Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake de antwoorden op vragen commissie over de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland (Kamerstuk 35000-IV-69)
2019D41970 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties bestond bij enkele fracties de
behoefte het kabinet enkele aanvullende vragen en opmerkingen voor te leggen met betrekking
tot de brief van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 13-09-2019 (Kamerstuk 35 000 IV, nr. 69) inzake antwoorden op vragen commissie over de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid
Caribisch Nederland.
De voorzitter van de commissie, Paternotte
De adjunct-griffier van de commissie, De Vos
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
Ministerie Economische Zaken en Klimaat
De leden van de VVD-fractie lezen: «Het is niet in te schatten of en hoeveel de tarieven
zullen dalen. Na de aanpassing van het besluit zal de Staatsecretaris van EZK de ACM
vragen om de kosten georiënteerdheid van de tarieven te onderzoeken. ACM zal de resultaten
naar verwachting het eerste kwartaal van 2020 opleveren. In hoeverre dit zal leiden
tot lagere tarieven moet uit het onderzoek blijken. Feit is dat door de beperkte schaalgrootte
er hogere kosten worden berekend aan eindgebruikers». Is die laatste zin niet de kern
van het probleem? Hoe kunt u ervoor zorgen dat de schaalgrootte van Bonaire, Saba
en Sint Eustatius niet de belemmering is voor investeringen en verbeteringen, die
nodig zijn voor bijvoorbeeld werk, kwaliteit van leven en onderwijs? Hoe draagt u
bij aan de mogelijkheid om toch investeringen te plegen op Bonaire, Saba en Sint Eustatius
zonder dat de kosten een op een worden doorberekend aan de eilandbewoners zodat er
inderdaad een verbetering van het leven gaat ontstaan zonder dat de kosten toenemen
maar dat de kosten zelfs kunnen dalen?
In uw antwoord schrijft u: «Het goedkoopste abonnement op Saba van 1,5 Mbps is beschikbaar
voor 49 dollar (43,30 euro) en het duurste van 12 Mbps is beschikbaar voor 179 dollar
(158,21 euro) per maand. Het goedkoopste abonnement op Sint Eustatius van 5 Mbps is
beschikbaar voor 75,42 dollar (66,66 euro) en het duurste van 40 Mbps is beschikbaar
285 dollar (251,90 euro) per maand. Het goedkoopste abonnement op Bonaire van 10 Mbps
is beschikbaar voor 65,95 (58,28 euro) en het duurste is beschikbaar voor 100 Mbps
85,95 dollar (75,96 euro)». Met welke internetsnelheid is het kijken van bijvoorbeeld
uitzending gemist normaal te doen? Niet met blokjes en vertraging, maar gewoon met een vloeiend beeld?
En welk abonnement is daarbij dan van toepassing? Kunt u garanderen dat met het goedkoopste
abonnement Nederlandse televisie via het internet op Bonaire, Saba en Sint Eustatius
goed te doen is? Bent u van mening dat BVN goed genoeg is voor de inwoners van Bonaire
Saba en Sint Eustatius voor het kijken van Nederlandse televisie via de kabel?
Er is in Groningen een experiment met 5G. Waarom is er niet voor gekozen om een dergelijk
experiment op Bonaire, Saba of Sint Eustatius te doen?
In uw antwoord schrijft u: ««Vanwege de noodzaak om een kilometerslange pijplijn in
zee aan te leggen, is OTEC op kleine schaal niet haalbaar. Hierdoor is OTEC op Saba
en Sint Eustatius niet of minder aantrekkelijk. De zee is daar ook minder gunstig
voor OTEC». Heeft u gekeken naar een grotere schaal door bijvoorbeeld met het andere
land binnen het Koninkrijk Sint Maarten te kijken of het misschien kosten effectiever
kan? Zijn er andere landen in de omgeving die mogelijk ook nog kunnen of willen aansluiten?
In uw antwoord schrijft u: «In bovengenoemde gevallen is een appèl gedaan op de concessiehouders
om de financiële bijdrage voor investeringen door te berekenen in de tarieven voor
de eindgebruikers. Hier is gehoor aangeven door een verbreding van de aangeboden datastroom
(internetsnelheid) door verschillende operators in plaats van in een tariefverlaging».
Waarom is er niet voor gekozen om de tarieven te verlagen? Het verhogen van de snelheid
geeft geen verbetering van de inkomenspositie van de inwoners?
In uw antwoord schrijft u: «Omdat PostNL niet verantwoordelijk is voor de postbezorging
op de BES zijn er geen postcodes ingevoerd». Wat let u dan om zelf postcodes in te
voeren voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius maar die wel erkend laten worden door
PostNL? Het gaat namelijk tegenwoordig niet alleen om postbezorging, maar ook voor
het aanschaffen van licenties van software moet er vaak een postcode worden ingevoerd.
Door het niet hebben van een postcode op Bonaire, Saba en Sint Eustatius benadeelt
u mensen maar zeker ook bedrijven.
In uw antwoord schrijft u: «ACM zal de resultaten naar verwachting het eerste kwartaal
van 2020 opleveren. In hoeverre dit zal leiden tot lagere tarieven moet uit het onderzoek
blijken. Feit is dat door de beperkte schaalgrootte er hogere kosten worden berekend
aan eindgebruikers. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat de aanbieders overwinsten
maken». Is de beperkte schaalgrootte niet juist het probleem? Door die beperkte schaalgrootte
zullen er hogere kosten worden doorberekend. Hoe gaat u ervoor zorgen dat de doorberekende
kosten aan de inwoners van Bonaire, Saba en Sint Eustatius niet onevenredig hoog zijn
in relatie tot het inkomen en sociaal minimum? Welke middelen heeft u daarvoor?
In uw antwoord schrijft u: ««De verbeterde prijs-kwaliteit verhouding heeft echter
geen tot zeer beperkt effect op het besteedbare inkomen omdat de kosten doorgaans
gelijk of marginaal lager zijn geworden». Waarom kunnen de kosten niet lager worden?
Is het niet juist het probleem van de kleinschaligheid? Welke stappen kunt u nemen
om er wel voor te zorgen dat de kosten naar beneden gaan zodat het besteedbaar inkomen
van de inwoners wel omhoog gaat?
In uw antwoord schrijft u: «Conform de toezegging in het Algemeen overleg van 13 juni
jl. zal de Staatssecretaris van EZK in gesprek gaan met aanbieders en de eilandbesturen
om samen te bezien hoe de dienstverlening doelmatiger kan worden uitgevoerd». Is er
ondertussen contact geweest met de bestuurscolleges? Zo ja, wat is daaruit gekomen.
Zo nee, waarom niet?
In de antwoorden staat: «EZK brengt samen met het Ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties de mogelijkheden in kaart voor leningen voor investeringen
in duurzame energie om de kosten voor elektriciteit voor inwoners van Caribisch Nederland
op termijn te verlagen». Kunt u de leden van de VVD-fractie een rekenvoorbeeld geven
van een lening voor een investering in duurzame energie waarbij het resultaat is dat
uiteindelijk de kosten verlaagd worden voor de inwoners?. Kunt u dat doen aan de hand
van een rekenvoorbeeld voor de drie verschillende eilanden? Kunt u aangeven wat het
tijdsbestek is voordat het omslagpunt bereikt wordt van afbetalen van de lening naar
lagere kosten voor de inwoners?
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
In uw antwoord schrijft u: «Tot nu toe is het nog niet gelukt om voor een aanvaardbaar
tarief een vaste tandarts op Saba te laten vestigen. Dit heeft met name te maken met
het geringe aantal behandelingen, waardoor een businesscase niet sluitend is.» De
leden van de VVD-fractie vragen of u kunt uitleggen hoe op een eiland er een sluitende
businesscase te maken is ten aanzien voor bijvoorbeeld een tandarts. Is het niet juist
het probleem van de kleine schaal van de eilanden dat die businesscase niet te maken
is? Hoe gaat u zorg dragen voor tandartszorg?
In uw antwoord schrijft u: «Daarom is per 1 januari 2011 een collectieve zorgverzekering
BES ingevoerd voor iedere ingezetene, waardoor eenieder gelijkelijk toegang heeft
tot zorg, met een breed pakket.» Kunt u aangeven welke zorg er verzekerd is in het
brede pakket? Hoe staat die zorg in vergelijking met het in Nederland aangeboden basis
pakket, zo vragen deze lezen.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
In uw antwoord schrijft u: «Zoals in de beantwoording van deze vragen valt te lezen,
wordt het blokkeren van toegang tot websites van de NPO op basis van de geografische
locatie van de gebruiker, voor zover uitzendrechten dat toestaan en het technisch
mogelijk is, niet meer toegepast voor de BES-eilanden». Op de website van de NPO staat:
«Het is dan wel noodzakelijk dat je beschikt over een Nederlands IP-adres of een IP-adres
met een van de eilanden als landcode». De leden van de VVD-fractie vragen of iedereen
op Bonaire, Saba en Sint Eustatius toegang heeft tot een Nederlands IP-adres of een
IP-adres met een van de eilanden als landcode? Zo nee, waarom niet?
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van
13 september 2019 over de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch
Nederland.
Recent publiceerde de Nationale ombudsman een rapport over armoede-gerelateerde problematiek
onder ouderen in Caribisch Nederland: Oog voor ouderen in Caribisch Nederland. De Nationale ombudsman constateert dat ouderen die in Caribisch Nederland rond of
onder de armoedegrens leven, tegen meerdere problemen aanlopen. Zo hebben ze te weinig
geld om in hun eerste levensbehoeften voorzien, zijn er te weinig (zorg)voorzieningen
en weten ze niet voor welke regelingen zij in aanmerking komen. De Nationale ombudsman
stelt dat ouderen in Caribisch Nederland niet zelden een mensonwaardig bestaan leiden.
Onderschrijft het kabinet de conclusie dat beleid dat de bestaanszekerheid van ouderen
in Caribisch Nederland garandeert prioriteit moet krijgen, zo vragen de leden van
de CDA-fractie. Welke concrete stappen zet u om deze kwetsbare groep tegemoet te komen?
Bestaanszekerheid is een vrucht van sociaaleconomische ontwikkeling. Voor sociaaleconomische
ontwikkeling van de eilanden is een adequate fysieke infrastructuur onmisbaar. Daarom
vinden deze leden het een goede zaak dat het kabinet het Infrastructuurfonds vanaf
2018 structureel heeft verhoogd met vijf miljoen euro per jaar ten behoeve van Caribisch
Nederland. Zij constateren echter dat het algemene beeld is dat het erg lang duurt
voordat een project tot stand komt, terwijl dit voor de bevolking juist de tastbare
voorbeelden zijn van vooruitgang en vernieuwing. Welke stappen zet de u om het tempo
in de uitvoering te bevorderen?
De leden van de CDA-fractie onderschrijven het streven van het kabinet om met gerichte
maatregelen de kosten van bijvoorbeeld energie en telecom de komende jaren terug te
dringen. Deze leden onderkennen dat de schaal van de eilanden met zich meebrengt dat
ongebreidelde marktwerking niet wenselijk is. Kunt u inzichtelijk maken welke mogelijkheden
er zijn voor aansluiting bij Nederlandse bedrijven die nutsvoorzieningen aanbieden?
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben enkele vragen bij de antwoorden op de vragen van
de commissie over de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland.
De leden van de D66-fractie vragen of het kabinet de mening deelt dat het toch wenselijk
zou kunnen zijn om vooral bij ouderen inzicht te verkrijgen in welke groep recht zou
kunnen hebben op aanvullende regelingen, zoals bijvoorbeeld aanvullende bijzondere
bijstand. Deze leden vragen of in reactie op het rapport van de Nationale ombudsman
nu echt goed in beeld is wat de situatie van ouderen op de BES-eilanden is, zowel
wat betreft inkomensvoorzieningen als wat betreft zorg, en of bekend is welke groep
geen gebruik maakt van aanvullende voorzieningen waar zij mogelijk wel recht op hebben.
De leden van de D66-fractie vragen of de ouderen in voldoende mate worden bereikt.
Aangegeven wordt dat de RNC-unit de ouderen via verschillende kanalen heeft geïnformeerd
over de beschikbare voorzieningen en dat er ««ook»» voorlichtingsbijeenkomsten zijn
georganiseerd. Wat zijn de verschillende kanalen los van de voorlichtingsbijeenkomsten?
Is de verspreiding van informatie voldoende of hebben deze ouderen actievere ondersteuning
nodig? Weten we de oorzaak van het niet-gebruik van regelingen? Kunnen bijvoorbeeld
keukentafelgesprekken helpen om mensen wel de weg naar voorzieningen te laten vinden?
Deze leden vragen ook naar de voortgang van de dagopvang voor ouderen. Aangegeven
wordt dat het Ministerie van VWS en het openbaar lichaam in gesprek gaan over de dagopvang
en de mogelijkheid om dit op korte termijn op te lossen. Wanneer wordt de Kamer hierover
verder geïnformeerd?
De leden van de D66-fractie vragen daarnaast naar de aanvullende pensioenen op de
BES-eilanden. De Staatssecretaris geeft aan dat de inschatting is dat er een beperkt
aantal mensen is dat een aanvullend pensioen heeft op de BES-eilanden. Heeft u stappen
ondernomen om het afnemen van aanvullend pensioen te bevorderen?
Deze leden vragen tot slot naar de voortgang van de versterking van het openbaar vervoer.
Aangegeven wordt dat Bonaire beziet welke mogelijkheden er zijn voor het bevorderen
van het openbaar vervoer. Gaat dit over het bevorderen van het OV op Bonaire of is
Bonaire woordvoerder voor alle BES-eilanden? Welke actieplannen zijn hier tot op heden
uit voortgekomen en kunt u meer informatie geven over de staat van mogelijke actieplannen?
Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de
beantwoording van gestelde commissievragen over de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid
Caribisch Nederland. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij dat de noodzaak van het verbeteren van
de leefomstandigheden wordt erkend. Zij vragen zich af in hoeverre de bevindingen
van het rapport Oog voor ouderen in Caribisch Nederland van de Nationale ombudsman nopen tot een intensivering van de inzet van het kabinet
om de inkomenspositie van inwoners van Caribisch Nederland te verbeteren en de kosten
van levensonderhoud te verlagen. Kan worden voorzien in een precies overzicht, waarin
de effecten van de maatregelen op de inkomenspositie enerzijds en de verlaging van
de kosten voor levensonderhoud anderzijds tot nu toe inzichtelijk worden gemaakt?
Noopt het voortschrijdend inzicht niet tot het overnemen van de in het onderzoek van
Regioplan genoemde bedragen? En bent u het, gezien de constatering dat sociale voorzieningen
in Caribisch Nederland (denk aan mantelzorg, dubbele kinderbijslag voor kinderen met
een beperking enz.) met de leden van de GroenLinks-fractie eens dat onderzocht moet
worden of, en zo ja hoe verschillen in sociale voorzieningen in Europees en in Caribisch
Nederland kunnen worden tegengegaan? Hoe gaat u precies de bekendheid van bestaande
sociale voorzieningen in Caribisch Nederland vergroten en de aanvraagmogelijkheid
voor bijvoorbeeld ouderen vergemakkelijken?
Deze leden hebben tevens kennisgenomen van de brief van de gezamenlijke eilanden van
Caribisch Nederland d.d. 16 september jl. De BES-eilanden vragen allereerst méér inzicht
in het proces dat tot de totstandkoming van de ijkpunten moet leiden. Wat vindt u
van de opvatting van de eilandraden van Saba en Bonaire dat realisatie van de lagere
ijkpunten nu nog te onzeker is om ze als beleidsnorm voor bestaansminima te hanteren,
omdat ze te ver af liggen van de dagelijkse situatie van te hoge kosten van levensonderhoud?
En wat vindt u van het voorstel van Caribisch Nederland dat genoemde ijkpunten regelmatig,
maar ten minste jaarlijks, zouden moeten worden herijkt?
Ten aanzien van de maatregelen die moeten leiden tot kostenverlaging vragen de leden
van de GroenLinks-fractie zich af of de impact van de voorgestelde maatregelen op
dit moment voldoende kan worden ingeschat. Wat vindt u van het pleidooi vanuit Bonaire
om te komen tot een solidair tariefstelsel voor nutsvoorzieningen? Bent u het met
deze leden eens dat, gezien de relatief geringe omvang van Caribisch Nederland, een
weerspiegeling in de tarieven van de gemaakte kosten en een redelijke winstmarge voor
nutsbedrijven eigenlijk altijd zal leiden tot disproportioneel hoge consumentenprijzen?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke verdere maatregelen neemt u zich voor om betaalbare
tarieven te bereiken en vindt u dat Economische Zaken momenteel voldoende doet om
dat te bereiken? De BES-eilanden noemen het voorbeeld van de verlaging van de elektriciteitstarieven,
die ondanks de doorberekening van de elektriciteitssubsidies nog steeds hoog zijn.
Één van de door het kabinet genomen maatregelen is het verhogen van de tarieven voor
grootgebruikers. De eilanden verwachten, naar het oordeel van deze leden niet ten
onrechte, dat deze grootverbruikers de kostenverhogingen zullen doorberekenen in hun
eigen prijzen. De leden van de GroenLinks-fractie verwachten kortom alsnog een negatief
effect voor de kosten van levensonderhoud. Graag een reactie op dit punt. Daarnaast
vragen deze leden of het werkelijk de veronderstelling is dat inzake telecommunicatievoorzieningen
een verbreding van de aangeboden datastroom (dit is de internetsnelheid) een geschikt
alternatief is voor een tariefverlaging.
Inbreng van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met zeer veel interesse kennisgenomen
van de door het kabinet aangeboden antwoorden op vragen aangaande de voortgangsrapportage
ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland. Zij hechten er zeer aan dat in heel
Nederland kinderen, ouderen en andere kwetsbare groepen kunnen rondkomen van het inkomen
dat zij krijgen. Ook de recente berichtgeving laat zien dat dit op de BES-eilanden
nog niet vanzelfsprekend is. De leden moedigen het kabinet daarom ook van harte aan
ambitieus en voortvarend te werk te gaan.
In het verslag lezen deze leden dat het kabinet terecht stelt dat niet elke wet die
geldt in Europees Nederland, direct aansluit op de context van de BES-eilanden. Tegelijkertijd
mag dit, in de ogen van de leden van de ChristenUnie-fractie, geen reden zijn om niet
te zoeken naar manieren om de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de sociale
standaarden die in Europees Nederland gelden, ook naar de BES te vertalen. Deelt het
kabinet deze visie, zo vragen deze leden. Kunt u voorts een overzicht geven van welke
wetgeving op het gebied van sociaal welzijn en op het gebied van jeugd in Europees
Nederland van kracht is maar niet op de BES-eilanden?
De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn verheugd dat vanaf 1 januari 2020
het wettelijk minimumloon wordt verhoogd, alsook de onderstand, AOV, AWW, uitkeringen
en de kinderbijslag, zij waarderen tevens de inzet om de kinderopvang op de eilanden
betaalbaarder te maken. Deze leden vinden het voorts van belang dat goed wordt gemonitord
wat de effecten zijn van de gedane interventies in de concrete leefsituaties van kwetsbare
groepen. Zij zijn bezorgd dat de huidige data-infrastructuur op de eilanden op dat
gebied momenteel nog niet volledig is en wijzen derhalve op de aangenomen motie Van
der Graaf c.s. die bij de begrotingsbehandeling van de begroting Koninkrijksrelaties
is ingediend. Onderschrijft het kabinet dat verbetering van de data-infrastructuur
meer zicht geeft op de effecten van beleidsinterventies en mogelijk nieuwe beleidsinterventies?
Op welke termijn verwacht u wezenlijke stappen te kunnen zetten om deze motie ten
uitvoer te kunnen brengen? Deze leden verwachten dat in elk geval verbetering van
de data-verzameling ten aanzien van sociale zekerheid, armoede, kosten voor levensonderhoud,
kinderrechten en jeugdzorg hierin een plek krijgt en vragen of dit het geval zal zijn.
Concreet vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie verder wat de verwachte
impact is van deze tranche van maatregelen voor de inwoners van de eilanden en op
welke manier deze impact gemeten zal worden. Verwacht het kabinet dat de voorgestelde
maatregelen voldoende zullen zijn om ook tegemoet te komen aan de zorgen die zijn
geuit door de Nationale ombudsman in het rapport Oog voor ouderen in Caribisch Nederland? Ziet u in de aansporing van de Nationale ombudsman aanleiding om met aanvullende
maatregelen te komen? Voorts vragen zij, in lijn met het rapport, bij wie de regiefunctie
belegd is en welke mogelijkheden het kabinet ziet om deze regiefunctie te versterken.
Ook blijven de leden van de fractie van de ChristenUnie zich enigszins zorgen maken
dat de bedragen in het ijkpunt lager zijn dan de bedragen zoals vastgesteld door Regioplan.
Waarom is niet gekozen voor een ijkpunt op basis van de op dit moment reële kosten,
dat bij eventuele kostenoptimalisatie kon worden bijgesteld. Creëert dit niet onbedoeld
een foutief beeld dat mensen die op dit moment boven het door u geformuleerde ijkpunt
leven, maar onder het ijkpunt van regioplan, bestaanszekerheid kennen?
Tot slot vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie op welke termijn het kabinet
verwacht wel met een daadwerkelijk tijdpad te komen. Zij hechten grote waarde aan
een tijdspad dat houvast biedt voor inwoners van de BES, betrokken overheidsorganen
en Kamer. Zij geven daarbij de suggestie mee, een afgebakende periode te hanteren
waarbinnen het kabinet beoogt tot het ijkpunt te zijn gekomen. Hierin kan worden gewerkt
met een zo vroegst als mogelijk realiseerbare termijn, en een zo laat als nog wenselijk
realiseerbare termijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.M. Paternotte, voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
A.C.W. de Vos, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.