Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Koerhuis, Aartsen en Laan-Geselschap over het kraken van het Fort bij Velsen in de gemeente Beverwijk door oud-ADM-krakers
Vragen van de leden Koerhuis, Aartsen en Laan-Geselschap (allen VVD) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Justitie en Veiligheid over het kraken van het Fort bij Velsen in de gemeente Beverwijk door oud-ADM-krakers (ingezonden 18 januari 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 14 maart 2019) Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1645.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het bericht dat oud-ADM-krakers inmiddels het Rijksmonument/
UNESCO Wereld Erfgoed Fort bij Velsen in de gemeente Beverwijk hebben gekraakt?1
Deelt u de mening dat kraken illegaal en een schending van het eigendomsrecht is?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1
Ja, hiervan ben ik op de hoogte. Ik deel het standpunt dat kraken illegaal is en een
schending van het eigendomsrecht.
Vraag 2
Is er bekend wie de eigenaar van dit gekraakte pand is? Zo ja, heeft de eigenaar aangifte
gedaan?
Antwoord 2
Uit de berichtgeving maak ik op dat het gekraakte perceel in het bezit van particulieren
is. Er is direct aangifte gedaan door de eigenaar.
Vraag 3
Indien de eigenaar aangifte heeft gedaan, deelt u dan de mening dat dit pand zo snel
mogelijk ontruimd moet worden, om zo de Antikraakwet te handhaven? Welke termijn wordt
hiervoor gehanteerd?
Antwoord 3
De officier van justitie heeft reeds twee dagen na de kraak de ontruiming van het
gekraakte pand aangekondigd. Tegen deze aankondiging hebben de krakers een kort geding
aangespannen dat op 7 februari jl. heeft gediend. Op 21 februari jl. heeft de rechtbank
geoordeeld dat Fort Velsen ontruimd mag worden. De rechter heeft in het nadeel van
de krakers beslist. De krakers zullen het pand moeten verlaten.
Vraag 4
Is er bij deze krakers sprake van een georganiseerde groep? Zo ja, welke groep(en)?
Vraag 5
Klopt het dat er oud-ADM-krakers bij zitten, en dat sommigen verdacht en/of eerder
veroordeeld zijn voor verstoring van de openbare orde tijdens eerdere ontruimingen?
Antwoord 4 en 5
Uit de berichtgeving maak ik op dat een deel van de krakers afkomstig is van het vorige
maand ontruimde ADM-terrein in Amsterdam. Of hierbij sprake is van een georganiseerde
groep kan ik op dit moment niet zeggen. Dat is overigens ook niet relevant voor de
ontruimingsvordering van het OM. Over individuele zaken doe ik geen mededelingen.
Vraag 6
Klopt het dat de burgemeester van Beverwijk voornemens is dit gekraakte pand te ontruimen?
Antwoord 6
De bevoegdheid tot het nemen van een ontruimingsbeslissing ligt bij het Openbaar Ministerie.
Vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid heeft de burgemeester een verantwoordelijkheid
die ertoe kan strekken dat hij uiting geeft aan het niet laten voortduren van een
ongewenste situatie en bereidheid om in het voorkomende geval van een ontruiming faciliterend
op te treden. Zie verder het antwoord op vraag 3.
Vraag 7
Klopt het dat de bij de ontruiming van gekraakte panden in Amstelveen betrokken asielkrakers
afgelopen jaar zijn aangehouden op basis van verdenkingen/ eerdere veroordelingen
voor verstoring van de openbare orde? Kunt u toezeggen de burgemeester van
Antwoord 7
Over individuele zaken doe ik geen mededelingen.
Vraag 8
Beverwijk te ondersteunen om op dezelfde manier te ontruimen als in Amstelveen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 8
Ik meen dat deze vraag inmiddels achterhaald is door de uitspraak in kort geding in
deze zaak.
Vraag 9
Wat zijn de gevolgen van het beschadigen en/of vernielen van Rijksmonumenten/ UNESCO
Wereld Erfgoed? Welke wettelijke en bestuurlijke middelen heeft het Rijk om op te
treden in gevallen waarbij Rijksmonumenten/ UNESCO Wereld Erfgoed in acuut gevaar
zijn en mogelijk beschadigd en/of vernield worden?
Antwoord 9
Het beschadigen of vernielen van een rijksmonument is verboden op grond van artikel
9.1, eerste lid, onder a, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 11, eerste lid,
van de Monumentenwet 1988. Overtreding van dit verbod is strafbaar op grond van artikel
9.1, tweede lid, onder b, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 1a, onderdeel
2, van de Wet op de economische delicten, zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding
van de Erfgoedwet. Het beleid inzake Werelderfgoed is gebaseerd op het nationale wettelijke
instrumentarium.
De lidstaten van het verdrag zijn verantwoordelijk voor het in stand houden van de
uitzonderlijke universele waarde van het Werelderfgoed. Op grond van artikel 9.1,
eerste lid, onder a, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 63, tweede lid, van
de Monumentenwet 1988 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het college
van burgemeester en wethouders het verantwoordelijke orgaan om op te treden cq. te
handhaven bij het vernielen van rijksmonumenten.
Vraag 10
Deelt u de mening dat er onderscheid gemaakt zou moeten worden tussen reguliere panden
en monumentale panden, gezien het risico op onherstelbare schade en/of vernieling?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Deelt u de mening dat schade in alle gevallen verhaald moet worden op krakers? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 10 en 11
In alle gevallen is schade of vernieling verwerpelijk, los van de status van het gebouw.
Artikel 138a Sr (kraakverbod) voorziet niet in een dergelijk onderscheid en ik zie
daar ook niet direct aanleiding toe. Indien schade ontstaat, kunnen de verantwoordelijken
voor deze schade via een civiele procedure aansprakelijk worden gesteld. Het verhalen
van schade is primair een zaak tussen eigenaar en kraker.
Vraag 12
Voorzien de beleidsregels van de Antikraakwet van het Openbaar Ministerie in een hogere
prioriteit voor monumentale panden (zowel lokale, provinciale als rijksmonumenten)?
Zo ja, hoe wordt daarin voorzien en hoe worden deze beleidsregels in dit geval toegepast?
Antwoord 12
De beleidsregels van het OM voorzien niet in een hogere prioriteit voor de ontruiming
van monumentale panden.
Vraag 13
Indien deze beleidsregels daarin niet voorzien, deelt u de mening dat deze voor monumentale
panden aangescherpt zouden moeten worden? Zo ja, bent u bereid dit mee te nemen in
de aanscherping van de beleidsregels inzake de ontruimingsperiode van gekraakte woningen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Ik zie daartoe vooralsnog geen noodzaak. Het college van burgemeester en wethouders
is op grond van de Erfgoedwet, Monumentenwet 1988 en Wabo de verantwoordelijke overheidslaag
om op te treden bij vernieling, zowel tijdens als na de ontruimingsperiode.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.