Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Slootweg en Heinen over de berichtgeving in de media naar aanleiding van het omvallen van de Amerikaanse banken SVB en Signature
Vragen van de leden Slootweg (CDA) en Heinen (VVD) aan de Minister van Financiën over de berichtgeving in de media naar aanleiding van het omvallen van de Amerikaanse banken SVB en Signature (ingezonden 15 maart 2023).
Antwoord van Minister Kaag (Financiën) (ontvangen 31 maart 2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving in de media naar aanleiding van het omvallen
van enkele Amerikaanse banken, waaronder «SVB-klanten krijgen al hun geld terug, tweede
bank omgevallen» in het FD van 13 maart 2023, «Het financiële stelsel is vijftien
jaar na de crash nog altijd fragiel» in Trouw van 14 maart 2023 en «SVB blijft belegger
pijn doen na hulp overheid» in de Telegraaf van 14 maart 2023?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is u bekend hoeveel Nederlandse spaarders en bedrijven geld bij de omgevallen banken
SVB en Signature hadden staan? Kunnen zij ook hun geld (deels) terugkrijgen als gevolg
van de steunmaatregelen van de Amerikaanse overheid?
Antwoord 2
Het is mij niet bekend hoeveel Nederlandse spaarders en bedrijven geld bij Silicon
Valley Bank (SVB) of Signature Bank hadden staan. De Federal Deposit Insurance Corporation
(FDIC) heeft directe controle genomen over SVB en Signature Bank. Daarbij heeft de
FDIC alle deposito’s – zowel die verzekerd waren onder het depositogarantiestelsel
als die niet verzekerd waren – en vrijwel alle activa overgedragen aan een «brugbank»
onder controle van de FDIC om alle depositohouders van Silicon Valley Bank en Signature
Bank te beschermen. Alle deposito’s van SVB en Signature Bank zijn dus beschermd,
ook die van niet-Amerikaanse klanten.
Vraag 3
Wat zijn volgens u de gevolgen voor aandeelhouders en obligatiehouders van SVB en
Signature, waaronder banken en verzekeraars, die hun geld niet terugkrijgen, zoals
pensioenbeheerder APG, ambtenarenfonds ABP, uitvoerder voor pensioenfondsen MN, maar
ook Nederlandse banken?
Antwoord 3
SVB en Signature Bank zijn in het weekend van 10 maart onder directe controle van
de FDIC geplaatst. De verliezen van de SVB en Signature Bank slaan, gelet op de crediteurenhiërarchie
in het faillissementsrecht, als eerste neer bij aandeelhouders en vervolgens bij achtergestelde
crediteuren, zoals sommige obligatiehouders. De Amerikaanse autoriteiten hebben aangekondigd
dat deposito’s zullen worden gegarandeerd en dat de eventuele kosten daarvan betaald
zullen worden door de bankensector. De belastingbetaler wordt daarmee zoveel mogelijk
ontzien.
Nu de SVB en Signature Bank onder controle van de FDIC in resolutie zijn gegaan wordt
voor de resterende activa van beide failliete banken gezocht naar kopers. Dit proces
kan lange tijd duren. Pas wanneer dit proces is afgerond zal duidelijk worden of er
en hoe groot verliezen daadwerkelijk zijn.
De directe impact van het faillissement van SVB op Europese en Nederlandse verzekeraars
is naar verwachting zeer beperkt. Ook voor Nederlandse pensioenfondsen is de blootstelling
klein. Zo geeft pensioenuitvoerder APG aan voor € 130 mln investeringen te hebben
in SVB, en ook enige blootstelling te hebben aan First Republic bank, een bank die
ook met financiële problemen te maken kreeg. De investeringen in SVB en First Republic
bank zijn bij elkaar goed voor een blootstelling van € 294 miljoen, minder dan 0,1%
van het beheerd vermogen van ABP dat meer dan € 460 mld bedraagt. De andere vier grootste
pensioenfondsen belegden samen voor minder dan € 100 mln in SVB en Signature bank.
Voor Nederlandse banken is er ook een zeer minimale blootstelling aan deze Amerikaanse
banken. Dit hebben Rabobank en ABN AMRO ook in de media laten weten.
Vraag 4
Deelt u de analyse van beleggingsstrateeg Björn Jesch dat Signature Bank het slachtoffer
is van het gedrag van klanten in reactie op de teloorgang van SVB en dat uiteindelijk
de besmetting zich zou kunnen verspreiden door de algehele economie en financiële
markten?
Antwoord 4
De situatie bij de omgevallen Amerikaanse banken is wezenlijk anders dan bij Nederlandse
en Europese banken. Er was sprake van een heel specifiek bedrijfsmodel, met een atypisch
balans- en risicobeheer. Hierdoor was SVB extreem gevoelig voor stijgende rentes,
veel meer dan Europese banken. Ook was het aandeel ongedekte deposito’s bij SVB heel
hoog, meer dan 90%, waardoor de bank gevoelig was voor een bankrun. Ook bij Signature speelden specifieke problemen. Dit maakt de kans dat de situatie
rondom de Amerikaanse banken zich breed verspreidt over de gehele bankensector (in
VS en EU) relatief beperkt. Wel zijn financiële markten onrustig en deze gebeurtenissen
lijken nu nog na te ijlen in de financiële markten. De financiële sector draait om
vertrouwen en een dergelijke schok tast dit vertrouwen aan. Dat lijken we nu ook terug
te zien in de koersdalingen van vorige week.
Vraag 5
Acht u het faillissement van de banken SVB en Signature een geïsoleerd Amerikaans
probleem, of ziet u bredere systeemrisico’s in de financiële sector als gevolg van
het Amerikaanse of Europese rentebeleid van centrale banken dat momenteel gericht
is op het bestrijden van de inflatie?
Antwoord 5
Na jarenlange ruime financiële condities hebben zich kwetsbaarheden opgebouwd in het
financiële systeem. Zo zijn schulden wereldwijd toegenomen, omdat het goedkoper was
om geld te lenen. Ook is er in delen van het financiële systeem meer geïnvesteerd
in risicovollere beleggingen. Sterke rentestijgingen, zoals zich de afgelopen periode
hebben voorgedaan in reactie op de sterk toegenomen inflatie, kunnen leiden tot een
toenemende druk op met name kort gefinancierde schulden en een waardedaling van vastrentende
effecten met een langere looptijd. Dit inzicht is niet nieuw. Zo wees onder meer De
Nederlandsche Bank (DNB) op het systeemrisico van abrupte correcties op financiële
markten, waaronder in het laatste Overzicht Financiële Stabiliteit van najaar 2022.
Sinds de kredietcrisis zijn er veel maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat banken
weerbaar zijn. De kapitaaleisen voor banken zijn flink verhoogd en banken zijn onderworpen
aan liquiditeitseisen en regelmatige stresstesten om na te gaan in hoeverre ze zwaarweerscenario’s
het hoofd kunnen bieden. Het toezicht op banken is sindsdien aangescherpt. Mondiaal
en nationaal systeemrelevante banken moeten daarnaast aan extra macroprudentiele eisen
voldoen om ze nog weerbaarder te maken. Ook kunnen toezichthouders macroprudentiele
buffers opleggen voor conjuncturele systeemrisico’s.
Dat er bij de Amerikaanse banken SVB en Signature toch problemen zijn ontstaan heeft
te maken met de specifieke bedrijfsmodellen van deze banken met een atypisch balans-
en risicobeheer. Hierdoor was SVB extreem gevoelig voor stijgende rentes, veel meer
dan Europese banken. Verder was het aandeel ongedekte deposito’s bij SVB heel hoog,
meer dan 90%, waardoor de bank gevoelig was voor een bankrun. Ook bij Signature speelden
specifieke problemen. Bovendien hoefden deze banken zich aan minder strikte eisen
te houden dan Europese banken, omdat ze door de Amerikaanse overheid waren uitgezonderd
van een aantal maatregelen die na de financiële crisis zijn genomen (waaronder regels
rondom liquiditeit en renterisico). Dit komt doordat in de Verenigde staten sinds
2018 sprake is geweest van deregulering in de bankensector waarbij er uitzonderingen
op de strenge bankenregels zijn gecreëerd voor kleine en middelgrote banken.
Wat mij betreft tonen de gebeurtenissen aan dat de strikte regulering van banken die
we mondiaal en in Europa hebben ingevoerd sinds de kredietcrisis van groot belang
blijven.
Vraag 6
Zijn er volgens u systeemrisico’s voor Europese of Nederlandse financiële instellingen?
Antwoord 6
Ook in Europa is er sprake van volatiliteit en correcties op markten in een omgeving
van verkrappende financiële condities en stijgende rentes. Het is niet uit te sluiten
dat er ook in Europa banken zijn die in deze omgeving kwetsbaar kunnen zijn. Europese
en Nederlandse financiële instellingen zijn echter duidelijk minder kwetsbaar voor
deze risico’s dan de Amerikaanse banken waar in voorgaande vragen aan werd gerefereerd;
de bankspecifieke problemen spelen hier een kleinere rol en de banksector in Nederland
is weerbaar, met gedegen kapitaal- en liquiditeitsposities.
De weerbaarheid van de Europese bankensector wordt regelmatig getest middels stresstesten
met scenario’s die vergelijkbaar of erger zijn dan de crisis in 2007–2009. Uit een
stresstest die DNB afgelopen oktober publiceerde blijkt ook dat Nederlandse banken
een (schoksgewijze) stijging van de rente goed kunnen dragen. Daarnaast analyseren
Europese en Nederlandse autoriteiten voortdurend systeemrisico’s en leggen zij, waar
nodig, banken additionele macroprudentiele buffers op voor systeemrisico’s. In Nederland
gelden, bovenop minimum en bankspecifieke kapitaaleisen, ook extra buffers voor systeemrisico’s
voor de vijf grootste banken en een buffer voor conjuncturele systeemrisico’s voor
alle Nederlandse banken.
Vraag 7
Deelt u de analyse van De Nederlandsche Bank (DNB) dat Nederlandse banken «weerbaar»
zijn en een schok als gevolg van sterk stijgende rentes goed op kunnen vangen?
Antwoord 7
Ja, Nederlandse banken zijn goed gekapitaliseerd met een Tier 1 kernkapitaalratio
van 16,3% in juni 2022. Dit is ruim boven de gecombineerde minimumeisen, bankspecifieke
kapitaaleisen en buffereisen. Daarnaast hebben ze hoge liquiditeitsbuffers met een
liquiditeitsratio (LCR) van 171,8 in juni 2022, ruim boven het vereiste minimum van
100. Stresstesten van DNB laten zien dat Nederlandse banken in staat zijn rentestijgingen
op te vangen zonder dat de kapitaalpositie onder het vereiste minimum komt.
Vraag 8
Deelt u de zorgen van economen dat de onrust op de financiële markten gevolgen heeft
voor het rentebeleid van centrale banken en de strijdt tegen inflatie? Welke risico’s
ziet u hierbij?
Antwoord 8
Op donderdag 16 maart heeft de ECB in de persconferentie over haar rentebesluit toegelicht
dat zij stuurt op het waarborgen van prijsstabiliteit en financiële stabiliteit. Omdat
de inflatie naar verwachting te lang te hoogt blijft, heeft de ECB haar beleidsrente
wederom met 50 basispunten verhoogd.
Volgens de ECB versterkt de huidige onzekerheid het belang van een op data gebaseerde
benadering bij toekomstige besluiten over de beleidsrente. Bij toekomstige rentebeslissingen
wordt daarom ook gekeken naar hoe financiële ontwikkelingen doorwerken op de inflatievooruitzichten
en daarmee op het monetaire beleid. De dynamiek van onderliggende inflatie en de kracht
van monetaire beleidstransmissie zijn daarbij twee belangrijke factoren.
De ECB is daarbij vastbesloten om de inflatie terug te brengen naar de doelstelling
van 2% op middellange termijn, maar geeft tegelijkertijd aan de huidige spanningen
op de markt nauwgezet te volgen en klaar te staan om waar nodig in te grijpen om de
financiële stabiliteit te handhaven. De ECB benadrukt hierbij dat het beleidsinstrumentarium
volledig toegerust is om liquiditeitssteun te verstrekken aan het financiële stelstel
indien dit nodig mocht zijn. Volgens de ECB is het bankenstelsel in de eurozone echter
schokbestendig, en zijn kapitaal- en liquiditeitsposities robuust.
Vraag 9
Wordt in Europese stresstesten van de financiële sector volgens u voldoende rekening
gehouden met verdere stijging van de rente met het oog op mogelijk aanhoudende (te
hoge) inflatie?
Antwoord 9
In het najaar van 2022 heeft DNB een stresstest uitgevoerd om de solvabiliteit van
de Nederlandse bankensector te beoordelen in een scenario met hoge inflatie en hogere
rentes. De uitkomsten van deze stresstest zijn gepubliceerd in het OFS Najaar 2022.
Hogere rentes vergroten het kredietrisico op uitstaande leningen, maar hebben een
positief effect op de winstgevendheid van nieuwe leningen. De stresstest laat zien
dat de kredietverliezen van banken in dit scenario fors zouden stijgen, en dat de
winstgevendheid aanzienlijk lager zou uitkomen dan in 2022. Als gevolg hiervan zou
de kapitaalpositie van de bankensector weliswaar verslechteren (– 2,7%-punt), maar
nog wel ruim boven het vereiste minimum blijven. De sterke kapitaalpositie geeft banken
voldoende ruimte om verliezen op te vangen zonder dat ze hun kredietverlening hoeven
te verminderen. In de stresstest die op dit moment door EBA en ECB wordt uitgevoerd,
vormt een verhoogde renteomgeving met fors hogere lange- en kortetermijnrentes een
belangrijk onderdeel van het stressscenario.
Naast de stresstest zijn er ook andere manieren waarop rekening wordt gehouden met
het renterisico van banken. De toezichtindicator voor renterisico van banken is de
zogenaamde Economic value of Equity sensitivity (delta EVE). Delta EVE geeft de economische impact op het eigen vermogen na een renteschokscenario
(+/– 2%). Het 2021 jaarverslag van SVB laat zien dat eind 2021 een 2% rentestijging
tot een Tier 1 kapitaaldaling van 35,3% zou leiden. Bazel renterisico standaarden
(BCBS IRRBB 2016) schrijven voor dat een daling als gevolg van renteveranderingen
niet meer dan 15% van Tier 1 mag bedragen en dat bij overschrijding hiervan de toezichthouder
moet ingrijpen.
Vraag 10
Wat zegt volgens u het relatieve gemak waarmee SVB en Signature zijn omgevallen volgens
u over de stabiliteit van de financiële sector, ook met de vorige financiële crisis
van 2008 in het achterhoofd die vanuit de Verenigde Staten kwam overwaaien?
Antwoord 10
Zoals in eerder antwoorden aangegeven is de situatie bij de omgevallen Amerikaanse
banken wezenlijk anders dan bij Nederlandse en Europese banken.
Een belangrijke factor hierbij was dat deze Amerikaanse banken zich aan minder strikte
eisen hoefden te houden dan Europese banken wat betreft onder meer liquiditeit en
kapitaal. Dit komt doordat in de Verenigde staten sinds 2018 sprake is geweest van
deregulering in de bankensector waarbij er uitzonderingen op de strenge bankenregels
zijn gecreëerd voor kleine en middelgrote banken. Wat mij betreft laat de huidige
situatie ook weer zien dat het van groot belang is dat we de bankensector strikt reguleren.
Vraag 11
Wat vindt u van de uitspraken van hoogleraren Harald Benink en Arnoud Boot dat er
nauwelijks iets is geleerd van de vorige bankencrisis en dat banken sinds 2008 nog
steeds te weinig vet op de botten hebben?
Antwoord 11
Ik deel deze analyse niet. Na de vorige bankencrisis zijn er fundamentele hervormingen
doorgevoerd in het regelgeving en toezicht op banken. Minimum kapitaaleisen voor banken
zijn verhoogd en er zijn eisen gesteld aan de kwaliteit van het aan te houden kapitaal.
Ook zijn er liquiditeitseisen ingesteld. Het toezicht op banken is versterkt en aan
banken kunnen extra eisen worden opgelegd voor bankspecifieke risico’s. De weerbaarheid
van de Europese bankensector wordt regelmatig getest middels stresstesten die de sector
aan stressscenario’s onderwerpen die vergelijkbaar aan of erger zijn dan de crisis
in 2007–2009. Deze stresstesten laten zien dat de sector weerbaar is. Daarnaast analyseren
Europese en Nederlandse autoriteiten voortdurend systeemrisico’s en leggen, waar nodig,
banken additionele macroprudentiële buffers op voor systeemrisico’s.
De kapitaalbuffers bij Europese banken zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen. De
gemiddelde Tier 1 kernkapitaalratio (CET1) van de grote Europese banken die onder
toezicht van de Europese Centrale Bank (ECB) staan is 14,74%, eind 3e kwartaal van 2022. De gemiddelde liquiditeitsbuffer (LCR) was 162,03%, ver boven
het minimum van 100%.
De huidige situatie benadrukt het belang van stevige regels, zodat we sterke banken
hebben. Daarom is het ook van belang dat, in de huidige trilogen die in Brussel gehouden
worden, de mondiale afspraken over versterking van de kapitaalpositie van banken,
zoals die zijn vervat in het zogeheten finale Bazel 3 akkoord, zo tijdig en volledig
mogelijk in Europa geïmplementeerd worden.
Vraag 12
Deelt u de analyse van Arnoud Boot dat aan de ¨fragiliteit van het financiële systeem¨
weinig is gedaan sinds de bankencrisis van 2007–2009 en uiteindelijk onhoudbaar is?
Antwoord 12
Zoals genoemd in de beantwoording van vraag 11, ben ik van mening dat er na de bankencrisis
van 2007–2009 fundamentele hervormingen zijn doorgevoerd die de weerbaarheid van banken
sterk hebben verhoogd. Dit geldt zowel voor eisen op het gebied van solvabiliteit
als liquiditeit. Binnen Europa is daarnaast meer onafhankelijkheid in het toezicht
gecreëerd door het toezicht op de grootste banken bij de ECB te beleggen. Het depositogarantiestelsel
verkleint het risico op bankruns. Desondanks is er in het financiële systeem niet
te voorkomen dat er banken in de problemen kunnen komen. In Europa is er ook een crisisraamwerk
gecreëerd, waarbinnen falende banken op een ordentelijke manier afgewikkeld kunnen
worden. In dit kader is het van belang de bankenunie in Europa verder te voltooien
en het belang van stevige buffers te blijven benadrukken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.