Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Slootweg over het bericht ‘Griekenland gaat staatsschuld eerder aflossen als gebaar naar beleggers’
Vragen van het lid Slootweg (CDA) aan de Minister van Financiën over het bericht «Griekenland gaat staatsschuld eerder aflossen als gebaar naar beleggers» (ingezonden 17 juli 2023).
Antwoord van Minister Kaag (Financiën) (ontvangen 21 augustus 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Griekenland gaat staatsschuld eerder aflossen als gebaar
naar beleggers»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe kijkt u aan tegen de voorstellen van Griekenland?
Antwoord 2
Zoals ik de nieuwberichten begrijp is Griekenland voornemens om een deel van de bilaterale
leningen die het land onder de zogenoemde Greek Loan Facility (GLF) van de lidstaten van de eurozone verkreeg, vervroegd af te lossen. Het is een
positief signaal dat Griekenland een deel van de bilaterale schuld aan de eurozonelanden
vervroegd wil aflossen en daarmee versneld een groter deel van de staatsschuld eigenstandig
op de financiële markten zal financieren. Het past ook in het bredere beeld dat Griekenland
op de goede weg is met de uitvoering van hervormingen en prudent begrotingsbeleid.
In de afgelopen jaren loste Griekenland de schuld aan het Internationaal Monetair
Fonds en ook een deel van de GLF reeds vervroegd af2.
Vooralsnog hebben de Europese instellingen en de lidstaten voor zover ik kan overzien
nog geen officieel verzoek voor de vervroegde aflossing ontvangen. Bij vervroegde
aflossing van een deel van de financiële steun die sinds 2010 is ontvangen moet toestemming
worden gevraagd om de overige steun, verleend door het EFSF en het ESM, niet naar
rato ook vervroegd af te lossen. Uw Kamer wordt daarover zoals gebruikelijk geïnformeerd.
Vraag 3
Zou de beoordeling door de kredietbeoordelingsbureausniet onderdeel moeten worden
van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP)?
Antwoord 3
Daar is naar mijn mening geen noodzaak toe. De beoordelingen over de risico’s voor
de houdbaarheid van de overheidsschuld die reeds door de Europese Commissie worden
opgesteld en in het kader van de voorgestelde hervorming van het SGP een rol zullen
krijgen in de Europese begrotingsregels zijn gebaseerd op een brede en diepgaande
analyse van de uitdagingen voor de overheidsfinanciën van elke lidstaat. Op basis
daarvan kunnen ook cijfermatige landspecifieke uitgavenpaden worden vastgesteld waarop
in het toekomstige SGP kan worden getoetst. De beoordeling van kredietbeoordelingsbureaus
voegt daar in mijn ogen geen waarde aan toe.
Vraag 4
Geeft de situatie in Griekenland niet aan dat het belangrijk is om een geloofwaardige
afbouw van overheidsschulden te hebben in plaats van te koersen op een anticyclisch
beleid in het nieuwe SGP?
Antwoord 4
Schuldafbouw en anticyclisch beleid sluiten elkaar niet uit. Anticyclisch beleid draagt
ertoe bij dat in een economische neergang bezuinigingen geen onnodige permanente schade
toebrengen aan de economie van een lidstaat. Bij echt anticyclisch beleid zal in tijden
van economische voorspoed de schuldquote bovendien extra snel dalen, omdat budgettaire
meevallers niet kunnen worden benut voor hogere uitgaven of voor belastingverlagingen.
Symmetrisch anticyclisch begrotingsbeleid, dus zowel in slechte als goede tijden,
is daarom van groot belang. Een geloofwaardige afbouw van hoge overheidsschulden is
naar de mening van dit kabinet nodig om ervoor te zorgen dat alle lidstaten voldoende
buffers opbouwen om zelf crises op te vangen en ook om in een economische neergang
de automatische stabilisatoren volledig te kunnen laten werken. Met de sterkere focus
op de middellange termijn zoals nu voorzien wordt voor het SGP in de toekomst is het
mogelijk om beide, dus zowel geloofwaardige afbouw van hoge overheidsschulden als
anticyclisch beleid, te realiseren.
Vraag 5
Bent u bereid om het Griekse beleid tot voorbeeld te maken voor Italië, Frankrijk,
Spanje en Portugal?
Antwoord 5
Het is moeilijk om de ervaringen van het ene land zondermeer toe te passen op andere
landen. De drastische budgettaire ombuigingen en de zeer negatieve economische ontwikkeling
in Griekenland in de periode 2009–2016 zullen andere landen bij voorkeur bespaard
blijven. Het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking in Griekenland was
vorig jaar nog altijd slechts iets groter dan het niveau van twintig jaar eerder.
Hoewel de economische groei sinds 2016 weer in de buurt ligt van het gemiddelde van
de eurozone en de Griekse economie snel herstelde van de Covid-crisis, is de economische
schade die na 2009 ontstond nog steeds niet hersteld.
Tegelijkertijd is de ervaring van Griekenland natuurlijk wel belangrijk om mee te
nemen naar de toekomst toe. Het laat namelijk zien dat via het doorvoeren van structurele
hervormingen, in zowel de begroting als de economie, het uiteindelijk mogelijk is
om tegelijkertijd economisch te groeien en toch een substantieel primair overschot
op de begroting te realiseren en daarmee de schuldquote snel te laten dalen. Daarbij
merk ik graag op dat ook Portugal in dat opzicht sinds 2014 een positief beeld heeft
laten zien, met een combinatie van economische groei en sinds 2016 een snelle afbouw
van de schuldquote (ruw onderbroken door de Covid-crisis). Ook voor Portugal zijn
de vooruitzichten op deze vlakken relatief goed.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.