Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over het bericht dat provincie Noord-Holland woningbouw in Landsmeer tegen houdt
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat provincie Noord-Holland woningbouw in Landsmeer tegen houdt (ingezonden 17 mei 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
8 juni 2021).
Vraag 1
Kent u het bericht «Provincie houdt woningbouw in Landsmeer tegen, wat nu»?1
Antwoord 1
Ja, dit bericht is mij bekend.
Vraag 2
Is het waar dat veel gebied rondom Landsmeer is aangewezen als BPL-landschap (Bijzonder
Provinciaal Landschap)?
Antwoord 2
Inderdaad heeft provinciale staten van Noord-Holland in de vastgestelde omgevingsverordening
Noord-Holland 2020 «Bijzonder Provinciale Landschappen» aangewezen. Een groot gedeelte
van het buitengebied van Landsmeer maakt daarbij onderdeel uit van één van de 32 bijzondere
landschappen. Deze aanwijzing betekent dat er voor dit gebied een extra bescherming
geldt.
Bij de beantwoording van de Kamervragen over de bouwopgave in Noord-Holland in relatie
tot het bericht «Nieuwe omgevingsverordening beschermt 32 bijzondere landschappen»2 heb ik u geïnformeerd over de achtergronden en effecten van de Bijzondere Provinciale
Landschappen (BPL).
Vraag 3
Klopt het dat door de nieuwe omgevingsverordening een groot aantal woningbouwlocaties
van de gemeente Landsmeer is komen te vervallen? Zo ja, om hoeveel woningbouwlocaties
gaat het en om hoeveel woningen?
Antwoord 3
Nee dit klopt niet.
De woningbouwmogelijkheden van de regio Waterland, waar Landsmeer deel van uitmaakt,
zijn namelijk nu ook al beperkt. Dit komt door de ligging in een uniek veenpolderlandschap
met bijzondere landschappelijke kwaliteiten en natuurwaarden (in de provinciale Leidraad
Landschap en Cultuurhistorie aangeduid als ensemble Wormerland-Oostzaan). De aanwijzing
als BPL voegt daar alleen het dorpslint van Landsmeer aan toe. Dit raakt echter geen
groot aantal woningbouwlocaties. Ik heb via de provincie vernomen dat het in ieder
geval gaat om één ruimte-voor-ruimte locatie waar twee beoogde woningen niet gebouwd
konden worden. De provincie heeft daarnaast aangegeven dat voor locaties in lintbebouwing
waar volgens provinciale regelgeving formeel geen bouwmogelijkheden zijn, wordt gewerkt
aan maatwerkoplossingen.
De Bijzondere Landschappen hebben betrekking op zo’n 1% van de beschikbare harde en
zachte plancapaciteit in Noord-Holland. Daarbij gaat het om ongeveer 1200 woningen
op acht locaties op een totaal van circa 430.000 woningen.
In de vastgestelde Omgevingsverordening heeft de Provincie Noord-Holland een afweging
gemaakt tussen ruimte voor ontwikkelingen en bescherming van het landelijk gebied.
Daarbij zijn geen harde plannen van gemeenten vervallen. De provincie heeft ook aangegeven
harde plannen te respecteren.
Vraag 4
Hoe staat het met het overprogrammeren in de provincie Noord-Holland: hoeveel procent
«hard» voor de komende 5 jaar en hoeveel procent «hard» en «zacht» voor de komende
15 jaar? Hoe staat het met uw toezegging om provincies op te roepen 130% overprogrammeren
toe te staan?
Antwoord 4
Met de provincie Noord-Holland heb ik afgesproken de plancapaciteit te inventariseren
en zonodig te verhogen tot een overprogrammering van tenminste 130%.
Uit de inventarisatie van de plancapaciteit blijkt voor de periode tot 2030 in heel
Noord-Holland ruim voldoende plancapaciteit. Daarbij zetten wij de plancapaciteit
af tegen de netto bouwopgave. De bouwopgave is de toename van de woningbehoefte vermeerderd
met het inlopen van het tekort en verminderd met de raming voor de sloop. In Noord-Holland
blijkt voor de periode tot 2030 137% harde en zachte plancapaciteit beschikbaar te
zijn ten opzichte van de netto bouwopgave. Voor de periode tot 2040 is er nog geen
prognose van de bouwopgave en zijn er vanzelfsprekend meer onzekerheden in de prognose,
maar bedraagt het percentage op basis van de huidige gegevens ongeveer 130% harde
en zachte plancapaciteit ten opzichte van de toename in de woningbehoefte.
De provincie heeft via de woonagenda gemeenten opgeroepen om voor de korte termijn
(5 jaar) minimaal 130% harde plancapaciteit te hebben. Dit lukt nog niet in alle regio’s,
maar daar is wel voldoende zachte plancapaciteit beschikbaar die hard gemaakt kan
worden. De provincie helpt deze regio’s onder andere door cofinanciering van extra
inhuur van ambtelijke capaciteit via de zogenaamde Flexibele Schil om een groter deel
van de zachte plannen tijdig hard te maken.
Vraag 5
Waarom is er door de provincie Noord-Holland voor gekozen om ook onder voorwaarden
geen kleinschalige woningbouw toe te staan in de BPL-gebieden in de Metropoolregio
Amsterdam?
Antwoord 5
Kleinschalige woningbouw is in principe wel toegestaan in BPL-gebieden, mits de kernkwaliteiten
van het landschap niet worden aangetast door de ontwikkeling. In het zuiden van de
provincie is kleinschalige woningbouw in «regulier landelijk gebied», waar het BPL-gebied
ook onder valt, niet toegestaan. Dit geldt dus ook voor bouwlocaties buiten de bestaande
bebouwing en/of in het lint van Landsmeer.
Vraag 6 en 8
Deelt u de mening dat er zowel binnenstedelijk als buitenstedelijk gebouwd moet worden
om de grote woningbouwopgave in Nederland te halen?
Deelt u de mening dat, gezien de grote woningbouwopgave, de provincie Noord-Holland
het vervallen van woningbouwlocaties, ook in de gemeente Landsmeer, zoveel mogelijk
moet voorkomen en terugdraaien?
Antwoord 6 en 8
Ik deel uw mening dat alleen binnenstedelijk bouwen niet voldoende is om de bouwopgave
in te vullen. Met name in de regio’s met een groot woningtekort en een sterke stijging
van de woningbehoefte is het nodig gelijktijdig binnen- en buitenstedelijke locaties
in beeld te brengen.
In de Nationale Omgevingsvisie is vastgelegd dat het binnenstedelijk bouwen van woningen,
bedrijven en voorzieningen in de bereikbaarheid van een OV- knooppunt de voorkeur
verdient en dat deze ruimte optimaal benut dient te worden; waar die ruimte onvoldoende
is, is realisatie aan de randen van verstedelijkt gebied aan de orde. In alle gevallen
is het belangrijk dat dit gebeurt met oog voor ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit.
De provincie geeft ruimte om in regulier landelijk gebied te bouwen, mits de ladder
duurzame verstedelijking doorlopen wordt. Ik verwijs u verder ook naar mijn antwoord
van 15 december 2020 op uw eerdere vragen over de aanwijzing van de BPL in Noord-Holland.
3
Vraag 7
Bent u bereid om, ook voor de gemeente Landsmeer, met de provincie Noord-Holland in
gesprek te gaan om een aanpak vanuit de provincie te realiseren die de gezamenlijke
opdracht voor de woningbouwopgave ondersteunt en versnelt, die het samenwerken tussen
overheden stimuleert en het vertrouwen dat daarbij hoort als uitgangspunt neemt? Bent
u bereid hier de Kamer over te informeren?
Antwoord 7
Voor mij is het van belang dat de provincies voldoende ruimte bieden voor de regionale
van de bouwopgave. Zoals ik in vraag 4 heb aangegeven gebeurt dat ook, is er voldoende
plancapaciteit om te voorzien in de behoefte. Daarnaast heb ik ook afspraken gemaakt
met de provincie en de regio over versnelling en over goede monitoring. Op dit moment
vindt binnen de lopende trajecten zoals de woondeal, de verstedelijkingsstrategie
en Bereikbare steden, samenwerking plaats met provincie regio en gemeenten over de
woningbouwopgave.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.