Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Geannoteerde agenda met de inzet voor de Voorjaarsvergadering van de Wereldbank 2025 (Kamerstuk 26234-303_
2025D15556 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp hebben de
onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over onder meer de Geannoteerde agenda
met de inzet voor de Wereldbank Voorjaarsvergadering 2025 (Kamerstuk 26 234, nr. 303).
De voorzitter van de commissie,
De Vries
Adjunct-griffier van de commissie,
Prenger
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng PVV-fractie
Inbreng GroenLinks-PvdA-fractie
Inbreng NSC-fractie
Inbreng D66-fractie
Inbreng BBB-fractie
Inbreng SGP-fractie
II
Antwoord/Reactie van de Minister
III
Volledige agenda
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het verslag
van de Jaarvergadering van de Wereldbank en de daarbij behorende documenten. Zij maken
zich ernstige zorgen over de toename van de Nederlandse financiële bijdragen aan multilaterale
instellingen, het gebrek aan controle en transparantie, en de verschuiving van prioriteiten
binnen het ontwikkelingsbeleid van de Wereldbank. De leden van de PVV-fractie formuleren
de volgende vragen ter verduidelijking.
De leden van de PVV-fractie constateren dat Nederland een toezegging heeft gedaan
van 935 miljoen euro aan de 21ste middelenaanvulling van de International Development Association (IDA21), de armstenfaciliteit
van de Wereldbank. Zij vragen de Minister waarom er is gekozen voor een dergelijke
forse toezegging in een tijd waarin in Nederland sprake is van serieuze budgettaire
druk, woningnood, een zorgcrisis en stijgende lasten voor burgers.
De leden van de PVV-fractie vragen de Minister of zij een overzicht kan geven van
het moment waarop de Tweede Kamer over deze financiële toezegging beslist en van welke
begroting dit een onderdeel is.
De leden van de PVV-fractie vragen de Minister of zij inzicht kan geven in de totale
financiële blootstelling van Nederland aan de Wereldbank en gelieerde instellingen,
waaronder de International Bank for Reconstruction and Development (IBRD), de International Finance Cooperation (IFC) en IDA. Daarnaast vragen zij hoeveel Nederland sinds 2022 heeft bijgedragen
aan de wederopbouwinspanningen in Oekraïne via de Wereldbank en welke projecten hiermee
exact zijn gefinancierd. De leden van de PVV-fractie verzoeken de Minister aan te
geven hoe dit geld wordt gemonitord en gecontroleerd, en of er risico is op verlies
of inefficiënte besteding.
De leden van de PVV-fractie maken zich zorgen over het feit dat de Wereldbank haar
leencapaciteit met 150 miljard Amerikaanse dollar heeft verhoogd, mede door het verlagen
van de equity-to-loan ratio en de introductie van hybride kapitaal. Zij vragen de
Minister of deze ontwikkeling niet leidt tot grotere financiële risico’s en wat dit
betekent voor de Nederlandse aansprakelijkheid bij wanbetaling door lenende landen.
Daarnaast constateren de leden van de PVV-fractie dat het mandaat van de Wereldbank
is verruimd met zogenoemde «grensoverschrijdende uitdagingen». Zij vragen de Minister
om concreet te duiden wat hiermee wordt bedoeld. Wordt hiermee feitelijk niet het
oorspronkelijke doel van de Bank – armoedebestrijding in de armste landen – vervangen
door klimaatbeleid en geopolitieke belangen?
Daarnaast vragen de leden van de PVV-fractie of klimaatfinanciering inmiddels onderdeel
is geworden van de kernactiviteiten van de Bank. Zij verzoeken de Minister om een
overzicht van de huidige verdeling van financiering binnen de Wereldbank naar themagebieden
zoals infrastructuur, onderwijs, voedselzekerheid, klimaat, gezondheid en migratie.
En zij verzoeken de Minister om een overzicht te geven van welke ODA-landen, die onderdeel
zijn van het Nederlandse ontwikkelingshulpbeleid, gebruik hebben gemaakt van financiering
via de Wereldbank.
De leden van de PVV-fractie hechten aan volledige transparantie bij Nederlandse bijdragen
aan multilaterale instellingen. Zij vragen de Minister of het kabinet bereid is in
te zetten op meer voorwaardelijkheid bij toekomstige toezeggingen aan IDA of andere
Wereldbankfaciliteiten. Concreet vragen zij of Nederland bij toekomstige bijdragen
als harde voorwaarden kan stellen dat: migratiebeperking expliciet als doel wordt
meegenomen, corruptiebestrijding aantoonbaar effectief wordt aangepakt en landen stappen
zetten richting fiscale zelfredzaamheid.
Tot slot vragen de leden van de PVV-fractie hoe het kabinet ervoor zorgt dat Nederlandse
belangen, zoals het tegengaan van migratie, de bescherming van de Nederlandse belastingbetaler
en de versterking van de economische stabiliteit in Europa, daadwerkelijk verankerd
zijn in de inzet binnen de Wereldbank.
De leden van de PVV-fractie zien uit naar een volledige en concrete beantwoording
van bovenstaande vragen en rekenen op een heldere inzet van de Minister op bovengenoemde
punten.
Inbreng leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
agenda en Nederlandse inzet richting de vergadering van het Development Committee. De leden hebben enkele opmerkingen en vragen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken op dat de tarieven van Trump ontwikkelingslanden
die de afgelopen decennia, mede in samenwerking met de Wereldbank, gekozen hebben
voor een exportgeoriënteerde maak- en grondstoffenindustrie, bovenmatig hard treffen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen zich af welke gevolgen de tariefbeslissingen
van Trump zullen hebben voor de schuldenpositie van laag-en-middeninkomens landen
en wat de inzet van de Minister hierop zijn. Gaat de Minister haar Amerikaanse collega’s
hierop aanspreken, en zo ja, wanneer en op welke wijze?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat het wegvallen van USAID grote gevolgen
kan hebben voor het functioneren van de Wereldbank. De leden zijn benieuwd naar de
inschatting van de effecten, zowel op de uitvoering van landenprogramma’s, als op
andere projecten. Welke rol verwacht de Minister dat de Verenigde Staten (VS) in de
Wereldbank zal gaan spelen, en welke effecten zal deze veranderende rol hebben op
de stemverhoudingen en de agenda van de Bank? Wat is de visie van de Minister op de
gewenste reactie door de Bank op deze veranderende houding van de VS? Verwacht de
Minister dat de opkomende economieën zoals Thailand, de Filippijnen en de Golfstaten
een grotere rol zullen nemen in de Bank, nu de VS een terugtrekkende beweging maakt?
Kan de Minister aangeven wanneer zij de Kamer zal informeren over de IDA replenishment, ook in het licht van de aangekondigde bezuinigingen? En welke effecten zullen de
Nederlandse bezuinigingen hebben op lopende en toekomstige Wereldbankprojecten? Ook
vragen de leden zich af hoe het gaat met de voortgang van de moderniseringsagenda
die de Wereldbank en het IMF hebben ingezet om meer en goedkopere financiering los
te trekken die lage- en middeninkomenslanden kunnen investeren in duurzame ontwikkeling.
Kan de Minister een update geven van de voortgang, van de Nederlandse prioriteiten
hieromtrent, en de kabinetsinzet tijdens de Voorjaarsvergadering?
De Minister geeft aan dat zij de krachten wil bundelen met de Wereldbank om zo de
focus te leggen op de prioriteiten uit de Beleidsbrief ontwikkelingshulp. De leden
van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen zich af hoe zich dit verhoudt met de inzet van
de Bank op onderwerpen die volgens de beleidsbrief expliciet geen prioriteit meer
zijn van het kabinet, zoals het investeren in onderwijs.
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA juichen de inzet op werkgelegenheid toe.
Grote groepen mensen, vooral jongeren, in ontwikkelingslanden en opkomende economieën
zijn op zoek naar werk en inkomen. De leden zijn benieuwd naar de toelichting van
de Minister over de inzet van de Bank op de creatie van lokale en regionale markten
en de inzet van de Bank op de informele sector, waar het grootste deel van de banen
in ontwikkelingslanden plaatsvindt. Hoe zal de Bank ervoor zorgen dat handelsliberalisatie
niet verder zal bijdragen aan het verdringen van lokale, informele economische activiteiten?
De leden vragen zich in dat licht af wat de inzet van de Minister is op internationale
ketens waarin Nederlandse bedrijven een significante rol hebben. Daarnaast zijn de
leden benieuwd naar de rol die de Minister ziet voor lokale voedselproducenten die
alleen voor lokale en regionale markten produceren. Ook vinden de leden dat de focus
van de Wereldbank niet moet liggen op alleen maar méér banen voor méér mensen, maar
juist ook op betere banen, met betere werkomstandigheden en eerlijk loon. Deelt de
Minister deze mening? Op welke wijze gaat zij erop hameren bij de Wereldbank om aan
de investeringen in werkgelegenheid duidelijke voorwaarden te verbinden omtrent arbeidsrechten,
eerlijke lonen, het tegengaan van kinderarbeid en moderne slavernij, en het verminderen
van de negatieve gevolgen van groeiende werkgelegenheid voor klimaat en natuur? Gaat
zij de Wereldbank vragen het beleid in lijn te brengen met de eisen die de EU op dit
vlak ook stelt aan internationaal opererende bedrijven, de OESO-richtlijnen, en gaat
zij erop aandringen dat de Wereldbank de impact op bovengenoemde aspecten gaat rapporteren?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen zich af of de Minister kan aangeven
wat ze specifiek van de Bank verwacht op het gebied van «goed bestuur» en «speciale
aandacht voor vrouwen» waar het werkgelegenheid betreft, en welke rol zij hierin ziet
voor vakbonden en lokale maatschappelijke organisaties. Tot slot zijn de leden benieuwd
of de Minister kan bevestigen dat haar inzet op «de bevordering van fatsoenlijke banen
in lijn met internationale arbeidsnormen» refereert aan de ILO normen van «leefbaar
loon» en het recht op organisatie en vakbondsvorming.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn erg benieuwd naar de inzet rondom de
wederopbouw in Oekraïne, ook met het oog op de verminderde bijdrage vanuit de Verenigde
Staten. Ziet de Minister een grotere rol voor Europese leden van de Bank voor de wederopbouw
van Oekraïne? De leden vragen zich af of er ook gesproken zal worden over de wederopbouw
van Gaza, steun aan Syrië en steun aan Myanmar, en welke voorwaarden aan dergelijke
steun verbonden zullen worden.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken op dat Nederland succesvol heeft gepleit
dat de samenhang tussen water, voedsel en klimaatadaptie meer wordt meegenomen binnen
IDA. De leden zijn benieuwd hoe dit er concreet uitziet. Daarnaast zijn de leden benieuwd
of de Minister ook de inzet van de Wereldbank op het creëren van duurzame energiesystemen
steunt en hoe het kabinet hieraan wil bijdragen, gegeven haar keuze om dat onderdeel
niet langer voort te zetten zoals geschetst in haar beleidsbrief.
Tot slot lezen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat de Bank in gaat zetten
op schuldbeheer. Hoe gaat het kabinet hierbij een positieve rol spelen, terwijl de
Nederlandse inzet in zowel de beleidsbrief ontwikkelingshulp als voor de voorjaarsvergadering
van de Wereldbank een grote rol ziet voor private financiers? Ziet het kabinet verbeteringen
van belastinginning als een reële optie voor lage inkomenslanden op de korte termijn,
en wat is de Nederlandse inzet mocht dit niet het geval zijn? Tot slot verzoeken de
leden de Minister om aan te geven hoe zij haar pleidooi voor verbetering van belastinginning
zal koppelen aan de rol van Nederland als een van de grootse belastingparadijzen ter
wereld. Hierdoor lopen lage- en middeninkomenslanden juist op grote schaal belastinginkomsten
mis als gevolg van Nederlands beleid. Gaat de Minister dit ook aankaarten en ervoor
zorgen dat Nederland vanaf nu belastingontwijking ontmoedigt in plaats van aanjaagt?
Inbreng leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
Voorjaarsvergadering 2025 van de Wereldbank en hebben hierover enkele aanvullende
vragen.
Aanleiding
De leden van de NSC-fractie lezen dat het kabinet de inzet heeft bepaald voor de Voorjaarsvergadering
2025 van de Wereldbank en het IMF. Zij vragen welke specifieke resultaten de regering
tijdens deze vergadering wenst te behalen en hoe het kabinet denkt deze resultaten
concreet te bereiken. Welke lessen zijn er getrokken uit eerdere bijeenkomsten?
De Wereldbankgroep
De leden van de NSC-fractie lezen dat publiek-private investeringen en hervormingen
worden voorgesteld om uitdagingen in opkomende economieën aan te pakken. Kan de regering
concreet uiteenzetten welke specifieke publiek-private investeringen en hervormingen
hier bedoeld worden en hoe deze bijdragen aan structurele en duurzame banen? Welke
rol ziet de regering hierbij specifiek weggelegd voor het Nederlandse bedrijfsleven
en Nederlandse kennisinstellingen?
Deze leden willen verder weten op welke wijze precies wordt gewaarborgd dat de door
de Wereldbank gesteunde projecten leiden tot fatsoenlijke arbeidsomstandigheden en
leefbare lonen zoals vermeld in artikelen 23 en 24 van de Universele Verklaring van
de Rechten van de Mens. Welke controlemechanismen en garanties zijn aanwezig om arbeidsuitbuiting
en slechte arbeidsomstandigheden expliciet uit te sluiten?
Centrale thema Voorjaarsvergadering: «meer banen voor meer mensen»
De leden van de NSC-fractie lezen dat in het komend decennium slechts 420 miljoen
banen beschikbaar zullen zijn voor 1,2 miljard jongeren in opkomende economieën. Kan
de regering aangeven hoe specifiek wordt gemeten en geëvalueerd of de investeringen
daadwerkelijk resulteren in nieuwe banen? Welke benchmarks en doelen zijn hiervoor
vastgesteld?
Oekraïne rondetafelbijeenkomst
De leden van de NSC-fractie zijn verheugd over de voortdurende internationale steun
voor Oekraïne, maar hebben vragen over de doelmatigheid en transparantie van de aanzienlijke
financiële bijdragen via de Wereldbank. Kan de regering nader toelichten hoe exact
de monitoring en controle op deze middelen verloopt? Welke garanties zijn er dat middelen
effectief, transparant en zonder misbruik worden ingezet?
Daarnaast vragen zij om verduidelijking van de Nederlandse betrokkenheid bij de G7-lening
van 50 miljard dollar, gefinancierd uit bevroren Russische tegoeden. Wat is precies
de rol van Nederland hierin, en hoe wordt het risico van mogelijke juridische complicaties
beheerst?
De leden van de NSC-fractie lezen dat de Nederlandse inzet zich primair richt op het
beschermen en herstellen van de Oekraïense infrastructuur en energiecapaciteit. Conform
het Regeerprogramma zal Nederland Oekraïne onverminderd blijven steunen, ook bij herstel
en wederopbouw. Is hier door het kabinet voldoende voor gereserveerd voor het komende
jaar? Is hier voldoende ruimte voor vrijgemaakt in de aangekondigde 3,5 miljard euro
voor Oekraïne of komt dit ergens anders vandaan?
International Development Association (IDA)
De leden van de NSC-fractie constateren dat Nederland onder voorbehoud van parlementaire
goedkeuring € 935 miljoen heeft toegezegd aan de IDA21 middelenaanvulling. Kan de
regering inzicht geven in hoe dit specifieke bedrag tot stand is gekomen? Welke concrete
voorwaarden stelt Nederland aan deze financiering, en op welke manier wordt geëvalueerd
of de gestelde beleidsprioriteiten zoals waterbeheer, voedselzekerheid en opvang in
de regio daadwerkelijk gerealiseerd worden?
Verder vragen zij om een gedetailleerde toelichting op hoe de aangekondigde versobering
van financieringsvoorwaarden, versterkt schuldbeheer en verbeterde belastinginning
precies worden toegepast in ontvangende landen. Welke meetbare criteria worden gebruikt
om succes en voortgang op deze punten te bepalen?
Mondiale schuldenproblematiek
De leden van de NSC-fractie stellen vast dat mondiale schuldenproblematiek een groeiende
zorg is. Kan de regering aangeven welke concrete maatregelen Nederland voorstelt binnen
de Wereldbank om deze problematiek aan te pakken en welke rol schuldkwijtschelding
hierbij eventueel kan spelen? Hoe beoordeelt de regering de effectiviteit van huidige
instrumenten en aanpak van de Wereldbank op dit terrein?
Inbreng leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het verslag van
de jaarvergadering 2024 van de Wereldbank. Hierover hebben deze leden nog enkele vragen.
Hoe beoordeelt het kabinet de daadwerkelijke implementatie van de aangenomen hervormingen
binnen de Wereldbank? Zijn er indicatoren of evaluaties die deze voortgang zichtbaar
maken? Hoe wordt gewaarborgd dat de bredere focus op grensoverschrijdende uitdagingen
niet ten koste gaat van de kernmissie van armoedebestrijding? Worden lokale maatschappelijke
organisaties betrokken bij het toetsen van de effectiviteit van de hervormingsmaatregelen
ter plekke?
Tijdens de vergadering van het Development Committee zal er opnieuw gesproken worden over de steun aan Oekraïne en de wederopbouw van
het land. Ook hierover hebben deze leden nog enkele vragen. Welke bijdrage denk het
kabinet te willen/kunnen leveren aan de benodigde 524 miljard dollar bedoelt voor
de wederopbouw van Oekraïne? Zal het kabinet ook tijdens deze vergadering inzetten
op meer/nieuwe steun voor Oekraïne? Welke lessen uit de wederopbouw van Oekraïne kunnen
worden toegepast op wederopbouw in andere (post)conflictlanden?
Daarnaast hebben de leden van de D66-fractie na het lezen van de genoteerde agenda
nog de volgende losse vragen.
De inzet op private sectorfinanciering en initiatieven als het Warehouse-Enabled Securitization Platform (WESP) wordt geprezen. Op welke manier wordt geborgd dat deze investeringen daadwerkelijk
bijdragen aan duurzame ontwikkeling en inclusieve werkgelegenheid, en niet alleen
aan rendement?
De Minister heeft het belang van water, voedselzekerheid en gezondheid onderstreept.
Op welke manier wordt dit vertaald naar concrete projecten met meetbare resultaten?
Worden deze thema’s geïntegreerd in landstrategieën? Hoe wordt voorkomen dat door
de extra inzet op voedselzekerheid onze eigen niet-duurzame methodes voor landbouw/veehouderij
elders worden overgenomen? Wordt er structureel gemonitord of Nederlandse kennis en
expertise op deze terreinen daadwerkelijk effectief worden benut in Wereldbankprojecten?
Welke concrete stappen worden er door de Wereldbank gezet om belastinginning in ontwikkelingslanden
te verbeteren? Wat zijn de voorwaarden voor landen om hier effectief aan mee te doen?
In hoeverre wordt belastingontwijking via internationale constructies, ook met betrokkenheid
van bedrijven uit donorlanden, geadresseerd in deze inzet?
Het Development Committee is opnieuw niet tot een gezamenlijk communiqué gekomen. Wat zegt dit over de huidige
legitimiteit en slagkracht van het bestuur van de Wereldbank? Welke inzet pleegt Nederland
om deze impasse te doorbreken?
Welke rol ziet het kabinet weggelegd voor de Wereldbank om in te springen op de plekken
waar ontwikkelingshulp wordt teruggetrokken (zoals bijvoorbeeld door de Verenigde
Staten, het Verenigd Koninkrijk en Nederland)?
Welke innovatieve manieren ziet het kabinet voor de Wereldbank om samen te werken
met de diaspora gemeenschappen en de private sector?
Inbreng leden van de BBB-fractie
De leden van BBB-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het verslag van de
jaarvergadering Wereldbank 2024. Op moment van schrijven van deze inbreng was de geannoteerde
agenda met inzet voor Wereldbank Voorjaarsvergadering 2025 nog niet bekend.
Deze leden vinden het jammer dat in de context van de Russische agressie oorlog in
Oekraïne en de spanningen in het Midden-Oosten er geen gezamenlijke slotvergadering
kon komen. Hiervoor is immers unanimiteit vereist.
De leden van de BBB-fractie volgen met interesse de hervorming van de Wereldbank waarmee
zij haar focus op armoedebestrijding kan vergroten en hopelijk ook de aangenomen veranderingen
kan doorvoeren in de bedrijfsvoering van de bank. Het is goed dat daarbij de financiering
voor opkomende economieën met $ 150 miljard is verhoogd voor de komende 10 jaar.
De leden van BBB-fractie vragen zich af hoe de Wereldbank aankijkt tegen de recent
gestarte handelsoorlogen van de VS en wat hiervan op korte en lange termijn de mogelijke
scenario’s zijn. Het is daarnaast goed dat de Wereldbank poogt om de private sector
meer te betrekken bij haar activiteiten en doelstellingen.
In het kader van de wederopbouw van Oekraïne ondersteunen de leden van BBB-fractie
natuurlijk de initiatieven die bestaan om hiervoor alvast de voorbereidingen te treffen.
Daarnaast steunen de leden uiteraard ook de activiteiten die moeten bijdragen aan
een snel herstel van de energiesector. Daarbij willen deze leden ook aandacht vragen
ter voorkoming dat goed bedoelde initiatieven belanden in handen van corrupte oligarchen
of bij een broos bestand alweer snel beschadigd kunnen worden, zoals ook eerder is
gebeurd met de herbouw van bijvoorbeeld Gaza en andere oorlogsgebieden na eerdere
conflicten. De leden van BBB-fractie vragen zich af of de Wereldbank kan helpen met
het confisqueren van Russisch vermogen in het buitenland, gezien haar expertise met
de financiering van projecten in oorlogsgebieden.
Tot slot kunnen de leden van BBB-fractie alleen maar toejuichen dat bij IDA21 de Nederlandse
prioriteiten als water- en voedselzekerheid een belangrijk onderdeel vormen, te meer
omdat daarmee honger en vroegtijdige sterfte als gevolg hiervan kunnen worden gereduceerd.
Inbreng leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie danken de regering voor de toezending van de stukken en
hebben enkele vragen en opmerkingen daarover.
De leden van de SGP-fractie waarderen de inzet van de regering ten behoeve van stevige
financiële fundamenten voor ontwikkelingslanden en het tegengaan van riskante en onhoudbare
staatsschulden en verwelkomen tevens de focus op werkgelegenheid. Daarbij merken de
leden op dat hier gesproken wordt over het nog beter bedienen van de eigen belangen
door eigen investeringen te koppelen. De leden van de SGP-fractie zijn hier zeker
niet op tegen, maar zien graag een gezonde balans tussen eigenbelang en het belang
van het land dat ondersteuning ontvangt.
De leden van de SGP-fractie steunen de Rapid Damage and Needs Assessment inzake de schade die Oekraïne lijdt aan de oorlog. Daarbij benadrukken de voorgenoemde
leden hun steun voor Oekraïne tijdens oorlog en wederopbouw.
De leden van de SGP-fractie lezen rond de Oekraïne rondetafelbijeenkomst over de rol
van de Kiesgroep waar Nederland en Oekraïne deel van uitmaken. Daarbij vragen de voorgenoemde
leden of Rusland deel uitmaakt van dezelfde of een andere kiesgroep en hoe Rusland
zich opstelt in deze internationale gremia sinds de illegale aggressieoorlog?
De leden van de SGP-fractie merken op dat bij de schuldenproblematiek de rol van China
kort wordt genoemd. Kan de regering toelichten hoe China zich als crediteur verhoudt
tot ontwikkelingslanden, in hoeverre dat verschilt van andere crediteuren en of hierover
het gesprek aangegaan wordt bij de Bank?
II. Antwoord/Reactie van de Minister
III. Volledige agenda
Geannoteerde agenda met inzet voor de Wereldbank Voorjaarsvergadering 2025. 26 234-404 – Brief regering d.d. 04-04-2025, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp,
R.J. Klever.
Verslag Jaarvergadering Wereldbank 2024. 26 234-302 – Brief regering d.d. 13-12-2024, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp,
R.J. Klever.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Aukje) de Vries, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Mede ondertekenaar
M. Prenger, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.