Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Slootweg over het bericht 'Mr. Frank Visser wil onterechte BKR-registraties aanpakken' en de bijbehorende uitzending van Radar
Vragen van het lid Slootweg (CDA) aan de Minister van Financiën over het bericht «Mr. Frank Visser wil onterechte BKR-registraties aanpakken» van 3 april 2023 en de bijbehorende uitzending van Radar (ingezonden 18 april 2023).
Antwoord van Minister Kaag (Financiën) (ontvangen 23 juni 2023). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2482.
Vraag 1
Heeft u de uitzending van Radar bekeken en wat vindt u van de rapportage over het
BKR?1
Antwoord 1
Ja. Ik vind het goed dat er aandacht is voor dit belangrijke maatschappelijke onderwerp.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat mensen vaak niet op de hoogte worden gesteld van een negatieve
BKR-registratie, terwijl bijna een half miljoen mensen te maken krijgt met een negatieve
registratie, die veel impact op de persoonlijke levens van mensen kan hebben?
Antwoord 2
Het is belangrijk dat consumenten de mogelijkheid hebben om op de hoogte zijn van
hetgeen over hen is opgenomen in registratiesystemen zoals dat van het BKR. Het Algemeen
Reglement van het BKR (algemeen reglement) schrijft voor dat kredietverstrekkers consumenten
tijdig waarschuwen dat het niet tijdig betalen van een betalingsverplichting zal leiden
tot een negatieve registratie bij het BKR.2 Ik vind het van groot belang dat deze regels worden nageleefd.
Vraag 3
Hoe rijmt het volgens u met artikel 5 van de Algemene verordening gegevensbescherming
(AVG), juncto punt 39 en 61 van de preambule AVG, dat consumenten altijd vooraf worden
geïnformeerd, terwijl volgens het Algemeen reglement van het BKR alleen een meldingsplicht
geldt bij de relatief lichte A-code, maar bijvoorbeeld niet bij een zwaardere code,
zoals 2 of 3, terwijl die veel meer impact heeft?
Antwoord 3
Het staat voor mij voorop dat altijd voldaan moet worden aan de voorschriften uit
de AVG. Dat geldt in dit geval ook voor de kredietverleners en het BKR. Het is aan
de Autoriteit Persoonsgegevens als toezichthouder op het verwerken van persoonsgegevens
of aan de rechter om te beoordelen of er in deze specifieke situatie sprake is van
een al dan niet juiste uitleg en toepassing van de AVG. Als een consument meent dat
de wijze waarop het BKR momenteel persoonsgegevens verwerkt niet in lijn is met de
AVG dan is het mogelijk om een klacht in te dienen bij de AP of een gerechtelijke
procedure te starten tegen het BKR.
Vraag 4
Bent u bereid om in gesprek te gaan met kredietinstellingen over het beter informeren
van klanten inzake registratie en de gevolgen daarvan?
Antwoord 4
Op dit moment wordt er gewerkt aan een wetsvoorstel met betrekking tot het stelsel
van kredietregistratie. Hierover heb ik gesproken met onder andere kredietinstellingen.
Dit wetsvoorstel is momenteel in internetconsultatie. Met dit wetsvoorstel wordt een
mogelijkheid voor de Minister van Financiën gecreëerd om voorwaarden te stellen aan
het BKR en de aansluiting van kredietinstellingen bij het BKR. Dergelijke voorwaarden
kunnen ook zien op de wijze van informeren van consumenten. Voor de volledigheid wijs
ik er op dat zowel de kredietverstrekkers als BKR momenteel al gehouden zijn aan de
wettelijke verplichtingen over het informeren van consumenten zoals neergelegd in
de AVG. Ik verwacht uiteraard dat zij voldoen aan deze verplichtingen.
Vraag 5
Bent u het met de heren Visser en Thakoerdien eens dat iemand die een paar betaaltermijnen
heeft gemist, niet hetzelfde moet worden behandeld als een zware wanbetaler?
Antwoord 5
Ik vind het belangrijk dat kredietverstrekkers beoordelen of kredietverlening aan
consumenten verantwoord is. Het staat op voorhand niet vast dat iemand die slechts
enkele betaaltermijnen miste, per definitie een betere financiële draagkracht heeft
dan iemand die vaker in gebreke bleef. Het is immers mogelijk dat er structurele financiële
problemen schuilgaan achter het missen van een paar betaaltermijnen. Het is daarom
belangrijk dat kredietverstrekkers zelf een afweging maken op basis van de omstandigheden
van de persoon die een krediet aanvraagt. Het raadplegen van het BKR is daar een onderdeel
van, maar het blijft aan de kredietinstellingen om de informatie uit het BKR-register
te wegen om te beoordelen of het verantwoord is om krediet te verstrekken.
Vraag 6
Vindt u het in alle gevallen noodzakelijk dat gegevens vijf jaar lang in het BKR geregistreerd
blijven staan, met grote gevolgen voor de persoonlijke levens van mensen, zoals bij
de aanschaf van een huis?
Antwoord 6
Om de consument te beschermen tegen het afsluiten van kredieten die hij of zij niet
kan terugbetalen hecht ik er veel belang aan dat kredietverstrekkers een goed beeld
hebben van de financiële positie van consumenten die krediet aanvragen. Zo wordt tegengegaan
dat er krediet wordt verstrekt dat niet passend is voor de consument, waarmee kan
worden voorkomen dat consumenten in financiële problemen terechtkomen en waarmee kredietverstrekkers
hun eigen risico’s kunnen beperken. Het registreren van gegevens bij BKR draagt daaraan
bij doordat het kredietvertrekkers meer inzicht biedt of er reeds betalingsverplichtingen
zijn voor verstrekte kredieten, in de betaalgeschiedenis en in eventuele betalingsachterstanden
die consumenten hebben, of recent hebben gehad. Alleen gedurende de termijn dat de
gegevens bewaard worden kan de kredietverstrekkers deze gegevens in ogenschouw nemen
bij haar beoordeling van de kredietwaardigheid van een consument.
Tegelijkertijd ben ik mij er van bewust dat een registratie bij het BKR ertoe kan
leiden dat consumenten een belemmering ervaren bij het verkrijgen van nieuw krediet,
zoals een hypotheek. In haar advies over wettelijke waarborgen bij kredietregistratie
stelt de AP ook dat het wenselijk is om in wetgeving keuzes te maken over de bewaartermijnen
van persoonsgegevens.3 In het wetsvoorstel dat momenteel in voorbereiding is – waar ik al naar verwees in
de beantwoording van vraag 4 – zijn ook bepalingen opgenomen ten aanzien van de registratietermijnen
bij het BKR, waarbij ik ook de mogelijke nadelige effecten van een BKR-registratie
in ogenschouw neem.
Tot slot is het van belang om te onderscheiden dat het niet noodzakelijkerwijs de
registratie bij het BKR als zodanig is die leidt tot negatieve gevolgen. Het is aan
de kredietverstrekker om te beoordelen of het verantwoord is om een krediet te verstrekken.
Het register van het BKR zorgt er slechts voor dat de kredietverstrekker over informatie
kan beschikken ten behoeve van deze beoordeling. Raadpleging van het stelsel van kredietregistratie
vormt dus enkel het instrument om inzicht te krijgen in welke kredieten een consument
al heeft met als doel om betalingsproblemen in de toekomst te voorkomen. Het is belangrijk
dat een kredietverstrekker samen met een consument kijkt hoe het beste kan worden
omgegaan met betalingsachterstanden. Als consumenten desondanks van mening zijn dat
hun BKR-registratie te zware nadelige gevolgen voor hen heeft, kunnen zij op basis
van het algemeen reglement een verzoek tot verwijderen van de registratie indienen
bij de kredietinstelling die de gegevens geregistreerde of kunnen zij in beroep gaan
tegen de registratie bij het Kifid of de rechter.
Vraag 7
Deelt u de mening dat meer maatwerk nodig is bij kredietregistraties?
Antwoord 7
Een kredietregistratie dient een accuraat beeld te geven van de kredieten van de consument
en van eventuele betalingsachterstanden. Het is echter vervolgens de verantwoordelijkheid
van de kredietverstrekker om maatwerk te leveren door op basis van informatie uit
het register en andere beschikbare informatie en de specifieke omstandigheden van
een consument te bepalen of het verlenen van krediet verantwoord is.
Voor zover de kredietregistratie de financiële situatie van de consument niet goed
reflecteert, bestaat de mogelijkheid hiertegen bezwaar te maken. Hierdoor kunnen eventuele
fouten of onnauwkeurigheden worden gecorrigeerd waardoor de registratie een beter
beeld geeft van de werkelijke omstandigheden. Deze bezwaarmogelijkheid draagt bij
aan het waarborgen van een eerlijke en nauwkeurige kredietregistratie.
Vraag 8
Vindt u ook dat het BKR, weliswaar in overleg met de kredietverstrekker, zelf een
rol zou moeten kunnen spelen bij het beoordelen van het al dan niet verwijderen van
een BKR-registratie, mede omdat zij als centrale partij zicht heeft op leen- en betalingsgedrag
van consumenten en daarin consumenten bescherming kan bieden en van daaruit kan beoordelen
of een registratie van vijf jaar proportioneel is?
Antwoord 8
De rol die het BKR moet spelen bij het beoordelen van verzoeken tot het verwijderen
van registraties, kan worden beschouwd als een vraag of het BKR al dan niet is aan
te merken als een verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de AVG. De rol van verwerkingsverantwoordelijke
brengt namelijk op grond van artikel 21 van de AVG een verplichting met zich om bezwaren
tegen verwerking van persoonsgegevens in behandeling te nemen. Dit vraagstuk wordt
momenteel behandeld in een gerechtelijke procedure. Een eerste gerechtelijke uitspraak
hierover is reeds gedaan4 maar een vervolgprocedure bij een hogere rechterlijke instantie loopt momenteel nog.
Ik wil niet vooruitlopen op de uitkomsten hiervan.
De verantwoordelijkheid voor verwijdering van BKR-registraties is tevens een van de
onderwerpen waarover het wetsvoorstel dat in voorbereiding is meer duidelijkheid moet
gaan bieden.
Vraag 9
Bent u bereid om in gesprek te gaan met kredietinstellingen om een eenduidige omgang
met het al dan niet verwijderen van BKR-registraties vorm te geven?
Antwoord 9
Het is niet in het belang van consumenten als er al te grote discrepanties zijn in
de wijze waarop kredietinstellingen omgaan met verzoeken van consumenten om BKR-registraties
te verwijderen. Daar staat tegenover dat beoordelingen van verwijderingsverzoeken
onmogelijk volledig gelijk uitgevoerd kunnen worden. Het betreft immers telkens een
afweging gebaseerd op de concrete omstandigheden van de consument, die altijd van
geval tot geval zullen verschillen.
Ik verwelkom het dat het BKR reeds in 2018 een «Handreiking Belangenafweging» heeft
gepubliceerd met kaders voor kredietverstrekkers om de afweging op een zorgvuldige
en zo veel mogelijk vergelijkbare wijze uit te voeren. Op dit moment zie ik ook vooral
een rol voor kredietinstellingen om te komen tot een gelijke manier van afhandeling
van bezwaren tegen BKR-registraties, zeker wanneer een consument bezwaar maakt tegen
BKR-registraties van achterstanden bij verschillende kredietverstrekkers. Ik moedig
kredietverstrekkers aan om te kijken wat daarbij mogelijk is.
Vraag 10
Kunt u aangeven naar welke wet de heer Van den Bosch van het BKR in de uitzending
van Radar verwijst en welke bepalingen hierin van toepassing zijn op de registratie
van conflicten met het BKR onder de code 9, als hij het over de AVG heeft, waarin
volgens hem staat dat conflicten met het BKR moeten worden geregistreerd?
Antwoord 10
Uit navraag bij het BKR blijkt dat de heer Van den Bosch in de uitzending van Radar
verwijst naar de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), specifiek naar artikelen 4,
lid 3 en 18, lid 1, onder d van deze Verordening. Deze artikelen schrijven voor dat
een consument die bezwaar heeft gemaakt tegen de verwerking van zijn of haar persoonsgegevens
het recht heeft om die persoonsgegevens te laten markeren in afwachting van definitieve
besluitvorming rondom het bezwaar.
Vraag 11
Klopt volgens u de stelling van het BKR in de uitzending dat zij volgens de wet verplicht
is om code 9 te registreren, terwijl uit de uitspraak van de rechtbank van 11 april
2022 het tegenovergestelde blijkt en het BKR werd veroordeeld tot het verwijderen
van code 9, omdat die volgens de rechter onrechtmatig was geplaatst en het BKR niet
heeft voldaan aan haar transparantie- en informatieplicht op grond van artikelen 5
en 14 van de AVG?
Antwoord 11
Indien een consument bezwaar maakt tegen de verwerking van zijn of haar persoonsgegevens,
dan heeft de consument op grond van de AVG het recht dat de verwerking van die persoonsgegevens
tijdelijk worden beperkt. De beperking moet dan worden gemarkeerd, waarmee wordt aangegeven
dat de consument bezwaar heeft gemaakt tegen een registratie. Op de website van het
BKR valt te lezen dat zij invulling geven aan deze wettelijke verplichting met «code
9».5
Het gebruik van de «code 9» door het BKR was ook aan de orde in de zaak van 11 april
2022.6 Echter, de rechter beoordeelde niet of het markeren van persoonsgegevens, zoals het
gebruik van code 9, in zijn algemeenheid onrechtmatig is. De voorliggende vraag betrof
in hoeverre het BKR de consument voldoende had geïnformeerd rondom het plaatsen van
de markering. De rechter komt tot de conclusie dat de codering onrechtmatig is doordat
het BKR niet heeft aangetoond dat zij ten aanzien van de plaatsing van de codering
bij de kredietregistraties van de consument in het CKI heeft voldaan aan de op haar
rustende transparantie- en informatieplicht.
Vraag 12
Kunt u nagaan wat het BKR bedoelt met de verklaring dat code 9 al lang in hun reglement
staat en wat de implicaties hiervan zijn voor consumenten die te maken hebben met
registraties onder deze code, terwijl deze code niet wordt genoemd in het algemeen
reglement van het BKR, dat toegankelijk is voor consumenten, waardoor zij geen inzicht
hebben in de betekenis en het gebruik van code 9?
Antwoord 12
Het BKR gebruikt de code 9 wanneer een consument bezwaar heeft gemaakt tegen een registratie
en dus de verwerking van de betreffende persoonsgegevens tijdelijk is beperkt. Navraag
bij het BKR leert dat in artikel 30 van het algemeen reglement de bezwaaroptie van
de consument is opgenomen waarmee de situatie waarin deze code toegepast wordt, te weten de afhandeling van een bezwaar, al langere
tijd is opgenomen in het algemeen reglement. Er is daarbij echter niet specifiek opgenomen
dat in een dergelijke situatie de code «9» wordt gebruikt. Het BKR geeft aan dat hiervoor
is gekozen omdat dit van een dusdanig technisch niveau is, dat zij het niet passend
acht om dit op te nemen in het algemeen reglement omwille van de begrijpelijkheid
en toegankelijkheid. In de actuele versie van het algemeen reglement is wel, in artikel 30
lid 5, toegelicht dat gedurende afhandeling van een bezwaar de gegevens tijdelijk
niet meer zichtbaar zijn en in plaats daarvan «de onvolledigheid wordt gemarkeerd».
Hiermee wordt gedoeld op het gebruik van code 9.
Het BKR wijst er verder op dat consumenten bij het gebruik maken van het recht op
inzage, wanneer gegevens zijn gemarkeerd met code 9, wel een toelichting ontvangen
over het gebruik van deze code; er wordt dan verklaard dat de registratie tijdelijk
onvolledig is vanwege gevraagde beperking van de verwerking. Tevens is de informatie
over de code 9 ook te raadplegen op de website van het BKR.
Vraag 13
Kunt u nagaan of het klopt dat code 9 pas na de uitzending van Radar op de website
van het BKR is geplaatst en wat betekent dit volgens u voor de transparantie en proactieve
informatievoorziening van het BKR aan consumenten en andere betrokkenen?
Antwoord 13
Uit contact met het BKR is naar voren gekomen dat de code 9 al langere tijd bestaat,
maar dat het BKR hier recent extra informatie over heeft opgenomen op haar website
vanwege de toegenomen publiciteit hieromtrent. Het BKR geeft hierbij als toelichting
dat de code voorheen niet op de website stond omdat het een statusmelding betreft
die op basis van verplichtingen vanuit de AVG wordt toegepast. Dit in tegenstelling
tot de overige codes, die dienen om informatie te geven over het verloop van een geregistreerd
krediet.
Vraag 14
Klopt het volgens u dat zakelijke klanten van het BKR de mogelijkheid hebben om een
code 9 te plaatsen in de BKR-database indien zij het niet eens zijn met een uitspraak
van een rechter of een ander juridisch conflict hebben met een consument, en wat zijn
daarvoor de voorwaarden, regels en procedures?
Antwoord 14
Van BKR heb ik vernomen dat kredietverstrekkers deze markering inderdaad kunnen toepassen
om een tijdelijke beperking van de verwerking aan te geven, zolang als zij nog geen
zekerheid hebben over de juistheid van de persoonsgegevens. Dit is ook opgenomen in
artikel 30 lid 5 van het algemeen reglement van het BKR. De code wordt dus toegepast
zolang er geen overeenstemming is met een consument over een ingediend bezwaar, en
wordt niet langer gebruikt wanneer dit conflict is beslecht.
Vraag 15
Wat vindt u van het onderzoek naar de dubieuze website vergelijkbaar met de website
van juridisch dienstverlener Dynamiet Nederland, die terug te leiden was naar het
PR-bureau van het BKR, en wat is daarvan volgens u het gevolg voor de integriteit
en betrouwbaarheid van het BKR?
Antwoord 15
Ik heb met verbazing kennis genomen van de berichtgeving rondom de gang van zaken
bij het PR-bureau LVB Networks. Door anoniem een website met een gelijkluidende naam
als de juridisch dienstverlener Dynamiet Nederland op te tuigen hebben de betreffende
medewerkers van LVB Networks op een kwalijke wijze gehandeld. De betreffende medewerkers
van LVB Networks hebben wel destijds publiekelijk aangegeven dat zij op eigen initiatief
en persoonlijke titel handelden.
Ik stel vast dat deze kwestie BKR in een negatief daglicht heeft geplaatst.
Vraag 16
Wat vindt u ervan dat er eerdere veroordelingen zijn geweest waarbij het BKR codes
moest verwijderen, maar nu voor het eerst code 9 heeft geregistreerd toen sprake was
van een beklag?7
Antwoord 16
Ik heb van BKR begrepen dat er geen sprake is van gebruik van code 9 na een definitieve
uitspraak om gegevens te verwijderen, maar dat dit slechts wordt toegepast gedurende
de gerechtelijke procedures waarin de juistheid van de registratie ter discussie staat.
Het BKR stelt dat het onjuist is dat de code 9 nu voor het eerst werd gebruikt omdat
deze al vaker werd toegepast wanneer er procedures liepen over een verzoek tot verwijderen
van een registratie.
Ik vind het primair van belang dat het BKR en de kredietverstrekkers de voorschriften
uit de AVG correct naleven, net als overigens het geval is voor alle andere partijen
die persoonsgegevens verwerken. Het is aan de AP om hierop toe te zien. Mocht een
consument van mening zijn dat het BKR de voorschriften vanuit de AVG overtreedt dan
kan daarover een klacht worden ingediend bij de AP. Tevens is het mogelijk om een
gerechtelijke procedure te starten.
Vraag 17
Bent u voornemens om eventuele maatregelen te treffen om de consumentenbescherming,
transparantie en integriteit bij het BKR te waarborgen?
Antwoord 17
Een belangrijk doel van het wetsvoorstel omtrent kredietregistratie dat ik in voorbereiding
heb, is het scheppen van wettelijke waarborgen en vergroten van de transparantie rondom
het registreren van krediet. Dit wetsvoorstel is nu in consultatie.
Vraag 18
Is het volgens u gerechtvaardigd dat een belangrijke wettelijke taak om kredieten
te registreren om te voorkomen dat mensen in de schulden raken, waarbij gegevens van
12 miljoen mensen worden verwerkt, door private partijen wordt uitgevoerd, zonder
dat het BKR wordt gecontroleerd door de overheid of financiële toezichthouders?
Antwoord 18
Naar mijn oordeel is het inderdaad wenselijk dat de overheid een grotere rol speelt
bij het stelsel van kredietregistratie, gelet op de belangrijke maatschappelijke rol
hiervan bij het tegengaan van problematische schulden. Het wetsvoorstel dient om dit
te bewerkstellingen.
Vraag 19, 20 en 21
Wat vindt u van het pleidooi van de heren Visser en Thakoerdien dat er een onafhankelijke
toezichthouder moet komen die controleert of consumenten redelijke registraties krijgen
van kredietverstrekkers en het BKR?
Wat vindt u van het pleidooi van de heren Visser en Thakoerdien dat een toezichthouder
nodig is die zowel adequaat kan ingrijpen op het handelen van het BKR, maar ook klanten
van het BKR op de vingers moet kunnen tikken?
Ziet u hier een taak weggelegd voor de Autoriteit Persoonsgegevens?
Antwoord 19, 20 en 21
Momenteel heeft de AP al de wettelijke taak om toezicht te houden op de verwerking
van persoonsgegevens, dat geldt ook ten aanzien van gegevensverwerking door het BKR
en de kredietverstrekkers. Het ligt niet voor de hand om de AP ook toezicht te laten
houden op het overige handelen van BKR of de redelijkheid van registraties, gezien
dit niet passend is bij de bestaande taakstelling en verantwoordelijkheden van de
AP ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft reeds de mogelijkheid om op te treden
tegenover kredietverstrekkers wat betreft hun verplichting om deel te nemen aan het
stelsel van kredietregistratie op grond van artikel 4:32 Wet financieel toezicht (Wft)
en de verplichting om het stelsel te raadplegen op grond van artikel 114 Besluit Gedragstoezicht
financiële ondernemingen Wft. Ik zie geen rol voor de AFM – of een andere toezichthouder
– wat betreft de wijze waarop de kredietinstellingen de informatie uit het register
van BKR wegen. De kredietverstrekkers hebben namelijk op basis van contractvrijheid
de ruimte om hun eigen afweging te maken of zij al dan niet een krediet willen verlenen
aan een consument.
Het creëren van additionele waarborgen rondom kredietregistraties is het primaire
doel van het wetsvoorstel dat nu in consultatie is. Hiermee krijgt de overheid tevens
meer zeggenschap over de beheerder van de kredietregistratie en de gegevens die deze
registreert.
Vraag 22
Kunt u aangeven wie in de Toezichtsraad van het BKR zit en bent u na het bekijken
van de uitzending van Radar van mening dat zij hun maatschappelijke toezichtrol adequaat
uitoefenen?
Antwoord 22
De leden van de Raad van Commissarissen van het BKR zijn prof. dr. S.C.W. Eijffinger
(vz), drs. J.W.A. Andriessen RA (vice-vz), mw. mr. M.A. Halverhout (lid) en E.H. Ubels
MBA (lid).
Het beleid van de onderneming is primair aan het bestuur. De raad van commissarissen
heeft de taak om toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene
gang van zaken. Ik acht het van belang dat de Raad van Commissarissen hierbij rekening
houdt met de maatschappelijke functie van stichting BKR.
Vraag 23
Vindt u dat voor een onafhankelijke controle op het BKR de Minister van Financiën
invloed zou moeten kunnen hebben op wie zitting hebben in de Raad van Toezicht van
het BKR, omdat zij de handelwijze van de directie die een overheidstaak uitvoert,
vanuit een sterk maatschappelijk perspectief moeten kunnen controleren?
Antwoord 23
In het wetsvoorstel waarover ik momenteel consulteer wordt het beheer van het stelsel
van kredietregistratie een wettelijke taak. Het is mogelijk om voorschriften te verbinden
aan de aanwijzing van de uitvoerder van de wettelijke taak, bijvoorbeeld ten aanzien
van de benoeming van het bestuur van BKR. Ik zal hierbij bezien of het nodig is om
ook voorwaarden te stellen aan de samenstelling van de Raad van Commissarissen.
Vraag 24
Bent u reeds in gesprek gegaan met Stichting Onterechte BKR-Registraties, en zo niet,
zou u dit dan op korte termijn willen doen?
Antwoord 24
Op 13 april jl. heeft een overleg plaatsgevonden tussen dhr. Takoerdien en dhr. Visser
namens Stichting Onterechte BKR-Registraties en enkele ambtenaren van mijn ministerie
die betrokken zijn bij het opstellen van het wetsvoorstel omtrent kredietregistratie.
Vraag 25
Bent u bereid de door hen aangekaarte problematiek te betrekken bij de vormgeving
van de nieuwe wetgeving inzake het BKR?
Antwoord 25
Zoals genoemd in de beantwoording van meerdere vragen ziet het wetsvoorstel onder
andere op veel van de onderwerpen waar de Stichting Onterechte BKR-Registraties aandacht
voor vraagt. De openbare consultatie over het wetsvoorstel loopt momenteel, zodat
alle belanghebbenden hun zienswijze op het voorstel kenbaar kunnen maken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.