Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dekker over de bedreiging van de academische vrijheid aan Nederlandse universiteiten
Vragen van het lid Dekker aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de bedreiging van de academische vrijheid aan Nederlandse universiteiten (ingezonden 25 januari 2023).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 20 februari
2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het opiniestuk «Woke cultuur bedreigt de academische vrijheid bij
sociale wetenschappen» van Universiteit van Amsterdam (UvA)-docent en onderzoeker
Laurens Buijs d.d. 18 januari jl. en zijn interview bij Dit is de Dag d.d. 19 januari
jl.?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Acht u het wenselijk dat kritische academici, zoals dhr. Buijs, te maken krijgen met
sociale uitsluiting, censuur en zelfs onveiligheid en (dreiging tot) ontslag wanneer
zij maatschappelijk ongewenste, maar wetenschappelijk onderbouwde standpunten innemen?
Acht u het wenselijk dat academici zich niet durven uitspreken uit angst voor bovenstaande
consequenties?
Antwoord 2
Academici die maatschappelijk controversiële, maar wetenschappelijk onderbouwde standpunten
innemen, horen niet te maken te krijgen met sociale uitsluiting, censuur, onveiligheid
of dreiging tot ontslag vanwege die standpunten. Of dit op de heer Buijs van toepassing
is kan ik niet beoordelen. Ik acht het in ieder geval van groot belang dat academici
zich kunnen uitspreken over kwesties op grond van hun deskundigheid zonder te hoeven
vrezen voor zaken als uitsluiting, censuur, onveiligheid of ontslag.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u het feit dat een onderzoeker die zich kritisch uitlaat over het coronabeleid
op de UvA wordt bestraft en na vijftien jaar trouwe dienst een functie bij een summerschool
verliest?
Antwoord 3
De heer Buijs heeft gemeld dat hij een functie bij een summer school heeft verloren
vanwege zijn kritische uitlatingen over het coronabeleid. Of dit feitelijk de reden
is dat hij die functie niet meer uitoefent kan ik niet beoordelen. Dit betreft een
personele aangelegenheid tussen de universiteit als werkgever en de heer Buijs als
werknemer. Daar kan en wil ik als Minister van OCW niet in treden. De heer Buijs heeft
misstanden gemeld bij het college van bestuur van de UvA. Het college van bestuur
heeft inmiddels een onafhankelijke commissie ingesteld om de melding te onderzoeken.
Ik heb vertrouwen in de handelwijze van het college van bestuur.
Vraag 4
Deelt u de mening van dhr. Buijs dat een academische omgeving naast seksuele, etnische,
religieuze diversiteit etc. ook politieke en ideologische diversiteit dient te kennen?
Vindt u het zorgelijk dat een onderzoeker als dhr. Buijs aangeeft dat deze politieke
en ideologische diversiteit op Nederlandse universiteiten vrijwel verdwenen is?
Antwoord 4
In een academische omgeving moet ruimte zijn voor een diversiteit van politieke en
ideologische opvattingen van studenten en medewerkers. Docenten zijn vrij om politieke
opvattingen te uiten maar dienen zich altijd bewust te zijn van de academische omgeving
en hun positie daarin. Een goede docent nodigt studenten daarbij uit tot dialoog.
Voorts is het op universiteiten een goed gebruik dat debatten voldoen aan de eisen
die aan het academische debat worden gesteld. Denk aan weerlegbaarheid, argumentatie,
kritiek, nieuwsgierigheid en respect.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de constatering van dhr. Buijs dat de academische vrijheid op de
UvA – en andere Nederlandse universiteiten – in gevaar is? Onderschrijft u deze constatering?
Kunt u dit toelichten?
Antwoord 5
De heer Buijs heeft bij het college van bestuur van de UvA een melding gemaakt naar
aanleiding van zijn zorgen over de academische vrijheid. Het is nu aan de universiteit,
en niet aan mij als Minister van OCW, om die melding zorgvuldig te behandelen. Het
college van bestuur heeft een onafhankelijke commissie ingesteld om de melding te
onderzoeken. Ik heb vertrouwen in de handelwijze van het college van bestuur.
Over de academische vrijheid bij de Nederlandse universiteiten in het algemeen merk
ik op dat uitingen van docenten of onderzoekers over maatschappelijk gevoelige kwesties
kunnen leiden tot kritiek, weerwoord en soms klachten bij studenten of collega’s.
Het mag schuren. Studenten mogen geconfronteerd worden met ongemakkelijke standpunten;
en docenten en onderzoekers mogen erop rekenen zich te verantwoorden. Dit betekent
nog niet dat de academische vrijheid onder druk staat.
Vraag 6
Bent u bekend met het bericht «UvA neemt afstand van uitspraak docent over «het verschijnsel
non-binair»» in het Parool d.d. 20 januari jl.?2
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u het feit dat de UvA een docent, die bovendien een beroep heeft gedaan
op de klokkenluidersregeling, op deze wijze afvalt?
Antwoord 7
Ik hecht eraan dat de universiteit een veilige leer- en werkomgeving biedt waarin
iedereen zich thuis voelt en zich kan ontplooien en waar een diversiteit aan perspectieven
betrokken en overwogen wordt. Studenten en docenten moeten zichzelf kunnen zijn. Dat
geldt dus ook voor transgender personen, waaronder non-binaire studenten en docenten.
In een brief aan studenten schrijft de betrokken opleidingsdirecteur dat docenten,
bestuurders en ondersteunende staf afstand nemen van de oordelen en uitingen van de
heer Buijs over non-binariteit. Daarmee draagt de opleidingsdirecteur uit dat iedereen
welkom is bij de opleiding en op respect kan rekenen, en dat een opvatting van een
van de medewerkers geen uitdrukking is van het beleid van de organisatie.
Vraag 8
Hoe beoordeelt u de manier waarop de UvA omgaat met kritiek van eigen docenten en
onderzoekers? Acht u deze omgang wenselijk? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Ik ken de UvA als een universiteit waar debat en dialoog, over wetenschappelijke en
maatschappelijke kwesties, wordt gestimuleerd en gewaardeerd. Zo ken ik alle Nederlandse
universiteiten. De heer Buijs heeft onder andere kritiek geuit op het diversiteitsbeleid
van de UvA. Dit is zijn goed recht. De betrokken opleidingsdirecteur en de chief diversity
officer van de UvA hebben in reactie op zijn kritiek het beleid van de UvA – naar
mijn inschatting op een respectvolle wijze – toegelicht en verdedigd.
De heer Buijs heeft een beroep gedaan op de Klokkenluidersregeling. Het college van
bestuur heeft inmiddels een onafhankelijke commissie ingesteld om de melding te onderzoeken.
Ik heb vertrouwen in de handelwijze van het college van bestuur en reken erop dat
het college zich ervoor inspant dat de heer Buijs, zoals alle medewerkers, in vrijheid
en veiligheid zijn werk kan doen.
Vraag 9
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de academische vrijheid in Nederland wordt hersteld?
Antwoord 9
Uw vraag impliceert dat de academische vrijheid niet is geborgd. Ik deel die veronderstelling
niet.
Vraag 10
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.