer Sjoerdsma heeft gelijk, Sorry.

De voorzitter:
Wel even opletten, jongens.

Minister Rutte:
Let nou op wat ik zeg. Nou moet ik twee keer zingen voor hetzelfde geld. De motie op stuk nr. 1717 is ontraden. Staat niet op de agenda.

De heer Segers (ChristenUnie):
De minister-persident zegt ontraden over de motie van collega Van der Lee en mij over een afvaardiging naar Bakoe. Hij zegt: dat zullen we te zijner tijd bekijken samen met Qatar. Dit gaat over de kwartfinale. Dus dat zou best snel kunnen zijn. Ik kan mij voorstellen dat de minister-president zegt: we gaan daar eens naar kijken als die mogelijk is aangenomen. Maar dat die ontijdig zou zijn, lijkt mij eerlijk gezegd sterk.

Minister Rutte:
Nee, maar ik weet niet wat het kabinet ervan vindt. Kan ik ook géén oordeel over een motie geven, voorzitter?

De voorzitter:
Nee.

Minister Rutte:
Veiligheidshalve moet ik de motie dan ontraden. Maar u gaat hier gewoon toch wel een meerderheid voor regelen. Ik zie dat gebeuren. En dan moeten wij ons daartoe verhouden. Toch? Maar niet ontraden omdat ik het er per se mee oneens ben, maar omdat ik zit met dat dilemma. Ik vind het ook echt iets om even in het kabinet rustig te bespreken. Maar als de motie wordt aangenomen, heeft het kabinet nog eventjes. Hopelijk is het ook nodig want dan zijn we weer een ronde verder. De Duitsers zouden zeggen: Wir möchten Ihre Probleme haben.

De voorzitter:
Een mooi stichtelijk woord aan het eind, dat vinden we altijd mooi. Is dat niet van Thomas Mann of zo?

Minister Rutte:
Nee. Wie was het wel? Sjoerdsma weet het misschien wel. Ook niet. Ik hoor hier: Angela Merkel. Nee, die was het ook niet. Ze had het kunnen zeggen.

De voorzitter:
Heel veel dank aan de minister-president voor zijn aanwezigheid en zijn deelname.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Morgen stemmen we over de moties. Ik sluit de vergadering van 22 juni.

Sluiting

Sluiting 22.14 uur.