Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bikker, Van Nispen, Van der Staaij en Mutluer over het bericht 'Zorgen om online gokken in de klas: ‘Ze denken snel geld te verdienen’'
Vragen van de leden Bikker (ChristenUnie), Van Nispen (SP), Van der Staaij (SGP) en Mutluer (PvdA) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Zorgen om online gokken in de klas: «Ze denken snel geld te verdienen»» (ingezonden 13 februari 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming), mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 22 maart 2023). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1754.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Zorgen om online gokken in de klas: «Ze denken snel
geld te verdienen»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Bent u ervan op de hoogte dat er een toename van online gokken onder jongeren onder
18 jaar is en dat dit de groep jongeren betreft die nog op de middelbare school zit
en dat het online gokken dus ook op de middelbare school plaatsvindt?
Wat vindt u er van dat het schijnbaar kinderlijk eenvoudig is voor kinderen om te
gokken, bijvoorbeeld via het gebruik van accounts van familieleden of vrienden, die
boven de 18 jaar zijn? Wat zegt dit u over hoe serieus gokbedrijven hun wettelijke
verplichting nemen om uit te sluiten dat minderjarigen op hun websites gokken?
Antwoord 2 en 3
De berichtgeving dat jongeren onder de 18 online kunnen gokken is mij bekend. Of dit
is toegenomen is niet bekend, omdat er geen recente cijfers zijn over het aantal minderjarigen
dat deelneemt aan online kansspelen. Dat neemt niet weg dat ik signalen van jongeren
die online gokken in de klas zorgelijk vind en gokken onder minderjarigen wil voorkomen.
In de Wet op de kansspelen zijn daarom ook strenge regels opgenomen voor aanbieders.
Zij moeten zorgvuldig de identiteit en leeftijd van (potentiële) spelers controleren,
voordat iemand werkelijk kan gaan spelen. De Kansspelautoriteit (Ksa) houdt hierop
toezicht. De Ksa heeft tot nu toe geen signalen ontvangen dat deze regels door vergunninghouders
worden omzeild.
Er kan echter niet worden uitgesloten dat een geverifieerde speler minderjarigen laat
spelen op zijn account. Dat is voor een aanbieder niet te controleren. Aanbieders
aangesloten bij brancheorganisaties Vergunde Nederlandse Online Kansspelaanbieders
(VNLOK) en Nederlandse Online Gambling Associatie (NOGA) hebben mij laten weten dat
zij accounts blokkeren op het moment dat zij signalen hebben dat geverifieerde spelers
minderjarigen toegang geven tot hun account.
Ik wil voorkomen dat deelnemen aan online kansspelen door minderjarigen op welke manier
dan ook genormaliseerd wordt. Zo mag reclame niet gericht worden op minderjarigen
en voor risicovolle kansspelen ook niet op jongvolwassenen. Deze regels scherp ik
verder aan met het aanstaande verbod op ongerichte reclame voor online kansspelen.
Daarnaast zet ik in op meer voorlichting. In samenwerking met de Ksa en het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) verken ik hoe wij in kunnen zetten op
bewustwording van de risico’s van online kansspelen bij jongeren. Om deze groep niet
onnodig aan te zetten tot deelname kijk ik naar gerichte activiteiten die voor een
groot deel ook bedoeld zijn voor de omgeving van jongeren, zoals leraren en ouders.
Ik ben hierover in gesprek met verschillende partijen, waaronder verslavingsdeskundigen
en experts op het gebied van financiële gezondheid. In het voorjaar ontvangt uw Kamer
een brief waarin ik nader in ga op deze bewustwordingsactiviteiten.
Vraag 4
Bent u bereid op korte termijn nader te onderzoeken hoe het kan dat deze minderjarigen
deze toegang verkrijgen?
Antwoord 4
In algemene zin merk ik op dat er via het verslavingspreventiefonds onderzoek wordt
gedaan naar het voorkomen en beperken van kansspelverslaving, met als een van de belangrijkste
onderzoeksthema’s kwetsbare groepen zoals jongeren. Ik laat niet specifiek onderzoek
doen naar de manieren waarop minderjarigen toegang kunnen krijgen tot accounts van
geverifieerde spelers. Ik vind het vooral belangrijk dat aanbieders en spelers hun
verantwoordelijkheid nemen, zodat voorkomen wordt dat minderjarigen toegang krijgen
tot (online) kansspelen. Ik vind het wel zorgelijk en onwenselijk wanneer minderjarigen,
ondanks strenge maatregelen, toch manieren willen vinden om deel te nemen aan kansspelen.
Daarom verken ik samen met het Ministerie van VWS en de Ksa de mogelijkheden voor
bewustwordingsactiviteiten, zodat de jongeren zelf en ook hun omgeving doordrongen
zijn van de risico’s van kansspelen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het online gokken schadelijk is voor niet alleen de ontwikkeling
voor de jongeren, maar dat dit ook schadelijk kan zijn voor jongeren als dit aankomt
op hun latere omgang met geld en eventuele schulden?
Antwoord 5
Ja. Jongeren vormen bij uitstek een groep die kwetsbaar is voor de verslavingsrisico’s
van kansspelen. De gevolgen van schulden zijn groot, zeker voor jongeren: hun opleiding
kan hieronder lijden en ze beginnen met een achterstand aan hun volwassen leven. Om
deze redenen zijn in de wet op de kansspelen maatregelen opgenomen ter bescherming
van jongeren en verken ik samen met het Ministerie van VWS en de Ksa de mogelijkheden
voor bewustwordingsactiviteiten.
Vraag 6
Hoe denkt u dat het komt dat online gokken onder jongeren, ook die in de leeftijd
18 tot 24 jaar vallen, het imago heeft dat het laagdrempelig toegankelijk is, een
«spel» is en dat het een manier is om snel en makkelijk geld te verdienen? Ziet u
inspanningen van de gokbranche om dit beeld te ontkrachten?
Antwoord 6
Ik kan mij voorstellen dat onder jongeren sneller het beeld leeft dat online kansspelen
toegankelijke spellen zijn waarmee geld kan worden verdiend. We weten immers dat de
hersenen van jongeren nog vol in ontwikkeling zijn, bijvoorbeeld waar het gaat om
impulscontrole. Daarom kijk ik ook naar gerichte bewustwordingsactiviteiten, zoals
aangegeven in het antwoord op vraag 2 en 3. Daarnaast schrijft de wet reeds voor dat
reclame voor kansspelen niet misleidend mag zijn. De indruk mag bijvoorbeeld niet
gewekt worden dat deelname aan kansspelen een oplossing kan vormen voor financiële
of andere persoonlijke problemen. Ik zie dat er kansspelaanbieders zijn die maatregelen
treffen om jongeren beter te informeren en beschermen in aanvulling op de wettelijke
kaders. Dat doen zij door bijvoorbeeld speellimieten voor jongvolwassenen en door
reclame te beperken in aanloop naar het verbod op ongerichte reclame. Ik verwacht
dat het aanstaande verbod op ongerichte reclame voor online kansspelen zal bijdragen
aan een betere bescherming van jongeren.
Vraag 7
Welke mogelijkheden ziet u om met scholen en preventiepartners middelbare scholieren
weerbaarder te maken tegen de verleiding van online gokken?
Antwoord 7
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 en 3 kijk ik samen met het Ministerie
van VWS en de Ksa naar gerichte bewustwordingsactiviteiten om kwetsbare groepen bewust
te maken van de risico’s van kansspelen. Waar mogelijk wordt aangesloten bij bestaande
initiatieven. Daarnaast wordt vanuit het Verslavingspreventiefonds onderzoek gefinancierd
ter vergroting van wetenschappelijke inzichten over het voorkomen en beperken van
kansspelverslaving. Een van de onderzoeksthema’s is kwetsbare groepen, waarbij onder
andere jeugdigen en jongvolwassenen als primair belangrijk worden gezien.
Vraag 8
Ziet u met ons dat gokbedrijven keer op keer de regels voor reclame maken voor het
online gokken voor minderjarigen niet serieus nemen, zoals ook blijkt uit de recente
boete voor Jack’s door de Kansspelautoriteit?2
Antwoord 8
Ik zie dat er partijen zijn die de grenzen opzoeken van wat mogelijk is met kansspelreclame.
De verschillen tussen aanbieders laten zien dat het nodig is om scherpere regels te
stellen waar de Ksa stevig toezicht op houdt. Daarom stel ik alles in het werk om
het verbod op ongerichte reclame voor online kansspelen zo snel mogelijk in werking
te laten treden.
Vraag 9
Wanneer is het wat betreft het kabinet genoeg? Bent u bereid om over te gaan tot een
two-strikes-you’re-out-model waarbij gokbedrijven die herhaaldelijk jongeren bereiken,
hetzij door advertenties hetzij door slechte leeftijdscontroles, al dan niet tijdelijk
hun vergunning wordt ontnomen? Zo nee, op welke wijze laat u de gokindustrie dan wél
zien dat het genoeg is geweest?
Antwoord 9
Een algemeen beginsel bij de uitvoering van toezicht en handhaving is dat een interventie
wordt gepleegd die proportioneel is aan de overtreding en waarmee het beoogde doel
wordt bereikt. Dat is in eerste instantie dat de overtreding gestopt wordt. De Ksa
handhaaft volgens een handhavingsstrategie die uitgaat van de beginselen van proportionaliteit
en subsidiariteit. De ervaring leert dat normoverdragende gesprekken vaak al tot naleving
van de regels leiden en lasten onder dwangsom niet nodig zijn. Wanneer een last onder
dwangsom er niet toe leidt dat de wet wordt nageleefd kan daarnaast of in plaats van
een last onder dwangsom ook een boete worden opgelegd. De Wet Koa geeft de Ksa naast
het kunnen opleggen van lasten onder dwangsom en boetes ook nieuwe bevoegdheden, zoals
het opleggen van een bindende aanwijzing. Hiermee kunnen ook bevorderaars, zoals betaaldienstverleners,
en andere partijen die essentiële diensten verlenen worden gestopt. Hierin is maatwerk
nodig en ik vind het belangrijk dat de toezichthouder de ruimte heeft om dit maatwerk
te leveren. Een two-strikes-you’re out model past daar niet bij.
Vraag 10
Op welk moment gaat het verbod op gokreclame nu eindelijk in?
Antwoord 10
Het besluit dat strekt tot een verbod op ongerichte reclame voor online kansspelen
treedt uiterlijk 1 juli 2023 in werking.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.