Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Thijssen en Van der Lee over de stijgende energierekening
Vragen van de leden Thijssen (PvdA) en Van der Lee (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de stijgende energierekening (ingezonden 7 oktober 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat), mede
namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 1 november 2021). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 454.
Vraag 1
Kent u het bericht «Opnieuw sterke stijging gasprijs, nu al acht keer zo hoog als
een jaar geleden»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoeveel hoger zal de gemiddelde jaarlijkse energierekening uitvallen ten opzichte
van eerdere schattingen van 500 tot 600 euro?
Antwoord 2
Op dit moment is er sprake van een sterke stijging van de wereldwijde energieprijzen
door onder andere een aantrekkende wereldeconomie en uitgelopen onderhoudswerkzaamheden.
De exacte invloed die hogere gas- en elektriciteitsprijzen hebben op de energierekening
van een huishouden hangt af van het type contract met de energieleverancier. Om tegemoet
te komen voor de stijgende energierekening op de korte termijn doet het kabinet incidenteel
en alleen voor 2022 een tweetal aanpassingen in de energiebelastingen. Op deze manier
is het mogelijk om op korte termijn een lastenverlichting te realiseren. De stijgende
gasprijs verhoogt de energierekening, daarom verhoogt het kabinet ten eerste in 2022
incidenteel de belastingvermindering met 230 euro (inclusief btw). De belastingvermindering
is een vaste korting op het belastingdeel van de energierekening en geldt voor iedereen.
De stijgende gasprijs vertaalt zich eveneens in een stijgende elektriciteitsprijs.
Daarom wordt ten tweede in de energiebelasting in 2022 incidenteel het tarief op de
eerste schijf elektriciteit verlaagd. Dit staat voor een huishouden met een gemiddeld
verbruik ongeveer gelijk aan een verlaging van 200 euro (inclusief btw). Een huishouden
met een gemiddeld verbruik ontvangt dus in totaal een tegemoetkoming van 430 euro
(inclusief btw) ten opzichte van waarvan is uitgegaan bij het Belastingplan.
Aanvullend stelt het kabinet 150 miljoen euro extra beschikbaar om kwetsbare huishoudens
met een hoge energierekening en een slecht geïsoleerde woning via de gemeenten te
helpen met de verduurzaming van hun (huur)woning. Voor verdere toelichting verwijs
ik naar brief die ik uw Kamer heb gestuurd op vrijdag 15 oktober jl. (Kamerstuk 29 023, nr. 272). De middelen voor isolatie komen bovenop de door het kabinet bij de Miljoenennota
beschikbaar gestelde middelen van cumulatief 514 miljoen euro voor de start van een
Nationaal Isolatieprogramma voor huur- en koopwoningen.
De ontwikkeling van de prijzen is onzeker en het kabinet monitort de energierekening
nauwgezet. Het CBS en het PBL komen in het voorjaar van 2022 met een nieuw actueel
beeld van de ontwikkeling van de hele energierekening op basis van de prijzen in januari
2022.
Vraag 3, 4
Kunt u een indicatie geven van de stijging van de energierekening voor een slecht
geïsoleerd huis zonder zonnepanelen?
Kunt u een indicatie geven van de stijging van de energierekening voor een goed geïsoleerd
huis met zonnepanelen?
Antwoord 3, 4
Het CBS publiceert samen met het PBL jaarlijks een actueel beeld van de energierekening.
Het CBS brengt daarbij ook de spreiding in kaart door middel van een tiental huishoudprofielen
met elk een bijbehorend gas- en elektriciteitsverbruik. Deze huishoudprofielen houden
rekening met verschillende typen woningen, zowel oud als nieuw, en gezinsgroottes.
Daarbij is geen specifiek verbruik van een goed geïsoleerd huis met zonnepanelen en
een slecht geïsoleerd huis zonder zonnepanelen beschikbaar.
In onderstaande tabel is de energierekening op jaarbasis voor de verschillende profielen
geschetst op basis van de prijzen van CBS cijfers voor januari 2020, januari 2021
en september 2021 en het gemiddelde jaarlijkse energieverbruik per profiel. Hier wordt
uitgegaan van het gemiddelde variabele leveringstarief dat de consument per eenheid
betaalt voor de levering van gas en elektriciteit. Energiecontracten worden per type
geaggregeerd tot een gemiddelde prijs en gewogen op basis van het aantal aansluitingen
aan het begin van het jaar. Bij een huishouden met gemiddeld energieverbruik in 2022
leidt de stijging in de leveringstarieven van januari tot september van dit jaar al
tot een stijging van de energierekening van circa 250 euro op jaarbasis. Het is de
verwachting dat dit bedrag de komende maanden verder op zal lopen omdat steeds meer
huishoudens te maken krijgen met hogere tarieven. De tabel maakt onder andere inzichtelijk
dat er een significant verschil is in de energierekening van oude woningen ten opzichte
van nieuwere woningen.
Tabel 1. Indicatie omvang totale energierekening op jaarbasis (in €) voor groepen
huishoudens (op basis van PBL* en CBS** gegevens)
Prijzen jan ’20
Prijzen jan ’21
Prijzen sep ’21
Gemiddeld verbruik
1.573
1.513
1.774
Een bewoner in nieuw, klein appartement
855
820
969
Een bewoner in oud, klein appartement
990
950
1.124
Een bewoner in oude, kleine rijwoning
1.220
1.170
1.396
Een bewoner in oude, middelgrote rijwoning
1.440
1.385
1.599
Twee of meer bewoners in oud, klein appartement
1.285
1.235
1.488
Twee of meer bewoners in oude, kleine rijwoning
1.575
1.515
1.792
Twee of meer bewoners in nieuwe, middelgrote rijwoning
1.555
1.495
1.769
Twee of meer bewoners in oude, middelgrote rijwoning
1.790
1.720
2.035
Twee of meer bewoners in oude, grote rijwoning
2.360
2.270
2.686
Twee of meer bewoners in oude, grote vrijstaande woning
2.835
2.730
3.232
* Bij de prijzen van januari 2020 en januari 2021 is de PBL raming voor het gemiddelde
energieverbruik in 2021 gehanteerd, bij de september 2021 prijzen de PBL raming voor
het gemiddelde energieverbruik in 2022.
** Voor de huishoudprofielen is de meest recente CBS raming voor het gemiddelde verbruik
gebaseerd op 2019.
Vraag 5
Vindt u het ook onacceptabel dat de 550.000 huishoudens die in energie-armoede leven
zo’n enorm extra bedrag moeten betalen voor energie? Zo ja, hoe gaat u dit voorkomen?
Antwoord 5
TNO heeft recent in samenwerking met het CBS een onderzoeksrapport uitgebracht waarin
energiearmoede in Nederland in kaart is gebracht. Hierin wordt niet alleen naar de
betaalbaarheid van de energierekening gekeken maar ook naar de kwaliteit van de woningen
en in welke mate bewoners (financieel) in staat zijn deze te verduurzamen. Het onderzoek
van TNO bevestigt het beeld dat het verduurzamen van woningen zowel kan leiden tot
een lagere energierekening, meer comfort en minder gezondheidsklachten voor huishoudens
als dat het resulteert in klimaatwinst. Het kabinet vindt het daarom van belang hier
stappen in te blijven zetten.
Om op de korte termijn tegemoet te komen voor de stijgende energierekening als gevolg
van de hoge gasprijzen heeft het kabinet besloten tot incidentele aanpassingen in
de energiebelasting voor 2022 (Kamerstuk 29 023, nr. 272). Op deze manier is het mogelijk om op korte termijn een lastenverlichting te realiseren.
De stijgende gasprijs verhoogt de energierekening, daarom verhoogt het kabinet ten
eerste in 2022 incidenteel de belastingvermindering met 230 euro (inclusief btw).
De belastingvermindering is een vaste korting op het belastingdeel van de energierekening
en geldt voor iedereen. De stijgende gasprijs vertaalt zich eveneens in een stijgende
elektriciteitsprijs.
Daarom wordt ten tweede in de energiebelasting in 2022 incidenteel het tarief op de
eerste schijf elektriciteit met 8,389 cent (inclusief btw) verlaagd. Dit staat voor
een huishouden met een gemiddeld verbruik ongeveer gelijk aan een verlaging van 200
euro (inclusief btw). Een huishouden met een gemiddeld verbruik ontvangt dus in totaal
een tegemoetkoming van ongeveer 430 euro (inclusief btw) ten opzichte van waarvan
is uitgegaan bij het Belastingplan 2022. Voor verdere toelichting verwijs ik naar
brief die ik uw Kamer heb gestuurd op vrijdag 15 oktober jl. (Kamerstuk 29 023, nr. 272).
Om huishoudens te helpen bij het verduurzamen van hun woning heeft het kabinet bijvoorbeeld
het Nationaal Warmtefonds opgericht en worden subsidies voor eigenaar-bewoners (ISDE)
en VvE’s (SEEH) beschikbaar gesteld waarmee huishoudens ondersteund worden bij het
isoleren van hun woning. Ook heeft het kabinet bij de Miljoenennota cumulatief 514
miljoen euro beschikbaar gesteld voor de start van een Nationaal Isolatieprogramma
voor huur- en koopwoningen. Daarnaast stelt het kabinet 150 miljoen euro beschikbaar
om kwetsbare huishoudens met een hoge energierekening en/of een slecht geïsoleerde
woning te ondersteunen met isolatiemaatregelen via hun gemeente. Dat kan bijvoorbeeld
met het aanbieden van energiebesparende maatregelen of een uitgebreid energiebespaaradvies.
De maatregelen verzachten de gevolgen van de stijgende energieprijzen met extra aandacht
voor huishoudens met een laag inkomen en uitkering.
Het kabinet deelt de zorgen rondom de hogere energieprijzen en blijft de ontwikkelingen
rond de energieprijzen en de gevolgen voor de energierekening nauwlettend in de gaten
houden. Het CBS en het PBL publiceren vanaf 2020 jaarlijks een update van de energierekening
van huishoudens. Daarnaast komt PBL eind oktober bij de publicatie van de Klimaat-
en Energieverkenning met een raming van de ontwikkeling van de energierekening op
de lange termijn.
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat de tientjes korting op de energierekening naar aanleiding
van de motie Hermans veel te weinig zijn om serieus tegemoet te komen in de extra
honderden euro’s op de energierekening?
Antwoord 6
Zoals ik hierboven al aangeef heeft het kabinet besloten om een tweetal aanpassingen
in de energiebelasting voor 2022 door te voeren (Kamerstuk 29 023, nr. 272). Deze aanpassingen zorgen voor dat een tegemoetkoming van in totaal ongeveer 430
euro (inclusief btw) huishouden met een gemiddeld verbruik ten opzichte van waarvan
is uitgegaan bij het Belastingplan 2022.
Vraag 7
Hoeveel extra huishoudens zullen er naar uw verwachting in energie-armoede moeten
leven bij de huidige energieprijzen?
Antwoord 7
Er bestaat geen eenduidige definitie van energiearmoede en daarom geen eenduidig antwoord
op deze vraag. Het aantal huishoudens in energiearmoede hangt af van de definitie
die gehanteerd wordt. Het PBL heeft in het rapport «Meten met Twee Maten» de kosten
van de energierekening voor huishoudens in verschillende inkomensgroepen in kaart
gebracht. Dit doet het PBL op basis van betaalrisico en een hoge energiequote, het
aandeel van het besteedbaar inkomen dat uitgegeven wordt aan energie. Het onderzoek
geeft aan dat Nederland ongeveer 528.000 huishoudens met een betaalrisico telde in
2014–2015. Ongeveer de helft van deze huishoudens (269.000) heeft ook een hoge energiequote.
TNO stelt in het recente rapport «de feiten over energiearmoede in Nederland» voor
een breed begrip van energiearmoede te hanteren, waarin niet alleen naar de betaalbaarheid
van de energierekening wordt gekeken maar ook de kwaliteit van de woningen en in welke
mate bewoners (financieel) in staat zijn deze te verduurzamen. TNO benoemt een getal
van ongeveer 550.000 huishoudens, zo’n zeven procent van het totaal, dat volgens hen
in energiearmoede leeft.2
Daarnaast is de impact van de huidige energieprijzen per huishouden afhankelijk van
onder andere het type contract met de energieleverancier en het specifieke verbruik
van een huishouden.
Vraag 8
Welke maatregelen kunnen er genomen worden om de mensen te helpen die financieel het
meest in het nauw komen? Hoe kijkt u aan tegen maatregelen in onder andere Frankrijk
en België om energiecheques te verstrekken aan de allerlaagste inkomens?
Antwoord 8
Zoals ook in de Kamerbrief (Kamerstuk 29 023, nr. 272) aangegeven heeft het kabinet heeft ervoor gekozen om op korte termijn compensatie
te bieden. De aanpassingen in de energiebelastingen zijn maatregelen die direct aangrijpen
op de hoogte van de energierekening van huishoudens en mkb.
In aanvulling op de aanpassingen in de energiebelasting, en meer vergelijkbaar met
de bovengenoemde vouchers, heeft het kabinet 150 miljoen euro beschikbaar gesteld
om kwetsbare huishoudens met een hoge energierekening en/of een slecht geïsoleerde
woning te ondersteunen met isolatiemaatregelen via hun gemeente. Dat kan bijvoorbeeld
met het aanbieden van energiebesparende maatregelen of een uitgebreid energiebespaaradvies.
Deze exacte invulling van deze maatregel wordt de komende tijd verder uitgewerkt.
De maatregelen verzachten de gevolgen van de stijgende energieprijzen met extra aandacht
voor huishoudens met een laag inkomen en uitkering.
Vraag 9
Welke rol ziet u voor isolatie van woningen in het verkleinen van de effecten van
fluctuerende gasprijzen en het tegengaan van energie-armoede?
Antwoord 9
Een belangrijk element in de energietransitie in de gebouwde omgeving is het isoleren
van woningen en gebouwen. De huidige situatie met de hoge energieprijzen toont het
belang van het besparen op het gebruik van energie. Energiebesparende maatregelen
zoals isolatie van woningen kunnen hieraan bijdragen. Dit stimuleert het kabinet door
onder andere het Nationaal Isolatieprogramma voor huur- en koopwoningen, waarvoor
het kabinet bij de Miljoenennota cumulatief 514 miljoen euro beschikbaar gesteld.
Ook heeft het kabinet 150 miljoen euro beschikbaar gesteld om kwetsbare huishoudens
met een hoge energierekening en/of een slecht geïsoleerde woning te ondersteunen met
isolatiemaatregelen via hun gemeente.
Vraag 10
Waarom bevat de subsidieregeling Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing
(ISDE) de voorwaarde om minimaal twee energiebesparende maatregelen te nemen? Deelt
u de zorg dat huishoudens met een laag inkomen hierdoor minder in staat zijn om te
isoleren?
Antwoord 10
De 2-maatregelen eis voor isolatiemaatregelen in de ISDE is overgenomen uit de vroegere
SEEH-regeling van BZK. Met een brief van 15 oktober 2021 heeft mijn collega van BZK
u geïnformeerd over de uitkomsten van de evaluatie van de SEEH. Eén van de in deze
evaluatie opgenomen aanbevelingen betrof de aanbeveling om de 2-maatregelen eis te
handhaven teneinde het aantal free-riders te beperken en het additionele effect van
de subsidie zo groot mogelijk te maken. Zoals ook aangegeven in de reactie van mijn
collega op deze aanbeveling zorgt de 2-maatregelen eis er voor dat de regeling een
groter stimulerend effect heeft.
Ieder jaar nemen veel mensen, ook zonder subsidie, al één maatregel. Bijvoorbeeld
om te besparen op de energierekening, bij regulier onderhoud (nieuwe kozijnen met
dubbel glas) of voor het milieu. De ISDE is erop gericht om woningeigenaren te stimuleren
een stap extra te zetten en twee of meer maatregelen tegelijk te nemen. Daarbij zorgt
de 2-maatregelen eis ook voor een focus op woningen met een slechter energielabel,
omdat in dergelijke woningen meer maatregelen genomen kunnen worden.
Ik teken hierbij aan dat het in de ISDE ook mogelijk is om een isolatiemaatregel te
combineren met een investering in een warmtepomp, zonneboiler of warmtenetaansluiting
als tweede maatregel. Deze maatregelen dragen ook bij aan de verduurzaming van de
gebouwde omgeving.
Voor wat betreft beleid specifiek gericht op lage inkomens merk ik allereerst dat
veel huishoudens met een laag inkomen niet in een koopwoning wonen. De ISDE richt
zich op eigenaar-bewoners van koopwoningen. Daarnaast geldt dat het in een generieke
subsidieregeling als de ISDE niet goed mogelijk is om onderscheid te maken tussen
lage en hogere inkomens. Mijn collega van BZK zal u binnenkort informeren over de
invulling van een nationaal isolatie programma en de aandacht daarin voor lagere inkomens.
Vraag 11
Welke maatregelen gaat u nemen om prijsstijgingen van gas in de toekomst te beperken?
Antwoord 11
De gasmarkt is een wereldmarkt en gasprijzen komen tot stand door mondiale ontwikkelingen
in vraag en aanbod. Het kabinet heeft dan ook geen invloed op die prijsontwikkelingen.
Het kabinetsbeleid voor leveringszekerheid is onder meer gericht op diversificatie
van bronnen en routes. Daarmee neemt de kwetsbaarheid van de economie en de huishoudens
voor de ontwikkelingen op de gasmarkt af. Het intensiveren van het klimaatbeleid met
nadruk op groei hernieuwbare bronnen en energie-efficiëntie is ook onderdeel van dit
beleid.
Vraag 12
Waarom heeft u er niet voor gekozen om langetermijncontracten voor gasimport af te
sluiten, ondanks adviezen van GasUnie hierover en ondanks dat een deel van de Kamer
hier in 2018 al op aandrong?
Antwoord 12
De Europese gasmarkt is een open markt, waar private bedrijven gas inkopen en verkopen.
Overheden sluiten geen gascontracten met andere overheden. In (Noordwest-)Europa zijn
bedrijven actief die in meerdere landen gas leveren. In steeds mindere mate zijn er
specifiek Nederlandse en op Nederland gerichte importeurs actief.
Verder geldt dat langetermijncontracten geen garantie bieden voor lage of stabiele
prijzen. Dit omdat prijzen die moeten worden betaald onder langetermijncontracten
veelal zijn gekoppeld aan de vigerende prijzen die op handelsplaatsen, met name de
TTF, tot stand komen.
In algemene zin hebben bedrijven naast spotinkopen (inkopen tegen de dag-, dag vooruit-
en maand vooruitprijs) en kortlopende contracten, ook langetermijncontracten. Dit
voor hun gehele portfolio, waar ook hun Nederlandse activiteiten onder vallen. Dergelijke
bedrijven verplichten langetermijncontracten voor alleen Nederland te sluiten kan
als gevolg hebben dat zij hun Nederlandse activiteiten afbouwen. Daarnaast staat dit
op gespannen voet met EU-regelgeving voor de interne markt voor gas.
Vraag 13
Wat is de actuele stand van zaken rondom het afschakelplan gas die in 2018 per motie
is afgedwongen?3 Hoe staat het specifiek met het regelen van de juiste juridisch afgedekte mandaten
om gericht in te grijpen op het niveau van individuele gebruikers, bedrijven en/of
sectoren?
Antwoord 13
Hoewel er bij grootschalige gastekorten die leiden tot een gascrisis voor het uitvoeren
van het bescherm en herstelplan gas een beroep kan worden gedaan op noodwetten, zoals
bijvoorbeeld de Distributiewet, is voor een deel van de daarin genoemde maatregelen
een wijziging van regelgeving vereist, oa ten behoeve van de juiste mandaten. Ik bereid
daarom een wijziging van de Gaswet voor om hierin te voorzien en verwacht dit voorstel
volgend jaar aan de kamer te kunnen aanbieden.
Vraag 14
Deelt u de analyse van de Europese Commissie en het Internationaal Energieagentschap
dat de verhoogde gasprijzen geen gevolg zijn van de verduurzaming van het energiesysteem?
Antwoord 14
De huidige hoge gasprijzen zijn een gevolg van een aanbodkrapte op een mondiale markt.
Deze krapte kent een aantal verschillende oorzaken, zoals de snelle economische herstel
na de eerdere lockdownfase waarin veel economieën ten tijde van de Coronapandemie
zich bevonden. Veel grondstofmarkten zijn daardoor nog niet in balans met hogere prijzen
als gevolg. In de begeleidende Kamerbrief ga ik nader in op een aantal factoren die
de hoge prijzen verklaren.
Vraag 15
Kunt u deze vragen, gezien de urgentie, voor de begrotingsbehandeling van Economische
Zaken en Klimaat beantwoorden?
Antwoord 15
Ik deel de urgentie en heb gestreefd naar zo spoedig mogelijke beantwoording van de
vragen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.