Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Hirsch en Piri over het bericht 'Anti-Palestijnse desinformatie in de Kamer: ‘Dit is niet hoe het hoort te gaan’'
Vragen van de leden Hirsch en Piri (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over het bericht «Anti-Palestijnse desinformatie in de Kamer: «Dit is niet hoe het hoort te gaan»» (ingezonden 3 juli 2024).
Antwoord van Minister Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp), mede namens
de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 2 september 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Anti-Palestijnse desinformatie in de Kamer: «Dit is
niet hoe het hoort te gaan»» uit de Groene Amsterdammer van 26 juni jongstleden?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Klopt de in het artikel gedane bewering «dit was een eigenhandig besluit van de Minister»
over de beslissing van voormalig Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Van Leeuwen om steun aan UNRWA tijdelijk op te schorten? Zo nee, hoe is dit besluit
dan wel tot stand gekomen?
Heeft toenmalig Minister van Leeuwen, gezien de intensieve betrokkenheid van de premier
op dit dossier, overleg gehad met het Ministerie van Algemene Zaken voordat hij het
besluit tot opschorting nam?
Heeft toenmalig Minister van Leeuwen overlegd met de toenmalig Minister van Buitenlandse
Zaken Bruins Slot voordat hij het besluit tot opschorting nam?
Antwoord 2, 3 en 4
Het besluit over financiering aan UNRWA ligt binnen de verantwoordelijkheid van de
Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp.
Toenmalig Minister van Leeuwen besloot in navolging van o.a. de Verenigde Staten en
het Verenigd Koninkrijk de besluitvorming over toekomstige aanvullende financiering
aan UNRWA tijdelijk op te schorten, in afwachting van de uitkomsten van nader onderzoek
naar de gedane aantijgingen. Er zijn geen lopende financiële verplichtingen opgeschort.
Toenmalig Minister van Leeuwen trad in december 2023 aan. In de periode die volgde
was en is de humanitaire situatie in Gaza en de rol van UNRWA veelvuldig onderdeel
van advisering en politieke beraadslaging. Toenmalig Ministers Bruins Slot, Van Leeuwen
en de Minister van Defensie brachten eind december 2023 een gezamenlijk bezoek aan
de regio.
Er is geen adviesnota geweest voorafgaand aan bovengenoemd besluit.
Vraag 5, 6 en 7
Klopt de bewering in het artikel dat Minister van Leeuwen de afdeling Humanitaire
Hulp (DSH/HH) niet om advies heeft gevraagd? Zo ja, waarom heeft hij de afdeling niet
om advies gevraagd? Zo nee, hoe luidde hun advies?
Is het gebruikelijk dat de Minister bij opschorting van financiering aan humanitaire
Verenigde Naties (VN)-organisaties geen advies inwint bij de afdeling Humanitaire
Hulp?
Heeft de toenmalige Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
voorafgaand aan de opschorting van financiering aan UNRWA in 2019 advies ingewonnen
bij de afdeling Humanitaire Hulp? Zo ja, waarom heeft de toenmalige Minister dat destijds
wel gedaan, maar de latere Minister in januari 2024 niet?
Antwoord 5, 6 en 7
Een Minister is bevoegd om voorafgaand aan besluitvorming advies aan ambtenaren te
vragen (en te beslissen aan wie), maar is daartoe niet verplicht. Ook als hij wel
advies vraagt, mag hij anders beslissen dan geadviseerd. Het ligt dan ook niet in
de rede om verantwoording af te leggen over hoe de interne advisering in een bepaald
geval loopt.
Vraag 8
Welke informatie, adviezen en overwegingen hebben ten grondslag gelegen aan het ingrijpende
besluit om tijdens een ongekende humanitaire crisis over te gaan tot opschorting van
financiering van een hulporganisatie, volgens Minister van Leeuwen zelf «een cruciale
spil» in de hulpverlening, met volgens Minister van Buitenlandse Zaken Bruins Slot
«aanzienlijk groot menselijk leed» tot gevolg?
Antwoord 8
Gezien de ernst van de aantijgingen was het van belang om een politiek signaal af
te geven om de beschuldigingen serieus te onderzoeken. Nederland had op dat moment
al de jaarlijkse bijdrage aan UNRWA overgemaakt en additionele financiering aan UNRWA
was niet voorzien.
Vraag 9
Heeft Nederland als donor om opheldering aan UNRWA gevraagd alvorens de voormalige
Minister dit ingrijpende besluit heeft genomen, of is het besluit zonder wederhoor
genomen?
Antwoord 9
Het betrof een beslissing om verdere besluitvorming over eventuele aanvullende bijdragen
voorlopig op te schorten. Dit besluit ging gepaard met een oproep aan alle partijen
betrokken bij het conflict om informatie met de onafhankelijke onderzoeksteams ingesteld
door de SGVN te steunen om zodoende de feiten op tafel te krijgen.
Vraag 10
Heeft u inmiddels bewijs ontvangen dat er, in de woorden van voormalig Minister van
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Van Leeuwen, «met VN-geld, eigenlijk
met ons geld, de aanslag is gepleegd op 7 oktober»? Zo ja, vindt u het bewijs onomstotelijk
dat de aanslag op 7 oktober met VN-geld, met ons geld, is gepleegd?
Antwoord 10
Daar is tot op heden geen bewijs van geleverd.
Vraag 11 en 12
Klopt het dat de voormalig Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Van Leeuwen onjuiste berichten – zoals verwijzingen naar de samenzweringstheorie «Pallywood»
en een later ontkracht bericht over vermeende Hamas-strijders in een ziekenhuis –
over de Gaza-oorlog deelde op X en later weer verwijderde?
Waarom heeft Minister van Leeuwen tussen 21 oktober en 13 november minstens vijftien
gelikete berichten van zijn account verwijderd? Waren deze berichten in strijd met
het kabinetsbeleid? Zo ja, op welke manier waren zij in strijd met het kabinetsbeleid?
Antwoord 11 en 12
De berichtgeving in het artikel spreekt over vermeende berichten van voor het Ministerschap
van de heer Van Leeuwen. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is op geen enkele manier
betrokken geweest bij het gebruik van X door de heer Van Leeuwen voordat hij Minister
werd.
Over het gebruik van X heeft de heer Van Leeuwen desgevraagd het volgende laten weten
aan een journalist van Investico die een artikel schreef voor De Groene Amsterdammer:
«Ik gebruik X als een van de bronnen van informatie. Soms lees ik berichten direct,
soms later. Als ik een bericht zie dat ik op een later moment beter wil lezen, wil
terugkijken of wil zien of dit een breder verhaal aan het worden is, like ik deze.
Het komt voor dat ik berichten weer unlike als ik deze heb gelezen. Daar zit verder
geen brede en diepe afweging achter.
Dat ik in algemene zin een bericht soms op deze manier voor mezelf markeer, betekent
niet automatisch dat ik de inhoud van het bericht goedkeur of steun betuig aan de
persoon die de post heeft geplaatst.»
Vraag 13
Heeft de Minister deze uit eigen beweging verwijderd of op advies van ambtenaren?
Antwoord 13
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is op geen enkele manier betrokken geweest bij
het gebruik van X door de heer Van Leeuwen voordat hij Minister werd.
Toen Van Leeuwen aantrad als Minister, is zoals gebruikelijk een social mediateam
zijn X-account gaan beheren. Ook toen is er vanuit het ministerie geen bemoeienis
geweest met tweets van voor zijn ministerschap.
Vraag 14
Kunnen de verwijderde X-berichten met de Kamer gedeeld worden?
Antwoord 14
Het ministerie heeft de berichten waar het artikel naar verwijst niet ontvangen van
de journalist en kan deze dus niet delen met de Kamer.
Vraag 15
Wat vindt u van de bekende samenzweringstheorie «Pallywood», waarin wordt geclaimd
dat beelden van menselijk leed uit Palestijnse gebieden allemaal in scène zouden zijn
gezet? Wat vindt u van de stelling van uw voorganger, Minister van Leeuwen, dat de
verslaggeving over de oorlog van de NOS niet objectief zou zijn?
Antwoord 15
Deze theorie is bij ons niet bekend. Het staat buiten kijf dat de humanitaire situatie
in Gaza bijzonder ernstig is, vandaar dat uw Kamer op 10 juni j.l. is geïnformeerd
over de extra Nederlandse hulpbijdrage aan Gaza1.
Vraag 16
Hoe moet het feit dat de beslissing eigenhandig door de Minister is genomen worden
bezien in het licht van de onthulling dat hij onjuiste berichten over de Gaza-oorlog
deelde op X? Was er sprake van vooringenomenheid bij de Minister?
Antwoord 16
Zoals gesteld waren tweets voor eigen rekening en is het niet aan mij om te oordelen
over vermeende vooringenomenheid van mijn voorganger.
Vraag 17
Bent u bekend met het gelekte memo van de Israëlische regering met een plan om UNRWA
uit Gaza te verdrijven?
Antwoord 17
Ja.
Vraag 18
Bent u van mening dat UNRWA verantwoordelijk is voor het voortduren van het Israël-Palestina-conflict?
Zo ja, waarom?
Antwoord 18
Nee. Na de Palestijnse vluchtelingenstroom in 1948, is UNRWA in 1949 door de Algemene
Vergadering (AVVN resolutie 302) in het leven geroepen om hulp aan Palestijnse vluchtelingen
te bieden tot een duurzame politieke oplossing is bereikt. Het wereldwijde mandaat
van UNHCR (opgericht door de AVVN in 1950) kent een expliciete uitzondering m.b.t.
Palestijnse vluchtelingen. UNRWA voorziet Palestijnse vluchtelingen van basisdiensten
op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en sociale dienstverlening en vervult
daarmee een stabiliserende rol in de regio. Ook speelt het een rol als pleitbezorger
voor de basisrechten van Palestijnse vluchtelingen, en heeft het capaciteit, expertise
en infrastructuur ter plekke die in de huidige situatie in Gaza van groot belang bleken.
Vraag 19
Herkent u het beeld dat voormalig Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Lilianne Ploumen schetst van «een voortdurende hetze tegen deze organisatie» (UNRWA)?
Zo nee, wat herkent u niet?
Antwoord 19
Gezien de uiterst complexe situatie waarin UNRWA werkt, heeft de organisatie al jaren
te maken met politieke aanvallen op de organisatie en het mandaat, alsook aantijgingen
jegens organisatie en medewerkers. UNRWA werkt zoals alle humanitaire organisaties
volgens de principes van neutraliteit, mensenrechten, tolerantie, gelijkheid en non-discriminatie.
Vraag 20
Deelt u de mening van uw voorgangers dat UNRWA een essentiële rol vervult en dat er
geen alternatief voor het werk en de infrastructuur van UNRWA in Gaza is zolang er
geen duurzame en rechtvaardige oplossing voor het conflict is gevonden?
Antwoord 20
UNRWA is een door de AVVN gemandateerde organisatie, die een bijdrage levert aan de
humanitaire respons in Gaza. Dit werd onder meer onderstreept in het rapport van Colonna,
en dit benadrukken ook andere professionele hulporganisaties – VN-organisaties maar
ook INGO’s, Artsen Zonder Grenzen en de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging. Het is
om deze reden dat de internationale gemeenschap het werk van UNRWA in Gaza financieel
en politiek blijft ondersteunen.
Vraag 21
Kunt u alle vragen afzonderlijk beantwoorden voor 22 juli?
Antwoord 21
Dit is helaas niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Mede namens
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.