Schriftelijke vragen : Kinderen in de noodopvang
Vragen van de leden Podt (D66), Van Nispen (SP), Piri (GroenLinks-PvdA) en Bruyning (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Asiel en Migratie over kinderen in de noodopvang (ingezonden 8 april 2025).
Vraag 1
Klopt het dat er op dit moment ongeveer 6.000 kinderen worden opgevangen op (crisis-)noodopvanglocaties?
Vraag 2
Klopt het dat dit een toename is van 2.000 kinderen ten opzichte van het aantal kinderen
dat in 2024 in dit soort locaties werd opgevangen?
Vraag 3
Bent u het eens met de stelling dat het onwenselijk is dat kinderen op noodopvanglocaties
worden gehuisvest?
Vraag 4
Welke acties onderneemt u op dit moment (behalve het verminderen van de instroom)
om te voorkomen dat kinderen op noodopvanglocaties terecht komen?
Vraag 5
Klopt het dat er op dit moment 1.000 kinderen op crisisnoodopvanglocaties worden gehuisvest
die helemaal ongeschikt zijn voor het opvangen van kinderen?
Vraag 6
Heeft u in beeld op hoeveel locaties kinderen gehuisvest zijn, die door hun locatie
te gevaarlijk zijn voor kinderen om naar buiten te gaan en te spelen, bijvoorbeeld
omdat de locatie is gelegen aan een snelweg, langs water of op een industrieterrein?
Zo nee, bent u bereid dit in beeld te brengen?
Vraag 7
Kunt u aangeven wat de verschillen zijn in de eisen die worden gesteld aan noodopvanglocaties
vergeleken met reguliere asielopvang? Kunt u daarin specifiek aandacht geven aan die
eisen die specifiek relevant kunnen zijn voor kinderen, zoals eisen op het gebied
van privacy, veiligheid, speelruimte, rustige slaapruimte, toegang tot onderwijs en
zorg?
Vraag 8
Klopt het dat het stellen van 'doelgroepvoorwaarden' (bijvoorbeeld: «alleen gezinnen
met kinderen») door gemeenten die zich bereid verklaren asielzoekers tijdelijk op
te vangen een belangrijke oorzaak is dat kinderen op (crisis)noodopvanglocaties terecht
komen?
Vraag 9
Op welke manier handhaaft u op dit moment de met uw voorganger gemaakte afspraak dat
gemeenten niet langer voorwaarden kunnen stellen aan de doelgroep die wordt opgevangen
in de (tijdelijke) opvang?
Vraag 10
Bent u bereid om, onafhankelijk van het voortbestaan van de spreidingswet, te zorgen
voor een aanpak waarbij de doelstelling wordt om, vanaf het moment van de definitieve
verdeelbesluiten (juli 2025) tot aan het einde van 2025 het aantal kinderen in de
(crisis)noodopvang tot nul terug te brengen, te beginnen met de crisisnoodopvang?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Bent u bereid reguliere opvanglocaties te stimuleren om zelf actief in contact te
treden met noodopvanglocaties om (gezinnen met) kinderen te kunnen opnemen?
Vraag 12
Voor hoeveel kinderen in de asielopvang geldt dat ze op dit moment al langer dan drie
maanden wachten op onderwijs?
Vraag 13
Welke acties onderneemt u op dit moment (behalve het verminderen van de instroom),
om te zorgen dat kinderen zo snel mogelijk (maar in elk geval binnen drie maanden)
toegang krijgen tot onderwijs?
Vraag 14
Voor hoeveel kinderen in de asielopvang geldt dat ze al vaker dan drie keer zijn verplaatst
van opvanglocatie en al meer dan drie keer opnieuw hebben moeten beginnen met onderwijs?
Vraag 15
Welke acties onderneemt u op dit moment (behalve het verminderen van de instroom),
om te zorgen dat kinderen zo min mogelijk worden verplaatst?
Vraag 16
Voor hoeveel kinderen in de asielopvang geldt dat ze op wachtlijsten staan voor jeugdzorg
of jeugd-GGZ?
Vraag 17
Welke acties onderneemt u op dit moment om te zorgen dat kinderen ook bij eventuele
verplaatsingen toegang tot jeugdzorg en jeugd-GGZ houden?
Vraag 18
Bent u bereid de bovenstaande vragen één voor één te beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie -
Indiener
Anne-Marijke Podt, Kamerlid -
Medeindiener
Faith Bruyning, Kamerlid -
Medeindiener
Michiel van Nispen, Kamerlid -
Medeindiener
Kati Piri, Kamerlid