Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Heite over het rapport ‘Onderzoek naar een sociaal veilige werkomgeving bij Defensie'
Vragen van het lid Heite (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Defensie over het rapport «Onderzoek naar een sociaal veilige werkomgeving bij Defensie» (ingezonden 26 september 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Tuinman (Defensie) (ontvangen 17 oktober 2024).
Vraag 1
Herinnert u zich het rapport «Onderzoek naar een sociaal veilige werkomgeving bij
Defensie»? (Kamerstuk 35 000 X, nr. 13)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven wat er met elk van de aanbevelingen is gebeurd?
Antwoord 2
Uw Kamer is op verschillende momenten over (de implementatie van) de aanbevelingen
geïnformeerd (Kamerstukken 35 000 X, nr. 75; 35 925 X, nr. 71 en nr. 88; 36 410 X, nr. 82). Daarom beperk ik mij in dit antwoord tot de hoofdlijnen, waarbij ik voor de volledigheid
eerst de vijf aanbevelingen van de commissie Giebels weergeef.
• Aanbeveling 1: Bevorder een cultuur van transparantie, openheid en elkaar durven aanspreken
• Aanbeveling 2: Installeer een eenvoudig, laagdrempelig, onafhankelijk meld- en klachtenloket
• Aanbeveling 3: Investeer in een mensgerichte aanpak
• Aanbeveling 4: Schaf het roulatiesysteem in de huidige vorm af
• Aanbeveling 5: Kijk met een frisse blik naar slepende zaken of heikele kwesties
Ter uitvoering van de eerste en derde aanbeveling biedt Defensie verschillende trainingen
aan op het gebied van leiderschap, sociale veiligheid en integriteit aan leidinggevenden,
medewerkers en organieke teams. Daarnaast zijn voor leidinggevenden trainingen over
onder meer gesprekstechnieken beschikbaar. Deze trainingen dragen bij aan het bevorderen
van een open aanspreekcultuur en mensgerichte aanpak. Verder loopt sinds 2019 bij
alle defensieonderdelen een actieonderzoek, waarbij medewerkers zelf, onder professionele
begeleiding, de gelegenheid krijgen het initiatief te nemen om voor hun onderdeel
passende interventies op het gebied van sociale veiligheid te bedenken, te implementeren
en te evalueren.
Op basis van de tweede aanbeveling is het meldproces vereenvoudigd en vertrouwelijker
gemaakt. Voor medewerkers is het mogelijk om buiten het bevoegd gezag om een melding
te doen. Meldingen en klachten worden sinds een aantal jaar in een apart systeem geregistreerd,
waar alleen specifieke medewerkers toegang tot hebben.
Ten aanzien van aanbeveling vier is het beleid rondom functieroulatie aangepast. Bij
nieuwe plaatsingen van militairen geldt als uitgangspunt een minimale plaatsingsduur
van drie jaar en een maximum van zeven jaar. Dit is ook overeengekomen in de CAO 2021–2023.
Naar aanleiding van de vijfde aanbeveling stelde Defensie in april 2019 de Commissie
Langlopende Zaken in. Deze commissie heeft geadviseerd over langlopende, vastgelopen
zaken over sociale onveiligheid of vermoedens van misstanden tussen Defensie en (ex-)medewerkers.
De commissie werd volgend op ontvangst van haar eindrapport op 21 oktober 2020 ontbonden.
Er is blijvende aandacht voor langlopende en complexe zaken door de oprichting van
het Cluster Individuele Casuïstiek.
Vraag 3
Kunt u aangeven of het interne meldsysteem op orde is gebracht en volledig is?
Antwoord 3
Ik ben van mening dat ons meldsysteem in de basis op orde is. Tegelijkertijd zijn
altijd verbeteringen mogelijk.
Sinds het uitkomen van het rapport van de commissie-Giebels heeft Defensie het interne
meldsysteem verbeterd. Wel blijft Defensie doorlopend kritisch kijken naar de inrichting
en uitvoering van het meldproces en voert zij frequent tussentijdse evaluaties uit
naar delen van het meldsysteem. Mijn ambtsvoorganger heeft op 10 april van dit jaar
de Kamer proactief geïnformeerd over waar nog winst te behalen is (Kamerstuk 36 410 X, nr. 82). Dit betreft het consequent toepassen van de menselijke maat gedurende het gehele
proces, de-escalerend optreden en het ondersteunen van melders en leidinggevenden.
Verder bereidt Defensie momenteel – in lijn met de toekomstige verplichting hiertoe
uit de Wet bescherming klokkenluiders – de inrichting voor van het anoniem melden
van vermoedens van misstanden.
Vraag 4
Hoeveel mensen hebben in de afgelopen vijf jaar een klokkenluidersmelding gedaan?
Kunt u dat per jaar uitsplitsen?
Antwoord 4
Een klokkenluider is een melder van een vermoeden van een misstand. Een misstand is
een bijzondere categorie binnen de integriteitsschendingen. In de Wet bescherming
klokkenluiders wordt beschreven wanneer hiervan sprake is. Wanneer de secretaris-generaal
vaststelt dat er sprake is van een vermoeden van een misstand en een onderzoek hiernaar
instelt, wordt de melder van dit vermoeden aangemerkt als klokkenluider.
In praktijk gaat een melding vaker om een (vermoeden van een) integriteitsschending
in meer algemene zin dan om een (vermoeden van een) misstand. Bijvoorbeeld over ongewenst
gedrag (onder andere (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en pesten), fraude,
corruptie of misbruik van bevoegdheid. Hieronder vindt u de cijfers die zien op meldingen
die vallen binnen de definitie van een vermoeden van een misstand. De meldingen van
vermoedens van een integriteitsschending zijn te vinden in het Jaarverslag Integriteit
Defensie (Kamerstuk 36 410 X, nr. 85).
In totaal heeft Defensie in de periode 2019–2023 zes meldingen van een vermoeden van
een misstand ontvangen:
• Geen in 2019;
• Geen in 2020;
• Geen in 2021;
• Vijf in 2022;
• Eén in 2023.
Op het moment van versturen van deze Kamerbrief zijn er in het jaar 2024 nog geen
meldingen van vermoedens van misstanden bij Defensie bekend.
Vraag 5
Hoeveel van die meldingen zijn per jaar onderzocht?
Antwoord 5
Bij één van bovengenoemde meldingen is na een eerste analyse vastgesteld dat er geen
sprake was van een vermoeden van een misstand, dan wel een vermoeden van een integriteitsschending.
De overige vijf meldingen zijn wel als een vermoeden van een misstand beoordeeld en
daarom onderzocht, conform de hiervoor geldende procedure.
Vraag 6
Hoeveel mensen zijn in elk van die jaren erkend als klokkenluider? Kunt u, met inachtneming
van de privacy, zoveel mogelijk informatie over de erkende zaken geven?
Antwoord 6
De melders van de vijf (als vermoeden van een misstand erkende) meldingen zijn door
de secretaris-generaal aangemerkt als klokkenluider.
Defensie behandelt klokkenluidersmeldingen vertrouwelijk en conform de Wet bescherming
Klokkenluiders. In het belang van de privacy van de individuele medewerkers doe ik
geen uitspraken over de inhoud van de erkende gevallen. Vanwege de geringe aantallen
zou informatieverstrekking namelijk tot herleidbaarheid naar de melder kunnen leiden.
Vraag 7 en 8
Hoeveel werknemers zitten op dit moment langer dan twee jaar ziek thuis? Hoeveel van
hen zijn erkend als klokkenluider?
Hoeveel mensen die erkend zijn als klokkenluider zijn op non-actief gesteld?
Antwoord 7 en 8
Begin oktober 2024 zaten circa 146 medewerkers van Defensie langer dan twee jaar ziek
thuis. Zoals in het antwoord op vraag 4 is aangegeven, is sprake van een zeer beperkt
aantal klokkenluiders. Informatie over hoeveel melders van vermoedens van misstanden
ziek thuis zijn, dan wel op non-actief staan, is daarmee mogelijk herleidbaar naar
individuen. In het belang van de privacy van melders doe ik daarom geen uitspraken
over het gevraagde aantal.
Vraag 9 en 10
Hoeveel vaststellingsovereenkomsten zijn er gesloten zijn met Defensiepersoneel (burger
en militair) waarin een geheimhoudingsclausule is opgenomen?
Hoeveel vaststellingsovereenkomsten zijn er gesloten met Defensiepersoneel (burger
en militair) na een periode van meer dan zes maanden ziekte, waarin een geheimhoudingsclausule
is opgenomen?
Antwoord 9 en 10
De bevoegdheid tot het sluiten van vaststellingsovereenkomsten is op verschillende
commandantenniveaus in de organisatie belegd. Defensie houdt hier geen centrale registratie
van bij. Daarom kan ik niet aangeven hoeveel van dit soort overeenkomsten zijn gesloten.
Defensie neemt in vaststellingsovereenkomsten met klokkenluiders geen geheimhoudingsverklaringen
op over de tussen partijen gemaakte afspraken. Dit is in lijn met het verbod hierop
in de Wet bescherming klokkenluiders.
Vraag 11 en 12
Hoeveel van de melders hebben uiteindelijk een schikking met een zwijgbeding getroffen?
Kunt u dat per jaar uitsplitsen?
Zijn er schikkingen met een zwijgbeding getroffen met melders na ingang van de nieuwe
Wet bescherming klokkenluiders?
Antwoord 11 en 12
Met één van de melders van de eerdergenoemde vijf meldingen is een vaststellingsovereenkomst
gesloten. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 10 neemt Defensie in dergelijke
vaststellingsovereenkomsten geen geheimhoudingsverklaringen op, in lijn met de Wet
bescherming klokkenluiders.
Vraag 13
Is anoniem melden mogelijk bij Defensie? Zo ja, hoe werkt dat?
Antwoord 13
Vermoedens van integriteitsschendingen kunnen anoniem gemeld worden bij het Meldpunt
Integriteit Defensie, een extern bemenst meldpunt, momenteel vanuit Stichting Centrum
voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP). Een melding vervolgens volledig
anoniem bespreken is in de praktijk lastig. Informatie moet namelijk gedeeld worden
en deze is mogelijk herleidbaar naar de melder. Wel kan een (coördinator) vertrouwenspersoon
als tussenpersoon optreden, zodat de melding zo vertrouwelijk mogelijk wordt besproken
en de melder zelf hier niet direct betrokken hoeft te zijn.
Voor vermoedens van misstanden geldt nu nog het uitgangspunt dat vertrouwelijk kan
worden gemeld. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3, bereidt Defensie momenteel
de inrichting voor van het anoniem melden van vermoedens van misstanden.
Vraag 14
Hoe omschrijft u de meldcultuur voor klokkenluiders bij Defensie?
Antwoord 14
Ik zie sociale veiligheid als een randvoorwaarde voor het voortzettingsvermogen van
onze organisatie, te meer nu we vol inzetten op groei en ontwikkeling. Defensie werkt
dan ook doorlopend aan een cultuur waarin de norm is dat wij elkaar aanspreken op
ongewenst gedrag, fouten bespreekbaar maken en van en met elkaar leren. Een positieve
meldcultuur, waarin medewerkers zich vrij voelen om te melden, is hier onderdeel van.
Daarvoor is het noodzakelijk dat medewerkers vertrouwen hebben in de professionaliteit
van de organisatie bij de behandeling van hun melding. Uit onderzoek blijkt dat dit
vertrouwen bij veel medewerkers aanwezig is. Ik weet ook dat er melders zijn die geen
positieve ervaringen aan het doen van een melding hebben overgehouden. Dat is een
vervelende en onwenselijke situatie. Niet alleen voor de melders in kwestie, maar
ook voor andere bij de melding betrokken personen. Daarom blijf ik werken aan verbeteringen,
zoals genoemd in mijn antwoord op vraag 3.
Melders van vermoedens van misstanden melden over het algemeen over complexe situaties
die (aanvullend) onderzoek vereisen. Hierdoor zijn de behandeltrajecten vaak langer.
Dit is belastend voor zowel de melder als de andere betrokkenen. Ik wil deze melders
zo goed mogelijk ondersteunen en beschermen. Daarom staan in de regel onze meest ervaren
vertrouwenspersonen hen bij en voeren onze meest ervaren onderzoekers de vereiste
onderzoeken uit of coördineren deze. Omdat elke melding uniek is, wordt maatwerk toegepast.
In de gevallen dat melders van (mogelijke) misstanden desondanks van mening zijn dat
zij niet juist zijn behandeld door Defensie, kunnen zij dit intern kenbaar maken bij
of het Huis voor Klokkenluiders.
Vraag 15
Kunt u deze vragen ten minste drie dagen voor het wetgevingsoverleg Personeel/Materieel
d.d. 21 oktober 2024 beantwoorden?
Antwoord 15
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.