Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Rajkowski, Brekelmans en Michon-Derkzen over het bericht 'Omstreden Chinese camera’s hangen overal in Nederland, ook bij ministeries'
Vragen van de leden Rajkowski, Brekelmans en Michon-Derkzen (allen VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Buitenlandse Zaken over het bericht «Omstreden Chinese camera’s hangen overal in Nederland, ook bij ministeries» (ingezonden 9 maart 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), van Minister Hoekstra
(Buitenlandse Zaken) en van Staatssecretaris Van Huffelen (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties),
mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen
8 juni 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2273.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Omstreden Chinese camera’s hangen overal in Nederland,
ook bij ministeries»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Klopt het dat het gaat om camera’s van de Chinese merken Hikvision en Dahua en dat
zij onder andere overheidsgebouwen in beeld brengen? Zo ja, om hoeveel camera’s gaat
het? Waar staan deze camera’s? Staan deze camera’s ook voor overheidsgebouwen waarbij
anonimiteit belangrijk kan zijn zoals bij defensie en de inlichtingendiensten?
Antwoord 2
De Nederlandse overheid maakt gebruik van Chinese camera’s. Het is niet bekend om
hoeveel camera’s het specifiek gaat. Zoals in het antwoord op vragen 4 en 5 wordt
geschetst, gelden er overheidsbreed kaders en beleid voor aanschaf en gebruik van
(digitale) producten en diensten, zoals camera’s, waarbij ook rekening gehouden moet
worden met (eventuele) risico’s voor nationale veiligheid. Over welke beveiligingsmaatregelen
al dan niet worden getroffen bij de gebouwen van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
en welke apparatuur daarvoor wordt gebruikt, worden in het openbaar geen uitspraken
gedaan.
Vraag 3
De politie heeft inmiddels bevestigd dat er vorig jaar bijna 700 camera’s van Dahua
zijn aangeschaft2; klopt dit? Zo ja, was de politie zich al bewust van de veiligheidsrisico’s bij de
aanschaf van deze camera’s? Zo ja, waarom zijn dan toch deze camera’s aangeschaft?
Zo nee, kunt u een tijdlijn schetsen van de aanschaf van Chinese camera’s door de
politie van de afgelopen jaren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De politie heeft bevestigd dat het klopt dat zij circa 700 camera’s van Dahua heeft
aangeschaft, die over een periode van 7 jaar zullen worden afgenomen. In de aanbesteding
zijn eisen met betrekking tot informatiebeveiliging en privacy opgenomen en de inzet
van de camera’s zijn voornamelijk gericht op verkeerstoezicht. De politie heeft bij
de aanbesteding van de camera’s en bij de toepassing daarvan geen risico’s voor de
nationale veiligheid voorzien. Voor de gehele overheid geldt onder meer voor de aanschaf
van digitale producten en diensten de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO).
Mede gelet hierop worden hiervoor bij de inkoop en aanbesteding van digitale producten
en diensten, waaronder genoemde camera’s, waarbij mogelijk veiligheidsrisico’s aan
de orde zijn, eisen met betrekking tot informatiebeveiliging en privacy gesteld als
voorwaarden aan de (mogelijke) opdrachtnemer. Alle merken en type camera’s die voldoen
aan de gestelde eisen kunnen worden aangekocht. Op 8 juli 2020 is deze aanbesteding
gepubliceerd op Tenderned. Op 27 november 2020 is deze opdracht gegund. In mei 2021
is gestart met de ingebruikneming van deze camera’s.
Vraag 4 en 5
In hoeverre lagen bepaalde productspecificaties zoals de prijs en de veiligheid ten
grondslag aan het besluit om camera’s van Hikvision en Dahua aan te schaffen en te
plaatsen bij overheidsgebouwen?
Aan welke eisen, die betrekking hebben op cyberspionage, wordt getoetst bij de aanschaf
van camera’s bij overheidsgebouwen? Voldoen de camera’s van Hikvision en Dahua aan
deze eisen?
Antwoord 4 en 5
In relatie tot nationale veiligheidsrisico’s bestaat er overheidsbeleid dat voorschrijft
dat nationale veiligheidsoverwegingen worden meegewogen bij de inkoop en aanbesteding
van producten en diensten. Bij de aanschaf en implementatie van gevoelige apparatuur
of programmatuur wordt volgens dit beleid rekening gehouden met zowel risico’s in
relatie tot een leverancier, als met het concrete gebruik van de systemen, bijvoorbeeld
als het gaat om de toegang tot systemen door derden. Bij elke casus wordt door de
overheidsorganisatie bezien of en hoe risico’s beheersbaar kunnen worden gemaakt en
of daartoe te nemen maatregelen proportioneel zijn. Afwegingen rondom de aanschaf
en ingebruikname van ICT- producten en diensten zijn de eigen verantwoordelijk van
de organisaties die tot aanschaf overgaan. Dat betekent dat overheidsorganisaties
zelf risicoafwegingen uitvoeren voordat (digitale) producten en diensten van een leverancier,
zoals beveiligingscamera’s, worden afgenomen en bepalen aan welke (beveiligings)eisen
een leverancier moet voldoen om voor verlening van een opdracht in aanmerking te komen.
Daarnaast geldt voor de gehele overheid voor de aanschaf van digitale producten en
diensten de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). De BIO kent een risicogebaseerde
aanpak met een concrete set aan eisen als ondergrens. Uitgangspunt is onder meer ook
de eigen verantwoordelijkheid van overheidsorganisaties.
Vraag 6
Was bij het moment van aankoop ook al bekend dat China eventueel een achterdeur in
een camerasysteem van Hikvision of Dahua zou kunnen bouwen? Zo ja, welke maatregelen
zijn hiertegen getroffen? Zo nee, op basis waarvan is de inschatting gemaakt dat het
veilig was om deze camera’s aan te schaffen?
Antwoord 6
Het Ministerie van BZK zal in samenwerking met andere overheidspartijen onderzoek
doen naar mogelijke nationale veiligheidsrisico’s bij het gebruik binnen de rijksoverheid
van camera’s afkomstig van partijen uit landen met een offensief cyberprogramma richting
Nederland. Doordat het onderzoek zich specifiek richt op het gebruik van camera’s
binnen de rijksoverheid staat het los van de aanbesteding van de politie. De toepassing
van de camera’s en bijvoorbeeld de manier waarop zij in de bredere infrastructuur
zijn ingebed zal per geval verschillen. Zoals ook in het antwoord op vraag 4 en 5
wordt geschetst, bestaat er overheidsbeleid dat voorschrijft dat nationale veiligheidsoverwegingen
worden meegewogen bij de inkoop en aanbesteding van producten en diensten. Of en hoe
risico’s voor de nationale veiligheid beheersbaar zijn, zal dus per geval worden beoordeeld
door de organisaties zelf, zoals de politie, die ook eventuele maatregelen zelf nemen.
Vraag 7, 8 en 10
Is het technisch mogelijk voor China om mee te kijken, live of achteraf? Zo ja, hoe
dan? Zo nee, is die mogelijkheid er helemaal niet of is hij sofwarematig dichtgezet?
Hoe groot acht de Minister de kans dat China meekijkt of mee heeft gekeken via deze
camera’s? Op basis waarvan maakt de Minister deze inschatting?
Deelt u de mening dat bedrijven uit staten die een offensief cyberprogramma tegen
Nederland uitvoeren niet geschikt zijn om camera’s te leveren die zijn opgesteld bij
organisaties die een aantrekkelijk doelwit van een dergelijk offensief programma vormen?
Antwoord 7, 8 en 10
Het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren (DBSA)3 geeft een overzicht van de belangrijkste dreigingen vanuit China in relatie tot de
vitale infrastructuur en de (rijks)overheid. Daarbij wordt ook ingegaan op het risico
op digitale spionage- en sabotagemogelijkheden via technologische toeleveringen.
Zoals gesteld in het antwoord op vraag 6 zal het Ministerie van BZK in samenwerking
met andere overheidspartijen onderzoek doen naar mogelijke nationale veiligheidsrisico’s
vanwege het gebruik binnen de rijksoverheid van camera’s afkomstig van partijen uit
landen met een offensief cyberprogramma richting Nederland. Bovenstaande vragen zullen
bij dit onderzoek worden betrokken.
In het debat met uw Kamer op 22 maart 2022, heeft de Staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties
en Digitalisering verder toegezegd om onderzoek te doen naar inkoopeisen en -richtlijnen
op het terrein van cyberveiligheid, in het bijzonder als het gaat om producten en
diensten voornamelijk van partijen uit landen met een offensief cyberprogramma richting
Nederland. Op 5 april 2022 is in aanvulling daarop door uw Kamer een motie aangenomen
om bij dit onderzoek ook te kijken naar de vitale infrastructuur. Uw Kamer zal hierover
na afronding van het onderzoek worden geïnformeerd. Op de uitkomsten van het onderzoek
kan nu niet vooruit worden gelopen.
Vraag 9
In de Verenigde Staten is de inzet van Hikvision- en Dahua-camera’s bij overheidsgebouwen
verboden. Daarnaast heeft het Europees Parlement eerder besloten om camera’s van Hikvision
niet meer te gebruiken. Waarom heeft Nederland hier nog niet voor gekozen?
Antwoord 9
Elk land of internationale organisatie maakt hierin zijn eigen afweging. Voor Nederland
geldt dat het staand beleid bij inkoop en aanbesteding is dat er per casus wordt bezien
of er in relatie tot producten en diensten risico’s zijn voor de nationale veiligheid,
en zo ja, of en hoe deze beheersbaar kunnen worden gemaakt. De mogelijke nationale
veiligheidsrisico’s in verband met het gebruik van camera’s, die afkomstig zijn uit
landen met een offensief cyberprogramma richting Nederland, binnen de rijksoverheid
zullen, zoals hierboven aangegeven, worden onderzocht.
Vraag 11
Zijn er Europese alternatieven in de markt? Zo, ja bent u het eens met het standpunt
dat het verstandig kan zijn om die in te zetten? Zo nee, bent u het ermee eens dat
het wenselijk is dat er Europese alternatieven zijn, ook op het gebied van technologie?
Antwoord 11
Voor Nederlandse organisaties is het wenselijk dat zij gebruik kunnen maken van kwalitatief
hoogwaardige producten en diensten, ook van buitenlandse leveranciers. Nederlandse
overheden blijven op verantwoorde wijze, met inachtneming van de nationale aanbestedingswetgeving,
gebruik maken van de voordelen van de internationale markt voor veiligheidsapparatuur,
door per situatie de risico’s voor de nationale veiligheid in kaart te brengen en
dat te laten meewegen in de selectie van de betreffende aanbieder.
Desondanks kunnen er redenen zijn om bepaalde producten en technologieën in Nederland
of in Europa te willen kunnen ontwikkelen en beschikbaar maken. Dit kan van belang
zijn om de weerbaarheid van Nederland en de EU te vergroten, of om de EU het vereiste
handelingsvermogen te geven om de eigen veiligheidsbelangen te beschermen. Dit kan
via verschillende maatregelen: van handelsverdragen met gelijkgezinde landen, tot
het direct stimuleren van de eigen industrie. Hierbij verwijzen wij dan ook graag
naar de brief aan uw Kamer over onderzoek naar strategische afhankelijkheden en kwetsbaarheden
in Nederland, waar dieper ingegaan wordt op de beleidsopties om onze weerbaarheid
te versterken.4
Vraag 12
Bent u het ermee eens dat we de cyberdreiging vanuit China serieus moeten nemen en
daarom kritisch moeten kijken naar de aanschaf en inzet van niet Europese hardware
en software voor gevoelige zaken zoals het filmen van overheidsgebouwen? Zo ja, welke
stappen gaat u ondernemen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Ja, deze dreiging moet serieus worden genomen. De AIVD waarschuwt regelmatig voor
de risico’s van het gebruik van hard- en software afkomstig uit landen met een offensief
cyberprogramma gericht tegen Nederlandse belangen (zoals China) bij de uitwisseling
van gevoelige informatie of in vitale infrastructuur. Het is van groot belang dat
we ongewenste activiteiten van statelijke actoren tegengaan. Daarom werken we aan
een aanpak om de weerbaarheid tegen statelijke dreigingen te verhogen. In het Dreigingsbeeld
Statelijke Actoren en de kabinetsreactie hierop wordt nader ingegaan op deze dreiging
en de maatregelen die we hiertegen nemen5. Verder verwijzen wij u naar het antwoord op vraag 4 en 5, waarin wordt ingegaan
op de relevante kaders en beleid binnen de rijksoverheid als het gaat om aanschaf
en gebruik van (digitale) producten en diensten.
Vraag 13
Hoe verhoudt het antwoord op de Kamervragen van het lid van Helvert (Aanhangsel Handelingen
II, vergaderjaar 2020–2021, nr 2310), die de Kamer zijn toegezonden op 13 april 2021 (waarin staat dat het kabinet de
Europese Commissie, de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) en het Europees
Parlement heeft gewezen op de kwetsbaarheid van het gebruik van Hikvision-camera’s)
zich tot het gebruik van camera’s van dit bedrijf door Nederlandse ministeries zelf?
Zou het kabinet deze waarschuwing niet ook aan zichzelf moeten richten?
Antwoord 13
In hoeverre er bij het gebruik van camera’s van bijvoorbeeld Hikvision en Dahua sprake
is van nationale veiligheidsrisico’s die met concrete beheersmaatregelen gemitigeerd
kunnen worden is onderwerp van het in het antwoord op vraag 6 genoemde onderzoek.
Vraag 14
Kunt u uitsluiten dat deze camera’s een veiligheidsdreiging vormen voor de Oeigoerse
diaspora in Nederland? Welke veiligheidsmaatregelen heeft u hiertoe genomen of bent
u voornemens te nemen?
Antwoord 14
Zoals aangegeven in de antwoorden op vragen van de leden Dekker-Abdulaziz en Van Ginneken,
zijn voor zover ons bekend er momenteel geen aanwijzingen dat China deze camera’s
gebruikt om bepaalde minderheidsgroepen in Nederland te monitoren. Mocht dit in de
(nabije) toekomst wel het geval zijn, dan is er naar het oordeel van het kabinet sprake
van ongewenste buitenlandse inmenging en heeft het kabinet verschillende instrumenten
tot haar beschikking, zoals uiteengezet in de brief van 16 maart 2018 over de aanpak
ongewenste buitenlandse inmenging6.
Vraag 15
Bent u bekend met het feit dat de Amerikaanse overheid heeft verboden te investeren
in Hikvision vanwege de banden van het bedrijf met het Chinese leger? Heeft u hierover
contact gehad met Amerika, met name in het kader van mogelijke veiligheidsdreigingen?
Zo nee, bent u alsnog bereid dit te doen?
Antwoord 15
Het kabinet is bekend met het besluit van 9 oktober 2019 om Hikvision op de zgn. Entity List te plaatsen omdat Hikvision volgens de VS het mogelijk maakt dat er mensenrechtenschendingen
plaatsvinden in Xinjiang. Als gevolg van deze listing zijn Amerikaanse toeleveranciers verplicht om vergunningen aan te vragen voordat
ze handelen met Hikvision. Europese en Nederlandse sanctiewetgeving voorzien niet
in de mogelijkheid van een Entity List. Nederland erkent de risico’s van het gebruik van cybersurveillance items in relatie
tot schendingen van mensenrechten en het internationaal humanitair recht, blijkens
ons exportcontrolebeleid, en werkt hierop nauw samen met de VS, zowel bilateraal als
in EU-verband.
Vraag 16
Bent u bereid om met China in gesprek te treden over het belang van privacy- en veiligheidsstandaarden
in technologie en dat toegang van de Chinese staat tot gevoelige data niet acceptabel
is?
Antwoord 16
Nederland en de EU spreken in verschillende verbanden, waaronder binnen de VN, met
China over dataveiligheid. Centraal hierbij staat de bescherming van privacy, zoals
het voldoen aan eisen, zoals neergelegd in de AVG, bescherming van mensenrechten en
het tegengaan van ongepaste toegang van overheden tot datagegevens. Zoals aangegeven
in de Notitie «Nederland-China: Een nieuwe balans» (Kamerstuk 35 207, nr. 1) staat het kabinet achter striktere handhaving en sterker uitdragen van bestaande
standaarden en normen, zoals de Europese regelgeving op het gebied van data, bescherming
van persoonsgegevens en privacy en productveiligheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.