Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over lagere prijzen in Duitsland voor dagelijkse boodschappen en het uitblijven van de grenseffectentoets
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over lagere prijzen in Duitsland voor dagelijkse boodschappen en het uitblijven van de grenseffectentoets (ingezonden 14 februari 2023).
Antwoord van Minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 18 april
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1846.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Klant vlucht naar Duitsland»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Vindt u de Europese eenheid belangrijk? Zo ja, kunt u dan duiden waarom de prijs voor
dagelijks boodschappen in België en Duitsland vele malen lager liggen?
Waarom draait u hardwerkende burgers een poot uit, terwijl de prijzen voor de dagelijkse
boodschappen in Duitsland veel lager liggen door lagere btw en accijnzen? Kunt u deze
vraag gedetailleerd beantwoorden?
Antwoord 2 en 3
Ik vind de Europese eenheid belangrijk. Het vrije verkeer van personen, goederen en
diensten is een groot goed. Met de euro als gezamenlijke munt kunnen prijzen in verschillende
landen gemakkelijker vergeleken worden, wat de concurrentie tussen bedrijven bevordert
en de consument ten goede komt. Voor de accijnzen kent de EU minimumtarieven. Lidstaten
zijn vrij om hogere accijns te heffen. Zij kunnen hier meerdere redenen voor hebben.
De reden kan bijvoorbeeld budgettair zijn ingegeven, maar kan ook zijn om nationaal
beleid op het terrein van bijvoorbeeld klimaat of preventie te ondersteunen.
Het is niet zo dat de prijzen voor dagelijkse boodschappen over het algemeen lager
liggen in onze buurlanden. Uit cijfers van Eurostat blijkt juist dat voedsel en niet-alcoholische
dranken in Nederland relatief goedkoper zijn dan in Duitsland of België in 2021.2 Dat betekent echter niet dat er helemaal geen prijsverschillen bestaan. Deze worden
met name veroorzaakt door factoren als concurrentie en prijsgevoeligheid, maar ook
verschillende accijns- en btw-tarieven spelen een rol bij de totstandkoming van marktprijzen.
Voor alcoholische dranken geldt dat in Nederland de accijns op bier hoger is dan in
België en Duitsland. Voor wijn is de Nederlandse accijns hoger dan in Duitsland en
fractioneel hoger dan in België. Voor gedistilleerde dranken geldt dat de Nederlandse
accijns hoger is dan in Duitsland, maar weer substantieel lager is dan in België.3 De verschillen in btw-tarieven voor dagelijkse boodschappen met onze buurlanden zijn
beperkt: 9% in Nederland, 7% in Duitsland en 6% in België.
De accijnzen in omringende landen zijn niet bepalend voor de Nederlandse accijnstarieven.
Wel worden grenseffecten bij wijzigingen in het accijnsbeleid meegenomen. In beginsel
bepalen aanbieders van producten en diensten zelf hun prijzen en in hoeverre zij belastingverhoging
en -verlaging aan hun klanten doorberekenen.
Vraag 4 en 5
Bent u zich ervan bewust dat in de grensregio hele stukken niemandsland ontstaan,
doordat Nederlanders massaal in het buitenland boodschappen gaan doen? Bent u op de
hoogte van het feit dat de regionale economie keihard wordt geraakt doordat vrijwel
alle mensen uit de grensregio hun levensmiddelen, verzorgingsproducten, maar ook alcohol
in België en Duitsland halen? Kunt u deze vraag gedetailleerd beantwoorden?
Bent u bekend met het feit dat het voorzieningenniveau wordt uitgehold en de leefbaarheid
ernstig onder druk komt te staan?
Antwoord 4 en 5
Naar aanleiding van de aanpassing van het lage btw-tarief in 2019 heeft het Institute
for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM) onderzoek
gedaan naar de grenseffecten daarvan. De voornaamste conclusie van dit onderzoek tendeert
naar een beperkte impact van prijsveranderingen op het grensoverschrijdende bestedingsgedrag
van consumenten, gegeven de bestaande prijsverschillen aan weerszijden van de grens
en de vaak ook grote prijsverschillen binnen Nederland (tussen bijvoorbeeld verschillende
supermarktketens).
Empirische studies als deze laten daarnaast zien dat de mate waarin belastingverhogingen
en bijbehorende prijsstijgingen leiden tot grenseffecten erg afhankelijk is van de
context en daarnaast sterk kan verschillen tussen producten. Er is een grote variatie
in de doorberekening van prijsverschillen door bedrijven aan consumenten: het is erg
product-, dienst- en grensstreekafhankelijk.
Grote prijsverschillen tussen binnenlandse supermarkten waarbij de duurdere supermarkten
ondanks de hogere prijzen concurrerend en winstgevend zijn, impliceren dat niet uitsluitend
prijsverschillen bepalend zijn voor het koopgedrag van consumenten. De keuze van de
consument om in Nederland of in het buitenland aankopen te doen wordt, naast prijsverschillen,
beïnvloed door veel factoren, zoals de openingstijden van winkels, de sfeer, de kwaliteit
van producten en de taal.
Het is duidelijk dat individuele bedrijven in een aantal gevallen concurrentie ervaren
van bedrijven over de grens. Er zijn mij echter geen aanwijzingen bekend van het ontstaan
van hele stukken niemandsland in de grensregio’s. Ik heb bovendien geen aanwijzingen
dat het voorzieningenniveau in grensregio’s daadwerkelijk wordt uitgehold ten gevolge
van prijsverschillen met de buurlanden, waardoor de leefbaarheid ernstig onder druk
zou staan. Het generieke beeld dat wordt geschetst herken ik niet.
Vraag 6
Wilt u eindelijk werk maken van de lang geleden beloofde grenseffectentest, waarmee
gekeken gaat worden naar het eventuele effect van nieuw beleid vanuit Den Haag in
de grensregio’s, teneinde de concurrentiepositie met de buurlanden niet verder te
verslechteren? Kunt u deze vraag gedetailleerd beantwoorden?
Antwoord 6
Het kabinet heeft sinds 2021 als verplichte kwaliteitseis in het integraal afwegingskader
(IAK) opgenomen, om bij voorgenomen (nieuw of gewijzigd) beleid en regelgeving – wanneer
aan de orde – ook rekening te houden met grenseffecten. Ter ondersteuning van deze
verplichte kwaliteitseis is een Leidraad Grenseffecten opgesteld. Nederland is hiermee
koploper in Europa.
Conform genoemde leidraad houdt ook het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
bij ontwikkeling van nieuw beleid of wetgeving, herziening van beleid of wetgeving
of bij implementatie van Europees recht rekening met grenseffecten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.